7493 nieu econnect dec15 · en faculteit. in groeiende mate werken we ook samen met alumni van...

44
ECON nect Met medewerking van: Research@FEB Naar een meer betrouwbare ranking van landenteams in het voetbal Students@FEB B2U-Lecture ‘The Transformation of Transportation’ Alumni@FEB Ekonomika Alumni Feest 2015 Education@FEB Thomas Piketty FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI DRIEMAANDELIJKS 3DE JAARGANG • DEC.2015.JAN.FEB.2016

Upload: others

Post on 03-Jun-2020

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

1

ECONnect

Met medewerking van:

Research@FEB

Naar een meer betrouwbare rankingvan landenteams in het voetbal

Students@FEB

B2U-Lecture ‘The Transformationof Transportation’

Alumni@FEB

Ekonomika Alumni Feest 2015

Education@FEB

Thomas Piketty

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI • DRIEMAANDELIJKS3DE JAARGANG • DEC.2015.JAN.FEB.2016

Page 2: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Inhoud

Education@FEB p 21

Students@FEB p 40

Research@FEB p 30

Alumni@FEB p 4

• Ekonomika feest 2015 p 4• AFE p 5• Column EU Joris Declerck p 12• In memoriam Herman Provost p 14

• Eko 70 p 15• Oost-Vlaanderen p 16• Column Andreas Tirez p 18• Fotoreportage activiteiten Young Alumni p 20

• Thomas Piketty p 21• AFD p 24• In memoriam Karel Tavernier p 26

• New faces in the auditorium: Mike Mariathasan p 28

• Verslag seminarie P&L p 29

• Business-to-University lecture The Transformation of Transportation p 40

• Verslag 24-urenloop Legonomika p 43

• Naar een meer betrouwbare ranking van landenteams in het voetbal p 30

• Methusalemfinanciering p 34

• Awards and appointments p 36• The academic hero of Monique Snoeck p 38

Page 3: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Woord van de Voorzitter Onze alumnivereniging wil alle afgestudeerden die met de Faculteit en met de KU Leuven verbonden waren betrekken bij haar werking. Wij willen dan ook de eigenheid van al onze leden respecteren en rekening houden met hun verwachtingen en hun diverse achtergrond. Hiervoor bouwen wij metEkonomika Alumni verder aan een relatie met alle alumni van onze faculteit, en faciliteren wij samenwerkingen tussen alumni onderling en tussen alumni en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van anderefaculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovaniensesinternationale chapters aan het opzetten zijn.

De KU Leuven telt op dit moment zo’n 55.000 studenten, 11.500 personeels -leden en niet minder dan 210.000 gekende alumni.

De KU Leuven werkt momenteel met alle stakeholders aan een alumni-visietekstmet als doel de KU Leuven-alumni actief te betrekken bij alle aspecten van hetuniversitaire leven, de faculteit waaraan ze verbonden waren, en bij elkaar. De ervaring van Ekonomika Alumni en andere kringen wordt hier actief ingezetwant deze oefening is belangrijk voor de alumniwerking zelf en zal ook dezichtbaarheid van de KU Leuven vergroten. Ook wordt zo een nieuwe dynamiekop gang gebracht in aspecten van onderwijs, onderzoek, maatschappelijkedienstverlening, branding, uitstroombeleid en fondsenwerving.

De tekst onderschrijft de visie die wij met Ekonomika Alumni hebben ontwikkelden uitgewerkt gedurende de voorbije 25 jaar:• levenslange identificatie met een ‘sterk merk’;• permanente vorming;• professionele wisselwerking en netwerking;• de mogelijkheid om bij te dragen aan de Alma Mater en deze mee vorm te geven;• de kans om iets te betekenen voor elkaar;• de mogelijkheid om de tijdens hun studententijd opgebouwde netwerk

van sociale en professionele contacten te onderhouden.

De visietekst stelt:Het leven buiten de universiteit kan het leven erbinnen versterken. Een universiteitdie investeert in de band met haar alumni en hen betrekt bij haar werking zal er ook in slagen hen een rol te laten opnemen bij haar beleidsprioriteiten in de uitvoering van haar drievoudige academische opdracht. Op die manier zal door de bijdrage van haar alumni op termijn de investering onder allerleivormen gevaloriseerd worden.

Of zoals voormalig KU Leuven-Rector Piet De Somer schreef naar aanleidingvan het 50-jarig jubileum van Ekonomika Alumni: “Onze hoop is dat alle oud-studentenverenigingen met dezelfde dynamiek en doorzetting tot een evenvruchtbaar verenigingsleven mogen uitgroeien. Onze universiteit, uw universiteitheeft u nodig!”.

Vivat, crescat, floreat Ekonomika Alumni!

Freddy NurskiVoorzitter

ECONnect

3

Page 4: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

4

Dankzij jubileumpraeses Gregory Joos

en de feestelijke ontvangst bij PwC

in Brussel (Sint-Stevens-Woluwe) is

het Ekonomika feest 2015 op 17 oktober

een geweldig succes geworden.

De namiddag werd besteed aan

“The World is in beta” met na de

inleiding door PwC-partner Filip De Wolf

een schitterende toelichting door Sally

Trivino, director bij PwC, die “The World

in beta” treffend illustreerde, maar ook

de gevaren van een gebrek aan cyber -

security, hetgeen nog steeds door vele

bedrijven wordt onderschat. Meer info

in het bijgevoegde artikel op pagina 6.

Yves Vandenplas, managing partner van PwC, illustreerde metcijfermateriaal dat de combinatie PwC en een diploma van defaculteit mooie carrièreperspectieven biedt. Bovendien blijkenze bij PwC net als bij Ekonomika steevast het ‘Utile’ met het‘Dulci’ te combineren.

Decaan professor Luc Sels gaf enkele facts & figures over defaculteit FEB anno 2015. En de cijfers zijn indrukwekkend. De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen omvatvandaag vier campussen, naast die in Leuven ook in Antwerpen,Brussel en Kortrijk. De FEB-staf bedraagt liefst 746 personeels -leden en er zijn in 2015 liefst 8.819 studenten aan onze Faculteit.Daarvan zijn er 1.222 internationale studenten. “De internationa -lisering is één van de belangrijkste tendensen in onze Faculteit”,aldus decaan Luc Sels, “omdat wij 43 overzeese niet-Europesepartners hebben, en omdat onze universitaire staf steedsinternationaler wordt.”

Omdat PwC het niet alleen bij de theorie wou houden, maarook de nieuwe cyberworld in praktijk wou laten zien, werden ereen drietal animaties verzorgd. Een 3d-Chef toonde wat allemaalal mogelijk is met de ontluikende 3d-printindustie in de voeding.

Julian Sing (geboren en getogen in Sydney, Australië) heeft aljaren ervaring in CAD-design en een buitengewone kennis vanverschillende 3d-printing (additive manufacturing) techno logieën.Hij liet de Ekonomika-leden proeven van over heerlijke 3d-hapjes(www.3dchef.nl).

Virtual reality (VR) is ook in volle opmars. Tim Nijland, VR-expert,nam ons mee in een virtuele wereld vol verrassingen. Tim droego.a. de Oculus Rift mee, een VR-bril met een breed stereo -scopisch gezichtsveld ontwikkeld voor gamers. Ekonomika-ledenkonden ook kennis maken met de Samsung Gear VR, CarlZeiss VR One en de Google Cardboard (www.vr-expert.nl).

Het neusje van de zalm was de robot ZORA, de eerste‘humanoïde’ robot ter wereld, die ingezet wordt rechtstreeks bijde mensen, o.a. in woonzorgcentra bij bejaarden, in scholenmet kinderen en in verschillende ziekenhuizen. Op het Ekonomikafeest 2015 danste ZORA op een nummer van Michael Jackson(www.zorarobotics.be).

Het avondfeest werd ingezet met een cocktail en een walkingdinner gevolgd door een open bar en thé dansant met DJ“Bolle” in het Grand Café van PwC, voor de gelegenheidomgebouwd tot Dulci. De jubilarissen vierden er feest tot diepin de nacht.

Met een welgemeende dank aan Gregory Joos, partner, enPwC voor de gastvrije ontvangst en de schitterende organisatievan het Ekonomika feest 2015!

Fa Quix

Alumni@FEB

Een speciale editie van het bla-bla blaadje kon niet ontbreken

welkom in de cyberworld

Page 5: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Het namiddagprogramma kreeg al snel een "Dulci" kant toen destudentenpraeses Jelle Baets spontaan het Ekonomistenlied aanhief

Decaan Luc Sels vertelt met veel passie over de internationalisering van de faculteit

Afgevaardigd bestuurder Ekonomika, Ludovic Deprez en jubilerendepraeses Gregory Joos bespreken de laatste organisatorische details Het praesidium van het 65ste Ekonomika jaar, 20 jaar later

Zelfs na 20 jaar hebben de hoofdtappersvan den Dulci het niet verleerd "DJ Bolle" in actieNaarmate de avond vorderde werd het drukker op de dansvloer

De jubilerende praeses, Gregory Joos, zorgt voor een nostalgischenoot met een aantal herinneringen aan het 65° Ekonomika jaar

Zora de robot entertainde hetpubliek met haar danspasjes

De voorzitter van EkonomikaAlumni, Freddy Nurski,verwelkomt de genodigden

Yves Vandenplas, managing partner PwC,verwelkomt de genodigden in naam van PwC

5

Page 6: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

6

Je wekker maakt je wakker nadat die je agenda heeftingekeken en rekening heeft gehouden met de huidigevertragingen in het verkeer. Zo weet je dat je een kwartiertjevroeger zal moeten vertrekken wil je je vergadering op tijdhalen. Je koffiezet was zo vriendelijk al even te starten voorje wekker afging zodat je daar alvast niet op hoeft tewachten. Je koelkast heeft aan de winkel al doorgegevendat je zonder melk zit en de energiemaatschappij heeft neteen reparateur gestuurd omdat je wasmachine waarschijnlijkstuk is.

In je zelfrijdende wagen krijg je de nodige informatie aan -geleverd om je vergadering zo productief mogelijk te latenverlopen. Je slimme kleding merkt op dat je wat extragespannen bent en stelt een uurtje hardlopen tijdens delunchpauze voor om je gezondheid optimaal te houden.

Voor meer voorbeelden: www.worldinbeta.be

SCIENCEFICTION? Niet helemaal. Het verhaal hierboven heeft 2 grote componenten:ten eerste informatie en ten tweede technologie die dezeinformatie verzamelt en instructies kan laten uitvoeren.Het verzamelen en analyseren van data kan drastischeveranderingen in onze maatschappij teweegbrengen. Denkenwe daarbij aan voorbeelden zoals Google, Uber en Amazon enhet legertje apps dat we momenteel allemaal op onze smart -phones hebben – allemaal diensten die grotendeels steunen opinformatie. En dat is nog maar het begin... Technologieën zoals applicaties die het consumentengedragvoorspellen (zoals bv. bij Amazon gebeurt) zijn voornamelijkgebaseerd op een ‘collectie’ van data die gegenereerdworden door sociale media en het wijdverspreide gebruik vanmobiele telefonie. De opkomst van het ‘Internet der Dingen’(of ‘Internet of Things’, ‘IoT’) zal het mogelijk maken dat eengroot deel van de fysieke wereld als informatie wordtopgeslagen in de virtuele wereld.

ONGELIMITEERDE MOGELIJKHEDEN VERSUS ONGELIMITEERD RISICO?Als onze huishoudtoestellen, kleding, wagens en kantoren, hetelektriciteitsnetwerk en transport waar we gebruik van maken,enzovoorts allemaal worden uitgerust met slimme technologie,dan wordt ei zo na elke handeling in de fysieke wereldgeregistreerd in de virtuele wereld.De analyse van die informatie kan inzichten verschaffen die nuvrijwel ondenkbaar zijn. Eén voorbeeld is de continue monitoringvan de gezondheid waardoor mensen behandeld kunnenworden voordat ze symptomen van ziekte vertonen. De oppor -tu ni teiten die data-analyse biedt, zijn immens!Maar in elke grote ontwikkeling schuilt ook een groot gevaar.Wat als deze informatie in verkeerde handen terechtkomt? En wat met mijn rechten als persoon en individu – ethische enprivacyoverwegingen? De opportuniteiten van data-analysegaan hand in hand met de verantwoordelijkheden die beheerdmoeten worden door middel van cyberbeveiliging en data -beheer. En als we deze 3 componenten adequaat bundelen,kunnen we met een gerust hart een hoog technologischetoekomst tegemoet treden.

Sally Trivino, Director PwC Belgium, +32 2 [email protected]

The world is in betaData-analyse verandert wat jedacht te weten van de wereldStel je even voor: een wereld waarin elke vraag onmiddellijk beantwoord kan worden.

Of nog beter, waar op vragen geanticipeerd kan worden. Ongelimiteerde kennis.

Wilt u meer weten over wat dit concreet voor u kan betekenen?

PwC’s experts ondersteunen ondernemingen,overheids instanties en alle mogelijke anderesoorten organisaties op het vlak van data-analyse.Data-analyse helpt u om uw organisatie veelefficiënter te beheren. Maar dat is slechts het begin.Door informatie om te zetten in kennis, kunt u uw organisatie immers ook veel beter sturen. Kort samengevat: door de beschik bare data tecapteren en ze grondig en continu te analyseren,neemt u sneller en gerichter beslissingen, krijgt uinzicht in hoe u echt vernieuwende producten endiensten kunt ontwikkelen, en weet u aan welkemarkten en klanten u uw marketing budget het best uitgeeft om het te laten renderen.

Page 7: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

7

Philippe Rooseleer, voorzitter van AFE, schetste nogmaals dedoelstelling van deze vakgroep binnen Ekonomika Alumni,namelijk het ondernemerschap bevorderen door de onderlingeuitwisseling van ervaringen tussen de ondernemers. Hij bedankteook de sponsors van de avond: brouwerij Duvel Moortgat enBank J. Van Breda & Co.

Professor Johan Lambrecht, hoog leraar aan de KU Leuvencampus Brussel en directeur van het Studie centrum voorOndernemer schap en tevens verbonden aan het Instituut voorhet Familiebedrijf, “door de studenten verkozen tot beste prof”zo voegde hij er fijntjes aan toe, schetste het belang van familie -

bedrijven voor onze economie: “Met een omzet van circa 130miljard euro staan zij in voor ongeveer een derde van het BBP.In een familiebedrijf komen drie zaken bij elkaar en werken opelkaar in: het bedrijf, de familie en de individuele familianten. Ze vormen één geheel en zijn met elkaar verweven.” Daarnaoverliep prof. Lambrecht de vier uitdagingen waarmee een familie -bedrijf geconfronteerd wordt: de overdracht, het (be-)sturen vande familie, de ambitie om groots te onder nemen, en tenslottehet tegengaan van de continuïteits illusie.

“In één op de drie familiebedrijven is de overdracht in dekomende vijf jaren aan de orde. En naast de feitelijke aspectengaat er steeds een belangrijke emotioneel moment mee gepaard:het gaat immers om de overdracht van de macht. Wat moethierbij overgedragen worden: de dagelijkse leiding, de eigendom,de impliciete kennis en de zichtbaarheid. Er zijn vele types van ondernemers, en niet bij allen gaat de overdracht vlot. Het ambassadeurstype scoort het best: zij dragen het bedrijftijdig over, en hebben alles goed geregeld. Bij anderen verloopthet moeilijker. Want er zijn wel negen redenen om de overdrachtniet te doen, zoals het verlies aan identiteit van degene die over -draagt, of het vallen in het fameuze ‘zwarte gat’. Als de opvolginguiteindelijk niet lukt, dan kan altijd nog verkocht worden, of defamiliale controle behouden worden maar met de dagelijkseleiding bij een professionele manager van buiten de familie.”

Uitdaging twee is het sturen of besturen van de familie. Eenfamilie bedrijf is een emotionele aangelegenheid, met zijn voor- enna delen. “Is er een gedeelde eigenaarsvisie? Vele familie bedrijvenhebben nood aan een CEO, in de zin van een Chief EmotionalOfficer, een bemiddelaar die de familie op één lijn houdt en(potentiële) conflicten oplost. Een familiecharter is daarbij eennuttige en zinvolle afspraak binnen de familie. Maar slechts 12%van de familiebedrijven heeft zo’n familiecharter.”

Familiebedrijven zijn de ruggen graat van onzeeconomie dankzij hun passie voor ondernemen

Alumni For Entrepreneurship (AFE)

Waarom doen ze het? Wat drijft hen, de familiale ondernemers? En hoe hebben

ze hun opvolging geregeld? Daarop wilde AFE, de Alumni For Entrepreneurship,

de vakgroep voor ondernemen in Ekonomika Alumni, een antwoord brengen op

16 november 2015 bij Duvel Moortgat in Breendonk. Deze Ekonomika-activiteit

kaderde in de Global Entrepreneurship Week Belgium. Een keure van topondernemers

maakte zijn opwachting: Johan Willemen (bouwgroep Willemen), Patrick De Saedeleir

(technisch textielbedrijf De Saedeleir Textile Platform), Toon Bossuyt (verfbedrijf

Boss paints) en last but not least Michel Moortgat (CEO bierbrouwer Duvel Moortgat).

Professor Johan Lambrecht

Page 8: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

8

‘’De derde uitdaging is ‘groots ondernemen’. Dat is iets andersdan groot ondernemen. Het gaat hem niet om de kwantitatieveobsessie van groei, of ongebreidelde winstmaximalisatie, maarwel om waardecreatie. Waardecreatie voor alle stakeholders, meteen coherente strategie. Het gaat om ‘de juiste zaken doen’ inplaats van ‘de zaken juist doen’. Bij groots onder nemen is hetvan belang om middel en doel niet met elkaar te verwarren.”

Tot slot is er de uitdaging van de continuïteits illusie. “We horenal te vaak: we doen dat al generaties lang op deze manier, endat heeft altijd goed gewerkt, waarom zouden we veranderen?Omdat de wereld verandert bijvoorbeeld? Hoed u bijgevolg vooreen status quo. Het is niet omdat het verleden succesvol was,dat de toekomst dat ook zal zijn. Welvaart is geen erfgoed, hetmoet elke dag gecreëerd worden. Niets is verraderlijker dan eensuccesvol verleden. Het kan je overmoedig maken, terwijl succesin ondernemen nooit gegarandeerd is. Maar dat betekent even -wel niet dat het verleden zomaar overboord moet gegooidworden. Je moet vooral kritisch blijven, en alert zijn voor deveranderingen in jouw omgeving.” aldus professor Lambrecht.

Michel Moortgat schetste vervolgens in het kort de langefamiliale geschiedenis van het bedrijf. “De overdracht ging goedtot die van de derde naar de vierde generatie. We zaten in devierde generatie met 30 familiale aandeelhouders en haddengeen gedeelde familiale visie (zie uitdaging 2 van prof. Lambrecht!).Er werd dan geopteerd om met een extern management tewerken die doorgegroeid was in het bedrijf. Maar wat bleek: hetwaren geen beslissingsnemers, ze waren gewoon dat dit doorde ‘familiale bazen’ gebeurde. We hebben dan verschillendevisies in de familie naast elkaar gelegd en er ontstond eenpatsituatie fifty-fifty. De een of de andere moest de andere 50%kopen of verkopen. Wij hebben met onze familiale groep onsaandeel van 50 naar 88% opgetrokken en zijn in 1999 naar debeurs getrokken. De beurs had verschillende voordelen. Het

loste de familiale spanningen op die toch bleven wegen op deonderneming. Vervolgens liet het ons ook toe om extra kapitaalop de beurs op te halen dat we konden gebruiken enerzijds voorschuldaflossing, maar ander zijds ook om groei te financieren. Tenderde bracht de beurs ons ook ‘in the picture’ waardoor wegoede, bekwame mensen konden behouden en aantrekken. Totslot gaf de beurs ons een forse impuls in deugdelijk bestuur.Emoties worden maximaal uitgeschakeld want er wordt gewerktmet objectieve instrumenten zoals remuneratiecomité, audit -comité, benoemings comité.”

