afstudeeronderzoek...de doelgroep van het advies dat voortkomt uit dit rapport betreft de...
TRANSCRIPT
15-6-2017
Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
Auteur: Robert Drooghmans
TILBURG AFSTUDEERONDERZOEK
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
2
Afstudeeronderzoek
Operatie Steenbreek
Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
Opleiding: Landscape and Environment Management
School: Hogeschool Inholland, Rotterdamseweg 141 Delft
Docentbegeleider: Ted van der Klaauw, Hogeschool Inholland
Stagebegeleider: Paula Paulus, Gemeente Tilburg
Plaats: Tilburg
Datum: 15-06-2017
Versie: 2.0
Auteur: Robert Drooghmans
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
3
VOORWOORD
Het is ontzettend jammer dat een afstudeeropdracht over een klimaatadaptieve maatregel gaat. Dit wil
namelijk zeggen dat alle mitigerende maatregelen voor de verandering van het klimaat niet hebben geholpen.
Het is een feit, het klimaat verandert en daar veranderen wij niets aan. Vandaar dat we nu klimaatadaptieve
maatregelen bedenken. De maatregel in dit rapport is het vergroenen van het bodemoppervlak, meer bepaald
het vergroenen van particuliere tuinen.
Het betreft dus een plan waarbij bewoners van Tilburg hun tuinen gaan vergroenen. En daar sta ik volledig
achter, een groenere bodem heeft namelijk vele voordelen. Welke dat zijn lees je in voorliggend rapport.
Tijdens mijn stage heb ik met bewondering en net zo veel verwondering beleidsplannen gelezen en meningen
van collega's aangehoord. Bewondering voor de kennis die er heerst binnen de stadskantoren. Verwondering
dat deze kennis in de praktijk minder aanwezig is. Daarmee doel ik op de kennis van het onderwerp
duurzaamheid. Zo heeft de gemeente Tilburg woorden als klimaatadaptatie, duurzaamheid en circulaire
economie beschreven in haar beleidsplannen. Alleen zie ik er in de praktijk weinig van terug, ik woon namelijk
zelf in Tilburg en beleef de stad iedere dag.
Wat ik duidelijk wil maken, is dat de gemeente Tilburg nog vele stappen mag zetten om de beschreven
woorden in beleidsplannen daadwerkelijk te vertalen naar de praktijk. Om deze reden wil ik via deze weg
pleiten om als gemeente het goede voorbeeld te geven alvorens aan je inwoners te vragen hun gedrag aan te
passen. Bij het vergroenen van tuinen wordt immers gedragsverandering verwacht. Laat het niet bij woorden
maar handel in daden.
Met veel enthousiasme heb ik mijn afstudeerstage bij de gemeente Tilburg volbracht. Mijn dank gaat uit naar
Paula Paulus, zij nodigde me uit voor een sollicitatiegesprek en heeft kostbare tijd in mijn stage gestopt als mijn
stagebegeleidster. Ook teammanager Arjen Wennink van afdeling Ruimte, wil ik bedanken om mij de kans te
geven binnen zijn team, Stedelijke Basis, de stage te volgen.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
4
SAMENVATTING
Aanleiding en doel
Het klimaat is aan het veranderen, ook in Nederland. Dat betekent dat Nederland de opgave heeft om zich aan
te passen aan het veranderende klimaat, ofwel klimaatadaptief te zijn. Gevolgen van het veranderende klimaat
zijn piekbuien en droogte (KNMI, 2017). Bij piekbuien wordt het rioleringssysteem overbelast en zullen straten
overstromen. Ook rivieren kunnen overstromen, doordat het hemelwater wordt afgevoerd via rivieren. De
hoeveelheid verharding op het bodemoppervlak draagt bij aan de overstromingen van riolering en rivieren.
Binnen de gemeente Tilburg is de bodem op veel plekken niet waterdoorlatend genoeg. In voorliggend
onderzoeksrapport wordt een klimaatadaptieve toepassing beschreven, waarmee vergroening van de bodem
het beoogde resultaat is. Doel is bewoners stimuleren hun tuinen te vergroenen waardoor een groot deel van
het oppervlak binnen de gemeentegrenzen meer waterdoorlatend wordt. In dit rapport wordt een
communicatieplan beschreven dat handvaten biedt om inwoners van Tilburg te bereiken en hen aan te zetten
tot het vergroenen van hun tuinen.
Werkwijze
De hoofdvraag, die bestudeerd wordt in dit onderzoek, luidt : Hoe kan de gemeente Tilburg haar burgers
stimuleren tot het vergroenen van hun tuin, wat zijn de effecten hiervan en welke korte termijnactie kan de
gemeente ondernemen om haar bewoners te stimuleren?
In dit kwalitatieve onderzoek wordt middels een case study een antwoord op deze vraag beredeneerd. Deze
redenatie komt voort uit data gegenereerd uit interviews, geanalyseerde documenten, observatie, een
expertmeeting en een enquête. Middels een doelgroepen-communicatiematrix, is deze data geanalyseerd en
geconverteerd in resultaten. Deze resultaten dienen als voeding voor de planfase: het communicatieplan.
Resultaten en conclusies
Het veranderende klimaat zorgt voor een toename aan neerslag, bodemdegradatie en toenemen van het
stedelijk hitte-eilandeffect (UHI). Onder het vergroenen van tuinen wordt verstaan het weghalen van de
verharding zoals tegels en stenen en daarvan in de plaats vegetatie aanleggen. De effecten van het vergroenen
van tuinen zijn: afname UHI en bodemdegradatie; vermindering wateroverlast; toename waterberging en
biodiversiteit en leidt tot verbetering van fysieke en mentale gezondheid.
Het vergroenen van tuinen is het weghalen van de verharding zoals tegels en stenen en daarvan in de plaats
vegetatie aanleggen. De effecten van het vergroenen van tuinen zijn : UHI neemt af; wateroverlast vermindert;
waterberging neemt toe; bodemdegradatie neemt af; biodiversiteit neemt toe; fysieke en mentale gezondheid
verbetert
De gemeente Tilburg heeft bestuurlijke agenda's, visies en coalitieakkoorden afgesloten, waarin zij indirect en
direct aangeeft in te zetten op een groenere leefomgeving. Daarbij wordt de directe omgeving, ook de tuin, van
woningen meegerekend.
Om bewoners te motiveren hun tuinen te vergroenen is ervoor gekozen om, aan de hand sociaal-psychologisch
Brand Strategy Research model (BSR), bewoners in te delen in vier doelgroepen. In het BSR model worden vier
belevingswerelden onderscheiden. Deze werelden worden leefstijlen genoemd: de drijfveren en leefstijlen van
de bewoners. De vier leefstijlen worden weergegeven in de kleuren rood, geel, groen en blauw. Elke leefstijl
heeft een andere houding ten aanzien van het type tuin dat zij prefereren. Om de houding of het gedrag van de
bewoners te veranderen ten aanzien van het type tuin, moet voor elke leefstijl een communicatiemiddel
worden gedefinieerd. Door per leefstijl de motieven, weerstanden en omgevingsfactoren te benoemen kan aan
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
5
elke leefstijl een toepasselijk communicatiemiddel gekoppeld worden. Voor elke buurt in Tilburg is van de
meest voorkomende kleur een leefstijl toegekend. Door per buurt in te spelen op de leefstijl die er het meest
voorkomt kan een gerichte actie voor operatie steenbreek worden bedacht.
Uit de korte termijnactie blijkt, dat een communicatieactie enkel gebaseerd op motieven geven en
weerstanden wegnemen (aan de hand van het gratis aanbieden van tuingrond en het kosteloos inleveren van
verharding), ook succesvol kan zijn.
De strategie, om bewoners te stimuleren hun tuinen te vergroenen, heeft als uitgangspunt de verschillende
leefstijlen. De strategie wordt in zijn geheel beschreven aan de hand van een communicatie- actieplan. Het is
belangrijk het nut van groene tuinen te communiceren naar de bewoners. Ook bewustwording van
klimaatadaptatie moet beter bij de bewoners. Elke leefstijl heeft een andere aanpak per communicatiemiddel
nodig om dat te bewerkstelligen. Motieven aanreiken en weerstanden wegnemen met betrekking tot het
vergroenen van een tuin zal bewoners helpen in het motiveren hun tuin daadwerkelijk te vergroenen. Ook
burgerparticipatie is van belang om de acties van operatie steenbreek succesvol te laten verlopen.
Aanbevelingen
Houd na elke actie een evaluatie over de succes- en faalfactoren en de gemaakte kosten.
Betrek kartrekkers bij het communicatieproces.
Zet het beleid voor klimaatadaptatie en groen hoger op de prioriteitenlijst.
Geef als gemeente het goede voorbeeld: vergroen de openbare ruimte.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
6
INHOUD
Voorwoord .............................................................................................................................................................. 3
Samenvatting .......................................................................................................................................................... 4
1. Inleiding .......................................................................................................................................................... 8
1.1 Onderzoeksopzet ........................................................................................................................................ 10
1.2 Onderzoeksmethode ................................................................................................................................... 12
2. Gevolgen klimaatverandering ...................................................................................................................... 13
2.1 Gevolgen van de toename van neerslag in Tilburg ..................................................................................... 14
2.2 Hittestress stedelijk gebied ......................................................................................................................... 16
2.3 Degradatie van de bodem ........................................................................................................................... 18
3. Vergroenen van tuinen en de effecten ........................................................................................................ 19
3.1 Groene tuinen in relatie tot gezondheid ..................................................................................................... 19
3.2 Groene tuinen zorgen voor hogere biodiversiteit ....................................................................................... 20
3.3 Trends m.b.t. vergroenen van tuinen.......................................................................................................... 21
4. Beleid m.b.t. vergroenen van tuinen ............................................................................................................ 23
5. Doelgroepen ................................................................................................................................................. 25
5.1 Leefstijlen .................................................................................................................................................... 25
5.2 Tuintype per leefstijl ............................................................................................................................ 30
6. Gedragsverandering ..................................................................................................................................... 32
6.1 Theory of planned behaviour ...................................................................................................................... 32
6.2 Motieven, weerstanden en omgeving ................................................................................................. 33
7 Communicatiemiddelen ............................................................................................................................... 35
7.1 Burgerparticipatie ....................................................................................................................................... 36
7.2 Expertmeeting ............................................................................................................................................. 37
8 Doelgroepen-communicatiematrix .............................................................................................................. 38
9 Korte termijnactie ........................................................................................................................................ 40
9.2 Aanpak ................................................................................................................................................. 41
9.3 Resultaat .............................................................................................................................................. 41
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
7
10 Communicatieplan ....................................................................................................................................... 46
10.1 Processchema om communicatie- en participatiemiddelen in te zetten ................................................. 47
10.2 Communicatie- actieplan .......................................................................................................................... 48
11 Discussie ....................................................................................................................................................... 52
12 Conclusie ...................................................................................................................................................... 54
13 Aanbevelingen .............................................................................................................................................. 55
Bibliografie ............................................................................................................................................................ 56
Bijlage .................................................................................................................................................................... 61
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
8
1. INLEIDING
Aanleiding
Het klimaat is aan het veranderen (IPCC, 2013), ook in Nederland (KNMI, 2015). Nederland heeft de opgave om
klimaatadaptief te zijn. Het rijk heeft mede daarom het Deltaprogramma opgesteld. In het Deltaprogramma
worden bepaalde Deltabeslissingen beschreven. Eén daarvan is de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. Daarin
wordt de ruimtelijke inrichting van Nederland in hoofdlijnen uiteengezet. Bij deze hoofdlijnen worden enkele
voorstellen opgenomen. Maak Nederland klimaatbestendig en waterrobuust. Hier zijn alle overheden samen
verantwoordelijk voor (Deltacommissaris, 2017).
Probleemstelling
Het veranderende klimaat zorgt voor piekbuien en droogte (KNMI, 2017). Bij piekbuien wordt het
rioleringssysteem overbelast en zullen straten blank staan door het overtollige water. Ook kunnen rivieren
overstromen doordat het hemelwater wordt afgevoerd op de rivieren. Een reden waarom rioleringen en
rivieren overbelast worden is de hoeveelheid verharding op het bodemoppervlak. Het water kan niet weg via
de bodem en komt in het rioleringssysteem terecht. Een maatregel voor dit steeds groter wordende probleem
is minder verharding en meer groen als bodemoppervlak realiseren.
In voorliggend onderzoeksrapport worden de resultaten beschreven voor een klimaatadaptieve toepassing
binnen de gemeente Tilburg. Deze toepassing is het vergroenen van de bodem binnen de gemeentegrenzen.
Door inwoners te stimuleren hun tuinen te vergroenen kan een groot deel van het oppervlak binnen de
gemeentegrenzen meer waterdoorlatend worden. Het hemelwater dat binnen de perceelgrenzen van de
woning van de bewoners valt zou daar ook de grond in moeten. Hierdoor is er geen hemelwaterafvoer meer
nodig en worden rioleringssystemen minder overbelast. Gevolg hiervan is dat de straten niet, of minder blank
komen te staan.
Doelstelling
Doel van de opdracht is een communicatieplan ontwikkelen dat een handvat biedt voor de mogelijkheden om
inwoners van Tilburg te bereiken en daadwerkelijk toe te zetten hun tuin te vergroenen.
Door een plan op te stellen hoe burgers het best gemotiveerd worden gedrag te veranderen kan de gemeente
een aanpak opstellen en acties formuleren. Deze aanpak moet resulteren in minder verhard oppervlak binnen
de gemeentegrens van Tilburg. Het plan is uitdrukkelijk een advies over hoe bewoners gemotiveerd kunnen
worden en zal daarom niet ingaan op de interne werkprocessen van de gemeente Tilburg.
De doelgroep van het advies dat voortkomt uit dit rapport betreft de medewerkers van de gemeente Tilburg
die belast zijn met de acties voor operatie steenbreek in Tilburg.
Hoofd- en deelvragen
De hoofdvraag van het onderzoek luidt:
Hoe kan de gemeente Tilburg haar burgers stimuleren tot het vergroenen van hun tuin, wat zijn de effecten van
het vergroenen van tuinen en welke korte termijnactie kan de gemeente ondernemen om haar bewoners te
stimuleren?
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
9
Om de hoofdvraag te beantwoorden worden de volgende deelvragen gesteld:
1. Wat zijn de gevolgen van het veranderende klimaat in Tilburg in relatie tot verstening van particuliere tuinen?
2. Wat wordt verstaan onder vergroening van tuinen en wat zijn de effecten, wat is het beleid van de gemeente Tilburg hierbij?
3. Welke doelgroepen zijn er en welke effectieve communicatiemiddelen zijn er om de doelgroep te stimuleren?
4. Welk communicatiemiddel sluit het beste aan per doelgroep? 5. Welke korte termijnactie kan de gemeente ondernemen om haar bewoners te overtuigen en start
deze actie op.
Werkwijze
In dit kwalitatieve onderzoek werd middels een case study een antwoord op deze vraag beredeneerd. Deze
redenatie komt voort uit data gegenereerd uit interviews, geanalyseerde documenten, observatie, een
expertmeeting en een enquête. Middels een doelgroepen-communicatiematrix, is deze data geanalyseerd en
geconverteerd in resultaten. Deze resultaten dienen als voeding voor de planfase: het communicatieplan.
De communicatiemiddelen betreffen middelen voor het motiveren van het vergroenen van tuinen door de
inwoners. Het advies (ofwel het communicatieplan) zal hierdoor enkel van toepassing zijn op de bewoners en
niet op de interne afdelingen van de gemeente Tilburg.
De reikwijdte van het onderzoek betreft het grondgebied en woningen binnen de gemeentegrenzen van de
gemeente Tilburg.
Leeswijzer
Het advies wordt vertaald in een communicatieplan. Dit rapport bestaat uit een inventarisatiefase (waarin de
resultaten van deelvragen 1 t/m 3 beschreven worden), een analysefase (deelvraag 4 & 5) en het
communicatieplan (beantwoording van de hoofdvraag). De inventarisatiefase beslaat hoofdstuk twee, drie,
vier, vijf, zes en zeven. In hoofdstuk acht wordt de analysefase beschreven en hoofdstuk 10 is het
communicatieplan. Hoofdstuk negen is de korte termijnactie die parallel aan het onderzoek is uitgevoerd.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
10
1.1 ONDERZOEKSOPZET
In onderstaand conceptueel model wordt schematisch weergegeven wat er onderzocht zal worden tijdens het
afstudeeronderzoek. De blauwe kaders laten de hoofdonderwerpen zien. De paarse kaders zijn de gevolgen,
effecten of mogelijke uitkomsten van de hoofdonderwerpen. De gestippelde pijlen laten zien welk verband de
variabelen met elkaar hebben . De 'volle' pijlen volgen vanuit een gevolg, effect of uitkomst van een
hoofdonderwerp en leiden vaak naar een volgend hoofdonderwerp.
Door te onderzoeken of klimaatverandering daadwerkelijk aan de gang is en in de toekomst zal toenemen
wordt een basis voor het rapport gelegd. Het is noodzakelijk de gevolgen van versteende tuinen in beeld te
brengen, dit fenomeen heeft een directe relatie in verhouding tot wateroverlast binnen de gemeente.
Klimaatadaptatie is het reageren op het veranderende klimaat. Dit reageren gebeurt door de negatieve
gevolgen van klimaatverandering te reduceren en hopelijk geheel wegnemen. Het noodzakelijk om te weten
wat het huidig beleid met betrekking tot klimaatadaptatie en vergroenen van particuliere tuinen is. Als
onderbouwing op de adaptieve ingreep, vergroenen van tuinen, is het nodig om de positieve effecten van
groene tuinen te onderzoeken. Positieve effecten zoals bevordering biodiversiteit en de invloed op de
gezondheid bij de mens zullen daarom onderzocht worden.
Een communicatieplan heeft een doelgroep nodig om naar te communiceren. Dit wordt bepaald door
onderscheid te maken in leefstijlen van de bewoners. Tevens wordt onderzocht hoe een doelgroep
gedragsverandering kan vertonen. Nadat de doelgroep is bepaald, worden communicatiemiddelen aan elke
leefstijl gekoppeld. Zodra de middelen zijn gekoppeld aan de doelgroep, kan het communicatieplan worden
geschreven. In het communicatieplan worden vervolgens maatregelen getroffen met als doel bewoners te
motiveren hun tuin te ontstenen en vergroenen.
Bovenstaande tekst wordt in figuur 1 schematisch weergegeven.
