10 bijzondere monumenten in groningen

72

Upload: gerjon-bos

Post on 28-Jun-2015

375 views

Category:

Documents


9 download

TRANSCRIPT

Page 1: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 2: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 3: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

interesseren in monumenten. Op scholen wordt er weinig aandacht aan besteed en dat zorgt ervoor dat steeds minder jongeren kennis hebben van monumenten. Dit zorgt op lange termijn voor het uitsterven van monumenten.

De monumenten in dit boek variëren van villa boerderijen tot synagogen en van woonhuizen tot raadhuizen. Ook wordt er verteld wat er op het moment met het monument gedaan wordt.

Gerjon Bos.

10 Bijzondere Monumenten in Groningen. Dat is de titel van dit boekje, en dat is ook wat u aan zult treffen. 10 Monumenten met elk hun eigen bijzonderheden, charmes en verhaal. Dit boekje is samengesteld om een kijkje te bieden in de geschiedenis van de monumenten.

Doordat alles word gemoderniseerd raken we ontzettend mooie gebouwen en verhalen kwijt. Doormiddel van dit boekje probeer ik een soort gewaarwording van dit probleem te maken. Tevens is het belangrijk dat mensen zich blijven

4

Page 4: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

VoorwoordBoerderij Hermans DijkstraGemaal ElectraPakhuis LibauKleinste huisje van RottumKerk KrewerdRaadhuis AppingedamSynagoge WinsumGoudkantoor GroningenLandgoed WesterleeHoofdweg 165-167 Hoogezand

5

0204-1213-1819-2425-3230-3637-4344-4950-5758-6263-68

Page 5: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 6: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Boerderij Hermans Dijkstra is gebouwd in de periode van 1858 / 1877. De laatste bewoner, Pieter Reint Hermans Dijkstra, heeft hier tot 1904 gewoond. Hij was er geboren maar bleef zijn gehele leven ongehuwd en had verder geen naaste verwanten. Verbouwing en Modernisering zijn aan de boerderij voorbijgegaan en dat heeft ervoor gezorgd dat deze boerderij een plaats is waar de tijd is stil blijven staan. De rijk versierde plafonds in voorkamers en gang laten duidelijk zien dat hier ooit een welgestelde familie geleefd heeft, waarvan Pieter Reint Hermans Dijkstra de laatste telg was.

In de jaren zeventig hebben de geneente Midwolda en de heer Hermans Dijkstra de stichting Hermans Dijkstra opgericht die zich, na de dood van heer Hermans Dijkstra, zorg te dragen voor het voortbestaan van de beeld bepalende boerderij.

Op 30 juli 1994 overleed Pieter Reint Hermans Dijkstra op 83 jarige leeftijd. De boerderij werd eigendom van de stichting Hermans Dijkstra. De stichting bezat echter geen financiële middelen, maar waren wel noodzakelijk door het achterstallige onderhoud. Er moest naar een manier worden

gezocht om het gebouw in te kunnen zetten om deze kosten te kunnen dekken.

Na veelvuldig overleg met Monumentenzorg, Stichting Woonhuismonument, overheden en fondsen kwam er een restauratieplan en werd aan het project in het kader van Erfgoed Logies een Logiesgebouw toegevoegd. De vier jaar durende restauratie en de bouw van het logiesgebouw kwam in het voorjaar van 2002 gereed. Ook de prachtige Engelse landschapstuin werd in oude glorie hersteld.

7

Page 7: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 8: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Pas ver in het najaar, na het oogsten, het Dorsten en verkopen van gerst en rogge werden de eerste centen verdiend.

De zomer van 1834 was warm en droog en werd gevolgd door een mooie herfst. Het goudgele graan eiste veel aandacht op, maar op de boerderij was behalve aandacht voor de oogst ook nog aandacht voor iets anders, namelijk de komende gezinsuitbreiding. Op 18 september 1834 was de heugelijke dag. Ludewea Buurma Engelkes gaf het leven aan een dochter die de naam Auwina kreeg. Het was welliswaar geen boerenzoon maar ook dochters van goede komaf waren nodig voor een passende opvolging.

De toekomst zag er zonnig uit maar dat veranderde. Rond de jaarwisseling van 1837-1838 voelde de jonge boerin zich onwel en begon te lijden aan een slepende ziekte. Wat er precies aan de hand was is niet bekend.

7

Echtpaar BuurmaDe boerderij, nu bekend als Hermans Dijkstra, werd in januari 1832 opgekocht door Pieter Reints Buurma en zijn vrouw Ludewea Berend Engelkes. Zij kochten de boerderij destijds voor 16,000,- Gulden. Het ging om een grote boerenplaats midden in Midwolda. Behalve de huisheerd behoorden nog twee aangrenzende heerden bij de boerderij. De zo genoemde Vokseheerd en de Kerkheerd, samen zo’n 75 hectare bestaande uit weilanden, lichte bouwtegronden en zware klei.

Pieter Reints Buurma was goed 21 jaar toen hij op 16 december 1831 met de vijf jaar oudere Ludewea Berends Engelkes trouwde. De Jonge landbouwer ging voortvarend tewerk en binnen de kortste tijd stonden er voor een bedrag van ruim 1000 gulden acht trekpaarden op stal. Daarnaast werden o.a. 5 melkkoeien gekocht en een paar kalveren. Het spreekt voor zich dat het ging om een behoorlijke investering, maar met familiekapitaal en enkele leningen werd het benodigde geld opgebracht

Begin 1839 zat het gezin in grote zorgen. Ludewea stond onder behandeling van een arts en de rekening van H.J.Boelman liet op 11 februari al een astronomisch bedrag zien van 218 gulden, dertig maal hoger dan in andere jaren.

Er volgende een briefwisseling met professor Sebastiani in Groningen en Ludewea werd aan zijn zorgen toevertrouwd. Het echtpaar reisde diverse malen naar Groningen en de medicus kwam op zijn beurt in februari zelfs twee maal naar Midwolda, maar niets hielp. Op 15 oktober 1839 stierf Ludewea aan een voor ons onbekende aandoening. Pieter Reints Buurma, 29 jaar, bleef als weduwnaar achter met de kleine Auwina die op 14 mei 1855 in het huwelijk zou treden met een schatrijke boerenzoon uit Nieuwwolda, Pieter Harms Hermans. In een overlijdensbericht in de Groninger Courant maakte Pieter Reints Buurma bekend dat zijn echtenoot na een langdurig lijden van twee jaar was overleden.

Page 9: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Dit is pas de eerste generatie waar de bijzondere geschiedenis van de boerderij Hermans Dijkstra mee begint. Er volgen nog vele generaties, met elk hun eigen verhaal. Pieter Reints Hermans Dijkstra was de laatste van al deze generaties.

De boerderij is nu in gebruik door Jan Bremmer en Christianne Linssen. Zij hebben een bed en breakfast achter de boerderij. Verder hebben ze een prachtig restaurant in de schuur van de boerderij en is de sfeervolle schuur uitermate geschikt voor o.a. vergaderingen, presentaties, bruiloften en partijen voor maximaal 500 personen of een volledig verzorgd diner voor grote gezelschappen. Hiervoor kunt u terecht op www.boerderijhermansdijkstra.nl

Voor meer informatie over de geschiedenis van de boerderij kunt u het boekje ‘Rijkdom en tragiek. Boerderij Hermans Dijkstra en zijn bewoners’, geschreven door Jan Pieter Koers. op de boerderij verkrijgen.