Michel Moortgat: “Maar we hadden een te kleine free float van25% en in 2012 hebben we dan beslist om Duvel Moortgat vande beurs te halen. Op die ruim tien jaar tijd waren er heel veel nieuwe verplichtingen bijgekomen die voor een middel -groot beurs genoteerd bedrijf eigenlijk te zwaar werden. Dieverplichtingen zijn eerder gericht op grote, multinationale bedrijven.Daarenboven leidde de volledige transparantie tot open bareinformatie over onze onderneming waar vooral onze concurrentenvan profiteerden.”

Michel Moortgat meldde ook dat op het moment van het vertrekvan de beurs er een duidelijk mission statement werd opgesteldwaarin Duvel Moortgat zich als nichespeler in de biermarkt zouprofileren geconcentreerd op de Belgische markt en enkeleprioritaire landen. “We zagen dat er meer plaats kwam voornichespelers daar de zeer grote zoals spelers ABInbev zich opde volumeproducten richten. En zelfs in een krimpende Belgischebiermarkt konden wij daardoor groeien.” Michel Moortgat:“Vandaag is Duvel Moortgat een geheel van negen brouwerijen/speciaalbieren die elk hun eigen verhaal hebben en behouden.Vroeger waren dat aparte familiale ondernemers, zeer gedreven,maar die elk met de overdracht naar de volgende generatieworstelden. Soms bleef de pater familias te lang aan boord. Ik zou zeggen: geef de nieuwe generatie de kans om hunverantwoordelijkheid te nemen. Speel geen schoonmoeder.”

Over de continuïteitsillusie wou Michel Moortgat ook nog weliets kwijt: “Het is een probleem voor de Belgische brouwerijenmaar we stellen dat niet vast in de VS omdat bier brouwen daareen recente ambacht is, in volle opmars.”www.duvelmoortgat.com Michel Moortgat

Prof. Johan Lambrecht, Michel Moortgat, Johan Willemen, Christel Gijsbrechts(moderator), Patrick De Saedeleir, Toon Bossuyt en Philippe Rooseleer (voorzitter AFE)

Page 9: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

9

Bouwondernemer Johan Willemen van de gelijknamigebouwgroep uit Mechelen schetste het verhaal van de zevengeneraties van het familiebedrijf gesticht door August VanPoppel. In 1999 werd nv Van Poppel gesplitst in enerzijds deWillemen Groep en anderzijds het bouw bedrijf Van Poppel. Elkvan de beide familietakken regelde dan op zijn manier deopvolging. Johan Willemen: “Mijn twee zonen zitten in hetbedrijf. Tom is CEO en Bram is communicatie verantwoordelijke.In het meest ideale geval heb je één opvolger met alle aandelenen een vergoeding voor de andere kinderen. Maar het nadeelis dat de vergoeding voor de anderen geld kost en dat moet jefinancieren, naast het probleem van de waardebepaling.Second best is dan één opvolger en de aandelen verspreidenover alle andere erfgenamen met een aandeelhouders -overeenkomst. Hier is het nadeel dat de aandelen verspreid zittenen dat sommige niet-actieve aandeelhouders vooral rekenen opde dividenden, hetgeen de groei van het bedrijf zou kunnenbelemmeren. Johan Willemen meldde dat bij hem de overdrachtnaar de twee zonen goed geregeld is en dat zoon Bram degroei mee een boost heeft gegeven door nieuwe communicatie -tools te gebruiken zoals willemen@work, zie www.willemen.be.Johan Willemen: “Wij werken met een raad van toezichtbestaande uit onafhankelijke bestuurders en ik wil er toch ookwijzen dat wij een eigen Willemen Academy hebben opgerichtin samenwerking met de Confederatie Bouw van Antwerpen.De eerste attesten werden in 2014 afgeleverd. De opleidingbundelt strategisch en operationeel management. Waarom wijdit doen? O.a. opdat onze mensen niet zouden worden weg -gekocht wanneer zij naar externe seminaries gaan! Willemenheeft een indrukwekkende lijst van bouwprojecten zoals het MAS in Antwerpen, het KVM-voetbalstadion in Mechelen,de Artesius Hogeschool, de nieuwe Decathlon in Evere, de gevangenis in Leuze-Quevaucamps, de vernieuwing van destartbaan Brussels Airport (25L/07R), wat een grote referentieis voor het buitenland, de nieuwe Koningin Elizabethzaal inAntwerpen en, inspelend op de klimaatverandering, de versterkingvan de zeedijk in Wenduine. www.willemen.be

Patrick De Saedeleir, topman van De Saedeleir TextilePlatform, gaf een kort historisch overzicht van het parcours dathet bedrijf doorlopen heeft sinds de oprichting ervan in 1898.

Toen was het een klein bedrijfje dat als lompenhandel door hetleven ging, ‘de voddenrapers uit Lebbeke’ nabij Dendermonde.In 1975 werd in Dendermonde op het industrie terrein Hoog -veld gestart met de productie van tapijt, dat toen nog in volleopmars was. In 1984 schakelde het bedrijf een technologischeversnelling hoger met de start van de vezel extrusie. En in 1995startte het met technisch textiel. Tapijt, vezel en technisch textielzijn vandaag nog steeds kern activiteiten, maar kenden alle eensterke evolutie naar niches en specialisatie. In 2004 was er eenovername van de Franse tapijt bedrijf Sommer. Vandaag heeftDS Textile Platform 240 medewerkers met een omzet van ca.75 miljoen euro.

Patrick De Saedeleir: “Onze activiteiten zijn minder bekend bijhet grote publiek omdat we veel B2B werken. Bv. het eventtapijtop Tomorrowland of de Rode Loper op het Filmfestival vanCannes. Wij hebben ons in die niche van het eventtapijtgespecialiseerd, inclusief het hele recyclageproces. Daarnaastis er onze polyestervezel-divisie, vnl. voor automobiel (bv. gebruiktin de hoedenplank, de bodem- en hemelbekleding, …). Wij recycleren daartoe o.m. de PET-flessen uit uw PMD-zak.Ten derde is er ons technisch textiel, met als meest opvallendeproduct een onkruidwerend doek op basis van een bio poly -meer, m.a.w. een volledig biodegradeerbaar en composteer -baar afdekdoek. Wij brengen dat o.a. met het merk Biocoversaan de man.”

“Vandaag zitten we met vier actieve vennoten in het bedrijf. Datwerkt. En dat geeft een heel grote emotionele betrokkenheid bijhet reilen en zeilen van de onderneming. Maar het is natuurlijkook het zoeken naar een permanent evenwicht tussen deze vierambitieuze en zeer actieve familiale vennoten. Onze Raad vanBestuur bestaat uit twee familianten en drie externen. Die zijneen zeer waardevol klankbord, werken stimulerend én corrigerend.Met de volgende generatie zijn we nog niet echt bezig, die zijnnog te jong. Maar het is nu al duidelijk dat we onze internestructuren zullen moeten aanpassen. Niet-actieve vennoten moetmogelijk worden, de controle moet anders geregeld worden,alsook de vergoeding van het ingebrachte kapitaal, want nugaat alle winst naar de groei en de innovatie in het bedrijf.”www.dstextileplatform.com

Johan Willemen Patrick De Saedeleir

Page 10: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

10

Toon Bossuyt, CEO Boss paints, producent van verven maarook groot handel in verven, is bij het grote publiek meer bekenddoor de Colora-verfwinkels. Boss paints haalde in 2014 ca. 48miljoen euro omzet met 265 jobs plus nog eens 100 in de 27eigen Colora-winkels. De familiegeschiedenis gaat terug totgroot vader Antoon Bossuyt die in de volgende generatie 8kinderen bracht. De aandelen werden verdeeld in een achtsteper kind en het model van ‘multiple aandeel houder schap’was geboren. In de derde generatie waren er 19 klein -kinderen (dat zijn de huidige aandeelhouders) en voor devierde generatie komen er 34 achterkleinkinderen en dataantal is nog groeiend.

Toon Bossuyt: “Dat betekent dat onze aandeelhouders vergaderingdie we met de tweede en derde generatie houden bestaat uitzo’n 50-tal m/v, allemaal familianten. Het is een apart model enhet geeft een aparte dynamiek. Minpunt is dat de individueleaandeelhouder weinig impact heeft, terwijl ik dat veel meer hebals CEO, maar een pluspunt is dat er grondig gediscussieerdwordt en er een rijk debat in de familie volgt. Wij hebben onzeregels inzake governance zoals de samenstelling van dealgemene vergadering en raad van advies waarin drie externebestuurders zitten. Dat is het sturend orgaan van ons bedrijf.Het beheerscomité bestaat uit de CEO en vijf directie ledenwaarvan drie familianten en drie niet-familianten. We werkenmet een familiecharter waarin waarden en afspraken i.v.m. deaanwezigheid van de familie in het bedrijf worden geregeld enook de overdracht van aandelen enz.”

“In Boss paints is er een Chief Emotional Officer die advies geeftover juridisch-financiële aspecten, maar ook de jonge generatiesinleidt en betrekt en zorgt voor het vlot verlopen van het interneoverleg. Dat is in ons bedrijf zeker niet overbodig gelet op hettoch vrij complexe stakeholderschap, met boven dien nog defranchisenemers. Wij hebben een stichting- en administratie -kantoor, hetgeen heel handig is om een splitsing te makentussen de naakte eigendom, het vruchtgebruik en het stemrecht.”

Toon Bossuyt: “Bijzondere aandacht gaat in ons geval voor deaanwerving van familianten. Wij hebben daarvoor regels, ook ingeval van het zeer delicate probleem van een mogelijk ontslag.Dat moet je alleszins vooraf goed afspreken om achterafproblemen te vermijden. In elk geval doen we er alles aan omhet in het minne te regelen met zo weinig mogelijk gezichts -verlies in de wetenschap dat wij toch als familianten verdermoeten. Tot slot stellen we ook vast dat om de opvolging teregelen men tijd moet nemen. In mijn geval is er twintig jaarverlopen tussen mijn eerste algemene vergadering en mijnbenoeming tot CEO. En vergeet niet: wie afscheid moetennemen heeft het er vaak moeilijk mee, doe dat dus tijdig, en metde nodige diplomatie”. www.bosspaints.be

Fa Quix

Toon Bossuyt

Page 11: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCCBEBB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – FSMA nr. 19649 A.

Kantoor Leuven

Brusselsestraat 2

3000 Leuven

Tel. 016 27 03 80

De ondernemersideeën van Patrick Van de Mosselaer werden

gerealiseerd via het Belfius-kantoor Leuven-Grote Markt.

Belfius Leuven cvba - Brusselsestraat 2 - 3000 Leuven – RPR Leuven 0465.019.978 – FSMA nr. 043650 cA-cB - IBAN BE93 0670 5745 5067

Ontdek wat onze Business-specialisten voor u kunnen doen op belfius.be/ondernemen .

Van Belgische ondernemersideeën

een succes helpen maken, daar

zetten we ons 100 % voor in.

Patrick Van de Mosselaer DocBook

Het begin van een nieuw jaar brengttraditiegetrouw twee zaken met zichmee: enerzijds een lijst goede voor -nemens (die al dan niet worden vol -gehouden), anderzijds de jaarlijksebevestiging van allerhande lidmaat -schappen. Zo start ook EkonomikaAlumni met een nieuw werkingsjaar engeven we u met het oog op eenhernieuwd lidmaatschap, graag eenoverzicht van hoe wij uw levenslangnetwerk blijven uitbouwen. Want 'wij',dat zijn meer dan 100 vrijwilligers dieeen jaar lang voor u klaarstaan binnendiverse deelverenigingen.

WIE ZIJN WIJ?

REGIOWERKINGZes regionale bestuurs kringen zorgenvoor onze lokale verankering. Zij zorgenervoor dat u regionale contacten kanleggen en onderhouden op diverseactiviteiten; van bedrijfsbezoeken totlezingen of een quiz.

VAKGROEPWERKING Zeven bestuurs kringen staan in dichtcontact met academici. Zij zorgen voordomein specifieke activiteiten die uwspecifiek netwerk uitbreiden en de laatsteacademische ontwikkelingen delen.

GENERATIEWERKINGDe besturen van Young Alumni en onzeSenioren organiseren gevarieerde bijeen -komsten op maat van een specifiekegeneratie. Daarnaast verwelkomt enondersteunt het centrale secretariaatelke alumnus die zijn jaargang graagopnieuw bijeen wil brengen!

WAT ZIJN DE VOORDELEN VAN LIDMAATSCHAP?

Dankzij uw lidmaatschap geniet u vantalloze voordelen bij Ekonomika Alumnizelf, maar ook bij onze partners, deKU  Leuven en het overkoepelendeAlumni Lovanienses. Zo krijgt u alsbetalend lid maar liefst 33% korting

op alle activiteiten van Ekonomika Alumnialsook deze ECONnect 4 keer per jaar biju thuis bezorgd. We bieden ook kortingentot 40% bij magazines van Roularta(zoals Trends en Knack), ook voorbestaande abonnees. Meer details overalle diverse voordelen vind je op onzewebsite www.ekonomika-alumni.be

HOE LID WORDEN?

Lid worden is heel eenvoudig: schrijfhet gepaste bedrag over met bij -horende structurele mededeling, en wijhandelen alles verder af! Standaardlidgeld bedraagt slechts €45 per jaar,en young alumni (promotiejaren 2011t.e.m. 2015) betalen amper €25! Jouwpersoonlijke structurele mededeling enbetalingsdetails heb je per post en / ofper e-mail ontvangen; vraag gerustons behulpzame secretariaat om jedetails opnieuw te bezorgen [email protected]

Ekonomika Alumni, jouw levenslang netwerk

Page 12: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

12

COLUMN

OVER HET ONTSTAAN VAN DE EUROPESE SAMEN WERKING EN INTEGRATIENa twee catastrofale wereldoorlogen, waar telkens de USA inEuropa zijn moeten tussenkomen, was het hun bedoeling omde Europese landen aan te zetten tot samenwerking. Een concrete aanzet daartoe was het Marshallplan met debijhorende oprichting van de Organisatie voor EuropeseEconomische Samenwerking (OEES, voorloper van de huidigeOESO). Binnen deze organisatie moesten de Europese landende Marshallhulp zelf beheren. Dat de Amerikaanse inlichtingen -dienst ook op dit onderwerp actief was is niet uitgesloten; maarde Europese integratie voorstellen als een creatie van de CIA is er zeer ver over; gewoon verkeerd. Er waren voldoendeEuropese politici overtuigd van de noodzaak tot Europesesamen werking; er waren er reeds voor WOII, maar toen kregendie geen gehoor en primeerde het nationalisme, met degekende gevolgen.

OVER HET ONTSTAAN VAN DE EUROReeds einde jaren 1960 werd de noodzaak voor een gemeen -schappelijke munt aangevoeld, en dit om economischeredenen. De eerste concrete voorstellen zijn te lezen in het“Werner rapport” van 1970, geschreven door de toenmaligeLuxemburgse premier op vraag van de Europese regerings -leiders. Het einde van het systeem van vaste wisselkoersenversterkte de noodzaak nog. Na enkele pogingen kwam hetidee terug op tafel met Commissie voorzitter Jacques Delors diehet als een noodzakelijke doortrekking zag van de interne markt(een één-gemaakte interne markt zou niet kunnen blijvenfunctioneren met verschillende munten en de permanentemogelijkheid van devaluaties). Dus terug economische redenen.De voor bereidingen ter invoering van een gemeenschappelijkemunt waren reeds ver gevorderd toen de Berlijnse muur viel innovember 1989; dus voordat er van een eventuele Duitsehereniging sprake kon zijn. Het is juist dat de Duitse herenigingde politieke beslissing vergemakkelijkt heeft (Frans – Duitsedeal; veel Duitsers wensten de vertouwde en stabiele DM nietop te geven), maar zeggen dat de euro een louter politiekproject was stemt niet overeen met de werkelijkheid.

Dat een gemeenschappelijke munt beduidend verdere integratieen samen werking (economisch, financieel, budgettair, sociaal enpolitiek,..) noodzakelijk maakt was geweten, allen de politieke wilom meer stappen te zetten was er toen niet. Ook zijn de be langrijk -ste monetaire en economische bekommernissen van vandaagverschillend van die ten tijde van het ontwerpen van de euro.

OVER DE TOETREDING VAN DE CENTRAALEUROPESE LANDENNa de val van de totalitaire regimes in Centraal Europa in 1989heeft de Europese Gemeenschap zich, samen met de OESOlanden, onmiddellijk ingezet om de overgang naar democratie enmarkteconomie in die landen te begeleiden en te helpen. De bedoeling was om ervoor te zorgen dat de ingestorteeconomieën zo vlug mogelijk zouden herpakken, en de landenniet zouden destabiliseren. Handelsconcessies, technischebijstand, financiële ondersteuning, economische samenwerkingwerden door de EG aangeboden. Eind 1990 werd een verderestap gezet met het openen van onderhandelingen met Polen,Hongarije en Tsjecho-Slowakije voor vergaande associatieakkoorden, “Europa Akkoorden” genaamd. Maar de CentraalEuropese landen wilden meer: vanaf 1991 en zeker na de militairecoup in Moskou was hun grootste bekommernis veiligheid. Zij wilden garanties om niet terug door Rusland gedomineerd teworden. Vermits toen NAVO lidmaatschap voor hen uit geslotenwas vroegen zij reeds midden 1991 om EG lid maatschap. Hunvraag om het recht op later EG lid maatschap uitdrukkelijk in deassociatie akkoorden te vermelden was een probleem voor detoenmalige lidstaten. Die vraag was toen voorbarig (zelfs tien jaarleek te kort, wat het ook was) en de EG wilde zich toen nietjuridisch binden. De formele toetredings aanvragen kwamen ervanaf 1994, en het duurde drie jaar voor de Europese Commissiehaar “opinie” gaf. Opinie die dan nog onvolledig en dus voorlopigwas. Jaarlijks werd over de vooruit gang gerapporteerd. In 1995werden de criteria geformuleerd betreffende democratie, socialemarkteconomie en capaciteit om in een concurrentiële openmarkt te kunnen functioneren. Toetreden tot de EG vraagt veelmeer aanpassingen en capaciteit dan toetreding tot de Raad vanEuropa of zelfs tot de NAVO.

Europese Unie zegen of vloek?Geregeld horen we felle kritiek op “Europa”. Ook door academici, gerenommeerdejournalisten en andere personen met aanzien. Vaak is die kritiek ongegrond,gebaseerd op een onvolledige kennis van de feiten of op een te beperkte kijk opeen complexe realiteit. Onlangs deed een journalist in een radio-interview eenreeks uitspraken over de EU, die samengebundeld erop neerkwamen dat de EU“een creatie is van de CIA, ondemocratisch, te ver uitgebreid, met een schadelijkegemeenschappelijke munt, die nog meer verkeerde beslissingen vereist om overeindte blijven”. Daarom enkele preciseringen omtrent deze en andere aantijgingen.

Page 13: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

13

Het is dus niet te verwonderen dat het voor de eerste groep totmei 2004 geduurd heeft om EU lid te worden. De EU toetredingvan de Centraal Europese landen, inclusief de Baltische staten,was een politieke beslissing door de lidstaten, en ze werdgrondig voorbereid. Zouden de EU en de betrokken landen ernu beter voorgestaan hebben zo wij hun toe tredingsaanvragengeweigerd hadden?

