6.3.1 wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen?
Post on 11-Jan-2017
221 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Kwaliteitsplan mbo Clusius College
Vastgesteld op 28 april 2015
Eigentijds, aantrekkelijk en goed onderwijs
2015
-
2019
1
Inhoud Aanleiding ............................................................................................................................. 4
Hoofdstuk 1 Inleiding ............................................................................................................. 5
1.1 Totstandkoming kwaliteitsplan ..................................................................................... 5
Hoofdstuk 2 Missie, visie en strategisch beleid ...................................................................... 6
2.1 Visiekaart mbo .......................................................................................................... 8
2.2 Meerjarig Investeringsprogramma ............................................................................ 8
2.3 Internationaliseringsbeleid ........................................................................................ 8
2.4 AVO-beleid ............................................................................................................... 8
2.5 Duurzaamheid .......................................................................................................... 9
2.6 Samenhang beleidsstukken ...................................................................................... 9
Hoofdstuk 3 Stand van zaken Clusius College .....................................................................10
Hoofdstuk 4 Kwaliteit ............................................................................................................13
Hoofdstuk 5 Focus op eigentijds, aantrekkelijk en goed onderwijs .......................................14
Hoofdstuk 6 Professionalisering ...........................................................................................15
6.1 Verankering samenwerking .........................................................................................15
6.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen? ...............................................15
6.1.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................16
6.2 Regioleren substantieel onderdeel van opleidingen ....................................................16
6.2.1 Wat is er nodig om voor schooljaar 2018-2019 dit doel te behalen? .....................17
6.2.2 Wat is de uitgangssituatie .....................................................................................17
6.3 Een betere en flexibelere aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt ..................17
6.3.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen? ...............................................18
6.3.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................18
6.4 Kwaliteitsborging op orde ............................................................................................18
6.4.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen? ...............................................19
6.4.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................19
6.5 Professionalisering examenfunctionarissen en examencommissieleden .....................20
6.5.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen? ...............................................20
6.5.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................21
6.6 Betere inzet van ICT ...................................................................................................21
6.6.1 Wat is er nodig voor 2019 om dit doel te behalen? ...............................................21
6.6.2 Wat is de uitgangssituatie .....................................................................................22
6.7 Vergroten professionele cultuur en kwaliteitsontwikkeling teams ................................22
6.7.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen ....................................23
6.7.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................23
2
Hoofdstuk 7 Intensivering van het taal- en rekenonderwijs ...................................................25
7.1 Het professionaliseren van docenten voor taal en rekenen .........................................25
7.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen? ..................................25
7.1.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................25
7.2 AVO-leerplein voor taal en rekenen ............................................................................26
7.2.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen ....................................26
7.2.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................26
Hoofdstuk 8 Het bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming .......................27
8.1 Eén bpv-organisatie ....................................................................................................27
8.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen? ..................................27
8.1.2 Wat is de uitgangsituatie? .....................................................................................28
8.2 Bevorderen internationale bpv ....................................................................................28
8.2.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen? ..................................29
8.2.2 Wat is de uitgangssituatie .....................................................................................29
Hoofdstuk 9 Clusius College en excellentie ..........................................................................30
9.1 Competitie zorgt voor excellentie ................................................................................30
9.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te realiseren? ...............................30
9.1.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................31
9.2 Stimulans excellentie vindt buiten het reguliere onderwijsprogramma plaats ..............31
9.2.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te realiseren? ...............................32
9.2.2 Wat is de uitgangssituatie? ...................................................................................32
Hoofdstuk 10 Besteding van de middelen.............................................................................33
Hoofdstuk 11 Globale uitvoeringsagenda .............................................................................34
Professionalisering ............................................................................................................34
Verankering samenwerking ...............................................................................................34
Regioleren is een substantieel onderdeel van de opleidingen ...........................................35
Een betere en flexibelere aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt .......................35
Kwaliteitsborging is op orde ..............................................................................................36
Professionalisering examenfunctionarissen en examencommissieleden ...........................36
Betere inzet van ICT .........................................................................................................37
Vergroten professionele cultuur en kwaliteitsontwikkeling teams ......................................38
Intensivering van het taal-en rekenonderwijs ........................................................................39
Het professionaliseren van docenten taal en rekenen .......................................................39
AVO-leerplein voor taal en rekenen op alle mbo vestigingen ............................................40
Het bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming ..........................................40
Excellentie en Clusius College .............................................................................................41
3
Stimulans excellentie vindt buiten het reguliere onderwijsprogramma plaats ....................41
Kennis, middelen en expertise van zowel het bedrijfsleven als studenten dichter bij het
onderwijs brengen ............................................................................................................41
Excellente leerbedrijven die de ambitie hebben om kennis en vakmanschap verder te
versterken .........................................................................................................................42
Bijlagen ................................................................................................................................43
4
Aanleiding Om ervoor te zorgen dat het mbo ‘toekomstbestendig’ is, wordt mbo-instellingen gevraagd in
het actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015 extra inspanningen te plegen om de
kwaliteit verder te verhogen. Het maken van kwaliteitsafspraken is hier een onderdeel van.
