2008-schuldpositie nederlandse gemeenten 31 dec2008
TRANSCRIPT
5/11/2018 2008-Schuldpositie Nederlandse Gemeenten 31 Dec2008 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/2008-schuldpositie-nederlandse-gemeenten-31-dec2008 1/
2 4
Financiën
Schulden Nederlandsegemeenten in beeld
Drs Jan van der Lei Vereniging van Nederlandse Gemeenten
In verschillende kranten zijn berichten verschenen overbuitenlandse gemeenten die in de problemen komen door hoge
schulden en teruglopende inkomsten. De gemeenten in hetCaliornië van Schwarzenegger zitten op zwart zaad. De Spaansegemeenten kampen gezamenlijk met een schuld van meer dan€ 35 miljard, terwijl de inkomsten sterk zijn teruggevallen. En ookin Duitsland en Oostenrijk dreigen volgens krantenberichtengemeenten vanwege hoge schulden door het ijs te zakken. Hetwerpt de vraag op: Hoe zit het met de schulden van deNederlandse gemeenten?
5/11/2018 2008-Schuldpositie Nederlandse Gemeenten 31 Dec2008 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/2008-schuldpositie-nederlandse-gemeenten-31-dec2008 2/
B & G S E P T E M B E R 2 0 1 0 2 5
Schuldpositie gemeenten nietforissantDe nanciële vermogenspositie van
gemeenten moet aan de hand van deschulden worden beoordeeld. Aanvullend
kunnen we een blik op de linkerzijde vande balans werpen met de vraag: Is al het
gemeentelijk bezit voor de uitvoering vande publieke taak nodig o kan een deel van
dat bezit worden agestoten voor de afos-
sing van schulden. Het Centraal Bureauvoor de Statistiek (CBS) houdt de ontwik-
keling van de schulden van Nederlandsegemeenten bij. Na afoop van ieder kwar-
taal leveren gemeenten aan het CBS cijersover de balansstanden van de schulden en
vorderingen. Jaarlijks leveren gemeenteneen volledige set cijers over de exploitatie
en de balansposten aan. Graek 1 geet deontwikkeling van de schuld van de geza-
menlijke Nederlandse gemeenten voorde periode 31 december 1999 tot en met
31 december 2009.
Volgens de kwartaalstatistiek bedroeg de
schuld van de Nederlandse gemeenteneind 2009 € 47,9 miljard. Dat is uitgedrukt
als aandeel van het bruto binnenlandsproduct 8,2%. Voor de lokale overheden
van de Europese Unie ligt het cijer op 6%en voor de lokale overheden van Verenig-
de Staten op 10,2%. Maar dit kengetal zegtweinig over de hoogte van de schuld. In
het ene land kan het aandeel van gemeen-ten in de economie veel groter kan zijn dan
in het andere land.
Meerzeggend zijn de andere twee kenge-tallen uit de graek. Van het totale
gemeentebezit op de linkerzijde van de
balans is 65% belast met schulden. In 2009bedroeg de schuld (exclusie voorzienin-gen) als aandeel van de gemeentelijke
inkomsten 87%. In 2007 kwam dit kenge-tal nog uit op 74%. De bruto schuld is
gestegen. De stijging komt voor een deeldoor een wijziging van de boekhoudvoor-
schriten over de vorming van voorzienin-
gen. Onderdelen van de post voorzienin-gen in 2007 moeten met ingang van 2008
worden aangemerkt als overlopende pas-siva. Ze maken daardoor rechtstreeks deel
uit van de schuld.
Hoe moeten we deze cijers interpreteren:Is er sprake van een hoge schuld o valt
het mee? Laten we daarvoor eens kijkennaar normen uit het buitenland. In Spanje
geldt voor gemeenten een wettelijk pla-ond voor het aangaan van schulden. Bij
een schuld hoger dan 110% van de inkom-sten moet een Spaanse gemeente voor het
aangaan van nog meer schuld eerst toe-
stemming vragen aan de minister vanFinanciën.
