‘intrapreneurship in zorg en welzijn’...‘intrapreneurship in zorg en welzijn’ 1 ‘naar...
TRANSCRIPT
‘Intrapreneurship in Zorg en Welzijn’
1
‘Naar ondernemender gedrag
van dienst-, hulp- en
zorgverleners’
Congres ‘Nieuwe wegen voor HRM’ –
Presentaties van Praktijkonderzoek
5 november 2010
door Paul P.J. Overvoorde
2
‘Intrapreneurship in Zorg en Welzijn’
– naar ondernemender gedrag van dienst-, hulp- en zorgverleners
Hogeschool INHolland, Lectoraat HRM en Persoonlijk Ondernemerschap,
i.s.m.
Welzijnsorganisaties: CentraM, Combiwel, Kontext en de
Hulp- en zorginstellingen: MEE-Noordwest-Holland, GGZ Noord-Holland Noord
Innovatieprogramma met steun van RAAK-Publiek
Start: 1 november 2009 - duur: 2 jaar
3
1. Aanleiding
Aanleiding:
Falende hulpverlening in de sector Zorg en Welzijn, gebrek aan samenwerking, lange
wachtlijsten, veel bureaucratie.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ( met participatiedoel, marktwerking).
Nieuwe aanpak professionals in Zorg en Welzijn lost mogelijk een aantal hardnekkige
problemen op.
4
Kernbegrip & Aangrijpingspunt
Ondernemerschap - als drager van innovatie (o.m. WRR, Overheidsbeleid,
RAAK-Publiek).
Professionals in Zorg & Welzijn - zijn in belangrijke mate degenen die het
succes van de organisatie bepalen.
Dit zijn concreet:
- Maatschappelijk Werksters, Schuldhulpverleners bij CentraM -
Amsterdam, bij Kontext - Haarlem en Zuid Kennemerland
- Medewerksters Integratie en Participatie bij Combiwel – Amsterdam
bij Combiwel – Amsterdam
- Leidinggevenden/ teamleiders bij MEE-Noordwest Holland, GGZ-
Noord-Holland-Noord, CentraM
5
Werkveld Zorg en Welzijn, WMO
Werkveld:
Lange wachtlijsten, gebrek aan effectiviteit, ‘recidive’
Verandering sociale problematiek: multi-problem, armoede, zorgmijders
Gebrek aan onderlinge samenwerking professionals en instellingen
Meer cliënten tussen wal en schip, media aandacht voor de missers
Protocolisering/ standaardisering (kwaliteitsbewaking, verantwoording)
WMO: Wet Maatschappelijk Ondersteuning (2007):
Participatie wet: burgers moeten ‘meedoen’, actieve houding wordt verwacht
Eigen verantwoordelijkheid
Beroep op eigen netwerken voor ondersteuning, mantelzorg
Introductie van marktwerking in de sociale sector, aanbesteding
6
Werkveld Zorg en Welzijn, WMO
Fricties vanwege de veranderingen in de sector:
Monodisciplinair opgeleide professionals
beperkte invalshoek en expertise belemmert verbredende kijk en
aanpak op de cliënt
participatie en ‘meedoen’ vereisen generalistisch blik, oog voor
andere (hulp-/ondersteunende) bronnen
Vraag:
Hoe biedt ondernemerschap mogelijkheden om daar verandering in te
brengen?
7
2. Centrale onderzoeksvraag IZW
Hoofdvraag IZW-onderzoeksprogramma:
Op welke wijze kunnen de dienst-, zorg- en hulpverleners
ondernemender gedrag bij zichzelf ontwikkelen en hoe kan dit vanuit
de organisatiecontext ( stijl van leidinggeven, HRM-systemen, etc.)
worden gefaciliteerd?’
- Vraaggestuurd
- Praktijkgericht
- Innovatief
8
3.Theoretische kaders: de methode
Actie-onderzoek ( Kurt Lewin (1948), Mc Taggart (1988):
Vergelijkend onderzoek naar de voorwaarden en gevolgen van sociale
interactie, gericht op probleemoplossing in sociale en organisatie
contexten.
