1914 08 dagboek van doninck
DESCRIPTION
Pater Benedictus Van Doninck verbleef tijdens WO 1 in de Sint-Bernardusabdij van Bornem en noteerde alle gebeurtenissen in een dagboek dat hij wist geheim te houden voor de Duitse bezetters. (maand augustus 1918)TRANSCRIPT
© Gemeentelijk Archief Bornem - 1 -
Uit de dagboeken van Pater Benedictus Van Doninck
Benedictus Van Doninck
Pater Benedictus Van Doninck werd op 9 oktober 1858 in
Herentals geboren als Josephus Dionysius Van Doninck.
Op 19-jarige leeftijd trad hij binnen bij de Cisterciënzers
te Bornem. Hij ontvangt er op 17 oktober 1877 het
kloos-terkleed en wordt vanaf dan frater Benedictus. Na
zijn noviciaat legt hij de kleine geloften af. Die worden in
1881 gevolgd door zijn plechtige professie in de
abdijkerk in tegenwoordigheid van abt Robertus Van
Ommeren.
In 1883 werd hij priester gewijd en nadien door de abt
naar de universiteit van Innsbruck (Oostenrijk) gezonden
om er theologie te gaan studeren. Na zijn terugkeer in de
abdij wordt hij in 1887 aangesteld tot subprior van de
abdij en vanaf 1895 belast met de zorg over archief en
bibliotheek. De rijkdom en ordening van de bibliotheek
zijn voor een groot deel aan de kennis en inzet van hem
te danken. In 1887 was hij al begonnen met het kata-
logiseren van de boeken. De "Catalogus Alphabeticus
Auctorum" een zeer lijvige inventaris werd voltooid in
1890.
Hij publiceerde verschillende werken, o.a :
- Het voormalig Engelsch Klooster te Bornhem.
- Geschiedkundige aanteekeningen nopens het H.
Kruisklooster, meer gekend onder den naam
van College der Engelsche Dominicanen" 1904
- Oorkondenboek der abdij van S.-Bernaarts op
de Schelde
- Obituarium Monasterii Loci Sancti Bernardi, S.
ord. Cisterc., 1237-1900
Hij heeft onder en na de oorlog, maar zeker voor 1920
ook al de handschriften van de abdij beschreven.
Maar aan zijn wetenschappelijk en veelbelovende
activiteit werd vrij onverwachts een einde gemaakt,
doordat de paters van de abdij van Val-Dieu hem in 1922
tot hun abt verkozen. Daar zou hij op 10 januari 1940
overlijden.
Tijdens zijn studies te Innsbruck leerde hij de Duitse taal.
Deze kennis zou de plaatselijke autoriteiten en de
bevolking goed van pas komen. Tijdens de oorlogsjaren
werd hij voortdurend aangesproken voor het vertalen
van Duitse verordnungen, en kon hij gemakkelijker met
de Duitse bezetters onderhandelen. Het was natuurlijk
balanceren op een slappe koord, want evengoed werden
de kloosterlingen soms verdacht van té gemoedelijk met
de bezetters om te gaan, maar het is wel zeker dat
verschillende mensen door pater Van Doninck werden
geholpen bij een oproeping naar de Kommandatur om
een Personalsausweis te vragen of een Reiseschein af te
halen
Hij zorgde er voor dat het kunstbezit en de bibliotheek-
collectie veilig in kisten en dozen werd opgeborgen in
een afgesloten deel van de gewelfde kelders.
Let op !
Het dagboek leest soms wat moeilijker. De eigenaardige
zinsbouw of dialectwoorden hebben we vaak niet
verbeterd. Soms zijn foutief gespelde woorden of werk-
woordvormen blijven staan. Dit deden we om het
dagboek zo authentiek mogelijk weer te geven.
