algemene informatiebrochure over de ...algemene informatiebrochure over de externe...
TRANSCRIPT
Dienst: Kwaliteit van laboratoria
ALGEMENE INFORMATIEBROCHURE OVER
DE EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE-
PROGRAMMA’S VOOR DE MEDISCHE
LABORATORIA
Datum van bijwerking : 21/05/2019
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 2/36
INHOUDSTAFEL VOORWOORD ................................................................................................................................................3
1. Organisatiestructuur van de EKE in België .........................................................................................4 1.1. Klinische biologie ...............................................................................................................................4 1.2. Pathologische anatomie.....................................................................................................................5
2. Doel van de Externe Kwaliteitsevaluatie (EKE) ...................................................................................6 2.1. Belang van de EKE voor het laboratorium .........................................................................................7 2.2. Evaluatie ............................................................................................................................................8
2.2.1. Klinische biologie ....................................................................................................... 8
2.2.2. Pathologische anatomie ............................................................................................ 9
2.3. De EKE vanuit het standpunt van de autoriteiten ............................................................................ 10 2.4. Uitbestede enquêtes ........................................................................................................................ 10
3. Behandeling van de EKE-stalen door de laboratoria ........................................................................ 12 3.1. Oorsprong van de stalen .................................................................................................................. 12 3.2. De selectie van de deelnemers ........................................................................................................ 12 3.3. U verwacht stalen maar ontvangt er geen ....................................................................................... 13 3.4. Controle van de verzendingscondities van de stalen ....................................................................... 13 3.5. Bewaring van de stalen door de deelnemers vóór analyse .............................................................. 13 3.6. Verificatie van de stalen ................................................................................................................... 18 3.7. Reconstitutie van de gevriesdroogde stalen .................................................................................... 18 3.8. Bewaring van gereconstitueerde stalen ........................................................................................... 19 3.9. Analyses uitvoeren .......................................................................................................................... 19 3.10. Het verzenden van de resultaten ................................................................................................... 19
3.10.1. Klinische biologie ................................................................................................... 19
3.10.2. Pathologische anatomie ........................................................................................ 20
4. Verwerking van de EKE-resultaten door Sciensano ......................................................................... 21 4.1. Beschrijving van de verschillende rapporten .................................................................................... 21 4.2. Overzicht verschillende rapporten ................................................................................................... 23 4.3. Correcties in rapporten .................................................................................................................... 29 4.4. Vertrouwelijkheid ............................................................................................................................. 29
5. Statistische evaluatie van de resultaten ............................................................................................ 30 5.1. Kwantitatieve resultaten van enquêtes uitgevoerd door sciensano ................................................. 30 5.2. Enquêtes uitgevoerd in samenwerking met andere EKE-organisatoren .......................................... 32
6. Evaluatie van de resultaten ................................................................................................................. 33 6.1. Aanvaardbaarheidslimieten ............................................................................................................. 33 6.2. Klinisch relevante fouten .................................................................................................................. 35
7. Contactmogelijkheden ......................................................................................................................... 36
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 3/36
VOORWOORD
Deze brochure is bedoeld om informatie te geven over de Externe Kwaliteitsevaluatieprogramma's
(EKE) georganiseerd door Sciensano zelf of in samenwerking met andere internationale EKE-
organisaties. Om de dienstverlening te optimaliseren worden deze EKE-programma's uitgevoerd
volgens een vastgelegd kwaliteitssysteem dat geïmplementeerd is volgens de norm ISO 17043 (2010).
De verschillende EKE-enquêtes zullen geleidelijk aan opgenomen worden in de BELAC scope die
beschikbaar is op de website van BELAC: (PT-081)
http://ng3.economie.fgov.be/NI/belac/pt/scope_pdf/081-PT.pdf
Wij hopen dat deze informatiebrochure het belang van deze EKE-programma’s zal verduidelijken. Deze
brochure biedt u tevens een aantal praktische tips aan om de EKE-analyses zo goed mogelijk uit te
voeren. Als u concrete vragen hebt over de beschreven onderwerpen of rond EKE in het algemeen, zijn
wij steeds bereid u te helpen.
In naam van alle medewerkers van de dienst Kwaliteit van Laboratoria van Sciensano.
Dr. Van De Walle Ph.
Diensthoofd
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 4/36
1. Organisatiestructuur van de EKE in België
1.1. KLINISCHE BIOLOGIE
Volgens het Koninklijk Besluit (KB) van 3/12/1999 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (BS) van
30/12/1999) betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie zijn er naast de
deelnemende laboratoria drie partners betrokken in de organisatie van de Externe Kwaliteitsevaluatie:
- de dienst Kwaliteit van Laboratoria van Sciensano staat in voor de praktische organisatie;
- de expertencomités zorgen voor feedback en specifieke wetenschappelijke ondersteuning;
- de Commissie voor Klinische Biologie is belast met de algemene supervisie.
Schematisch wordt de wisselwerking tussen de verschillende partners als volgt weergegeven:
Scie
nsan
o
Laboratory Samples (2)
Commission of
Clinical Biology
determination of
EQA analytes
Results (3)
- overview encoded results
and/or
- preliminary report
or
- individual report
global report
Minister
data processing
defi
nit
ive g
lob
al
an
nu
al
rep
ort
(12)
(8)
definitive global annual report (13)
(4)
(6)
(7)
Committee of experts
analyse and/or discussion of
- results
- outliers
- comments
(9)
(10)
activity report (14)
(1)
(5)
(1)
pro
vis
ion
al g
lob
al
an
nu
al
rep
ort
(11
)
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 5/36
1.2. PATHOLOGISCHE ANATOMIE
Volgens het Koninklijk Besluit (KB) van 5/12/2011 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (BS) van
13/02/2012) betreffende de erkenning van de laboratoria voor pathologische anatomie zijn er naast de
deelnemende laboratoria 2 partners betrokken in de organisatie van de Externe Kwaliteitsevaluatie:
- de dienst Kwaliteit van Laboratoria van Sciensano staat in voor de praktische organisatie;
- de Commissie voor Pathologische Anatomie is belast met de algemene supervisie.
In tegenstelling tot het KB betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie is er in
het KB betreffende de erkenning van de laboratoria voor pathologische anatomie geen sprake van
expertencomités. Binnen de Commissie voor Pathologische Anatomie is wel een werkgroep EKE
opgericht die zich specifiek bezighoudt met het uitwerken van strategieën voor de organisatie van de
EKE’s voor de laboratoria voor pathologische anatomie.
Schematisch wordt de wisselwerking tussen de verschillende partners als volgt weergegeven:
Sc
ien
san
o
Laboratory Samples (2)
Commission of
Pathological Anatomy
determination of
EQA analytes
Results (3)
individual report (5)
global report
Minister
data processing
defi
nit
ive g
lob
al
an
nu
al
rep
ort
(12)
(8)
definitive global annual report (13)
(4)
(6)
(7)
Workgroup EQA
analyse and/or discussion of
- results
- outliers
- comments
(9)
(10)
activity report (14)
(1)
(1)
pro
vis
ion
al g
lob
al
an
nu
al
rep
ort
(11
)
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 6/36
2. Doel van de Externe Kwaliteitsevaluatie (EKE)
Alle laboratoria die verstrekkingen uitvoeren van klinische biologie in het kader van de RIZIV
reglementering, zijn onderworpen aan de erkenningsvoorwaarden zoals ze zijn vastgelegd in het
erkenningsbesluit van 3/12/1999 (gepubliceerd in het BS van 30/12/1999). Evenzo zijn alle laboratoria
die verstrekkingen uitvoeren van pathologische anatomie in het kader van de RIZIV reglementering
onderworpen aan de erkenningsvoorwaarden zoals ze zijn vastgelegd in het erkenningsbesluit van
5/12/2011 (gepubliceerd in het BS van 13/02/2012). Eén van de erkenningsvoorwaarden is de
deelname aan de officiële EKE-programma's.
Elk laboratorium dat routinematig analyses uitvoert, die in deze EKE-programma's voorzien zijn, is
verplicht om deel te nemen. De EKE-programma’s en de technische parameters, onderworpen aan de
evaluatie, worden vastgelegd door de respectievelijke Commissies en worden jaarlijks aan de
laboratoria medegedeeld via de EKE-inschrijvingsformulieren.
De kalenders van de enquêtes zijn in het begin van elke cyclus beschikbaar op de website van de dienst
evenals de bijgewerkte versies in de loop van het jaar.
https://www.wiv-isp.be/QML/activities/external_quality/calendar/kalender.htm
De verschillende EKE-programma’s met hun specifieke informatie alsook de verantwoordelijke
enquêtecoördinatoren met hun contactgegevens, zijn eveneens terug te vinden op onze website (zie
“Domein specifieke informatie”).
https://www.wiv-
isp.be/QML/activities/external_quality/domain_specific_information/_nl/domain_specific_information.ht
m
Het is heel belangrijk dat de deelnemende laboratoria ons ook hetzij via de Toolkit (zie
verder), hetzij via de papieren inschrijvingsformulieren de contactpersonen voor de
verschillende EKE-programma’s meedelen en dat deze informatie tijdig wordt
bijgewerkt opdat, indien nodig, de juiste persoon onmiddellijk kan worden
gecontacteerd.
Het doel van de EKE is duidelijk omschreven in de bovengenoemde KBs en wordt hieronder toegelicht:
Klinische biologie: KB 03/12/1999 Artikel 29§2 Het doel van het nationaal extern
evaluatieprogramma, bedoeld in §1, is om de geldigheid en de betrouwbaarheid te bepalen van de
resultaten van de analyses die zijn uitgevoerd in elk van de laboratoria voor klinische biologie die
onderhevig zijn aan de evaluatie, rekening houdend met de gebruikte technieken, grondstoffen,
reagentia en materialen, met name door deze te vergelijken met de resultaten die door alle erkende
laboratoria zijn verkregen om dezelfde analyses of groepen van analyses uit te voeren.
De evaluatie streeft er ook naar om de betrouwbaarheid te toetsen van de commerciële kits en systemen
die worden gebruikt in de laboratoria voor klinische biologie.