Figuur 1, Conceptueel model
Klimaatverandering
Gedrag particuliere tuinbezitters
Groene tuinen
Versteende tuinen
Leefstijlen
Doelgroepen
Beleid gemeente
gezondheid
Biodiversiteit
Werkproces gemeente
Wateroverlast
Klimaatadaptatie
Communicatiemiddelen
Maatregelen
Uitvoering
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
11
Onderzoeksmodel In figuur 1.2 is het onderzoeksmodel van het onderzoek te zien. In het model wordt duidelijk hoe de onderwerpen uit het conceptueel model worden onderzocht. Dit wordt per fase van het onderzoek weergegeven.
.
Figuur 1.2,
Onderzoeksmodel
Uitwerken communicatiestrategie
Communicatiemiddelen koppelen per leefstijl middels een doelgroepen-communicatiematrix.
Korte termijnactie
Beleid gemeente
Effecten groene tuinen
Doelgroep beschrijving
Gevolgen klimaatverandering
Mogelijke middelen:
posters, opentuindagen,
woningcorporaties betrekken,
buurtbijeenkomsten,
informatieavonden,
burgerinitiatieven ondersteunen
Product: communicatieplan
Planfase Analysefase Inventarisatie
Aanpak
Implementatie
Resultaat
Gedrag en leefstijlen doelgroepen
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
12
1.2 ONDERZOEKSMETHODE
Inventarisatiefase :
De inventarisatiefase betreft de hoofdstukken twee tot en met zeven. In de inventarisatie wordt een antwoord
gegeven op de deelvragen één, twee en drie. De hoofdstukken twee, drie en vier dienen met name als
onderbouwing om het nut van groene tuinen te verduidelijken.
In de hoofdstukken vijf, zes en zeven zijn de onderwerpen onderzocht die in de analysefase worden verwerkt.
Bij een communicatieplan hoort een doelgroep waarnaar gecommuniceerd kan worden, de doelgroepen zijn
aan de hand van leefstijlen gekozen. Voor het communiceren naar bepaalde doelgroepen zijn middelen nodig.
Deze middelen zijn geïnventariseerd. Om bewoners hun tuinen te laten vergroenen is een gedragsverandering
nodig. Hiervoor gelden een aantal factoren, ook deze gegevens zijn beschreven in de inventarisatie.
Als laatste paragraaf van de inventarisatiefase is een expertmeeting beschreven. Tijdens de expertmeeting zijn de gegevens uit hoofdstuk zeven besproken. De resultaten van de expertmeeting zijn meegenomen in de uitwerking van de planfase.
Analysefase :
In de inventarisatie worden vier verschillende leefstijlen beschreven. Deze verschillen zitten in de drijfveren en
leefstijlen van de bewoners. Elke leefstijl heeft een voorkeur met betrekking tot de inrichting van hun tuin. Ook
de motieven, weerstanden en omgevingsfactoren voor gedragsverandering verschillen per leefstijl. In de
analysefase, hoofdstuk acht, is een doelgroepen-communicatiematrix gemaakt. Deze matrix laat per leefstijl
zien hoe een communicatiemiddel het best (of niet) aansluit per doelgroep.
Planfase :
Doordat in de analysefase de doelgroepen-communicatiematrix is beschreven kan het communicatiedoel, het
bereiken en motiveren van de doelgroepen tot het vergroenen van hun tuin, verder worden uitgewerkt. Voor
de strategie van het communicatieplan zijn de leefstijlen als uitgangspunt gebruikt. De gegevens van de
expertmeeting en de enquête van de korte termijnactie zijn ook verwerkt in het communicatieplan.
In hoofdstuk elf staat de uitwerking van het communicatieplan. Alle hoofdstukken uit voorliggend rapport
bevatten onderdelen die terugkomen in communicatieplan. Om deze reden worden verwijzingen gegeven naar
hoofdstukken en tabellen uit dit rapport. Een communicatie- actieplan, paragraaf 10.2, zal de strategie en
aanpak voor de beginfase van de acties voor operatie steenbreek beschrijven.
Tevens wordt in hoofdstuk elf een variant op een beslisboom (processchema voor het inzetten van
communicatie- en participatiemiddelen) schematisch weergegeven. Het schematisch afgebeelde processchema
helpt om de acties voor operatie steenbreek volgens een bepaalde structuur op te zetten. Het processchema
maakt een connectie met alle gegevens in de hoofdstukken twee tot en met zeven. Ook geeft het schema aan
op welke volgorde de gegevens worden gebruikt voor het opzetten van communicatieacties om bewoners te
motiveren hun tuinen te vergroenen.
Korte termijnactie
In hoofdstuk tien wordt de aanpak van de korte termijnactie en de resultaten hiervan beschreven. Tijdens de
actie is een enquête gehouden onder de deelnemers. De resultaten hiervan zijn, zoals eerder al beschreven,
meegenomen in de uitwerking van de planfase.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
13
2. GEVOLGEN KLIMAATVERANDERING
"De menselijke invloed op het mondiale klimaatsysteem is duidelijk zichtbaar" (IPCC, 2013); (Planbureau voor
de Leefomgeving, 2012). Dat het klimaat verandert is een feit. Vele onderzoeken hebben dit aangetoond. IPCC,
klimaatpanel van de VN, is een organisatie die zich al enkele decennia bezig houdt met het veranderende
klimaat. Zij voeren grote onderzoeken uit met de grootst beschikbare datasets. Uit de onderzoeken komt naar
voren dat het klimaat de afgelopen 100 jaar wereldwijd met een gemiddelde temperatuur van 0.85oC is
gestegen. De stijging van de temperatuur zal ook in de lopende eeuw aanhouden (IPCC, 2013).
In Nederland steeg de gemiddelde temperatuur tussen 1906 en 2007 met 1,7 o
C. Hierdoor nam het aantal
zomerse dagen toe en het aantal vorstdagen af. De frequentie van hevige regenbuien is tevens sterk
toegenomen. De stijging van de temperatuur in Nederland is twee keer zo groot als de gemiddelde stijging
wereldwijd. Dit heeft te maken met het feit dat landmassa's sneller opwarmen dan oceanen (oceanen hebben
een sterke invloed op wereldgemiddelde). Ook de (zuid-) westenwind, afname van bewolking en de stijgende
temperaturen van de Noordzee dragen hieraan bij. De verwachting is dat de stijging nog een aantal decennia
toeneemt (Planbureau voor de Leefomgeving, 2012).
De gemiddelde waterafvoer van de grote rivieren in Nederland is toegenomen in de winter. In de zomer is
sprake van een afname van de afvoer, zie tabel 2.1. Deze verschillen in hoge en lage waterafvoeren zorgen voor
risico's in Nederland. Dit komt doordat de kans op overstromingen tijdens de piekafvoeren in de winter en de
kans op waterschaarste in de zomer hoger zijn (Planbureau voor de Leefomgeving, 2012).
Het KNMI heeft verschillende klimaatscenario's voor de toekomst opgesteld. In tabel 2.1 is een vergelijking
gemaakt van waargenomen effecten, metingen afgelopen eeuw van klimaatverandering tegenover mogelijk
toekomstige effecten volgens de klimaatscenario's van KNMI.
Tabel 2.1, Waargenomen klimaat t.o.v. potentieel toekomstig klimaat. Bron: (KNMI, 2015) (Planbureau voor de Leefomgeving, 2012)
Variabel Klimaat, gemiddeld, tussen 1900 tot 2013
Potentieel toekomstig klimaat tot 2100
Zeespiegel 20cm stijging <= 85cm stijging in 2100 (+1m bij extreme scenario's)
Waterafvoer Rijn* Toename winter Afname zomer
Winter tot +27% Zomer tot -41%
Jaargemiddelde neerslag 851mm <= +7% Droogte in de zomer Geen trend Sterke toename mits er een
veranderende luchtcirculatie optreedt
Temperatuurstijging (Jaargemiddelde)
+1,7 o
C <= 3,7 o
C (In de zomer <=5,6
oC)
Sterfgevallen winterperiode Afname sterfgevallen Verdere daling Hittestress Toename zomersmog en
sterfte door tropische dagen. Afname wintersterfte groter dan toename zomersterfte.
Toename door meer hittegolven. Kan beheersbaar blijven door aanpassingen in gedrag en stedelijke (her)inrichting.
*= toename waterafvoer (en kans op overstromingen) in winter, geldt voor alle grote en kleine rivieren.
Hoewel klimaatverandering vaak geassocieerd wordt met negatieve gevolgen, kunnen sommige van de gevolgen ook positief zijn. Een aantal voorbeelden hiervan zijn (Planbureau voor de Leefomgeving, 2012):
Productieverhoging gewassen
Minder sterfgevallen in de winterperiode
Toename recreatiedagen
Toename toerisme
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
14
2.1 GEVOLGEN VAN DE TOENAME VAN NEERSLAG IN TILBURG
Op 1 januari 2016 had de stad Tilburg 212.929 inwoners. Deze inwoners hebben de keuze uit het totaal aantal
woningen van 95.779 binnen de gemeente Tilburg. Daarmee komt de woningbezetting neer op 2.2 inwoner per
woning (Gemeente Tilburg, 2016).
In Tilburg spelen naar aanleiding van verstening van particuliere tuinen drie variabelen uit tabel 2.1 een grote
rol bij klimaatverandering. Dat zijn de toename neerslag, hittestress en droogte. Deze variabelen worden om
deze reden verder toegelicht te beginnen bij toename neerslag.
Het jaargemiddelde aan neerslag neemt toe, zoals te zien in tabel 2.1. Echter, de intensiteit van een bui zal ook
vaker toenemen. Deze extreme buien zorgen lokaal voor wateroverlast, beschadigde gebouwen, gevaarlijke
verkeerssituaties en schade voor land- en tuinbouw (Lenderink et al., 2011).
De neerslagintensiteit neemt toe, doordat de lucht opwarmt. In de zomer kan de temperatuur in de toekomst
oplopen met 5,6 o
C, zie tabel 2.1. Volgens een onderzoek van Lenderink et al. (2011) naar de intensiteit van
neerslag in een veranderd klimaat neemt de intensiteit van extreme buien (vanaf een dauwpuntstemperatuur
van 10 o
C) met 14% per graad toe. Dit betekent volgens hetzelfde onderzoek dat de intensiteit van een bui kan
toenemen tot 108%. De dauwpuntstemperatuur is het punt waarop de waterdamp in de lucht begint te
condenseren doordat de lucht afkoelt (Lenderink et al., 2011).
Eens in de 2 jaar, T=2, valt er een bui waarbij water op straat komt te staan in gebieden met een gemengd
rioleringssysteem in Tilburg (Gemeente Tilburg, 2015). Een T=2 bui heeft een neerslagintensiteit van
20mm/uur. In het tijdvak 2000-2011 is een toename van 15% vastgesteld van buien tot T=10 ten opzichte van
het tijdvak 1970-1999. Uit onderzoek van KNMI blijkt dat een verdubbeling van de intensiteit optreedt bij een
toename van 5 o
C. Met andere woorden, een bui die optreedt bij een dauwpunt van 13 o
C heeft een intensiteit
van 16mm/uur maar bij een dauwpunt van 18 o
C heeft een zelfde bui een intensiteit van 32 mm/uur. Een bui
die momenteel wordt geclassificeerd als T=2 krijgt in de toekomst een toename van intensiteit, bij veranderd
klimaat tot + 5 o
C, ongeveer vergelijkbaar met hedendaagse T=20 buien. Dit geldt ook voor buien van
bijvoorbeeld T=100, deze buien kunnen in de toekomst hedendaagse T=1000 buien worden (KNMI).
Door de aanleg van blauwe aders en infiltratiegebieden wordt de functionele eis om water op straat te
voorkomen bij buien van T=2 gerealiseerd. Blauwe aders, ook wel gescheiden rioolstelsel, is een
rioleringsstelsel voor het gescheiden afvoeren van hemelwater en vuilwater. Tilburg heeft de ambitie om heel
de gemeente te voorzien van blauwe aders in 2050. Tot die tijd zullen altijd knelpunten blijven bestaan met
betrekking tot water op straat bij buien van T=2 (Mackowiak, 2017); (Gemeente Tilburg, 2015).
Zoals eerder vermeld gaan de extremen toenemen en zullen het huidig rioleringssysteem en de blauwe aders niet voldoende zijn om water op straat in Tilburg te voorkomen. De gemeente Tilburg heeft de afgelopen jaren hinder ondervonden van wateroverlast. De meest ernstige voorbeelden dateren van 30 mei 2016 en 28 juli 2014. Met name de bui op 28 juli 2014 heeft veel schade toegebracht aan huizen, bedrijven en winkels, naar schatting 15 miljoen euro (Mackowiak, 2017). Ook kwamen die dag 16.000 huishoudens zonder stroom te staan (Omroep-Brabant, 2014).
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
15
Op afbeelding 2.1 is duidelijk de overlast van
de bui op 28 juli 2014 te zien. Op
verschillende plaatsen was tot 60 mm
neerslag geconstateerd (Omroep-Brabant,
2014). De voornaamste knelpunten betroffen:
Kapelstraat, Verdiplein, Vivaldistraat,
Rueckertbaan (ontoegankelijkheid van het
Tweestedenziekenhuis), Lijnsheike/de Schans
en de Leharstraat (Gemeente Tilburg, 2015).
Op afbeelding 2.1.1 is een modelberekening
van wateroverlast in Tilburg weergegeven. De
berekening is op basis van hoogtekaart AHN-2
in GIS geïllustreerd. De gekleurde vlekken
betreffen gebieden waar water over het oppervlak stroomt bij een bui vanaf 60 mm/uur. In de berekening
wordt er van uitgegaan dat 20 mm via het riool wordt afgevoerd (blauwe aders worden hierin volledig mee
berekend, dus vanaf 2050) en 40 mm over afstroomt via het oppervlak (InfoGIS, Potentiële wateroverlast).
In afbeelding 2.1.1 is duidelijk te zien dat het stedelijk gebied (alles tussen nummers 1, 43, 33, 79 en 12) in de
toekomst het meest gevoelig is voor water op straat.
Afbeelding 2.1, Wateroverlast Tilburg. Bron: (Vorselaar)
Afbeelding 2.1.1, Potentiële wateroverlast in Tilburg. Bron:
(InfoGIS, Potentiële wateroverlast)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
16
2.2 HITTESTRESS STEDELIJK GEBIED
De toename neerslag en hittestress spelen een grote rol bij klimaatverandering. Verstening van tuinen
versterken deze variabelen. In deze paragraaf wordt de variabele hittestress verder toegelicht.
Het Urban Heat Island (UHI) oftewel het stedelijk hitte-eilandeffect is de theorie dat een verstedelijkt gebied
warmer is dan het platteland (Oke, 1987). Doordat de eigenschappen van stedelijk materiaal en de dichte
bebouwing de warmte beter vasthouden in verstedelijkte gebieden treedt het hitte-eilandeffect op. De stenen
in een verstedelijkt gebied absorberen de zonnestralen. Door de stenen is er tevens weinig verdamping en ook
menselijke activiteiten zoals verkeer, industrie, huishoudens en gebouwen veroorzaken allen het UHI (Rovers
et al., 2014).
Het UHI is in drie typen te onderscheiden :
Het oppervlakte UHI, het verschil tussen stad en platteland in oppervlaktetemperatuur.
Atmosferische UHI, grenslaag boven de stad waarbij de geografische ligging de intensiteit bepaalt.
UHI op leefniveau, dit is het direct effect van gebouwen, verhard bodemoppervlak, bomen en water
op het microklimaat (klimaat op leefniveau) (Rovers et al., 2014).
In dit onderzoeksrapport is alleen het laatst genoemde UHI type van belang, omdat het hierbij over het verharde oppervlak in relatie tot de UHI gaat.
De afgelopen decennia is een toename van de bevolking in steden geconstateerd. De bevolkingsgroei in
Nederland neemt naar verwachting met 950.000 mensen toe tussen 2015 en 2030. 75% van dit aantal gaat in
de grote steden (met 100.000 of meer inwoners) wonen. In de gemeente Tilburg wordt voor de periode 2015-
2030 een bevolkingstoename van 12,3% verwacht (CBS, 2016).
De bevolkingsgroei in Tilburg heeft tot gevolg dat meer woningen worden gerealiseerd. Deze nieuwe woningen
worden vaak gebouwd op plaatsen waar voorheen een braakliggend terrein, weide, bossen of ander soort
onverharde bodem gesitueerd was. Denk aan VINEX-wijken die vaak in het buitengebied werden/worden
gebouwd, hierdoor ontstaat verstening van het bodemoppervlak. Ook de bevolkingstoename van de afgelopen
decennia hebben van Tilburg een sterk verstedelijkt gebied gemaakt (Brummelstroete, 2017).
Volgens een onderzoek naar de UHI in Tilburg komt een waarde van een gemiddelde UHI intensiteit uit op 1,8 oC, bij warmere dagen kunnen pieken oplopen tot 4,3
oC aan extra warmte door het UHI (Maiheu et al., 2011).
In bijlage 2 is een illustratie van de luchttemperatuur opgenomen van het jaar 2014 en 2050. Daarin is een
duidelijk verschil waarneembaar als de situatie in stedelijk gebied hetzelfde blijft maar de klimaatverandering
doorzet.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
17
Afbeeldingen 2.2.1 en 2.2.2 laten een duidelijk verschil zien in de gevoelstemperatuur tussen 2050 en 2014 in
het stedelijk gebied van Tilburg. In 2050 wordt het veel warmer ten opzichte van buitengebied.
In bijlage 2 zijn afbeeldingen opgenomen ter illustratie van het percentage verhard oppervlak, bebouwing,
groen en water in het stedelijk gebied.
Legenda:
Afbeelding 2.2.1, gevoelstemperatuur. Verschil met buitengebied in 2050.
Bron: (InfoGIS, Verschil gevoelstemperatuur met buitengebied in 2014 en 2050)
Afbeelding 2.2.2, gevoelstemperatuur. Verschil met buitengebied in 2014.
Bron: (InfoGIS, Verschil gevoelstemperatuur met buitengebied in 2014 en 2050)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
18
2.3 DEGRADATIE VAN DE BODEM
Bodemdegradatie is de afname van organische stoffen in de bodem. Organische stoffen slaan broeikasgassen
op en zorgen dat organisme kunnen groeien. Organische stoffen zijn gevoelig voor temperatuursverhogingen
en veranderingen in het waterbufferend vermogen van de bodem.
Bodemdegradatie is al een enorm groot probleem in delen van Europa, met name het mediterrane gebied. De
hogere temperaturen en afname van neerslagvolume in de zomer versterken de degradatie. Dat heeft onder
andere negatieve gevolgen voor landbouw. Ook het geringe waterbufferend vermogen door verstening draagt
bij aan bodemdegradatie. Al deze gevolgen vallen onder de noemer 'droogte'.