OVER HET DEMOCRATISCH GEHALTE VAN DE EUDe fundamentele drijfveer van de Europese samenwerking enintegratie is het voorkomen van vijandschap tussen de landen,zodat ze hun democratisch en sociaal economisch model kunnenontwikkelen in een geglobaliseerde wereld. Een functionerendedemocratie is een van de hoofdvereisten voor de leden. Dat deEU geleid wordt door “anonieme ambtenaren” wordt door de feiten tegengesproken: J.C. Juncker, Pierre Moscovici,Marianne Thyssen, om maar enkele commissarissen te noemenzijn verkozen politici, Europees of nationaal. En zij moetenverantwoording afleggen aan het Europees Parlement. Hunbevoegdheden beperken zich in grote lijnen tot het formulerenvan Europese wetsvoorstellen, het uitvoeren van Europesebeslissingen en het waken over het naleven van de verdragenen wetgeving. Wetten worden beslist door de EuropeseMinisterraden meestal samen met het Europees Parlement,allemaal bemand door verkozen politici (behoudens de paaruitzonderingen in nationale regeringen). De ministers die in deEuropese ministerraden zetelen zijn verantwoordelijk tegenoverhun nationale parlementen. Stellen dat de EU geen demo -cratisch concept is, is de werkelijkheid geweld aan doen.

OVER DE GRIEKSE CRISIS Sinds haar toetreding tot de Europese Gemeenschap in 1981heeft Griekenland aanzienlijke transfers (giften) ontvangen terondersteuning van haar sociale en economische ontwikkeling.De laatste jaren schommelt het bedrag rond de 7 miljard Europer jaar, wat overeen komt met ongeveer 4% van haar BNP.Daarnaast ontvangt Griekenland nog leningen (van de EuropeseInvesterings Bank) aan voordelige tarieven ter ondersteuningvan haar ontwikkeling en sinds enkele jaren ook technischebijstand om er mee voor te zorgen dat de geboden hulp doel -treffend en efficiënt aangewend kan worden. Het is onjuist datde Europese geldstromen naar Griekenland enkel dienen omeerdere schulden af te lossen.Om het financieel bankroet van de Griekse staat te vermijden enom het mogelijk te maken de Euro te behouden in Griekenlandhebben de EU, de Europese Centrale Bank en het IMF nood -leningen toegestaan waarmee de uitstaande schuld aangunstigere voorwaarden kon geherfinancierd worden. Hierdooris de last op de uitstaande schuld beduidend verminderd. Hetis evident dat daaraan voorwaarden verbonden werden en dathet rechttrekken van een economisch, financieel en sociaalonhoudbare situatie pijnlijke ingrepen inhoudt. Fundamenteeldaarbij is om Griekenland er sociaal en economisch terugbovenop te helpen door de werkelijke oorzaken aan te pakken.Dit houdt onder meer in dat de “overheid” de capaciteiten moethebben om op een efficiënte manier sturend en regulerend tekunnen optreden, inclusief voor het heffen van belastingen,zodat op een correcte manier meerwaarde kan gecreëerdworden die aan de volledige samenleving ten goede komt. Metde huidige Griekse economische structuur zou een Grexit voorde Griekse bevolking dramatische gevolgen gehad hebben

vermits alle import duurder zou geworden zijn, terwijl er maarweinig meer export zou kunnen gerealiseerd worden. Bewerendat “Europa” Griekenland sociaal en economisch zou vernietigenwordt door de feiten tegengesproken.

OVER DE REGELGEVINGDe EU wordt verweten zich met te veel zaken in te laten, envolgens sommigen zou het beter zijn om een reeks bevoegd -heden terug te geven aan de lidstaten. Elke samenleving, elke economie heeft regels nodig om “ordentelijk” en “efficiënt”te kunnen functioneren. De EU past het principe toe datbeslissingen het best genomen worden op het bestuursniveaudat het dichtst bij de betrokkene gelegen is (“subsidiariteit”), enslechts optreedt zo er een voordeel is om beslissingen en regelste laten gelden voor de ganse EU. Dit is onder meer het gevalvoor vele economische aangelegen heden: producenten,handelaren, consumenten hebben er belang bij dat voor deproductie, het verhandelen en de consumentenbeschermingdezelfde of als gelijkwaardig erkende regels gelden in allelidstaten. Ter vervolledigen van de open interne markt met vrijverkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid, moest eenaanzienlijk volume aan Europese wet- en regelgeving aan -genomen worden. Voor zover gemeenschappelijke politiekaangaande sociale- en milieubescherming aangenomen werden,zijn ook daar gemeenschappelijke wetten en regels nodig. In fiscale aangelegenheden is men nog niet ver gevorderd.Omtrent sommige onderwerpen vinden bepaalde groependat de EU te ver gaat, terwijl anderen net willen dat er nogmeer gemeenschappelijk geregeld wordt.

De bedoeling van de weerleggingen hierboven is niet te bewerendat de EU perfect is; trouwens welke organisatie is dat wel? Het is ook belangrijk om in te zien dat “Europa” slechts kanhandelen voor zover de lidstaten het daartoe gemachtigdhebben. Vaak komt kritiek neer op te weinig “Europa”, of op hetniet of te weinig handelen als gevolg van onwil van lidstaten.Het is verontrustend dat veel ongegronde kritiek op de EUkoren op de molen is van populistische en extreme partijen.De afzonderlijke lidstaten zijn al lang niet meer in staat eenantwoord te bieden op de politieke, economische, sociale enecologische en veiligheidsuitdagingen in een sterk geglobali -seerde wereld. En het gaat niet enkel om staten, maar ook ommachtige bedrijven die wereldwijd actief zijn en hun dominantepositie trachten te misbruiken. De Europese concurrentie wet -geving is één van de weinige mogelijkheden om dit tegen tewerken. Enkel samenwerking en integratie biedt een kans, endit vereist voor een reeks domeinen dat de “soevereiniteit”gezamenlijk wordt uitgeoefend. Men kan dit betreuren, maar deafzonderlijke nationale soevereiniteiten hebben nog maar weinigkracht, en veel problemen en uitdagingen zijn grensoverschrijdend.

Toegegeven, “Europa” zou zich beter moeten uitleggen enverdedigen; het vele positieve en constructieve wordt weinigbelicht en is onvoldoende geweten. Gezien de uitgebreidheid,de complexiteit, de betrokkenheid van verschillende beslissing-en uitvoeringsniveaus en de grotere afstand tussen burger enhet supranationale niveau is dit niet eenvoudig.

Joris Declerck (Handelsingenieur promotie '67 en

voormalig ambtenaar Europese Commissie)

Page 14: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

Meer dan 30 jaar geleden bracht Ekonomika ons samen,beste Herman. Eerst als twee studenten uit het Antwerpseaan de faculteit Economie in Leuven (FEB). Daarna alsafgestudeerden in het Bestuur van Ekonomika AlumniAntwerpen. Ook vandaag brengt Ekonomika ons allensamen, en dat zal zeker zo blijven.

“Utile Dulci”, oftewel “Het nuttige aan het aangename paren”,is al meer dan 80 jaar de lijfspreuk van onze studenten -vereniging en haar Alumni. Als geen ander zette jij dezespreuk om in de praktijk. Niet enkel op de bestuurs -vergadering of op een activiteit, nee, elke dag opnieuw.

Ekonomika Alumni Antwerpen mag zich één van de bestdraaiende regionale kernen noemen binnen de EkonomikaAlumni. Dat we de voorbije jaren zo veel activiteiten kondenorganiseren en dat we vooral zo’n hechte vriendenkringgeworden zijn, is in belangrijke mate aan jou te danken. Je was trouwens een paar keer ‘onze leider’, als Voorzittervan Ekonomika Antwerpen. Je deed dat zo goed dat je hetin totaal 8 jaar bent geweest. Een record!

Groot is nu de leegte en het verdriet om je heengaan, maarhoe mooi zijn de herinneringen. Ik citeer er een aantal dieAlumni-vrienden mij de voorbije dagen toevertrouwden:

• Luc Sels, Decaan van de Faculteit: waardering voor jou als een ongelooflijke bruggenbouwer tussen EkonomikaAlumni en Alumni ABSOC van campus Antwerpen die onsrecent vervoegden.

• Wouter herinnert zich de eerste keer dat je Voorzitter werdvan Ekonomika Antwerpen in 2002. Hij werd jouw secretaris.Je vertelde hem dat je betrokken was bij deze parochie,Pius X, en dat je er zelfs ooit koster was. Wouter heeft heim -wee naar de heel persoonlijke gesprekken die jullie hadden.

• Jouw grote bereidheid en moed maakten dan weer indrukop Steven. Ook op de vele moeilijke momenten in je levengeraakte je nooit verbitterd. Integendeel, je bleef positiefen vond steeds de goede, juiste weg. Een beeld dat onsaltijd zal bijblijven, is dat van de openingsdans die je metMai inzette op jullie feest “Herman en Mai samen 100 jaar”.Tot onze grote verbazing bleek je een heel galante danserte zijn. Een mooi moment.

• Kathleen schreef: “Herman, je hebt me stil gekregen.Compleet stil. Dit is zo’n donderslag bij heldere hemel. Dithad ik niet voelen aankomen… niemand trouwens, jij ookniet! En dat is maar goed ook; want je zou het niet kunnenaanvaarden dat je tijd hier al voorbij was. Je was hier ookzo graag. Met Mai. Met je kinderen en je kleinkinderen”.

• Freddy Nurski, Voorzitter van Ekonomika Alumni, schreefdat je als bestuurder van Ekonomika Nationaal steedsbekommerd was om onze leden: “Voelen ze zich goed inde vereniging? Hoe kunnen we nieuwe leden vinden enhen motiveren om te blijven komen?” Een echte “paterfamilias”.

• Pierrette merkte dat je Mai zo graag zag. Dat je steeds volenthousiasme over je kinderen kon vertellen. Dat je vanlekker eten hield, dat je altijd voor een leuke en gezelligesfeer zorgde en dat je met iedereen overweg kon.”

Herman,

Je was …− een vriend die geboeid kon luisteren− vriendelijk, zorgzaam, dankbaar, met een warm hart− enthousiast, ambitieus en ondernemend− een optimist, nooit vragend, nooit klagend− de fotograaf met oog voor mooie details− een bruggenbouwer − een rots in de branding, die stormen en golven kon trotseren− maar ook de zachte kracht achter vele mensen en dingen− heel bijzonder, heel gewoon, gewoon een heel bijzonder

iemand.

Je had nog zovele plannen. Je wilde nog zoveel doen.Bedankt voor alles wat je ons meegaf, zoals de waarde vanvriend schap en van belangeloos sociaal engagement. We blijven jou ontmoeten in vele kleine dingen.

Elke woensdag haastte je je altijd naar huis, naar Mai en deklein kinderen. “Want dat is altijd zo gezellig”, zei je, “Dat wilik niet missen!”

Wel, Herman, wij willen je ook niet missen! Wedden dat jij oponze volgende vergaderingen en activiteiten er ook bij zal zijn?

We zullen je niet vergeten, Herman!

Patrick d’Espallier

IN MEMORIAM

HermanProvost(1959 - 2015)

14

Page 15: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

15

Een groep van 80 levenslustige Ekonomika Alumni op rustgenoot op die zonnige zaterdag 3 oktober van een waar "TopDulci Event". Onder leiding van drie professionele stadsgidsenwerd er om 14 u gestart met een stadswandeling vanaf hetPieter De Somer plein, door het park, richting de Ladeuze-bibliotheek en vandaar naar de Sint-Pieterskerk en het stadhuisom te eindigen in Den Domus voor een echte Leuvense pintbier. Wat is Leuven in 45 jaar erg veranderd, was de unaniemeverwondering van alle wandelaars.

Daarna dienden we ons te haasten naar de Promotiezaal vande Universiteitshallen om tijdig aanwezig te zijn op een schitterendeuiteenzetting van Prof. Em. Mark Eyskens met als thema "De economische evolutie van de E.U. in een globaliserendewereld economie". Een hoogtepunt! Aansluitend werden er enkelegroepsfoto's genomen in de prachtige trappenzaal en verhuisdenwe naar de Jubileumzaal om te genieten van een echte feest -avond met alles erop en eraan.

Tijdens de receptie verwelkomden we onze eerste Presidentvan de Europese Raad Herman Van Rompuy, die ons eveninzage gaf in "zijn leven na de politiek" en daarna werden wedoor toptraiteur "Carpe Diem" vergast op een uitstekend drie -gangen menu met echte sterallures.

Na het tafelen was het tijd voor het ontspanningsgedeelte vande avond, dat startte met de "Nostalgie Cantus" waar iedereennog eens met volle teugen kon genieten van de tijd van toen enna een deugddoende salamander werd de cantus afgeslotenmet het nog steeds beroemde "Tijaja". En dan was het tijd vooreen retro T-Dansant met een zelf samengestelde playlist van debeste songs van de jaren 60-70, die werd gestart met Aline vanChristophe, aangestuurd door een prima DJ duo. De herken bareboogies, slows en walsen volgden mekaar op en de vriend -schappelijke sfeer in deze unieke groep was alom aanwezig.

Decaan Luc Sels, Ekonomika Alumni Senioren Voorzitter Jos Clijsters en Ekonomika Alumni Voorzitter Freddy Nurskigenoten mee van dit festijn en rond 1u zondagmorgen verlietende laatste feestvierders de historische Universiteitshallen omweer naar alle uithoeken van Vlaanderen te vertrekken. We hadden het gevoel dat we nooit waren weggeweest uitLeuven en hopen, bij leven en welzijn, dat we zulk feest nogeens kunnen overdoen in 2020! Dat wordt dan een echtjubileum feest: een halve eeuw na onze studententijd in Leuven.

"EKO '70 vrienden voor het leven."

Het organiserend Praesidium, Armand Renier, Gusty Bertels, Monique De Cooman

45 jarig Jubileum van

EKO '70ALUMNIop 3/10/2015 in Leuven

Op zaterdag 3 oktober 2015 vierden

de EKO '70 Alumni hun 45 jarig

Lustrum Jubileum in Leuven met als

thema ‘De herontdekking van Leuven

45 jaar later’.

Page 16: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

16

WAT WAREN UW ACTIVITEITEN DE JONGSTE 3 JAREN?We beperken ons bewust tot een viertal activiteiten per jaar. We ondervinden dat de meesten vele familiale en professioneleverplichtingen hebben. Een topper begin dit jaar was deontvangst bij KBC in de Arteveldetoren in Gent. Verder haddenwe ook een wereldoorlogwandeling in Sint-Niklaas, eenmuseum bezoek in Oudenaarde met ontvangst op het stadhuis,een bezoek aan een brouwerij Liefmans (scoort altijd goed!) eneen kasteelbezoek in Cortewalle. De voorbije jaren organiseerdenwe ook bedrijfsbezoeken, bv. aan dé horeca specialist ISPC inGent met uiteraard een culinaire verwennerij, de Standaardboekhandel en Stora Enzo. Herman Konings onderhield onsover de nieuwe trends. Er was een exclusieve ontvangst bijkunstenaar Dirk De Keyzer…

WAT ZIE JIJ ALS DE GROOTSTE UITDAGINGEN OMEEN REGIONALE KERN VAN EKONOMIKA ALUMNISUCCESVOL TE DOEN DRAAIEN?Het is en blijft een uitdaging om origineel te zijn. We weten goedwat ons trouw publiek aanspreekt, maar ik wil nog meer alumnide weg wijzen naar onze alumniwerking. Daarom zijn nieuwebestuursleden wenselijk en die zullen op hun beurt ookgeneratie genoten aanspreken. Wie weet wat we dan nietallemaal kunnen aanbieden!

WIE ZIJN DE DRIJVENDE KRACHTEN, HOE ISJOUW BESTUUR SAMENGESTELD, EN WAT IS DETAAK VERDELING? IS ER VOLDOENDE CONTINUÏTEIT?We hebben zeven bestuursleden. Het feit dat ze bijna allemaalmeerdere jaren bestuurslid zijn, bewijst dat we een hechtegroep zijn. Voor organisatie, tekst schrijven, foto’s nemen,financieel beheer en advies kan ik rekenen op de steun vanLudo Van den Abeele, Jo Van der Linden, Didier Devooght,Peter Willaert, Bert Vanholder en Alain Vanderheyden. We zijnzo goed op mekaar ingespeeld, dat we met weinig inspanningonze kern kunnen besturen.

De ‘nationale’ ondersteuning speelt uiteraard ook een grote rol.Die ondersteuning is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Ik herinner me nog de tijd dat we voor elke activiteit drukwerkmoesten versturen naar onze leden: brieven plooien, inenveloppen steken, frankeren enz… Dat was echt niet meer vandeze tijd. Katrien Wauters van het secretariaat in Leuven is eenschatje en helpt snel en kordaat waar nodig. Zij begrijpt dat weeen druk beroepsleven hebben en neemt zoveel mogelijk depraktische zaken voor haar rekening.

Anderzijds is het moeilijk om nieuwe bestuursleden te rekruteren.Nochtans vind ik het persoonlijk zeer waardevol om zich teprofileren als bestuurslid van (toch wel) DE grootste en DE bestealumnikring van Leuven, zeg maar van gans het land. Geloof me,er gaan deuren open als je ook na je studies actief bentverbonden met je universiteit via de alumniwerking. Daarom wilik graag de kans geven aan enkele jonge krachten, die metfrisse ideeën hun leeftijdsgenoten zouden kunnen aanspreken.Geïnteresseerden kunnen gerust contact opnemen met ons.

HOE STAAT HET MET DE OPKOMST OP DEACTIVITEITEN? EN WAT IS VOLGENS JOU DETOEGEVOEGDE WAARDE VOOR DE LEDEN VANACTIVITEITEN VAN DE REGIONALE KERN?Ekonomika Oost-Vlaanderen is de jongste en misschien wel dekleinste alumnikring binnen Ekonomika Alumni. Wie uit Oost-Vlaanderen kwam, studeerde meestal in Gent, maar enkelingentrokken naar DE beste universiteit van het land (lacht fier). Er zijn ongeveer een 300-tal Oost-Vlaamse afgestudeerden enwe streven steeds naar een opkomst van ongeveer 10%.

We bieden onze leden een zo gevarieerd mogelijk programmaaan: cultuur, bedrijfsbezoeken, exclusieve ontvangsten… We proberen dit onder de kostprijs te houden. Betalende leden(zij die hun jaarlijks lidgeld betalen) krijgen bovendien altijd een prijsvoordeel.

Bij ons speelt het thuis gevoeleen grote rol

Interview met de voorzitter van de regionale kernEkonomika Oost-Vlaanderen Patricia De Waele:

OOST-VLAANDEREN

Eén van de pioniers van de oprichting van de regionale kern

Oost-Vlaanderen van Ekonomika Alumni was huidig voorzitter

Patricia De Waele. Hierna haar visie op de werking van haar

regionale kern.

Alumni@FEB

Page 17: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

We moeten wel zorgen dat de activiteiten niet in de school -vakanties doorgaan en onze bedrijfsbezoeken scoren altijdgoed. Maar het is niet altijd evident om in het weekend of ’savonds een bedrijf te kunnen bezoeken. Dus wat dat betreft zijnwe wat beperkt in het aanbod.

We houden onze activiteiten ook altijd actueel en nodigen omdie reden regelmatig politici uit. We waken er wel over dat elkepartij aan bod komt, bij ons geen plaats voor favoritisme!

Ik sta erop dat we onze leden in stijl kunnen ontvangen. We kunnen rekenen op een zeer trouwe kern, en nieuwkomersworden hartelijk opgenomen. Bij ons speelt het ‘thuisgevoel’een grote rol. Men is blij om elkaar terug te zien. Maar men isook blij om iets mee te maken wat men als enkeling niet kanmeemaken. De leergierigheid en bovenal het amicale karaktermaken onze bijeenkomsten bijzonder.