In Europa zijn in het kader van het Euro-pese stabiliteitspact plaonds voor deschulden van de deelnemende landen
ingesteld. Zo geldt de Emu-norm dat deschuld van de collectieve sector niet meer
mag bedragen dan 60% van het brutobinnenlands product (bbp). In 2010
bedraagt het bbp van Nederland naar
schatting € 587 miljard. 60% daarvan iseen schuld van € 352 miljard. Volgens de
Miljoenennota 2010 is de omvang van deNederlandse collectieve sector € 301,5
miljard. De 60% Emu-norm houdt dan eenschuld als aandeel van de exploitatie in
van 117%.
In Europa zijn in hetkader van het Europesestabiliteitspact plaondsvoor de schulden van
de deelnemende landeningesteld.
Agaand op deze twee normen kunnenwe concluderen dat de schuldpositie (uit-
gedrukt in een percentage van de exploi-tatie) van de Nederlandse gemeenten op
31 december 2009 met 87% niet alarme-rend is, maar ook niet forissant.
Een vergelijking van de schulden
van gemeentenGeen gemeente is gelijk en zo ook ver-schillen de schuldposities van gemeenten
onderling. Vorig jaar heb ik de gemeente-lijke schulden aan het eind van 2007 in
kaart gebracht (Leven in Nederland 2009,
Hoofdstuk 8, Is er ruimte voor meer
schuld?). Deze zomer heet het CBS decijers gepubliceerd over de balansen en
rekeningen van gemeenten op 31 decem-ber 2008. Daarmee kunnen we opnieuw
de schuldposities van de individuelegemeenten op een rij zetten.
Voor een vergelijking van de schuldposi-ties van gemeenten is het kengetal schuld
per inwoner ongeschikt. Ten eerste houdtde ene gemeente meer werkkapitaal aan
dan de andere gemeente. Een correctiehiervan door uit te gaan van de netto
schuld verwijdert deze verschillen. Tentweede bestaan er grote verschillen in
inkomsten per inwoner tussen gemeenten.Een gemeente met hogere inkomsten per
inwoner kan een hogere schuld per inwo-ner aangaan. Bij procentueel gelijke rente-
lasten als aandeel van de exploitatie kan
een gemeente met hogere inkomstenabsoluut gezien hogere rentelasten per
inwoner dragen.
Graek 1 Ontwikkeling gemeentelijke schuld 1999 – 2009
100%
80%
60%
40%
20%
10%
1999
Schuld als aandeel exploitatie
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Schuld als aandeel vermogen Schuld als aandeel BBP
5/11/2018 2008-Schuldpositie Nederlandse Gemeenten 31 Dec2008 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/2008-schuldpositie-nederlandse-gemeenten-31-dec2008 3/
2 6
Financiën
We kunnen daarom voor een vergelijking
van de schuldposities van gemeentenbeter gebruikmaken van het kengetal
netto schuld als aandeel van de exploita-tie. Dat kengetal corrigeert voor de ver-
schillen in aangehouden werkkapitaal. Eenrelatieve maat uitgedrukt in procenten
maakt een vergelijking met anderegemeenten goed mogelijk. Het kengetal
geet juist een indicatie van het aandeel
van de rentelasten van de schulden in detotale exploitatie. En het draait bij een blik
op de schulden juist om de vraag o derentelasten als gevolg van hoge schulden
niet te veel begrotingsruimte opslokken.
Een ander kengetal dat geschikt is voor devergelijking van schuldposities, is de
debtratio. Dit kengetal drukt uit in hoe-verre het totale bezit op de balans is belast
met schulden. Maar de bruikbaarheid vandit kengetal voor het vergelijken van
schuldposities van gemeenten hangt a van strakke boekhoudregels voor het
activeren en waarderen van het bezit op
de gemeentelijke balans. De boekhoud-regels voor gemeenten kennen in dit
opzicht juist vrijheidsgraden, waardoor hetkengetal debtratio minder geschikt is voor
een vergelijking van de schuldposities.
De netto schulden zijn in dit artikel gede-nieerd als de som van de langlopende
schulden, kortlopende schulden, overlopende
passiva en voorzieningen. Daarop zijn in
mindering gebracht de kortlopende vorde-
ringen en uitzettingen, liquide middelen,
overlopende activa en langlopende uitzettin-
gen. Niet in mindering zijn gebracht de
langlopende leningen aan verbondenpartijen en de langlopende leningen aan
derden uit hoode van de publieke taak.