Op Europees niveau wordt de kwetsbaarheid van de bodem bij klimaatverandering niet alleen gezien als
probleem. Bij klimaatadaptie en mitigatie wordt bodem juist gezien als één van de belangrijkste oplossingen
door organische stoffen vast te houden en vast te leggen in de bodem (Verzandvoort & Kuikman, 2009).
In Tilburg kan in het verstedelijkt gebied bodemdegradatie optreden doordat veel van het bodemoppervlak is
verhard. Hierdoor zakt het waterpeil in de zomer en zullen organische stoffen in de bodem naar verloop van
tijd afnemen.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
19
3. VERGROENEN VAN TUINEN EN DE EFFECTEN
Dit afstudeeronderzoek gaat over het stimuleren van bewoners voor een groenere tuin. Het is belangrijk te
weten wat de effecten zijn van het vergroenen van tuinen. Deze effecten kunnen dienen als onderbouwing om
bewoners te stimuleren hun tuinen te vergroenen. De verwachte effecten van het vergroenen van tuinen in
relatie met de onderwerpen uit hoofdstuk 3 zijn de volgende.
UHI neemt af
Verharding heeft een sterke invloed op het UHI, dit is duidelijk beschreven in hoofdstuk twee. Groene tuinen
verkoelen de stad en de omgeving van een huis. Een onderzoek in Rotterdam over het UHI toont aan dat een
toename van 10% aan groen in de stad de oppervlaktetemperatuur met 1,3 o
C kan verminderen (Klok et al.,
2012).
Wateroverlast vermindert Dat wateroverlast optreedt heeft voor een groot deel te maken met het veranderende klimaat. Echter, de verharding van het bodemoppervlak heeft tevens een negatieve invloed op het overtollige water op straat. Doordat het water over het bodemoppervlak naar een rioolput stroomt en niet in de bodem kan infiltreren. Een rioleringssysteem kan maar een beperkte volume aan water afvoeren. Als de bui groter is dan het maximaal volume aan afvoer zal er water op straat ontstaan. Door tuinen te ontstenen kan het water wel in de bodem infiltreren. Hierdoor zal het rioleringssysteem minder belast worden en verandert de kans op wateroverlast (Mackowiak, 2017). Waterberging neemt toe Doordat er meer hemelwater in de bodem kan infiltreren zal de waterbergingscapaciteit toenemen. Tijdens de drogere perioden, in het veranderende klimaat, is er langer een goede grondwaterstand beschikbaar. Een goede grondwaterstand is nodig voor het (stads)groen en de agrarische sector (RIVM, 2011). Bodemdegradatie neemt af Door het ontstenen en vergroenen van het bodemoppervlak in de tuinen zullen de gehalten aan organische stof in de bodem toenemen.
3.1 GROENE TUINEN IN RELATIE TOT GEZONDHEID
Onderzoek naar de effecten van een groene omgeving in de nabijheid van de woning heeft aangetoond dat
groen voor zowel de fysieke als mentale gezondheid een positieve effect heeft (Drooghmans, 2017). Als
wetenschappelijke onderbouwing worden een aantal onderzoeken kort beschreven.
Groen en mentale gezondheid
Een onderzoek in Amsterdam heeft aangetoond dat vijf minuten naar een groene omgeving kijken het stressniveau versneld vermindert (van den Berg et al., 2015).
Groen dichtbij huis is goed voor sociale steun, het vermindert eenzaamheid (Maas, 2008).
In de jaren 80 van de twintigste eeuw werd ontdekt dat mensen zich beter kunnen concentreren nadat ze tijd in de natuur hebben doorgebracht. Een verbeterd concentratie niveau wordt al bereikt na het kijken van plaatjes met natuur (Kaplan & Kaplan, 1989).
Groen en fysieke gezondheid
In Zweden is onderzocht of mensen met een tuin dan wel groen dichtbij huis minder kans op obesitas hebben. De conclusie is dat mensen met groen dichtbij huis minder kans op obesitas hebben doordat ze simpelweg meer bewegen (Nielsen & Hansen, 2007).
Een verontreinigde luchtkwaliteit is slecht voor de gezondheid van de mens (Dominici et al., 2002). Door meer groen in de omgeving te realiseren zal de luchtkwaliteit verbeteren (Currie & Bass, 2008).
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
20
Een onderzoek in Australië heeft aangetoond dat groen dichtbij huis een sterkere invloed heeft op de mentale gezondheid dan op de fysieke gezondheid. Respectievelijk 1,6 keer hogere kans op mentale gezondheid tegenover 1,37 keer hogere kans op fysieke gezondheid. (Ellaway et al., 2005)
3.2 GROENE TUINEN ZORGEN VOOR HOGERE BIODIVERSITEIT
Wereldwijd, in Europa en Nederland is al veel natuur verloren gegaan. In Nederland heeft het historisch verlies
van de oorspronkelijke natuur voornamelijk te maken met verstedelijking en landbouw. De verstedelijking
zorgt voor versnippering en verharding van het natuurlijk bodemoppervlak. De biodiversiteit in Nederland is
afgenomen tot 15% van de oorspronkelijke hoeveelheid (CBS, PBL, & Wageningen UR, 2016).
Om de biodiversiteit te meten en tevens te vergelijken met de Europese en mondiale toestand van de
biodiversiteit is een indicatormethode ontwikkeld, genaamd: relative Mean Species Abundance of originally
occuring species (MSA). MSA meet de gemiddelde oorspronkelijke soorten van een gebied in een ongestoorde
situatie. Oorspronkelijke soorten zijn de soorten die in een gebied aanwezig zouden zijn mits er geen
menselijke invloed is. In het jaar 1700, zie figuur 3.2, was wereldwijd nog 98% van die oorspronkelijke soorten
aanwezig. Het betreft dus alleen de
inheemse soorten. In figuur 3.2 is de
MSA van Nederland vergeleken met
Europa en de wereld. In deze
figuur is te zien dat Nederland de
afgelopen jaren geen afname van de
MSA kent. Hierdoor worden
Internationale doelstellingen
behaald. (CBS, PBL, &
Wageningen UR, 2016)
MSA is geen indicator voor soortenrijkdom. Om de soortenrijkdom te kunnen meten kan de Rode Lijst indicator (RLI) samen met MSA gebruikt worden. In de RLI is te zien dat na 2005 de bedreigde soorten in aantallen is afgenomen. CBS, PBL en Wageningen UR zijn momenteel bezig een beter beeld te krijgen van het begrip biodiversiteit en de indicatoren. (CBS, PBL, & Wageningen UR, 2016) Hoewel tot op heden weinig onderzoek is gedaan naar het verband tussen het vergroenen van particuliere tuinen en biodiversiteit kan gesteld worden dat het vergroenen van particuliere tuinen bijdraagt aan de biodiversiteit van Nederland. Het vergroenen van tuinen gaat bijdragen aan het verminderen van de bedreigde soorten uit de RLI. Groene tuinen verbeteren ecosysteemdiensten. Ecosysteemdiensten hebben als voorziening een minimaal versteende oppervlakte en een diverse vegetatiestructuur nodig (Hausen, 2016). Zo kunnen bijvoorbeeld bijen en vlinders zich beter verspreiden en voeden door planten in particuliere tuinen (Spijker, 2014).
Figuur 3.2 MSA van de Wereld, Europa en Nederland Bron: (CBS, PBL, & Wageningen
UR, 2016)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
21
3.3 TRENDS M.B.T. VERGROENEN VAN TUINEN
De meeste mensen zijn gevoelig voor trends. Tuintrends komen tot stand via allerlei mediakanalen. De
bekendste zijn t.v. programma's als 'Eigen Huis & Tuin' en 'Robs Grote Tuinverbouwing'. Specialistische
tijdschriften bepalen tevens de huidige trends. Ook via regionale weekbladen, kranten en televisie
programma's worden mensen beïnvloed als er advertenties in staan met betrekking tot tuinen. Via sociale
media kanalen als Facebook, YouTube, Instagram en Twitter worden mensen door bekende personen
beïnvloed met huidige trends. Bewoners die hun tuin gaan aanpakken zullen zich vaak richten tot deze
verschillende media kanalen (de Kroon & van der Weyde, 2016).
Tuinbranche Nederland brengt elk jaar de nieuwe tuintrends in beeld. De branche nodigt hier pers voor uit en
maakt voorbeeldtuinen met de nieuwstee trends. Deze voorbeeldtuinen worden daarna verspreid door de
aanwezige pers en komen zo ter inspiratie bij de particuliere tuinbezitters terecht. De trends van 2017 worden
omschreven als de geëmancipeerde, de energieke en de harmonieuze tuin (Horstra, 2016).
De geëmancipeerde tuin
Een tuintype voor mensen met een voorkeur om hun tuin gezellig in te richten. Grote tafel waar men kan eten
en drinken met kennissen en familie. Planten nemen een belangrijke ruimte in. Het bodemoppervlak is deels
verhard met af en toe stukken mos als vervanging voor de verharding. Innovatie is ook belangrijk bij dit type
tuin. Zo hebben deze tuinbezitters het liefst technieken die planten automatisch water geven (Horstra, 2016).
Een voorbeeldtuin van deze trend is weergegeven in afbeelding 3.1.
De energieke tuin
Deze tuin is meer voor mensen die waarde hechten
aan kwaliteit, uitstraling en design. De tuin is
omgeven door sportieve en wellness gerelateerde
onderwerpen. Het sportieve komt samen met de
gezondheidsfactoren van groen in de tuin. De tuin
heeft dan ook veel planten en worden gezien als
luchtzuiveraars. Afbeelding 3.2 is een voorbeeldtuin
van deze trend (Horstra, 2016).
Afbeelding 3.1, geëmancipeerde tuin. Bron: (Horstra, 2016)
Afbeelding 3.2, energieke tuin. Bron: (Horstra, 2016)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
22
De harmonieuze tuin
Dit type tuin past bij mensen die van tuinieren houden. De tuin creëert rust, beslotenheid en intimiteit. Veel
natuurlijke elementen in relatie tot de organische vormen prikkelen de geur en het zicht. Podia worden
gemaakt om belangrijke herinneringen en andere emotionele waarden een plek te geven. De voorbeeldtuin op
afbeelding 3.3 is een voorbeeld van deze trend (Horstra, 2016).
Afbeelding 3.3, harmonieuze tuin. Bron: (Horstra, 2016)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
23
4. BELEID M.B.T. VERGROENEN VAN TUINEN
Door het beleid over tuinen en klimaatadaptatie te beschrijven kan een goede onderbouwing worden gegeven
voor het communicatieplan, hoofdstuk 11. Door betrokkenen eraan te herinneren wat het beleid is kan een
groter draagvlak ontstaan.
In tabel 4.1 wordt een overzicht gegeven van het beleid (Europees, nationaal en gemeentelijk) dat betrekking
heeft op het stimuleren van groene tuinen.
Tabel 4.1, Beleid met betrekking tot stimulatie voor het vergroenen van tuinen
Bevoegd gezag en beleidsstuk of wetgeving
Taken/doelen Opmerking
Op 4 november 2016 is het nieuwe klimaatverdrag van Parijs in werking getreden United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) (Europa Nu, 2016)
Verdrag geldt nadat 55 staten die voor minimaal 55% verantwoordelijk zijn voor de totale CO2- uitstoot het verdrag ratificeren.
Rond 2050 moet er een evenwicht zijn tussen de CO2-uitstoot en het vermogen tot absorberen van die CO2 door de natuur.
In 2100 mag de temperatuur op aarde maximaal met 2 oC zijn gestegen in vergelijking met de temperatuur van voor de opkomst van de industrie.
Het klimaatverdrag heeft indirect betrekking op het vergroenen van tuinen om de volgende redenen: Nederland heeft het klimaatverdrag mee geratificeerd. Door meer groen op het bodemoppervlak te realiseren kan er meer CO2 worden geabsorbeerd. Meer groen zal de temperatuur tevens minder laten stijgen. Dit komt doordat groen zorgt voor absorberen CO2 en door verminderen van UHI.
Witboek klimaatadaptatie Europese Unie (EU) (Europa decentraal)
Het begrip 'klimaatverandering' verhogen
Aanpassingsmaatregelen m.b.t. adaptatie
Integratie van de maatregelen in EU-beleid
Mechanisme voor het uitwissel van informatie over de effecten van klimaatverandering
Noodzaak van solidariteit tussen lidstaten
Het Witboek is geen wetgeving. Hierin staat de strategie hoe de EU-lidstaten zich kunnen voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Ook dient het als leidraad voor het opstellen van klimaat(adaptief) beleid.
Nationale klimaatadaptatie-strategie 2016 (NAS) Samenwerking ministeries, provincies, waterschappen, gemeenten, KNMI, PBL en vele andere organisaties waaronder banken en stichtingen. (IenM, 2016)
Klimaatbestendig inrichten van de ruimte in Nederland
Klimaatrisico's adresseren
Stimuleren van het integreren van klimaatadaptatie
Bewustzijn van klimaatadaptatie verhogen
Kennis benutten en uitbouwen
Effect adaptatiebeleid monitoren
De NAS is een opmaat voor een toekomstig uitvoeringsprogramma (waarschijnlijk 2e helft 2017) klimaatadaptatie.
Deltaprogramma
Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM, 2016)
Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma omvat verschillende Deltabeslissingen. Ruimtelijke adaptatie is er daar één van. Hierin worden plannen beschreven voor de bouw en inrichting van Nederland. Bij de bouw en inrichting dient rekening te worden gehouden met de gevolgen van overstromingen en wateroverlast. Ook wordt hittestress en de beperking daarvan in het programma beschreven.
Rioleringsplan 2016-2019 Gemeente Tilburg (Gemeente Tilburg, 2015)
De gemeente Tilburg klimaatadaptief inrichten door regenwater dusdanig af te voeren om wateroverlast te voorkomen.
De maatregelen in het Rioleringsplan 2016-2019 om wateroverlast te voorkomen zijn met name civiel technische maatregelen. Echter wordt ook ingezet op infiltratie- en retentiegebieden .
Agenda Groen in de stad 2016-2018 Gemeente Tilburg (Gemeente Tilburg, 2015)
Tilburg toekomstbestendig maken met groen en water in de stad
Groen ruimte geven in de stad
Biodiversiteit verhogen
Operatie steenbreek is opgenomen in de 'Agenda Groen in de stad 2016-2019'. Hierdoor is een budget vrijgekomen om acties in naam van operatie steenbreek te realiseren. De hoogte van het te besteden budget staat tevens in dit document vermeld.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
24
In het eerste klimaatprogramma van Tilburg 2009-2012 heeft de gemeente verklaard in 2045 klimaatneutraal en klimaatbestendig te zijn (Mackowiak, 2017). Jurisprudentie over de vraag, wie is verantwoordelijk voor klimaatadaptatie?
Op 6 juli 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan over de verantwoordelijkheid van
gemeenten om klimaatadaptief te zijn. Dit om wateroverlast te voorkomen. De uitspraak stelt dat water dat uit
putten en kolken naar boven komt door overbelasting van het rioolstelsel de verantwoordelijkheid is van de
gemeente. Zo stellen zij dat dit een onnatuurlijk proces is en de gemeente hiervoor aansprakelijk is (Roelands-
Fransen & Barnhoorn, 2017).
De intentie om in 2045 klimaatbestendig te zijn en het feit dat gemeenten aansprakelijk worden gehouden bij
schades door wateroverlast mits het water uit het rioleringssysteem komt, maken de acties van operatie
steenbreek een belangrijke maatregel voor klimaatadaptatie.
Operatie steenbreek
Operatie steenbreek is officieel in januari 2015 opgericht door de vijf icoongemeenten (Groningen,
Leeuwarden, Den Haag, Amersfoort en Eindhoven en de aangesloten partners). Dit na aanleiding van een
aantal oud hoogleraren uit Wageningen die zagen dat de biodiversiteit achteruit ging door onder meer de
verstening van de particuliere tuinen. Uit onderzoek van de RUG in Groningen bleek dat jaarlijkse toename van
de waterafvoer tijdens hevige buien ten opzichte van 1998 toenam. Tot dit onderzoek was er in Nederland niet
eerder onderzoek gedaan naar de gevolgen van de verstening in de particuliere tuinen.
Intussen zijn 44 Nederlandse gemeenten, waaronder Tilburg, aangesloten bij operatie steenbreek.
De stichting houdt in 2022 tijdens de Floriade in Almere op te bestaan, dit is bij de oprichting vastgelegd. De
veronderstelling is dat men er dan van bewust is dat een groene tuin hoogst noodzakelijk is. Er vindt geen
toetsing plaats over het aantal verhard oppervlak dat vergroend is door de acties van operatie steenbreek (van
Dijk, 2017).
Plan van aanpak Klimaatadaptatie 2015-2018 Gemeente Tilburg (Tauw, 2015)
Tilburg klimaatadaptief maken voor 2040
Opzet hoe projecten mbt klimaatadapatie moeten worden opgezet
Handvatten om samenwerkingen tot stand te laten komen
Dit document is een eerste opzet om medewerkers binnen de gemeente een handvat te bieden hoe zij hun stad klimaatadaptief kunnen maken.
Uitvoeringsprogramma Groen en Biodiversiteit 2012-2025 Gemeente Tilburg (Gemeente Tilburg, 2011)
Verhogen biodiversiteit
Verminderen hittestress stedelijk gebied
Groen dichtbij brengen voor iedereen
Het uitvoeringsprogramma is gemaakt voor de openbare ruimtes. Het doel van het programma heeft echter dezelfde werking als het vergroenen van tuinen.
Omgevingsvisie Tilburg 2040 Gemeente Tilburg (Gemeente Tilburg, 2015)
Beleid voor de ruimtelijke ontwikkeling van Tilburg op lange termijn.
Ambities en strategieën voor de ontwikkeling van de stad per (ruimtelijke) thema beschrijven.
De thema's 'meer groen en water', 'zelf aan de slag' en 'planet' hebben betrekking op de actie operatie steenbreek. In deze thema's wordt het volgende beschreven, respectievelijk meer groen in de stad, burgerparticipatie en klimaatadaptatie.
Coalitieakkoord 2014-2018 Gemeente Tilburg (Gemeente Tilburg, 2014)
Bestuurlijke agenda waarin thema's als duurzaamheid, sociaal beleid en de ondernemersgeest worden beschreven voor een periode van vier jaar.