We proberen ook de deelnemende bedrijven te overtuigen vande grote meerwaarde voor hun bedrijf of organisatie. Een publiciteitaan duizenden alumni is mooi meegenomen. Dus voor wathoort wat…

WAT ZOU JOU KUNNEN HELPEN OM DEACTIVITEITEN NOG SUCCESVOLLER TE MAKEN?Zoals ik al aangaf worden we goed ondersteund vanuit hetnationale secretariaat. Maar indien sommige activiteiten gratis,of zeer goedkoop zouden zijn, door sponsoring of anderetussenkomsten, dan ben ik er zeker van dat het aantalaanwezigen zou stijgen. Sommige aantrekkelijke activiteitenblijven nu eenmaal duur en zijn daarom niet geschikt.

Maar ik zou ook een nieuwe vorm van samenwerking metandere regionale kernen willen starten. Zo denk ik eraan om metiedere kern een gezamenlijke activiteit te organiseren. In onzebegin periode hebben wij ooit een activiteit met West-Vlaanderengeorganiseerd: achter de schermen bij Eddy Wally… dat wassuper. Misschien kunnen we dit wel op een gestructureerdemanier uitbouwen.

Een win-win situatie voor elke kern, veel volk gegarandeerd endus dubbel interessant om andere alumni te ontmoeten. Ik denkdat dat een succesformule zou zijn. Neem dit voorstel alvastmee naar de volgende raad van bestuur.

WAT IS JOUW PERSOONLIJKE PROFESSIONELELOOPBAAN/ACTIVITEIT?Ik ben bestuurder van vennootschappen, actief in de bouw -sector. Ik ben ook een wettelijk erkend vastgoedmakelaar en ikheb een behoorlijk palmares opgebouwd in de politiek. Na eenmoeilijke periode van gezondheidsproblemen probeer ik nu watmeer ‘quality time’ in te lassen. En voor mij is dat zeker mijnverbondenheid met onze alumnikern. Want ik blijf bijzonder fier op ‘mijn’ universiteit KU Leuven en op ‘mijn’ alumnikringEkonomika Alumni.

KAN JE EEN TIPJE VAN DE SLUIER LICHTEN OVERDE TOEKOMSTIGE ACTIVITEITEN VAN JOUW KERN?Ons bestuur is volop bezig om het jaarprogramma 2016 in tevullen. We willen onze leden op voorhand inlichten welkeactiviteiten ze mogen verwachten, zodat ze ruim op voorhandhun agenda kunnen vrijhouden.

Dit is geen eenvoudige oefening, maar we kunnen nu alverklappen dat we op vrijdag 22 januari ons jubileumjaarfeestelijk zullen inzetten in aanwezigheid van de eerste burgervan het land: kamervoorzitter Sigfried Bracke. Dit zal eentopactiviteit worden dus wie er wil bijzijn zal best de nieuws -berichten gadeslaan om zich snel in te schrijven.

Verder proberen we om ontvangen te worden op De GentseFloraliën, de vijfjaarlijkse Gentse hoogmis voor bloem- en tuin -bouw kunde, een bedrijfsbezoek aan La Lorraine Bakery groepof Vandemoortele, een bedrijfsbezoek aan Terranova Solar (deZonneberg), en als afsluiter van een uitzonderlijk jaar zoek iknog een ontvangst met concert in het Gentse muziek conser -vatorium. Wie me daar aan interessante contacten kan helpen,mag gerust bellen.

Het belooft een boeiend jaar te worden met unieke belevenissen,maar we hopen bovenal dat onze leden nieuwe contacten kunnenleggen en de vriendschapsbanden kunnen onderhouden.

BEN JE NOG STEEDS TEVREDEN OVER WAT JE KANDOEN VOOR EN MET EKONOMIKA OOST-VLAANDEREN?Volgend jaar vieren we ons eerste jubileum. 25 jaar geleden zijnwe met enkele enthousiaste leden gestart. En we zijn nogsteeds blij dat we toen de kern Oost-Vlaanderen hebbenkunnen oprichten. Ik wil toch even aanhalen dat ik daarvoor desteun kreeg van wijlen Kristof De Koninck, een straf alumniliden gewezen praeses, en tevens gewezen voorzitter vanEkonomika West Vlaanderen.

We hopen dat we zoveel mogelijk leden van de beginperiodeop al onze komende activiteiten zullen terugzien. Maar wehopen toch dat niet alleen ‘oude koeien uit de gracht gehaaldworden’, maar dat er zeker en vast nieuwe vriendschappenzullen ontstaan. Het bestuur van Ekonomika Alumni Oost-Vlaanderen kijkt er alvast naar uit!

Fa Quix

17

Het bestuur van Ekonomika Oost-Vlaanderen

Page 18: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

18

De vreemde dynamiek van de overheidsschuld

COLUMN Andreas Tirez

De overheidsschuld staat vaak centraal in discussies over het beleid van de overheid.Dat zal de komende jaren niet anders zijn. Een goed begrip van de overheids -schuld is dan ook belangrijk en die is sinds de financiële crisis en de vergrijzingalleen maar toegenomen.

De evolutie en het niveau van de overheidsschuld wordt vaak aangegrepen om de gezondheid en draagkracht van de overheidsfinanciën te illustreren. Een te hoge overheidsschuld kan leiden tot een ineenstorting van de welvaart -staat. Een stijgende overheidsschuld wordt dan ook vaak negatief bekeken.

De Europese Commissie heeft sinds de eurocrisis heel watbevoegd heden gekregen om de landen van de eurozone tebestraffen indien ze een te groot overheidstekort hebben:landen mogen in principe geen hoger begrotingstekort hebbendan 3% per jaar en dat zal in de toekomst nog aangescherptworden. Dat moet de overheidsschuld in de eurozone stabiliseren.

In deze tekst zal een vreemde eigenschap van de overheids -schuld geïllustreerd worden, namelijk dat een zelfde begrotings -tekort kan leiden tot zowel een stijging als tot een daling van deoverheidsschuld, afhankelijk van de startpositie.

Om dit te illustreren simuleer ik de 20-jarige evolutie van deoverheids schuld van twee fictieve landen die schijnbaar gelijkeprestaties afleggen, echter enkel verschillen wat betreft de initiëleoverheidsschuld (of beter: schuldratio).

Beide landen hebben gedurende 20 jaar:

• een reële groei van 2% per jaar• een inflatie van 2% per jaar• een begrotingssaldo van -2% jaar

(een begrotingstekort)• een jaarlijkse interest van 4% per

jaar op hun uitstaandeoverheidsschuld

Het eerste land heeft een initiëleschuld ratio van 100%; het tweedeland een initiële schuldratio van 20%.

De onderstaande figuur geeft deevolutie van de schuldratio van detwee landen voor de komende 20 jaar.

En deze evolutie is opmerkelijk: beide lande prestereneconomisch op het eerste gezicht perfect gelijk, maar deschuld ratio daalt in het land met hoge schulden van 100% naar74% en stijgt in het land met lage schulden van 20% naar 37%.Formeel kan aangetoond worden dat de schuldratio voor beidelanden asymptotisch zal evolueren naar 52%.

Het land met hoge schulden lijkt het dus veel gemakkelijker tehebben om de schuldratio af te bouwen dan het land met lageschulden. Dat lijkt niet logisch.

En dat is ook niet het geval. Wat hier beschouwd werd was hetuiteindelijke begrotingstekort, dat 2% verondersteld werd. Het begrotingstekort is inclusief de interest die het land moetbetalen op zijn uitstaande overheidsschuld. Met de veronder -stelling dat de interest op de schuld 4% per jaar is, moet het landmet een initiële schuldratio van 100% het eerste jaar 4% van hetBBP gebruiken om de interest te betalen; het land met 20%

overheidsschuld moet maar 0,8%van het BBP aan interest betalen.De betalingen van interest opoverheidsschuld is een last uit hetverleden dat niet onmiddellijk ietste maken heeft met de prestatiesin het huidige jaar.

Om de prestaties te kunnen be -oordelen voor het huidige jaar,moet er gekeken worden naar hetbegrotings tekort exclusief deinterest betalingen, het zo -genaamde primair saldo (ofprimary surplus). Bron: eigen simulatie

Page 19: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

19

Het primair saldo is in het eerste jaar +2% voor het land methoge schulden en -1,2% voor het land met lage schulden. Hetland met hoge schulden doet het dus eigenlijk een pak beterdan het land met lage schulden, alleen is dit niet te zien in hetbegrotingstekort, maar enkel in het primair saldo. En dat betereprimair saldo is de verklaring dat de schuldratio daalt voor hetland met hoge schulden en stijgt voor het land met lageschulden (evenals het effect van de nominale groei).

Naarmate de jaren verstrijken en gezien in deze simulatie hetbegrotingssaldo constant wordt gehouden op -2%, zal hetprimair saldo afnemen voor het land met hoge schulden, maarhet blijft in deze simulatie positief. Voor het land met lageschulden verbetert het primair saldo maar blijft het negatief.

Het bovenstaande is theorie, maar kan ook in de praktijkwaargenomen worden. Hieronder de grafiek met de evolutie toten met 2012 van het begrotingstekort van België en hetgemiddelde begrotingstekort van zeven buur- en/of toplanden(zijnde Nederland, Frankrijk, Duitsland, UK, Denemarken,Finland en Zweden). België wordt voorgesteld door de zwartelijn, het gemiddelde van de 7 landen door de rode lijn. Degroene balkjes op de figuur geeft het verschil tussen België enhet gemiddelde van de 7 landen. Hieruit blijkt dat hetbegrotingstekort van België gemiddeld -2,6% was; dat van de7 buur- en/of toplanden was gemiddeld -2%; België presteertdus iets slechter dan het gemiddelde van de 7 landen.

Echter, als er gekeken wordt naar de evolutie van deschuldratio over dezelfde periode voor dezelfde landen, danblijkt de schuldratio van België steeds veel hoger te zijn dan hetgemiddelde van de 7 landen, maar de Belgische schuldratio iswel fors afgenomen (met bijna 29 procentpunt) terwijl die vande 7 landen gemiddeld is toegenomen (met 16 procentpunt):België presteerde dus 45 procentpunt beter wat betreft devermindering van de schuldratio, ondanks een slechtereprestatie wat betreft het begrotingstekort.

Dat is echter niet zo vreemd, zoals hierboven geïllustreerd doorde simulatie, als er gekeken wordt naar de evolutie van hetprimair saldo, het begrotingssaldo zonder intrestbetalingen opde overheidsschuld. De onderstaande grafiek geeft deze evolutievoor dezelfde landen en dezelfde periode. Het gemiddelde primairsaldo voor België is +3,6%; dat van de 7 landen slechts +1%.

[noot in de marge: de groene balkjes geven het verschil van hetBelgisch primair saldo met het gemiddelde primair saldo vande 7 buur- en/of toplanden; dat 7-landen-gemiddelde dient alsbenchmark. Twee opmerkelijke zaken: (1) België heeft gedurende20 van de 21 jaar een primair saldo dat hoger ligt dan hetgemiddelde van de 7 buur- en/of toplanden; (2) tijdens deperiode 2001-2004 (grosso modo Verhofstadt I) kent België eenhoger primair saldo in vergelijking met de 7 buur- en/of top -landen dan de periode 1996-1999 (grosso modo Dehaene II)]

Op basis van het bovenstaande is het begrotingstekort niet degoede maatstaf om prestaties van landen te willen beoordelen.Daarvoor zou men beter kijken naar het primair saldo of, nogbeter, gewoon naar het niveau en de evolutie van de schuldratio.

Als we de schuldratio beschouwen, dan blijkt België tijdens debeschouwde periode een topprestatie te hebben afgeleverd,indien België vergeleken wordt met het gemiddelde van degenoemde buur- en/of toplanden.

Alumnus EW. Blogt op Economieblog.be

Bron: Ameco

Bron: Ameco

Bron: Ameco

Page 20: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Alumni@FEB

20

EKONOMIKA YOUNG ALUMNI

De promovendi van onze faculteit worden aan -gemoedigd om zich meteen aan te sluiten bijEkonomika Alumni. Een extra incentive daarbij isdat ze automatisch ook lid zijn van de EkonomikaYoung Alumni. Dat dat een bruisende tak is van deoverkoepelende alumnivereniging mag blijken uit drie recente activiteiten: een bezoek aan dehaven van Antwerpen, een avond wijn proeven en een BBQ. Utili & Dulci zei u? Dat blijkt!

Page 21: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

2121

Thomas Piketty hardly needs any introduction given his wide -spread appearance in the popular media in the past two years.This status of rock star economist contains the danger thoughthat people may see him mainly as a celebrity without muchcontent. Nothing could be further from the truth.

Thomas Piketty is professor of economics at the Paris Schoolof Economics and the EHESS. At the age of 22, he obtainedhis PhD at the London School of Economics and the EHESS.Shortly after, he took up a position as professor of economicsat the Massachusetts Institute of Technology, which wasfollowed by various academic positions in French researchinstitutions. He published extensively in the major journals of theeconomics literature, such as Econometrica, the AmericanEconomic Review, the Journal of Political Economy, the Reviewof Economic Studies and the Quarterly Journal of Economics.In addition to numerous academic papers, he published abouta dozen books. In his work, he has been mainly focusing on therelation between economic development and the distribution ofincome and wealth. In 2014, he published the book Capital inthe Twenty-First Century, which is a translation of Capital auvingt-et-unième siècle that was published a year earlier. Perhapssomewhat unexpectedly, the 700-page book became an instantbestseller and attracted an immediate and worldwide attention.It led to the abovementioned status of rock star economist, asthe media quickly called Thomas Piketty.

The title of his lecture was “Reflections on Inequality and Capitalin the 21st century”, which was based on his bestseller. Two bigparts can be distinguished in the book Capital in the Twenty-FirstCentury. The first part of the book is a descriptive analysis of theevolution of the distribution of income and capital in the past 300years. The second part of the book is a modeling of the dynamicsof the inequality of capital, with an increasing concentration ofcapital in less and less hands, and a discussion of policy recom -men dations to do something against this expected evolution.

The description of the dynamics of capital and income inequalityis based on an extensive analysis of a gigantic database, theWorld Top Incomes Database, of which he is the initiator togetherwith Anthony Atkinson of the London School of Economics andEmmanuel Saez of the University of California-Berkeley.

The first part of Capital in the Twenty-First Century containsmany figures that describe some interesting patterns. Forexample, in France in 1910 about 20% of the total income wasearned by the 1% most earning individuals. Shortly after 1930,this number fell to about 7% while in 2010 the numberincreased to slightly below 10%. A similar pattern is observedin the US. The one percent highest earners in America got about17% of the total income in 1910. In 1940, this number wasdecreased to about 10%, while it has risen to slightly below20% in 2010.

If we look at the evolution of the inequality of capital, even morepronounced patterns can be observed. For example, the 10%richest Britons owned about 90% of total wealth in 1910. Due tothe two world wars and the Great Depression, with a massivecapital destruction, this number fell to about 60% in 1970, whileit has been risen to 70% since then. Another example is theevolution of the concentration of capital obtained throughinheritance. In early 20th century France, about 90% of the capitalwas transferred through inheritances. The share of inheritedcapital fell to 45% in 1970, while it is now above 70% with anexpected rise to the level of one hundred years ago in the nextfew decades.

On Thursday October 8, Thomas Piketty held the

inaugural lecture of the Gaston Eyskens Chair 2015.

This happened in a full Pieter De Somer-aula.

In addition, there was livestreaming to the Brussels

and Kortrijk Campuses, while people could follow

the lecture at home or at their workplace through

the Youtube-channel of the KU Leuven.

GASTON EYSKENSCHAIR 2015

Foto’s: © Rob Stevens

Page 22: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Education@FEB

The second part of Capital in the Twenty-First Century focuseson the interpretation of the figures in the first part of the bookand sketches the expected evolution of income and capitalinequality in the absence of any policy changes. A first importantconclusion drawn by Thomas Piketty is that the trend towardsgreater inequality is no law of nature. The events in the first halfof the twentieth century and a series of tax reforms clearly hadtheir influence on the evolution of income and capital inequality.What remains true though is that there are potentially strongmechanisms that may lead to either more or less inequality. An important factor in this respect is the famous equation r > gthat plays a major role in the second part of Piketty’s book. The variable r stands for the average annual rate of return oncapital, while the variable g stands for the growth rate of theeconomy as a whole. If r exceeds g, then (inherited) capitalgrows faster than the economy, which implies an increasingconcentration of capital in less and less hands. A realisticscenario for the decades to come is that r equals about 4 to5%, while g equals about 1 to 1.5%. According to Piketty, theexpected continuing increase in inequality can be dangerous,since the world’s bloodiest revolutions, in particular the Frenchand Russian Revolutions, started when people no longeraccepted excessive inequality.

In order to avoid possible future disasters, Thomas Piketty is infavor of a global progressive tax on capital. Such a tax wouldmake that the difference between the rate of return on capitaland the growth of the economy as a whole becomes smaller,which, on its turn, would lead to a tempering of the trend towardsgreater inequality. A possible scheme for such a global tax oncapital would be to have a tax rate of 0.1 to 0.5% on capitalsbelow 1 million euros, a rate of 1% for wealth between 1 and 5million euros, via a rate of 2% for wealth between 5 and 10million euros, to a rate between 5 and 10% for fortunes of a fewhundreds of millions of euro. Still, Piketty turns out to be realisticand recognizes that it will take time to come to such a schemeand that it can only be implemented when countries work togetherthrough, among others, the extensive sharing of data. He actuallycalls such a global progressive capital tax a “Useful Utopia”.Useful because it is a valuable reference point and that it maybe worthwhile to gradually implement the idea, with a start inEurope for example.

The biggest achievement of Thomas Piketty’s book is that it raisedthe debate on income and capital inequality to a higher level bymeans of a solid data analysis. Especially his focus on trendsover an often very long period turned out to be fruitful and allowsparticipants to the debate to put things into a wider perspective.The book further made people aware of the fact that policy makersactually may have tools at their disposal that can counteract thetrend to a growing income and capital concentration.

Frederic Vermeulen

22

Page 23: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

23

Page 24: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

24

Education@FEB

Louis: We hebben in die drie AFD-jaren al een hele weg afgelegd. In heteerste jaar waren er drie projecten, vorigjaar 6 en dit jaar hebben we er 8 inLeuven. Daarnaast bestaat sinds ditjaar een volledig onafhankelijke tak inLouvain-La-Neuve die ook 3 projectenuitvoeren. Dus we zijn naar 11 projectengegaan. We zijn nu ook in het buitenlandaan het kijken: er zijn bv. verkennendegesprekken met de universiteit vanUtrecht.

Conrad: Vorig jaar waren er nog 22 projectstudenten, momenteel zittenwe aan 40, dus dat vergt alleszins eengrote verandering op organisatorischvlak. We zitten met een ploeg van 21 bestuursleden die alles draaiendemoeten houden. Het concept is nogsteeds hetzelfde: het nastreven vansociale impact via onze projecten.Daarnaast organiseren we een aantalevents in Leuven, een tweetal persemester. Zo hadden we de SocialEntrepreneurship Day begin novemberen eerder was er een event rondkinderarmoede met sprekers zoalsPeter Adriaenssens, Karen Daniëls enSandra Galbusera.

HOE WORDEN DE PROJECTENNU CONCREET ONDERSTEUND?WAT IS ER VERANDERD INVER GELIJKING MET DEVORIGE JAREN?

Louis: Ieder project wordt ondersteunddoor een coach. Sinds dit jaar zijnsupport groups opgestart diebegeleiding voorzien in marketing enIT, business economics, legal, enfinance. Er worden ook een tweetalcontact momenten voorzien perprojectgroepje. Zo krijgen ze tips entricks van vorige project studenten.Bovendien genieten de project -studenten mee van de ondersteuningdie AFD ontvangt van structurele enacademische partners zoals ATKearney, Young Potentials en Vlerick.Daarmee proberen we de onder -steuning nog beter te maken.

