2013-11 skovv informatie passend onderwijs web

4
Grote verschillen Elke ouder en leerkracht weet dat er grote verschillen zijn tussen kinderen, ook al zijn ze even oud. Veel kinderen hebben een ontwikkeling die past bij hun leeftijd. Sommige kinderen hebben al bij binnenkomst in de basisschool een achterstand in hun ontwikkeling. Andere liggen daar aanzienlijk op voor. 'Vroeger' Verschillen zijn er altijd geweest. Vroeger was de enige oplossing zitten blijven en alles het volgend schooljaar overdoen. In de hoop dat het dan beter zou gaan. Een enkel heel slim kind mocht een klas overslaan. Wie het echt niet kon bijbenen kwam in het buitengewoon lager onderwijs (blo) terecht. Vooral de lom- en het mlk-scholen groeiden flink. De basisschool Goede oplossingen voor de grote verschillen tussen kinderen waren er dus niet echt. Toen in 1985, door samenvoeging van de toenmalige kleuterschool en de lagere school, de basisschool ontstond was het de bedoeling dat de scholen hun onderwijs meer afstemden op het individuele kind. Veel scholen probeerden het wel, maar hadden vaak nog onvoldoende goede oplossingen. Weer Samen Naar School In 1990 werd een plan bedacht om basisscholen en speciaal onderwijs beter te laten samenwerken. Het kreeg de titel Weer Samen Naar School. Het was vooral de bedoeling kinderen meer in hun eigen buurt naar school te laten gaan en de groei en kosten van het speciaal onderwijs te beteugelen. Dit plan heeft gezorgd voor een enorme ontwikkeling in de zorg voor leerlingen. Er bleven meer kinderen met (leer)problemen op de basisschool. Remedial teachers moesten, als het in de klas even niet lukte, het kind een tijdje bijspijkeren, zodat het weer mee kon. Ook kregen in de loop der jaren alle scholen een intern begeleider. In eerste instantie om de lastigste problemen te onderzoeken en op te pakken. Later verschoof hun taak meer naar de organisatie van de leerlingenzorg en het ondersteunen van leerkrachten. stafbureau SKOVV Groenendaal 7, 6715 BA Ede tel. 0318-640405 [email protected] P P a a s s s s e e n n d d O O n n d d e e r r w w i i j j s s Verwijzing Om voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs in aanmerking te komen moeten de deskundigen van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) een positief advies afgeven. Daarvoor moet de basisschool voor de leerling het zorgtraject hebben doorlopen én grondig gedocumenteerd. Kinderen met een ernstige handicap of stoornis krijgen in veel gevallen te maken met een Regionaal Expertise Centrum (REC). Dat zijn scholen voor speciaal onderwijs, de zogenaamde cluster 1-, 2-, 3- en 4-scholen. Om daar geplaatst te kunnen worden moet het kind aangemeld worden bij de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) die een indicatie voor één van de clusterscholen afgeeft. Maar dat kan ook een gewone basisschool zijn, waar extra voorzieningen voor het kind zijn. Om daarvoor te zorgen krijgt het dan een rugzakje met geld mee. In 2003 is daarvoor de leerling-gebonden financiering (LGF) ingevoerd. Persoonsgebonden budget Het kan voorkomen dat ernstig meervoudig gehandicapte kinderen dan nóg niet goed kunnen worden opgevangen in het onderwijs. Bijvoorbeeld omdat ze persoonlijke verpleging of extra begeleiding nodig hebben. In die gevallen kunnen de ouders vanuit de zorgsector, een zogenaamd persoonsgebonden budget (PGB) krijgen voor de verzorging van hun kind. Heel wat bereikt, maar toch… Weer Samen Naar School heeft heel wat succes gehad. De leerlingenzorg is sterk verbeterd. En basisscholen krijgen voor sommige leerlingen meer geld. Maar er kleven ook forse nadelen aan. (Zorg-)leerlingen zitten soms thuis of staan op wachtlijsten, er is bureaucratie rond de indicatie- stelling, er is onvoldoende aansluiting en samen- werking tussen de verschillende systemen en de afstemming en samenwerking met de (jeugd)zorg etc. kan beter. Ook zijn de kosten enorm gestegen. De wet Passend Onderwijs Waarschijnlijk heeft u er in het nieuws of op de basisschool van uw kind al het één en ander over gehoord: 1 augustus 2014 gaat de wet Passend Onderwijs in werking. Graag willen wij u in deze extra nieuwsbrief informeren over de gevolgen van de nieuwe wet: wat betekent dit in de praktijk en wat merkt u daarvan, als ouder(s) of verzorger(s). 1