Start onderzoek naar het kernidee vanuit allerlei bronnen; tussentijdse
resultaten kunnen onderzoeksopzet bijstellen.
Brengt een commitment deelnemers om in de praktijk bepaalde principes
van hun sociaal gedrag te observeren en te problematiseren, en te
veranderen.
9
Theoretische kaders: selectie doelgroep
Strategic Work Force Management (WFM): instrument om de doelgroep van
onderzoek te selecteren
Niet de individuele personen, maar de functies zijn essentieel voor het
succes van een organisatie.
Onderscheid de strategische van de niet-strategische functies, d.w.z.
tussen functies met respectievelijk meer en minder ‘impact’ op het succes
van een organisatie. Bij IZW -> de professionals
Zijn er, gezien de veranderingen, de juiste competenties op de
strategische functies? Wat zijn die competenties?
10
Theoretische kaders: centraal concept
Ondernemerschap versus Intrapreneurship:
Focus ondernemerschap = ‘profit’.
‘ Winst’ problematisch in de sector Zorg en Welzijn, want maar beperkt van
toepassing op het werk van sociale professionals.
‘Ondernemerschap’ in strikte zin ook beperkt van toepassing. In de sector
Z&W loopt men immers niet direct een persoonlijk financieel risico als men
onderneemt, al brengen de huidige bezuiniging (2010) dit dichterbij.
Oriëntatie op noodzakelijke gedragskenmerken van ondernemerschap:
pro-actief
initiatief
creatief
flexibel
vasthoudend, en voortdurend speuren naar verbeteringen, naar
mogelijkheden om kansen te benutten.
11
Theoretisch kaders: centraal concept
Intrapreneurship:
Intern ondernemerschap: ondernemend gedrag in de rol of functie
binnen de kaders van de doelstellingen van de (hiërarchisch geordende)
organisatie.
IZW-onderzoek sluit aan op discussies in het werkveld Zorg en Welzijn
over de rol van ‘ondernemerschap’ voor verbetering van dienst-, zorg- en
hulpverlening.
Vandaar bij IZW de keuze voor het kernbegrip Intrapreneurship, met de
focus op operationalisering ervan in professionele gedragskenmerken.
12
Belangen bij IZW-onderzoek
Belanghebbers en belangen bij het IZW-onderzoek:
Instellingen:
bevordert ondernemendheid van professionals,
brengt betere dienstverlening, gezien de nieuwe eisen,
brengt een op ontwikkeling gerichte beroepshouding,
brengt een beter werkklimaat (beroepseer).
Hogeschool:
brengt kennis en vaardigheden om curricula te vernieuwen,
om betere (ondernemende) professionals af te leveren.
13
4. Hoofdvraag IZW-onderzoeksprogramma
‘Op welke wijze kunnen de dienst-, zorg- en hulpverleners
ondernemender gedrag bij zichzelf ontwikkelen en hoe kan dit vanuit
de organisatiecontext ( stijl van leidinggeven, HRM-systemen, etc.)
worden gefaciliteerd?’
Vraaggearticuleerd, praktijkgericht, voor èn met de professionals.
14
Deelvragen IZW
A. Ondernemendheid van de dienst-, hulp- en zorgverlener
Wat ‘triggert’ hen om ondernemend gedrag c.q. Intrapreneurship
te ontwikkelen, vorm te willen geven?
Welke mogelijkheden, stimulansen c.q. belemmeringen zien ze?
Welke werkvormen en methodieken stimuleren Intrapreneurship?
Hoe bouw je en onderhoud je, als professional in de concrete functie,
zinvolle in- en externe netwerken?
15
Deelvragen IZW
B. Ondernemendheid in relatie tot de specifieke organisatiecontext
Hoe kunnen zij een omgeving creëren waarin kenniscirculatie voor hen
vanzelfsprekend is en waar ontwikkelde kennis beklijft?
Welke stijl van leidinggeven stimuleert Intrapreneurship bij hen?