In het coalitieakkoord benadrukt het bestuur het belang van de gemeente in een kaderstellende, facilitaire en soms participerende rol.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
25
5. DOELGROEPEN
Een communicatieplan maken zonder een doelgroep te benoemen is onmogelijk. Het communicatieplan wordt
geschreven om particuliere tuinbezitters van de gemeente Tilburg te stimuleren hun tuinen te vergroenen.
Hierdoor zijn alle tuinbezitters de doelgroep van het communicatieplan.
Dat particuliere tuinen een belangrijke ruimte zijn voor de vrijetijdsbesteding van de eigenaren van die tuinen
wordt aangetoond in allerlei onderzoeken in landen als Nieuw-Zeeland (Freeman et al., 2012), Verenigd-
Koninkrijk (Bhatti and Church, 2004) en de Verenigde-Staten (Clayton, 2007). De reden waarom particuliere
tuinbezitters kiezen voor een bepaald type tuin is vaak onbekend. Ook in Tilburg zijn daar geen gegevens over
bekend. Om toch wat inzicht te krijgen worden eerst verschillende doelgroepen bepaald.
Binnen de doelgroep tuinbezitters zitten verschillende 'soorten' mensen om deze reden is het nodig een
onderscheid te maken tussen die verschillen. Dit kan op basis van verschillende factoren. Deze factoren kunnen
zijn:
Inkomen
Levensfase
Drijfveren
Samenstelling huishouden
Postcode
Opleidingsniveau
Etnische afkomst
Hobby's In Tilburg is al een onderzoek uitgevoerd naar de identiteit van de stad. Het onderzoek is uitgevoerd door SmartAgent dat doelgroepen onderscheidt op basis van hun levensfase, inkomen en drijfveren. Om de drijfveren van de bewoners te achterhalen maakt SmartAgent gebruik van het sociaal-psychologisch Brand Strategy Research model (BSR). In het BSR model worden vier belevingswerelden onderscheiden. Deze werelden worden leefstijlen genoemd (SmartAgent, 2013). Voor het communicatieplan worden deze leefstijlen gebruikt om als doelgroepen naar te communiceren.
5.1 LEEFSTIJLEN
In de vier leefstijlen van SmartAgent komen de achterliggende behoeften, motieven en waarden van de
burgers naar voren. Wie zijn die burgers in Tilburg, wat drijft hen in hun leven en hoe kunnen we hen het best
bereiken en laten participeren? Door een antwoord op deze vragen te krijgen kan er effectiever
gecommuniceerd worden. De middelen om effectief te communiceren worden in hoofdstuk 7 beschreven.
De vier leefstijlen worden onderverdeeld in de kleuren rood, groen, geel en blauw (SmartAgent, 2013).
Rood:
Kenmerkt zich als een vrije, eigenzinnige geest waarbij onafhankelijkheid zeer belangrijk is. Een avontuurlijk, actief en druk leven past goed bij de rode consument. Wonen vaak in sterk verstedelijkt gebied. Motto: pluk de dag.
Groen:
Een geborgen en rustige consument die graag zekerheid heeft. Deze personen zijn loyaal, hard werkend en graag op zichzelf. Ze hebben vaak een hechte familie. Ze wonen in een woonwijk waar sociale controle heerst, liefst in een huis met een tuin(tje). Motto: doe normaal dan doe je al gek genoeg.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
26
Geel:
Graag betrokken en leeft in harmonie. Het gezin, gezelligheid en sociale contacten spelen een belangrijke rol in het leven van de gele consument. Hierdoor hebben ze een brede kenniskring. Wonen vaak in een buurt met vooral jonge gezinnen in een huis met tuin. Hier is het redelijk groen zonder al te veel auto's, zodat de kinderen kunnen spelen.
Blauw:
Deze mensen zijn ambitieus en houden graag de controle. De blauwe consument vindt status, onderscheidenheid en kwaliteit zeer belangrijk. Ze houden van luxe en gezien worden, ook houden ze het liefst alles zelf in de hand. Ze wonen graag in een vrijstaand huis in vooral landelijke gebieden.
Een persoon kan nooit honderd procent bij één leefstijl horen. Vaak hebben ze trekken van verschillende
leefstijlen. Echter, er is altijd een bepaalde leefstijl die het best bij een persoon past.
De vier leefstijlen van het BSR model worden in een tabel weergegeven, figuur 5.1. De tabel heeft twee
dimensies, een sociologische dimensie (ego vs groep) en een psychologische dimensie (extravert vs introvert).
Op de volgende pagina zijn de leefstijlen vertaald naar foto's. Zo is een duidelijke verbeelding van de leefstijlen
gemaakt.
Figuur 5.1, Het BSR model. Bron: (SmartAgent, 2013)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
27
Op afbeelding 5.1 staat een mood board afgebeeld. Hier is per kleur te zien hoe een leefstijl als verbeelding kan
worden toegelicht. Elke kleur heeft 3 foto's waarin hun leefstijlen verbeeld worden.
Afbeelding 5.1, Mood board leefstijlen. Bron : (SmartAgent, 2013)
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
28
Op afbeelding 5.1.1 zijn de verschillende leefstijlen als gekleurde vlekken afgebeeld voor de gemeente Tilburg
(SmartAgent, 2013). Vervolgens is in tabel 5.1 de wijkindeling van SmartAgent onderverdeeld in buurten
waarbij voor elke buurt een leefstijl is toegekend. Door elke buurt een leefstijl toe te kennen kan later in dit
rapport een communicatieplan, hoofdstuk 10, worden beschreven dat per buurt wordt afgestemd.
De leefstijl per buurt in tabel 5.1 is gekozen op basis van de meest voorkomende kleur in de buurt uit
afbeelding 5.1.1 De buurtindeling is gebaseerd op gegevens van CBS uit 2008.
Afbeelding 5.1.1, Leefstijlen in Tilburg volgens wijk indeling van SmartAgent. Bron: (SmartAgent, 2013)
Tabel 5.1, Leefstijlen per buurt ingedeeld aan de hand van de wijken volgens SmartAgent, zie afbeelding 1.
Wijk (SmartAgent, 2013) Buurt (CBS, 2008) Leefstijl (SmartAgent, 2013)
Aantal inwoners (CBS, 2008)
Centrum Centrum Rood 5910 Oud-Zuid-Oost Tivoli Rood 4820 Oud-Zuid-Oost Armhoef Blauw 2180 Oud-Zuid-Oost Jeruzalem Groen 890 Oud-Zuid-Oost Hoevenseweg Groen 250 Oud-Zuid-Oost Broekenhoven Geel 6900 Oud-Zuid-West Oude Dijk Blauw 940 Oud-Zuid-West Trouwlaan Geel 4330 Oud-Zuid-West Korvel Geel 11660 Oud-Zuid-West Rooi Harten Rood 1170 Oud-Zuid-West Hagelkruis Rood 4760 Oud-Noord Besterd Groen 2990 Oud-Noord Gasthuisstraat Rood 5270 Oud-Noord Hasselt Groen 6050
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
29
Oud-Noord Het Goirke Groen 4430 Oud-Noord Groeseind Rood 780 Oud-Noord Hoefstraat Geel 5350 Oud-Noord Koestraat Rood 1710 Oud-Noord Loven Rood 3600 Oud-Noord Industriestrook Goirke-
Kanaaldijk Geel 140
Oud-Noord Industriestrook Lovense-Kanaaldijk
Geel 790
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
Zorgvliet Blauw 3890
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
De Reit Rood 5280
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
Mariaziekenhuis-Vredeburcht
Geel 800
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
Het Zand Geel 10810
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
Wandelbos-Noord Groen 5840
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
De Oude Waranda Blauw 20
De Reit/Het Zand/Het Wandelbos
Wandelbos-Zuid Geel 2230
Tilburg-Noord Stokhasselt-Noord Geel 6890 Tilburg-Noord Vlashof Geel 4640 Tilburg-Noord De Schans Geel 3680 Tilburg-Noord De Lijnse Hoek Groen 2840 Tilburg-Noord De Quirijnstok Groen 3990 Tilburg-Noord Stokhasselt-Zuid Blauw 410 Tilburg-Noord Buitengebied Noordoost Geel 280 Groenewoud/Stappegoor/Het Laar
Koningshoeven Groen 100
Groenewoud/Stappegoor/Het Laar
Groenewoud Geel 7990
Groenewoud/Stappegoor/Het Laar
Het Laar Rood 240
Groenewoud/Stappegoor/Het Laar
De Blaak Blauw 6300
Groenewoud/Stappegoor/Het Laar
Katsbogten Geel 670
Berkel-Enschot Berkel Groen 2040 Berkel-Enschot Enschot Blauw 3300 Berkel-Enschot Eikenbosch Geel 1400 Berkel-Enschot Ruiven Blauw 2090 Berkel-Enschot Berkelse Akkers Blauw 1510 Berkel-Enschot Verspreide huizen ten
westen van Berkel-Enschot
Groen 20
Reeshof Heyhoef Geel 370 Reeshof Gesworen Hoek Geel 4130 Reeshof Huibeven Geel 5700 Reeshof Heerevelden Blauw 2700 Reeshof Campenhoef Geel 2440 Reeshof Tuindrop de Kievit Blauw 12140 Reeshof Dongewijk Groen 2070
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
30
Reeshof Dalem Geel 6980 Reeshof Koolhoven Geel 1080 Reeshof Witbrant Blauw 2460 Udenhout Udenhout Blauw 7920 Udenhout Verspreide huizen
Udenhout Geel 470
De verdeling van de leefstijlen per wijk is te zien in een staafdiagram op afbeelding 5.1.2.
Afbeelding 5.1.2, verdeling van de leefstijlen in Tilburg per wijk. Bron: (SmartAgent, 2013)
Zoals te zien in afbeelding 5.1.2 zijn de leefstijlen op wijkniveau een mix van leefstijlen. Op wijkniveau is vaak
geen grote meerderheid van één bepaalde leefstijl. In tabel 5.1 zijn de buurten per wijk onderverdeeld. Door in
te zoomen op buurtniveau komen de meest voorkomende leefstijlen per buurt naar voren. Tabel 5.1 geeft om
deze reden een goed handvat om acties, gericht op leefstijlen, per buurt uit te voeren.
5.2 TUINTYPE PER LEEFSTIJL
De algemene drijfveren per leefstijl, doelgroep, zijn bekend. In deze paragraaf zal de houding van elke leefstijl
ten aanzien van hun tuin worden beschreven. In hoofdstuk 6 wordt beschreven hoe een gedragsverandering
tot stand komt. Het is belangrijk te weten wat de houding tegenover het gewenst gedrag is. Vandaaruit kunnen
motieven en weerstanden voor het gewenst gedrag worden geformuleerd.
Rood:
Deze consument heeft weinig tot geen kennis en binding over/met de tuin. Zij hebben vaak geen tijd of zin om in de tuin te werken. In de tuin werken wordt dan ook gezien als een inspanning en noodzakelijk kwaad.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
31
Ontwikkelingen: de consument lijkt zich steeds meer te willen ontspannen in de tuin. Het wordt vaak ingericht als een strakke, stijlvolle en moderne verblijfsruimte. Creatief bezig zijn in de tuin is ook een trend bij de rode consument.
Groen:
Een consument die houdt van tuinieren. Voor hen is het een ontspannend tijdverdrijf. Geuren, kleuren en geluiden beleven ze graag in hun tuin. Aan kennis geen gebrek. Er wordt wekelijks tijd vrij gemaakt om in de tuin te werken.
Ontwikkelingen: tuin wordt steeds wilder met nieuw ontdekte planten. Ook de barbecue wordt graag gebruikt.
Geel:
Voor de gele consument is de tuin een sociale ontmoetingsplek. Voor hen geldt tuinieren als een inspanning en niet als ontspanning. Het betreft vaak een zeer praktische tuin.
Ontwikkelingen: de tuin begint steeds meerdere functies te krijgen. De kinderen zijn heel bepalend voor het type tuin van deze consument. Het blijft een praktische tuin, groen kan en mag, als het maar niet te veel onderhoud vergt.
Blauw:
Ook in de tuin willen de blauwe consumenten zich onderscheiden van anderen. Zij weten heel goed wat ze willen en kiezen voor een duidelijke en doordachte stijl.
Ontwikkelingen: ze trekken zich het liefst alleen terug, maar ook met vrienden samen zijn hoort bij de tuin. Een zwembad wordt graag in de tuin gezien en knusheid wordt steeds meer gewaardeerd
(Linssen, 2011). Samenvatting doelgroepen Om de doelgroep tuinbezitters verder onder te verdelen is gekozen voor een indeling op basis van hun leefstijl. Er zijn vier soorten leefstijlen : de rode, groene, blauwe en gele. Deze zijn geselecteerd op basis van het BSR model waarbij wordt gekeken naar sociologische en psychologische kenmerken. Elke leefstijl heeft een andere houding ten aanzien van het type tuin dat zij prefereren. Het valt echter op dat het sociale aspect van de tuin bij elke leefstijl deels terugkomt. In Tilburg is een inventarisatie uitgevoerd om de meest voorkomende leefstijlen per buurt te benoemen. Dit helpt om latere acties gericht op een leefstijl te koppelen met een buurt.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
32
6. GEDRAGSVERANDERING
Het communicatieplan richt zich op het stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuinen. Het
hebben van een bepaald type tuin is een gedragsvertoning. Om de bewoners hun tuinen te laten vergroenen
moeten zij hun gedrag veranderen. Het veranderen van gedrag is niet makkelijk en hangt van vele factoren af.
Door de theorie achter gedragsverandering in kaart te brengen kunnen effectieve communicatiemiddelen
worden gekoppeld per doelgroep in hoofdstuk 8.
6.1 THEORY OF PLANNED BEHAVIOUR
Een bekende theorie uit 1985 die nog steeds gebruikt wordt is de 'theory of planned behaviour' (TPB) van Icek
Ajzen (Ajzen, 1985). De theorie gaat er van uit dat men eerst de intentie moet hebben om een gewenst gedrag
te tonen. De intentie wordt bepaald door drie factoren:
1) Houding/mening van de persoon ten aanzien van het gewenst gedrag. 2) Wat denkt de directe omgeving van de persoon over het gewenst gedrag. 3) Denkt de persoon dat hij/zij controle heeft om het gewenst gedrag te tonen.
Als de drie factoren positief blijken richting het gewenst gedrag, hebben mensen de intentie om het gewenst
gedrag uiteindelijk te gaan vertonen (Ajzen, 1985). Dus, niet één of twee maar alle drie de factoren moeten
positief zijn richting het gewenst gedrag.
De TPB is een basis voor vele modellen die als doel hebben een gedrag te veranderen. Zo heeft adviesbureau
D&B de TPB vertaald in het volgende model, zie afbeelding 6.1. Adviesbureau D&B heeft de expertise in het
veranderen van gedrag om maatschappelijke problemen aan te verhelpen.
Afbeelding 6.1, Vertaling TPB volgens methode van adviesbureau D&B.
Volgens D&B zijn de volgende drie factoren van belang om het gewenst gedrag te vertonen/krijgen:
1. Motieven Motieven benadrukken/aanwakkeren om gewenst gedrag te vertonen
2. Weerstanden Weerstanden wegnemen om gedrag aan te willen passen
3. Omgeving Beïnvloeding door omgeving om het gedrag aan te passen
Weerstanden
Huidig gedrag
Omgeving
Gewenst gedrag
Motieven
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
33
De communicatiemiddelen, hoofdstuk 7, worden gebaseerd op de drie factoren uit afbeelding 6.1. Voor elke
leefstijl uit hoofdstuk 5 worden de motieven, weerstanden en omgeving met betrekking tot het gewenst
gedrag beschreven.
6.2 MOTIEVEN, WEERSTANDEN EN OMGEVING
Een onderzoek in Rotterdam heeft de motivatiefactoren van burgers onderzocht waarom zij hun tuinen, stoepen of daken zouden vergroenen. De volgende factoren blijken volgens het onderzoek bepalend:
Faciliteren Weerstand wegnemen
Push, gevraagd worden door bekenden Beïnvloeding door omgeving
Sociale druk, gedrag van anderen Beïnvloeding door omgeving
Commitment, milieubewustwording (doel van het water bergen) Motieven aanwakkeren
Met anderen contact willen hebben, actief voor de buurt bezig zijn Motieven aanwakkeren (Sijsenaar, 2016)
De leefstijlen uit hoofdstuk 5 hebben elk hun eigen motieven en weerstanden. Ook speelt de omgeving per
leefstijl een rol bij het overwegen hun gedrag aan te passen. Omgeving is wat de kenniskring van de
betreffende personen denken over het gewenst gedrag. Ook kanalen zoals media worden gezien als
omgevingsfactoren. Per leefstijl worden de factoren benoemd in tabel 6.1. De gegevens uit tabel 6.1 zijn
afkomstig van een onderzoek uit 2011 over het type tuin per leefstijl. Het ging daarbij vooral over de huidige
tuin en de meest ideale tuin per leefstijl.
Tabel 6.1, Motieven, weerstanden en invloed van omgeving op gedragsverandering per leefstijl. Bron: (Linssen, 2011)
Leefstijlen Motieven Weerstanden Omgeving
Rood *Creatieve tuin benader deze consument ook op een creatieve manier *Objecten en meubilair spreekt de consument aan. *Inspelen op actief ontspannen in de tuin
*Massacommunicatie *Tuin die veel inspanning vereist
*Specialistische websites en tijdschriften lezen zij graag *Specialistische winkels worden graag bezocht
Groen *Een whirlpool en vaste barbecue horen thuis in de ideale tuin van de groene consument *Tuin inrichten als een buitenkamer *Groene tuin
*Trendy tuin *Deze consument is niet erg uitgesproken en daarom ook niet makkelijk te benaderen *Iets anders dan het 'gangbare' nastreven, anders doen de wat 'normaal' is
*Zij ontvangen graag productinformatie, feiten rondom tuinieren, van autoriteiten of collega tuiniers. *Goed te bereiken via t.v. en traditionele tuinbladen *De groene consumenten zijn de 'late majority' als het aankomt op vernieuwingen
Geel *Gezellige tuin creëren *makkelijk te onderhouden producten *leuke, trendy hebbedingetjes in de tuin zoals m2 moestuin, vogelhuis
*Tuin waarin kinderen worden belemmerd er in te spelen *Tuin waarin maar een handvol mensen kunnen plaatsnemen
*Weekbladen als libelle en Margriet worden goed gelezen *Sociale contacten zijn heel belangrijk en zij moeten zich dan ook fijn voelen in de tuin, hierdoor zijn goede zitplaatsen belangrijk. *Reclame- en foldermateriaal worden goed gelezen door de consument
Blauw *Status en een eigen stijl zijn belangrijk voor deze consument *Laatste trends *Voorbeeldtuinen om inspiratie op te doen
*Een standaard tuin zal deze consument niet bekoren
*Autoriteiten aan het woord laten om deze consument te bereiken, ideeën worden getoetst bij experts *Gerenommeerde merken gebruiken *Gespecialiseerde tijdschriften worden gelezen om tuin te veranderen *Beurzen en evenementen bezoeken
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
34
Samenvatting gedragsverandering Naar voorbeeld van de TPB is een vergelijkbaar model opgesteld om gedragsverandering te stimuleren. Door per leefstijl de motieven, de weerstanden en de omgevingsfactoren te benoemen kan in hoofdstuk 9 aan elke leefstijl een toepasselijk communicatiemiddel gekoppeld worden.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
35
7 COMMUNICATIEMIDDELEN
Communicatiemiddelen zijn de middelen die gebruikt kunnen worden om de doelgroepen te bereiken. De
communicatiemiddelen kunnen een informatieve, financiële of praktische maatregel betreffen om bewoners te
bereiken en/of daadwerkelijk toe te zetten hun tuinen te vergroenen.