Men moet wel rekening houden met het feit dat het een
gekleurde bron is. Het is geschreven vanuit de besloten
en veilige abdij, vanuit een strenge katholieke
achtergrond en met nog een groot standenverschil
tussen notabelen en religieuzen enerzijds en het gewone
volk anderzijds. Hier en daar wordt kritiek gespuid of een
aanmanende vinger opgestoken, maar ook dit moet
geïnterpreteerd worden in de tijdsgeest van toen. De
kritische opmerkingen schreef pater Van Doninck in de
marge of tussen haakjes erbij. Pater Benedictus Van Doninck
© Gemeentelijk Archief Bornem - 2 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Abt Thomas Schoen schreef op de binnenkaft van het
handschriftje 1914 enkele opmerkelijke notities !
Het gezegde indachtig "Verba volant, scripta manent" heb ik
voor hen die enig belang zouden stellen in de lezing dezer
kroniek (augustus 1914-juli 1922) nuttig geoordeeld een
woordje vooraf te zeggen, waarmede voor een goed oordeel
rekening dient gehouden. Schrijver dezer oorlogs- en na-
oorlogskroniek is (was) iemand met veel talenten. Iemand die
veel weet, ja, een geleerde die ook niet onaardig schrijft, maar
alles toetst aan zijn soms eigenaardige opvattingen waaraan
hij pertinent vasthoudt. In die geest is ook deze kroniek
geschreven. Hij maakt waar hij kan bijtende en spottende
aanmerkingen ..."
AUGUSTUS 1914
Zaterdag 1 augustus
Duitsland stelt een ultimatum aan België
De oudste zoon van Theodoor de Maeyer (Willem) gaat
op als vrijwilliger.
Zondag 2 augustus
Briefkaart ontvangen van neef A. Goris uit Luik dat hij
den 1sten dezer ’s morgens om 4 uren uit Herentals naar
zijn regiment te Luik is vertrokken. Hij was pas een
maand getrouwd.
Maandag 3 augustus 1914 (dag 1)
Duitsland verklaart de oorlog aan Frankrijk, en aan
België, dat zijn eisen afwijst.
Generaalabt, De Bie, die met confrater Gerardus naar Val
Dieu gereisd was, geraakt met grote moeite langs Visé-
Luik terug in Bornem, ’s avonds om 9 ½
Gisterennacht werd ons paard opgeroepen, maar aan
het gemeentehuis gekeurd, werd het teruggezonden.
Deze nacht (2-3) nogmaals opgeëist en goedgekeurd,
moest het de koetsier Theophiel met een 3-tal anderen,
naar Mechelen afleveren. Geschat op 1.200 frs.
Alle werklieden van Bornem opgeroepen om rond het
fort bomen af te kappen.
Dinsdag 4 augustus 1914 (dag 2)
Drie zonen van burgemeester Cammaert, Jozef, Karel en
Etienne gaan op als vrijwilligers.
Er wordt verteld dat Duitse troepen reeds over België’s
grenzen zijn getrokken.
Wij zijn vandaag hier begonnen met het archief en
boeken der bibliotheek naar de kelder in veiligheid (?) te
brengen. Opeising van wapens en munitie.
Woensdag 5 augustus 1914 (dag 3)
Men komt vertellen dat de Duitsers Luik reeds hebben
aangevallen, dat Engeland mobiliseert en gisteren aan
Duitsland de oorlog verklaard heeft.
Veel onrustige gemoederen binnen en buiten de abdij
Donderdag 6 augustus 1914 (dag 4)
Een half dozijn manschappen van de Belgische Genie
begint vandaag met hamer en beitel schietgaten te kap-
pen in de afsluitingsmuur aan de westkant der abdij. Die
bedrijvigheid is voor sommigen der onzen nog meer
onrust brengend, voor anderen schijnt ze ene gewenste
afleiding. Het gehamer en gebeitel wekt echo’s in heel
de abdijhof.
Gisteren had men in het dorp reeds gezegd en het werd
vandaag bevestigd, dat de Belgen een victorie hadden
behaald op de Duitsers, die 3.000 man verloren !
Abdij Sint-Bernardus
© Gemeentelijk Archief Bornem - 3 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Het volk steekt de kop omhoog en er werden
driekleurige nationale kokarden rondgevent ten voor-
dele van het rood kruis. Elkeen liefst met zulk strikje op
de borst, ook in de abdij, abt, heren en broeders. ’t was
al Belg wat ge zag.