Wat zijn in de organisatie ( processen, procedures, structuur en cultuur,
HRM ) voor hen de stimulerende en belemmerende factoren voor
ondernemender gedrag?
16
Onderzoeksopzet IZW
Beïnvloeders van ondernemend(er) gedrag
Onderscheid in factoren c.q. deelonderzoeken naar factoren die het
Intrapreneurship positief of negatief beïnvloeden.
I. Onderzoek met de professionals: factoren beleefd vanuit het individu.
II. Onderzoek met leden Organisatie: factoren gezien vanuit de organisatie.
III. Stakeholdersonderzoek: factoren gezien vanuit externe partners.
17
5. Onderzoek met de professionals
Aard onderzoek: open explorerende interviews met professionals aan
de hand van door hen zelf ingebracht casusmateriaal; naderhand
gerichte analyse en verdieping.
6 bijeenkomsten met 2 professionals per instelling;
5 plenaire bijeenkomsten met alle professionals voor analyse,
evaluatie, verdieping.
Deelnemers:
CentraM - Maatschappelijk werksters
Combiwel - Medewerksters Participatie en Activering
Kontext - Maatschappelijk werksters, Schuldhulpverleenster
18
6. Onderzoek met leden Organisatie
Onderzoek naar factoren gezien vanuit de Welzijnsorganisatie
Organisatievisie/ -missie/ -beleid.
Rolgedrag ‘significant others’ en gebruiken in de organisatie ( team,
teamleiders, managers, beleidsmedewerkers, personeelsfunctionarissen en
directie).
Aard onderzoek:
Interviews met functionarissen uit de organisatie.
Bronnenonderzoek (beleidsnotities, jaarverslagen).
Deelnemers:
Teams en teamleiders, Unit-managers, beleidsmedewerkers en
personeelsfunctionarissen, directies betreffende welzijnsorganisatie.
19
7. Stakeholdersonderzoek
Onderzoek naar factoren vanuit de omgeving door Stakeholders:
Samenwerkingspartners
Opdrachtgevers zoals gemeenten, deelraden, instellingen als Rode Kruis,
Woningbouwverenigingen.
Aard onderzoek:
Interviews met functionarissen uit drie organisaties die als stakeholders
met elke instelling ( CentraM, Combiwel, Kontext) verbonden zijn.
Oriënterend bronnenonderzoek ( contracten en samenwerkings-
overeenkomsten van de stakeholders met de betreffende
welzijnsinstelling, Amsterdamse productboeken e.d.).
20
8. Bevindingen in vogelvlucht (1)
Onderzoek met professionals:
Hoe beleven zij kansen en knelpunten voor ondernemerschap in hun werk?
N.b. 1: De respondenten bij dit onderzoek zijn gemotiveerde en ondernemende of
daarop georiënteerde professionals – vandaar ook hun belangstelling voor
deelname aan het onderzoek. Hun gedrag en ambities lijkt niet representatief
voor een grote groep collega’s binnen hun instelling.
N.b. 2: De meeste bevindingen zijn de percepties van de professionals zelf, die op
hun beurt hun ‘drive’ voor ondernemender gedrag (on)gunstig beïnvloeden.
21
Bevindingen professionals: resumé
Kansen:
Gedreven deskundige professionals, gericht op integraal werken
c.q. organisatie van participatieprojecten.
Waarderen de ruimte om de functie zelf in te vullen als motiverend,
weten oplossingsgericht te werken.
Bewust van de verschuiving en toegenomen complexiteit
problematiek cliënten en van de druk van opdrachtgevers om
vernieuwend in te springen op de ontwikkelingen.
Bewust dat ondernemerschap meer inhoudt dan standaard doen –>
outreachend werken, meer samenwerking voor integrale aanpak.
Bevindingen professionals: resumé
Kansen:
Bewust dat netwerken in en buiten de organisatie steeds essentiëler
wordt, inclusief representatief en acquisitie.
Zien noodzaak, zijn bereid om de organisatie overtuigender te
presenteren in het krachtenveld van opdrachtgevers en
concurrenten.