Doel van deze afspraken is de kwaliteit van het mbo-onderwijs te verbeteren. Om in
aanmerking te komen voor het investeringsbudget, heeft het Clusius College de
overeenkomst kwaliteitsafspraken mbo ondertekend en dit kwaliteitsplan (strategisch
beleidsplan) opgesteld. Dit kwaliteitsplan richt zich op vier van de zes landelijk
geformuleerde beleidsthema’s.
- professionalisering;
- intensivering van taal- en rekenonderwijs;
- kwaliteit van de beroepspraktijkvorming;
- excellentie.
(bron: kwaliteitsafsprakenmbo.nl)
Vanwege zeer goede resultaten in de afgelopen jaren op het thema vroegtijdig
schoolverlaten en kwetsbare jongeren neemt het Clusius College voor dit thema in dit plan
geen verdere acties op.
Ten aanzien van studiesucces is in het voorjaar van 2015 de prestatie-indicator
Studiewaarde overeengekomen tussen de MBO Raad en het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW). Diploma- en jaarresultaat zijn al prestatie-indicatoren
waarop stevig gestuurd wordt. Voor de nieuwe indicator Studiewaarde zal op basis van de
uitkomsten van de indicator later bepaald worden in hoeverre en hoe hierop (aanvullend)
gestuurd gaat worden. Ook dit thema valt daarmee buiten de scope van dit kwaliteitsplan.
Voor het Clusius College geldt dat de door het Ministerie van OCW gestelde zes thema’s ook
in de huidige strategische koers van het Clusius College al een prominente plaats hebben.
Het Clusius College wil ook excellentie in het mbo stimuleren en aanspraak maken op de
middelen die de overheid hiervoor beschikbaar stelt. Daartoe is in Hoofdstuk 9 het
excellentieplan opgenomen.
5
Hoofdstuk 1 Inleiding Uitgangspunten bij het opstellen van het kwaliteitsplan:
1. Het moet aansluiten bij bestaand beleid. Geen nieuwe plannen, wel een hoog
ambitieniveau.
2. Bestaande plannen moeten er in terugkomen.
Dit kwaliteitsplan, met daarbij de uitvoeringsagenda, is dus geen nieuw plan, maar een
voortzetting van bestaand beleid. Het Kwaliteitsplan is een integraal plan waarbij (meer)
samenhang is gebracht in de doelen en bijbehorende acties die het Clusius College voor
zichzelf heeft gesteld in verschillende bestaande plannen.
Het plan geeft het strategisch programma voor het mbo voor de periode van 2015 tot 2019
weer.
Als input voor dit strategisch programma is gebruik gemaakt van de reeds bestaande
plannen en documenten binnen het Clusius College zoals de kaderbrief, visiekaart
vernieuwing mbo, het MIP1, ontwikkelingen herziening mbo, AVO-beleid en het
internationaliseringsbeleid. In dit plan komt de onderlinge samenhang van deze documenten
naar voren.