Voor de omvang van de exploitatie isuitgegaan van de inkomsten exclusie de
inzet van reserves.
Kaart 2 geet de netto schuld als aandeelvan de exploitatie van de individuele
gemeenten op 31 december 2008 weer.Een ranglijst op basis van de netto schuld
als aandeel van de exploitatie is te raad-plegen op www.vng.nl onder het beleids-
veld gemeentenanciën bij het onderwerpnanciële positie. Op dat overzicht staan
eveneens andere kengetallen over deschuld per gemeente, zoals de debtratio
en de netto schuld per inwoner.
Eind 2008 hadden achtentwintig gemeen-
ten geen netto schuld. In 2007 waren dat
er tweeëndertig. Overigens wil dit nietzeggen dat al deze achtentwintig gemeen-
ten geen schulden hebben. Gemeenten
hebben debiteuren en houden voor debedrijsvoering nanciële middelen aan.
Het daadwerkelijke aantal gemeentenzonder schuld bedraagt minder dan twin-
tig. Aan het andere uiteinde van de lijstgemeenten gerangschikt naar netto schuld
als aandeel van de exploitatie bevindenzich eenentwintig gemeenten met een
netto schuld als aandeel van de exploitatievan meer dan 150%. Dat is een aname
met zes gemeenten ten opzichte van 2007.
Het rekenkundige gemiddelde van de
netto schuld als aandeel van de exploitatielaat een kleine verbetering van de schuld-
positie van gemeenten zien. Het reken-kundig gemiddelde is met een daling van
66,5% in 2007 naar 65,1% in 2008 lichtagenomen. Ultimo 2008 bedraagt de
totale netto schuld van de Nederlandsegemeenten € 38 miljard. Dat is € 2.320 per
inwoner. In 2007 bedroeg de netto schuld
per inwoner € 2.326. In dit opzicht is geensprake van een wezenlijke verandering.
Het corrigeert het eerder in dit artikelgeschetste beeld. Daar zagen we immers
dat de bruto schuld in 2008 en in 2009 is
Kaart 2. Netto schuld gemeenten als aandeel van de exploitatie op 31 december 2008
5/11/2018 2008-Schuldpositie Nederlandse Gemeenten 31 Dec2008 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/2008-schuldpositie-nederlandse-gemeenten-31-dec2008 4/
B & G S E P T E M B E R 2 0 1 0 2 7
gestegen. Dit met de kanttekening dat de
stijging in 2008 voor een deel komt dooreen wijziging in boekhoudvoorschriten.
Laten we eens gaan kijken naar de sprei-
ding van de netto schulden als aandeel vande exploitatie. We zagen dat het rekenkun-
dige gemiddelde van de netto schuld alsaandeel van de exploitatie uitkwam op
65,1%. Het gewogen gemiddelde van de
netto schuld als aandeel van de exploitatie– hierbij wordt rekening gehouden met het
aantal inwoners van gemeenten – bedraagt68,7%. Dat het gewogen gemiddelde 3,6%
groter is, betekent dat grote gemeentengemiddeld genomen een hogere netto
schuld als aandeel van de exploitatie heb-ben. De mediaan van de netto schuld als
aandeel van de exploitatie is van 2007 op2008 gedaald van 65,2% naar 64,3%. De
mediaan ligt daarmee vrijwel gelijk aan hetrekenkundig gemiddelde. Er lijkt geen
sprake te zijn van een scheve verdeling.