7

Page 10: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

7

ArchitectuurHet boerderijcomplex is representatief voor het Oldambt van rond de eeuwwisseling. Het ging steeds beter met de akkerbouw in dit gebied en werden de boeren steeds rijker. Deze welstand kwam onder meer tot uitdrukking in de bouw van imposante boerderijen met een representatief voorhuis en niet zelden een mooi aangelegde slingertuin.

Ook voor Pieter Reint Buurma en zijn vrouw Aaltje Land ging het voorspoedig en zij besloten in 1858 tot de bouw van een modern voorhuis met grote hoge en lichte kamers, een centrale hal en een grote kelder. Het nieuwe voorhuis werd opgetrokken in de zogenaamde chaletstijl, een bouwvorm die in het Oldambt tamelijk nieuw was.

In het voorjaar van 1858 werd het 18e eeuwse voorhuis afgebroken en kwam er een nieuw voorhuis van een zeer opmerkelijke architectuur. In de trap bij de voordeur werden de namen ‘P.R. Buurma’ en

‘E.J.A Land’ en het bouwjaar ‘1858’ geplaatst. De chaletstijl was afgekeken van de schilderachtige boerenhofsteden in het Alpengebied en kenmerkt zich door een tamelijk vlakke dakhelling, brede overstekende en versierde dakranden en een witte bepleistering.

Ook de tuin werd aangepast aan de welstand en kreeg een prachtige Engelse uitstraling. Deze landschapstuin wordt door een sloot met brug afgescheiden van de binnentuin direct voor de boerderij. Een groot aantal van dit soort boerderijen is na de Tweede Wereldoorlog verbouwd of vernieuwd en veel slingertuinen zijn inmiddels geheel of gedeeltelijk verdwenen.

In 1877 werd door de nieuwe generatie de oude schuur gesloopt, het nieuwe voorhuis met 2 slaap kamers verlengd en werd een nieuwe schuur gebouwt. Er werd een steen in de gevel geplaatst met daarop de inscriptie ‘P.R.H. & T.D. 1877’.

Page 11: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 12: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 13: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

N362

N985

N985

Page 14: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 15: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

“De Waterwolf” werd gebouwd in opdracht van het Waterschap Electra. Waterschap Electra (1913-1994) was een samenwerkingsverband tussen de waterschappen Hunsingo, Westerkwartier en Reitdiep, opgericht om de wateroverlast in noordwest Groningen aan te pakken. In 1918 werd begonnen met de bouw van het gemaal .

De bouwlocatie bevond zich op een landtong die het Kommerzijlsterriet scheidde van het Reitdiep en maakt een einde aan die scheidding. De bouw- en installatiewerkzaamheden werden uitgevoerd

door de provinciale waterstaat van Groningen. In 1920 was het gebouw gereed, opgetrokken in een Ambachtelijk-traditionele stijl. Destijds was het het grootste gemaal van Europa, samen met het D.F. Woudagemaal bij Lemmer. Het gemaal is aanvankelijk uitgerust met drie pompen en in 1928 is een vierde pomp geïnstalleerd, alle met een waterverzet van ongeveer 1.000 m3 per minuut.

De pompen zijn gebouwd door de machinefabriek Gebroeders Stork & Co N.V. te Hengelo. In 1998 zijn ter vergroting van de capaciteit van het gemaal

twee pompen, voorzien van elektrische aandrijving onder de vloer van de pompenhal aangebracht.Aan de bouw van het gemaal hield menig bouwvakker een boterham over. Vooral bij het aanleggen van het stortbed in het Reitdiep waren tientallen arbeiders betrokken. Sinds 1920 staat het fraaie gebouw fier in het Groningen landschap. Van buiten, maar ook zeker van binnen is het een indrukwekkend gebouw.

De naam van het waterschap, Electra, was bewust gekozen om te benadrukken dat het gemaal van

Page 16: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

elektrische drijfkracht werd voorzien. In 1946 is deze door een dieselelektrische aandrijving vervangen. Vanaf 1975/78 worden de pompen door dieselmotoren aangedreven.

In 1946 is het ketelhuis inwendig verbouwd en is het gemaal uitgebreid met een portiekgebouw in aangepaste stijl aan de zuidwest zijde. Het ontwerp is van de architecten Reitsema en Nienhuis uit Leens. In het ketelhuis zijn een kantoortje en een schakelruimte ingericht ten behoeve van de twee dieselgeneratoren die toen in de pompenhal zijn geplaatst. Bij deze werkzaamheden zijn de vensters in de zuidoostgevel gewijzigd. In 1977 is de schakelruimte geheel vernieuwd en is ten westen daarvan een schaftlokaal ingericht; de dieselgeneratoren zijn toen verwijderd. Aan de zuidoostzijde van het gemaal werd in 1966 een houten kroosbrug aangelegd met stalen krooshek en een krooshekreinigingsinstallatie. In 1987 is de brug over de stroomkokers, gelegen in de Teenstraweg, vernieuwd.

Bij het gemaal liggen een schutsluis met ophaalbrug en een dubbele dienstwoning, die alle in de periode 1919-1920 zijn gebouwd. De schutsluis en de ophaalbrug vallen onder de gemeente De Marne en zijn al aangewezen als rijksmonument.

In de noordoost gevel zijn twee gevelstenen geplaatst, met op de linker gevelsteen de wapens van de waterschappen Electra en Hunsingo en de tekst: “De Waterwolf, verlaging van den waterstand brengt meerder koren in het land”, en op de rechter de wapens van de waterschappen Westerkwartier en Reitdiep en de tekst: “In de jaren 1918-1919 met rijkssteun gesticht door het waterschap Electra onder het bestuur van R.P.Dojes voorz., A.K. Schuiringa, A. Torringa, J.M. Hopma, J. Bolt Jzn., L. Koster secr.”

Naast het gemaal staan twee dienstwoningen. De ene woning was voor de machinist, die het gemaal moest bedienen en onderouden. De sluiswachter, die verantwoordelijk was voor de schutsluis die naast het gemaal ligt, woonde in het andere huis.

Page 17: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Het spreekt voor zich dat je als sluiswachter of machinist in “De Waterwolf” uit een bepaald hout moest zijn gesneden; alleen sollicitanten die in staat waren om moeder ziel alleen op de eenzame locatie te werken, kwamen in aanmerking.

Dankzij De Waterwolf hebben bewoners in de kop van Drenthe tot aan ‘t Wad droge voeten en kunnen de boeren hun bedrijf uitoefenen zonder dat hun landbouwgronden onder water lopen. In haar strijd tegen het water heeft het gemaal er sinds het begin van de jaren zeventig een hulpje bij: het H.D. Louwesgemaal in het Hunsingokanaal bij Zoutkamp, die duizend kubieke meter water per minuut aankan. Maar of dit genoeg is, valt te betwijfelen. Want de zeespiegel rijst en de bodem daalt. Een goede waterhuishouding vraagt dan ook om een blijvende inspanning. Nu en in de toekomst.