Het plan is opgedeeld in twee onderdelen. In het eerste deel wordt per thema aangegeven
welke doelen het Clusius College wil bereiken, wat hiervoor globaal nodig is en wat de
huidige situatie is. Het tweede deel van het plan is de uitvoeringsagenda, waarin meer
specifiek per doel wordt aangegeven welke acties nodig zijn om te komen tot het
daadwerkelijke resultaat, met daarbij aangegeven waar of bij wie dit onderdeel in de
organisatie wordt belegd, welke prioriteit het heeft en wat de (tussentijdse) resultaten zijn.
Deze uitvoeringsagenda is nu nog globaal, maar zal verder uitgewerkt en meer
gespecificeerd worden.
Daar waar nodig zijn in dit plan bepaalde doelen en acties geactualiseerd, verscherpt en/of
uitgebreid t.o.v. de huidige plannen en documenten. In paragraaf 2.5 wordt nader ingegaan
op de samenhang tussen en de stand van zaken van de thema’s zoals benoemd door het
ministerie van OCW en de onderwerpen en doelstellingen van de visiekaart vernieuwing mbo
van het Clusius College, de kaderbrief, maar ook het MIP en andere plannen.
1.1 Totstandkoming kwaliteitsplan Dit kwaliteitsplan is mede gebaseerd op de visiekaart mbo en de doorvertaling hiervan. De
visiekaart mbo is – in de aanloop naar de voorbereiding van Focus op Vakmanschap en de
herziening mbo – in 2012-2013 tot stand gekomen tijdens drie denksessies met directeuren,
teamleiders mbo, medewerkers Kwaliteit & Onderwijs en leden van het College van Bestuur
van het Clusius College, ondersteund door De Argumentenfabriek. De visiekaart mbo is
besproken in de teams en wordt o.a. gebruikt bij het opstellen van de vestigings- en de
teamactiviteitenplannen. De teamactiviteitenplannen worden in samenspraak met de
desbetreffende docententeams opgesteld.
Missie, visie en vertaling van de gestelde doelstellingen zijn onderwerp van gesprek in de
Directieraad mbo, tijdens teamleidersdagen en in het strategisch overleg mbo (teamleiders,
directeuren, CvB en ondersteuning).
1 meerjarig investeringsprogramma voor de groeneplusmiddelen van het Ministerie van EZ t/m 2015
6
De vertaalslag van de doelstellingen van de visiekaart is terug te vinden in de
uitvoeringsagenda.
Het eerste concept van het kwaliteitsplan (gereed begin april 2015) is opgesteld door de
afdeling Kwaliteit & Onderwijs in nauwe samenspraak met het CvB. Alle geledingen binnen
het mbo hebben in april 2015 de gelegenheid gekregen om te reageren op het concept-
kwaliteitsplan.
Dit is gebeurd op volgende manieren:
Het plan is besproken in de Directieraad (overleg CvB – alle vestigingsdirecteuren)
en de Directieraad mbo (overleg lid CvB – vestigingsdirecteuren mbo).
Het plan is besproken in het strategisch overleg mbo (overleg teamleiders,
directeuren, CvB, ondersteuning).
Er is een informatiemiddag georganiseerd voor docenten mbo over het plan, waar
ook input geleverd is.
Ook heeft er via de intranetpagina van het Clusius College internetconsultatie
plaatsgevonden op het concept. Medewerkers mbo konden via deze weg ook
reageren op het plan en input leveren.
Het concept is besproken met de Ondernemingsraad.
Inbreng uit al deze bijeenkomsten en de consultatie is verwerkt in het concept. Het
definitieve plan is vervolgens op 28 april 2015 vastgesteld door het College van Bestuur.
Het definitieve plan wordt voorgelegd aan de OR en geagendeerd in de Raad van Toezicht.
Het plan wordt verder besproken voor de zomer van 2015 besproken met de Centrale
Studentenraad en tijdens de mbo-conferentie van het Clusiusn College gepresenteerd aan
de medewerkers.