De wettelijke basis voor de financiering van de EKE is beschreven in het artikel 67 van de RIZIV-wet
(wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999).
Pathologische anatomie: KB 05/12/2011 Artikel 31§2 Het nationaal extern evaluatieprogramma,
bedoeld in §1, heeft tot doel ervoor te zorgen dat de toegepaste procedures tot een adequaat resultaat
leiden.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 7/36
2.1. BELANG VAN DE EKE VOOR HET LABORATORIUM
De EKE is geen vervangmiddel van de interne kwaliteitsbewaking in het laboratorium. Terwijl de interne
kwaliteitscontrole vooral de nadruk legt op de reproduceerbaarheid, is de EKE in de eerste plaats
bedoeld om de homogeniteit van de inter-laboratoriumresultaten te evalueren. De EKE moet het
laboratorium in staat stellen om zijn eigen resultaten en bevindingen te vergelijken met die van andere
laboratoria, vertrekkende van identieke stalen die op eenzelfde tijdstip in alle deelnemende laboratoria
geanalyseerd worden.
De informatie uit de EKE-rapporten kan eveneens zeer nuttig zijn bij de keuze van de te gebruiken
methoden.
Hiervoor werd een bredere waaier van parameters ingevoerd.
Vigilantie
De Europese Richtlijn 98/79 voor in-vitro diagnostiek en de omzetting ervan in Belgisch recht (KB van
14/11/2001 gewijzigd door KB van 21/07/2017) voorziet een vigilantierol voor de EKE-organisaties.
De laboratoria voor klinische biologie, de transfusiecentra en de laboratoria voor pathologische
anatomie dienen incidenten met medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek te melden aan het
FAGG via de website van de dienst Medische Hulpmiddelen (www.fagg-afmps.be).
Indien er tijdens de EKE abnormaliteiten worden opgemerkt, worden hetzij de deelnemers (indien de
fout werd gemaakt door het laboratorium), hetzij de fabrikant/verdeler (in het geval van een IVD
probleem) hierover aangeschreven.
Opleiding personeel
De EKE-stalen kunnen ook in het laboratorium worden gebruikt voor de permanente bijscholing van de
personeelsleden en voor het vergelijken van de resultaten van de verschillende uitvoerders.
Beoordeling van de EKE-resultaten door de deelnemer
Na elke evaluatie verwachten we van elke deelnemer dat hij zijn resultaten kritisch beoordeelt en, indien
nodig, de nodige maatregelen neemt om de performantie van zijn laboratorium te verbeteren.
Een foutief antwoord of negatieve beoordeling moet aanleiding geven tot de volgende stappen:
- analyse van de oorzaak en van de draagwijdte
- corrigerende maatregelen
- preventieve maatregelen, indien nodig
- opvolging van de efficiëntie van de genomen maatregelen
Als het laboratorium problemen ondervindt bij het uitvoeren van de analyses of bij het interpreteren van
zijn resultaten, kan hij contact opnemen met Sciensano of met een van de experts. De contactgegevens
van de enquêtecoördinatoren en de lijst van de experten staan vermeld op de tweede pagina van de
globale (jaar) rapporten en op onze website (zie “Domein specifieke informatie”).
Om redenen die verband houden met de GDPR (General Data Protection Regulation) communiceren
we niet langer de contactgegevens van de experten. Het is echter mogelijk om via de
enquêtecoördinator contact op de nemen met een expert.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 8/36
In het volgende schema vindt u de opeenvolgende stappen die u kunnen helpen bij het vinden van de
oorzaak van de afwijkende resultaten:
Afwijkend EKE-resultaat
Controleer op administratieve fouten (overschrijffouten, staalverwisseling, onjuiste methodes of
groepscodes).
Bekijk de resultaten van de reeks uitgevoerd de dag van de EKE en de resultaten voor de interne
kwaliteitscontrole.
Neem indien nodig contact op met uw verdeler of fabrikant.
Neem contact op met Sciensano of een expert (mogelijks wordt u gevraagd de analyses opnieuw
uit te voeren met nieuwe stalen).
Controleer of dezelfde afwijkingen vastgesteld voor de EKE ook kunnen voorkomen bij
patiëntenstalen en onderneem de nodige corrigerende maatregelen.
Wijzig indien nodig uw procedure en documenteer de genomen corrigerende maatregelen.
Wanneer de oorzaak van de afwijking wordt vastgesteld, moet het laboratorium ervoor zorgen dat
dergelijke fouten niet meer voorkomen door de nodige corrigerende maatregelen te nemen en deze in
het kwaliteitssysteem te integreren.
2.2. EVALUATIE
2.2.1. Klinische biologie
De laatste jaren is de EKE in de laboratoria voor klinische biologie blijven evolueren en ligt de nadruk
ook op de evaluatie van de informatie die aan de aanvragende geneesheer wordt verstrekt.
Als gevolg hiervan worden naast de evaluatie van het analytisch resultaat ook andere aspecten
behandeld:
- evaluatie van de pre- en post- analytische fase - hulp bij standaardisatie - het promoten van aanbevolen werkwijzen - permanente vorming - hulp bij de interne kwaliteitscontrole - kennis van interferenties - vigilantie - opleiding van het personeel
1. Analytische evaluatie Afhankelijk van het type enquête en de gestelde targetwaarden is het mogelijk om hetzij een relatieve
of absolute afwijking te bepalen (in dit geval wordt het resultaat geëvalueerd t.o.v. een
consensuswaarde verkregen op basis van de resultaten van een groep laboratoria die dezelfde
methode gebruiken), hetzij de absolute juistheid (in dit geval wordt het resultaat geëvalueerd t.o.v. een
referentiewaarde).
* Evaluatie van de relatieve afwijking
In dit type enquête wordt aan de deelnemers gevraagd om één resultaat per staal en per test te
rapporteren.
De consensus mediaanwaarden (globaal of per methode) worden gebruikt als doelwaarden. De
EKE-resultaten zouden een weerspiegeling moeten zijn van de betrouwbaarheid waarmee ook
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 9/36
patiëntenresultaten worden gerapporteerd. Dit betekent dat de EKE-stalen op dezelfde manier
worden behandeld als de patiëntenstalen. Het betekent ook dat de EKE-stalen, net als de
patiëntenstalen, in principe eenmaal moeten worden geanalyseerd en gerapporteerd.
Dit type enquête geeft informatie over de betrouwbaarheid van uw resultaat binnen de gebruikte
methode. De precisie van de verschillende methoden kan worden vergeleken, maar de verkregen
mediaanwaarden geven geen informatie over de juistheid van de methoden. Het gebruikte
staalmateriaal kan door de aanwezigheid van additieven, vriesdrogen of spiking met componenten
een ander gedrag vertonen dan patiëntenmateriaal. Uit deze enquêtes mogen dan ook geen
verkeerde conclusies worden getrokken over de juistheid van de methoden.
* Evaluatie van de absolute afwijking
In dit type enquête wordt er aan de deelnemers ook gevraagd om slechts één resultaat per staal en
per test te rapporteren (cfr. routinestalen).
Dit type enquête stelt bijzondere eisen aan het controlemateriaal omdat het controlestaal zich moet
gedragen als een patiëntenstaal (onbehandeld biologisch staal). In dit geval is de doelwaarde
onafhankelijk van de gebruikte methode.
Dit type enquête geeft informatie over de afwijking van het resultaat ten opzichte van een
targetwaarde vastgelegd door middel van een referentiemethode. Er kan hier geen definitieve
conclusie worden getrokken over de juistheid van de methode die door het laboratorium wordt
gebruikt omdat de analyse slechts op één resultaat is gebaseerd en random fouten niet kunnen
worden vermeden.
* Evaluatie van de absolute juistheid
Dit type enquête stelt bijzondere eisen aan het staalmateriaal omdat het controlestaal zich moet
gedragen als een patiëntenstaal (onbehandeld biologisch staal). In dit geval is de doelwaarde
onafhankelijk van de gebruikte methode. Om random fouten te elimineren wordt aan de deelnemers
gevraagd om meerdere bepalingen uit te voeren en deze te rapporteren. Het gemiddelde van elk
laboratorium wordt dan vergeleken met de doelwaarde die is bekomen met de referentiemethode.
De afwijking (bias) tussen dit gemiddelde en de doelwaarde wordt veroorzaakt door een mogelijke
inherente methodebias en de laboratoriumbias.
2. Klinische evaluatie Naast een correct analytisch resultaat wordt in de verschillende EKE-programma’s meer en meer
gevraagd naar de informatie die wordt verstrekt aan de voorschrijvende arts. Dit kan gaan over
suggesties voor bijkomende analyses, gegevens over de immuniteits- of infectiestatus, het resistentie-
of gevoeligheidspatroon van kiemen, de referentiewaarden,…..
2.2.2. Pathologische anatomie
In een eerste fase zullen EKE’s worden georganiseerd die de nadruk leggen op de evaluatie van de
gebruikte technieken. Zo kan bv. aan de deelnemers gevraagd worden om blanco coupes te kleuren en
deze terug te sturen naar Sciensano. De evaluatie van de gekleurde coupes wordt uitgevoerd door een
panel van pathologen aan de hand van vooraf vastgelegde criteria. Dit type enquête maakt het mogelijk
om de betrouwbaarheid van de gebruikte technieken te evalueren.
In een latere fase zullen er ook evaluaties worden georganiseerd met betrekking tot de informatie
gegeven aan de voorschrijvende artsen (diagnose /klinische interpretaties).
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 10/36
2.3. DE EKE VANUIT HET STANDPUNT VAN DE AUTORITEITEN
De evaluaties georganiseerd door Sciensano hebben voornamelijk een educatieve rol.
Wanneer afwijkende resultaten worden verkregen, is het belangrijker om te weten “waarom” dan te
zoeken naar de persoon die de fout heeft gemaakt.
Bij complexere educatieve stalen is het dan ook niet ongewoon dat een aantal deelnemers niet correct
zullen antwoorden. Het doel van deze evaluaties is louter educatief om de laboratoria vertrouwd te
maken met bepaalde specifieke stalen of resultaten, zodat in routineomstandigheden de juiste
informatie aan de voorschrijver kan worden verstrekt.