Page 18: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 19: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

02

Oldehove

Aduard

Houwerzijl

Page 20: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 21: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Aan het Hoge der A in Groningen staat het Pakhuis Libau. Het is een van de panden die nog herinneren aan het handelsverleden van de stad. De stad Groningen maakte al in de dertiende eeuw deel uit van het Duitse Hanzeverbond, maar de band met de Hanze was niet altijd even sterk. Gegevens over de handelscontacten van Groninger handelaren zijn bovendien schaars. In latere eeuwen speelde met name Amsterdam een belangrijke rol bij de graanhandel. Mogelijk profiteerde de stad Groningen hiervan mee. De aanwezigheid van het graanpakhuis Libau lijkt daarop te wijzen.

Handelaren vernoemden hun pakhuizen vaak naar de plaatsen waarmee zij handelden. Libau is zo’n plaats, het is de Duitse naam voor de Letse havenstad Liepaja. We mogen er vanuit gaan dat de naam Pakhuis Libau eeuwenoud is, maar ook weer niet zo oud als het pakhuis zelf. De ‘leeftijd’ van het pakhuis is niet precies bekend, maar het moet ergens tussen de 700 en 1000 jaar zijn. Voorheen stond er een houten gebouw op deze plaats. Daarvan zijn houten balken hergebruikt bij de bouw van het huidige pand. Deze balken kunnen wel 1000 jaar oud zijn.

In de Gouden Eeuw was er een bierbrouwerij in het pand gevestigd. Dat blijkt uit de 17e-eeuwse kaart van Haubois. Deze toont een putstoel, een houten stelling waarmee het nodige water in het pand werd gebracht. Dit water, zuiver en rechtstreeks afkomstig uit de Drentse A, was onmisbaar bij het brouwproces. De plaats aan het Hoge der A was zo ideaal, dat er nog 11 andere brouwerijen waren.

Tot 1882 had het pakhuis een gotische voorgevel, vergelijkbaar met het Scheepvaartmuseum in de Brugstraat. Toen werd het flink verbouwd en kreeg

Page 22: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

het een nieuwe gevel met bakstenen in Gronings rood. Een steen in de zijmuur aan de Haaksgang herinnert hier nog aan. Oorspronkelijk bestond het gebouw ook uit meerdere panden. Dat is binnen nog herkenbaar. Pas bij een recente verbouwing, enkele jaren geleden, werd er op een deel van het gebouw een glazen kap geplaatst. Voor de verbouwing van 1882 werd de benedenverdieping bewoond door kooplieden en waren alleen de hogere verdiepingen voor de opslag van goederen in gebruik. Op de begane grond, waar zich ooit het woongedeelte bevond, is nog te zien waar ooit de stookplaats was. Het pand was in dat opzicht vergelijkbaar met het ‘Huis Eem’ op nummer 6.

Op een van de zolders is nog een hijsinstallatie bewaard gebleven en op de gebinten van de oude kap zijn nog sporen van karwijzaad. Dat is waarschijnlijk een overblijfsel van de Groninger Zaaizaadvereniging, die hier in 1933 een apparaat had staan om karwijzaad te reinigen. In 1996 vestigde zich het bureau Welstands- en Monumentenzorg Groningen in het pand.

Deze organisatie noemde zich vervolgens Libau. Tegenwoordig biedt zij ook onderdak aan de steunpunten monumentenzorg en archeologie en aan het kantoor van de monumentenwacht.

Verder is het gebouw van binnen een groot contrast met de buitekant. Er zijn veel oude elementen bewaard gebleven maar het intereieur van het gebouw is zeer modern. Dit zorgt dan ook voor een bijzonder mooi contrast, en het laat zien wat allemaal mogelijk. Binnen zijn veel oude elementen bewaard gebleven zoals de oude steun balken.

Voor meer informatie over de organisatie Libau kunt u terecht op de website www.libau.nlTevens vind u daar de contact gegevens van Libau.

Page 23: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 24: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 25: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Station CS Groningen

03Vismarkt

Gedemte Zuiderdiep

Emmaplein

Groningen

Page 26: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 27: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Aan het begin van de Kloostermuur bevindt zich het kleinste huisje van Rottum, ‘t Hoeske van Thais Joaptje. De eenkamerwoning is voor een belangrijk deel opgetrokken uit kloostermoppen en is gerestaureerd en een Rijksmonument. Binnen bevinden zich o.a. twee bedsteden. De diaconiewoning, zoals het huisje ook wel wordt genoemd, meet ongeveer vijf bij vijf meter en bestaat slechts uit een woonkamer met bedsteden, een open zolder, een voorportaaltje en een washok. Het is op historisch verantwoorde wijze ingericht door openluchtmuseum ‘Het Hoogeland’, naar

de leefomstandigheden van landarbeiders in ca. 1835. In het voorportaaltje staat een vitrine met archeologische vondsten van de wierde Rottum.

Het beheer berust bij de Stichting ‘Hoeske van Thais Jaoptje’ en is dagelijks open van 10-17 uur en is op 31 december gesloten en de toegang is gratis. Van de vierde adventszondag tot Driekoningen (in de kerstvakantie) biedt het minimuseum tijdelijk onderdak aan Jozef, Maria, kindje Jezus, herders en koningen.

Page 28: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Jan BoerBij staatsbesluit van 1 maart 1658 wordt aan de bewoners van de wierde toestemming gegeven de zuidvleugel van het Rottumerklooster te slopen. In de daaropvolgende eeuwen wordt dit restmateriaal gebruikt voor wegverharding, huisfundering en opmetselen van muren.

Rond 1820 neemt de diaconie van de Nederlands Hervormde Kerk het initiatief op de hoek van de begraafplaats (Kloosterweg 17) uit restmateriaal van het voormalige klooster een huurwoning te bouwen. In 1837 huurt G.W.Bos dit kleinste huisje van Rottum. De diaconie verhuurt de eenvoudige eenkamerwoning in de loop der jaren aan verschillende personen. Vaak gaat het om pas getrouwde stellen met kinderen die nog niet over een eigen woning beschikken.

In 1933 woont Jacoba Knol, dochter van Ties Knol, in deze woning naast de begraafplaats. Het Kerstverhaal van de Groninger schrijver Jan Boer

(“Ol Joaptje”) gaat over de catechisatielessen van deze mejuffrouw Knol.

In 1953 werd deze eenkamerwoning voor het laatst bewoond. De drie kinderen sliepen op strobalen op de vliering. De ouders sliepen in de bedstede. In de periode na de Tweede Wereldoorlog zijn vrijwel alle alleenstaande eenkamerwoningen op het Hogelandgesloopt. Soms werden aangrenzende eenkamerwoningen samengevoegd en na renovatie in gebruik genomen als één kleinere woning. Tientallen jaren stond dit kleinste huisje als ‘onbewoonbaar verklaarde woning’ te verkommeren. Aan het begin van deze eeuw heeft de Stichting Woonhuismonument dit huisje gerestaureerd. Het huisje is in 2003 ingericht door het Openluchtmuseum Het Hoogeland te Warffum. De inrichting is vormgegeven naar de situatie van 1880 toen er nog werd gestookt met turf en de verlichting nog gevoed werd door olie.