Charlotte: We focussen nu ook ditjaar op ondernemerschap en stimulerende studenten om ook zelf met initiatievente komen om een project uit te werken.We zullen dit concept, het Bright MindsProgram, in het tweede semesterimplementeren om er volgend jaar mee te kunnen starten.

HOE WORDEN DE PROJECTENGEKOZEN?

Charlotte: We gaan op zoek naarpartners in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.En daarbij hebben we een aantal criteria.Het voornaamste is dat het duurzaammoet zijn om op lange termijn impact tehebben. En dat het community based is.De partners appreciëren vooral demulti disciplinariteit van onze thema’s.Dit jaar komen de project studentenuit 11 verschillende faculteiten. En jeziet ook dat een bepaald probleemaan gepakt kan worden vanuitverschillende standpunten.

WAT IS DE FOLLOW UP NA EEN AFGEROND PROJECT?

Conrad: Wel, we zijn natuurlijk nogniet zo lang bezig, maar we proberenwel de contacten alleszins te onder -houden. In Senegal bv. - een van deeerste projecten - is ons project daarook een echt bedrijfje geworden metvier lokale mensen in dienst. Daar sturen we nu ook nog dit jaar een projectgroep naartoe.

WAAR LIGT DE TOEKOMST VAN AFD?

Louis: Er zijn gesprekken metinstellingen in andere steden om ookdaar een AFD groep op te starten. We zouden ook zeer graag over delandsgrenzen gaan met AFD. Maarbelangrijkste is wel dat de kwaliteitvoorop blijft staan. We willen zeker niet de dingen forceren om dan niet de nodige ondersteuning te kunnenbieden. Maar we zetten elk jaaropnieuw belangrijke stappen, wehebben er vertrouwen in ! (lacht)

Michael Boelaert

ACADEMICS FORDEVELOPMENT

Academics For Development zit ondertussen al aan haar derdebestuursploeg. De kern van het AFD-programma ligt nog steeds in het realiseren van social impact in het Zuiden via studentenprojecten.Dit jaar zijn er maar liefst 11 projecten, een verdubbeling bijna invergelijking met het jaar voordien. Die groei realiseerde AFD nietalleen in Leuven. Er werd een samenwerkingsverband afgesloten metde universiteit van Louvain-la-Neuve en men kijkt zelfs over de grenzenom samenwerkingsverbanden met andere instellingen aan te gaan. Al is dat laatste voorlopig nog toekomstmuziek. Maar die toekomstziet er alleszins meer dan rooskleurig uit. Voorzitter Louis Wouters, vice-voorzitter Conrad Jacobs en communicatieverantwoordelijkeCharlotte Janssens leggen uit wat er momenteel binnen AFD leeft.

Page 25: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Donderdag 12 november organiseerde Academics ForDevelopment (AFD) voor de eerste maal in Leuven een Social Entrepreneurship Day in het kader van de GlobalEntrepreneurship Week. In de namiddag zette AFD in samen -werking met Ekonomika Alumni een infobeurs op touw dieduurzaam en sociaal ondernemen belichtte. Studenten vanalle uithoeken van Leuven stroomden toe om in gesprek tegaan met sociale ondernemers uit de praktijk. Eén van deondernemingen die aanwezig waren, CORE, bestaat uit eenteam van innoverende ingenieurs van Groep T die projectenrond efficiënt en duurzaam energiegebruik ontwikkelen enondersteunen in hun realisatie. CORE gaf bezoekers van debeurs de kans om in levende lijve te ondervinden wat elektriciteitwaard is. Een kilometer fietsen op de rollen leverde netgenoeg elektriciteit voor 7 seconde microgolfvermogen of0,006 kopjes koffie. Gelukkig bood Oxfam gratis fairtradekoffie aan om de dorst te lessen.

The Shift bouwt aan een Belgische duurzaamheidsnetwerkwaarmee ze de krachten van hun leden en partners willenbundelen om een duurzamere samenleving en economie te creëren. Samen met jongerenorganisatie Act4Change,tevens aanwezig op de beurs, hebben ze dit jaar het initiatiefGeneration T gelanceerd. Generation T is gericht op hetopbouwen van een sterk netwerk van jongeren die ijverenvoor een duurzame samenleving. De 100 jongeren voor deeerste editie zijn geselecteerd en AFD kan trots meedelen dat 5 (ex-)AFD-leden ertoe behoren! Er waren ook andereorganisaties aanwezig die ondernemers steunen, zoalsOksigen Lab dat startende sociale ondernemers helpt bij het uitbouwen van hun project.

Teach 4 Belgium was op zoek naar pas afgestudeerden enjonge professionals die samen met hen de sociale ongelijkheidin het onderwijs willen verminderen en hiervoor gedurende 2 jaarwillen lesgeven in een school in een grootstedelijke context.Hun missie is het opleiden en coachen van inspirerendeleerkrachten. Studenten die op zoek zijn naar manieren omhun horizon te verruimen en internationale ervaring op tedoen, konden langsgaan bij Go2learn, Joker, ViaVia TourismAcademy en natuurlijk AFD zelf. Andere aanwezige bedrijvenwaren Cera, dat als maatschappelijk investeerder burgers wilverenigen om samen te investeren in maatschappij en welzijn,en Ondernemers voor ondernemers dat werkt aan duurzamesamenwerking met het Zuiden. De variatie aan ondernemerswas groot, dat bewijst ook de aanwezigheid van Solentra enWereld Missie Hulp.

In de avond volgde er een lezing over sociaal onder nemer schapmet enkele experten uit de politiek en de bedrijfs wereld.

Alexander De Croo (huidig minister van ontwikkelings samen -werking) sprak over ‘De nieuwe VN-ontwikkelingsagenda 2030:van ontwikkelingshulp naar internationale samenwerking’,gevolgd door een lezing van Olivier Vanden Eynde(Close The Gap) over ‘Sociaal Ondernemer schap in de Praktijk’. We sloten af met een Q&A tussen publiek, de voorgaandesprekers en Luc Bonte (Ondernemers voor Ondernemers).

Alexander De Croo stelde in zijn lezing de SustainableDevelopment Goals, die dit jaar de Millenium Goals opvolgen,voor. Goal nummer 1 luidt alsvolgt ‘End poverty in all its formseverywhere’. Als we de doelstelling willen behalen om tegen2030 iedereen uit wereldarmoede te halen, gaf De Croo aan,dan moeten landen van ontwikkelingslanden een jaarlijkse groeivan 7% behalen. Alexander De Croo gelooft in de belofte dat wein een periode van 15 jaar extreme armoede helemaal uit dewereld kunnen halen. Onze generatie heeft hier een opportuniteitdoor streng te zijn op mensenrechten, door nadruk te leggenop lokale economie en door technologie te omarmen. Alexander De Croo eindigde met de bemoedigende woorden“Jullie generatie heeft de kans om het zelf te doen en ik hoopdat jullie die kans gaan grijpen.”

Charlotte Janssens

Social Entrepreneurship Day

“Probeer te ondernemen als student, je kan nog veel

meer risico’s nemen.”Olivier Vanden Eynde

“Het is een illusie dat we met sociaalondernemerschap alleen de wereld

zouden redden. Als je groteveranderingen wilt realiseren, zullen er ook in de industrie en de klassiekebusiness mensen moeten zijn die zich bezighouden metduurzaam ondernemen.”

Luc Bonte

“Technologie zal de volgendejaren één van de belangrijkstedrivers van ontwikkeling zijn.”

Alexander De Croo

25

Page 26: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

26

Beste Thomas, Axel en Lies, Suzanna en Veerle en kleinkinderen,

Geachte familie,

Mijnheer de Rector, heren Ere-Rectoren, Mijnheer deVoorzitter van de Raad van Bestuur van de KU Leuven,Mijnheer de Algemeen Beheerder, waarde collega’s en leden van de universitaire gemeenschap,

Goede vrienden en sympathisanten van onze dierbareoverledene,

In grote getale zijn we hier samen gekomen om, in dankbareherinnering, afscheid te nemen van Karel Tavernier, een liefde -volle vader, een inspirerend collega, en een goede vriend.

Karel Tavernier heeft een rijk en actief gevuld leven naar heteinde toe geleidelijk moeten loslaten. Degenen die het vandichterbij hebben meegemaakt weten dat hem dat pijn deed.Hij was altijd graag onder de mensen en liet geen gelegenheidvoorbij gaan om in gezelschap te filosoferen, te discussiëren,uitgesproken meningen te verkondigen. Maar met de nodigezin voor relativiteit en bescheidenheid. Het moest tenslotte bijKarel altijd gezellig blijven. De actieve deelname aan regel -matige buurtwandelingen lukte al een tijd niet meer maar deaanwezigheid op het aansluitende gezellig samenzijnapprecieerde hij, tot vóór de zomer, des te meer.

Met trots vertelde hij graag over zijn Zuid-West-Vlaamsewortels, voor hem een bakermat van ondernemersspirit eneconomisch succes. Hij was een fiere telg van het college vanWaregem. Als noeste Waregemnaar keek hij graag met enigemeewarigheid naar zijn streekgenoten, de ‘stadsmensen’ van Kortrijk.

Voor zijn universitaire studies stuurden zijn ouders hem, opadvies van de collegedirectie, naar de beschutte omgevingvan de Sint-Ignatius Handelshogeschool in Antwerpen. Zijn belangstelling lag echter meer in het domein van demacro-economie dan de bedrijfskunde. Na zijn kandidaturenstapte hij dan ook over naar de KU Leuven waar hij snel deelging uitmaken van de zog. Pinxtenknapen, een selecte groepvan economie-studenten rond Prof. Kan. Pinxten.

Hij behaalde als een uitstekend student de licentie in deeconomische wetenschappen en doctoreerde onder leidingvan Prof. Gaston Eyskens. Tussenin verbleef hij voor een MAin economics aan de University of California te Berkeley.

Na zijn terugkeer uit de VS werd hij in 1962 op jeugdigeleeftijd aangesteld als directeur van het enkele jaren voordienopgerichte CES, het Centrum voor Economische Studieën.Hij trad er in de voetsporen van de pionier Gaston Geens. Ik leerde hem kennen in hetzelfde jaar toen ik de kleinedynamische ploeg mocht vervoegen in een herenhuis in de Leopoldstraat. Het was het begin van een hechteprofessionele en vriendschappelijke band, tot op de dag vanvandaag. Karel, het is met weemoed maar ook grote dank -baarheid en erkentelijkheid dat ik de afgelopen dagen deherinneringen heb opgehaald aan de vele mooie momentendie we samen mochten beleven.

Prof. Tavernier was een stimulerend en geëngageerd lesgever.Hij doceerde jarenlang het basisvak Inleiding tot de Economiein de kandidatuur Rechten en Macro-economie in de licentieeconomische wetenschappen. Hij besteedde veel aandachtaan de voorbereiding van zijn colleges. Vooral in de Rechtenmaakte hij er een erezaak van de theoretische inzichten van de cursus te vertalen naar de praktische relevantie en het begrijpen van de dagdagelijkse economische realiteit. Het gebeurde bij gelegenheid dat hij zijn charmanteechtgenote Annie uitnodigde om vanop de achterste bankenin het collegelokaal mee te oordelen of hij zijn boodschap welgoed had overgebracht. Want lesgeven was voor hem eenboodschap overbrengen, jongeren vormen en verantwoordeinzichten meegeven.

Afscheid van Prof. em. Karel Tavernier

Toespraak door Prof. Em. Theo Peeters, Sint-Jan de Doperkerk,Groot Begijnhof Leuven, op 21 november 2015

IN MEMORIAM

Karel Tavernier (1933-2015)

Page 27: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

27

Prof. Tavernier was een overtuigd adept van de heilzamewerking van de markteconomie met overheidsinterventie waardat nodig is maar zeker niet meer dan nuttig. Hij heeft danook in de jaren zeventig en tachtig, samen met de collega’s in de werkgroep macro-monetaire economie van het CES,ingezet op de meer monetaristisch geïnspireerde kijk op demacro-economie als alternatief voor de onder druk van deoliecrisissen falende Keynesiaanse aanpak. De schrik vooreen falende overheid zou bij hem steeds de bovenhand blijven halen boven het risico op een falen van de markt.

Deze houding is ook duidelijk terug te vinden in de manierwaarop hij gestalte heeft gegeven aan zijn verantwoordelijk -heden in het bestuur van onze Alma Mater. In 1981 neemtRector De Somer Prof. Tavernier op als Vice-rector in zijnbeleids ploeg. Ik herinner mij nog levendig hoe hijverbouwereerd bij mij binnen viel met de woorden: Piet DeSomer heeft daarnet getelefoneerd met de vraag om Vice-rector te worden, wat denkt gij, ik kan dat toch niet doen?Wat later op de dag toen de rede terug de bovenhand hadgehaald op de emotie en na wat aanmoedigende woorden ende consultatie van het thuisfront, is hij vol overgave in hetuniversitair beleid gestapt. Dat was nog de tijd dat, naast deVice-rector voor de campus Kortrijk, er slechts één titel -voerend Vice-rector deel uitmaakte van het BAR (Bureau vande Academische Raad). Hij werd de eerste leken Vice-rectorvan onze universiteit. Hij combineerde deze verantwoordelijk -heid, na het vertrek van toenmalig Algemeen BeheerderGuido Declercq, met de functie van Algemeen Beheerder. Hij bleef deze laatste functie vervullen onder de rectorenDillemans en Oosterlinck tot 1998.

Zijn beleidsfilosofie was een vertaling van zijn economischeovertuiging: zorg voor zo weinig mogelijk betutteling vanbovenuit en geef zoveel mogelijk ruimte voor initiatief naar de basis. Dat leidde bij hem niet altijd tot een gestroomlijndeorganisatie en duidelijke regels. Maar daar had hij geenproblemen mee zolang de professoren, uiteraard binnen eencoherent kader, hun ding maar konden doen. Universitairmanagement is zo zijn tweede academische liefde geworden.Zijn ruime ervaring en kennis van wat wij vandaag UniversityGovernance noemen, is internationaal niet onopgemerktgebleven. Tot een eind na het beëindigen van zijn actieveloopbaan heeft hij deelgenomen aan missies en expert -groepen van de OESO en de Raad van Europa overstrategisch management van universiteiten.

Het moet dan ook niet verwonderen dat hij, na het aflopen vanzijn mandaat als Algemeen Beheerder, werd aangezocht omhet voorzitterschap op te nemen van de Raad van Bestuurvan de Katholieke Hogeschool Leuven, vandaag het UCLL. Met wijsheid, verantwoordelijkheid en dynamisme heeft hijook deze opdracht tot aan de statutaire leeftijdsgrens metveel voldoening gestalte gegeven.

Buiten de academische wereld heeft hij eveneens in diversehoedanigheden bestuursverantwoordelijkheid opgenomen. Hij was o.m. bestuurder van de voormalige Paribas BankBelgië en van het obligatiefonds Rorento van de NederlandseRobecogroep.

Maar in het bijzonder staat Karel Tavernier geboekstaafd in deannalen van Ekonomika Senioren, de oud-studenten verenigingvan de faculteit, nu Ekonomika Alumni. Twintig jaar was hijeen enthousiasmerend en charismatisch voorzitter. Hij had,naast zijn academische status, het ideale profiel: joviaal, vlottoegankelijk, steeds beschikbaar en bereikbaar en bovenalgedreven door de missie van Ekonomika Alumni. Als voorzitterheeft hij steeds, in continuïteit, de geest en de traditie van het ‘old boys netwerk’ dat Ekonomika groot heeft gemaakt,vooropgesteld. Maar tevens het karakter van de eerder kleineen besloten club opengebroken en geprofessionaliseerd onderdruk van de exploderende studentenaantallen in de jarentachtig. De regionale kernen, de vakgroepen, de permanentevorming, nauw contact met Ekonomika-studenten, allemaalinitiatieven die onder zijn impuls werden uitgebouwd.

Daarbij heeft hij er steeds angstvallig over gewaakt hetevenwicht te bewaren tussen traditie en vernieuwing. De energie van de beeldenstorm van de jongeren kanaliseerdehij naar een constructieve dynamisering en versterking van devereniging. Hij wilde in zijn aanpak ‘duizend bloemen latenbloeien’. Ekonomika is hem duizendmaal dank verschuldigd.Voor Karel Tavernier waren de evenementen van Ekonomikahoogdagen met de jaarvergaderingen op kop. Begeesteringleefde in zijn toespraken tot de algemene vergadering en in deaansluitende feestelijke bijeenkomsten in de Salons Georgesgroeide zijn enthousiasme naarmate de wijzers van de kloknaar middernacht opschoven.

Van dat enthousiasme kunnen zijn talrijke vrienden getuigendie in diverse omstandigheden zijn deelgenoten mochten zijn.Karel zat nooit verlegen om een tafelspeech: bij Ekonomika,de weekends met buren en vrienden in de Ardennen,memorabele skiavonden, buurtwandelingen … Overal was hijgraag de eerste om het woord te nemen, ook al moest hij daarsoms de strenge blik van zijn lieve echtgenote voor trotseren.We zullen dat missen.

Karel, we nemen nu afscheid maar in onze herinneringen blijftge leven. En om de herinnering aan deze liefdevolle vader,inspirerende collega en goede vriend levendig te houden magik, in naam van Karel Tavernier, aansluiten bij de boodschapdie zijn grote mentor Gaston Eyskens achterliet aan het eindevan zijn mémoires, mijmerend over zijn

Avondgloed“Als er nog zon is op het avondlandschap,Dan zijn de bomen en velden in goudglans gehuld en de kleuren dieper,Maar de schaduwen zijn langer en donker.Dit is voor elkeen die nadenkt de verwittiging, het grote tekenHij weet dat achter de kim nieuwe horizonten liggenMaar hij zal die niet meer zienZij zijn het erfdeel van de jongeren en de komendegeneratiesIk ontken niet dat dit soms tot weemoed stemtMaar sterkte wil ik vinden in het geloof en de intenseverwachting Van een grote barmhartigheid”.

Prof. em. Theo Peeters

Page 28: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

28

Education@FEB

COULD YOU TELL US SOMETHING ABOUT YOURSELF?

I was born in Frankfurt a.M./ Germany to a German mother anda Sri Lankan father, and grew up near Bonn. I am an Economistby training and received my Bachelor degree in Economics fromthe University of Siegen, before leaving Germany for a Masterdegree at the Universitat Pompeu Fabra in Barcelona. After myMaster, I studied for my PhD at the European University Institutein Florence; during this time, I was also an intern at the EuropeanCentral Bank in Frankfurt a.M., and worked for the World Bankin Washington.

Since completing my doctoral studies I have worked as a Post -doctoral researcher in the Economics Department at theUniversity of Oxford, where I was also affiliated with NuffieldCollege and the Institute for New Economic Thinking, and asAssistant Professor in Finance at the University of Vienna.

In my spare time, I enjoy reading, long-distance running, andcycling.

WHICH COURSE WILL YOU BE TEACHING THIS YEAR?

I will be teaching Business Finance, starting in February.

WHAT ARE THE RESEARCH TOPICS THAT INTERESTYOU THE MOST (IN THE FINANCE DEPARTMENT)?

I am very much interested in banking and financial regulation. Thisincludes: financing and capital structure of banks, regulation andmoral hazard in banking, determinants of bank lending and therole of banking and bank lending in monetary policy transmission.

WHAT ARE YOUR EXPECTATIONS @FEB? WHICHOPPORTUNITIES ARE THERE FOR YOURSELF?

The research group in Finance has begun to build a research hubin empirical banking a while ago, for example with the hire of Prof.Degryse, and I am glad to be part of that strategy.

This creates opportunities for joint research, but also for veryvaluable feedback on the projects I brought to Leuven. I lookforward to contributing, not only with my research, but by hiringadditional PhD students in the field, and by helping to organisespecialised workshops. There are a lot of strong researchers inthis field, in the faculty and in the wider Brussels region; I lookforward to interacting with them.