In Nederland zijn een groot aantal voorbeelden met acties omtrent het ontstenen rondom particuliere huizen.
Niet alleen vanuit de overheid zijn er acties opgezet, ook burgerinitiatieven worden steeds vaker ingezet en
breed gedragen. Deze verschillende acties werden gecommuniceerd met onder andere de volgende middelen :
Sociale media
Weekbladen, kranten en t.v.
Websites
Buurtbijeenkomst
Fotowedstrijd
Open tuin dagen
Folders
Brieven
Posters
Informatiebijeenkomst voor bewoners
Boeken over effecten en voordelen groene tuin
Kortingsacties
Acties met tuincentra opzetten
Ontwerpsessies met hoveniers
Voorbeeldtuinen
Praktische oplossingen voor de overtollige verharding uit de tuinen
Tuinambassadeurs, mensen die bewoners graag helpen bij (praktische) vragen over hun tuin
Educatie
(Brabant Wonen, 2017); (Operatie steenbreek, 2017); (Huizen, 2017); (D&B, 2015) De communicatiemiddelen worden in hoofdstuk 9 gekoppeld aan de doelgroepen. Informatieloket Binnen de gemeente Tilburg zijn er al acties die niet nadrukkelijk over het ontstenen van tuinen gaan maar wel over klimaatadaptatie, vergroenen of energiezuinig inrichten van de ruimte of woningen. Acties over deze onderwerpen hebben een algemeen belang. Ook zijn de acties bedoeld om zo veel mogelijk bewoners te laten deelnemen. Het is voor bewoners overzichtelijker en duidelijker als al die verschillende acties, over de samenhangende onderwerpen in relatie tot particuliere eigendommen, onder één 'paraplu' komen. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Huizen. Huizen heeft een nieuwe website opgezet (huizenklimaatbewust.nl). Op deze website staan alle acties en informatie over de thema's energiezuinig, groen, water, klimaatbestendig en van afval naar grondstof (allen in relatie tot particuliere eigendommen) samengevoegd (Huizen, 2017).
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
36
7.1 BURGERPARTICIPATIE
Operatie steenbreek is een actie die enkel zal slagen als er een goede participatie tot stand komt. Bewoners
moeten zelf gaan meebewegen en zichzelf een nieuw gedrag aanleren. De bewoners moeten het gewenst
gedrag ook leuk vinden. Dit komt het best tot stand als het vanuit de bewoners zelf komt of hen ten minste het
idee geven dat het gewenst gedrag hun eigen keuze is. Om dit te bewerkstelligen is het noodzakelijk de
bewoners te laten participeren aan de actie.
Niet alle communicatiemiddelen zijn afhankelijk van participerende burgers. Sommige van die middelen zijn
bedoeld voor de bewustwording van de effecten van het vergroenen van tuinen. Zo kan de gemeente folders,
brieven en andere mediakanalen gebruiken om die bewustwording te voeden zonder aan participatie te
voldoen. Echter, indirect dragen deze middelen ook bij aan burgerparticipatie.
In tabel 7.1 zijn de middelen opgenomen om een succesvolle participatie op gang te zetten (D&B, 2015)
(de middelen voor een succesvolle participatie zijn andere middelen dan de beschreven
communicatiemiddelen):
Tabel 7.1, middelen voor een succesvolle participatie. Bron : (D&B, 2015)
Middelen Toelichting middelen Wie Hoe
Zelfovertuiging Door bewoners zichzelf te laten overtuigen dat een groene tuin goed voor hen is wordt hun weerstand (zie hoofdstuk 6) weggenomen. Zelfovertuiging gebeurt door mensen vragen te stellen. Voorbeelden: "Vindt u een groene tuin belangrijk", "Waarom vindt u een groene tuin belangrijk"
Bewoners die fysiek aanwezig zijn bij evenementen waar de actie wordt verkondigd zoals buurtbijeenkomsten, festivals, markten, scholen, tuincentra, opentuindagen, etc.
Mascottes kunnen ingezet worden tijdens lokale evenementen. Bezoekers willen met de mascotte op de foto waardoor zij zelf het initiatief nemen naar de mascotte toe te komen. De mascotte kan vervolgens vragen stellen over de actie. Ook zonder een mascotte kunnen door betrokkenen vragen gesteld worden voor de zelfovertuiging.
Werk samen met kartrekkers
Voordat een grote groep in beweging kan worden gebracht is het noodzakelijk met een kleine (actieve) groep te beginnen. Deze kleine groep moet ondersteuning krijgen van de gemeente, laat deze groep niet 'vallen'. De kartrekker moet uit de buurt komen hierdoor kennen zij de 'buurtcultuur' goed
Bewoners die bij verschillende burgerinitiatieven zijn betrokken zijn vaak bereid om als kartrekker te fungeren. Beleidsmedewerkers en wijkregisseurs weten welke mensen betrokken zijn bij de verschillende (groene) initiatieven.
Benader de kartrekkers persoonlijk en leg uit wat het belang is. Zorg dat zij er zelf ook in geloven maar leg geen verplichtingen op. Degene die als eerst contact legt blijft de contactpersoon op lange termijn. Geef kartrekkers praktische hulpmiddelen. De kartrekkers organiseren (samen met gemeente) de acties in hun buurten.
Werk samen met organisaties
Organisaties beschikken vaak over een groot aantal contacten of klantenbestand. Zij hebben meestal zelf baat bij bepaalde acties.
Scholen, sociale wijkteams, tuincentra, tuinbranche, verenigingen, media, etc. Alle acties moeten zo veel mogelijk verbonden zijn met een organisatie. Soort organisatie hangt af van de actie.
Aanpak is precies hetzelfde als bij de kartrekkers. Bij organisaties is het belangrijk dat ingespeeld wordt op het belang dat zij bij de actie hebben. Bekijk per actie welke organisatie(s) kan meedoen.
Onbewuste beïnvloeding
Gebruik positieve beelden in posters, foto's in folders en websites/sociale media. Koppel de buurt aan iets positiefs waardoor mensen graag betrokken willen zijn in hun buurt.
Iedereen die blootgesteld wordt aan de posters, foto's in folders en websites/sociale media.
Door op beeldmateriaal veel positieve indrukken te laten zien zoals een groep mensen die lachen en plezier hebben bij bepaalde acties over groene tuinen. Ook kunnen de verschillende typen tuinen voor de leefstijlen worden gebruikt op beeldmateriaal.
Aanbevelingen voor een succesvolle participatie :
- Koppel de acties aan gezelligheid - Betrek kinderen in de acties door spelletjes te organiseren - Geef beloningen en zorg dat veel mensen het gevoel hebben dat zij aanspraak maken op die beloning
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
37
- Geef complimenten, met name aan de kartrekkers en betrokken organisaties, op sociale media - Geef kartrekkers kennis over het onderwerp zodat zij het belang nog meer inzien - Houd een goed overzicht bij van de acties en de betrokken kartrekkers zodat je deze informatie later
altijd kunt gebruiken (D&B, 2015).
7.2 EXPERTMEETING
In een expertmeeting, op dinsdag 09-05-0217, is een sessie gehouden over de communicatiemiddelen en eisen
voor burgerparticipatie zoals eerder beschreven.
De betrokken experts zijn wijkregisseurs bij de gemeente Tilburg, zie bijlage 5 voor de samenvatting van de
expertmeeting.
De belangrijkste punten uit de expertmeeting zijn de volgende :
- Een buurtbijeenkomst werkt alleen als de bewoners er iets voor terug krijgen. Hierbij valt te denken
aan beloningen. Om deze reden is een buurtbijeenkomst gezamenlijk met andere acties houden een
goed idee. De buurtbijeenkomst kan dan dienen voor de informatievoorziening (bewustwording van
de acties). Andere acties zoals fotowedstrijd, tuinambassadeurs of acties samen met organisaties
dienen als beloning voor het wegnemen van weerstanden of juist als motivatie.
- Samenwerken met kartrekkers en organisaties is belangrijk. Zorg bij deze samenwerking voor kwaliteit
in plaats van kwantiteit. Een positieve samenwerking zal de olievlek (van early adapters naar early
majority) in de positieve zin verspreiden.
- Een trend is het planten van bomen in de tuin. Geef bewoners een boom in plaats van een plant of
tuinaarde.
Samenvatting communicatiemiddelen
De beschreven middelen van gelijkaardige acties in Nederland zijn samen met de participatiemiddelen uit tabel
7.1 en de aanbevelingen voor een succesvolle participatie allen communicatiemiddelen die gehanteerd worden
in de uitwerking van het communicatieplan in hoofdstuk 11. Wel wordt een onderscheid gemaakt tussen de
communicatiemiddelen van gelijkaardige acties en de middelen voor een succesvolle participatie.
Het bundelingsmiddel, een overkoepelende website met gerelateerde thema's met betrekking tot particuliere
eigendommen, kan dienen als informatievoorziening. Dit is belangrijk voor een duidelijk overzicht waarbij
bewoners op één centrale plek alle acties, subsidies en informatie (over de thema's energiezuinig, groen,
water, klimaatbestendig en van afval naar grondstof) met betrekking tot hun woning kunnen terugvinden.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
38
8 DOELGROEPEN-COMMUNICATIEMATRIX
Na de inventarisatie van de doelgroepen (hoofdstuk vijf), gedragsverandering per doelgroep (hoofdstuk zes) en
effectieve communicatiemiddelen (hoofdstuk zeven) is een analyse gemaakt. In tabel 8.1: doelgroepen-
communicatiematrix, worden de toepasbare communicatiemiddelen per doelgroep weergegeven. Hierin staan
niet de middelen (uit tabel 7.1) of aanbevelingen voor een succesvolle participatie, deze worden later in
hoofdstuk 10 verwerkt.
Tabel 8.1, Doelgroepen-communicatiematrix
Communicatie-middelen
Toepassing communicatiemiddel per doelgroep
Rood Groen Geel Blauw
Sociale media Niet vatbaar voor massacommunicatie. Eventueel links naar specialistische websites plaatsen.
Minder goed te bereiken via sociale media. Eventueel berichten laten verspreiden door autoriteiten of bekende tuiniers
Gevoelig voor wat hun sociale contacten vinden. Deze groep is het best te bereiken met trends op sociale media.
Ook deze groep volgt de laatste trends. Zij zijn vatbaar voor de trends op sociale media. Liefst de wat exclusievere trends.
Aansluiting* x xx xxxx xxxx Weekbladen, kranten en t.v.
Vatbaar voor informatie in specialistische tijdschriften en advertenties van specialistische winkels.
Goed te bereiken via traditionele media. Zeker als het afkomstig is van bekende bronnen/gezichten.
Weekbladen als libelle en Margriet worden goed gelezen. Reclame materiaal inzetten voor het verspreiden van komende acties.
Vatbaar voor informatie in specialistische tijdschriften. Ook advertenties van A-merken bekoren deze groep.
Aansluiting* xxx xxxx xxx xxx Websites Vatbaar voor informatie
op specialistische websites.
Zorg voor deze groep dat op websites foto's van de tuin als buitenkamer naar voren komt.
Zorg voor deze groep dat op websites foto's van trendy hebbedingetjes staan.
Op websites van gerenommeerde merken informatie verspreiden.
Aansluiting* xx xxx xx xxx Buurt-bijeenkomst
Niet vatbaar voor dit soort acties. Eventueel creatieve opzet van de bijeenkomst.
Houd de bijeenkomst vooral gemoedelijk en gezellig eventueel door een BBQ.
Betrek vooral de kinderen bij een bijeenkomst.
Zorg ervoor dat autoriteiten het woord hebben tijdens de bijeenkomst.
Aansluiting* x xx xxx xx Fotowedstrijd Vooral inspelen op
creatieve foto's zoals objecten in de tuin.
Minder vatbaar voor fotowedstrijd.
Fotowedstrijd voor kinderen houden.
Winnaar van de wedstrijd mag in een gerenommeerd tijdschrift komen met hun foto.
Aansluiting* xxx x xxx xx Open tuin dagen Zorg voor tuinen met
objecten en speel in op het actief ontspannen in de tuin.
Tuinen als buitenkamer met een BBQ, whirpool en groene tuin bekoren deze groep.
In een ideale tuin ziet deze groep graag trendy hebbedingetjes. Kinderen moeten er goed kunnen spelen.
Koppelen aan beurzen en A-merken.
Aansluiting* x xx xxxx xxx Folders Folder met inhoudelijke
uitleg. Het beeldmateriaal in folder moet inspelen op het 'actief ontspannen' in de tuin.
Feiten rondom tuinieren benoemen, het liefst afkomstig van bekende tuiniers.
Deze consument leest folders het best. Speel in op een gezellige trendy tuin.
Folders moeten afbeeldingen bevatten met de laatste trends. Ook is het belangrijk bronnen afkomstig van experts te gebruiken.
Aansluiting* xx xxx xxxx xxx Brieven Deze consument is niet
vatbaar voor een standaard brief. De consument zal graag inhoudelijke informatie lezen met voor- en tegenargumenten.
Brief afkomstig van autoriteiten zal deze consument serieus nemen.
Benadruk in de brief dat een groene tuin ook onderhoudsvriendelijk kan zijn.
Bron van de brief is een expert.
Aansluiting* xx xxx xx xx
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
39
Posters Deze consument is niet vatbaar voor massacommunicatie. Eventueel een creatieve tuin afbeelden op posters.
Poster benadrukt de tuin als een buitenkamer.
Op de poster de nadruk leggen op een gezellige tuin met blije mensen op afgebeeld. Sociale aspect van de tuin benadrukken.
Op de poster status en stijl benadrukken. Een afbeelding van een doorsnee tuin zal deze consument niet triggeren. De poster koppelen met komende beurzen.
Aansluiting* x xx xxxx xxx Informatiebijeenkomst voor bewoners
Niet vatbaar voor grote bijeenkomsten. Eventueel creatieve opzet.
Informele bijeenkomst houden.
Bijeenkomst organiseren geschikt voor kinderen.
Bijeenkomst door autoriteiten en experts laten organiseren.
Aansluiting* x xx xx xx Boeken over effecten en voordelen groene tuin
Consument leest graag specialistische informatie.
Niet vatbaar voor het grote leeswerk.
Niet vatbaar voor het grote leeswerk.
Consument leest graag specialistische informatie.
Aansluiting* xxx x x xxx Kortingsacties Kortingsacties op
objecten en meubilair. Kortingsacties op groen worden gewaardeerd.
Kortingen op trendy hebbedingetjes.
Kortingen op producten van A-merken
Aansluiting* xxx xxx xxx xxx Acties met tuincentra opzetten
De consument komt graag in een tuincentra. Speel in op een creatieve tuin.
Inspelen op een groene tuin als buitenkamer.
Kindvriendelijke tuinen promoten.
Consument weet raag wat de laatste trends zijn.
Aansluiting* xxx xxx xxx xxx Ontwerpsessies met hoveniers
Bij de sessies inspelen op een onderhoudsvriendelijke tuin.
Vatbaar voor de expertise van hoveniers. Hierbij mag de tuin ook wat meer inspanning eisen.
Sessies met kinderen organiseren. Een moestuin sessie is hierbij een aanrader.
Vatbaar voor de expertise van professionals. Zorg voor een stijlvolle aanpak.
Aansluiting* xx xxxx xxx xxx Voorbeeldtuinen Gebruik de tuinen uit paragraaf 3.3
Inspelen op het 'actief ontspannen' in tuinen.
Geef feiten over de voorbeeldtuin om de consument te overtuigen.
De consument heeft interesse in moestuinen.
Vatbaar voor voorbeeldtuinen. Speel in op een eigen stijl.
Aansluiting* xx xx xxx xxxx Praktische oplossingen bieden voor de overtollige verharding uit de tuinen
Vatbaar voor creatieve oplossingen om de verharding te hergebruiken in de tuin.
Geef informatie om de verharding te enkel te gebruiken voor de BBQ op te zetten.
Vatbaar voor kortingsacties om verharding te lozen.
Laat autoriteiten aan woord om informatie te geven waar verharding kan worden afgegeven.
Aansluiting* xxx xxx xxxx xxx Tuin-ambassadeurs
Ontvangt graag informatie over de creatieve oplossingen in de tuin.
Ontvangt graag informatie over tuinieren.
Ontvangt graag informatie over moestuinen.
Niet vatbaar voor een 'gewone' burger als ambassadeur.
Aansluiting* xx xxx xxxx x Educatie
Educatie met een creatieve insteek.
Het groene tuinieren is bij deze consument educatief mogelijk.
Bij uitstek geschikt voor deze consument. inspireer hun kinderen middels educatie.
Educatie door autoriteiten.
Aansluiting* x xxx xxxx xx *Hierbij wordt aangegeven in hoeverre het middel aansluiting vindt bij de doelgroep.
x = slechte aansluiting xx = mindere aansluiting xxx = goede aansluiting xxxx = zeer goede aansluiting
De bepaling van de aansluiting per communicatiemiddel gebeurd aan de hand van de motieven, weerstanden en beïnvloeding van de omgeving per leefstijl, tabel 6.1. Het aantal kruisjes is een eigen interpretatie van de onderzoeker naar aanleiding van tabel 6.1.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
40
Voor elk communicatiemiddel zijn de drijfveren (dus ook de motieven, weerstanden en omgevingsfactoren uit
paragraaf 6.1) van elke leefstijl met betrekking tot hun tuin meegenomen om de verschillende doelgroepen
effectiever te bereiken met elk communicatiemiddel. Tabel 8.1 dient als voeding voor het bedenken en
toepassen van acties per buurt, dan wel gemeente breed. Tevens wordt tabel 8.1 gebruikt om de planfase,
hoofdstuk elf, verder uit te werken.