De erkenning van een laboratorium wordt nooit opgeschort, geweigerd of ingetrokken enkel op basis
van de EKE-resultaten. Occasionele fouten zijn onvermijdelijk.
Herhaaldelijke fouten in de EKE-resultaten (zie ook punt 6: Evaluatie van de resultaten) kunnen leiden
tot nader onderzoek ter plaatse (inspectie). De EKE dient dus als alarmbel, ter verwittiging van grove
tekortkomingen in de laboratoria.
Voor de bevoegde overheid is de EKE belangrijk om de kwaliteit van de analyses te meten en te
verbeteren. Deze evaluatie wordt opgevolgd doorheen de tijd en wordt vergeleken met de EKE-
resultaten van onze Europese buren.
2.4. UITBESTEDE ENQUÊTES
Voor een aantal enquêtes (zie tabel 1 hieronder) besteedt Sciensano de EKE-organisatie uit aan
buitenlandse organisaties. Dit geldt voornamelijk voor enquêtes met een klein aantal Belgische
deelnemers.
De norm ISO 17043 vereist dat de volgende 3 punten niet mogen worden uitbesteed:
de planning van de enquêtes
de evaluatie van de resultaten
de autorisatie voor het verspreiden van de rapporten.
Voor de hieronder vermelde enquêtes (tabel 1), kan Sciensano niet als organisator worden beschouwd
omdat ten minste één van deze 3 punten wordt uitbesteed.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 11/36
Tabel 1: De uitbestede enquêtes
Uitbestede enquêtes Internationale EKE-
organisatie + website
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers
Zware metalen
Stichting Kwaliteitsbewaking
Medische laboratoria
(SKML)
www.skml.nl
Elektronisch:
- ofwel via de link in de Toolkit: https://qml.wiv-isp.be/toolkitdotnet/
- ofwel rechtstreeks via de website:
http://www.trace-elements.eu
HbA1c
Elektronisch:
- ofwel via de link in de Toolkit:
https://qml.wiv-isp.be/toolkitdotnet/
- ofwel rechtstreeks via de toepassing
Cuesee:
http://www.cuesee.com
POCT glucose Eurotrol
www.eurotrol.com
Elektronisch:
- ofwel via de link in de Toolkit:
https://qml.wiv-isp.be/toolkitdotnet/
- ofwel rechtstreeks via de toepassing
CueSee:
www.CueSee-online.com
Mo
lecu
lair
e b
iolo
gie
Art. 24 bis
Microbiologie:
EV, HBV, HCV, HCV
genotyping, HSV, M.
Tuberculosis
Quality Control for Molecular
Diagnostics
(QCMD)
www.qcmd.org
Elektronisch:
- ofwel via de link in de Toolkit:
https://qml.wiv-isp.be/toolkitdotnet/
- ofwel rechtstreeks via de website van
QCMD. Art. 32
Microbiologie: Highrisk HPV
Art. 33 bis
Hemato-oncologie:
BCR-ABL, AML, chimerism,
translocations IgH-TCR,…
United Kingdom National
External Quality Assessment
Service
(UK NEQAS)
www.ukneqasli.co.uk
Elektronisch via de website van UK NEQAS.
Art. 33 bis
Moleculaire hematologie:
Factor II en Factor V
External Quality Assessment
Programme
(ECAT)
https://www.ecat.nl/
Elektronisch via de website van ECAT.
Hemoglobinopathieën UK NEQAS
www.ukneqash.org Elektronisch via de website van UK NEQAS.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 12/36
3. Behandeling van de EKE-stalen door de laboratoria
Net als patiëntenstalen moeten alle EKE-stalen steeds als potentieel infectieus worden
beschouwd en daarom als dusdanig worden behandeld.
Ze moeten worden bewaard en verwijderd volgens dezelfde criteria als de patiëntenstalen.
Sciensano neemt de maximale voorzorgen om het besmettingsgevaar dat zou kunnen optreden bij het
behandelen van deze stalen te minimaliseren.
In het algemeen zijn de EKE-stalen onderworpen aan dezelfde criteria als deze die worden toegepast
voor het vrijgeven van donorbloed. Het spreekt voor zich dat dit niet het geval kan zijn voor de analyses
van serologie, microbiologie en parasitologie waarbij de evaluatie juist betrekking heeft op deze
infectieuze parameters.
Het hoofddoel van de EKE blijft nog steeds een weerspiegeling te geven van de betrouwbaarheid
waarmee de patiëntenstalen worden geanalyseerd en de resultaten worden gerapporteerd aan de
aanvragende arts. Het heeft daarom ook geen zin om de EKE-stalen anders te gaan behandelen dan
de routinestalen. Gezien de EKE niet repressief is, kan elke deelnemer zich veroorloven om de EKE-
stalen zoveel mogelijk op dezelfde wijze te behandelen als de routinestalen. Alleen op deze manier
kunnen EKE-resultaten als representatief voor de patiëntenresultaten worden beschouwd.
In de EKE worden er ook virtuele stalen (beelden, video,…) gebruikt. Deze worden aangeboden via de
website van de dienst of via de PathXL website (https://eqaql.sciensano.be) of verzonden als DVD, CD-
ROM, ….
Deze virtuele stalen maken het mogelijk om parameters te evalueren waarvoor de klassieke evaluatie
met stalen te moeilijk is (motiliteit van sperma, beenmerganalyse, cytologie, …).
Voor de afname van EKE-stalen op basis van bloed en plasma werd een gunstig advies bekomen van
de Ethische Commissie van Sciensano.
3.1. OORSPRONG VAN DE STALEN
De stalen worden ofwel geproduceerd door onze dienst ofwel door derden (commerciële firma’s,
expertlaboratoria, …). Wanneer de stalen worden geproduceerd door derden, kan Sciensano als
organisator van de enquête worden beschouwd als de planning van de enquête, de evaluatie van de
resultaten en de autorisatie van de verspreiding van de rapporten niet worden uitbesteed.
Voor de volledig uitbestede enquêtes heeft Sciensano geen controle over de herkomst van de stalen.
3.2. DE SELECTIE VAN DE DEELNEMERS
De selectie van de deelnemers wordt uitgevoerd op basis van de inschrijvingen van de erkende
laboratoria in de Toolkit. Deze werkwijze biedt de beste garantie dat elk laboratorium de stalen ontvangt
waarop hij recht heeft, op voorwaarde dat hij zich correct heeft ingeschreven voor de enquêtes waaraan
hij volgens zijn erkenning moet deelnemen.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 13/36
3.3. U VERWACHT STALEN MAAR ONTVANGT ER GEEN
- Bij het verzenden van een enquête wordt een e-mail verzonden om u te verwittigen. Als u binnen de 48 uur na het verzenden van het bericht nog geen stalen heeft ontvangen, neem
dan contact op met onze dienst (zie 7. “Contactmogelijkheden”).
- Wij raden u ook aan de kalenders op onze website regelmatig te raadplegen om te controleren of
de data van de enquêtes niet zijn gewijzigd.
Link naar de kalenders op onze website:
https://www.wiv-isp.be/QML/activities/external_quality/calendar/kalender.htm - Algemene EKE-kalender klinische biologie
- Gedetailleerde EKE-kalender HbA1c
- Gedetailleerde EKE-kalender Zware metalen
- Algemene EKE-kalender pathologische anatomie
- Algemene EKE-kalender NGS Benchmarking trial
- Algemene EKE-kalender moleculaire biologie art. 33bis 2019
- Als u om een andere reden (bv. indien het staal gebroken is, indien de kiem niet groeit, als u te weinig staal heeft, ....) een nieuw staal wilt ontvangen, neem dan contact op met het secretariaat van de dienst Kwaliteit van Laboratoria (zie 7. “Contactmogelijkheden”).
3.4. CONTROLE VAN DE VERZENDINGSCONDITIES VAN DE STALEN
Om de temperatuur tijdens het verzenden te controleren worden er temperatuurrecorders (escorts)
gelijktijdig met de stalen naar bepaalde laboratoria gestuurd. Deze laboratoria worden door ons
laboratorium gekozen (eventueel in overleg met de enquêtecoördinator) en wij vragen hen om de
escorts terug te sturen na analyse van de stalen. De tabel en grafiek van de temperatuurregistraties
worden op vraag aan de betrokken laboratoria ter beschikking gesteld.
3.5. BEWARING VAN DE STALEN DOOR DE DEELNEMERS VÓÓR ANALYSE
Als algemeen principe moeten EKE-stalen op dezelfde manier worden behandeld als patiëntenstalen.
Wij vragen de deelnemers om onmiddellijk na ontvangst de analyses van de celtellingen en de
flowcytometrie, beide op verse bloedstalen, uit te voeren. De bewaarcondities voor elk type staal worden
vermeld in de ondertstaande tabel (tabel 2).