Upload: berend-cornel

Post on 25-Oct-2015

13 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Duidelijke informatie over Passend Onderwijs

TRANSCRIPT

Page 1: 2013-11 SKOVV Informatie Passend Onderwijs Web

Grote verschillen Elke ouder en leerkracht weet dat er grote verschillen zijn tussen kinderen, ook al zijn ze even oud. Veel kinderen hebben een ontwikkeling die past bij hun leeftijd. Sommige kinderen hebben al bij binnenkomst in de basisschool een achterstand in hun ontwikkeling. Andere liggen daar aanzienlijk op voor. 'Vroeger' Verschillen zijn er altijd geweest. Vroeger was de enige oplossing zitten blijven en alles het volgend schooljaar overdoen. In de hoop dat het dan beter zou gaan. Een enkel heel slim kind mocht een klas overslaan. Wie het echt niet kon bijbenen kwam in het buitengewoon lager onderwijs (blo) terecht. Vooral de lom- en het mlk-scholen groeiden flink. De basisschool Goede oplossingen voor de grote verschillen tussen kinderen waren er dus niet echt. Toen in 1985, door samenvoeging van de toenmalige kleuterschool en de lagere school, de basisschool ontstond was het de bedoeling dat de scholen hun onderwijs meer afstemden op het individuele kind. Veel scholen probeerden het wel, maar hadden vaak nog onvoldoende goede oplossingen. Weer Samen Naar School In 1990 werd een plan bedacht om basisscholen en speciaal onderwijs beter te laten samenwerken. Het kreeg de titel Weer Samen Naar School. Het was vooral de bedoeling kinderen meer in hun eigen buurt naar school te laten gaan en de groei en kosten van het speciaal onderwijs te beteugelen.

Dit plan heeft gezorgd voor een enorme ontwikkeling in de zorg voor leerlingen. Er bleven meer kinderen met (leer)problemen op de basisschool. Remedial teachers moesten, als het in de klas even niet lukte, het kind een tijdje bijspijkeren, zodat het weer mee kon.

Ook kregen in de loop der jaren alle scholen een intern begeleider. In eerste instantie om de lastigste problemen te onderzoeken en op te pakken. Later verschoof hun taak meer naar de organisatie van de leerlingenzorg en het ondersteunen van leerkrachten.

stafbureau SKOVV Groenendaal 7, 6715 BA Ede tel. 0318-640405 [email protected]

PPPaaasssssseeennnddd OOOnnndddeeerrrwwwiiijjjsss Verwijzing Om voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs in aanmerking te komen moeten de deskundigen van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) een positief advies afgeven. Daarvoor moet de basisschool voor de leerling het zorgtraject hebben doorlopen én grondig gedocumenteerd. Kinderen met een ernstige handicap of stoornis krijgen in veel gevallen te maken met een Regionaal Expertise Centrum (REC). Dat zijn scholen voor speciaal onderwijs, de zogenaamde cluster 1-, 2-, 3- en 4-scholen.

Om daar geplaatst te kunnen worden moet het kind aangemeld worden bij de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) die een indicatie voor één van de clusterscholen afgeeft. Maar dat kan ook een gewone basisschool zijn, waar extra voorzieningen voor het kind zijn. Om daarvoor te zorgen krijgt het dan een rugzakje met geld mee. In 2003 is daarvoor de leerling-gebonden financiering (LGF) ingevoerd.

Persoonsgebonden budget Het kan voorkomen dat ernstig meervoudig gehandicapte kinderen dan nóg niet goed kunnen worden opgevangen in het onderwijs. Bijvoorbeeld omdat ze persoonlijke verpleging of extra begeleiding nodig hebben. In die gevallen kunnen de ouders vanuit de zorgsector, een zogenaamd persoonsgebonden budget (PGB) krijgen voor de verzorging van hun kind. Heel wat bereikt, maar toch… Weer Samen Naar School heeft heel wat succes gehad. De leerlingenzorg is sterk verbeterd. En basisscholen krijgen voor sommige leerlingen meer geld. Maar er kleven ook forse nadelen aan. (Zorg-)leerlingen zitten soms thuis of staan op wachtlijsten, er is bureaucratie rond de indicatie-stelling, er is onvoldoende aansluiting en samen-werking tussen de verschillende systemen en de afstemming en samenwerking met de (jeugd)zorg etc. kan beter. Ook zijn de kosten enorm gestegen.