9 KORTE TERMIJNACTIE
Parallel aan de afstudeeropdracht is een korte termijnactie opgezet. Deze actie is opgezet zodat de
onderzoeker niet alleen een advies als eindproduct overhandigt, maar tevens zelf ervaart wat het inhoudt om
een actie op te zetten. De resultaten van de actie worden meegenomen in de aanbeveling van de
afstudeeropdracht. Tijdens de actie zal onder de deelnemers een enquête worden gehouden.
Voordat een korte termijnactie kan worden opgezet zijn er eerst een aantal acties bedacht. De mogelijke acties
zijn :
1. Een pilot straat starten door het afkoppelen van hemelwaterafvoer bij mensen met voldoende groen
in de tuin.
Het afkoppelen van hemelwater vergt tijd en zal door verschillende afdelingen binnen de
gemeente behandeld worden. Voor het afkoppelen van hemelwater kan een verordening
worden opgesteld. Als de betrokken afdelingen akkoord gaan en het past binnen het beleid
kan worden overgegaan op deze actie.
2. Lagere scholen betrekken bij operatie steenbreek.
Door kinderen middels educatie bewust te maken over de gevolgen van verstening, worden
hun ouders ook bereikt. Zo kunnen de ouders getriggerd worden hun tuinen te ontstenen.
3. Tuincentra betrekken door burgers groen te laten kopen tegen een bepaalde korting.
Door samen met tuincentra een actie op te zetten kunnen burgers gemotiveerd worden meer
groen aan te leggen in hun tuin. Voorbeeld: inruil van tegels voor groen, tegels voor grond of
tuinontwerpsessies
4. Afspraken maken met woningcorporaties betreft percentage steen in de tuinen van hun
eigendommen.
Woningcorporaties hebben veel vastgoed in Tilburg. Door met hen afspraken te maken
betreft de verstening in de tuinen van hun vastgoed kan er veel winst behaald worden met
betrekking tot vermindering van het percentage verhard oppervlak.
De keuze van een actie is genomen nadat met verschillende mensen een interview is gehouden over de
haalbaarheid van de actie. De interviews zijn te vinden in bijlage 1.
- Actie 1, afkoppelen hemelwater, bleek niet haalbaar na gesprekken met de beleidsmedewerker ruimte
belast met de taken omtrent het gemeentelijk water- en rioleringsbeleid. De reden hiervoor is het
gebrek aan draagvlak binnen de gemeente. Ook is de duur van de stage een te korte tijd om zo'n pilot
op te starten (Mackowiak, 2017).
- Actie 2, lagere scholen betrekken bij operatie steenbreek, bleek tevens niet haalbaar. Dit bleek uit een
interview met sociaal medewerker van T-Primair. De reden hiervan is dat het voor de scholen niet
haalbaar is om dit jaar nieuwe onderwerpen aan de doorgaande leerlijnen toe te voegen. Ook is de
periode waarin de actie zal plaatsvinden niet wenselijk voor de scholen (Vermeer, 2017).
- Actie 3 bleek haalbaar na gesprekken met verschillende tuincentra te hebben gevoerd. De uitwerking
hiervan staat beschreven in de paragraven 10.1 en 9.1.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
41
- Actie 4, afspraken met woningcorporaties, is niet aan bod gekomen, omdat de haalbaarheid van actie
3 al bekend was. Wel wordt het idee van het samenwerken met woningcorporaties meegenomen als
communicatiemiddel voor actie 3.
9.2 AANPAK
Tuincentra betrekken om een samenwerking aan te gaan voor een actie van operatie steenbreek is uiteindelijk
de korte termijnactie die parallel aan de afstudeeropdracht heeft plaatsgevonden. Allereerst zijn er gesprekken
gevoerd met verschillende tuincentra. De gesprekken kwamen tot stand door eerst een e-mail te sturen naar
de betreffende tuincentra. Op deze e-mail reageerden twee tuincentra positief. Deze tuincentra zijn Intratuin
Tilburg en Groenrijk Tilburg. De gesprekken werden afzonderlijk van elkaar gehouden. Voordat de gesprekken
plaatsvonden is er een plan van aanpak naar de betrokken medewerkers van de tuincentra gestuurd. In dit plan
van aanpak, zie bijlage 3, wordt de opzet van een potentiele actie beschreven. In het gesprek werd dit plan van
aanpak vervolgens besproken. Zo konden de tuincentra aangeven wat zij wel en niet konden betekenen met
betrekking tot de actie. Ook zijn de gesprekken bedoeld om gezamenlijk een oplossing voor een actie te
bedenken waarbij zowel de stagiair als de tuincentra zich in konden vinden.
Na de gesprekken, zie bijlage 1, met de tuincentra werd duidelijk dat Intratuin Tilburg te veel beperkingen zag
om gezamenlijk een actie te starten. Groenrijk Tilburg reageerde wel positief na het gesprek en wilde graag een
samenwerking aangaan voor de actie van operatie steenbreek.
9.3 RESULTAAT
De samenwerking voor de korte termijnactie met Groenrijk Tilburg is gestart. Nu voor alle partijen duidelijk is
wie er wel en niet meedoet aan de actie is er een uitvoeringsplan opgesteld, zie bijlage 4. In het uitvoeringsplan
staat de actie concreet beschreven. De actie heeft de naam "Draag je (m2 ) steen bij op 13 mei" gekregen.
Actie, Draag je m2 steen bij op 13 mei
WAT : Bewoners van Tilburg leveren kosteloos (maximaal) 1m
2 steen of tegels in bij Groenrijk Tilburg. Voor
het inleveren van de verharding krijgt de bewoner gratis 200 liter tuingrond van zeer hoge kwaliteit. Per huishouden maximaal 1 bon voor tuingrond.
HOE :
Door de 1m2 (schoon) straatwerk zelf in te leveren in de daarvoor voorziene afvalcontainer op de
parkeerplaats van Groenrijk Tilburg krijgt de bewoner een bon. Met deze bon kan de bewoner 200 liter tuingrond gratis afhalen in de winkel van Groenrijk. Het aanschaffen van planten en andere tuinartikelen worden niet vergoed door de gemeente Tilburg of Groenrijk. Grind telt niet mee als straatwerk dus enkel schone stenen of tegels. Bewoners moeten de materialen allemaal zelf vervoeren.
WANNEER :
Zaterdag 13 mei 2017 tussen 09:00-17:00. WAAR :
Groenrijk Tilburg Stokhasseltlaan 39 5049 TB Tilburg
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
42
Voor de uitvoering van de actie zijn meerdere partijen nodig. In tabel 9.1 staan de betrokken partijen
beschreven, met de reden waarvoor ze betrokken zijn. Ook staat beschreven welke activiteiten de partijen
gaan uitvoeren. De uitwerking van de samenwerking tussen de organisator van de actie en de betrokken
partijen staat tevens beschreven in bijlage 4.
Tabel 9.1, betrokken partijen 'Draag je m2 steen bij op 13 mei'
De volgende communicatiemiddelen zijn uiteindelijk ingezet voor de actie "draag je m2 steen bij op 13 mei". Er
is een onderscheid in de middelen voor bekendmaking/bewustwording van de actie en voor middelen om
motieven te geven en weerstanden wegnemen zodat bewoners sneller deelnemen aan de actie.
Middelen voor bewustwording/bekendmaking actie (In
bijlage 4 staan een aantal van deze middelen afgebeeld)
Koerier, lokaal weekblad
Brabants Dagblad, regionale krant
Website Gemeente Tilburg
Facebookpagina Gemeente Tilburg
LinkedIn nieuws Gemeente Tilburg
Posters met mondelinge toelichting op het
voorjaarsfestival 'op groene voet'
Advertentie in het boekje op groene voet
Advertentie in de brochure van Tiwos,
woningcorporatie
Advertentie via email naar alle klanten van Groenrijk Tilburg
Advertentie op de folder over de 'week van Ons water'
Betrokken partijen Reden Welke activiteiten
Woningcorporatie Corporaties hebben een groot aantal woningen in bezit. Door dat grote aantal kunnen corporaties een groot aantal bewoners bereiken.
Woningcorporatie Tiwos heeft besloten mee te werken en zal de actie vermelden in hun 4 jaarlijkse brochure. De brochure is op 2 mei naar alle huurders verstuurd.
Communicatie afdeling, gemeente Tilburg
De communicatie afdeling van gemeente Tilburg beheert de communicatiekanalen van Tilburg. Dit zijn sociale media, website, vermeldingen in Koerier etc.
Actie communiceren naar de bewoners middels de beschikbare kanalen. Ook posters worden door de afdeling communicatie ontworpen en gedrukt.
Groenrijk Tilburg Bij tuincentrum groenrijk zal de actie plaatsvinden.
Bewoners kunnen kosteloos de stenen inleveren in de daarvoor voorziene container. Na het inleveren krijgen de bewoners 200 liter gratis tuingrond. Groenrijk zal de actie communiceren naar de mensen in hun klantenbestand.
BAT De afdeling BAT zorgt voor de inzameling van al het afval in Tilburg. De verharding die uit de tuinen van de bewoners komt is afval.
BAT zal een puincontainer plaatsen op het terrein van Groenrijk Tilburg. Na de actie zal BAT de container weer ophalen.
Op groene voet Tilburg Zij organiseren een voorjaarsfestival waar operatie Steenbreek met een standje mag staan. Middels dit standje kan de actie bekend gemaakt worden bij de bezoekers van het festival.
Met posters en bemanning van het standje krijgen de bezoekers informatie over de actie. Tevens heeft de stichting 'op groene voet' operatie steenbreek de ruimte gegeven om de actie in een advertentie te vermelden in het boekje 'naar buiten'. De oplage van dit boekje betreft 10 000 stuks.
Let op!
De korte termijnactie is onafhankelijk van de
theorie uit voorliggend rapport tot stand
gekomen. De leefstijlen en andere thema's zijn
om deze reden niet meegenomen in de actie.
Wel geeft de actie input voor het communicatie-
actieplan, paragraaf 10.2, doordat een korte
enquête bij de deelnemers van de actie is
gehouden.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
43
Middelen om motieven te geven en weerstanden weg te nemen zodat de bewoners sneller geneigd zijn deel te
nemen aan de actie.
Gratis aanbieden van tuin- aanplantgrond
Samenwerking met Groenrijk
Kosteloos inleveren van de verharding
Ik ging sowieso mijn tuin aanpakken en toen kwam dit voorbij
Ik vind een klimaatadaptieve inrichting van mijn tuin belangrijk
In totaal hebben 70 bewoners deelgenomen aan de actie. Aan alle bewoners zijn een aantal vragen gesteld, zie
bijlage 6 voor de vragenlijst. De resultaten van de enquête zijn meegenomen in het communicatie- actieplan,
paragraaf 10.1.
De volgende drie vragen zijn gesteld aan de deelnemers van de actie : 1. Via welk mediakanaal werd u op de hoogte gesteld van deze actie? 2. Wat heeft u ertoe gezet deel te nemen aan deze actie? 3. Wat zou u bewegen om meer groen in uw tuin aan te leggen?
13; 19%
8; 12%
5; 7%
5; 7% 23; 33%
1; 1%
2; 3%
1; 1% 8; 11%
4; 6%
Via welk mediakanaal zijn de deelnemers op de hoogte gebracht van de actie?
De Tilburgse Koerier
Brabants Dagblad
Website Gemeente Tilburg
Facebookpagina Gemeente Tilburg
LinkedIn nieuws
Informatiestand op het voorjaarsfestival'blije bijen & vrolijke vogels'
Advertentie in het boekje 'op groene voet'
Advertentie in de brochure van Tiwos
Advertentie via Groenrijk Tilburg
Advertentie op de folder over de 'weekvan Ons water'
Een kennis à mond op mond reclame
Anders
Figuur 9.1.1
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
44
Figuur 9.1.2
In figuur 9.1.1 is Facebook duidelijk het mediakanaal dat het vaakst werd genoemd. Naast Facebook zijn de
traditionele media zoals de Tilburgse Koerier en Brabants Dagblad de middelen die de meeste bewoners
hebben bereikt. Mond op mond reclame is daarna het middel met de meeste antwoorden. De middelen met
nul antwoorden zijn : LinkedIn, advertentie Tiwos, advertentie op de folder van de week van Ons Water.
Op figuur 9.1.2 zijn de resultaten van vraag twee weergegeven in een cirkeldiagram. De meest bewoners geven
aan dat het feit dat ze hun tuin sowieso gingen aanpakken doorslag gaf om mee te doen aan de actie. Hieruit
blijkt dat de timing van de actie belangrijk is. Het kosteloos inleveren van de verharding en het gratis aanbieden
van tuinaarde werden respectievelijk als tweede en derde aangeduid als hoofdreden. Positief gegeven is dat
een redelijk aantal bewoners een klimaatadaptieve tuin aangaf als reden om deel te nemen.
Op de volgende pagina staan in figuur 9.1.3 de resultaten van de vraag, wat bewoners zou bewegen meer
groen in hun tuin aan te planten. 34% Van de bewoners vinden het kosteloos inleveren van verharding een
goede reden om hun tuin meer te vergroenen. Gratis groen of tuinaarde kiezen 17% van de deelnemers voor
en 13% van de deelnemers vinden redenen om meer groen in de tuin te realiseren belangrijk om in de
toekomst meer groen aan te leggen. Praktische oplossingen krijgen in de vorm van informatievoorziening en
informatie over het nut van groene tuinen staan op plaats vier en vijf.
De resultaten van de enquête worden in paragraaf 10.1 verwerkt met als doel bewoners beter te bereiken door
middel van een bepaalde strategie.
14; 20%
1; 2%
21; 30%
23; 33%
10; 14%
1; 1%
Waarom hebben de deelnemers deelgenomen aan de actie?
Gratis aanbieden van tuin- aanplantgrond
Samenwerking met Groenrijk
Kosteloos inleveren van de verharding
Ik ging sowieso mijn tuin aanpakken en toen kwam dit voorbij
Ik vind een klimaatadaptieve inrichting van mijn tuin belangrijk
Anders nl,
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
45
Figuur 9.1.3
Conclusie
Facebook heeft veruit de meeste, 23.33%, deelnemers bereikt om hen op de hoogte te stellen van de actie. De
periode waarin de actie werd gehouden heeft het best bijgedragen om bewoners deel te laten nemen aan de
actie, omdat de bewoners hun tuin in deze periode toch gingen aanpakken. Het kosteloos inleveren van de
verharding heeft tevens een groot aantal bewoners, 21%, bewogen deel te nemen aan de actie. Dat laatste
kwam ook terug toen de deelnemers gevraagd werd waarom zij in de toekomst mee doen aan een actie om
hun tuin te vergroenen.
Met deze bevindingen wordt het communicatieplan, hoofdstuk 10, deels uitgewerkt.
34%
13% 17%
12%
4%
2%
1%
1% 10%
6%
Waarom zouden de deelnemers in de toekomst meer groen aanleggen in hun tuin?
Gratis mijn verharding kunnen inleveren
Gratis groen krijgen
Gratis tuin- aanplant grond krijgen
Praktische oplossingen krijgen in devorm van informatievoorziening. Hoeeen tuin het best groen kan wordeningericht
Tuinambassadeurs toegewezen krijgen,dat zijn tuiniers die bewoners graaghelpen bij (praktische) vragen over huntuin
Voorbeeldtuinen in tuincentra creëren
Voorbeeldtuinen bezoeken tijdens eenopen-tuin-dag
Ontwerpsessies met hoveniers houden
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
46
10 COMMUNICATIEPLAN
Het communicatieplan dient als handvat voor de medewerkers van de gemeente Tilburg die belast zijn met de
uitvoering van de acties voor operatie steenbreek. De hoofdstukken 2 tot en met 10 zijn feitelijk allemaal
onderdelen van het communicatieplan. Een communicatieplan kan op verschillende manieren worden
beschreven. Door de hoeveelheid aan informatie in de genoemde hoofdstukken zal er in de verschillende
onderdelen van het communicatieplan worden verwezen naar de hoofdstukken uit voorliggend rapport. In
paragraaf 10.1 is gekozen om communicatie- actieplan te beschrijven. Hierin wordt de strategie voor het
communiceren naar de bewoners per doelgroep beschreven.
In voorliggend rapport is gekozen om het communicatieplan op te delen in de volgende onderdelen (Vilans,
2007) :
Analyse Wat is er nodig om de doelgroepen te bereiken? Wat is de onderbouwing van de te nemen acties? De gegevens voor de analyse van het communicatieplan staan in de hoofdstukken 2, 3, 4, 6 en 7. De gegevens uit de analyse dienen als basis en horen deels bij de eerste stap uit het processchema, figuur 10.1.
Doelgroepen De doelgroepen zijn gekozen aan de hand van vier leefstijlen in de wijken en buurten van Tilburg, zie tabel 5.1. De leefstijlen zijn onderverdeeld in de kleuren rood, groen, geel en blauw. De benodigde gegevens over de doelgroepen staan beschreven in hoofdstuk 5.
Communicatiedoel De verschillende doelgroepen motiveren hun tuinen te vergroenen. Dit kan op basis van informatieoverdracht of de houding/gedrag, ten opzichte van hun type tuin, van de doelgroepen veranderen door het opzetten van acties.
Strategie De strategie heeft als uitgangspunt de verschillende leefstijlen, vanuit de leefstijlen wordt een aanpak geformuleerd. De strategie wordt in zijn geheel beschreven aan de hand van een communicatie- actieplan, tabel 10.1. In het plan is gekozen om een beperkt aantal communicatiemiddelen in te zetten.
Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen staan beschreven in hoofdstuk 7. De doelgroepen-communicatiematrix kan worden gebruikt om gerichte acties op te zetten per buurt. Zoals eerder vermeld komt een beperkt aantal van deze middelen terug in het communicatie-actieplan.
Organisatie Bij elke afzonderlijke actie is een bepaalde organisatie nodig. De organisatie van de acties zal in het communicatie- actieplan worden benoemd.
Tijdsplanning Het is belangrijk een duidelijke planning aan te duiden bij de verschillende acties. Ook deze planning wordt in het communicatie- actieplan beschreven.