Vandaag mis gelezen in het Pensionaat. Daar waren
gisteren 3 Spaanse nonnekens aangekomen, door heer
of juf. Mannaert aanbevolen. Ze hadden deze zomer de
landbouwlessen te Berlaar of Boechout bijgewoond en
wilden nu terug naar hun land langs Parijs waar een heer
ze met hun koffers opwachtte.
Vrijdag 7 augustus 1914 (dag 5)
De Duitsers bezetten de stad Luik, wel met een half
miljoen man, zegt men. ’s Avonds wordt het tegenge-
sproken en dan weer bevestigd. Ze verloren 20.000 man
voor de forten en ze vragen een wapenstilstand om hun
doden te begraven.
De genietroep van gisteren gaat voort met gaten kappen
in de muur west en zuidwest naar de bospoort.
’s Avonds kwart voor 7 uur, worden 100 soldaten aange-
meld voor logist, in de schuur ondergebracht.
Paspoort gevraagd in de gemeente.
Zaterdag 8 augustus 1914 (dag 6)
Deze nacht 7-8 is er alarm geblazen.
De helft onzer Compagnie logeerde in den bouw en
elders, en is niet present geweest. Daarom order van de
compagnie helemaal naar hier te brengen.
De troep kookt haar eigen soep in de openlucht.
Zondag 9 augustus 1914 (dag 7)
Om meer volk te kunnen onder dak brengen, werden
deze middag na de refter om 11 ½ de meubels uit
kapittel en studiezaal verwijderd. De boekenkassen zijn
blijven staan. Item voituur en werkhuis van de
timmerman ontruimd.
Voituren bij particulieren, Cammaert, Hulsbosch, Peeters
fabr. in ’t droog gebracht.
Gisterenavond zijn Leo en Godefridus thuis gekomen van
hun vacantie. Ze hadden een paspoort bij, gegeven door
de burgemeester hunne gemeente, gelegaliseerd door
de Belgische consul.
Twee officieren logeren in het vreemdenkwartier, en 200
soldaten in de schuur, werkhuis, kapittel en studiezaal,
de ingang van den pand naar kapittel. En studiezaal is
deze avond om 4 uur met een houten schutsel
afgesloten. De kapittellezing van 7 uur wordt in de koor
gedaan.
In de refter zijn wij begonnen half tarwe half roggebrood
te eten.
Maandag 10 augustus 1914 (dag 8)
Deze morgen zijn wij gewekt niet door de bel maar door
een klop aan de deur. Wij hebben een tiental officieren
en sergeanten in den kost. Ze logeren op het 3e verdiep
van het hospice.
Er wordt een wachtpost gesteld aan de bospoort en een
aan de poort der Kloosterstraat. ’s Avonds om 6 uur is
men bezig de doelen in ’t bosje in te richten tot slaap-
plaatsen voor die wachtposten. De keuken van heel de
compagnie staat op de koer voor de koestal.
Dinsdag 11 augustus 1914 (dag 9)
In de voormiddag enige waardepapieren gebracht naar
den Dilft. ’s Middags komt een soldaat vertellen dat de
kommandant van ’t fort zich heeft gezelfmoord met op
een ladder staande zich de kogel door de hersens te
jagen. Hij sterft na gebiecht te hebben. Commentaar :
hij voelde zich niet voor de taak opgewassen, het
onafgewerkt fort te verdedigen.
Mis gelezen in het gasthuis
Dr. Lanssens heeft er enkele conferenties gegeven over
ziekenverpleging aan juffrouwen, dames en zusters, ook
van ’t Pensionaat, die voor het Rood Kruis zich
beschikbaar stellen.
Om 2 ½ na de middag is er groot alarm onder de paters.
Prelaat, doodsbleek, heeft een telegram gelezen uit
Holland gezonden aan meneer Van Baren door diens
oom Ghijs tot spoedige vlucht aandringend.