De netto schuld als aandeel van de exploi-
tatie van de gemeente die het eerstekwartiel van de ranglijst (de mediaan van
de gemeenten links van de mediaan vanalle gemeenten) vertegenwoordigt,
bedraagt in 2008 28,4% minder dan demediaan tegen 33,1% in 2007. De netto
schuld als aandeel van de exploitatie vande gemeente die het derde kwartiel van de
ranglijst (de mediaan van de gemeentenrechts van de mediaan van alle gemeen-
ten) vertegenwoordigt, bedraagt in 200825,1% meer dan de mediaan tegen 27,4% in
2007. De aname van de astand van heteerste kwartiel tot het derde kwartiel met
7% wijst erop dat het rijke deel van degemeenten minder rijk en het arme deel
van de gemeenten minder arm zijn gewor-
den. De helt van alle gemeenten heetultimo 2008 een netto schuld als aandeel
van de exploitatie tussen de 35,9% en de89,4%. De standaarddeviatie van de ver-
deling naar netto schuld als aandeel vande exploitatie geet zoals verwacht het-
zelde beeld. Deze is gedaald van 55% naar50%. De verschillen tussen gemeenten in
netto schuld als aandeel van de exploitatiezijn in 2008 zichtbaar agenomen.
Als we kijken naar de cijers van de
gemeenten ingedeeld naar grootteklassenkomen verschillen tussen gemeenten naar
voren. In tabel 3 . staan het rekenkundiggemiddelde, de mediaan en de standaard-deviatie van de netto schuld als aandeel
Tabel 3. Netto schuld als aandeel van de inkomsten naar grootteklasse
Grootteklasse gemeenten Gemiddelde Mediaan Std.deviatie
2008 2007 2008 2007 2008 2007
< 10.000 53% 51% 51% 57% 64% 64%
10.000 ≤ < 20.000 59% 60% 62% 60% 54% 60%
20.000 ≤ < 50.000 69% 71% 65% 68% 44% 49%
50.000 ≤ < 90.000 81% 81% 74% 65% 50% 55%
≥ 90.000 74% 75% 80% 78% 39% 38%
Kaart 4. Schuldevolutie 2008 van gemeenten in € per inwoner
5/11/2018 2008-Schuldpositie Nederlandse Gemeenten 31 Dec2008 - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/2008-schuldpositie-nederlandse-gemeenten-31-dec2008 5/
2 8
Financiën
van de exploitatie voor de verschillende
grootteklassen gemeenten.
In de tabel zien we dat bij de kleinstegemeenten de netto schuld als aandeel
van de exploitatie in 2008 gemiddeldgenomen is gegroeid. Dit in tegenstelling
tot de gemeenten uit de andere grootte-klassen. Uit de tabel komt verder naar
voren dat de gemiddelde netto schuld als
aandeel van de exploitatie toeneemt naar-mate de gemeente qua inwoners groter is.
Daarentegen daalt bij een grotere omvangvan de gemeenten de spreiding van de
netto schuld als aandeel van de exploita-tie. De standaarddeviatie is onder de grote
gemeenten duidelijk kleiner.
Een mogelijke verklaring voor dit laatsteluidt, dat bij grote gemeenten in geval van
investeringen eerder sprake is van eenideaalcomplex. Ieder jaar doen zich wel
investeringen van omvang voor, zodat deaschrijvingen (en afossingen) min o meer
gelijk oplopen met de nancieringsbe-
hoete voor nieuwe investeringen. Kleinegemeenten doen maar eens in de zoveel
jaar een grote investering. Dergelijkeinvesteringen leggen een naar verhouding
groot beslag op de middelen van kleinegemeenten. Het veroorzaakt finke schom-
melingen in de nancieringsbehoete. Derelatie hoge schulden die kleine gemeen-
ten voor een grote investering aangaan,worden in de jaren er na weer agebouwd.
De gemeentelijke schuldevolutie2008Mogelijk is bij u als lezer de indruk ont-
staan dat de schuldposities van gemeen-ten in 2008 slechts weinig zijn veranderd.
Maar daar vergist u zich dan in. Op indivi-dueel niveau hebben zich bij gemeenten
grote verschuivingen in de netto schulden-last voorgedaan. Er is sprake van een finke
schuldevolutie, zoals onze zuiderburen deontwikkeling van de gemeentelijke schuld
noemen. Bij gemeenten waarvan de nettoschuld is gedaald, bedroeg de totale daling
in 2008 € 2,2 miljard. Daar tegenoverstond bij gemeenten waar de netto schuld
is toegenomen, een stijging van de nettoschuld met € 2,8 miljard. Van een paar
gemeenten ontbreken de cijers over deze
schuldevolutie.