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 14/36
Tabel 2: De EKE-stalen: het staalmateriaal, de verzendtemperatuur door Sciensano en de bewaartemperatuur vóór analyse
EKE-programma
De EKE-stalen
Staalmateriaal Verzendtemperatuur door
Sciensano Bewaartemperatuur vóór analyse
Chemie serum/ plasma (gevriesdroogd) kamertemperatuur
tussen +2 en +8°C serum/ plasma (vloeibaar) isomo doos + cool pack
Chemie: Urine urine (gevriesdroogd) kamertemperatuur
tussen +2 en +8°C urine (vloeibaar) isomo doos + cool pack
Chemie: Elektroforese serum (vloeibaar) isomo doos + cool pack tussen +2 en +8°C
Immunoassays serum/ plasma (gevriesdroogd) kamertemperatuur
tussen +2 en +8°C serum/ plasma (vloeibaar) isomo doos + cool pack
Cardiale merkers serum/ plasma (vloeibaar) isomo doos + cool pack tussen +2 en +8°C
Therapeutische monitoring serum (gevriesdroogd) kamertemperatuur
tussen +2 en +8°C serum (vloeibaar) isomo doos + cool pack
Drugs of abuse urine (gevriesdroogd) kamertemperatuur
tussen +2 en +8°C urine (vloeibaar) isomo doos + cool pack
Alcoholbepaling in bloed
vers volbloed
kamertemperatuur 2 weken aan 4°C serum/ plasma (vers of ingevroren) (vloeibaar)
Allergie patiëntenserum (vloeibaar) kamertemperatuur ≤ -18°C
Andrologie
suspensie (vers sperma) kamertemperatuur
kamertemperatuur uitstrijkje (gekleurd of niet) kamertemperatuur
virtueel staal kamertemperatuur
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 15/36
EKE-programma
De EKE-stalen
Staalmateriaal Verzendtemperatuur door
Sciensano Bewaartemperatuur vóór analyse
Hematologie
vers volbloed
Kamertemperatuur
NIET BEWAREN (1)
bloeduitstrijkje kamertemperatuur
virtueel staal
Immunohematologie volbloed/ serum (vloeibaar) Kamertemperatuur/ 4°C tussen +2 en +8°C
Coagulatie plasma (gevriesdroogd) kamertemperatuur tussen +2 en +8°C
Beenmergonderzoek virtueel staal kamertemperatuur kamertemperatuur
Flowcytometrie: Lymphocyte subset analysis
vers volbloed kamertemperatuur
NIET BEWAREN (2) Flowcytometrie: CD34+ stem cell enumeration
vers navelstrengbloed kamertemperatuur
Niet-infectieuze serologie patiëntenserum/ patiëntenplasma (vloeibaar)
kamertemperatuur tussen +2 en +8°C
Microbiologie (klassiek + Malditof)
kiemen (gevriesdroogd)
kamertemperatuur
kamertemperatuur
gesimuleerde patiëntenstalen afhankelijk van het type stalen (zie begeleidend schrijven)
Infectieuze serologie serum (gevriesdroogd)
kamertemperatuur tussen +2 en +8°C serum/ plasma (vloeibaar)
Infectieuze serologie: antigenen in functie van het antigeen kamertemperatuur afhankelijk van het type stalen
Parasitologie
stoelgang op formol
kamertemperatuur
tussen +2 en +8°C
uitstrijkje kamertemperatuur
virtueel staal (foto’s)
Parasitologie: Malaria Ag volbloed (vloeibaar)
kamertemperatuur tussen +2 en +8°C
virtueel staal (foto’s) kamertemperatuur
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 16/36
EKE-programma
De EKE-stalen
Staalmateriaal Verzendtemperatuur door
Sciensano Bewaartemperatuur vóór analyse
Mycobacteriën transportbodem (vloeibaar) kamertemperatuur tussen +2 en +8°C
Zware metalen
serum/ plasma (vloeibaar)
droogijs aan ≤ -18°C urine (vloeibaar)
volbloed (vloeibaar)
HbA1c vers volbloed (vloeibaar) kamertemperatuur
Stalen zo vlug mogelijk analyseren, zoniet onmiddellijk bewaren tussen +2 en +8°C en analyseren ten laatste op vrijdag van de week van verzending
POCT glucose gestabiliseerde volbloedstalen (vloeibaar)
4°C 2 weken tussen +2 en 8°C na reconstitutie 4 uur
POCT bloedgassen gestabiliseerde waterige oplossing kamertemperatuur kamertemperatuur
POCT CO-oxymeter gestabiliseerde volbloedstalen (vloeibaar)
4°C 4°C
Mo
lecu
lair
e b
iolo
gie
:
Art. 24, art. 24 bis Microbiologie
cultuur (gevriesdroogd) kamertemperatuur tussen +2 en +8°C
cultuur (liquide) droogijs of kamertemperatuur volgens parameter
aan ≤ -18°C
Art. 32 Microbiologie: Highrisk HPV
cultuur (vloeibaar) kamertemperatuur kamertemperatuur
Art. 33 bis Hemato-oncologie: Vaste tumoren: Her2, KRAS, NRAS, EGFR, BRAF,…
FFPE (formalin-fixed paraffin-embedded) humane weefsels
kamertemperatuur kamertemperatuur
Art. 33 bis Hemato-oncologie: BCR-ABL, AML, chimerism, translocations IgH-TCR,…
zie UK NEQAS niet van toepassing (stalen verstuurd door UK NEQAS)
kamertemperatuur
Art. 33 bis Hemato-oncologie: Jak2
DNA (vloeibaar) kamertemperatuur 4°C
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 17/36
EKE-programma
De EKE-stalen
Staalmateriaal Verzendtemperatuur door
Sciensano Bewaartemperatuur vóór analyse
Art. 33 bis Moleculaire hematologie : Bepaling van de bloedgroepen
DNA (vloeibaar) kamertemperatuur 4°C
Art. 33 bis Moleculaire hematologie : Factor II en Factor V
zie ECAT niet van toepassing (stalen verstuurd door ECAT)
zie ECAT
Hemoglobinopathieën zie UK NEQAS niet van toepassing (stalen verstuurd door UK NEQAS)
www.ukneqash.org zie ook de instructies bij de stalen
Histologie FFPE (formalin-fixed paraffin-embedded) humane weefsels
kamertemperatuur kamertemperatuur
Immunohistochemie FFPE (formalin-fixed paraffin-embedded) humane weefsels
kamertemperatuur kamertemperatuur
Gynaecologische Cytologie niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing
NGS (zoeken naar somatische mutaties in kwaadaardige tumoren)
gezuiverd ADN of FFPE (formalin-fixed paraffin-embedded) humane weefsels of studie van theoretische casussen
isomo doos + cool pack tussen +2 en +8°C
(1) De stalen voor de celtelling geven alleen geldige resultaten als ze uiterlijk op dag Do+2 na de verzending worden geanalyseerd (zie data algemene EKE-kalender
klinische biologie). Do=dag van verzending.
(2) De stalen voor flowcytometrie: Lymphocyte subset analysis en flowcytometrie: CD34+ stem cell enumeration geven alleen geldige resultaten als ze uiterlijk op
dag Do+2 na de verzending worden geanalyseerd (zie data algemene EKE-kalender klinische biologie). Do=dag van verzending.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 18/36
3.6. VERIFICATIE VAN DE STALEN
Controleer of u alle stalen heeft ontvangen door de nummers op de stalen te vergelijken met die op de
antwoordformulieren.
Als er stalen ontbreken of in slechte staat worden geleverd, neem dan contact op met onze dienst om
nieuw materiaal aan te vragen (zie 7. “Contactmogelijkheden”).
Noteer op het antwoordformulier of in de rubriek “vrije tekst” (als de EKE-enquête beschikbaar is in de
Toolkit) de waargenomen anomalieën zoals bv. hemolyse bij volbloed.
Wij raden aan dat u uw stalen registreert als patiëntenstalen. Op deze manier wordt ook een
patiëntenrapport gegenereerd dat u kunt gebruiken om de resultaten die naar Sciensano zijn verzonden
te controleren en zo heeft u ook controle over dit deel van de pre-analytische fase.
3.7. RECONSTITUTIE VAN DE GEVRIESDROOGDE STALEN
Niet-microbiologische stalen
Laat het staal op kamertemperatuur komen. Zorg ervoor dat al het materiaal op de bodem van het flesje
verzameld is voordat u de rubberstop langzaam verwijdert.
Reconstitueer met het exacte volume zuiver water (gedistilleerd of equivalent) zoals aangegeven op
het etiket of in de gebruiksaanwijzing. De kwaliteit van het water is deze die vereist is voor de
reconstitutie van de gevriesdroogde standaarden en de controlestalen in uw eigen laboratorium. Voor
de reconstitutie van stalen voor kwantitatieve bepalingen wordt bij voorkeur een glazen bolpipet of een
andere pipet met voldoende nauwkeurigheid gebruikt.
Tenzij anders vermeld, sluit het flesje en laat het staal gedurende 30 minuten bij kamertemperatuur
staan zonder te mengen of te schudden. Meng vervolgens het flesje gedurende 10 minuten door
omwenteling bv. op een rollermixer (geen vortex!); schud nooit en vermijd schuimvorming. Het staal is
nu klaar voor analyse. Het staal moet zo snel mogelijk geanalyseerd worden.
Als het staal bewaard moet worden, zie 3.5. “Bewaring van de stalen vóór analyse”. Bij uitgestelde
analyses of latere heranalyse, moet het staal bij elk gebruik opnieuw worden opgemengd doch nooit
schudden!
Stalen voor microbiologie
Verwijder de aluminiumcapsule en zorg ervoor dat al het materiaal verzameld is op de bodem van het
flesje voordat u de rubberstop langzaam verwijdert.
Reconstitueer met de opgegeven hoeveelheid steriel fysiologisch water. Laat de stalen gedurende 20
minuten bij kamertemperatuur staan voor volledige rehydratatie. Vóór gebruik worden de stalen zachtjes
opgemengd (geen vortex gebruiken-nooit schudden).
Noot: Naast gevriesdroogde stalen verzenden we ook gesimuleerde patiëntenstalen. Deze kunnen
worden behandeld als reële patiëntenstalen. De bewaarcondities worden individueel vastgelegd per
type staal en worden vermeld op de begeleidende brief.
Stalen voor HbA1c
Volg de instructies op de begeleidende brief.
Stalen voor POCT glucose
Zie de handleiding van de EKE-POCT glucose die te vinden is op onze website onder KLINISCHE
BIOLOGIE BROCHURES:
https://www.wiv-
isp.be/QML/activities/external_quality/_down/_nl/HANDLEIDING_EKE_POCT_glucose.pdf
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 19/36
3.8. BEWARING VAN GERECONSTITUEERDE STALEN
De stalen voor coagulatie moeten binnen een half uur na reconstitutie worden geanalyseerd. Alle andere
stalen moeten zo snel mogelijk na reconstitutie worden geanalyseerd. De integriteit van de EKE-stalen
voor de chemie- en immunoassay testen na reconstitutie is echter 8 uur gewaarborgd als het staal wordt
bewaard bij +2 tot +8°C en gedurende 2 uur als het staal bij kamertemperatuur wordt bewaard.
Na reconstitutie kunnen de EKE-stalen voor infectieuze serologie gedurende 4 uur bij kamertemperatuur
en gedurende 24 uur bij +2 tot +8°C worden bewaard.