Kapitein Rasquin die zelfmoord pleegde in Fort Bornem
© Gemeentelijk Archief Bornem - 4 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Na de vespers en meditatie om 4 uur riep de E.H. Prior
het convent samen in de sacristie en zegde dat de
Hollandse confraters zich moesten gereedmaken om ’s
anderendaags naar Gastel te vertrekken, want het
gerucht ’s morgens reeds verspreid, werd bevestigd dat
Engeland de oorlog verklaard had aan Holland.
Woensdag 12 augustus 1914 (dag 10)
Amedeus vertrok deze morgen met de eersten trein naar
Hontenisse. Niemand anders volgde omdat de gazet van
gisterenavond het nieuws logenstrafte van de oorlog tus-
sen Engeland en Holland. De Hollandse troepen trokken
eerder naar de Duitse grens.
Meneer Van Baren vertrok met zijn kinderen naar
Holland om 8 ½ .
Verleden nacht, 11-12 uur, eerste geweerschoten
gehoord. Pang-pang. Men komt vertellen dat de wacht-
post in Doregem op soldaten geschoten heeft die niet in
regel waren. Eén is aan de voet gekwetst.
Er is deze morgen ook een jongen van Bornem (Jules
Vleminckx) aangehouden en naar de wachtpost aan den
doel gebracht.
Te Temse uitbetaling voor de opgeëiste paarden. Voor
het onze zijn inderdaad 1.200 frank. betaald geworden.
Gevecht bij Haelen bij Diest. Duitsland vraagt België op-
nieuw om ongehinderde doortocht.
Donderdag 13 augustus 1914 (dag 11)
Het archief in den koolkelder onder de prelaatskamer in
kisten geborgen, wordt vandaag luchtdicht afgesloten
door houten schutsel en antracietkolen.
Deze morgen begon men het huis van Saey en dat van de
Kommandant aan de Steenweg van Sint-Amands af te
breken.
Van onze zuidwestelijke hofmuur naar het fort heen,
wordt er pindraad gespannen door geniesoldaten.
Nieuwe gevechten te Haelen bij Diest.
Vrijdag 14 augustus 1914 (dag 12)
De kelder aan de trap onder leszaal en scheerhuis was
verleden jaar goed opnieuw geplaveid en scheen goed
droog. Hij werd vandaag vol gedragen met de beste
boeken der grote bibliotheek : nagenoeg 6.000 volumen.
Ook porselein en beeldwerk vond er nog bergplaats.
Neef Arthur G. na een gevecht te Luik vermist !
Zaterdag 15 augustus 1914 (dag 13)
H.H.Prelaat Albertus en Placidus nemen deel aan een
boetprocessie die in het dorp rondgaat.
Om 4 uur werd er een mis in de abdijkerk gelezen voor
de soldaten, slechts enkelen waren er in tegenwoordig.
Meneer Van Baren terug uit Holland.
Gevecht bij Dinant.
Zondag 16 augustus 1914 (dag 14)
De vlag van het Rood Kruis wappert op de Dilft-toren.
De soldatenwachtpost laat in het dorp niemand meer
door zonder een zelfstandigheidsbewijs, door de burge-
meester getekend, te vertonen.
Mijn signalement gehaald om 12 uur bij de secretaris.
Bij gebrek aan papier verschijnen de dagbladen Presse,
Bien public enz. maar half zo groot. Geen tijdschriften
meer. Weinig correspondentie. Zilvergeld raar.
Huis Ten Dilft, waar tijdens de eerste oorlogsdagen een Rood Kruispost zou ingericht worden.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 5 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Maandag 17 augustus 1914 (dag 15)
Nivardus, ofschoon reeds op vacantie geweest, ging op
aanraden van H.H. abt naar zijne familie te Wieze, waar
men dacht veiliger te zullen zijn dan in de abdij.
Om 6 uur ’s morgens gaan Idesbaldus, Benedictus en
meneer Van Baren naar Antwerpen om er in de nationa-
le Bank waardepapieren te bergen, die reeds enige da-
gen op den Dilft bewaard werden.
