1 febem – fege rapportering onderzoek naar imago van sector en federatie rapport de l’étude...
TRANSCRIPT
1
FEBEM – FEGE
Rapportering
onderzoek naar imago
van sector en federatie
Rapport de l’étude concernantl’image de marque
du secteur et de la fédération
14 ju(i)n(i) 2012
2
Contexte
• Objectif
– Définir l’image reflétée par :• le secteur• la fédération
• Groupes cibles– Parties intéressées
• n = 16 (12 Nl. + 4 Fr.)
– Membres• n = 10
3
Collecte des données
• Méthode
– Entretiens face à face– Sur base d’un fil conducteur– Au bureau du répondant– Durée de l’entretien : env. 1,5 heure
• Période du travail de terrain– février – avril 2012
4
RAPPORTERING - RAPPORT
Imago van de sector
Image de marque du secteur
5
Comment désigne-t-on le secteur ?
• Il est difficile de décrire correctement le secteur:– la notion de déchets est trop limitée, celle
de l’environnement trop vaste
• Imprécision concernant les limites du secteur– le secteur est plus large que dans le
passé.– où se situent les limites ? – les limites évoluent encore constamment.
6
Comment désigne-t-on le secteur ?
• En résumé– Il s’agit de flux de matériaux et de matières
premières• avec les « déchets » comme dénominateur commun• vaste terrain d’action : donc sols inclus
– Il est question de valorisation d’un « déchet » (produit ou sol) : conversion en une nouvelle matière première, recyclage ou conversion en énergie
– En termes de perception, le secteur n’englobe PAS:
• les entreprises ne partant pas d’un déchet• ni l’épuration d’eau, l’épuration de l’air, l’entreprise
technologique, le bureau de consultance.
7
Associations spontanées
• Le secteur a vécu une évolution positive : – du simple traitement (de déchets) à la
gestion des matériaux, la recherche de circuits dûment fermés
• Le secteur est devenu mature et professionnel– correct, durable, excellente prestation de
services– certainement pour le secteur « initial » des
déchets ; moins clair/évident pour le volet du sol
8
Associations spontanées
• Spécifique pour le sol– propulsé par les deniers publics– encore un avenir suite à la limitation
des budgets ?
• Le secteur est très sévèrement régulé
• L’impact de « l’Europe » augmente– effets perturbateurs possibles suite
entre autres à l’ouverture des frontières
9
Associations spontanées
• Le secteur est très technologique– et implique des capitaux considérables
• Belgique (Flandre) en tête du peloton– les pouvoirs publics, le secteur et la FEGE ne
font pas suffisamment d’efforts pour exporter le savoir-faire et l’approche
• Importance de notions telles que circuits fermés, gestion des matériaux, valorisation, matières premières secondaires…
• Toujours plus de discussions concernant le meilleur usage des flux de déchets
10
Associations spontanées
• Consolidation dans le secteur des « déchets »:– en grande partie derrière nous– quelques grands et quelques petits acteurs
(proies)
• Pour le volet des « sols »– éclatement ; de nombreux petits acteurs
• Doute occasionnel concernant des comportements incorrects– malgré la professionnalisation– malgré les responsabilités prises– délits uniquement le fait de petites entreprises
atypiques
11
Nouveaux acteurs
• Segment « classique » des déchets– pas de nouveaux acteurs
• Au sein du volet des « sols » :– encore de nouveaux petits acteurs :
professionnalisme?