Als bepaalde parameters speciale bewaarcondities vereisen, worden deze aan de deelnemers
meegedeeld via het antwoordformulier/ de begeleidende brief en via de Toolkit (als de EKE-enquête
beschikbaar is in de Toolkit).
3.9. ANALYSES UITVOEREN
Tenzij specifiek vermeld, wordt verzocht om de EKE-stalen als routinestalen te behandelen: dit met
betrekking tot het aantal bepalingen, eventuele verdunning, de wijze van rapportering.
De meeste bepalingen worden in enkelvoud uitgevoerd in de laboratoria, met uitzondering van de stalen
met resultaten die buiten de grenzen vallen. Dezelfde werkwijze moet daarom ook worden gevolgd voor
de EKE-stalen.
Het verwijderen van de stalen wordt op dezelfde wijze uitgevoerd als patiëntenstalen.
OPMERKING:
- Sommige microbiologische routinestalen van patiënten worden naar een referentielaboratorium
gestuurd voor verdere serotypering. Dit geldt niet voor de EKE-stalen.
- Tenzij anders vermeld, wordt er voor de bacteriële identificaties gevraagd om enkel de pathogenen
voor een gegeven afnameplaats te antwoorden.
Voor parasitologie, daarentegen, wordt er gevraagd om alle waargenomen kiemen (pathogenen en
niet-pathogenen) te beantwoorden.
- Voor de antibiogrammen: ook hier moet alleen een antibiogram worden uitgevoerd voor de kiemen
die pathogeen zijn voor de gegeven afnameplaats. Bij groei tot tegen het schijfje moet de diameter
van het schijfje worden gemeten en de grootte ervan dient als antwoord te worden gerapporteerd (er
mag m.a.w. geen ‘nul’ geantwoord worden). Uiteraard moet u enkel die antibiotica testen die u ook
in routine test.
3.10. HET VERZENDEN VAN DE RESULTATEN
3.10.1. Klinische biologie
- Als de EKE-enquête beschikbaar is in de Toolkit, moeten de resultaten elektronisch worden
verzonden.
Gebruik van de Toolkit:
1) log in via het log-in menu:
https://ql.sciensano.be
2) selecteer de betreffende enquête 3) breng de resultaten in 4) klik op de knop “Submit”; een overzicht van de ingevoerde resultaten verschijnt op het scherm 5) print dit overzicht uit 6) u kunt ook, na het inbrengen van de resultaten, de database verlaten om opnieuw in te loggen,
de resultaten opnieuw op te vragen en af te drukken, om te controleren of het registreren en verzenden van de gegevens correct uitgevoerd werd.
Ter controle wordt het aanbevolen om de afgedrukte resultaten van de Toolkit te vergelijken met de
eigen rapportering (cfr. patiëntenrapport) van het laboratorium (cave eenheden!).
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 20/36
- Als de EKE-enquête niet beschikbaar is in de Toolkit, volgt u de instructies op het antwoordformulier.
Een kopie van de teruggestuurde resultaten moet door het laboratorium worden bewaard.
Voor bepaalde analysegroepen worden de methodecodes vermeld op de antwoordformulieren en op
de website van de dienst (zie “domein specifieke informatie”):
https://www.wiv-
isp.be/QML/activities/external_quality/domain_specific_information/_nl/domain_specific_information.htm
Voor de uitbestede enquêtes moeten de resultaten naar de internationale EKE-organisaties worden
verzonden (zie tabel 1 in punt 2.4.). Meestal voeren de deelnemers hun resultaten in via de website van
de internationale EKE-organisator. Een link naar de website van de internationale EKE-organisator is
meestal te vinden in de Toolkit: https://qml.wiv-isp.be/toolkitdotnet/
Een afsluitingsdatum wordt altijd vermeld op het antwoordformulier en in de Toolkit (als de EKE-enquête
beschikbaar is in de Toolkit).
De toegang tot de Toolkit wordt op de afsluitingsdatum (middernacht) afgesloten en de
schriftelijke antwoorden ontvangen per post of per fax worden ook niet meer verwerkt na deze
afsluitingsdatum.
Deelnemers die de antwoordtermijnen respecteren, hebben het recht om zo snel mogelijk een antwoord
te ontvangen onder de vorm van een rapport.
Een vertraging veroorzaakt door een minderheid van laattijdige antwoorden is niet verantwoord. Daarom
vragen wij aan iedereen om de antwoordtermijn strikt te respecteren.
Afhankelijk van het type enquête ontvangen zij (zie 4.2. “Overzicht verschillende rapporten”):
- een “voorlopig” rapport
- een “individueel” rapport
3.10.2. Pathologische anatomie
De deelnemers hebben de keuze om het papieren of elektronisch antwoordformulier (via de PathXL
website) in te vullen. De gekleurde coupes moeten worden teruggestuurd naar onze dienst. De
afsluitingsdatum voor het verzenden van de gekleurde coupes en antwoorden is aangegeven op de
papieren versie en op de elektronische versie (in de PathXL website) van het antwoordformulier.
De toegang tot het antwoordformulier in de pathXL website wordt op de afsluitingsdatum
(middernacht) afgesloten en de schriftelijke antwoorden ontvangen per post of per fax worden
niet meer verwerkt na deze afsluitingsdatum.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 21/36
4. Verwerking van de EKE-resultaten door Sciensano
4.1. BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE RAPPORTEN
Na de sluiting van de enquête ontvangt het deelnemend laboratorium verschillende soorten rapporten
afhankelijk van het type enquête (zie ook 4.2. “Overzicht van de verschillende rapporten”).
1. Voorlopig rapport (Klinische biologie)
Dit is een rapport met de verwachte interpretatie dat beschikbaar is op de website van de dienst onder
“KLINISCHE BIOLOGIE” “RAPPORTEN” “Voorlopige rapporten” binnen de 15 dagen na de
afsluitingsdatum van de enquête. Dit rapport geeft een kort overzicht van de resultaten die moesten
worden gevonden. Zodra het beschikbaar is, worden de deelnemers per e-mail op de hoogte gebracht.
https://www.wiv-isp.be/QML/activities/external_quality/rapports/_nl/rapports_preliminaires_nl.htm
2. Niet-gevalideerd en definitief individueel rapport (Klinische biologie)
Voor enquêtes waarbij de resultaten worden ingevoerd via de Toolkit en er een statistische verwerking
plaatsvindt, is er een “Individueel rapport” met statistische verwerking. In dit rapport worden de
individuele resultaten van een deelnemer geëvalueerd ten opzichte van de globale resultaten (behalve
voor de enzymen) en ten opzichte van de groep deelnemers die dezelfde methode of kit gebruiken.
Omdat het voor de individuele rapporten niet mogelijk is om het totaal aantal pagina’s aan te geven,
wordt de laatste pagina van elk individueel rapport afgesloten met de melding:
___________________________________________________________________
EINDE
___________________________________________________________________
In het algemeen zijn deze individuele rapporten (niet-gevalideerde en definitieve) beschikbaar via de
Toolkit maar voor sommige enquêtes wordt de statistische verwerking niet door ons maar door de
internationale EKE-organisator uitgevoerd. De individuele rapporten zijn dan beschikbaar via de
internationale EKE-organisator hetzij elektronisch hetzij op papier (zie 4.2. “Overzicht van de
verschillende rapporten”).
2.1. Niet-gevalideerd individueel rapport
Na het afsluiten van de periode voor het invoeren van de resultaten zijn de niet-gevalideerde
individuele rapporten beschikbaar in de Toolkit. De deelnemers worden per e-mail op de hoogte
gebracht.
Vervolgens hebben de laboratoria een week om eventuele rechtzettingen te melden aan de
enquêtecoördinator die hierover zal beslissen.
2.2. Definitief individueel rapport
Nadat de eventuele wijzigingen werden aangebracht, worden de statistieken geblokkeerd en worden
de niet-gevalideerde individuele rapporten definitieve individuele rapporten. De deelnemers worden
per e-mail op de hoogte gebracht.
3. Definitief individueel rapport (Pathologische anatomie)
In dit rapport worden de individuele resultaten van de deelnemers weergegeven.
4. Voorlopig en definitief globaal rapport (Klinische biologie/ Pathologische anatomie)
In het algemeen worden de enquêtes afgesloten door de publicatie van een definitief globaal rapport
dat beschikbaar moet zijn vόόr de volgende enquête van hetzelfde type op de website van de dienst
onder “KLINISCHE BIOLOGIE” of “PATHOLOGISCHE ANATOMIE” “RAPPORTEN”.
https://www.wiv-isp.be/QML/index_nl.htm
De beschikbaarheid van dit rapport wordt per e-mail aan de deelnemers meegedeeld.
Het definitief globaal rapport wordt op de website geplaatst na analyse en/of bespreking van de
resultaten in het expertencomité (klinische biologie) of in de werkgroep EKE (pathologische anatomie).
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 22/36
Het bevat de resultaten van alle deelnemers in functie van de gebruikte methoden, alsook eventuele
commentaren en aanbevelingen, goedgekeurd door de experten of de werkgroep EKE.
Om de beschikbaarheid van de globale resultaten van bepaalde enquêtes te versnellen, kunnen er
ruwe drafts of “voorlopige globale rapporten” ter beschikking gesteld worden van de laboratoria via de
website van onze dienst onder “KLINISCHE BIOLOGIE” of “PATHOLOGISCHE ANATOMIE”
“RAPPORTEN”.
De globale rapporten (voorlopige en definitieve) zijn vrij beschikbaar op onze website. Deze rapporten
mogen niet worden gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld zonder akkoord van Sciensano.
NB: De resultaten van de buitenlandse laboratoria en de firma’s waarvan het identificatienummer
begint met 99, zijn niet opgenomen in de globale rapporten.
5. Individueel jaarrapport (Klinische biologie)
Voor de meeste enquêtes waarbij het ingeven van de resultaten gebeurt via de Toolkit en er een
statistische verwerking plaatsvindt, wordt er een “Individueel jaarrapport” met berekeningen voor de
Pu, Pz van het afgelopen jaar gegenereerd.
