10 tips voor een 10 tips voor een goed huwelijk!goed huwelijk!

Twee keer per week gaan Twee keer per week gaan we naar een goed we naar een goed

restaurant, restaurant, een glaasje wijn, een glaasje wijn,

lekker eten in goed lekker eten in goed gezelschap. Zij gaat de gezelschap. Zij gaat de

maandag,maandag,ik de donderdag.ik de donderdag.

We slapen in We slapen in aparte bedden. aparte bedden. Ik in Oostende, Ik in Oostende, zij in Brussel.zij in Brussel.

Ik voer haar Ik voer haar overal naar toe overal naar toe met de auto. met de auto. Maar zij vindt Maar zij vindt

godver… iedere godver… iedere keer de weg keer de weg

terug.terug.

Ik vroeg haar onlangs: Ik vroeg haar onlangs: ‘Waar wil je naar toe ‘Waar wil je naar toe voor je verjaardag?’ voor je verjaardag?’

Antwoordt ze: Antwoordt ze: ‘Ergens waar ik lang niet‘Ergens waar ik lang niet

meer geweest ben.’ meer geweest ben.’ ‘Ah, zei ik‘Ah, zei ik

wat denk je van de wat denk je van de keuken?’keuken?’

Ik hou altijd Ik hou altijd haar hand vast. haar hand vast. Als ik dat niet Als ik dat niet doe betaal ik doe betaal ik

me blut als we me blut als we een winkel een winkel passeren.passeren.

Ze heeft een elektrische Ze heeft een elektrische mixer, een elektrische mixer, een elektrische

broodrooster, een broodrooster, een elektrische keukenrobot, elektrische keukenrobot, alles. Dan roept ze me: alles. Dan roept ze me: ‘Zeg er staat hier te veel ‘Zeg er staat hier te veel

troep, ik kan nergens troep, ik kan nergens meer zitten.’ Dus koop ik meer zitten.’ Dus koop ik een elektrische stoel, ook een elektrische stoel, ook

weer niet goed.weer niet goed.

Zegt ze gisteren: Zegt ze gisteren: ‘De auto rijdt niet goed ‘De auto rijdt niet goed

meer. Ik denk dat er water meer. Ik denk dat er water in de carburateur zit.’ in de carburateur zit.’ Ik vraag waar de auto Ik vraag waar de auto

staat. staat. Zegt ze: Zegt ze:

‘In ‘t kanaal Gent-‘In ‘t kanaal Gent-Terneuzen.’Terneuzen.’

Onlangs is ze aan een Onlangs is ze aan een nieuw dieet begonnen: nieuw dieet begonnen:

‘Kokosnoten en ‘Kokosnoten en bananen.’ bananen.’

Nog geen kilo eraf, Nog geen kilo eraf, maar rap dat ze in een maar rap dat ze in een boom kan klimmen, boom kan klimmen,

dat geloof je niet.dat geloof je niet.

Ze is dan ook nog eens Ze is dan ook nog eens langs de langs de

schoonheidsspecialist schoonheidsspecialist geweest. Ze liet zich geweest. Ze liet zich

ompraten om een ompraten om een modderbad te nemen. modderbad te nemen.

Ik moet toegeven, Ik moet toegeven, ze heeft er 2 dagen goed ze heeft er 2 dagen goed

uitgezien. En toen, uitgezien. En toen, viel de modder er af.viel de modder er af.

Op een donderdag Op een donderdag liep ze achter de vuilnisauto, liep ze achter de vuilnisauto,

al roepend: al roepend: ‘Wacht es effe…’ ‘Wacht es effe…’

Zegt die man op die Zegt die man op die vuilnisauto: ‘Geen probleem vuilnisauto: ‘Geen probleem

mevrouw, er is nog plek mevrouw, er is nog plek genoeg, spring er maar in.’genoeg, spring er maar in.’