Te Antwerpen hebben wij een kort bezoek gebracht op
de oever bij onze vriend L.G.Libertus. Er werd verteld
dat gisteren reeds al de forten van Luik in Duitse handen
waren, dat de Belgische regering naar Antwerpen ver-
plaatst was en het veldleger naar Antwerpen terugtrok.
In de abdijkerk vandaag na de Vespers uitstalling van het
allerheiligste (in ciborie) tot na de Completen.
Dinsdag 18 augustus 1914 (dag 16)
Kolonel Buisson komt den H.H.Prelaat bedanken voor de
goede inkwartiering die zijn manschappen in de abdij
genieten. Hij zou bijtijds waarschuwen indien er voor-
zorgsmaatregelen moesten genomen worden.
Woensdag 19 augustus 1914 (dag 17)
Om 8 ½ ’s morgens vertrekt H.H.Abt met Idesbaldus naar
Antwerpen om nog enige kostbaarheden in veiligheid te
brengen naar de bank, waar wij sedert 14 dagen een
koffer gehuurd hadden.
Donderdag 20 augustus 1914 (dag 18)
Onder het sermoon werd het ronken van een vliegtuig
boven de abdij waargenomen.
Onze geweren ingeleverd in de gendarmerie door Leo.
E.P.Libertus vertrok over Sint-Niklaas naar Antwerpen
om 5 ½ tot aan de statie vergezeld. Daar wemelde het
van aankomende treinsoldaten, ambulanciers.
Het dorp vol wagens en paarden, alleman op straat. De
soldaten hadden een felle mars in de benen. In een
adem waren ze uit de provincie Namen tot hier
teruggetrokken. Om 6 uur waren er zeven ambulanciers,
priesters en religieuzen zich aan ’t wassen en versterken.
Een hunner viel in bezwijming van uitgeputheid.
De Duitse troepen bezetten de stad Brussel.
Vrijdag 21 augustus 1914 (dag 19)
Er wordt verteld dat de Duitsers reeds te Londerzeel zijn
en men in Puurs Uhlanen gezien heeft. In het dorp
worden hier en daar mitrailleusen opgesteld en aan de
schietgaten van onze abdijmuur worden wachtposten
uitgezet. Tegen de avond kwam er nog een tiental
ambulanciers logeren, ze waren nu met 17, waaronder
clerici der minderbroeders. Ze sliepen op de zaal boven
Sint-Thomaskapel, waarheen men alle beschikbare
strozakken gesleept had.
In de refter ’s avonds zei H.H. Prelaat dat zodra het
gevaar dreigend wordt men teken zal geven ons geza-
menlijk met het H. Sakrament naar den bouw te gaan.
Zaterdag 22 augustus 1914 (dag 20)
Deze morgen hebben 15 aalmoezeniers–ambulanciers,
waarvan enkelen in het dorp overnacht hadden, hier in
de abdij de H. Mis gelezen.
H.H.Prelaat, die te Mechelen volmacht gekregen had om
volgens goeddunken aan sommige religieuzen appro-
batie te geven om biecht te horen, maakte daarvan
gebruik ten voordele van Leo, Hugo en Gosuinus.
In de voormiddag hoort men duidelijk het kanon in de
richting van Mechelen.
Om 4 ½ namiddags komt E.H. Tessens van Herentals,
professor van moraaltheologie in het groot seminarie te
Mechelen en thans aalmoezenier op het fort van
Bornem, een altaarsteen vragen om morgen de H. Mis te
kunnen lezen op het fort. De andere benodigdheden had
hij gekregen bij den eerwaarde heer onderpastoor
Verbist, van wie hij familie is. Wij lieten een beschikbare
steen daarheen brengen.
’s Avonds 6 ½ ,onder de recreatie, vliegmachine in de
lucht zichtbaar, richting van oost naar west.
Het beste gewaad, antipendium enz. wordt uit de
sacristie met een wagentje naar het gasthuis in veiligheid
gebracht. Onder de religieuzen neemt de onrust zicht-
baar toe.