De individuele jaarrapporten worden opgesteld per EKE-programma om de EKE-cyclus af te sluiten
en zijn specifiek voor elk laboratorium.
Het merendeel van de individuele jaarrapporten zijn beschikbaar in de Toolkit maar voor bepaalde
enquêtes wordt de statistische verwerking niet door ons uitgevoerd maar door de internationale EKE-
organisator. De individuele jaarrapporten zijn dan beschikbaar via de internationale EKE-organisator
ofwel elektronisch ofwel op papier (zie 4.2. “Overzicht van de verschillende rapporten”).
6. Voorlopig en definitief globaal jaarrapport (Klinische biologie/ Pathologische anatomie)
Een globaal jaarrapport geeft een globaal overzicht van de resultaten van alle enquêtes die het
afgelopen jaar voor een bepaald EKE-programma werden georganiseerd en is identiek voor alle
laboratoria.
Een voorlopig globaal jaarrapport wordt voor elk EKE-programma opgesteld om de EKE-cyclus af te
sluiten en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de respectievelijke Commissies. Zodra het voorlopig
globaal jaarrapport is goedgekeurd door de Commissie, wordt het een ‘definitief’ jaarrapport. De
voorlopige en/of definitieve globale jaarrapporten zijn beschikbaar op de website van de dienst onder
“RAPPORTEN”. Zodra ze beschikbaar zijn, worden de deelnemers per e-mail op de hoogte gebracht.
https://www.wiv-isp.be/QML/index_nl.htm
Deze rapporten mogen niet gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld worden zonder akkoord van
Sciensano.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 23/36
4.2. OVERZICHT VERSCHILLENDE RAPPORTEN
Tabel 3:
**: Voor het EKE-programma Alcoholbepaling in bloed maakt enkel het deel alcoholbepaling in bloed deel uit van de scoop ISO 17043 maar niet het expertise advies.
EKE-programma Scoop ISO
17043
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers Voorlopig rapp.
Niet gevalid. ind. rapp.
Def. ind. rapp. Globaal
rapp. Ind. jaarrapp.
Globaal jaarrapp.
Aantal enq. per jaar
Verplich-te enq. of
niet
Chemie
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
Chemie: Urine
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
≥ 1 enq. ja
Chemie: Elektroforese
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
≥ 1 enq. ja
Immunoassays
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
Cardiale merkers
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Therapeutic drug monitoring
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
Drugs of abuse naar Sciensano
(via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Alcoholbepaling in bloed
**
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 2 enq. ja
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 24/36
EKE-programma Scoop ISO
17043
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers Voorlopig rapp.
Niet gevalid. ind. rapp.
Def. ind. rapp. Globaal
rapp. Ind. jaarrapp.
Globaal jaarrapp.
Aantal enq. per jaar
Verplich-te enq. of
niet
Allergie
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 4 enq. ja
Andrologie
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
Hem
ato
log
ie
Telling
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq ja
- bloeduitstrijkje
- virtueel staal
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
Immunohematologie
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
≥ 3 enq ja
Coagulatie
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
Beenmergonderzoek
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Flowcytometrie: Lymphocyte subset analysis
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
Flowcytometrie: CD34+ stem cell enumeration
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
≥ 3 enq. ja
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 25/36
EKE-programma Scoop ISO
17043
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers Voorlopig rapp.
Niet gevalid. ind. rapp.
Def. ind. rapp. Globaal
rapp. Ind. jaarrapp.
Globaal jaarrapp.
Aantal enq. per jaar
Verplich-te enq. of
niet
Nie
t-in
fec
tie
uze
se
rolo
gie
ANA
naar Sciensano (via email, bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq.
ja ANCA
naar Sciensano (via email, bpost, fax,…)
≥ 1 enq.
RF/anti-CCP naar Sciensano
(via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq.
Microbiologie: Malditof
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano +
verstuurd naar deelnemers via
e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Microbiologie
naar Sciensano (via Toolkit)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano +
verstuurd naar deelnemers via
e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja Infectieuze serologie
Parasitologie
Parasitologie: Malaria Ag
naar Sciensano (via bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano +
verstuurd naar deelnemers via
e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
Afhankelijk van
beschikbaarheid stalen
neen
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 26/36
EKE-programma Scoop ISO
17043
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers Voorlopig rapp.
Niet gevalid. ind. rapp.
Def. ind. rapp. Globaal
rapp. Ind. jaarrapp.
Globaal jaarrapp.
Aantal enq. per jaar
Verplich-te enq. of
niet
Mycobacteriën naar Sciensano
(via bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(verstuurd naar deelnemers via
e-mail)
aangemaakt door Sciensano (verstuurd naar deelnemers via
bpost)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq. neen
Zware metalen
naar SKML (online via
http://www.trace-elements.eu
of via link in Toolkit) (zie tabel 1)
Monthly detailed report
aangemaakt door SKML (beschikbaar
online via http://www.trace-
elements.eu of via link in Toolkit) (alle deelnemers)
aangemaakt door Sciensano (verstuurd via e-mail of bpost naar Belgische deelnemers)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano) (Belgische
deelnemers) 24 enq. per matrix
(2 stalen te analyseren per maand)
ja Monthly review
report
aangemaakt door SKML (beschikbaar
online via http://www.trace-
elements.eu of via link in Toolkit) (alle deelnemers)
aangemaakt door SKML
(beschikbaar online via
http://www.trace-elements.eu of via link in
Toolkit) (alle
deelnemers)
aangemaakt door SKML
(beschikbaar online via
http://www.trace-elements.eu of via link in
Toolkit) (alle
deelnemers)
HbA1c
naar SKML (online via
http://www.cuesee.com of via link in Toolkit)
(zie tabel 1)
aangemaakt door SKML (beschikbaar
online via http://www.cuesee.co
m of via link in Toolkit) (alle deelnemers)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
(Belgische deelnemers)
aangemaakt door SKML
(beschikbaar online via
http://www.cuesee.com
of via link in Toolkit)
(alle deelnemers)
aangemaakt door Sciensano
en SKML (beschikbaar via website Sciensano
+ copie
beschikbaar online via
http://www.cuesee.com of via link in Toolkit)
(alle deelnemers)
≥ 3 enq. ja aangemaakt door
SKML (beschikbaar online via
http://www.cuesee.com of via link in Toolkit)
(alle deelnemers)
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 27/36
EKE-programma Scoop ISO
17043
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers Voorlopig rapp.
Niet gevalid. ind. rapp.
Def. ind. rapp. Globaal
rapp. Ind. jaarrapp.
Globaal jaarrapp.
Aantal enq. per jaar
Verplich-te enq. of
niet
POCT glucose
naar Eurotrol (online via
www.CueSee-online.com
of via link in Toolkit) (zie tabel 1)
aangemaakt door Eurotrol (beschikbaar
online via www.CueSee-
online.com of via link in Toolkit) (alle deelnemers)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
(Belgische deelnemers)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano) (Belgische
deelnemers)
≥ 4 enq. ja
POCT bloedgassen naar Sciensano
(online via POCT blood gases/ electrolytes –
CO oxymetry)
aangemaakt door Sciensano (verstuurd
naar deelnemers via e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
POCT CO-oxymeter
aangemaakt door Sciensano (verstuurd
naar deelnemers via e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 3 enq. ja
Mo
lecu
lair
e b
iolo
gie
Art. 24, art. 24 bis Microbiologie
naar Sciensano
(via bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 2 enq.
ja
Art. 24 bis, art.32 Microbiologie:
Highrisk HPV
naar QCMD (online via
www.qcmd.org of via link in Toolkit)
(zie tabel 1)
aangemaakt door QCMD
(beschikbaar online via www.qcmd.org
of via link in Toolkit + copie beschikbaar
op website Sciensano) (alle deelnemers)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano) (Belgische
deelnemers)
≥ 5 enq.
Art. 33 bis Hemato-oncologie:
Vaste tumoren HER2, KRAS, NRAS, EGFR, BRAF,…
naar Sciensano
(via bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
voor de parameters
georganiseerd door Sciensano
(beschikbaar op de website
van Sciensano) (Belgische
deelnemers)
≥ 2 enq. ja
Art. 33 bis Hemato-oncologie:
BCR-ABL, AML, chimerism, translocations IgH-TCR, …
naar UK NEQAS (online via
www.ukneqasli.co.uk) (zie tabel 1)
aangemaakt door UK NEQAS (beschikbaar
online via www.ukneqasli.co.uk)
(alle deelnemers)
aangemaakt door UK NEQAS
(beschikbaar online via www.ukneqasli.co.uk)
(alle deelnemers)
≥ 14 enq. ja
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 28/36
EKE-programma Scoop ISO
17043
Rapportering van de resultaten door de
deelnemers Voorlopig rapp.
Niet gevalid. ind. rapp.
Def. ind. rapp. Globaal
rapp. Ind. jaarrapp.
Globaal jaarrapp.
Aantal enq. per jaar
Verplich-te enq. of
niet
Art. 33 bis Hemato-oncologie:
Jak2
naar Sciensano (via bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Art. 33 bis Moleculaire hematologie:
Bepaling van de bloedgroepen
naar Sciensano
(via bpost, fax,…)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website
Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Art. 33 bis Moleculaire hematologie:
Factor II en Factor V
naar ECAT (online via
https://www.ecat.nl/) (zie tabel 1)
aangemaakt door ECAT (online via
https://www.ecat.nl/) (alle deelnemers)
aangemaakt door ECAT (online via
https://www.ecat.nl/) (alle deelnemers)
≥ 2 enq. ja
Hemoglobinopathieën
naar UK NEQAS (online via
www.ukneqash.org (zie tabel 1)
aangemaakt door UK NEQAS
(beschikbaar online via
www.ukneqash.org) (alle deelnemers)
aangemaakt door UK NEQAS
(beschikbaar online via www.ukneqash.org)
(alle deelnemers)
≥ 6 enq. nee
Histologie
naar Sciensano (via PathXL website of
via bpost, fax,..)
aangemaakt door Sciensano
(verstuurd naar deelnemers via e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 1 enq. ja
Immunohistochemie naar Sciensano
(via PathXL website of via bpost, fax,..)
aangemaakt door Sciensano
(verstuurd naar deelnemers via e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 2 enq. ja
Gynaecologische Cytologie
naar Sciensano
(via PathXL website of via bpost, fax,..)
aangemaakt door Sciensano
(verstuurd naar deelnemers via e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≤ 1 enq. ja
NGS (zoeken naar somatische mutaties in kwaadaardige tumoren)
naar Sciensano (via een speciaal
daarvoor voorziene webpagina)
aangemaakt door Sciensano (verstuurd naar deelnemers via
e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(verstuurd naar deelnemers via e-mail)
aangemaakt door Sciensano
(beschikbaar via website Sciensano)
≥ 2 enq. nee
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 29/36
4.3. CORRECTIES IN RAPPORTEN
De aanvragen voor rechtzetting moeten schriftelijk (e-mail) met vermelding van de contactgegevens en het laboratoriumnummer aan de enquêtecoördinator worden gezonden. Briefwisseling hieromtrent wordt bewaard in het logboek van de EKE-enquête. De geldige versies van alle rapporten zijn alleen degenen die gepubliceerd zijn op de website.