Naast de woning staat het borstbeeld van de Rottumer dichter Jan Boer die in 1899 in de toenmalige bakkerij werd geboren. Hij staat bekend als ‘het zingende hart’ van Groningen. In het dorp staan twee borden met teksten van Jan Boer.

Page 29: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 30: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Usquert

WarffumUithuizen

04

N363

N363

Hoofdweg

Page 31: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 32: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Al in het begin van de dertiende eeuw stond er in Krewerd een steenhuis, de Steenhuusterheerd genoemd. Dit huis lag waarschijnlijk ten zuiden van de huidige kerk en werd bewoond door het zeer vermogende echtpaar Menco en Tyadeke. Ze hadden een zoontje dat ook Menco heette. Op een avond in maart 1250 kwam Menco niet thuis van één van zijn gewone ronde’s te paard over zijn landerijen. Men vond hem met een bebloed hoofd, naast een hoop stenen, levenloos en zo bleef Tyadeke als een rijke adellijke weduwe achter met haar zoontje. Enige tijd later werd haar zoontje Menco ernstig

ziek en zijn moeder bad om zijn genezing. Hierbij deed zij de heilige belofte een kapel in Krewerd te bouwen als Menco mocht herstellen. Ook beloofde ze dat ze jaarlijks een som geld aan deze kapel zou schenken. Het bedrag zou in ieder geval zo groot zijn dat men er een priester van kon betalen.

Menco herstelde, maar zoals dat meer voorkomt, vergat de moeder haar belofte en schoof de verplichting die zij op zich had genomen steeds maar voor zich uit, in plaats daarvan ging ze op zoek naar een bruid voor Menko.

In diezelfde tijd woonde in Loppersum de rijke weduwe van deken Geiko, Thialdis. Ze had een knappe dochter die goed in de letteren was onderlegd. Dit meisje, Tete ( of Tet), was echter ooit door haar vader Geiko voorbestemd om het klooster in te gaan. Geiko had dit tijdens een ernstige ziekte aan God beloofd en ook had hij gezegd een kapel te zullen stichten. Niettemin deed hij het een noch het ander. Na zijn toch nog onverwachte dood liet Thialdis wel een kapel bouwen die door een monnik van de abdij Bloemhof werd bediend, maar Tete bleef thuis bij haar moeder.

Page 33: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Kort daarop huwde Tete Menco van Krewerd en alles leek voorspoedig te verlopen. Tete werd zwanger maar nog tijdens de zwangerschap werd Menco ernstig ziek en stierf. Doordat ze was verslagen door droefheid beviel Tete te vroeg van haar zoon en dit had weer tot gevolg dat het kind, kort na de geboorte, ook overleed. Diep bedroefd keerde Tete terug naar Loppersum, naar het huis van haar moeder. Niet lang daarna werd ze ongeneeslijk ziek en kwam op bed te liggen. Ze vroeg naar de abt van Bloemhof en van hem ontving ze het ordekleed van de premonstratenzerinnen. Alles wat zij van haar vader had geërfd, schonk ze aan Bloemhof. Enige tijd later stierf Tete en werd ze naast haar man en zoontje begraven bij het klooster Romerswerf ( het latere Rosenkamp en nog weer latere Nijenklooster).

Tussen de beide moeders Thialdis en Tyadeke ontstond hierna grote onenigheid over de erfrechten van het jong overleden vermogende paar. Tete’s moeder meende aanspraken te kunnen maken op de erfenis van Menco. Dit deed Tyadeke veel verdriet, temeer daar zij al heel lang, nog voor

de kinderen elkaar vonden, goed bevriend was met Thialdis.

Door al deze gebeurtenissen kwam Tyadeke tot inkeer en besloot alsnog een kapel te bouwen. Zij won advies in bij de deken van Farmsum, de parochianen en priesters van Holwierde en de abt van Wittewierum. Toestemming voor de bouw van de kapel door de parochianen en priesters van Holwierde was nodig omdat de inkomsten van de moederparochie Holwierde zouden verminderen door het verlies van de buurschappen Arwerd en Krewerd, die samen een kwart van het grondgebied uitmaakten.

Uiteindelijk besloot zij de kapel ter ere van Maria, de moeder Gods, te bouwen op haar eigen grondgebied en voorzien van voldoende middelen om haar te kunnen bedienen en onderhouden, over te dragen aan het klooster Bloemhof te Wittewierum. De abt reageerde daarop met: “In nomine Jesu vivas et facias”, dat betekent: “Dat u in de naam van Jezus mag leven en handelen”. De datering van het

Page 34: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

kerkgebouw, die omstreeks 1280 wordt gesteld, komt aardig overeen met haar verschijningsvorm: de spitsboogvorm is overduidelijk aanwezig en bovendien overheerst het verticale element. Het is dus een romano- gotische baksteenkerk welke bestaat uit drie rechthoekige traveeën, die onderling van elkaar afwijken. De traveeën worden door lichte steunberen van elkaar gescheiden. De muurgeleding bestaat uit een boven- en een benedenzone, waarbij de eerste hoger is dan de tweede.

De benedenzone wordt gesierd door spitsbogige spaarvelden, in de middentravee bevindt zich aan de zuidzijde een voormalige ingang. Aan de noordzijde bevindt de voormalige ingang zich in de westtravee. De bovenzone laat telkens een venster zien met aan weerszijden een nis met siermetselwerk. Alleen de middentravee wijkt hiervan af, daar komt alleen een venster voor. Aan de noordkant van de westtravee ontbreekt een blindnis. De vensters en nissen werden alle van een kraalprofiel voorzien. De lage vensters op de grens van koor en schip duiden de

plaats aan van voormalige zijaltaren. Iets oostelijker, in de koortravee, is aan de zuidzijde ook een laag venster aangebracht. Geen van deze vensters werd met de bouw voorzien maar zijn in een latere fase uitgekapt. Bovenin, onder het dak, zijn nog resten van een boogfries zichtbaar. De oostgevel van de kerk had oorspronkelijk een topgevel maar in de 19e eeuw is de bekapping vernieuwd waarbij de geveltop verloren ging. Het onderste gedeelte van deze gevel wordt ook weer door spitsbogige spaarvelden gesierd, daarboven bevinden zich drie vensters, waarvan het middelste hoger is dan de andere twee.

Op één na oudste OrgelIn 1531 werd het doxaal van een houten galerij voorzien, waarna op de tribune het orgel werd gebouwd. Dit instrument is het op één na oudste bespeelbare orgel in Nederland. Na de laatste restauratie is het nu zo goed dat het wordt gebruikt voor concerten en c.d. opnames.

De maker is helaas niet bekend maar vermoedelijk uit de regio afkomstig. Dat blijkt uit de bouwwijze van het instrument. Het orgelfront vertoont zowel laat- gotische als renaissancistische kenmerken. De orgelluiken zijn met pijpwerk beschilderd, zodat het lijkt alsof het instrument over een groot pijpwerk beschikt.