De wet Passend Onderwijs Waarschijnlijk heeft u er in het nieuws of op de basisschool van uw kind al het één en ander over gehoord: 1 augustus 2014 gaat de wet Passend Onderwijs in werking. Graag willen wij u in deze extra nieuwsbrief informeren over de gevolgen van de nieuwe wet: wat betekent dit in de praktijk en wat merkt u daarvan, als ouder(s) of verzorger(s).

1

Page 2: 2013-11 SKOVV Informatie Passend Onderwijs Web

2

Wat is Passend Onderwijs? Elk kind heeft recht op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend Onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Want zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal (basis)onderwijs verdwijnt niet. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar dit specifieke onderwijs. Waarom Passend Onderwijs? Passend Onderwijs wordt ingevoerd omdat de manier waarop extra ondersteuning op school nu is geregeld een aantal problemen geeft.

Nadeel van de huidige rugzakregeling is dat steeds meer leerlingen naar het speciaal onderwijs gaan of een rugzakje krijgen voor het reguliere onderwijs. Hierdoor werd het systeem steeds duurder. Met de invoering van de nieuwe wet komt er een andere wijze van financiering en komt het rugzakje te vervallen.

Een ander nadeel is dat de procedure om een rugzakje aan te vragen vaak een langdurig en ingewikkeld proces is. En het organiseren van goede ondersteuning op maat is vaak lastig.

Een laatste probleem met het oude systeem is dat er nog steeds veel kinderen niet naar school gaan. Ze zijn bijvoorbeeld door hun problemen van school verwijderd, of de school kan geen passende begeleiding realiseren. De invoering van Passend Onderwijs moet deze problemen oplossen. Zorgplicht bij scholen Scholen krijgen bij de invoering van Passend Onderwijs te maken met de zorgplicht. Dat betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om ieder kind dat bij hen ingeschreven staat of aangemeld wordt een goede onderwijsplek te bieden. De school moet zorgvuldig onderzoeken of een kind extra ondersteuning nodig heeft en of de school deze ook kan bieden.

Als de school kan aantonen dat het kind beter naar een andere school kan, wordt in overleg met de ouders gekeken naar een andere reguliere school of een school voor speciaal (basis)onderwijs in de regio van het samenwerkingsverband die wel de juiste ondersteuning kan bieden. Op dit moment moeten ouders in een dergelijk situatie nog vaak zelf naar een nieuwe school zoeken. Met de inwerkingtreding van Passend Onderwijs heeft de school die verantwoordelijkheid. Zorgplicht

De zorgplicht gaat in op het moment dat blijkt dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft om het onderwijs goed te kunnen doorlopen. Voordat de zorgplicht ingaat, moet voldaan zijn aan de aanmeldingsvoorwaarden (zie verderop) en moet de school hebben vastgesteld dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft. De zorgplicht geldt juridisch gezien voor het bevoegd gezag (bestuur van de school). In de praktijk vult de school waar de leerling is aangemeld de zorgplicht in.

Voor veruit de leerlingen zal deze extra ondersteuning helemaal niet nodig zijn en kan hij of zij gewoon geplaatst worden op de school van uw voorkeur. Samenwerkingsverbanden Om aan de nieuwe zorgplicht te kunnen voldoen, is goede samenwerking tussen de verschillende schoolbesturen en scholen in de regio heel belangrijk. Voor deze samenwerking worden nieuwe regionale samenwerkingsverbanden opgericht. Het samenwerkingsverband maakt onder meer afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke kinderen een plek krijgen in het speciaal (basis)onderwijs en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen.

Samenwerkingsverbanden kunnen de middelen inzetten op een manier die aansluit bij de eigen situatie. De besturen van de samenwerkingsverbanden stellen een ondersteuningsplan op om te bepalen hoe ze de middelen voor extra ondersteuning gebruiken en hoe ze er voor zorgen dat alle leerlingen in de regio een passende plek op een school krijgen.

Welke ondersteuning biedt de school? Iedere school stelt binnen Passend Onderwijs een ondersteuningsprofiel op. In dit profiel beschrijft de school welke ondersteuning de school kan bieden en hoe deze ondersteuning georganiseerd is.