4.4. VERTROUWELIJKHEID
De individuele resultaten en rapporten zijn vertrouwelijk. Zij worden door Sciensano niet doorgegeven
aan derden, ook niet aan de leden van de Commissie, van de expertencomités of van de werkgroep
EKE.
De rapporten of delen van de globale (jaar) rapporten die al beschikbaar zijn, mogen niet worden
gereproduceerd, gepubliceerd of verdeeld zonder akkoord van Sciensano.
De globale resultaten, evenals specifieke bevindingen gemaakt tijdens de evaluaties of algemene
observaties met betrekking tot de EKE’s, worden door de wetenschappelijke medewerkers van de dienst
Kwaliteit van Laboratoria van Sciensano gebruikt voor verschillende wetenschappelijke werken
(publicaties, mededelingen en posters).
De privé adressen van de verstrekkers moeten aan ons worden verstrekt om eventueel contact op te
nemen met een verstrekker wiens professioneel adres niet lager bekend is. In het kader van de wet op
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer worden deze adressen als vertrouwelijk beschouwd
en niet aan derden doorgegeven. Alle medewerkers van de dienst Kwaliteit van Laboratoria, de
experten, de leden van de werkgroep EKE en de onderaannemers die meewerken aan de EKE, zijn
gebonden door een geheimhoudingsovereenkomst.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 30/36
5. Statistische evaluatie van de resultaten
5.1. KWANTITATIEVE RESULTATEN VAN ENQUÊTES UITGEVOERD DOOR SCIENSANO
Alle kwantitatieve resultaten worden verwerkt volgens dezelfde statistische principes. De theoretische
grondslagen worden door Prof. A. Albert beschreven in de brochures die beschikbaar zijn op onze
website op het volgende adres: https://www.wiv-isp.be/QML/index_nl.htm.
Kies vervolgens uit het menu voorgesteld onder “KLINISCHE BIOLOGIE” → “BROCHURES”.
- Statistische methoden gebruikt voor EKE:
https://www.wiv-
isp.be/qml/activities/external_quality/brochures/_down/Statistische_methoden_gebruikt_voor_EKE.
- Verwerking van gecensureerde waarden:
https://www.wiv-
isp.be/QML/activities/external_quality/_down/_nl/Verwerking_van_gecensureerde_waarden.pdf
Voor de kwantitatieve parameters door Sciensano geanalyseerd, hebben de deelnemende laboratoria
toegang tot een individueel rapport via de Toolkit. Hieronder vindt u informatie die u kan helpen bij het
interpreteren van dit rapport.
De positie van uw kwantitatieve resultaten wordt enerzijds gegeven in vergelijking met alle resultaten
van alle deelnemers en anderzijds in vergelijking met de resultaten van de deelnemers die dezelfde
methode gebruiken als u.
De volgende informatie wordt gegeven:
Uw resultaat (R)
Uw methode
De globale mediaan (MG):
de centrale waarde van de resultaten bekomen door alle laboratoria voor alle methodes samen.
De globale standaarddeviatie (SDG):
maat voor de spreiding van de resultaten bekomen door alle laboratoria voor alle methodes samen.
De globale mediaan van uw methode (MM):
de centrale waarde van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode als u
gebruiken.
De standaarddeviatie van uw methode (SDM):
maat voor de spreiding van de resultaten bekomen door de laboratoria die dezelfde methode als u
gebruiken.
De variatiecoëfficiënt CV (uitgedrukt in %) voor alle laboratoria en voor de laboratoria die dezelfde
methode als u gebruiken:
CVM = (SDM / MM) * 100 (%) en CVG = (SDG / MG) * 100 (%).
De Z-score:
het verschil tussen uw resultaat en de mediaan van uw methode (uitgedrukt als een veelvoud van
de SD): ZM = (R – MM) / SDM en ZG = (R – MG) / SDG.
Het resultaat wordt geciteerd indien |ZM| > 3.
De U-score:
de relatieve afwijking van uw resultaat t.o.v. de mediaan van uw methode (uitgedrukt in %):
UM = ((R – MM) / MM) * 100 (%) en UG = ((R – MG) / MG) * 100 (%).
Het resultaat wordt geciteerd indien |UM| > d, waarbij “d” de vaste limiet is van de betrokken
parameter, met name het % maximaal toegelaten afwijking van de resultaten t.o.v. de mediaan van
de methode.
Een grafische interpretatie van de positie van uw resultaat (R), enerzijds in vergelijking met alle
resultaten van alle deelnemers, anderzijds in vergelijking met de resultaten van de deelnemers die
dezelfde methode als u gebruiken, gebaseerd op de methode van Tukey, voor elke parameter en
voor elk geanalyseerd staal.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 31/36
R : uw resultaat
MM/G : mediaan
HM/G : percentielen 25 en 75
IM/G : interne limieten (M ± 2.7 SD)
OM/G : externe limieten (M ± 4.7 SD)
De globale grafiek en deze van uw methode worden uitgedrukt volgens dezelfde schaal, op deze wijze
zijn beide vergelijkbaar. Deze grafieken geven u een ruw geschatte indicatie van de positie van uw
resultaat (R) t.o.v. de medianen (MM/G).
Grafische voorstelling
Naast de tabellen met de resultaten, wordt er soms een grafische voorstelling van de resultaten als “box
en whisker plot” toegevoegd. Zij bevat de volgende elementen voor methoden met minstens 6
deelnemers:
een rechthoek die gaat van percentiel 25 (P25) tot percentiel 75 (P75)
een centrale lijn die de mediaan van de resultaten voorstelt (P50)
een ondergrens die de kleinste waarde voorstelt x > P25 - 1.5 * (P75 - P25)
een bovengrens die de grootste waarde voorstelt x < P75 + 1.5 * (P75 - P25)
alle punten buiten dit interval worden voorgesteld door een cirkel.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 32/36
5.2. ENQUÊTES UITGEVOERD IN SAMENWERKING MET ANDERE EKE-ORGANISATOREN
HbA1c
De planning gebeurt in samenwerking met SKML.
De evaluatie van de resultaten wordt gedeeltelijk uitgevoerd door SKML. Na elke enquête voert SKML
de statistische verwerking uit via de toepassing “Cuesee” om de individuele rapporten van alle
deelnemers te genereren.
Op basis van deze resultaten stelt de enquêtecoördinator het globaal rapport voor de Belgische
deelnemers op.
Aan het einde van de cyclus wordt het globaal jaarrapport voor alle deelnemers opgesteld in
samenwerking met SKML.
De enquêtecoördinator plaatst deze rapporten op de website van onze dienst en autoriseert de
verspreiding ervan.
Zie de handleiding van de EKE-HbA1c die te vinden is op onze website onder KLINISCHE BIOLOGIE
BROCHURES: https://www.wiv-isp.be/QML/activities/external_quality/brochures/_down/HANDLEIDING_EKE_HbA1c.pdf
POCT glucose De planning gebeurt in samenwerking met Eurotrol.
De evaluatie van de resultaten wordt gedeeltelijk uitgevoerd door Eurotrol. Na elke enquête voert
Eurotrol de statistische verwerking uit via de toepassing “Cuesee” om de individuele rapporten van alle
deelnemers te genereren.
Op basis van deze resultaten stelt de enquêtecoördinator het globaal rapport en aan het eind van de
cyclus het globaal jaarrapport voor de Belgische deelnemers op. Hij plaatst deze rapporten op de
website van onze dienst en autoriseert de verspreiding ervan.
Zie de handleiding van de EKE-POCT glucose die te vinden is op onze website onder KLINISCHE
BIOLOGIE BROCHURES: https://www.wiv-isp.be/QML/activities/external_quality/brochures/_down/Handleiding-EKE-POCT-
glucose.pdf
Moleculaire biologie: Microbiologie (art. 24 bis) en HPV (art. 32)
Voor de parameters die zijn uitbesteed aan QCMD wordt de planning volledig uitgevoerd door QCMD.
Aan het einde van de cyclus produceert de enquêtecoördinator het globaal jaarrapport van de Belgische
deelnemers op basis van de resultaten ontvangen van QCMD. Hij plaatst het op de website van onze
dienst en autoriseert de verspreiding ervan.
Moleculaire biologie: Hemato-oncologie (artikel 33 bis)
Voor de parameters die zijn uitbesteed aan UK NEQAS wordt de planning volledig uitgevoerd door UK
NEQAS.
De evaluatie van de resultaten wordt volledig uitgevoerd door UK NEQAS.
Hemoglobinopathieën
De planning gebeurt volledig door UK NEQAS.
Na elke enquête produceert UK NEQAS de individuele rapporten en het globaal rapport van alle
deelnemers.
Zware metalen
De planning gebeurt in samenwerking met SKML.
De evaluatie van de resultaten wordt gedeeltelijk uitgevoerd door SKML. Na elke enquête voert SKML
de statistische verwerking uit om de volgende individuele rapporten te genereren: het gedetailleerde
maandelijkse rapport, het maandelijkse samenvattende rapport en aan het einde van de cyclus het
globaal jaarrapport.