Genietroepen en burgers, werden ingezet om bomen te
kappen en huizen plat te leggen. Het schootsveld voor de
Klein-Brabantse forten moest tot 600 meter volledig kaal
blijven.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 6 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Zondag 23 augustus 1914 (dag 21)
18 priesters van de ambulanciers lezen in de abdijkerk de
H. Mis. Anderen in het gasthuis en pensionaat. In het
Pensionaat waren de klassen ontruimd en ingericht ten
dienste van het Rood Kruis. De doctoor der ambulans
was er gelogeerd.
Deze morgen om 7 ½ komt een compagnie voetvolk uit
de Breevendreef op de Kouter langs de geul post vatten
en na een korte poos begint een loopgracht te maken.
Deze avond onder de recreatie weer een vliegmachine te
zien oostwest. Er werd door onze soldaten 6 of 7 maal
op afgevuurd en ‘t was nochtans een Belgisch vliegtuig.
Maandag 24 augustus 1914 (dag 22)
De ambulanciers zijn allen vertrokken. Ook 75 man-
schappen van de genie verlieten deze morgen vroeg de
abdij. Het grootste getal bestond uit vrijwilligers die niet
eens een soldatenpak hadden en er maar verdacht
uitzagen.
Overdag liep nogmaals het gerucht dat Engeland aan
Holland de oorlog verklaard had, wegens schending der
neutraliteit, met toe te laten dat troepen door Hollands
Limburg trokken, zonder zelf te protesteren, of omdat
Heintje de Prins Duitse officiers op diner verzocht enz.
Na de vespers was er vergadering op de kamer van
H.H.Prelaat om over de toestand te beraadslagen.
De vergadering was na een kwartier afgelopen en er
werd beslist de volgende dag af te wachten. De Belgische
troepen doen een uitval uit Antwerpen en bereiken
Vilvoorde.
Dinsdag 25 augustus 1914 (dag 23)
In ’t gasthuis een tiental gekwetsten. Gevecht te
Londerzeel Onze troep was er deze morgen 7 uur heen-
getrokken.
Kanon goed hoorbaar.
Woensdag 26 augustus 1914 (dag 24)
Om 5 ½ ’s morgens naar Hingene gaan mislezen. Om 8 ½
in het gasthuis te Bornem de gekwetste soldaten
bezocht. Er lag ook een gekwetste Pruis, Heinrich
Spannenberg, Sakser, gelovig protestant, de beide benen
met een kogel doorboord.
Verleden nacht om 1 ¾ aan de geul een tiental
geweerschoten gelost op (onzichtbare) Pruisen.
Men vertelt dat een Zeppelin gisteren bommen heeft
geworpen op Antwerpen.
In de namiddag verneemt men de tijding dat onze oud-
misdienaar Albert Peeters gesneuveld is.
Vanaf de voormiddag tot ’s avonds 7 ½ kanongebulder
gehoord zuidwaarts.
H.H.Prelaat lijdt onder de indruk. Tegen 7 uur ’s avonds
brand zichtbaar aan de kant van Buggenhout. In de laten
avond komen de ambulanciers terug. Leuven verwoest.
De hebdomadarius missae zong vandaag de plechtige
votiefmis de spiritu sancto voor een goede Pauskeus.
Oud Gasthuis in de Stationsstraat. Hier werden de eerste gekwetste soldaten binnen gebracht.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 7 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Donderdag 27 augustus 1914 (dag 25)
Onze troepen gisteren handgemeen te Zemst en omstre-
ken zijn teruggetrokken. Een tiental ambulanciers las
hier de H. Mis. Onder de octaafdagen van Sint-Bernardus
zijn er processies gekomen zoals op andere jaren maar
zonder muziek of zang.
Voormiddag regenachtig. Geen kanon gehoord.
Het electriek licht wordt door de Belgische militaire over-
heid voorzichtigheidshalve afgesloten. Wij hebben
weinig of geen petroleum.