In het ondersteuningsprofiel staan gegevens over de mogelijkheden van de school: het gaat bijvoorbeeld over de aanwezige deskundigheid in het team, de ruimte die er is om aandacht en tijd te schenken aan de leerlingen, de methodieken en voorzieningen waarover het team beschikt en de kwaliteiten die de school heeft. Zo kunt u als ouder gericht kiezen. Als het over uw eigen kind gaat, is het daarom altijd goed om met de school persoonlijk te bespreken welke ondersteuning zij uw kind kan bieden.

Het ondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school. Het kan zo zijn dat de school minder bekend is met de specifieke ondersteuning die uw kind nodig heeft. De school helpt dan bij het vinden van een school in de regio die wel die kennis en expertise in huis heeft. Het is de bedoeling dat de scholen in het samenwerkingsverband er samen voor zorgen dat er voor iedere leerling een goede plek is.

Page 3: 2013-11 SKOVV Informatie Passend Onderwijs Web

Jullie krijgen allemaal dezelfde opdracht, want anders is het niet eerlijk: klim in de boom en pluk zoveel mogelijk bananen!

3

Basisondersteuning en extra ondersteuning De ondersteuning die de school kan bieden wordt beschreven op twee niveaus: basisondersteuning en extra ondersteuning. De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle scholen uit het samenwerkingsverband verwacht wordt.

De afspraken over de invulling van de basisonder-steuning worden binnen het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle scholen. De basisondersteuning gaat over de onderwijsinhoude-lijke aanpak en de kwaliteit van de ondersteunings-processen in de school.

De extra ondersteuning beschrijft de specifieke mogelijkheden van individuele scholen, die verder gaan dan de basisondersteuning. Aanmelden Ouders kunnen hun kind schriftelijk aanmelden bij de school van voorkeur.

Als blijkt dat het kind extra zorg nodig heeft, zal de school en/of het samenwerkingsverband de ouders vragen aan te geven welke school de voorkeur heeft. Dat is de school die de wettelijke zorgplicht heeft om te zorgen dat uw kind op een goede plek terecht komt. Als ouders bij aanmelding aangeven dat het kind een bepaalde extra ondersteuningsvraag heeft, vraagt de school om informatie, bijvoorbeeld over dossiers en contactgegevens van behandelaars. Het is belangrijk dat de school een goede afweging kan maken, zodat een echte passende onderwijsplek beschikbaar komt. Voor ouders is het belangrijk om geïnformeerd te worden over welke informatie nodig is, welke onderzoeken er eventueel gaan plaatsvinden, hoe zij hierover worden geïnformeerd. De school heeft altijd toestemming van de ouders nodig bij het opvragen van informatie of het verrichten van extra aanvullend onderzoek.

Voordat de zorgplicht van de school ingaat moet zijn voldaan aan een aantal voorwaarden: • Aanmelden kan vanaf de leeftijd van 3 jaar.

Kinderen die jonger zijn, kunnen op een lijst van vooraanmeldingen geplaatst worden.

• Er is plek op de school van aanmelding (de school is dus niet 'vol').

• Ouders respecteren de grondslag van de school. • Het gaat om een leerling die extra ondersteuning

nodig heeft. • Ouders moeten bij aanmelding aangeven dat ze

vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft.

• De school heeft, waar nodig, 6 weken de tijd om een passende plek te vinden voor de leerling. Eventueel kan deze termijn met 4 weken worden verlengd.

De school kan niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte. Als de school aangeeft dat zij echt niet (meer) kan zorgen voor het onderwijs dat het kind nodig heeft, kan het kind geweigerd of verwijderd worden en moet een andere school gezocht worden.

Een school mag een kind echter niet zomaar weigeren. De school moet kunnen aantonen dat zij eerst zorgvuldig onderzocht heeft wat het kind nodig heeft, en echt geprobeerd heeft om de noodzakelijke aanpassingen te realiseren. Er kan dus niet zomaar gezegd worden dat een kind met een bepaalde beperking niet welkom is op de school, omdat het niet in het ondersteuningsprofiel past. Ook moet altijd gekeken worden naar de individuele situatie. Hiermee wordt voorkomen dat op basis van denkbeelden over bepaalde beperkingen kinderen geweigerd worden. De school kan niet afgaan op algemene ideeën maar moet naar het individuele kind kijken.

Het zoeken naar een andere school die de zorg wel kan leveren, gebeurt altijd in overleg met de ouders: welke voorkeur voor een andere school is er en wat vinden zij belangrijk in een school?