Onder de frontpijpen bevinden zich 4 opschriften. Deze teksten verhalen over de reparaties die het instrument in de loop der eeuwen onderging. Boven deze 4 opschriften bevindt zich nog een vierkant waarop het volgende staat geschreven: “De Hoog Welgeboren Vrou Margarita Elisabeth Ripperda Dquariere Vrou Der Heerlykheid tot Oosterwytwer met annexe Kaspulen. Als Collatrix tot Kriewert. Heeft dit Orgel Laaten Vernieuwen. Int Jaar. 1731”.

Tijdens de laatste restauratie werden in de blaasbalg van het orgel fragmenten perkament met teksten over de H. Blasius aangetroffen. De 15e eeuwse fragmenten zijn waarschijnlijk uit een lectionarium afkomstig, een liturgisch boek met

Page 35: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 36: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

onder meer gebeden en heiligenlevens die tijdens het koorgebed werden voorgelezen.

Uit het midden van de zeventiende eeuw stamt de sobere kansel met koorhek. Op de hoeken van de kuip staan getorste zuiltjes en de panelen hebben een boogversiering met opengewerkte wangstukken. Onder de versieringen hierop bevinden zich ook drakenkoppen evenals in het snijwerk boven de kerkvoogdenbank Tussen twee drakenkoppen op het opzetstuk van deze herenbank bevindt zich het wapen der Ripperda’s. De bank dateert uit het derde kwart van de 17e eeuw en de voorstelling op het wapen laat een ruiter te paard zien, van waaruit de naam van de Ripperda’s wel wordt verklaard. Deze zou afgeleid zijn van ‘Reit zum Pferd da”.

Deze wapens zijn tijdens de Franse Revolutie verdwenen. Waarschijnlijk zijn deze verwijderd onder de norm van gelijkheid.

Page 37: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Delfzijl

Spijk

Holwierde

Appingedam

Spijk

05

N33

N33

N997

N997

Page 38: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 39: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Het Raadhuis, een in renaissancestijl opgetrokken stadhuis, is één van de kleinste van Nederland. In 1630 werd het Gildehuis van de Schutterij tot raadhuis verbouwd. De benedenverdieping diende eerst als waag. De waag werd tot 1825 nog gebruikt voor het wegen van varkens. De open doorgang van het gebouw is zeer bijzonder en geeft het pand een elegant karakter. Het raadhuis was ook de zetel van de eedgenoten die er in de 18de eeuw gebrandschilderde ramen met hun familiewapens lieten aanbrengen. Bij een restauratie in 1911 door A. Mulder, rijksarchitect voor de monumenten werd

de voorgevel weer in originele staat teruggebracht.De gevel is in vlakken verdeeld door zandstenen banden waarop de opschriften: “SOLI DEO GLORIA”; “CONCORDIA RES PARVAE CRESCUNT, DISCORDIA RES MAXIMAE DILABUNTUR”; “UBINON EST PUDOR NEC CURA JURIS SANCTITAS, PIETAS, FIDES, INSTABILE REGNUM EST” Vertaling: “Alleen God de eer; Eendracht maakt macht, tweedracht breekt kracht; Waar men recht niet eerbiedigt en handhaaft, waar geen eerlijkheid, vroomheid of trouw gevonden wordt, daar staat het bestuur op zwakke grond.”

Tussen de kruiskozijnen van de eerste verdieping staat in een nis een bijna levensgroot beeld van een niet-geblinddoekte Vrouwe Justitia. Boven de kozijnen bevinden zich schelpen, een karakteristiek Gronings motief, dat ook in diverse andere panden in de stad voorkomt. Boven het poortje in de voorgevel is een gebeeldhouwde vrouwenkop met het stadswapen erboven te zien.Het stadswapen van Appingedam toont een pelikaan die haar jongen voedt met eigen bloed. Het wapen is sinds de 14e eeuw in gebruik, maar werd pas officieel verleend in 1819.

Page 40: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

De stad AppingedamHet ontstaan van Appingedam en de precieze ouderdom van het stadje kunnen niet met zekerheid worden aangegeven. Al in de vroege Middeleeuwen was er sprake van een aantal terpen die aan het riviertje de Apt of Appe gelegen waren. Op een van deze terpen was een klooster van de Augustijner Heremieten gevestigd.

Na het graven van de Delf (het latere Damsterdiep) in de twaalfde eeuw ontstond op deze plek een kruispunt van waterwegen en een open verbinding met de zee. Appingedam groeide hierdoor uit tot een belangrijke handelsplaats die zich onderscheidde van het omringende platteland. In het begin van de 13de eeuw is de Nicolaikerk gebouwd, die echter pas door latere uitbreidingen zijn huidige omvang heeft gekregen. De bewoners zetten een eigen bestuursrechterlijke organisatie op en stelden daartoe zogenaamde buurrechters aan. In 1327 werden deze rechtsregels in een vergadering van de Upstalboom van de Zeven Vrije

Frieslanden te Aurich bekrachtigd en vastgelegd in de buurbrief die in het archief van de gemeente is bewaard gebleven.

In de loop van 14de eeuw nam het belang van Appingedam als handelsplaats geleidelijk aan af. Het stapelrecht dat door de stad Groningen was verworven bepaalde dat alle producten uit de Ommelanden in die stad verhandeld moesten worden. Bovendien was na de aanleg van de zeesluizen bij de monding van de Delf in 1317 de open verbinding met de zee onderbroken en verplaatste de handel zich naar Delfzijl.

Ten tijde van de Republiek was de economische glorietijd van Appingedam al voorbij, en het stapelrecht van de stad Groningen, dat gedurende de gehele periode van kracht bleef, werkte niet mee hier verbetering in te brengen. Niet alle producten echter vielen onder het stapelrecht: vlas, hennep en koolzaad waren vrij. Bovendien was door de

Staten Generaal in 1610 en 1615 bepaald dat in Appingedam gehandeld mocht worden in boter, kaas en vette beesten zonder in Groningen ter stapel te gaan. Appingedam kon zich op die manier handhaven als regionaal centrum van handel en nijverheid. In 1630 wordt een nieuw raadhuis gebouwd in renaissancestijl, dat als zodanig tot in de twintigste eeuw dienst heeft gedaan. De benedenverdieping deed dienst als waag.

Het stadsbestuur was in handen van het eedgenootschap. Dit college was samengesteld uit 3 of 4 burgemeesters (de al eerder genoemde buurrechters), 2 bouwmeesters, 4 kerkvoogden en 4 armenvoogden. In de 17de eeuw worden hier nog aan toegevoegd 4 schuttenrichters en een aantal kluftmeesters. De burgemeesters stonden aan het hoofd van het bestuur en hadden behalve bestuurlijke ook rechtsprekende bevoegdheden. De bouwmeesters hadden het beheer over de zogenaamde communiteitseigendommen,

Page 41: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 42: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

verpachtten de stadswaag en oefenden toezicht uit op vuursteden en ovens. De bevoegdheden van de schuttenrichters waren o.a. de schouw over wegen en straten, het toezicht op de dijken, en op de maten en gewichten. Ook het beroepen van predikanten behoorde tot de bevoegdheden van het eedgenootschap, evenals andere kerkelijke zaken en onderwijs.