Vrijdag 28 augustus 1914 (dag 26)
Bij de eerwaarde Zusters van de Presentatie deze
morgen aangetroffen : E.H. Kan. Bouwen, religieus van
Grimbergen en pastoor van Nieuwenrode.
De zeventigjarige ouderling had een dag of twee te
voren met zijn eveneens bejaarde meid M. De Prins, uit
zijn parochie moeten de vlucht nemen, omdat er hevige
gevechten plaats hadden. Hij was eerst in het gasthuis
aangeland en opgenomen, maar wegens de overlast
aldaar, was hij in het Pensionaat geraakt.
In de abdijkerk hebben 15 ambulanciers de H. Mis
gelezen.
Om 1 ½ onder de geestelijke lezing wordt heel de
zoldering der abdij van de keukenzolder af tot boven het
noviciaat toe ingenomen door 2 compagnies infanterie,
360 soldaten met 4 officiers.
Met een bussel stro onder de arm en de pijp in de mond
trokken ze allen langs de trap der keuken naar boven. Ze
wisten zeker niet dat het silentium was. Welk lawaai !
Vijf minuten later vlogen sardienen en andere conser-
vendoosjes door de zoldervensterkens naar beneden.
Oostenrijk verklaart de oorlog aan België.
H.H. abt plakt aan de sacristie de volgende dagorde :
Wachtpost gesteld op de torenabdij.
Zaterdag 29 augustus 1914 (dag 27)
Onze soldaten vertellen dat de Belgische troepen te
Namen zijn uiteengeslagen en de Duitse overmacht naar
Antwerpen afzakt.
De bewoners der naburige gemeenten buiten de forten,
zoals Baasrode, Sint-Amands, Oppuurs, Londerzeel enz.
moesten op bevel der militaire overheid hun vee binnen
de fortengordel brengen.
Juist voor het middageten komt er een telegram uit
Gastel, verzonden door Martinus, dat grote paniek
veroorzaakte. Het telegram drong aan om spoedig de
dreigende gevaren te ontvluchten en dat de religieuzen
allemaal op de pastorie van Gastel verwacht werden. Na
de refter korte beraadslaging. H.H.Prelaat laat iedereen
vrij te blijven in de abdij of te vertrekken naar de andere
confraters in Holland of eheu !* naar de familie ! (* die
uitroep is veelbetekenend voor wie niets beter weet aan
te geven in de omstandigheden van toen)
Aan elke religieus was te voren buiten een weinig
zakgeld een som van 200 frank ter hand gesteld, ook aan
die niet vertrokken. En de aftocht begon.
Om 2 uur vertrok H.H. abt Thomas met provisor
Idesbaldus over Temse , Hulst naar Holland
Met hen Godefridus en Gosuinus langs Antwerpen om
een depositum uit de bank mede naar Holland te nemen.
Andreas en Petrus gingen te voet naar Temse om 2 ½
Om 3 uur Leo, broeder Felix en broeder Alanus langs
Puurs naar Antwerpen.
Edmundus moest gaan dienst doen naar Mariekerke en
Pius naar Kalfort en gingen voor de Vespers weg. Geen
van beiden is teruggekomen.
Om 5 uur vertrok frater Bernardus, diaken, naar zijn
moeder te Sint-Niklaas. Dat de H.H.Prelaat wegens zijn
ziekte (diabetes) in de abdij het niet kon volhouden en
met de “re pecunaria” naar Holland toog, keurde elkeen
goed, niet zo dat de religieuzen in onbepaald verlof naar
hun respectieve familie mochten gaan, en niet eens
beproefd werden om in de “priorij van Gastel” het
communiteitsleven voort te zetten. *
(hieraan is zeker gedacht en over gesproken, maar zou
de schrijver zelf het praktisch middel hebben kunnen
geven ! Hoe ? In die omstandigheden, hoe had men al
die personen samen bezig gehouden ? Al de gevraagde
personen trokken de schouders op. Niemand kan zeggen
hoe)
In de abdij was echter door hun vertrek een “vacuum
sensibile” ontstaan.