Gedurende het onderzoeksproces ontstond of groeide de
bereidheid om ondernemender te worden. (= effect Actie-onderzoek)
22
Bevindingen professionals: resumé
Knelpunten:
Hoge caseload waardoor er nauwelijks of geen ruimte is voor initiatieven. Geen
invloed op omvang caseload en inhoud nieuw uitvoerend werk c.q. opdrachten.
Per discipline of naar financieringsvorm vorm gegeven organisatiestructuur werkt
belemmerend voor voorgestane integrale aanpak.
Teams ondersteunen collega’s, die op vernieuwing uit zijn, meestal niet;
vernieuwing wordt snel geassocieerd met nog meer werk. In teams spreekt men
elkaar niet aan op (on)professioneel gedrag.
Professionals nemen zelf te weinig het voortouw om belangrijke punten bij het
overleg met managers te agenderen.
Sommige professionals missen bevoegdheden en/of medewerking voor inzet van
personeel bij verworven opdrachten.
23
Bevindingen professionals: resumé
Professionals missen informatie over beleid en kaders van de
managers, te weinig steun bij vertaalslag van visie op
ondernemerschap – dit remt initiatieven voor ondernemender
gedrag.
Gescheiden circuits: managers zijn vaak bij werkoverleg niet
aanwezig; zij en de professionals doen te weinig aan kennisdeling –
op signaleren van trends of belemmeringen komt geen feedback.
Managers lopen aldus het risico van onderbenutting van kennis en
mogelijkheden die de organisatie biedt; ze lopen risico’s op het
afsluiten van contracten met slecht uitvoerbare opdrachten en
reputatieschade voor de instelling.
24
25
8. Bevindingen in vogelvlucht (2)
Onderzoek met andere functionarissen in de organisatie
Welke factoren, omstandigheden binnen de organisatie zelf faciliteren,
stimuleren of belemmeren in de ogen van direct leidinggevenden, managers,
beleidsmedewerkers, personeelsfunctionarissen en directie het
ondernemender gedrag van professionals?
N.b. 1: De meeste bevindingen zijn de percepties van de organisatieleden.
Waar het de waarnemingen van gedrag van de professionals betreft
hebben die niet betrekking op de professionals uit het eerdere
onderzoek, die door de instellingen zelf meestal als goede
voorbeelden van intrapreneurship worden beschouwd.
N.b. 2: Ook hier een resumé: niet gespecificeerd per welzijnsinstelling en
type professional.
26
Organisatiecontext en professionals
Beïnvloedende factoren vanuit de organisatiecontext
Kansen:
Teamcommitment statements of individuele versies daarvan, ter
vervanging van invoering van Resultaat Verantwoordelijke Teams
( bood kansen, maar werd vanwege fusie opgeschort).
Voornemen om coachend leiderschap bij managers te realiseren.
Kennisdeling op intranet: C.V.’s van professionals brengen
gevolgde opleidingen/cursussen instellingsbreed in beeld.
Verplicht lidmaatschap beroepsvereniging, met scholing en
intervisietrajecten.
Organisatiecontext en professionals
Jaarlijks instellingsbreed overleg om kennis van elkaars werk en
inzichten te delen.
JaarlijkseThemadagen voor bijscholing.
Een organisatie heeft een sterk imago qua ondernemerschap, is
opinionleader en staat bekend vanwege vernieuwende projecten.
Werken aan HKZ-certificering brengt ook mogelijkheid voor bredere
profesionalisering interne organisatie.
Ondanks alle beperkingen werken sommige professionals en
teamleiders aan vernieuwingen, integrale aanpak en tonen
ondernemender gedrag; zijn er vanuit de organisatie initiatieven.
27
Organisatiecontext professionals
Knelpunten:
Organisatie: niet planmatig, geen implementatieplannen bij
vernieuwingen, geen koppeling aan P-instrumenten.
Teamontwikkeling inhoudelijk onvoldoende; teamleiders niet voldoende
toegerust om aan te sturen op integrale aanpak en/of andere vormen van
ondernemender gedrag.