Ook worden er in het kader van professionalisering en de wens vanuit de opleidingsteams
om meer mee te denken en praten over het beleid (tevredenheidsonderzoek 2014) in het
schooljaar 2015-2016 verschillende gelegenheden georganiseerd waarin medewerkers input
kunnen leveren voor het verder ontwikkelen van het beleid en de uitvoeringsagenda.
Hoofdstuk 2 Missie, visie en strategisch beleid Jaarlijks stelt het College van Bestuur van het Clusius College een kaderbrief op, waarin
beknopt opgenomen het strategisch beleid. Deze kaderbrief is bedoeld voor het hele Clusius
College, zowel het vmbo als het mbo. In deze kaderbrief worden het Clusiusbrede
strategisch beleid, de doelstellingen en resultaten geformuleerd en daar waar nodig
geactualiseerd.
Uitgangspunten voor het strategisch beleid van het Clusius College zijn de visie en missie.
Op basis van deze visie en missie zijn strategische doelstellingen geformuleerd. Deze
doelstellingen vormen de basis van het strategische beleid.
De (concept)kaderbrief 2015-2016, inclusief beoogde resultaten per strategische doelstelling
is opgenomen als bijlage.
7
Missie Het Clusius College: groen licht voor succes in een dynamische wereld
Visie Het Clusius College leidt op voor leven en werken in een groene wereld, doet
dit met eigentijds en aantrekkelijk onderwijs dat in 2015 behoort tot het beste
kwart van Nederland. Ons onderwijs onderscheidt zich door aandacht voor
natuur, duurzaamheid, voeding en leefomgeving.
Het Clusius College komt bij medewerkers, leerlingen, ouders en
bedrijfsleven als eerste in gedachte wanneer het gaat om goed onderwijs
omdat het
een veilige, stimulerende leeromgeving biedt
een ieder uitdaagt het beste uit zichzelf te halen
samenwerkt met ouders, bedrijfsleven en andere betrokkenen in de regio
een professionele organisatie is met modern personeelsbeleid en
zich kenmerkt door transparantie, verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewustzijn
De kernwaarden van het Clusius College zijn betrokken, kwaliteit,
professioneel en vertrouwen.
Strategische doelstellingen Clusius College
1. Eigentijds, aantrekkelijk en goed onderwijs 2. Betrokken en professionele medewerkers 3. Een gezonde, zelfbewuste organisatie Met als randvoorwaarden: 4. Goede voorzieningen 5. Focus op kwaliteitsborging
8
2.1 Visiekaart mbo
Voor het mbo kent het Clusius College de zogenaamde Visiekaart mbo (2013). Deze
visiekaart is een afgeleide van de strategische doelstellingen uit de kaderbrief en bevat
voornamelijk onderwijsgerelateerde onderwerpen. De kaart is een vertaling van de algemene
visie en de doelstellingen voor het mbo, voornamelijk afgeleid van de strategische
doelstellingen modern, aantrekkelijk en goed onderwijs en betrokken en professionele
medewerkers. De geformuleerde doelstellingen op de Visiekaart mbo zijn gekoppeld aan
acht hoofdonderwerpen.
2.2 Meerjarig Investeringsprogramma
Naast de kaderbrief kent het Clusius College het Meerjaren investeringsprogramma (MIP). In
2013 heeft het Clusius College conform het besluit van het ministerie van EZ zijn Meerjaren
investeringsprogramma (MIP) geformuleerd. Speerpunt van dit programma is het faciliteren
van de transitie naar ‘school als kenniscentrum’. De geformuleerde doelen zijn veelal
onderliggende doelen van het strategische doel ‘een gezonde, zelfbewuste organisatie’ en
gericht op de zogenaamde buitenwereld. Het MIP geeft naast de beoogde resultaten met tot
en met 2015, ook de beoogde activiteiten aan om deze resultaten te behalen aan. Het
vervolg op het MIP is opgenomen in dit kwaliteitsplan.
2.3 Internationaliseringsbeleid
Het Clusius College wil internationalisering en (culturele) diversiteit integreren in het
onderwijs. Dit is beschreven in het document ‘Onderwijs in een internationale context’ (OIC).