De verkiezing van het eedgenootschap vond plaats door de redger, de pastoor en de eedgenoten zelf. Het recht om het redgerambt (een rechterlijke functie) te mogen bekleden was verbonden aan grondbezit. In de 16de eeuw was dit recht in handen van de families Ripperda en Houwerda. Later was het in bezit van de stad Groningen. Het rechtsgebied van Appingedam omvatte behalve de stad Appingedam ook Tjamsweer en Opwierde. De damster burgemeesters konden alleen in Appingedam zelf rechtspreken en ook daar hadden ze slechts beperkte bevoegdheden.Het eedgenootschap vergaderde voor het laatst op 25 februari 1795.

Door de burgerij was de dag tevoren een comité revolulutionniar gekozen bestaande uit vier burgers. Bovendien werden acht provisionele representanten des volks gekozen die de bestuurstaken onder zich verdeelden.

In 1808, ten tijde van het Koninkrijk Holland, werd een nieuw gemeentebestuur ingesteld dat op 12 november van dat jaar voor eerst vergaderde. De gemeente omvatte toen nog slechts het oude stadsgebied van Appingedam. Bij de gemeentelijke reorganisatie van 1811 werd het gebied uitgebreid met de dorpen Jukwerd, Marsum, Solwerd, Opwierde en Tjamsweer en verkreeg de gemeente zijn huidige omvang. Het gemeentebestuur bestond uit een maire, een adjunct-maire en municipale raden, de voorlopers van de burgemeester, de wethouders en de gemeenteraad.

Page 43: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 44: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

06

Appingedam

Station AppingedamDelfzijl

Groningen

Page 45: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 46: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

De synagoge in Winsum was voor het gebied van Noordwest-Groningen, de ‘ring’, het centrum. De ringsynagoge omvatte ook dorpen als Bedum, Warffum, Eenrum Leens en Ulrum. Bij de planvoorbereiding koos het bestuur in 1876 naast een synagoge voor een religieus bad (mikwe), een onderwijzerswoning en een schoollokaal, samen te realiseren voor een bedrag van 3800 gulden. Men verzocht om duizend gulden subsidie. Het schoollokaal en de onderwijzerswoning werden onmiddellijk door de Joodse Permanente commissie in Den Haag afgewezen.

Het overige gedeelte van het bouwplan, de synagoge en de mikwe werd ook, en ditmaal door een commissie van rijksadviseurs, afgekeurd. Men wilde een betere, een meer solide, uitvoering. Hoe en door wie het plan uiteindelijk is voorbereid, is onduidelijk gebleken. Gedacht wordt wel aan Rijkswaterstaat, die destijds meerdere kerken bouwde. Op welke wijze het religieuze bad is verwezenlijkt, is in eerste instantie ook onduidelijk. Een kerk annex badgelegenheid is voor buitenstaanders een vreemde combinatie. Achter in de synagoge, aan de oostkant, is een

luik, waaronder behalve een watermeter ook enkele tegeltjes zichtbaar zijn. Zou hier de mikwe zijn geweest? Waarschijnlijk is allereerst gekozen voor twee gebouwtjes. Het tongewelf is korter dan het gebouw. Het duidt er op dat de oostwand oorspronkelijk naar voren gestaan heeft en dat de deur aan de zuidzijde als ingangsdeur voor het bad heeft gediend.

Aan de noordkant is duidelijk te zien is, dat voor de laatste travers aan de oostzijde een andere steen is gebruikt en dat de oorspronkelijke oostwand

Page 47: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 48: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

een kleine twee meter terug heeft gestaan. Waarschijnlijk is nog tijdens de bouw de synagoge verlengd en is de mikwe inpandig geworden.

In 1879 kwam de synagoge gereed. Het is een eenvoudig gebouwtje met boogramen en ziet er uit als een typisch joods plattelandskerkje. Binnen was aan de oostzijde een ‘Arke’, een muurkast aangebracht, waarin de Thorarol werd bewaard. In het midden moet centraal de ‘Biema’ hebben gestaan, een verhoging met een grote lessenaar, waarop de geopende Thorarol werd gelegd. Ook was er een vrouwengalerij achter in de kerk. Vrouwen zitten bij joodse erediensten gescheiden van de mannen.

In 1935 is het gebouw in handen gekomen van de Moderne Bestuurdersbond, een vereniging van vakbondsbestuurders. In 1940 werd het gebouw gekocht van de Joodse Gemeente. Beperkende bepalingen waren: In het gebouw mocht nimmer een wasserij, een leerlooierij, lompenhandel, slijterij of tapperij worden gevestigd. In 1969 werd de

synagoge verbouwd en aan de gebruikseisen aangepast.

In januari 2009 heeft Stichting Behoud Synagoge Winsum een verlossende brief ontvangen dat de Synagoge gerestaureerd zou worden. Er werd een bedrag van 50.000,- euro vrijgemaakt voor deze restauratie. In Het bilateraal Overleg op 12 februari 2009 reageerde wethouder J.Steen enthousiast op het voorstel. Hij verzocht de stichting om een “bidbook” te maken. Wethouden J.Steen zou in Het College en later aan de raad een substantieel subsidievoorstel doen. Het Bidbook was op 5 mei gereed en aan de raadsleden verzonden. De raad heeft besloot over het voorstel 100.000 euro te reserveren.

Tijdens het maken van dit boekje was de restauratie nog niet gereed, de fotos in dit boekje van de synagoge zijn dan ook tijdens deze restauratie gemaakt.www.synagogewinsum.nl

Page 49: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 50: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

07

Station Winsum

Winsum

Baflo/Mensingeweer

GroningenN361

N361

N361

N361

N361

Page 51: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 52: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

De villaboerderij, koetshuis en stookhut zijn gebouwd in opdracht van G.N. Kloosterboer. De villaboerderij werd in 1910 gebouwd door timmerbedrijf Brons naar een ontwerp van architect Brill uit Winschoten in een overgangsarchitectuur met Art Nouveau-elementen. De roedenverdeling in de bovenlichten van de H-vensters in de serre en op de eerste verdieping is verdwenen. Het koetshuis en de stookhut zijn waarschijnlijk in dezelfde tijd als de boerderij gebouwd. Het complex is beeldbepalend gelegen op een deels omgracht terrein aan het begin van het dorp Westerlee.

De oprijlaan, gelegen aan de linkerzijde van het perceel, wordt gemarkeerd door een uit omstreeks 1910 stammend HEK. Het hek is opgebouwd uit twee rechthoekige roodbakstenen hoofdpijlers met banden van verblendsteen afgedekt met beton, met aan elke zijde lage vierkante roodbakstenen pijlers met band van verblendsteen waartussen een ijzeren stang; aan de bovenzijde van de linker hoofdpijler `Veldzicht’, aan de bovenzijde van de rechter hoofdpijler `Anno 1910’. In de tuin, waarin een monumentale treurbeuk, zijn restanten aanwezig van een landschappelijke aanleg.

De boerderij is een bijzonder goed voorbeeld van een villaboerderij met koetshuis en stookhok uit omstreeks 1910 in de provincie Groningen. Het heeft bijzonder opvallende vormgevings elementen en een rijke detaillering. De Art Nouveau-motieven zijn door het gehele pand aangebracht o.a. in de stenen bij het entree aan de noordzijde, de houten tussen deuren in de eetkamers, onder de ramen en op de deuren.