Budget In de 'Agenda Groen in de stad 2016-2019' staat het budget voor operatie steenbreek. In hetzelfde document staat tevens waar een deel van het budget al aan is toegeschreven. De 'beleidsmedewerker Groen' van de gemeente Tilburg, verantwoordelijk voor de acties van operatie steenbreek, bepaalt aan welke acties het budget wordt besteed.
Evaluatie Voor het behoud van prioriteit is het belangrijk te evalueren en keuzes bij te stellen waar nodig. Door te evalueren worden negatieve en positieve aspecten meegenomen ter verbetering van het project. Door succes- en faalfactoren per actie te benoemen en gestructureerd bij te houden hebben toekomstige acties meer kans van slagen.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
47
10.1 PROCESSCHEMA OM COMMUNICATIE- EN PARTICIPATIEMIDDELEN IN TE ZETTEN
Het succes van de acties van operatie steenbreek wordt mede bepaald door een succesvolle burgerparticipatie.
In het processchema, zie figuur 10.1, wordt de volgorde voor het opzetten van communicatieacties
weergegeven.
Toelichting processchema Fase 0 : Een centrale informatievoorziening met basisinformatie is gewenst. Dit dient als onderbouwing van alle acties. Als basisinformatie wordt gedacht aan de informatie zoals in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van voorliggend rapport. Ook kunnen gegevens van het landelijk platform van operatie steenbreek worden opgevraagd. De basisgegevens worden het best verzameld op een overkoepelende website. Op deze website staan alle acties
Informatie verzamelen
Eventueel 'paraplu' website opzetten met de thema's klimaatadaptatie, vergroenen en energiezuinig inrichten van de ruimte en woningen
JA
Basisinformatie voor de onderbouwing van de acties verzamelen op een centrale plek
Nee
(Hoofdstukken 2 -4)
Kartrekkers benaderen
Organisaties benaderen
Zelfovertuiging
Onbewuste Beïnvloeding
Acties bedenken voor specifieke buurten en doelgroepen of gemeente breed
Voorwaarden voor een succesvolle participatie
Zie tabel 7.1
Ja
Figuur 10.1, processchema, proces voor het inzetten van communicatie- en participatiemiddelen
Let op de aanbevelingen (paragraaf 7.1) voor een succesvolle participatie.
Fase
0
Fase
1
Fase
2
Uitvoeren actie(s)
Zie tabel 8.1
Evaluatie van de genomen acties
Zie tabel 6.1
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
48
en informatie over de thema's energiezuinig, groen, water, klimaatbestendig en van afval naar grondstof (allen in relatie tot particuliere eigendommen). Nadat in fase 1 acties zijn bedacht en in fase 2 zijn uitgevoerd kan de basisinformatie worden gevoed met de resultaten hiervan. Fase1:
Nadat de basisinformatie is verzameld en zichtbaar is voor iedereen kunnen de acties worden bedacht. In tabel
6.1 en 8.1 staat informatie waar rekening mee gehouden dient te worden om een goede actie op te zetten of
als inspiratie voor de communicatiemiddelen. Acties kunnen ook samen met kartrekkers worden bedacht. De
kartrekkers weten wat er speelt in hun buurt en hebben daarom nuttige input voor de soort actie. Ook kunnen
er organisaties worden betrokken om een actie op te zetten. Denk aan, scholen, tuincentra of
woningcorporaties. Acties waarbij participatie vereist is hebben naast het betrekken van kartrekkers en
organisaties ook zelfovertuiging en onbewuste beïnvloeding nodig. De informatie om aan onbewuste
beïnvloeding te voldoen kan worden geplaatst op de centrale plek van de basisinformatie. Alle vereisten om
een succesvolle participatie te bewerkstelligen staan in tabel 7.1.
Acties kunnen ook gelijktijdig plaatsvinden. Denk aan acties voor bewustwording van het belang van het
ontstenen van tuinen, zoals folders uitdelen, en acties waarbij burgerparticipatie vereist is, zoals
buurtbijeenkomsten. Nadat de actie(s) concreet is uitgezet kan in fase 2 de uitvoering van de actie starten.
Fase 2:
Bij het uitvoeren van de acties is het belangrijk om betrokken te complimenteren en eventueel te belonen. Zo
zullen betrokkenen in de toekomst ook bereid zijn om mee te werken aan acties. Houd van alle acties bij wat de
taakverdeling was en of de actie succesvol was. Deze informatie komt bij toekomstige acties van pas. Overige
punten waar rekening mee gehouden dient te worden om succesvol te zijn staan beschreven bij de
aanbevelingen in paragraaf 7.1. Foto's van de acties en andere resultaten kunnen vervolgens worden terug
gekoppeld op de centrale plek met basisinformatie.
10.2 COMMUNICATIE- ACTIEPLAN
Het communicatiedoel: motiveren van bewoners om hun tuin te vergroenen, wordt bereikt door per doelgroep
een andere aanpak op te zetten. Het communicatie-actieplan houdt rekening met de beginfase waarin operatie
steenbreek Tilburg zich nog bevindt. Het is uitdrukkelijk een actieplan om de eerste acties, het stimuleren en de
bewustwording van bewoners hun tuinen te vergroenen, uit te zetten. Om deze reden kan een communicatie-
actieplan voor operatie steenbreek over enkele jaren een andere opzet hebben.
Door per buurt in te spelen op de leefstijl die er het meest voorkomt kan desgewenst voor elke buurt
afzonderlijk een gerichte actie voor operatie steenbreek worden bedacht.
Het communicatie-actieplan in tabel 10.2 is tot stand gekomen door gebruik te maken van de resultaten van de
enquête, de expertmeeting en de motieven, weerstanden en beïnvloeding van de omgeving per leefstijl. Niet
alle middelen uit hoofdstuk 7 zijn meegenomen in het communicatie-actieplan. Dit komt doordat gekozen is
om de enquête en de expertmeeting als leidraad te gebruiken. Het is altijd mogelijk om tabel 8.1 te raadplegen
voor de uitbreiding van het communicatie-actieplan als daar behoefte aan is. Echter, voor de beginfase van de
acties van operatie steenbreek is tabel 10.2 een goede start. Het communicatie- actieplan is een concrete
samenvatting van de randvoorwaarden. Hoe een actie precies tot stand komt is namelijk van allerlei
verschillende actoren en factoren afhankelijk. Om deze reden is het onmogelijk stap voor stap uit te leggen hoe
de acties georganiseerd dienen te worden.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
49
De acties in tabel 10.2 zijn los van elkaar, met elkaar en door elkaar te gebruiken. De beleidsmedewerker
verantwoordelijk voor de acties van operatie steenbreek kan dit naar eigen invulling en mogelijkheden
bepalen. De precieze invulling van de acties is afhankelijk van vele factoren en de verschillende actoren. Het
communicatie-actieplan is uitsluitend een handvat en geen stappenplan hoe elke actie precies uitgevoerd moet
worden. Dit komt door de vele mogelijkheden die elke actie anders tot stand kunnen laten komen. Door na
elke actie te evalueren kan in de toekomst een draaiboek worden opgesteld met de precieze handelingen per
actie. Tabel 10.2 is een tabel waarin de communicatiemiddelen zijn opgesplitst om een beter overzicht te
hebben.
Tabel 10.2, communicatie- actieplan
Rood Groen Geel Blauw
Sociale media Doel Bewustzijn creëren en/of bekendmaking van de acties
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Dit middel richten op de gele en blauwe leefstijlen
Dit middel richten op de gele en blauwe leefstijl
Zorg voor een wijdverspreide berichtgeving zodat de gele consument veel sociale contacten de berichten ziet 'liken'
Zorg dat de actie als een nieuwe trend overkomt zodat de leefstijlen getriggerd worden mee te doen
Organisatie De afdeling Communicatie van de gemeente Tilburg verzorgt alle berichtgeving via sociale media. Als er met andere organisaties wordt samengewerkt is het belangrijk dat deze organisaties ook hun sociale media kanalen inzetten. Link alle media kanalen aan elkaar zodat het breed wordt gezien.
Planning Bij het creëren van bewustzijn is herhaling belangrijk, de data niet zozeer. Bij het bekend maken van een actie is het belangrijk in de week van de actie goed gebruik te maken van sociale media.
Succesvol* Zeer succesvol, met name Facebook
Burgerparticipatie vereist**
Nee
Rood Groen Geel Blauw
Weekbladen, kranten en t.v. Doel Bewustzijn creëren en/of bekendmaking van de acties
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Gebruik specialistische weekbladen
Deze doelgroep is ook via regionale media te bereiken
Gebruik weekbladen als Libelle en Margriet
Gebruik specialistische weekbladen
Organisatie Werk voor dit middel samen met andere gemeenten die aangesloten zijn bij operatie steenbreek om de nationale kranten, weekbladen en t.v. programma's mee te laten doen.
Planning In het voorjaar met dit middel communiceren, gedurende de periode dat bewoners hun tuin aanpakken.
Succesvol* Ja
Burgerparticipatie vereist**
Nee
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
50
Rood Groen Geel Blauw
Buurtbijeenkomst Doel Bewoners elkaar laten motiveren hun tuinen te vergroenen en bewustwording.
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Richt dit middel vooral op de gele leefstijl
Richt dit middel vooral op de gele leefstijl
Betrek de kinderen om het aantal deelnemers te verhogen
Richt dit middel vooral op de gele leefstijl
Organisatie Een buurtbijeenkomst alleen organiseren als de bewoners iets krijgen. Om deze reden kan dit middel het best worden georganiseerd samen met de communicatiemiddelen 'kortingsacties' en 'praktische oplossingen bieden voor de overtollige verharding'. Het is belangrijk kartrekkers erbij te betrekken.
Planning Voorjaar en zomer.
Succesvol* Ja, alleen met het koppelen van middelen waarbij de bewoners worden beloond.
Burgerparticipatie vereist**
Ja
Rood Groen Geel Blauw
Folders Doel Bewustwording van het nut van groene tuinen en onbewuste beïnvloeding
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Een creatieve tuin op de folder afbeelden
Feiten over een groene tuin benadrukken
Trendy spullen afbeelden op folder
Bronnen afkomstig van experts gebruiken
Organisatie Laat door de afdeling Communicatie van de gemeente Tilburg folders afdrukken. Geef in folders tips over hoe een tuin groen kan worden ingericht. Per buurt kan de inhoud van een folder verschillen door in te spelen op de leefstijl die het vaakst voorkomt in desbetreffende buurt, zie tabel 5.1.
Planning Folder mag het gehele jaar door worden uitgedeeld. Het is belangrijk om geduld te hebben voordat bewoners zich bewust zijn van het nut van groene tuinen. Herhaling is dan ook belangrijk.
Succesvol* Ja, bewoners hebben de behoefte om beter geïnformeerd te worden over het nut van groene tuinen. Folders helpen daarbij.
Burgerparticipatie vereist**
Nee
Rood Groen Geel Blauw
Posters Doel Bewustwording van het nut van groene tuinen en onbewuste beïnvloeding
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Creatieve tuin afbeelden
Tuin als buitenkamer benadrukken
Het sociale aspect benadrukken op poster
De laatste trends op poster afbeelden
Organisatie Laat door de afdeling Communicatie van de gemeente Tilburg posters maken en hang deze in de gemeente Tilburg op. Per buurt kan de inhoud van een poster verschillen door in te spelen op de leefstijl die het vaakst voorkomt in desbetreffende buurt, zie tabel 5.1. Gebruik de voorbeeldtuinen van de trends uit 2017.
Planning Poster mag het gehele jaar door worden opgehangen. Het is belangrijk om geduld te hebben voordat bewoners zich bewust zijn van het nut van groene tuinen. Herhaling is dan ook belangrijk.
Succesvol* Ja
Burgerparticipatie vereist**
Nee
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
51
Rood Groen Geel Blauw
Kortingsacties De korte termijnactie uit hoofdstuk 10 valt hier ook onder
Doel Motieven geven en bewustwording
Aanpak (Zie tabel 8.1)
De aanpak voor deze actie kan het best voor alle leefstijlen hetzelfde zijn. Kortingen op groen, aanplant- tuinaarde hebben de voorkeur omdat hierbij het doel sneller wordt bereikt.
Organisatie Werk samen andere organisaties zoals tuincentra om een breed draagvlak te creëren. Ook kan samenwerken de kosten drukken.
Planning In het voorjaar/zomer, eind april tot eind juni, de periode dat mensen hun tuinen sowieso aanpakken en gebruiken.
Succesvol* Ja
Burgerparticipatie vereist**
Ja
Rood Groen Geel Blauw
Praktische oplossingen bieden voor de overtollige verharding uit de tuinen Doel Weerstanden wegnemen en motieven geven en bewustwording klimaatadaptatie
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Creatieve oplossingen bieden om stenen te hergebruiken in de tuin
Verharding kosteloos laten inleveren
Verharding kosteloos laten inleveren
Verharding kosteloos laten inleveren. Laat autoriteiten de actie communiceren naar de blauwe leefstijl
Organisatie Laat door de afdeling BAT containers verzorgen voor het ophalen van de verharding in buurten dan wel op een centrale plek in de gemeente. Ook het kosteloos laten inleveren van de verharding in de milieustraat kan uitkomst bieden.
Planning Voorjaar, in de periode dat bewoners hun tuin aanpakken.
Succesvol* Ja, zeer succesvol
Burgerparticipatie vereist**
Ja
Rood Groen Geel Blauw
Educatie Doel Bewustzijn creëren en onbewuste beïnvloeding
Aanpak (Zie tabel 8.1)
Door samen te werken met scholen kan een leuke actie worden bedacht waarbij de leerlingen thuis hun tuin voor een deel vergroenen. Kinderen stimuleren zo hun ouders om mee te doen aan het vergroenen van hun tuin. Licht toe dat gezondheid sterk in relatie staat tot groene tuinen.
Organisatie Organiseer samen met scholen en T-primair een leuke actie waarbij de kinderen educatie krijgen en gelijk hun eigen tuin deels vergroenen.
Planning Voorjaar, in de periode dat bewoners hun tuin aanpakken.
Succesvol* Niet bekend, wel geven bewoners in de enquête aan meer informatie te willen over het nut van groene tuinen. Dat kan door middel van educatie.
Burgerparticipatie vereist**
Ja
*= Is het middel succesvol volgens experts, wijkregisseurs, en aan de hand van de resultaten uit de enquête van de korte termijnactie?
**= Is bij de toepassing van het communicatiemiddel burgerparticipatie vereist? Zie voor de eisen, paragraaf 7.1.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
52
11 DISCUSSIE
Onderzoeksopzet
Het communicatieplan is gebaseerd op vier verschillende leefstijlen die voorkomen in de buurten van Tilburg.
De leefstijlen zijn gekozen op basis van het sociaal-psychologisch BSR model (SmartAgent, 2013). Hoe het
model alle gegevens verkrijgt is niet duidelijk omdat het een bedrijfsgeheim van desbetreffend adviesbureau is.
Om deze reden is het moeilijk te beoordelen of het BSR model 100% betrouwbaar is.
Door te kiezen voor vier doelgroepen/leefstijlen op basis van het BSR model kan het communicatieplan te
beperkt zijn. Het plan is gebaseerd op alle inwoners van de gemeente Tilburg. Het kan beter zijn meerdere
leefstijlen te hanteren. Een voorbeeld hiervan zijn de tien woonmilieus, die de gemeente Tilburg hanteert naar
aanleiding van een kwalitatief woningbehoefte onderzoek (Gemeente Tilburg, 2012).
De reden om in de enquête niet te onderzoeken welke leefstijl de deelnemers hebben kan leiden tot een
mismatch in het communicatie-actieplan. Omdat de leefstijlen theorie en de resultaten van de enquête
gezamenlijk de input voor het plan zijn.
Tot op heden heeft geen gemeente in Nederland een uitgebreid communicatieplan opgesteld om bewoners te
motiveren hun tuinen te vergroenen. Dit afstudeerrapport kan om deze redenen gezien worden als een
pilotproject. Een pilot kenmerkt zich doordat het een experimentele ontwikkeling doormaakt. Deze
ontwikkelingen leiden tot nieuwe inzichten waardoor de communicatie, bewoners stimuleren hun tuinen te
vergroenen, in de toekomst alsmaar verbetert.
Enige vergelijkbare projecten van andere gemeenten gaan enkel over de genomen acties voor operatie
steenbreek (Operatie steenbreek, 2017). In voorliggend rapport zijn deze acties gebruikt voor de
communicatiemiddelen uit hoofdstuk 7. Van de acties die andere gemeenten voor operatie steenbreek hebben
uitgevoerd is niet bekend of de betreffende acties succesvol zijn. Om deze reden moeten alle
communicatiemiddelen een keer worden gebruikt om te bepalen welke succesvol zijn.
Literatuur
De literatuur van Hausen (2016) en CBS; PBL & Wageningen UR (2016) voor het beoordelen van de toename
aan biodiversiteit met het vergroenen van tuinen is gebaseerd op aannames. Dit komt door een gebrek aan
onderzoek tussen de relatie vergroenen van particuliere tuinen en toename biodiversiteit. De aanname is het
feit dat het verminderen van verharding in stedelijk gebied leidt tot een toename van de biodiversiteit.
In paragraaf 2.1 wordt in het onderzoek van Lenderink et al. (2011) beschreven dat de intensiteit van extreme
buien, vanaf een dauwpuntstemperatuur van 10oC, met 14% zal toenemen in een veranderd klimaat. Een
onderzoek van KNMI wijst uit dat bij een toename van 5 o
C de intensiteit verdubbelt. Deze twee onderzoeken
laten verschillende resultaten zien, hierdoor blijft onduidelijk in hoeverre de intensiteit toeneemt bij een
verhoging van de temperatuur.
De gegevens uit een onderzoek in 2011 van Productschap Tuinbouw (Linssen, 2011) zijn verouderd. Doordat
meningen en houdingen ten opzichte van klimaat en klimaatadaptatie veranderen bestaat de kans dat de vier
leefstijlen momenteel andere motieven, weerstanden en omgevingsfactoren kennen dan 6 jaar geleden.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
53
Keuzes
In het communicatie- actieplan is geen rekening gehouden met de kosten of arbeidsuren per
communicatiemiddel. Dit hangt echter van teveel factoren af zoals de omvang en organisaties, betrokkenen en
kartrekkers die eventueel gratis meewerken en diensten verlenen.
Het aantal oppervlak van verharding in particuliere tuinen is niet onderzocht. De reden hiervan is dat het in de
beginfase, van de bewustwording, om groene tuinen te nemen nog niet relevant is. Dit kan wel in een later
stadium onderzocht worden om specifieker te communiceren naar de mensen met een versteende tuin.
