Muziek downloaden gemeengoed bij jongeren

De Standaard 24/09/2008

Twee derde van de Belgische jongeren - iets meer meisjes dan jongens - downloadt muziek van het internet, gemiddeld 7 à 8 maal per week.

Controle door ouders

is meestal erg beperkt

BRUSSEL

Het downloaden neemt toe met de leeftijd: 61% in het lager secundair, 79% in het 3de en 4de middelbaar en 81% in het hoger secundair. De hoogste frequenties (met 9% meer) vinden we in het beroepsonderwijs. Dit blijkt uit een telefonische enquête bij 2.662 jongeren door het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de verbruikersorganisaties (Oivo).

De meeste gezinnen met jongeren beschikken over tv, radio en een internetaansluiting. In twee op de drie gevallen hebben ze ook een spelconsole. Verrassend is dat meer dan 1 op de 3 jongeren over media-uitrusting in zijn kamer beschikt. Bijna 1 op de 2 jongeren beschikt over een tv en 8 op de 10 jongeren over een radio op hun kamer.

Hoe lager de sociale groep waartoe jongeren behoren, hoe minder media-uitrusting ze hebben. De jongeren in bescheiden gezinnen hebben minder vaak een tv (-8%), een internetaansluiting (-5%), of een spelconsole (-12%).

Chatten is veruit de meest geliefkoosde bezigheid op het internet: 74% van de leerlingen die nog in het basisonderwijs zitten, chatten al.

Zodra de overgang naar het secundair gemaakt is, stijgt het percentage naar 84% en blijft het boven de 80% tot de volwassen leeftijd bereikt wordt. De gemiddelde frequentie bedraagt 9,6 maal per week. Een chatsessie openen is voor jongeren een dagelijkse gewoonte.

Elke jongere vernoemt gemiddeld 1,5 websites die hij vaak gebruikt. Bij 1 op de10 is dat een commerciële website waar hij koopt, verkoopt, ruilt, aan een veiling deelneemt of informatie zoekt over prijzen. De twee meest bezochte types websites draaien rond spelletjes en het uitwisselen van bestanden. De sociale netwerksites zoals Netlog of MySpace worden meer bezocht door de meisjes (+8%).

De ouderlijke controle komt meestal neer op een beperking van het aantal uren surfen per dag (voor meer dan 4 op de 10 jongeren een beperking tot gemiddeld 1,7 uren per dag) en het controleren van de bezochte websites. Twee op de vijf jongeren zeggen dat hun online activiteiten globaal gecontroleerd worden. Voor de leeftijd van 12-13 jaar heeft het ouderlijk toezicht betrekking op de inhoud en de tijd, maar later beperkt de controle zich louter tot de tijd die aan het surfen besteed wordt. (wdp)