H.H.Prelaat had bij zijn vertrek nogmaals goedgekeurd
het besluit van sommigen om in de abdij het uit te
houden zo lang mogelijk. Wij bleven nog met 9 voor de
koor en 7 broeders. Dat er onder de blijvers, enkelen
niet weggingen “ex amore claustri et disciplinae” was
reeds vandaag zichtbaar. Ook in de koestal is er vandaag
opgeruimd. Een koe werd naar het gasthuis, een andere
naar de Presentatie gedaan, en dat dit een gevoelige slag
was voor den koebroeder was duidelijk.
Zondag 30 augustus 1914 (dag 28)
Wij waren dus nog met 9 priesters : Prior Guido, supprior
Benedictus, Albertus (vestiarius), Alcredus, Placidus
(oeconomus), Henricus, Tezelinus, Leonardus et Hugo. +
7 broeders.
Om 5 uur deed Henricus de vroegmis met sermoon en
Placidus id. om 6 ½.
Om 7 uur vertrok Alcredus naar zijn familie.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 8 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Dat er in het dorp nog al commentairs gemaakt werden
over de gevluchte Hollandse paters was begrijpelijk,
maar dit nieuws werd overstemd door het rumoer der
5.000 soldaten die in en rond Bornem gekampeerd
waren en door de goede tijding die in de voormiddag van
het front was aangebracht. Men vertelde namelijk dat
de Duitse troepen 4.000 man, uit België met 160 treinen
naar Duitsland waren teruggeroepen tegen de Rus, die in
Oost-Pruisen was binnen gedrongen !
Tezelinus en broeder Alfons, reeds reisvaardig werden
door dit nieuws enigszins twijfelachtig, doch om 11 ½
vertrokken zij toch over Temse – Hulst naar Holland.
Onze soldaten van het 1e linieregiment, die deel
genomen hadden aan de gevechten te Eppegem en
omstreken, toonden ons stukken van gesprongen Duitse
granaten. In het dorp heerste grote blijdschap. Van de
hele dag werd geen kanon meer gehoord.
In de abdij bevond men dat er een hesp gestolen was en
een kistje cigaren van Albertus in het washuis. Om 12 ½
hadden wij in de calefact bezoek van E.P. Bamps, Soc.Jes.
prof van Rhetorica in het collegie van O.L.V. te
Antwerpen. Hij was te Antwerpen door H.H. Prelaat om
raad gevraagd en naar Bornem ontboden.
In de abdij werden wachtposten verdubbeld aan de
muur op de boomgaard, aan de brug, aan de bospoort.
Wij hadden die avond 500 soldaten ingekwartierd. Rustig
geslapen.
Maandag 31 augustus 1914 (dag 29)
Het weder is prachtig, de piotten werken en exerceren
de hele dag op het veld tussen de geul en de stenen
molen.
In de namiddag 3 ½ nieuw alarm in ’t convent.
Een kolonel (Buisson) met majoor en 2 officiers, komt
zeggen dat hij, op verzoek van de prelaat hem vroeger
gedaan, ons kwam aanraden de meesten der paters te
laten vertrekken, omdat de abdij, door de soldaten
bezet, in staat van verdediging moest gesteld worden.
Goed was het nochtans, ja noodzakelijk, dat er enkelen
hier bleven ter bewaking. Dit veroorzaakte eerst nog al
wat opschudding, doch de luitenants Closet en Colon,
die hier ingekwartierd waren, stelden ons gerust met te
zeggen dat de toestand niet verergerd was en niemand
sprak nog van te vertrekken.
Deze namiddag nog hebben wij met hulp van
timmerman, Wardje Kleer, in het hospice het goudleder
met zijn kaders losgemaakt en naar de bibliotheek
gebracht alsook andere schilderijen en printen die in de
kelder geen plaats meer vonden.
Tegen avond liep het gerucht rond dat alle huizen van de
Kloosterstraat tot aan ’t klooster moesten worden
afgebroken. Maar, zegt men, de mensen beginnen te
liegen gelijk de gazetten en men gelooft er niet veel van.
De Stenen Molen tussen Barelstraat en Sint-Amandsesteenweg.