Aan het einde van de cyclus produceert de enquêtecoördinator op basis van de resultaten die werden
ingebracht in het gegevensbestand “Trace elements” voor de Belgische deelnemers een Pz-rapport
(individueel jaarrapport) dat wordt verzonden naar de deelnemers evenals een globaal jaarrapport dat
op de website van onze dienst geplaatst wordt. Hij autoriseert de verspreiding van deze rapporten.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 33/36
6. Evaluatie van de resultaten
6.1. AANVAARDBAARHEIDSLIMIETEN
Voor de meeste EKE-programma’s worden criteria vastgelegd om de resultaten die als "afwijkend"
worden beschouwd, vast te stellen.
Details worden gegeven in de globale rapporten en in de globale jaarrapporten.
De algemene criteria vindt men terug in de onderstaande tabel (tabel 4).
Tabel 4
EKE-programma Aanvaardbaarheidscriteria
Chemie (6) (1) gebaseerd op de biologische variabiliteit, de “state of the art” en de 3 SD methode
Chemie: Urine (1) gebaseerd op de 3 SD methode
Chemie: Elektroforese (1) gebaseerd op de biologische variabiliteit, de “state of the art”
en de 3 SD methode
Immunoassays (6) (1) gebaseerd op de biologische variabiliteit, de “state of the art”
en de 3 SD methode
Cardiale merkers (1) gebaseerd op de 3 SD methode
Therapeutic Drug Monitoring (6) (1) gebaseerd op de biologische variabiliteit, de “state of the art”
en de 3 SD methode
Drugs of abuse (1) vastgelegd door het expertencomité
Alcoholbepaling in bloed gebaseerd op de 3 SD methode, de expertenopinie en het KB verkeersveiligheid
Allergie gebaseerd op de 3 SD methode
Andrologie gebaseerd op de 3 SD methode + op de criteria vastgelegd in het expertencomité
Hem
ato
log
ie
telling gebaseerd op de criteria van de WHO (Quality assurance in haematology, WHO/ LAB/ 98.4) en de 3 SD methode
- bloeduitstrijkje
- virtueel staal (1) vastgelegd door het expertencomité
Immunohematologie (1) vastgelegd door het expertencomité
Co
ag
ula
tie
PT, aPTT, fibrinogeen
- gebaseerd op 12% voor PT INR (alleen voor pools van patiënten onder antivitamine K) en op 15% voor aPTT ratio en fibrinogeen en op de 3 SD methode voor alle parameters
- maximaal 2 klassen afwijkend voor de klinische interpretatie voor aPTT en fibrinogeen
D-dimeren gebaseerd op de 3 SD methode
Antithrombine gebaseerd op de 3 SD methode
FVIII/vWF gebaseerd op de 3 SD methode
Beenmergonderzoek (1) vastgelegd door het expertencomité
Flowcytometrie: Lymphocyte subset analysis
gebaseerd op de 3 SD methode
Flowcytometrie: CD34+ stem cell enumeration
gebaseerd op de 3 SD methode
Niet-infectieuze serologie (1) vastgelegd in het expertencomité
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 34/36
EKE-programma Aanvaardbaarheidscriteria
Microbiologie - Identificatie (klassiek + Malditof) - Antibiogram (klassiek)
(2)
Infectieuze serologie (4)
Parasitologie (3)
Parasitologie: Ag malaria consensus van de experten
Mycobacteriën de resultaten van het referentiecentrum
Zware metalen gebaseerd op de 3 SD methode
HbA1c zie criteria in globaal jaarrapport
POCT Glucose
zie elektronisch individueel rapport uitstekend: +10% goed: +15% aanvaardbaar: +20%
POCT bloedgassen gebaseerd op de 3 SD methode
POCT CO-oxymeter gebaseerd op de 3 SD methode
Mo
lecu
lair
e B
iolo
gie
:
Art. 24, art. 24 bis Microbiologie:
Kwantitatieve analyses: < 1 SD → score 0; < 2 SD → score 1; < 3 SD → score 2; > 3 SD → score 3 (5) Kwalitatieve analyses: de score hangt af van de detectiegraad van het staal
Art. 32 Microbiologie: Highrisk HPV
Art. 33 bis Hemato-oncologie: Vaste tumoren Her2, KRAS, NRAS, EGFR, BRAF,…
KRAS: aanwezigheid of afwezigheid van mutaties
HER2: amplificatie of niet van het gen
Art. 33 bis Hemato-oncologie: BCR-ABL, AML, chimerism, translocations IgH-TCR,…
zie UK NEQAS
Art. 33 bis Hemato-oncologie: Jak2
volgens de verwachte resultaten
Art. 33 bis Moleculaire hematologie: Bepaling van de bloedgroepen
consensus van de deelnemers
Art. 33 bis Moleculaire hematologie: Factor II en Factor V
zie ECAT
Hemoglobinopathieën zie UK NEQAS
Histologie (7) vastgelegd door de Commissie voor pathologische anatomie
Immunohistochemie (8) vastgelegd door de Commissie voor pathologische anatomie
Gynaecologische Cytologie vastgelegd door de Commissie voor pathologische anatomie
(1) De moeilijkheidsgraad van de verzonden stalen kan aanzienlijk verschillen. Sommige stalen
worden als louter didactisch verzonden, zodat er geen fout aan de deelnemer kan worden
toegeschreven; voor andere stalen wordt er dan weer wel een correct resultaat verwacht. De
criteria volgens welke een resultaat als "afwijkend wordt beschouwt, worden gegeven in het globaal
rapport. Deze criteria worden vastgelegd door de expertencomités.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 35/36
(2) De moeilijkheidsgraad van de verzonden stalen kan aanzienlijk verschillen. Sommige stalen
worden als louter didactisch verzonden, zodat er geen fout aan de deelnemer kan worden
toegeschreven; voor andere stalen wordt er dan weer wel een correct resultaat verwacht.
Afhankelijk van de aard van de verstuurde kiem kan genus- of speciesniveau als correct worden
beschouwd. In sommige gevallen kunnen meerdere antwoorden als correct worden beschouwd
(bv. in het geval van Salmonella Cerro (groep K): Salmonella Cerro, Salmonella species,
Salmonella van groep K, Salmonella niet van groep A, B,…). De aanvaardbaarheidscriteria worden
vastgelegd door het expertencomité.
Hetzelfde geldt voor antibiogrammen waarbij de aanvaardbaarheidscriteria worden bepaald door
de aard van de kiem en worden vastgelegd in het expertencomité.
(3) De moeilijkheidsgraad van de verzonden stalen kan aanzienlijk verschillen. Sommige stalen
worden als louter didactisch verzonden, zodat er geen fout aan de deelnemer kan worden
toegeschreven; voor andere stalen wordt er dan weer wel een correct resultaat verwacht.
Afhankelijk van de aard van de verstuurde kiem kan genus- of speciesniveau als correct worden
beschouwd. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat de aanwezigheid van andere
(zeer zeldzame) parasieten in een fecesstaal nooit met zekerheid kunnen worden uitgesloten en
dat deze bijkomende antwoorden dus ook niet als verkeerd kunnen worden beschouwd.
(4) Naast het kwalitatieve antwoord (negatief/ borderline/ positief), wordt in de infectieuze serologie
ook steeds een klinische interpretatie gevraagd. De beoordeling ervan is afhankelijk van het staal.
Voor sommige stalen zijn, mede afhankelijk van de testen welke de laboratoria uitvoeren, meerdere
antwoorden aanvaardbaar. Een bespreking van deze interpretaties wordt toegevoegd aan het
commentaar van de expert in het globaal rapport.
(5) Voor een vaak gedetecteerd staal (≥ 95%), krijgt men de score 0 indien men juist antwoordt en +3
indien men fout antwoordt.
Voor een gedetecteerd staal (65% ≤ X < 95%), krijgt men de score 0 indien men juist antwoordt en
+2 indien men fout antwoordt.
Voor een zwak gedetecteerd staal (< 65%), krijgt men de score 0 indien men juist antwoordt en +1
indien men fout antwoordt.
Voor een negatief staal, krijgt men de score 0 indien men juist antwoordt en +3 indien men fout
antwoordt.
(6) Voor enquêtes met veel te analyseren parameters, zullen we ervoor zorgen dat al deze parameters
behandeld worden binnen 5 jaar.
(7) Aan de deelnemers die een resultaat ‘C’ of ‘D’ verkregen, wordt gevraagd om actie te ondernemen
en de methode te verbeteren (zie ook 2.1. en 2.3.).
(8) De deelnemers die een ‘borderline’ of ‘onvoldoende’ resultaat verkregen, kunnen een nieuwe
ongekleurde coupe vragen voor een nieuwe evaluatie (reassessment) (zie ook 2.1. en 2.3.).
6.2. KLINISCH RELEVANTE FOUTEN
Na elke EKE-enquête analyseert de enquêtecoördinator welke deelnemers klinisch relevante fouten
hebben gemaakt. Dit is bijvoorbeeld een verkeerde ABO bloedgroep; S i.p.v. R voor het antibiogram,
verkeerd serologisch resultaat,…
Deze deelnemers worden gecontacteerd en we vragen hen om volgens hun eigen klachtenregistratie
een oorzaakanalyse uit te voeren en om corrigerende en preventieve maatregelen te nemen. Een kopie
van het actieplan wordt opgevraagd.
Als blijkt dat deze fouten eerder verband houden met een probleem of een tekortkoming van een IVD
wordt de fabrikant/verdeler eventueel door Sciensano gecontacteerd.
Een jaarlijks overzicht van de vastgestelde fouten wordt gerapporteerd aan de Commissie.
DOC 43/42/N V22 (bijlage 1) p. 36/36
7. Contactmogelijkheden
U kunt gebruik maken van volgende mogelijkheden:
1. Adres:
Sciensano
Dienst Kwaliteit van Laboratoria
Juliette Wytsmanstraat 14
1050 Brussel
2. Secretariaat van de dienst Kwaliteit van Laboratoria:
Martine Pannis
Tel: 02/642.55.22
Fax: 02/642.56.45
E-mail: [email protected]
3. Website van onze dienst:
https://www.wiv-isp.be/QML/index_nl.htm