WHY DID YOU CHOOSE AN ACADEMIC CAREER?

Out of curiosity. It means that I get to spend most of my timethinking about questions that I think are interesting, with themain constraint being that I find the best answers to thesequestions that I can come up with. This is a very privileged lifewith a lot of freedom and independence. It is also exciting toget to know, learn from, exchange ideas and collaborate with alot of extremely bright and interesting people. Last but not least,it is also a career that has allowed me to live and work in somevery beautiful places.

WHAT’S YOUR BEST PROFESSIONAL EXPERIENCEYET?

It is hard to point out one particular experience: I enjoy thewhole process.

ARE YOU LOOKING FORWARD TO TEACHING?

I am very much looking forward to teaching and getting toknow the students. I’ve heard a lot of good things about ourFEB students.

WHAT ARE THE QUALITIES OF BEING A ‘GOOD’STUDENT?

In my opinion, curiosity and dedication are the mostimportant ones.

Céline Palms

A new academic yearequals new faces in the auditoriumAt the start of every academic year, we're not only acquainted with tons of newstudents, we also notice the appearance of a couple of new faces among ourteaching staff. We spoke to Mike Mariathasan, who will be lecturing the course'Business Finance'.

Page 29: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Coincidently, this alumni event took place just one day after aB2U lecture, organized by Ekonomika, on the transformation oftransportation. This lecture on the future of people transportationwas almost like a ‘prelude’ to this company visit that shifted itsattention to the transportation of goods and how to managethis flow. We were welcomed in the Logistics Innovation &Training Center (LITC) in Laakdal for two inspiring talks, followedby a tour in one of Nike’s Distribution Centers.

Yan Ketelers introduced the attendees, among them many FEBstudents, to Bubble post. Bubble Post specializes in first-and-last-mile delivery of goods in the cities. With an increasingamount of people living and working in the cities, deliveringonline orders to their doorstep using large, polluting trucks isbecoming problematic. Bubble post therefore collects theparcels that need to be delivered in the city center, at theoutskirts. Using their in-house developed software, they re-bundle the packages and create optimal routes to deliver thesepackages as fast and efficient as possible into the city center.Since Bubble post is really committed to the environment, itdelivers about 70% of their packages with bikes.

For bigger parcels or frozen deliveries, they have a fleet ofelectric and natural gas-powered vans. In this way, they reducethe amount of half-empty trucks, traffic, and CO2 emissions.Customer service is improved by offering evening and weekenddeliveries, live tracking, and estimated time of delivery. Theirapproach is appreciated by customers, the environment, deliverycompanies, and the cities’ community. They deliver parcels forNespresso, Kiala, restaurants, and pharmacies. Bubble post iscurrently present in 15 cities in Belgium and the Netherlandsand will soon venture to many more European countries.

Leo Berckmans, senior distribution director at Nike explainedwhy a large multinational sportsware company like Nike tookthe big step in the ‘90s to close 31 of their 32 European DCsand decided to keep the Laakdal site as their only Europeanlogistics center. Over the last years, ever-increasing demandsand variety in products, led to a rapid expansion of this site andthey are finalizing plans to build another new warehouse in2016. Whether you are a Nike addict ordering the newest pairof Air Jordans online, or a retailer resupplying your stock, allEuropean orders are order-picked and sent out from theLaakdal site. Nike recently introduced the Nike Logistics Center(NLS) to provide coherence, efficiency, and guidance in alldecision making in the spirit of lean thinking and continuousimprovement. Nike will bundle their experiences and knowledgefrom the current DCs in their new warehouse; the focus is onscalability, safety, and flexibility.

After a behind-the-scenes look at their newest DC, we finishedthe evening with a pleasant reception and networking drink,discussing our impressions of this great evening.

Raïsa CarmenPhD student, Research Center for Operations Management,

Faculty of Economics and Business, KU Leuven.

Small Parcel LogisticsSmall Parcel Logistics

29

Driven by the digital world, andespecially e-commerce, companiesare facing the challenge to delivermore small orders faster, cheaper,and to millions of customers all overthe world. On Thursday, November27th, the P&L (Production & Logistics)group invited the FEB alumni toLaakdal, where Bubble Post and Nikeunraveled how they manage, copewith, and use this evolution as an opportunity for improvement from a logistics point of view.

Page 30: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Research@FEB

Op 5 november 2015 prijkten onze Rode Duivels, voor het eerstin hun geschiedenis, officieel op de eerste plaats van de FIFAranking. Het feit dat de 7 andere landen die ooit deze rang -schikking hebben aangevoerd allen voetbalgrootmachten zijndie één of meerdere grote tornooien hebben gewonnen moetonderstrepen dat dit een uitzonderlijke prestatie is. Anderzijdszijn er twijfels of die eerste plaats op de ranglijst wel betekentdat de Rode Duivels ook echt het beste landenteam ter wereldvormen. In het buitenland worden wenkbrauwen gefronst bij eennummer 1 die eigenlijk nog niets gewonnen heeft1, maar ook uiteen enquête bij 1000 Vlamingen blijkt dat amper 3.7% gelooftin de winstkansen van de nationale ploeg op het volgende grote tornooi, het EK 2016 in Frankrijk2. Waals voetbal analistStéphane Pauwels noemde de FIFA ranking zelfs “belachelijken helemaal niet objectief”. Het is volgens hem duidelijk datdeze ranking niet de correcte waardeverhoudingen weergeeft3.Typische Belgische bescheidenheid, of mogen we ons terechtvragen stellen bij de FIFA ranking?

In een competitie waar ploegen hetzelfde aantal wedstrijdenspelen, tegen dezelfde tegenstanders, is het rangschikken vande ploegen volgens sterkte vrij eenvoudig: winst levert een vastaantal punten op (bv. 3), een gelijkspel iets minder (bv. 1), en desterkte van elke ploeg komt overeen met het totaal aantalbehaalde punten. Het is veel minder duidelijk hoe je een rang -schikking moet maken van landenploegen, die een verschillendaantal wedstrijden spelen (al dan niet met inzet), en tegentegenstanders van verschillend niveau (Stefani, 1997). Hoe kanje bijvoorbeeld de waardeverhoudingen tussen Brazilië enBelgië inschatten, vlak voor de start van het WK 2014? Belgiëen Brazilië hebben sinds 2002 (WK Japan & Zuid-Korea) nietmeer tegen elkaar gespeeld. België had in de aanloop naar hetWK 10 kwalificatiematchen afgewerkt, op het scherp van desnee, tegen Europese tegenstanders. Brazilië had daarentegen,als gastland voor het WK, bijna uitsluitend oefenmatchengespeeld (onder andere tegen Australië, Panama en Chili).

Naar een meer betrouwbareranking van landenteams in het voetbal

1 The Telegraph, 13/10/2015. “Belgium rise to No1 in Fifa world rankings after they beat Israel – despite playing one tournament in 13 years”2 Het Nieuwsblad, 15/10/2015. “Amper geloof in Europese titel Rode Duivels”3 Het Nieuwsblad, 11/10/2015. “Het EK winnen is onmogelijk voor de Rode Duivels”

30

Chang Wang Dries Goossens Martina Vandebroek

Fo

to: A

GIF

/ S

hutt

erst

ock

.co

m

Page 31: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

In dit artikel leggen we uit hoe de FIFA ranking dit probleemaanpakt, ontmaskeren we een aantal tekortkomingen van dieranking, en stellen we een eigen systeem voor.

HOE WERKT DE FIFA RANKING?

De FIFA ranking4 in huidige vorm dateert van na het WK van2006, al werd de eerste officiële versie van de ranglijst al in 1992door de wereldvoetbalbond FIFA opgesteld. Landen verdienenpunten voor prestaties in elke (officiële) wedstrijd in de afgelopen4 jaar. Het aantal punten dat een wedstrijd oplevert hangt af vanhet product van 4 factoren:

• Het resultaat: 3 punten voor een overwinning (slechts 2 alsdat na strafschoppen was), 1 voor een gelijkspel of eenverlies na strafschoppen, en 0 punten voor elk ander verlies(zelfs na verlengingen).

• Het belang: een oefenmatch (1), een kwalificatiewedstrijd(2.5), een wedstrijd op een continentaal kampioenschap,zoals bv. het EK (3), of een WK-wedstrijd (4).

• De tegenstander: 200 – de positie op de FIFA ranking van detegenstander, met een minimale waarde van 50, en een extrapunt voor de eerste op de FIFA ranking.

• Het continent van de tegenstander: waarden variëren van0.85 voor Oceanië tot 1 voor Europa en Zuid-Amerika.

Wie onze Rode Duivels verslaat in een oefenwedstrijd, krijgtdaar momenteel dus 3*1*200*1=600 punten voor. Tot slotworden de wedstrijden van elk land ingedeeld in 4 perioden van12 maanden; voor elke periode wordt het gemiddeld aantalpunten berekend. Het totaal aantal punten van een land is daneen gewogen som van die gemiddeldes, waarbij periodes dieverder in het verleden liggen minder gewicht krijgen (zie Tabel 1).De FIFA ranking is dan niets anders dan de rangschikking vanlandenteams op basis van hun totaal aantal punten, en wordtmaandelijks geüpdatet.

Tabel 1 Afnemend belang van perioden in de FIFA ranking,naarmate ze verder in het verleden liggen

Periode Gewicht

0-12 maand geleden 1.0

12-24 maand geleden 0.5

24-36 maand geleden 0.3

36-48 maand geleden 0.2

TEKORTKOMINGEN VAN DE FIFA RANKING

Het puntensysteem dat aan de basis ligt van de FIFA rankingvertoont een aantal bijzonderheden. Zo leveren wedstrijden tegenzwakke ploegen relatief veel punten op. Een gelijkspel tegenDuitsland (2e) brengt bijvoorbeeld minder dan de helft van depunten op dan een overwinning tegen Israël (61ste). Een over -winning in een thuiswedstrijd levert evenveel punten op als opverplaatsing, terwijl dat laatste doorgaans lastiger is. Je kan dusmaar beter een oefenmatch organiseren (en winnen) thuis tegenTanzania, dan dat je op een uitnodiging van Spanje ingaat ener gelijk speelt. Verder krijg je sowieso nul punten voor eenverliesmatch, ongeacht de omstandigheden: een 2-1 nederlaagop het veld van Argentinië heeft dus dezelfde impact op de FIFAranking als weggeblazen worden tegen Andorra met 0-5 in eenthuiswedstrijd.

Kleine voetballanden hebben er alle belang bij om een reeksonderlinge oefenmatchen vast te leggen en daar elk de helft vante winnen. Het zou hen tientallen plaatsen hoger op de FIFAranking kunnen brengen, en zo mogelijk ook in een gunstigerepoule voor kwalificatiewedstrijden. Voor grote voetballandengeldt het omgekeerde: wie goed scoort op grote tornooien ofin kwalificatiewedstrijden kan maar beter geen oefenwedstrijdenspelen, gezien het geringe belang dat FIFA aan die wedstrijdenhecht ten opzichte van wedstrijden met inzet. Winst tegenAlgerije op het WK levert bv. 3 keer meer punten op dan devloer aanvegen met Italië in een oefenmatch. Gezien de FIFAranking gebaseerd is op een gemiddelde score van wedstrijdenover een periode, kan je dus maar beter op je lauweren rustenna een geslaagd groot tornooi of kwalificatiecampagne. Dit isuiteraard problematisch voor landen die vrijgesteld zijn vankwalificatie matchen, bv. als gastland van een groot tornooi, endus nauwelijks kansen krijgen om veel punten te scoren.

Tot slot kan de FIFA ranking ook vreemde sprongen maken. Zo zakte Schotland bijvoorbeeld van plaats 50 in augustus2013 naar plaats 63 in september 2013, om een maand lateralweer op positie 35 te staan. Ook de Nederlanders wetenhiervan mee te spreken: ze grepen naast een beschermdeloting als reekshoofd (ten voordele van de Belgen) omdat ze netin oktober 2013, het moment waarop de reekshoofden werdenvastgelegd, buiten de top 7 van de FIFA ranking vielen. Eenachterliggende reden is dat FIFA het resultaat van een matchmaar voor de helft meer meetelt, van zodra die match een jaarin het verleden ligt. Deze abrupte depreciatie kan voor groteschokken zorgen, zeker als het om een belangrijk resultaat gaatin een periode waarin weinig wedstrijden gespeeld werden.Desondanks hadden de Nederlanders met een meer door -dachte strategie omtrent de timing van hun oefen wedstrijdenen de keuze van hun tegenstanders wel degelijk reekshoofdkunnen zijn.

31

4 Zie http://www.fifa.com/worldranking/index.html

Page 32: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

32

ONZE AANPAK

De FIFA ranking kent punten toe per wedstrijd, die dan wordengewogen en uitgemiddeld. Onze methode beschouwt allegespeelde wedstrijden over een periode van 4 jaar, en leidtdaaruit de sterktes van alle landen af via een statistisch model.We werken verder op het zogenaamde Bradley-Terry model(1952), en meer precies met de aanpassing van dat model doorDavidson (1970) die rekening houdt met de mogelijkheid vaneen gelijkspel. Aangezien het thuisvoordeel erg bepalend kanzijn voor het resultaat van een voetbalmatch, houden wedaarmee rekening in ons model. Beschouw een wedstrijd i,waarin ploeg a thuis tegen ploeg b speelt, en noteer met Pi1,Pi2, Pi3 de kans op respectievelijk een overwinning voor dethuisploeg, een gelijkspel, en een overwinning voor debezoekende ploeg. Ons model is dan als volgt:

waarbij αa en αb de sterktes van ploeg a en b zijn, K het effectvan een gelijkspel, en h het effect van het thuisvoordeel. Wanneereen wedstrijd op neutraal terrein gespeeld wordt, stellen we h=0.

Om deze parameters te schatten gegeven de resultaten van Nwedstrijden zoeken we de waarden voor de parameters die deaannemelijkheidsfunctie L hieronder maximaliseren. In de formulevoor L is yij 1 als wedstrijd i eindigt met resultaat j, en 0 in elk andergeval. Resultaat j=1 staat voor een overwinning van de thuisploeg,j=2 voor een gelijkspel, en j=3 voor een uitoverwinning.

In deze aannemelijkheidsfunctie wordt geen onderscheid gemaakttussen oude en recentere wedstrijden, tussen competitieve wed -strijden en oefenmatchen, of hoe uitgesproken de overwinningwas. Daarom maken we een aantal aanpassingen. We houdenvast aan een periode van 4 jaar, maar we willen dat het gewichtvan een wedstrijd continu en gelijkmatig afneemt, zodat een matchdie gisteren gespeeld werd 4x zwaarder doorweegt dan eenwedstrijd van 4 jaar geleden. Voor het belang van een wedstrijdnemen we de waardering zoals gebruikt door FIFA over, gaandevan 1 voor een oefenwedstrijd tot 4 voor een match op het WK.Tot slot willen we ook rekening houden met het doelsaldo: eenruime overwinning wijst uiteraard op een groter verschil in relatievesterkte tussen de ploegen dan een nipte zege. Het resultaat isvolgende gewogen aannemelijkheidsfunctie die gemaximaliseerdmoet worden:

waarbij wtijd,i, wtype,i en wdoelsaldo,i overeenkomen met de gewichtenvan het tijdstip, belang en doelsaldo van match i. Met behulp vaneen statistisch pakket als bv. R kunnen we nu de relatieve sterktesvan de landen, het gelijkspeleffect en het thuisvoordeel schattenen deze gebruiken om een rangschikking te maken van de landen.

RESULTATEN

Ons model werd geschat op basis van de wedstrijden gespeeldtussen 1 juni 2010 en 31 mei 2014, vlak voor de start van hetWK. Landen die minder dan 10 wedstrijden speelden in dieperiode werden niet in het model opgenomen, wat 181 landenen 3397 wedstrijden geeft als input voor het schatten van hetmodel. Tabel 2 geeft een overzicht van de beste 30 landen opde FIFA ranking van 5 juni 2014, en de posities van die landenin onze ranking op datzelfde moment. De score in onze rankingkomt overeen met de geschatte waarde voor αl voor elk land l.Daarnaast schatten we K op 0.826, wat betekent dat als tweeploegen van gelijke sterkte een wedstrijd op neutraal terreinspelen, de kans op een gelijkspel volgens ons model 29.2% is.Het effect van het thuisvoordeel (h) schatten we op h=1.06, watbetekent dat de sterkte van een team met 1.06 omhoog gaatals het thuis speelt.

Tabel 2 De beste 30 landen volgens de FIFA ranking, met overeenkomstige positie in onze ranking

FIFA ranking Onze ranking

Rang Score Rang Score (αl)

Spanje 1 1485 2 5.772

Duitsland 2 1300 3 5.645

Brazilië 3 1242 1 5.789

Portugal 4 1189 12 3.902

Argentinië 5 1174 4 5.335

Zwitserland 6 1149 19 3.136

Uruguay 7 1147 8 4.241

Colombia 8 1137 5 4.918

Italië 9 1104 13 3.749

Engeland 10 1090 10 3.975

België 11 1074 11 3.949

Griekenland 12 1064 22 2.995

VS 13 1035 21 2.991

Chili 14 1026 7 4.315

Nederland 15 981 6 4.409

Oekraïne 16 915 24 2.824

Frankrijk 17 913 14 3.622

Kroatië 18 903 25 2.798

Rusland 19 893 16 3.277

Mexico 20 882 20 3.121

Bosnië en Herzegovina 21 873 26 2.690

Algerije 22 858 55 1.197

Denemarken 23 809 31 2.244

Ivoorkust 24 809 15 3.426

Slovenië 25 800 59 1.055

Ecuador 26 791 9 4.021

Schotland 27 786 43 1.811

Costa Rica 28 762 39 2.092

Roemenië 29 761 32 2.180

Servië 30 745 33 2.178

Uiteraard is onze ranking vrij sterk gecorreleerd met de FIFAranking (bv. Kendall tau rank correlatie van 0.802) enbeschouwde ook onze ranking Spanje, Duitsland en Brazilië alsde sterkste landen, weliswaar in een andere volgorde. Toch zijner ook een aantal belangrijke verschillen.

Page 33: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Volgens ons model werd Zwitserland zwaar overschat in deFIFA ranking. De Zwitsers waren dan wel ongeslagen in hunkwalificatiepoule, maar in een groep met relatief zwakketegenstanders (Noorwegen, Slovenië, Albanië, Cyprus enIJsland) lijkt dat in de FIFA ranking buitensporig veel puntenopgeleverd te hebben. Chili en Nederland hebben vooral opverplaatsing en/of tegen sterke tegenstanders resultatengeboekt, waarvoor ze in onze ranking beter beloond worden.

Ecuador moest volgens onze ranking veel hoger ingeschatworden. Ecuador speelde vooral matchen met inzet in dezeperiode van 4 jaar, en dat tegen sterke ploegen als Argentinië,Brazilië, Chili, Uruguay en Colombia. De Zuid-Amerikaanseconfederatie telt evenwel maar 10 landen, waarvan de helft zeersterk zijn. Landen als Ecuador spelen in hun wedstrijden metinzet dus heel vaak tegen deze toplanden, zodat ze na eenaantal goede resultaten door onze methode (te?) snel hoogaangeschreven worden.

Een ander opmerkelijk verschil is de ranking van Algerije, datmaar liefst 7 van zijn 9 oefenmatchen in de twee jaar in deaan loop naar het WK won. Het speelde wel 8 van die wed -strijden voor eigen publiek, een voordeel dat door onzeranking ontmaskerd werd.