Professionals: omslag voor vernieuwende aanpak gaat moeizaam;
functioneringsgesprekken worden niet vaak gevoerd, managers zijn daar
niet voor toegerust.
Dominerend verouderd beroepsbeeld: één-op-één hulp, sociaal-
psychologische ondersteuning, spreekuur – staat haaks op verschuiving
in de vraag: meervoudige problematiek, armoedevraagstukken,
zorgmijders, outreachend werken.
28
Organisatiecontext professionals
Cultuur: te weinig aansturing en (van hoog tot laag) geen
aanspreekcultuur, ‘alles onder de tafel houden’;te weinig zakelijke
onderlinge omgang.
Valse bescheidenheidsideologie, ‘hoofd niet boven het maaiveld
steken’ belemmert innovatief initiatief en het delen van opmerkelijke
successen.
WILL-systematiek ( & verantwoordingssysteem geleverde diensten)
belasten professionals met te veel registratie; managers vinden dit
systeem te inflexibel om tussentijds bij te stellen; kwantitatieve
afrekenmethode is dodelijk voor ondernemerschap.
29
30
8. Bevindingen in vogelvlucht (3)
Onderzoek met Stakeholders
Ondernemerschap:
Waar zien of ervaren opdrachtgevers ( gemeentes, stadsdelen) en
samenwerkingspartners mogelijkheden, ( gemiste) kansen en/of gebreken in
ondernemender gedrag en ondernemerschap bij professionals en
instellingen van wie zij diensten afnemen c.q. met wie zij samenwerken?
9. Stakeholdersonderzoek
Deelnemende stakeholders per welzijnsinstelling:
CentraM Amsterdam
stadsdeel Bos en Lommer
stadsdeel De Baarsjes
Sociaal Meldpunt Oud-west
Mentrum
Combiwel Amsterdam
stadsdeel Noord
stadsdeel Oud-west
Mixen in Mokum
Kontext Haarlem
Gemeente Haarlem
Buurtcentrum De Hamelink
Loket Heemstede
31
32
Bevindingen Stakeholdersonderzoek
Beperkingen versus ruimte voor ondernemerschap op macro- en micro-
niveau:
Contractuele afspraken over aanbod.
Systeem voor verantwoording bestede middelen.
Sterkere Positionering van bepaalde instellingen ten koste van anderen
en de professionals ( GGD, stadsdeelraden).
Uniformering stedelijk welzijnsaanbod.
Sturing op samenwerking.
Richtlijnen versus staalkaart offerte aanbiedingen.
33
10. Voortzetting onderzoek IZW
1. Afronding 1e en 2e fase onderzoek bij CentraM, Combiwel en Kontext
(november 2010 – april 2011)
Beschrijving van de configuratie voor ondernemerschap als instelling en
voor de betreffende functiegroep van professionals.
Resumé belemmerende en vanuit de instelling beïnvloedbare factoren
voor ondernemender gedrag van de betreffende professionals.
Werkateliers -Verbredingstraject per instelling naar collega-professionals
en teamleiders/managers; inzichten, vaardigheden (scholing, maatwerk-
competentietraining - professionals en relatie professionals-
teamleiders/managers).
34
Voortzetting onderzoek IZW
2. Start 3e fase HRM-traject bij de organisaties CentraM, MEE Noordwest-
Holland en GGZ Noord-Holland-Noord ( januari – oktober 2011)
Onderzoek met leidinggevende/ meewerkende professionals naar
voorwaarden voor ondersteuning en stimulering van ondernemender
gedrag van de professionals ( stijl van leiding geven, HRM-
instrumenten, kennisdeling en interne netwerken e.d.).
Afsluiting Presentatie
Naam: Paul P.J. Overvoorde, programmaleider IZW
Tel: +31 (0)6 – 1527.9614
E-mail: [email protected]
Website: www.INHolland.nl/IZW
35
Afsluiting: Ruimte voor vragen, op-/aanmerkingen,
discussie.