Het twee verdiepingen hoge, onderkelderde voorhuis op nagenoeg rechthoekige plattegrond is

Page 53: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

opgetrokken in bruine baksteen op een hardstenen trasraam en wordt gedekt door een samengestelde overkragende kap waarop oranje geglazuurde kruispannen zijn geplaatst. Er is een hoge gemetselde schoorsteen op het westelijk dakvlak geplaatst.

De entree in een portiek bevindt zich centraal in de voorgevel (noordzijde) en bestaat uit een houten paneeldeur met roedenverdeling met zij- en bovenlichten met roedenverdeling waarvoor een vijf treden hoge hardstenen stoep met aan weerszijden een hardstenen muurtje met Art Nouveau-motieven. De portiek wordt omlijst door gele verblendsteen en een hardstenen latei. Boven de entree een loggia onder hoefijzerboog van gele verblendsteen en een balustrade van gele verblendsteen afgedekt met hardsteen waarachter dubbele houten balkondeuren waarin glas met hoefijzervormige zij- en bovenlichten met daarin roedenverdeling.

Page 54: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Zins half augustus is het landgoed veranderd in een vijf sterren hotel met wellness spa. De schuur is verbouwt tot restaurant en het voorhuis dient tevens als restaurant of vergader ruimtes. In de hal van het voorhuis hangt een oude foto die is gemaakt tijdens de bouw van het landgoed.

Voor meer informatie over het hotel kunt u terecht op www.landgoedwesterlee.nl

In de eerste helft van de 19e eeuw zijn de jaren van welvaart voor de boeren in Groningen. Dit laten ze dan ook merken richting anderen. Hun huizen worden gemoderniseerd en ze gingen er graag opuit. Ze maakten reizen door heel het land en af en toe zelfs naar het buitenland. In 1857 gewaagt Willem Lammerts Dijkhuis uit Midhuizen niet zonder trots over de koetsen waarin de boeren zich toen voort konden bewegen: “Fraaie overdekte wagens met veren en riemen, getrokken door een span paarden waar een menig forst ons om zou benijden.”

Zijn college-boer C.J. Geersema uit Nieuw Scheemda omschrijft de tijdsgeest in 1868 als volgt: “Het opkomend geslacht heeft veel op met opwekkende, vroolijke uitspanningen als bals en tooneelvertooningen. aan uitgaan en vermakelijkheden ontbreekt het hier niet. Harddraverijen, kermiiden en markten vallen in den smaak en ook voor reisjes zelfs buiten ‘s lands wordt de lust meer en meer opgewekt.”Prof. dr. E.W. Hofstee, kenner bij uitstek van het Oldambt, kan wel begrijpen waarom de Oldambster boer zich wat snoeverig gedraagt. In zijn boek ‘Het Oldambt, een sociografie’ schrijft hij: “Dit gebied werd ten tijde van de republiek beheerst door de zogenaamde Groninger Jonkers die zich in de loop der jaren allerlei rechten en niet zelden aanzienlijk bezit hadden verworven. Hun woonplaatsen, de borgen, veelal omringd door veel groen in de vorm van oprijlanen, tuinen, parken en soms grotere en kleinere bossen, moeten dominante punten in het landschap zijn geweest.

Page 55: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 56: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

In de 19e eeuw verloren de Jonkers echter steeds meer hun bijzondere positie en functie. Het gevolg was dat zij meer en meer het Groninger platteland verlieten. Op een enkele na zijn hun borgen gesloopt. Sinds het eind van de 18e eeuw groeide het bezig en de macht van de Groninger boeren, de eersten in Nederland die hun bedrijf moderniseerden. Zij verdrongen als het ware de Jonkers en zij werden de heersende figuren in de plaatelandssamenleving. Zij hadden duidelijk de behoefte hun nieuw verworden positie uit te drukken in hun woonstee. Zij bouwden niet alleen enorme woningen maar omringden deze met grote siertuinen.”Halverwege de 19e eeuw is de scheiding boer-arbeider nog niet zo scherp als later, in de 20ste eeuw als beiden van elkaar vervreemden en elkaar zelfs het licht in de ogen niet gunnen. Het wederzijds wantrouwend komt op dat later soms overslaat in haar.

Tot minstens de helft van de 20e eeuw blijft deze haar aanhouden. De arbeiders werkten een hele

week voor een kwartje terwijl de boer met zijn vrouw en kinderen in de woonkamer zaten te genieten. De boer genoot van zijn whisky en zijn sigaar.

Bij de enorme woning die gebouwd werd mocht natuurlijk geen koetshuis ontbreken voor hun, zoals eerder al beschreven, hun fraaie overdekte wagens op veren en riemen.

Page 57: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 58: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

A7

A7

Westerlee08

Winschoten

Groningen

46

46

Page 59: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 60: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Het Goudkantoor is een markant gebouw op de Grote Markt van Groningen. Het is gebouwd in 1635. Oorspronkelijk is het gebouwd als kantoor voor de ontvanger van de belastingen in de provincie Groningen. Het heette toen het Collectehuis. De spreuk op het pand, Date Caesari quae sunt Caesaris (“Geef de keizer wat des keizers is”) verwijst naar de oorspronkelijke functie.

Op het pand prijkt tegenwoordig het wapen van de stad Groningen. Oorspronkelijk bevond zich daar het wapen van de provincie. Toen de stad

het eigendom verkreeg, was het wijzigen van het wapen een van de eerste veranderingen die de stad doorvoerde.

De naam Goudkantoor stamt uit het begin van de negentiende eeuw. In het gebouw was toen een waarborgbureau voor gouden voorwerpen gevestigd. In het goudkantoor kon een waarmerk worden aangebracht waarmee werd aangetoond dat het betreffende voorwerp echt van goud was.Voor de Tweede Wereldoorlog was het Noordelijk Scheepvaartmuseum gevestigd in het Goudkantoor.

In de aanloop naar de bevrijding van de stad, in april 1945, had het museumbestuur de gehele collectie overgebracht naar een pand aan de noordzijde van de Grote Markt. Het bestuur was bang dat het Goudkantoor bij de bevrijding beschadigd zou raken. Na de bevrijding bleek echter dat het Goudkantoor als een van de weinige panden ongeschonden was gebleven. De panden aan de noordzijde van de Grote Markt daarentegen waren grotendeels verwoest.

Page 61: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Na de oorlog heeft het pand dienst gedaan als informatiecentrum (het Stadjershuis), en als VVV-kantoor. Nadat het tijdens de bouw van de nieuwe Waagstraat geheel was gerestaureerd heeft het een horeca-functie gekregen.

Het Goudkantoor is gebouwd met markante gevels in Hollandse renaissance stijl. De bouwstijl was vroeg 17e eeuws Groninger architectuur. Opvallend zijn de schelpvormige motieven boven deuren en ramen die vermoedelijk van een beeldhouwer uit Bremen afkomstig zijn. Aangezien er sinds jaar en dag grote competitie bestaat tussen Stad en Ommeland, was de eigendomsoverdracht een persoonlijke overwinning van het Groninger gemeentebestuur op de Ommelanders.