EVALUATIE

Hoe kunnen we concluderen dat onze ranking beter is dande FIFA ranking? We proberen enerzijds te meten hoe goedbeide ranglijsten de waardeverhoudingen in de beschouwdeperiode van 4 jaar weergeven, en anderzijds ook hoe goedde ranking in staat is om uitslagen uit de nabije toekomst tevoorspellen. Zonder in detail in te gaan op hoe we beiderang lijsten gebruiken om resultaten te voorspellen, presenterenwe het percentage correct voorspelde resultaten in Tabel 3.Hieruit blijkt dat onze ranking beter scoort dan de FIFAranking, zowel voor de 4-jarige periode die gemodelleerdwordt, als voor de wedstrijden in de 10 maanden die daaropvolgen (inclusief het WK in Brazilië).

Tabel 3 Percentage correct voorspelde resultaten voorbeide ranglijsten

Periode FIFA ranking Onze ranking

1 juni 2010 – 31 mei 2014

(3397 wedstrijden) 54.4% 59.2%

1 juni 2014 – 31 maart 2015

(758 wedstrijden) 56.3% 60.0%

CONCLUSIE

Tot slot, zijn de Rode Duivels overgewaardeerd in de huidigeFIFA ranking? De Rode Duivels hebben de afgelopen 2 jaarweinig verloren (2 wedstrijden op 21), en vaak gewonnen (16 keer op 21 wedstrijden, waaronder alle groepswedstrijdenvan het WK). In de kwalificatiematchen ging het vaak om niptezeges, tegen relatief bescheiden - maar Europese - tegen -standers, wat in de FIFA ranking desondanks erg mooie puntenoplevert. Dat gemiddelde werd nauwelijks naar benedengetrokken in de oefenmatchen, omdat daar meestal tegenbehoorlijke tegenstanders gespeeld werd, en er, op één uit -zondering na, altijd gewonnen werden (het waren dan ook bijnaallemaal wedstrijden voor eigen publiek). Duitsland en Argentiniëdaarentegen zagen hun uitstekende prestaties op het WK nietvertaald in een uitzonderlijk FIFA puntentotaal voor 2014.Duitsland verloor vlak na het WK een oefenwedstrijd tegenArgentinië en liet later dat jaar punten liggen tegen Polen enIerland in kwalificatiematchen voor het EK. Argentinië speeldein de maanden na het WK flink wat oefenmatchen, die ofwelverloren werden (tegen Brazilië en Portugal), ofwel sowieso ergweinig punten opleverden gezien de zwakte van de tegenstand(Hong Kong, El Salvador). Aangezien de FIFA ranking gebaseerdis op het gemiddeld aantal punten per wedstrijd, zagen beidelanden hun score voor 2014 dus drastisch krimpen. Het feit datéén jaar later de punten uit 2014 maar voor de helft meermeetellen, heeft België dus de kans geboden om de eersteplaats te veroveren. Meer nog dan een overschatting van deRode Duivels, gaat het om een afstraffing van Argentinië enDuitsland op basis van een paar betekenisloze verlies -wedstrijden en oefenmatchen in het rating systeem van FIFA.

Zonder afbreuk te willen doen aan de prestaties van de RodeDuivels, menen we dat onze ranking een betere inschattingmaakt van de sterktes van landenteams dan de FIFA ranking. Dit komt omdat we rekening houden met het verschil ingescoorde doelpunten en de impact van het thuisvoordeel, eneen continue schaal gebruiken om het belang van oudere uit -slagen te laten afnemen. Het resultaat is een ranking die minderbokkesprongen maakt en niet zo gemakkelijk manipuleerbaar is.

33

REFERENTIES

• Bradley, R. A. and Terry, M.E. (1952) Rank Analysis of Incomplete Block Designs I: The Method of Paired Comparisons.,Biometrika, 32, 213–232.

• Davidson, R. R. (1970) On Extending the Bradley-Terry Model to Accommodate Ties in Paired Comparison Experiments., J. Am. Statist. Ass., 65,317–328.

• Stefani, R.T. (1997) Survey of the major world sports rating systems., J. Appl. Stat., 24, 635–646.

Fo

to: A

GIF

/ S

hutt

erst

ock

.co

m

Page 34: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

34

Research@FEB

Joep Konings: We zijn uiteraard zeer tevreden dat we deMethusalem financiering hebben binnengehaald. Dat is toch welbelangrijk voor de faculteit. Van de verschillende soorten onder -zoeks financiering is Methusalem één van de grotere. De idee isdat je enkel in aanmerking komt wanneer je een sterk palmareskan voorleggen met betrekking tot het begeleiden van doctoraten,het aantrekken van een kritische massa aan basis financieringen dat je reeds een aantal academische doorbraken op je naamhebt staan. Het gaat om een lange termijn financiering, het moetdus een programma zijn, geen project. Het moet ook gaan overbaanbrekend werk, het pushen van de frontier met grens ver -leggend academisch onderzoek. Op die manier kun je voor eenperiode van zeven jaar de nodige gelden verkrijgen om docto -raats studenten, Post Docs en Visiting Professors aan te trekken.

Ons onderzoeksprogramma rond de granulaire oorsprong vanmacro-economische fluctuaties heeft tot doel een nieuwebenadering te ontwikkelen om macro-economische prestatieste analyseren. In traditioneel macro-economisch onderzoekwordt namelijk geen rekening gehouden met bv. individueleondernemingen omdat die geen impact zouden hebben op hetgrote geheel. Nu is er veel heterogeniteit tussen onder nemingen:er zijn grote, middelgrote en kleine bedrijven. Wat blijkt nu? 80%van de output wordt gegenereerd door 20% van de onder -nemingen. En als met 1 van die grote ondernemingen ietsgebeurt, kan dat weldegelijk een grote impact hebben op eensector en een globale economie. Volkswagen is daar een recentvoorbeeld van. Als Volkswagen klappen krijgt, heeft dat ook eeninvloed op toeleveranciers, het consumenten vertrouwen en dehele macro-economie.

We gaan ook verder onderzoek doen naar bijvoorbeeld de impactvan regionale investeringen van de overheid. Volgens macro-economen zullen de multiplicatoren in een kleine open economieniet groot zijn. Maar dat is omdat ze wederom geen oog hebbenvoor de micro-economische dynamiek. Wat gebeurt er bij -voorbeeld als er hier in het Leuvense geïnvesteerd wordt in hightech activiteiten in het wetenschapspark dat x aantal high techjobs zou creëren. Gaat dat impact hebben op de Leuvenseeconomie? Een macro-econoom gaat dat niet onmiddellijk zien.

Maar wij weten dat dat wel impact zal hebben. We hebben onder -zocht dat een lokale jobmultiplicator ongeveer 4 is: 1 high tech jobcreëert 4 andere niet - high tech jobs, dikwijls laag geschoolde, inde regio. Maar je creëert wel werk gelegenheid. En dat kun jenagaan door de micro-economische dynamiek te bekijken.

Nu gaat ons programma in haar onderzoek gebruik maken vanBig Data, meer bepaald van gedetailleerde (confidentiële) data -sets van individuele ondernemingen. Dat geeft een enormevoedingsbodem om naar die micro-economische dynamiek tekijken en te zien welke impact dat heeft op macro-economischefluctuaties. Dat gaat volgens mij een hele nieuwe manier zijn om te gaan begrijpen waarom er crisissen zijn en hoe we diekunnen oplossen.

Michael BoelaertMeer info:feb.kuleuven.be/VIVES/homewww.kuleuven.be/onderzoek/kernprojecten/methusalem

De Faculteit Economie en Bedrijfs wetenschappen heeft voor de tweede keer de prestigieuze Methusalem financieringkunnen behalen. Nadat eerder in 2009 prof. Jo Swinnen deze onderzoeks financiering verkreeg voor zijn economischonderzoek over de voedselpolitiek en ontwikkeling van landen,

viel nu de eer te beurt aan Prof. Joep Konings met zijn onder zoek rond degranulaire oorsprong van macro-economische fluctuaties. De voormaligedecaan legt uit wat zijn onderzoek precies inhoudt.

Prof. Joep Konings

Methusalemfinanciering

Met middelen van de Vlaamse Overheid heeft de KU Leuven vanaf 2007 aan tien internationaaltoonaangevende onderzoekers van de universiteiteen onderzoeksfinanciering toegekend voor eenperiode van zeven jaar, die na positieve evaluatieverlengd kan worden met een nieuwe periode van zeven jaar, enz. tot het emeritaat. Deze Methusalem financiering is het hoogsteniveau van onderzoeksfinanciering, niet alleenqua omvang en duur maar ook wat de bewezenuitmuntendheid betreft. Van deze onderzoekerswordt verwacht dat zij op topniveau onderzoekverrichten om op deze wijze internationaal een zo sterk mogelijke positie uit te bouwen.

Page 35: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

35

35

ECONnect MagazinePagina’s Tarief

2/1 pagina € 2500 / editie

1/1 pagina € 1750 / editie

1/2 pagina € 950 / editie

Jaarpakket 1/1 € 5950 / 4 edities € 1050 korting

Redactie +€ 500 / redactie wij schrijven en designen uw publireportage

Corporate partnershipTools Waarde

Jaardeal ECONnect: 4 x ½ pagina € 3800

Logo nieuwsbrief € 950 / jaar

Logo website € 950 / jaar

Vacature plaatsing x 3 € 1350

TOTAALPRIJS € 7050

Korting € 2050

UW PRIJS € 5000

Wij streven er ook naar om duurzame jaarpartnerships tesluiten met onze trouwe partners. In dat opzicht, bieden weeen totaalpakket aan van de verschillende communicatie -middelen, waarmee uw bedrijf of merk gedurende het helejaar over verschillende touchpoints tot bij onze alumni komt.

JobwerkingAfgestudeerde economen van de Faculteit Economie &Bedrijfs wetenschappen zijn gegeerde profielen op de arbeids markt. Doorheen hun carrière zien we dat zijgemiddeld 4 tot 5 keer van werkgever veranderen. Binnenons bereik van 15 000 alumni wil dit zeggen dat er jaarlijkszo’n 1500 alumni actief of passief op zoek zijn naar eennieuwe uitdaging, het is dan ook een van onze doelen omze hierbij te begeleiden waar mogelijk.

Als u concrete vacatures hebt, kunnen wij deze verspreidenonder onze alumni. Wij plaatsen vacatures op onze website,en gedurende 3 maanden wordt uw vacature ondergebracht in de “nieuwe vacatures” sectie van onze maandelijksenieuwsbrief naar onze 15000 alumni. Hier kan het logo vanuw bedrijf met titel van de vacature vermeld worden.

Tool Tarief

Vacature plaatsing € 450 / vacature

Partnership Ekonomika Alumni vzw

Dit onderzoeksprogramma heeft tot doel een nieuwebenadering te ontwikkelen om macro-economischeprestaties te analyseren. Deze benadering isgebaseerd op een belangrijk inzicht dat onder -nemingen en werknemers zeer heterogeen zijn, integenstelling tot de traditionele macro-economischeanalyse die doorgaans een representatieve onder -neming of werknemer veronderstelt, die dan eenweer spiegeling moet zijn voor de gehele economie.Maar met een dergelijk ‘representatief agenten -model’ gaat men voorbij aan belangrijke factorendie de globale macro-economische prestaties,zoals werkloosheid, inflatie of groei, kunnenbeïnvloeden. Zo zal een land dat bestaat uitondernemingen die allemaal dezelfde groottehebben anders reageren op een economischeschok (bv. de financiële crisis) dan een land metenkele grote ondernemingen en veel kleineondernemingen. De reden is dat een schok die deze grote ondernemingen affecteert eenbelangrijkere impact heeft op de groei van een land dan een schok die de kleintjes beïnvloedt.

Deze macro-economische benadering om explicietrekening te houden met de micro-economischestructuur van een economie noemt men ook weleens de ‘granulaire oorsprong’ van macro-economische fluctuaties. We beogen dus het ‘DNA’van een economie te identificeren en dit op basisvan micro datasets (big data). Het onderzoek zal demicrokanalen bestuderen die een invloed hebbenop de belangrijke macro-economische indicatorendie courant gebruikt worden in het economischbeleid, met name inflatie, BBP en werkloosheid.

Promotor: Prof. Joep Konings

Copromotoren: Prof. Hylke Vandenbussche, Prof.

Frank Verboven, Prof. Jo Van Biesebroeck

Duur: 7 jaar

Periode: van 01/10/2015 tot 30/09/2022

Abstract “De granulaire oorsprong van macro-economische fluctuaties”

Page 36: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

36

Research@FEB

Aw

ards,

chai

rs a

nd a

ppoin

tments Spare parts inventory management:

making the unpredictable (more) predictable

In October 2015, the Atlas Copco research chairon Service Logistics was signed. Atlas Copco is aworld-leading provider of sustainable productivitysolutions in air compressors, construction andmining equipment, and power tools. With RonnieLeten as the chief executive, it is Sweden’sbiggest industrial group by market capitalisation,larger even than Volvo or Electrolux.

One of the secrets to Atlas Copco’s success isno longer the products, but a word that taken ina different context can still cause industrialiststo splutter: services. Services account for nearlyhalf of the Swedish group’s revenues and more than half of its profits. But these aren’t theservices that cause industrialists to get hot underthe collar when arguing in favour of manu facturingover service providers. For Atlas Copco, servicesmeans not only selling equipment, but alsorunning and repairing it too – a more dependablerevenue stream that has profit margins that aremore rewarding than the products themselves.

Over the past decade, Atlas Copco has built astrong tradition of collaboration with the Facultyof Economics and Business at KU Leuven,which led to several research projects under thesupervision of Professors Marc Lambrecht andBart Van Looy. Through this collaboration,existing working practices and business ideasget challenged and new directions are explored.

The new research chair runs in parallel with a current ongoing research chair on ‘ServiceOperations’. In the Service Operations Chair the maintenance operations are studied whichare performed to keep manufacturing systemsin good condition. In the new ‘Service Logistics’chair the inventory management of the spareparts, required by these maintenance operations,will be analyzed. The challenge is that the demandof these spare parts is –by definition- highlyun predictable (you don’t know when amachine will break down). The research willfocus on trying to make the unpredictable(more) predictable.

The research chair provides funding for a PhDstudent, Sarah Van der Auweraer (who graduatedat FEB in June 2015). The chair holder andpromotor of the PhD is Professor Robert Bouteof the Faculty of Economics and Business,

Campus Leuven. “By having two parallel chairsgranted by Atlas Copco, we can use theknowledge developed in one chair in the otherchair, and vice versa, and work on the interfacebetween Operations and Logistics. The researchchairs allow us to do fundamental research on projects that are inspired by Atlas Copco. As such, it is no ivory tower research, but it isalso no consulting. Actually, it is the best of both worlds.”

Nico Delvaux, President of Atlas Copco’sCompressor Technique business area explainstheir continued collaboration with KU Leuven:“Sponsoring a PhD helps us from an employerbranding perspective, it gives us access to apool of potential new employees and it is a cost efficient way to do innovation. But the main reason for me is really to have a veryprofessional sparring partner that looks at our challenges with an academic lens andcompliments our business view with a moretheoretical, academic view. And practice haslearned that if we do that right, we get a muchstronger foundation for our business. In thissense the KU Leuven has played an importantcontribution in our sustainable success.”

Robert Boute

Page 37: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Aw

ards, ch

airs and ap

poin

tments

Econopolis-leerstoel

Op 9 november 2015 werd de Econopolis Chairofficieel ingehuldigd op het rectoraat van deKU Leuven. De leerstoel is geschonken doorEconopolis, met steun van Urbain Vandeurzen.Prof. Joep Konings is de titularis; Prof. Luc Sels,tevens decaan van FEB, is de co-titularis.

Binnen de leerstoel zal onderzoek uitgevoerdworden naar de zogenaamde hidden champions,in het kader van de leerstoel Econo Championsgenoemd. De hidden champions krijgen de laatstejaren veel aandacht in bedrijfs- en beleids kringen,en worden wel eens getypeerd als the world’sbest unknown companies. Het gaat om bedrijvendie vaak in het topsegment opereren op dewereldmarkt (in termen van markt aandeel). Op strategisch vlak onderscheiden ze zich doorhun sterke focus. Ze lijnen hun markt scherp af,en staan dicht bij hun klanten. Permanenteinnovatie zorgt ervoor dat deze telkens een stap voor zijn. Maar ze zijn ook ‘low profile’; ze zoeken de publiciteit niet op. Het zijn dan ookvaak onbekende bedrijven bij het grote publiek.

Het onderzoek zal de jobcreatie en profiel -kenmerken van snelgroeiende Belgische onder -nemingen in kaart brengen. De achter liggendebedoeling is om voldoende zicht te houden op de omvang van de groep van snel groeiendeondernemingen, de criteria voor hiddenchampions scherper af te lijnen en de EconoChampions snel te identificeren. Voor deVlaamse ondernemingen die in een eerderestudie van Simon-Kucher & Partners (oktober 2013, in opdracht van Voka) werdengeïdentificeerd als hidden champions (28 ondernemingen) en potentiële hiddenchampions (35 ondernemingen) zal eenopvolgingstraject worden opgezet waarbij inkaart gebracht wordt hoe en in welke richtingdeze ondernemingen verder evolueren. Met de middelen van de leerstoel zal ook eenlezingenreeks opgezet worden om sprekers meteen bijzondere internationale uitstraling aan tetrekken. Zo zal de faculteit in de toekomst, naastde Gaston Eyskens leerstoel, ook een al evenprestigieus Econopolis Chair event organiseren.

Decaan Luc Sels

37

Page 38: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

38

Research@FEB

Academic Hero

Every edition of ECONnect we look for the ‘Academic Hero’ of a FEBprofessor and let him or her introduce this inspiring person. This editionMonique Snoeck nominates Grace M. Hopper and gives three reasonswhy she admires this pioneer in computer science.

The ‘academic hero’of Monique Snoeck

Grace M. HopperUS Admiral and computer pioneer

Page 39: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

“My academic hero had to be a womanin computer science. Since men havedominated computer science fordecades, all successful women in thisfield are exceptions and thus heroes forme. To excel as a woman in this male ori-ented scene requires persistence and ex-ceptional intelligence making successheroic. Per definition.” That there are sofew women active in computer scienceis somewhat a paradox. The wordcomputer refers to the early-twentiethcentury profession in which women pro-grammed the big calculators later re-ferred to as computers. “My academichero – Grace M. Hopper – was not onlya pioneer in this field intrinsically driven byadvancement; she symbolizes thosewomen who were the starting point.”

THE PIONEERGrace (Murray) Hopper, born in 1906 inNew York City, was an American com-puter scientist working for the US Navy,various top universities and corporations.Ranked as Rear Admiral she became arenowned programmer developing sev-eral essential techniques and working onthe Harvard Mark I computer during theSecond World War.“She became my academic hero for sev-eral reasons but for most of all throughher work writing the first compiler in 1952.The early computers were collections ofswitches needed to be set in the rightposition called programming, whereasthe on/off switches brought forth the bi-nary computer language. The elements –zeros and ones – are simple but requirelong and incomprehensible codes to tell the computer what to do. Only afew people were consequently able to communicate with the hardware.

Hopper came up with the idea to developa computer language much closer toEnglish so also a broader public couldunderstand and write it. Accordingly she invented the first compiler, a programthat transforms an easier programminglanguage into the binary computerlanguage. This was in fact a milestone in making computers suitable for home-use.” Although Hopper obtained major suc-cesses in the navy and the private sectorher academic career is admirable. Aftershe obtained two bachelor degrees fromVassar College she earned master’s de-grees in mathematics and physics fromYale University in 1930 and obtained herPh.D. from the same university in 1934.This latter was exceptional as a womanin those years. Later she became a re-search fellow at Harvard University. “Despite her academic career Hopper isactually an inventor. She did some theo-retical work but her major successeswere practical contributions to the field.Maybe this is typical for software engi-neering and computer science in whichpurely theoretical work does not exist.We can draft theories mathematically butwe must prove that our ideas work. Developing programs or at least opera-tive prototypes is therefore essential.”