Dit moet er toe leiden dat internationalisering gezien wordt als onderdeel van het primaire
onderwijsproces, waarin studenten en medewerkers kennis en vaardigheden opdoen. Doel is
om gaandeweg te komen van incidentele activiteiten tot een structurele aanpak en onderwijs
in een internationale context in te bedden in de onderwijsprogramma’s van het Clusius
College.
Het Clusius College maakt onderdeel uit van het CHIC-consortium. Een
samenwerkingsverband met ID College en Horizon College. Het CHIC-consortium heeft als
doel om tussen januari 2014 en december 2020 internationalisering in te bedden en
uiteindelijk te verankeren binnen de primaire onderwijsprogramma’s. Met CHIC wordt naast
mobiliteit van studenten en personeel ingezet op deelname van aanzienlijk meer deelnemers
aan activiteiten wat kansen biedt voor verbreding van internationale contacten in het
onderwijs.
2.4 AVO-beleid
Vanaf schooljaar 2010-2011 heeft taal- en rekenonderwijs expliciete aandacht binnen het
Clusius College gekregen. Aanleiding hiervoor was de Wet referentieniveaus Nederlandse
taal en rekenen. In het schooljaar 2010-2011 is het integrale taalbeleid voor het vmbo en
mbo bij het Clusius College ingevoerd, gevolgd door het rekenbeleid. Het beleid is gestoeld
op de drieslag (1) aparte taal- en rekenlessen, (2) taal en rekenen geïntegreerd in de andere
vakken (bijvoorbeeld als het in de context van het praktijkvak toch al aan de orde komt) en
(3) remediërend taal en rekenen. Voor een deel is het beleid al geïmplementeerd in de
9
organisatie. De activiteiten t.a.v. de implementatie richten zich nu op doorontwikkeling van
modules, verdere professionalisering van docenten taal en rekenen in combinatie met het
opzetten van het AVO-leerplein. Dat wil zeggen dat docenten die gaan werken met het AVO
plein de vaardigheden moeten bezitten om effectief van de mogelijkheden gebruik te kunnen
maken.
2.5 Duurzaamheid
Hoewel duurzaamheid niet als apart thema in dit plan is benoemd, is het voor het Clusius
College wel een belangrijk thema, zowel in het onderwijs als in de bedrijfsvoering. Alle
scholen zijn bezig zich te nomineren als Eco School of hebben deze status inmiddels bereikt.
Duurzaamheid als doorsnijdend thema sluit aan bij het programma “Voorop in de
vergroening” waaraan de gezamenlijke aoc’s de afgelopen jaren gewerkt hebben.
2.6 Samenhang beleidsstukken
De samenhang tussen de strategische doelstellingen modern, aantrekkelijk en goed
onderwijs en betrokken en professionele medewerkers en de onderwerpen op de visiekaart
vernieuwing mbo, hoofdlijnen vanuit het MIP, internationaliseringsbeleid, AVO-beleid en
onderwerpen Kwaliteitsplan staan in een schema op pagina 9 weergegeven. Voor alle
onderwerpen geldt dat hier een bepaalde norm ten aanzien van kwaliteit aan is gekoppeld.
Strategische
doelstelling:
Modern, aantrekkelijk en goed onderwijs:
Onderwerp(en)
visiekaart
vernieuwing mbo:
Hoofdlijnen
vanuit de MIP
Internationaliseringsbeleid AVO beleid
Onderwijsprogramma BPV &
Internationalisering
Onderwijs in internationale
context
AVO plein
Onderwijslogistiek Maatschappelijke
verankering
Modulering AVO
ICT Leven lang Leren
Begeleiding Leren & Werken in
de regio
Communicatie
Samenwerking
Relatiebeheer
Strategische
doelstelling:
Betrokken en professionele medewerkers
Onderwerp(en)
visiekaart
vernieuwing mbo:
Hoofdlijnen
vanuit de MIP
Internationaliseringsbeleid AVO beleid
Professionalisering Professionalisering Professionalisering
AVO docenten
10
Hoofdstuk 3 Stand van zaken Clusius College Alles draait in het Clusius College om (goed) onderwijs, waarin studenten opgeleid worden tot beroepsbeoefenaren. Dit is ook verwoord in de algemene en onderwijskundige visie.