De daling van de netto schulden hangtvoornamelijk samen met de verkoop van
bezit, de opbrengsten uit grondexploitatie
o positieve kasstromen vanwege een lagerinvesteringsvolume dan de afossingen op
oude leningen voor investeringen uit het
verleden. Omgekeerd hangt de stijging vande netto schulden merendeels samen met
nieuwe investeringen o de aankoop vangrond. Al met al heet in één jaar tijd bij de
Nederlandse gemeenten een verschuivingaan netto schuld van in totaal € 5 miljard
plaatsgevonden. Dat is om en nabij de 13%van de totale omvang van de netto schuld.
Kaart 4 geet deze schuldevolutie pergemeente weer. Rood betekent een toe-
name van de netto schuld, wit betekentgeen gegevens en blauw betekent een
aname van de netto schuld.
Al met al heet in één jaar tijd bij deNederlandse gemeenteneen verschuiving aannetto schuld van intotaal € 5 miljardplaatsgevonden.
De spreiding van de schuldevolutie per
inwoner toont dat 5% van de gemeentenmet de grootste aname van de schuld per
inwoner en 5% van de gemeenten met degrootste toename van de schuld per inwo-
ner samen 43% van de totale schuldevolu-tie van € 5 miljard veroorzaken. Nemen we
in totaal 20% van de gemeenten met degrootste schuldevolutie per inwoner in
ogenschouw dan verklaren die 64% van de
totale schuldevolutie in 2008.
Op de lijst van gemeenten gerangschiktnaar schuld als aandeel van de exploitatie
vinden van 2007 op 2008 dan ook groteverschuivingen plaats. Zo zijn er vijtien
gemeenten die meer dan honderd plaat-sen stijgen en veertien gemeenten die
meer dan honderd plaatsen dalen. Bij demeeste gemeenten zijn de wijzigingen niet
zo spectaculair. Van de 50% procentgemeenten rond de mediaan ligt de daling
respectievelijk de stijging op de ranglijsttussen de -17 en +23 plaatsen. Maar vol-
gend jaar liggen de kaarten weer anders.
Dan is een deel van deze gemeenten aande beurt om een grote sprong op de rang-
lijst te maken.
Tot slot een aanverwante kwestieDe grote verschuivingen in netto schuld bijindividuele gemeenten in één jaar tijd
zetten vraagtekens bij het voornemen vanhet Rijk om in de toekomst bij de verdeling
van het gemeenteonds rekening te hou-den met de overige eigen inkomsten van
gemeenten. Op een gemeentelijke balansstaat aan de linker kant het bezit. Aan de
rechter kant staat de wijze waarop dat
bezit is genancierd. Voor zover het totalebezit van gemeenten is genancierd met
schulden, drukken de rentelasten van dieschulden op de exploitatie van dat bezit en
dus ook als kostenpost op de overige eigeninkomsten uit het gemeentelijk bezit.
Door de grote wijzigingen in een jaar van
de hoogte van de netto schuld bij individu-ele gemeenten vinden dus ook grote wijzi-
gingen plaats in de bijbehorende rentelas-ten (en afossingen). Als gevolg hiervan
fuctueren de netto overige eigen inkom-sten van individuele gemeenten sterk.
Deze fuctuaties bemoeilijken een herver-
deling van middelen onder gemeenten opbasis van een objectieve maatsta die de
hoogte van de netto overige eigen inkom-sten moet weerspiegelen. Wordt hier toch
een goede maatsta voor gevonden, dan iseen vergroting van de instabiliteit van de
algemene uitkering het gevolg. En dan rijstde vraag: Wie betaalt de hoge schuld van
gemeente X?
Literatuur
• Lei,J.vander(2009)Is er ruimte voor
meer schuld? In: Centraal Bureau voor de
Statistiek en Vereniging van Nederland-
se Gemeenten. Leven in Nederland2009, Den Haag, SDU.
• Lei,J.vander(2009)Gemeentelijk bezit
is belast met schuld. Economische Statis-
tische Berichten, 94 (4573), 716-718.