• Nouveaux sous-secteurs
• Des entreprises actives dans d’autres industries rejoignent le secteur
– suite à une extension des activités
• On s’attend à peu de nouvelles évolutions– pas de nouveaux sous-secteurs, mais des acteurs
venus des pays étrangers
12
Importance du secteur
• Economique– le « secteur des déchets »
• principales évolutions derrière nous, situation stable
– nouveaux segments• on s’attend à une croissance considérable
– défis• fermeture des circuits, gestion des matériaux,
matières premières secondaires : conjointement avec l’industrie
• Sociale– importance croissante (sécurité,
environnement, santé)
13
Respectueux de l’environnement
• Comportement écologique via :– la plus grande professionnalisation– le mouvement de consolidation– la « pression » constante de l’administration
• Surtout pour les acteurs « classiques », moins clair pour– acteurs du secteur des sols et membres de
Coberec
• La vigilance reste de mise :– reste très vulnérable– des incidents suffisent pour semer le doute
14
Technologiquement progressiste
• Peu de réelles évolutions technologiques ces dernières années (les principales innovations technologiques sont intervenues antérieurement)
• Recherche permanente d’innovations pour gagner en efficacité
• Les constatations ne sont pas négatives! – nous nous maintenons au sommet
15
Emploi dans le secteur
• Domaine des « déchets » : – forte croissance passée, désormais plutôt stable
• Domaine des « sols :– forte croissance récente– dépendant des deniers publics– pas d’énorme croissance à attendre
• Important pour le groupe des travailleurs peu formés
• Menacé par l’ouverture des frontières– décisions pas toujours prises en Belgique– installations de traitement pas nécessairement en
Belgique
16
Comment le secteur communique-t-il ?
• Communication toujours assimilée à celle de la FEGE
• Peu visible dans la communication dans un sens large (par exemple la presse)– cette présence n’est d’ailleurs pas estimée
nécessaire
• Parfois : lorsque le secteur fait la une, souvent avec des messages négatifs– peut-être indiqué de nous adresser nous-
mêmes à la presse avec un contenu et un message plus positifs ?
17
Le secteur en tant que messager
• Communique généralement avec un avis clairement harmonisé– expéditeur clairement identifiable (FEGE)– différences d’opinion lorsqu’on s’entretient
avec des entreprises individuelles
• Attention cependant :– prise de position résultat d’avis divergents– le monde extérieur ressent parfois le
compromis– prises de position parfois moins tranchantes– marge de manœuvre limitée de la FEGE
dans les situations de concertation
18
RAPPORT – RAPPORTERING
Image de marque de la fédération
Imago van de federatie
19
Febem: bekendheid en contact
• Goed bekend met FEBEM
• Regelmatig contact met de mensen
• Bekendheid vaak geconcentreerd rond 1 persoon– Werner in Vlaanderen, Cédric in Wallonië
• Medewerkers zijn zichtbaar en bereikbaar– aanwezig op diverse bijeenkomsten– actief in werkgroepen– makkelijk persoonlijk contact
20
Febem: evoluties afgelopen jaren
• FEBEM heeft een lijn, een manier van werken uitgezet, en houdt die al een paar jaar aan
• Is positief:– respondenten weten hoe het werkt– wat ze aan FEBEM hebben– met wie ze kunnen overleggen en op
welke manier…
21
Febem: sterk
• Professionele federatie – goed georganiseerd, neemt
verantwoordelijkheid
• Efficiënte, dynamische federatie
• Standpunten geven blijk van doordachte visie– vanuit positieve ingesteldheid– meer dan verdedigen van sectorbelangen
• Medewerkers zijn ervaren en deskundig– Werner als motor
22
Febem: sterk
• Communicatief sterk naar leden en stakeholders
• Weegt op correcte manier op het beleid– zeker wat betreft afval
• Werkt goed samen met haar leden
• De samenwerking met Coberec– FEBEM wordt krachtiger– het veld wordt verruimd– meer gewicht in de schaal
23
Febem: zwak
• Samenwerking met Coberec– soms verwarring (wie wat is/doet/zegt)– wat zal de volgende stap zijn?