Om te weten of het onderwijs dat het Clusius College verzorgt goed is, hebben we een aantal kengetallen of (kritieke) prestatie-indicatoren (kpi’s) geformuleerd:
- Tevredenheid van studenten - Oordeel van de inspectie - Voortijdig schoolverlaten - Aantal studenten per fte - Opbrengsten:
o diplomaresultaat o jaarresultaat.
In 2015 wordt de tevredenheid over de beroepspraktijkvorming gemeten. Voor het mbo geldt vanaf 1 januari 2012 een nieuw toetsings- en waarderingskader. Belangrijke verschillen met het inspectietoezicht in het mbo voordien zijn dat de inspectie de instelling eens in de drie jaar onderzoekt (t.b.v. de “Staat van de instelling”), in dit onderzoek alle andere onderzoeken (stelsel- en themaonderzoeken) meeneemt en het examenonderzoek integreert in het onderzoek. Kwaliteitsborging is naast opbrengsten en het onderwijsleerproces een belangrijk onderwerp van onderzoek. In 2012 heeft het Clusius College het eerste onderzoek ondergaan naar de “Staat van de instelling”. Het oordeel over de kwaliteitsborging was dat deze bij het Clusius College onvoldoende is. Het heronderzoek naar de “Staat van de instelling”, specifiek op het onderdeel kwaliteitsborging heeft in december 2013 plaatsgevonden. Het oordeel van Inspectie luidde dat het Clusius College op de goede weg is maar de borging nog niet geheel op orde heeft. De kwaliteitsborging is daardoor onvoldoende. Als toelichting schrijft de inspectie in het rapport: Het Clusius College is met betrekking tot kwaliteitsborging sterk in ontwikkeling. In eerste instantie is door het College van Bestuur gefocust op de wettelijke vereisten. Deze zijn onderwerp van de interne audits die jaarlijks bij alle opleidingen worden uitgevoerd. Hoewel er veel wordt gemeten, beoordeelt de instelling nog onvoldoende systematisch de kwaliteit van het onderwijs. Het College van Bestuur, het management en de teams zijn zich hiervan terdege bewust en richten zich nu op het monitoren en analyseren van de aldus verkregen gegevens. Prestatie-indicatoren zijn in ontwikkeling en er wordt gewerkt aan een cultuuromslag die uniforme kwaliteitsborging voor de teams als doel heeft. Binnen de instelling is op alle organisatieniveaus sprake van kwaliteitsbewustzijn.
Vanwege de onvoldoende opbrengsten is er in mei 2013 door de inspectie een kwaliteitsonderzoek gedaan naar de opleiding Paard niveau 4 (crebo 97053 en 97730).
Eigentijds, aantrekkelijk en goed onderwijs
Leerlingen en studenten verwachten aantrekkelijk onderwijs, waarin zij hun talenten
verder kunnen ontwikkelen. Zij en hun ouders verwachten een opleiding die een goede
voorbereiding biedt op vervolgonderwijs of een baan. Werkgevers verwachten goed
opgeleide medewerkers die flexibel zijn en een bijdrage kunnen leveren aan de
ontwikkeling van het bedrijf (bron: Kaderbrief 2015 -2016).
