aarzelen. het blik bonken gezwollen glimmen het handvat
TRANSCRIPT
aarzelen
het blik
bonken
gezwollen
glimmen
het handvat
harken
inzamelen
de kelder
de keldertrap de tree
de kier
de spleet
klemmen
koperkleurig
luidkeels
de platte knoop
de rammelaar
repareren
rinkelen
sjouwen
te vrede zijn
trillen
de zaklantaarn
de lichtstraalfel
opbergen
verboden toegang
het alarm
beveiligen
pikdonker
lichtknop verlichten
de zaag de boormachine
de schroevendraaier de tang
het gereedschap
dingen om iets aan te hangen
de haak het haakje
de schroef de spijker
dingen op je bureau
de paperclip de punaise de nietjes
kasten
de ladekast het nachtkastje de kledingkast
het bed
de bedbodem
het matras
de ombouw
binnenkant buitenkant
voorkant achterkant
de stem