• Minder uitgesproken positionering bodem– minder het aanspreekpunt bij uitstek
• Slagen er onvoldoende in knowhow te promoten als waardevol exportproduct
• Onvoldoende persaandacht
• Beperkte personeelsbasis
24
Febem: bedreigingen
• Grote spreidstand– niet parallel lopende belangen van leden– de verbreding van de activiteiten van de
leden– steeds meer dient compromis gezocht
• Grote afhankelijkheid van Werner Annaert– zeker naar buitenwereld, vooral in
Vlaanderen
• Blijvende gevoeligheid voor imago-schade door cowboys
25
Febem: opportuniteiten
• Wetenschappelijke onderbouw technologie
• Daadkrachtig aanwezig zijn op alle relevante ontmoetings- en overlegmomenten
• Kiezen voor intersectorale aanpak– zal innovativiteit verhogen– must in kader van cradle to cradle– visie omtrent materialen en kringlopen
kan beter doorgetrokken worden
26
Kenmerken Febem
• Representatief: ja!
• Actief: ja
• Communicatief– ja naar leden en stakeholders, minder naar
buitenwereld
• Dynamisch: ja
• Invloed op het beleid– zeker voor afval, minder voor bodem
• Prima vertegenwoordiger voor de sector
27
RAPPORTERING
Imago van de federatie
Specifiek leden
28
Febem: SWOT bij leden
• Zwak– “on the field” contact met leden– veel gewicht voor afval, minder voor
bodem
• Bedreigingen– te weinig kritisch naar nieuwe leden– grote spanwijdte; tegenstrijdige belangen
• Opportuniteiten– inzetten op technologie/innovatie– begeleiding leden rond nieuwe evoluties
29
Kenmerken FEBEM
• Representatief:– ja voor afval, iets minder voor bodem
• Actief: ja
• Communicatief: ja
• Dynamisch: ja
• Invloed op het beleid– afval ja, bodem minder
• Prima vertegenwoordiger voor de sector
30
Dienstverlening Febem
• Onvoldoende gekend
• Indien wel bekend: weinig gebruikt– zelf in huis– confidentiële informatie
• Vraag is of FEBEM dit wel moet aanbieden– beperkte equipe: inhoud is prioritair
• Wel vraag naar expertisecentrum– cijfermateriaal
31
FEBEM en haar communicatie
• Wordt ervaren als regelmatig/frequent– opgelet voor te veelvuldig
• Flash: zeer positief– naar inhoud én vorm
• Focus: verdeeld– van nuttig tot overbodig– geen meerwaarde
• Website: zelden bezocht– geen probleem
32
Febem: de naam
• Roept gemengde gevoelens op– enerzijds OK– anderzijds aan wijziging toe
• het thema "naam" voor de federatie wordt niet als cruciaal ervaren
33
RAPPORT - RAPPORTERING
Image de marque du secteur et de la fédération
Imago van de sector en de federatie
Conclusion - Conclusie
34
Conclusies
• Sector– positief beeld– erg verruimd– cradle to cradle principes
• Federatie – matuur, professioneel, dynamisch– stevige werking met leden– prima vertegenwoordiger sector
35
RAPPORTERING - RAPPORT
Vergelijking onderzoek
Comparaison étude
2012 versus 2006
36
De sector
• Duidelijke verschuiving invulling sector: van afvalverwerking naar materialenkringloop
• Veel ruimere sector dan voorheen (+bodem,+bio-massa,+…)
• Betere kennis van sector bij stakeholders
37
De sector
• Toegenomen gevoel dat het een complexe sector betreft, met heel wat mogelijkheden
• Verder toegenomen professionalisme, toegenomen duurzaam en correct gedrag, incidenten enkel in de marge
• Verder verstrengen van de reglementering en verhoogde impact van Europa.
38
De federatie
• Verder geprofessionaliseerd
• Meer dan vroeger representatief
• Blijvende appreciatie voor de dynamiek
• Nieuw: vragen bij vele werk in kleine ploeg
39
De federatie
• Opduikend gevaar van een te grote spagaat – voortdurend zoeken naar compromissen– perceptie van “specialisten” vervaagt
• Expliciete vraag naar intersectorale samenwerking– gelet op evolutie naar materialenbeheer.
• Toegenomen vraag naar wegen op de Europese besluitvorming
• Blijvende vragen rond de samenwerking met Coberec