Tijdens de enquête van de korte termijnactie is gekozen niet te onderzoeken in welke wijk of buurt de
deelnemers wonen. Dit komt omdat het nog niets zegt over de soort leefstijl van de deelnemers. Echter, door
de postcode te vragen aan de deelnemers tijdens de enquête had wel geconcludeerd kunnen worden of de
meeste deelnemers uit de buurt van het tuincentrum kwamen.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
54
12 CONCLUSIE
Het veranderende klimaat zorgt voor een toename van neerslag. In Tilburg leidt deze toename tot meer
wateroverlast, omdat het water moeilijk kan infiltreren in verharde bodems. In verstedelijkt gebied, zoals
Tilburg, kan bodemdegradatie optreden, doordat veel van het bodemoppervlak is verhard. Hierdoor, en door
de droge perioden in het veranderende klimaat, zakt het waterpeil in de zomer en zullen organische stoffen in
de bodem naar verloop van tijd afnemen. Tevens zal het stedelijk hitte-eilandeffect (UHI) toenemen doordat
het warmer wordt en het verhard oppervlak die warmte vasthoudt.
Onder het vergroenen van tuinen wordt het weghalen van verharding en daarvoor in de plaats vegetatie
aanleggen verstaan. De effecten van het vergroenen van tuinen zijn :
Afname UHI; Wateroverlast vermindert ; Waterberging neemt toe; Bodemdegradatie neemt af;
Biodiversiteit neemt toe; Fysieke en mentale gezondheid verbetert.
Een specifiek beleid voor het vergroenen tuinen bestaat niet. Wel zijn er Europese, nationale en gemeentelijke
wetten, doelen of taken opgesteld die gaan over ruimtelijke kwaliteit en klimaatadaptatie. Zelf heeft de
gemeente Tilburg bestuurlijke agenda's, visies en coalitieakkoorden afgesloten waarin zij indirect en direct
aangeeft in te zetten op een groenere leefomgeving waarbij de directe omgeving, ook de tuin, van woningen
wordt meegerekend.
De doelgroep voor het communicatieplan betreft alle inwoners van de gemeente Tilburg. Om bewoners te
motiveren hun tuinen te vergroenen is gekozen om de bewoners onder te verdelen in vier verschillende
doelgroepen aan de hand van het sociaal-psychologisch Brand Strategy Research model (BSR). In het BSR
model worden vier belevingswerelden onderscheiden. De drijfveren en leefstijlen van de bewoners. De vier
leefstijlen worden weergegeven met de kleuren rood, geel, groen en blauw. Elke leefstijl heeft een andere
houding ten aanzien van het type tuin dat zij prefereren. Om de houding of het gedrag van de bewoners te
veranderen ten aanzien van het type tuin moet voor elke leefstijl een communicatiemiddel apart worden
gedefinieerd. Door per leefstijl de motieven, de weerstanden en de omgevingsfactoren te benoemen kan aan
elke leefstijl een toepasselijk communicatiemiddel gekoppeld worden. Voor elke buurt in Tilburg is van de
meest voorkomende kleur een leefstijl toegekend. Door per buurt in te spelen op de leefstijl die er het meest
voorkomt kan desgewenst voor elke buurt afzonderlijk een gerichte actie voor operatie steenbreek worden
bedacht.
De korte termijnactie is bedacht en opgestart onafhankelijk van de theorie over de leefstijlen of andere
theorieën uit voorliggend afstudeerrapport. De reden hiervan is dat de onderzoeker zelf kon ervaren hoe het is
om een actie op te zetten. Ook was de theorie nog niet geheel onderzocht bij het uitzetten van de actie. De
actie werd gecommuniceerd aan alle Tilburgers via diverse kanalen. Uit de korte termijnactie blijkt dat een
communicatieactie enkel gebaseerd op motieven geven en weerstanden wegnemen (aan de hand van het
gratis aanbieden van tuingrond en het kosteloos inleveren van verharding), ook succesvol kan zijn.
Hoewel een volledig antwoord op de hoofdvraag wordt gegeven in hoofdstuk 10, luidt een samengevat en
concreet antwoord op deze vraag als volgt: De strategie, om bewoners te stimuleren hun tuinen te vergroenen,
heeft als uitgangspunt de verschillende leefstijlen. De strategie wordt in zijn geheel beschreven aan de hand
van een communicatie- actieplan. Het is belangrijk het nut van groene tuinen te communiceren naar de
bewoners. Ook bewustwording over klimaatadaptatie moet beter bij de bewoners. Elke leefstijl heeft een
andere aanpak per communicatiemiddel nodig om dat te bewerkstelligen. Motieven aanreiken en weerstanden
wegnemen per leefstijl met betrekking tot het vergroenen van een tuin zal bewoners helpen in het motiveren
hun tuin daadwerkelijk te vergroenen. Ook burgerparticipatie is van belang om de acties succesvol te laten
verlopen.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
55
13 AANBEVELINGEN
Doordat het plan een pilotopzet heeft is het belangrijk na elke actie te evalueren. Beschrijf de succes- en
faalfactoren om volgende acties te verbeteren. Met de resultaten van de evaluatie en de gegevens van de
doelgroepen-communicatiematrix kan het communicatie-actieplan in de toekomst worden uitgebreid. Tevens
is het belangrijk de kosten na elke actie te archiveren, deze gegevens helpen om het budget van operatie
steenbreek bij herhaling van de acties gericht te besteden.
Wees ervan bewust dat het motiveren van bewoners, waarbij zij hun gedrag dienen aan te passen, veel tijd
nodig heeft. Blijf om deze reden inspelen op de bewustwording van burgers. Niet alle acties moeten leiden
naar het daadwerkelijk ontstenen. Een breed draagvlak creëren is, zeker in de beginfase, ook belangrijk.
Herhaling van informatievoorziening over het nut en de effecten van groene tuinen moet een hoge prioriteit
behouden.
Literatuur van Lenderink et al. (2011) en van KNMI spreekt elkaar tegen. Een nieuw onderzoek naar de
toename van de intensiteit van buien bij een verhoging van de temperatuur is nodig.
Maak een centraal informatieloket, in de vorm van een website waarin de thema's: energiezuinig, groen,
water, klimaatbestendig en van afval naar grondstof (allen in relatie tot particuliere eigendommen) samen
worden gebracht. Hierdoor wordt het de burger makkelijk gemaakt om over alles met betrekking tot deze
thema's informatie op te zoeken.
Doordat je als gemeente prefereert klimaatadaptief te handelen en functioneren dient er meer budget te
worden vrijgegeven voor deze onderwerpen. Bewoners zullen hierdoor de urgentie meer gaan inzien. Zet het
beleid voor klimaatadaptatie en groen hoger op de prioriteitenlijst.
Een grootschalig onderzoek naar de drijfveren, leefstijlen en tuintypen van de bewoners van Tilburg kan tot
gevolg hebben dat doelgroepen beter te formuleren zijn.
Geef als gemeente het goede voorbeeld: vergroen de openbare ruimte. Dit zal helpen bij een
gedragsverandering omdat de omgevingsfactoren mede een gedrag kunnen veranderen.
Bij de acties van operatie steenbreek voor het vergroenen van de particuliere tuinen is burgerparticipatie
belangrijk. Zonder kennis over participatie kunnen de acties van operatie steenbreek namelijk niet slagen. Het
is daarom aan te raden dat werknemers van de gemeente Tilburg weten hoe ze daarmee om moeten gaan. Een
cursus of masterclass kan hier eventueel uitkomst voor bieden. Kartrekkers aantrekken is één van de
belangrijkste eisen om burgerparticipatie succesvol te laten zijn.
Een onderzoek naar het aantal oppervlak aan verharding in tuinen kan ervoor zorgen dat in de toekomst enkel
naar bewoners met versteende tuinen gecommuniceerd wordt.
Uit de expertmeeting blijkt dat een buurtbijeenkomst alleen werkt als de bewoners er iets voor in de plaats
krijgen. Koppel andere acties dan ook samen met een buurtbijeenkomst.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
56
BIBLIOGRAFIE
Ajzen, I. (1985). From intentions to actions: A theory of planned behavior. Springer, 11-39.
Bhatti and Church. (2004). Home, the culture of nature and meanings of gardens in late modernity. Housing
studies, 37-51.
Brabant Wonen. (2017). Water en groen in de particuliere tuin – verslag 15 feb 2017. Den Bosch: Brabant
Wonen.
Brummelstroete, H. (2017, 02 07). Interview met Han Brummelstroete. (R. Drooghmans, Interviewer)
CBS. (2008). Wijk- en buurtkaart 2008. Den Haag: CBS.
CBS. (2016, 09 12). PBL/CBS prognose: Groei steden zet door. Opgeroepen op 03 09, 2017, van www.cbs.nl:
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/37/pbl-cbs-prognose-groei-steden-zet-door
CBS, PBL, & Wageningen UR. (2016). Verlies natuurlijkheid in Nederland, Europa en de wereld (indicator 1440,
versie 03 , 10 juni 2016 ). Den Haag; Haag/Bilthoven; Wageningen:
www.compendiumvoordeleefomgeving.nl.
Clayton, S. (2007). Domesticated nature: Motivations for gardening and perceptions of environmental impact.
Journal of Environmental Psychology, 215-224.
Currie, B. A., & Bass, B. (2008). Estimates of air pollution mitigation with green plants and green roofs using the
UFORE model. Toronto: Springer Science + Business Media.
D&B. (2015). Menukaart, Participatie op het gebied van zwerfafval stimuleren en vasthouden. Nijmegen: d&b.
D&B. Mobiliteitsplan Tilburg & gedragsverandering. D&B, Nijmegen.
de Kroon, P., & van der Weyde, C. (2016). Doelgroepanalyse tuinbezitters. Leeuwarden: KBB.
Deltacommissaris. (2017). deltabeslissing-ruimtelijke-adaptatie. Opgeroepen op 02 01, 2017, van
www.deltacommissaris.nl:
https://www.deltacommissaris.nl/deltaprogramma/inhoud/deltabeslissingen/deltabeslissing-
ruimtelijke-adaptatie
Dominici et al., F. (2002). Air pollution and mortality: estimating regional and national dose-
responserelationships. Journal of the American Statistical Association .
Droogers en Immerzeel. (2008). Klimaatverandering en lokale wateroverlast ten gevolge van extreme neerslag
in Nederland. Wageningen: FutureWater.
Drooghmans, R. (2017). De positieve effecten van groene tuinen op de gezondheid van de mens. Delft:
Hogeschool Inholland.
Ellaway et al., A. (2005). Graffiti, greenery, and obesity in adults: secondary analysis of European cross sectional
survey. BMJ.
Europa decentraal. (sd). klimaatadaptatie-beleid. Opgeroepen op 04 13, 2017, van www.europadecentraal.nl:
https://europadecentraal.nl/beleid/klimaatadaptatie-beleid/
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
57
Europa Nu. (2016, 11 04). klimaatconferentie_parijs_2015. Opgeroepen op 03 17, 2017, van www.europa-
nu.nl: https://www.europa-nu.nl/id/vjmhg41ub7pp/klimaatconferentie_parijs_2015_cop21
Freeman et al. (2012). "My garden is an expression of me”: Exploring householders' relationships with their
gardens. Journal of Environmental Psychology, 135-143.
Gaston et al. (2005). Urban domestic gardens (IV): The extent of the resource and its associated features. 3327-
3349.
Gemeente Tilburg. (2011). Uitvoeringsprogramma Groen en Biodiversiteit 2012-2025. Tilburg: Gemeente
Tilburg.
Gemeente Tilburg. (2012). Hoe Tilburgers willen wonen. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Gemeente Tilburg. (2014). Coalitieakkoord 2014-2018. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Gemeente Tilburg. (2015). Agenda Groen in de stad 2016-2019. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Gemeente Tilburg. (2015). Omgevingsvisie Tilburg 2040. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Gemeente Tilburg. (2015). Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan 2016-2019. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Gemeente Tilburg. (2016). Tilburg in cijfers. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Hausen, N. (2016). Wildlife on Your Doorstep, Ecosystem Services of Private Urban Gardens. Leeuwarden: Van
Hall Larenstein University of Applied Sciences.
Horstra, B. (2016). REDACTIONELE ARTIKELEN VOOR DE CONSUMENTENPERS. Zeist: Tuinbranche Nederland.
Huizen. (2017, 03 29). huizenklimaatbewust. Opgehaald van www.huizenklimaatbewust.nl:
http://www.huizenklimaatbewust.nl./
IenM. (2016). Deltaprogramma 2017. Den haag: Ministerie van infrastructuur en Milieu.
IenM. (2016). Nationale Adaptatie-strategie. Den Haag: ministerie van Infrastructuur en Milieu.
InfoGIS. Potentiële wateroverlast. Gemeente Tilburg, Tilburg.
InfoGIS. Stedelijk landgebruik Tilburg. Gemeente Tilburg, Tilburg.
InfoGIS. Verschil gevoelstemperatuur met buitengebied in 2014 en 2050. Gemeente Tilburg, Tilburg.
InfoGIS. Verschil luchttemperatuur met buitengebied. Gemeente Tilburg, Tilburg.
IPCC. (2013). Climate Change 2013: The Physical Science Basis. Contribution of Working Group I to the Fifth
Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. New York, USA: Cambridge
University Press.
Kaplan, R., & Kaplan, S. (1989). The experience of nature: A psychological perspective. Cambridge University
Press.
Klok et al. (2012). The surface heat island of Rotterdam and its relationship with urban surface characteristics.
Resources, Conservation and Recycling, 23-29.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
58
KNMI. (2015). KNMI’14-klimaatscenario’s voor Nederland; Leidraad voor professionals in klimaatadaptatie. De
Bilt: KNMI.
KNMI. (2017). intensiteit-van-extreme-neerslag-in-een-veranderend-klimaat. Opgeroepen op 02 01, 2017, van
www.knmi.nl: https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/intensiteit-van-extreme-
neerslag-in-een-veranderend-klimaat
KNMI. (sd). extreme-neerslagsom-in-herwijnen. Opgeroepen op 03 08, 2017, van www.knmi.nl:
http://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/extreme-neerslagsom-in-herwijnen
Lenderink et al. (2011). Intensiteit van extreme neerslag in een veranderend klimaat. Wageningen:
Meteorologica.
Linssen, V. (2011). Tuinbeleving 2011, een segmentatie van de Nederlandse tuinbezitter. Zoetermeer:
Productschap Tuinbouw. Opgehaald van www.yumpu.com:
https://www.yumpu.com/nl/document/view/27358353/rap-pt-2011-46-tuinbeleving-2011pdf-
productschap-tuinbouw
Maas, J. (2008). Vitamin G. Utrecht: Nivel.
Mackowiak, P. (2017, februari 20). Interview met Petra Mackowiak. (R. Drooghmans, Interviewer)
Maiheu et al. (2011). Hittekaart voor Tilburg, eindrapport. Mol: VITO.
Nielsen, T., & Hansen, K. (2007). Do green areas affect health?: results from a Danish survey on the use of green
areas and health indicators.
Oke, T. (1987). Boundary layer climates, 2nd edition. ISBN 978-0415043199: Routledge.
Omroep-Brabant. (2014, 07 28). Tilburg en Kaatsheuvel overstroomd, stevige onweersbuien en veel
wateroverlast. Opgeroepen op 03 08, 2017, van www.omroepbrabant.nl:
http://www.omroepbrabant.nl/?news/214646962/Tilburg+en+Kaatsheuvel+overstroomd,+stevige+on
weersbuien+en+veel+wateroverlast.aspx
Operatie steenbreek. (2017, 29-03-2017). nieuws. Opgehaald van www.operatiesteenbreek.nl:
http://www.operatiesteenbreek.nl/nieuws/
Planbureau voor de Leefomgeving. (2012). Effecten van klimaatverandering in Nederland. Den Haag:
Planbureau voor de leefomgeving.
RIVM. (2011). Klimaatverandering in het stedelijkgebied. Den Haag: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu (RIVM).
Roelands-Fransen, D., & Barnhoorn, L. (2017, 02 23). extreme-regenbuien-is-gemeente-aansprakelijk-
wateroverlast. Opgeroepen op 04 13, 2017, van www.blogomgevingsrecht.nl:
http://blogomgevingsrecht.nl/jurisprudentie/extreme-regenbuien-is-gemeente-aansprakelijk-
wateroverlast/
Rovers et al. (2014). Climate Proof Cities, eindrapport. Utrecht: Knowledge for Climate.
Sijsenaar, A. (2016). Burgers dragen een steentje weg voor water. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.
SmartAgent. (2013). De consument en woonmilieus in Tilburg. Tilburg: Gemeente Tilburg.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
59
SmartAgent. (2013). Toolkit Leefstijlen. Houten: Gemeente Houten.
Spijker, R. R. (2014). Deelonderzoek naar de relatie tussen de bij, de tuin en de mens. Leeuwarden: Gemeente
Leeuwarden.
Stichting RIONED. (2006). Stedelijke Wateropgave: Vergelijking normen voor water op straat en inundatie. Ede:
Stichting RIONED.
Tauw. (2015). Plan van aanpak Klimaatadaptatie. Deventer: Tauw bv.
Tiemeijer et al. (2009). De menselijke beslisser, over de psychologie van keuze en gedrag. Amsterdam:
Amsterdam University Press.
van den Berg et al., M. H. (2015). Autonomic Nervous System Responses to Viewing Green and Built Settings:
Differentiating Between Sympathetic and Parasympathetic Activity. International Journal of
Environmental Research and public health-open acces journal.
van Dijk, R. (2017, 05 10). Interview met Roel van Dijk. (R. Drooghmans, Interviewer)
Vermeer, T. (2017, 02 15). Interview met Tineke Vermeer, sociaal werker T-Primair. (R. Drooghmans,
Interviewer)
Verzandvoort, S., & Kuikman, P. (2009). Klimaatverandering, klimaatadaptatie en bodem: maakbaarheid,
planvorming en realiteitsdenken. Wageningen: WUR.
Vilans. (2007). Een communicatiepplan maken, Zorg voor beter. Utrecht: Vilans.
Vorselaar, J. Ja, eet maar vast. Ik ben ietsjes later. JV Media, Tilburg.
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
60
Afstudeeronderzoek, Stimuleren van bewoners tot het vergroenen van hun tuin
61
BIJLAGE
Bijlage 1: Interviews
Bijlage 2: Hittekaarten Tilburg
Bijlage 3: Plan van aanpak korte termijnactie
Bijlage 4: Uitvoeringsplan korte termijnactie
Bijlage 5: Samenvatting expertmeeting van 09-05-2017
Bijlage 6: Vragenlijst van de enquête