THE INQUISITIVEProblem solving and curiosity were Hopper’s main motivations. As a 7-year old child she dismantled alarmclocks to discover their internal systemand working. Later, her pioneeringwork broke through the commonlyaccepted premise that computers arenot fit for a broad public. “I admire her incitement to make thingsmore efficient. Without her we would stillwrite software in zeros and ones. How-ever, a great understanding of computerscience was required but not sufficient tobreak this status quo, since there was adominant acceptance that her goal – anEnglish-like programming language –was impossible. Her persistence stem-ming from her quest to advancementwas extraordinary.Realizing advancement is also my motiva-tion. After I obtained my master degree in computer science at the KU Leuven I started to work in the banking sector.Some of us may remember paper booklets as accounts and later the printed bank statements which were send to the customers by mail.

Today, the banking and many other sec-tors are completely and critically software-dependent, yet writing software is still verymuch craftsmanship-driven. Finding solu-tions for making software creation moreprofessional, flawless ánd intuitive incen-tivizes me in my current job as professor.”

THE WOMANHopper survived and even excelled aswoman surrounded by men. The navyand academia were men’s territories inthe early and mid-twentieth century butHopper outshined as important com-puter scientist. She was awarded the firstever “Computer Science Man-of-the-Year” in 1969 by the US Association ofInformation Technology Professionals, aslightly ironic but rather revealing title.Besides a pioneer in her field she is asymbol for women worldwide. “The number of women in our field is stillvery low. Although there is a tendency invarious domains to improve the positionof women, computer science seems tohave its own fight. Rather than stimulat-ing the attendance and role of womenwe are still struggling to gain general le-gitimacy as an independent researchfield. Consequently, initiatives are not onlyor particularly focused on rectifying gen-der imbalances as we can see in for in-stance engineering and business. Interms of PhD students, the imbalance inour research department is minor but theproportion of female students in thebachelor and master Business & Infor-mation Systems Engineering is low. For-tunately, our international students rectifythis partly in the master of InformationManagement. Hopper’s success showsnevertheless that computer science isonly a men’s domain in its imbalance, notin its nature.”

Grace M. Hopper (1906 – 1992) died onthe age of 85 and was interred with fullmilitary honors. During and after her ca-reer she was awarded with variousmedals and awards from both militaryand research institutions. Parks, build-ings, streets, awards and conferencesare named after her, whereas the USnavy deploys the USS Hopper – a 154meter long warship – since 1992. Thedocumentary “Born with Curiosity” willpicture the story of Hopper and will be re-leased in 2016. For Monique Snoeck,Hopper is a beacon in multiple perspec-tives, “someone honorable”.

Sebastiaan Wijsman

39

Monique Snoeck

• full professor Faculty of Economics and Business (FEB)

• Research Centre for Management Informatics(LIRIS), Leuven

[email protected]

Page 40: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Students@FEB

40

De digitalisering van de economie is in een stroomversnelling terecht -gekomen. De opkomst van disruptivedigitale spelers zoals AirBnb, Uber,en technologie giganten zoalsFacebook en Google verandereningrijpend de economische spel -regels. Dat is zeker en vast ook het geval voor de transport sector. En dat is de Ekonomika-studentenniet ontgaan.

Met een Business-to-UniversityLecture “The Transformation ofTransportation”, in de Pieter deSomer Aula in Leuven op 25november 2015, bewezen zij detijdsgeest goed te begrijpen, met de aanwezigheid van ruim 600studenten. Uber, De Lijn en Teslagaven er keynote speeches.

UBER REVOLUTIONEERT HET TRANSPORT

Filip Nuytemans, CEO Uber Belgium, legde nogmaals hetvernieuwende concept van Uber uit. Uber is geen taxi- oftransport bedrijf, het heeft een digitaal platform waarbij op eeninnovatieve wijze transport wordt mogelijk gemaakt. De bestaandetaxi sector voelt zich door dit nieuwe model bedreigd. FilipNuytemans vindt dit een eerder corporatische houding. In feiteis Uber een oplossing voor vele mensen en bovendien aan -vullend aan het klassieke taxibedrijf en complementair met hetopenbaar vervoer. “Wij zijn een oplossing voor het mobiliteits -probleem want we zijn zeer sterk in de first mile and last miletransportation. Bijvoorbeeld, mensen die van huis naar hetstation moeten en daarna van het station naar hun huis ofnaar hun kot. Die laatste kilometers zijn ideaal om met Uberte overbruggen.

Uber is ook gericht op voortdurende innovaties zoals de Uber-pool waarbij meerdere passagiers tegelijkertijd worden vervoerd.“Het concept is ongeveer hetzelfde als een individuele rit, maarkan worden beschouwd als een vorm van carpooling. In eenbepaalde richting wordt een eerste passagier opgepakt, en daneen tweede, wat verder op wordt de eerste passagier afgezeten komt een derde aan boord om vervolgens deze tweede enderde passagiers op hun bestemming af te leveren. Het voor -deel is dat er minder auto’s nodig zijn vermits meerdere rittenworden gebundeld in één rit en de kost gedeeld en dus lagerkan zijn. In San Francisco wordt het overgrote deel van de Uber-verplaatsingen via Uber-pool georganiseerd”, aldus FilipNuytemans. En het bewijst dus ook dat minder personen -wagens nodig zijn.

40

Business-to-University:

The Transformation ofTransportation

Page 41: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

41

Nuytemans ontkende niet dat Uber overal waar het opduikt opweerstand stuit. “Soms zijn we verplicht om onze activiteiten testoppen. Ik kan daar twee zaken over zeggen: vooreerst zijn wijniet tegen wetgeving, maar wel voor een gemoderniseerde wet -geving en niet die ouderwetse die vandaag in feite het statusquo en het monopolie van de taxibedrijven bestendigt. Sindseen tiental jaren staat de taxisector stil, de prijs wordt bepaalddoor de overheid, het aanbod ook, er is geen concurrentiemogelijk en bijgevolg is er ook geen nood tot innovatie. Wij zijndus voorstander van een wetgevend kader, maar een modernkader waar bijvoorbeeld het aspect van veiligheid in wordtgeregeld en waarin tegelijkertijd een concurrentieel kaderontstaat waarin wij kunnen opereren.”

Over de toekomst meldde Filip Nuytemans dat ze niet alleenpersonen maar ook andere zaken zouden kunnen vervoeren.“Per toeval ontdekte onze lokale Uberman in Boston dat ze inde zomer, wanneer er een dip was in het personenvervoer, methet leveren van ice cream ook zaken konden doen. Alhoewelgeen permanent gegeven, is ‘Uber ice cream’ toch een succesgeworden. Het deed bij ons een lichtje branden dat andereleveringen mogelijk zijn zoals ‘Uber meat’, ‘Uber rush’ waarbijwij snelle leveringen centraal stellen. “We komen hiermee nietin concurrentie met de klassieke pakjesdiensten, want wijmikken op de extreem korte tijdspanne, bv. minder dan tienminuten, om bloemen of warme maaltijden leveren. Nu ligt defocus nog op personenvervoer maar in de toekomst zal hettransport van andere zaken zeker in stijgende lijn gaan.”

Op de vraag of de zelfrijdende auto een kans dan wel eenbedreiging is voor Uber, antwoordde Filip Nuytemans: “Beide.Mensen gaan geen wagen meer kopen maar in de toekomsteen zelfrijdende wagen gebruiken. Vraag is of ze die gaanaan kopen of bv. via organisaties zoals Uber on demandzullen gebruiken?”

Hoe wordt de Uber bestuurder betaald? “Uber biedt een platformaan dat door de aanvaarde chauffeurs wordt gebruikt. Datdigitaal platform bezorgt een klant een vooraf afgesprokenvervoer prijs waarvan 20 % als commissie naar Uber gaat.Chauffeurs hebben geen deelname in de vaste kosten van hetUber-platform en kunnen er heel soepel uitstappen.”

DE LIJN INNOVEERT IN MOBILITEIT

Johan Van Looy, directeur van De Lijn Vlaams-Brabant, lichttede ambitieuze plannen van De Lijn toe om tegen 2018 rond deluchthaven van Zaventem zelfrijdende bussen in te leggen. Van Looy meldde dat zij een grondige voorbereidende studiehebben gemaakt en trends zoals de zelfrijdende wagen, deshared economy, … hebben bestudeerd in functie van demobiliteits oplossingen die De Lijn in de toekomst moet aan -bieden. De keuze is gevallen op zelfrijdende shuttle busjes. Dezeshuttles dienen voor de bediening van een beperkte groep die‘uit de lijn’ ligt van de reguliere buslijnen. Zo is het duidelijk dater rond de luchthaven van Zaventem er een cluster vanbedrijven is, bedrijven die met de luchthaven te maken hebben(onder houd, catering, toelevering, luchtverkeersleiding,parkings, …). Deze zelfrijdende shuttles brengen dan 24 uurop 24 de betrokken werknemers en anderen naar deomliggende bedrijven en organisaties. Van Looy: “Wij zijnongeveer klaar met het bestek om het te sturen naarproducenten van de shuttle busjes. Wij verwachten midden2016 offertes binnen te krijgen, maken dan de selectie en hopendat het hele systeem rond de luchthaven van Zaventemoperationeel is in 2018.”

TESLA: TOP IN ELEKTRISCHE WAGEN

Last but not least kwam Nicolas Lens, verantwoordelijke voorTesla Belgium, aan het woord. Tesla, opgericht door visionair ElonMusk in 2003, is aan een steile opgang begonnen. Het doel vanTesla is de overgang naar een duurzame mobiliteit in de wereldte versnellen. “Wij hebben al onze patenten vrijgegeven om datdoel te bereiken want door onze kennis te verspreiden gevenwe een zetje aan de klassieke auto-industrie in de richting vanelektrische wagens. Trouwens, de elektrische wagen is geennieuwigheid. Reeds 100 jaar geleden bestonden elektrischewagens. In de VS bv. reden in 1900 28 % van de wagens opelektriciteit, 40 % op stoom en 22 % op benzine. In de jarendaar na is de elektrische wagen achteruit gegaan omdat deverbrandings motoren voor benzine veel efficiënter zijn geworden.”

In de jaren 1990 is er een revival gekomen van de electric vehicle(EV). Milieu heeft daar zeker een rol ingespeeld. “Wij dienen op teboksen tegen drie vooroordelen tegen de elektrische wagen: hij is klein, lelijk en heeft een beperkte actieradius. Filip Nuytemans

Johan Van Looy

Page 42: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

Students@FEB

42

Tesla heeft daarom een Master Plan in drie grote stappenafgekondigd: we zijn begonnen met het Roadster- model, wateigenlijk een top model is, zeer duur en met slechts 2.500exemplaren, dus heel exclusief. De tweede stap is modelS/model X (SUV) dat wij lanceren als alternatief voor de gezins -wagen. Het blijft een wagen in het premium segment in dehogere prijsklasse rond 75.000 euro. Maar we werken aan dederde stap, namelijk een compactere en meer toegankelijkeauto: het model 3 dat vanaf 2017 op de markt moet verschijnenvoor een prijscategorie orde grootte 30 à 35.000 euro.”

Inmiddels investeert Tesla ook bijvoorbeeld in autopilot softwareen energy storage (batterijen met een grote energieopslag).Nicolas Lens: “Een klassiek automerk maakt een onderscheidtussen de productie en de retail. Tesla wil de volledige keten inhanden hebben, inclusief de retail, m.a.w. vanaf het ontwerpover productie tot de verkoop bij de klant willen we volledig inhouse houden. We zijn ervan overtuigd dat dit ons het meest leertover onze klanten (customer experience) en wij daardoor ook debeste service kunnen leveren. Het gevolg is ook dat wij wereld wijddezelfde prijs hanteren voor iedereen. Er is geen korting politiekwant we hebben ook geen invoerders of concessies.”

Lens: “Onze wagens zijn ook heel eenvoudig, je hebt geendashboard met vele knopjes en lichtjes, slechts één grootscherm, genre iPad waarmee je alles kan bedienen, en overalop internet kan. Om de drie maanden is er trouwens een gratisen automatisch software update.

Komt er een zelfrijdende Tesla? “Op dit ogenblik nog niet,vandaar het autopilotsysteem, dat eigenlijk een verregaandeassistentie aan de chauffeur geeft. Je moet bv. niet meer sturen.Wanneer je je richtingaanwijzer opzet naar links dan scant de radarhet verkeer en voegt automatisch in, ook automatisch parkerenmet het gebruik van 360 graden ultrasonische sensoren.”

Een moeilijk punt is het rijbereik van elektrische wagens. Het Tesla model S heeft nu een rijbereik van 400 kilometer en danmoet je opnieuw opladen. De oplossing die Tesla vandaag inEuropa heeft voorzien zijn 195 laadpunten overal langs de auto -strades en binnen de 30 minuten wordt een Tesla-batterij gratisopgeladen. Nicolas Lens: “Dit geeft u de mogelijkheid om met één‘tankbeurt’ onderweg van Brussel naar uw skioord in Zwitserlandte rijden met een halfuurtje oponthoud om uw batterij op teladen, en inmiddels een koffietje te gaan drinken.

Ten andere, 88 % van de verplaatsingen in België bedragenminder dan 100 kilometer per dag waardoor het probleem zichniet stelt. U kan dan de wagen ’s avonds thuis opladen.”

Zoals gesteld is de derde fase, dus de “massaproductie” voorTesla, namelijk het model 3, maar de bottleneck blijft de batterij.Daarom heeft Tesla in de VS een gigafactory voor batterij -paketten met een grote opslagcapaciteit opgestart omdat ditde noodzakelijke stap is naar massaproductie van elektrischewagens. Batterijen zijn vandaag trouwens de duurste onder -delen van de elektrische wagens. Deze giga factory moet dusleiden tot massaproductie van batterij paketten met een grotecapaciteit waardoor deze toch minstens 30 % per batterijgoedkoper moeten kunnen worden. Dat zal de elektrischewagen tot bij het grote publiek moeten brengen. We gaan altijdvooruit want onze auto’s zijn een beetje zoals wijnen: ze wordenbeter met de jaren.”

Wat antwoordt u op de kritiek dat de elektrische wagen te veelgesubsidieerd zou zijn, want anders niet rendabel? NicolasLens: “Wij beschouwen dit hoe dan ook als tijdelijk; het zal welniet blijven duren. Door volume-effect zal de kostprijs dalen(vooral van de batterijen), en zullen wij zonder subsidies ookconcurrentieel zijn met de klassieke wagens. Duurzaamheid ligtons nauw aan het hart, maar een “groene wagen” kan eigenlijkop dit ogenblik nog niemand maken, vermits wij allemaal tochmaterialen nodig hebben voor de bouw, zowel voor de carrosserieals voor de batterijen. Maar we willen ervoor zorgen dat hettransport met onze wagens zo groen mogelijk is want allemaalop groene stroom.”

Fa Quix

Nicolas Lens

Page 43: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

HOE KIJK JE TERUG OP DE 24-URENLOOP?

Hoewel we de beoogde derde plaats niet hebben behaald ditjaar, kijk ik toch met een heel positief gevoel terug op de 24-urenloop. LBK was veel beter dit jaar en het is jammer dat weMedica niet meer hebben kunnen inhalen. We hebben 24 uurlang alles gegeven en zijn er blijven voor gaan maar we moestenuiteindelijk het onderspit delven met 6 rondes verschil. Ook dehele voorbereiding naar de 24-urenloop toe met mijn comitéwas fantastisch. We hebben heel hard gewerkt om er een top -editie van te maken. We hebben ons laten inspireren door Lego.We bouwden als stand een heus Legohuis. Ekonomika werdvoor een dag Legonomika. Het enthousiasme van de supportersen de lopers zal ik nooit vergeten. Bedankt allemaal!

WAT ZIJN ZOAL DE VOORBEREIDINGEN DIE ERVOOR DIT EVENEMENT GEDAAN MOETEN WORDEN?Eerst en vooral is dit de lopers voorbereiden, dus genoeg promomaken zodat elke economist op de hoogte is van de 24-uren loop.We zijn bijvoorbeeld gaan flyeren in ons legokostuum. We hebbenook loopsessies georganiseerd om de lopers klaar te stomen enerna gingen we altijd nog een pintje drinken in Dulci. Daar naastmoeten we ook zorgen dat de lopers en supporters een warm huisjehebben om in uit te rusten en daar voor hebben we enkele bezoekjesgebracht aan de gamma en heel veel lego blokjes geschilderd.

Comité Logistiek heeft gezorgd voor de stellingen van het Lego -huis. Daarnaast moest ik ook elke week naar de LOKO Sportwerk vergadering gaan. Hier worden de reglementen uitgelegd, deshiften verdeeld, de opbouw- en afbraak regelingen toe gelicht, etc.

LEGONOMIKA SPIONKOPNog een leuk extraatje. Dit jaar kwam het meeste lawaai heelerg duidelijk vanuit de Ekonomika-stand. Dit was te danken aanhet “Legonomika spionkop’’ initiatief van Koen Peeters, studentaan de FEB. De bedoeling was om 24 uren lang kabaal te maken,liedjes te zingen, de lopers aan te moedigen, etc. Er werdenzelfs 3 trommels bij het standje gezet zodat zeker iedereen deEkonomika-supporters kon horen. Er kwamen veel supportershet initiatief steunen en dit project is zeker voor herhaling vatbaar.

TOT SLOTDankjewel aan alle economisten die zijn komenlopen en supporteren. Bedankt aan hethele Sportcomité en de vele vrijwilligers.Dankzij jullie was het een editie die wenooit meer zullen vergeten! Bedankt Louise voor je enthousiastemedewerking aan dit interview.

Stijn Vossen

Ekonomika wordt

Legonomikatijdens 24-urenloopDe 24-urenloop 2015 vond dit jaar plaats op 20 en 21 oktober. Onze doelstelling was de

derde plaats te behalen. 24 uur lang hebben de economisten alles gegeven om deze plaats

te veroveren. Helaas was de concurrentie sterk. Apollon won deze 44ste editie, gevolgd

door VTK, LBK en Medica. Ekonomika behaalde de vijfde plaats. Dit neemt niet weg dat het

comité sport zich voor de volle 100 procent heeft ingezet, zowel tijdens de voor bereidingen

als op het evenement zelf. Louise Missiaen, Vice-Praeses Sport van het 86ste werkingsjaar,

blikt met ons even terug op deze onvergetelijke 24-urenloop.

43

Page 44: 7493 NIEU ECONNECT DEC15 · en faculteit. In groeiende mate werken we ook samen met alumni van andere faculteiten, vooral internationaal waar we samen met Alumni Lovanienses internationale

ECONnect

Driemaandelijks magazine

Gezamenlijke uitgave van de Leuvense campus van de Faculteit Economie enBedrijfswetenschappen(FEB@Leuven) van KU Leuven en Ekonomika Alumni, de vereniging van alumni van FEB@Leuven.

Contact: Michael Boelaert,[email protected], tel. +32 16 37 92 36, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven, Naamsestraat 69, 3000 Leuven

Hoofdredacteur: Fa Quix, [email protected]

Voorzitter redactieraad: Freddy Nurski, voorzitter Ekonomika Alumni

Kernredactie: Michael Boelaert,Loes Diricks, Jelle Baats, Freddy Nurski, Fa Quix, Peter Reusens, Luc Sels, Valerie Molly, Katrien Wauters, Maud Wellens

Fotografen: Jan Maryssael, Rob Stevens, Kwong Gueng To

Verantwoordelijke Uitgever:Luc Sels, decaan FEBNaamsestraat 69, 3000 Leuven

Druk: Van der Poorten

Heeft u ook interesse om driemaandelijksECONnect toegestuurd te krijgen? Word lid van Ekonomika Alumni of mail [email protected]

When you

The great work you did at EY is never forgotten - it continues as part of our mission to build a better working world. Stay connected at