Na een grondige bouwkundige restauratie van anderhalf jaar is het pand in zijn huidige vorm als café-restaurant ingericht. De motieven op de muren zijn origineel 17de eeuws en kwamen vooral voor in Zuid-Scandinavië, de Duitse kust en de

Nederlanden (het Hanzegebied). Dit soort decoratie werd veel gebruikt in plaats van tegels of gobelins.

De kleuren aan de buitenzijde van het Goudkantoor (rood, oker, goud en blauw) zijn middels kleuronderzoeken van de verfresten op de stenen vastgesteld, waardoor we er van uit kunnen gaan dat dit de originele kleuren moeten zijn geweest.

Voor meer informatie of bespreken van een tafel kunt u terecht op de website van het Goudkantoor.www.goudkantoor.nlOok voor contact gegevens kunt u hier terecht.

Page 62: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 63: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

09

Vismarkt

Grotemarkt

Station CS Groningen

Groningen

Page 64: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 65: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Het huis is in 1888 als woonhuis gebouwd. Bij de voordeur staan aan weerszijden initialen vermeld. Eén is van de opdrachtgever M.B. v. d. L en de andere is J. & E.B. Momenteel wordt door de bewoner, de heer M. van Giessen, in de plaatselijke archieven de exacte historie van het pand onderzocht.

Waar nu de Hoofdstraat is, lag vroeger het Winschoterdiep. Deze is gedemd. In de jaren dertig van de vorige eeuw (crisistijd) is het woonhuis opgesplitst in twee woningen. In de zeventiger jaren is het pand weer in zijn originele

staat teruggebracht. Het huis heeft daarom nog steeds twee huisnummers. Het is nu een echt beeldbepalend pand vanwege de rijke, eclectische stijl (eclectisme: stijl waarbij meerdere bouwstijlen door elkaar gebruikt worden, zoals elementen uit de Barok gecombineerd met symmetrische elementen uit de Renaissance, red.)

De stuc-plafonds zijn eind 19e eeuw gemaakt door Italiaanse vaklieden die in die tijd met name Noord Europa afreisden om hun ambacht uit te oefenen. Zij waren in die tijd erg bedreven in het maken van

dergelijke plafonds. Ook is vermelding waard de hal met marmeren vloer en de trapopgang met een gebeeldhouwde boog. De zes deuren in de hal zijn paneeldeuren die volledig in de originele staat zijn teruggebracht. Leuk is dat een deur niet open of dicht kan; deze is louter vanwege de symmetrie in de hal aangebracht. De woonkamers beschikken elk over een imposante schouw gemaakt van “Belgisch zwart” met daarin elementen van marmer. Verder is het hele pand onderkelderd. Oorspronkelijk zat hier o.a de keuken van het personeel, een provisiekamer en een wijnkelder. De wijnkelder en provisiekamer

Page 66: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

zijn volledig in tact en de overige kamers in het souterrain worden voor opslag van diverse zaken gebruikt. Het donkere houtwerk (van de deuren) in de hal doet suggereren dat tropisch hout is toegepast. Het is echter imitatiewerk. Er zitten wel 5 tot 6 verflagen op de deur met daartussen een lange droogtijd en speciale ouderwetse technieken zijn nodig om de gewenste effecten te bereiken. Ook het marmer in de hal en op de trap is zeer gespecialiseerd imitatie schilderwerk. Aan het eind van de 19e eeuw was dergelijk werk erg geliefd en nu nog steeds prachtig om te zien.

Aan de buitenkant zijn aan de bovenkant van de ramen sierlijke randen te zien. Van oorsprong zat daar onder de (opgetrokken) zonwering, maar deze is in de loop der jaren vergaan en weggehaald. De sierranden dienden om de lelijke bovenkant van deze zonweringen op een mooie manier weg te werken. Ze zijn van een onroestbaar metaal gemaakt, een soort voorloper van roestvrijstaal.Hiervoor woonde de huidige bewoner in een modern huis, daar had hij ook moderne meubelen.

Deze zijn gewoon meeverhuisd. Hierdoor is er een mix ontstaan van oud en nieuw. Er hangt bijvoorbeeld een schilderij van Anton Heyboer in de kamer. Meubels, snuisterijen en aanvullend huisraad en benodigdheden die later zijn toegevoegd, zijn aangepast aan de oude stijl van de woning. De oorspronkelijke indeling en kleuren hebben ook een grote rol gespeeld bij de inrichting van het pand. Zo is er een rode kamer en een groene kamer waarbij het behang dezelfde kleur heeft als vroeger. Ook de houten vloer is nog origineel, ondanks dat hij wat kraakt, is dat wel wat bij zo’n oud huis hoort. In de tijd dat het pand gebouwd is, waren de normen over wooncomfort heel anders.

Als je een monumentaal pand koopt, koop je naast een huis ook een manier van leven. Dat betekent bijvoorbeeld dat het pand af en toe fris kan zijn, omdat het geen volledig geïsoleerd huis is. Er zitten wel vier grote schouwen in huis. Tevens is er een moderne CV installatie, maar het houtvuur is toch wel comfortabeler en de sfeer profiteert er van. Ook moet het huis goed ventileren. Als ‘s avonds

de deuren dicht zijn in de kamers beneden, zit er ‘s ochtends mogelijk condens op de ramen. In het huis zit nog een origineel ventilatiesysteem in het souterain. Dat functioneert nog prima en er zijn nooit noemenswaardige vochtproblemen of schimmels ontstaan.

Vooral de entree van het pand indrukwekkend met zijn gedecoreerde boog en ook het geëtste glas in de dubbele achterdeur vind ik fantastisch mooi gemaakt. Ook de hoge, gestucte plafonds zijn een belangrijk en bijzonder element. Aan de achterzijde van het huis zit nog een oude gietijzeren trap. Doordat het huis zo goed onderhouden is, zijn dit soort elementen op voortreffelijke wijze bewaard gebleven. Wanneer je op die trap de tuin in kijkt geeft dat een geweldig gevoel van beleven van tijden van weleer.

Page 67: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 68: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 69: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

10

Hoogezand

A7

A7

Hoogezand 41

Groningen

Winschoten

Page 70: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 71: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen
Page 72: 10 Bijzondere Monumenten in Groningen

Dit boekje, 10 bijzondere monumenten in Groningen, was het idee voor een eind examen project voor de opleiding Multi Media Design – Grafische Vormgeving van ROC Alfa-College te Groningen. Het boekje behandelt 10 bijzondere monumenten in de provincie Groningen die niet de bekendheid hebben die ze verdienen. Met dit boekje hoop ik dan ook dat de lezer, u, op zijn minst een aantal van deze monument zal bezoeken en bewonderen zoals ik dat heb gedaan tijdens dit project. In samen werking met Stichting Libau in Groningen ben ik aan de nodige informatie

gekomen om een selectie monumenten te maken, te bezoeken, te bewonderen en te documenteren. U zult korte verhalen over de monumenten lezen en bijzondere foto’s zien. Tevens vind u voor elk monument een kaart naar de monumenten.

Dit project heeft mij uiterst veel geinteresseerd in monumenten en ik hoop dat het u net als mij nieuwsgierig zal maken naar het bijzondere Groninger erfgoed.