Als ouders het niet eens zijn met het ondersteuningsaanbod of de plaatsing op een andere school, zijn er verschillende mogelijkheden: aankaarten bij de school of in het uiterste geval voorleggen aan een landelijke geschillencommissie.

Jullie krijgen allemaal dezelfde opdracht, want anders is het niet eerlijk: klim in de boom en pluk zoveel mogelijk bananen!

Page 4: 2013-11 SKOVV Informatie Passend Onderwijs Web

4

'Rugzakje' en het ontwikkelingsperspectief In het oude systeem kregen leerlingen met een bepaalde specifieke onderwijsbehoeften, dus ook leerlingen met een 'rugzakje', een (be)handelingsplan. Dat wordt in het Passend Onderwijs voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben vervangen door het ontwikkelingsperspectief (OPP). Zes weken na plaatsing van een kind met extra ondersteuningsbehoeften wordt dit OPP opgesteld. Dit OPP kijkt, meer dan het handelingsplan, naar de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling op de langere termijn. Er wordt gekeken naar de doelen die behaald kunnen worden in de schoolloopbaan van het kind en naar wat er nodig is om die doelen te bereiken. Het OPP wordt samengesteld in overleg tussen school en ouders. Het wordt dus een belangrijk document om te ontdekken of het onderwijs en de werkwijze van de school goed passen bij de mogelijkheden van de leerling. De voortgang wordt geregistreerd en geëvalueerd en ieder jaar wordt gekeken of het ontwikkelingsperspectief nog past of bijgesteld moet worden. De nieuwe samenwerkingsverbanden hebben besloten dat de kinderen die nu al een rugzakje hebben, dit de eerste twee jaar van de invoering van Passend Onderwijs (tot augustus 2016) behouden. In de praktijk kunnen de kinderen, ouders en scholen dus blijven werken aan voortzetting van de huidige ondersteuning en specifieke onderwijsaanbod. Advies en bemiddeling Als er iets niet goed gaat op school of u bent het bijvoorbeeld niet eens met de aanpak voor uw kind, is het belangrijk om daar zo snel mogelijk met de school over te praten. Spreek eerst met degenen die het meest bij uw kind betrokken zijn. Vaak is dit de leerkracht, soms ook de interne begeleider en/of de directeur van de school. Veel problemen tussen ouders en school komen voort uit misverstanden en onvoldoende communicatie.

Komt u er met de school toch niet uit, dan kan er advies gevraagd worden. Mogelijk kan een deskundige van het samenwerkingsverband meedenken, bemiddelen of een onafhankelijke deskundige inzetten.

© Stafbureau SKOVV november 2013 Bart Huurdeman stafmedewerker onderwijs Rob Welling algemeen directeur/bestuurder

Ieder kind heeft recht op onderwijs dat hem of haar zo goed mogelijk helpt.

Medezeggenschap Iedere school heeft een medezeggenschapsraad (MR), waarin ouders en personeelsleden zitten. Een MR praat mee over verschillende onderwerpen die op school spelen. Alle scholen die onder hetzelfde bestuur vallen hebben ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die zich bezighoudt met de zaken die alle aangesloten scholen betreffen. De MR speelt een belangrijke rol bij Passend Onderwijs. Zij heeft adviesrecht over verschillende zaken. Op het terrein van Passend Onderwijs is het ondersteuningsprofiel het belangrijkste onderdeel. Er bestaat ook medezeggenschap op het niveau van het samenwerkingsverband. In de komende maanden wordt in elke verband een ondersteuningsplanraad (OPR) opgericht. In de OPR zijn ouders en personeel vertegenwoordigd. De leden van de OPR worden gekozen door de leden van de MR-en van de scholen in de regio. Ook als u niet in de MR zit van de school van uw kind, kunt u zich kandidaat stellen voor de OPR. Bent u geïnteresseerd? Neem contact op met de MR van uw school. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met een van de nieuwe samenwerkingsverbanden in onze regio: • [email protected][email protected] Meer weten over Passend Onderwijs? Houd de nieuwsbrief van de school goed in de gaten. De komende maanden zal relevante informatie over de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs, extra aandacht krijgen. Via internet is ook informatie te vinden op: - www.steunpuntpassendonderwijs.nl (speciaal

voor ouders) - www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl

(speciaal voor medezeggenschap) - www.passendonderwijs.nl (de website van het

ministerie van OCW)