11
Het oordeel van de inspectie was dat het onderwijsleerproces onvoldoende was. Omdat de opbrengsten in deze opleiding ook van onvoldoende resultaat waren, was deze opleiding als zwak beoordeeld en viel deze onder verscherpt toezicht. Het College van Bestuur en de vestigingsdirectie herkenden de kritiekpunten van de inspectie ten aanzien van de opleiding Paard grotendeels en heeft geconstateerd dat deze (gedeeltelijk) ook op enkele andere mbo-opleidingen in Alkmaar van toepassing zijn. Daarom is het (kwaliteits)verbeterplan niet alleen gericht op de opleiding Paard maar op het gehele mbo van de vestiging Alkmaar. Acties uit het verbeterplan hebben zeer snel effect gehad op de opbrengsten, deze zijn weer voldoende. In januari 2015 heeft een onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij deze opleiding Paard plaatsgevonden. Het oordeel van Inspectie luidt dat zowel het onderwijsleerproces als de kwaliteitszorg op orde zijn. Samen met de voldoende opbrengsten van de opleiding maakt dit dat de opleiding weer als voldoende beoordeeld is en niet meer onder verscherpt toezicht valt. In mei 2015 vindt weer het onderzoek Staat van de instelling plaats. Voortijdig Schoolverlaten Het Clusius College participeert in het kader van het kabinetsspeerpunt ‘Aanval op schooluitval’ in regionale convenanten voor voortijdig schoolverlaten. Het percentage voortijdig schoolverlaters van het Clusius College is in 2013-2014 (voorlopige cijfers) gedaald met 73,6% ten opzichte van 2005-2006 (bron Ministerie van OCW). In absolute aantallen is het aantal VSV’ers gedaald van 277 naar 73. Het Clusius College bevindt zich onder het landelijk gemiddelde. We dragen hiermee bij aan de doelstelling van de convenanten om het aantal VSV’ers terug te dringen tot maximaal 25.000 VSV’ers in 2016. In onderstaande tabellen is de ontwikkeling van het aantal VSV’ers weergegeven.
Aantal nieuwe VSV’ers Clusius College vmbo en mbo
2005-2006 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal leerlingen en studenten 5.451 5.126 5.049 5.069 5.338
Aantal VSV’ers 277 137 125 70 73
% VSV'ers totaal 5,1% 2,7% 2,5% 1,4% 1,4%
12
Ten opzichte van 2005-2006 is het aantal VSV’ers in het mbo met bijna 60,3% gedaald. Nadat we in 2009-2010 niet aan de ambitie voldeden, was er vanaf 2010-2011 weer een sterke daling2. In het schooljaar 2013-2014 is er ten opzichte van schooljaar 2012-2013 een lichte stijging in het absolute aantal en het percentage VSV’ers. In het absolute aantal zijn er, ten opzichte van schooljaar 2012-2013, 7 VSV’ers meer, wat een stijging van 0,4% betekent. Het Clusius College is in 2013-2014 binnen het mbo het op een na best presterende AOC van Nederland. In vergelijking met de overige AOC’s (mbo-gegevens): in peiljaar 2005-2006 hadden de AOC’s 8,1% VSV’ers (19.355 studenten waarvan 1.571 VSV). In 2013-2014 waren er op de AOC’s 4,7% VSV’ers (20.935 studenten waarvan 973 VSV).
Het totaal aantal VSV’ers vmbo laat ten opzichte van 2005-2006 een daling zien van 84,0%. Ook in het vmbo behoort het Clusius College bij de best presterende scholen van Nederland. Tevredenheid studenten
Het Clusius College neemt deel aan de JOB-monitor. De weergegeven percentages laten
zien hoeveel procent van de studenten van het Clusius College tevreden zijn en het
landelijke percentage van tevreden studenten.
JOB Monitor 2014
Thema’s: Percentage tevreden studenten op Clusius College
Percentage tevreden studenten landelijk
Algemeen oordeel over de school
41% 49%
Toetsen 60% 66%
Studiebegeleiding 50% 57%
(Studie) loopbaanbegeleiding 39% 46%
Competenties 57% 61%
Stage (BOL) 51% 57%
Werkplek (BBL) 65% 65%
Sfeer en veiligheid 58% 66%
Informatie 49% 51%
Organisatie 37% 44%
Onderwijsfaciliteiten 51% 54%
Lessen 47% 52%
2 Achtergrondinformatie over de VSV’ers van het Clusius College is te vinden in het volgende
document: http://www.aanvalopschooluitval.nl/userfiles/file/cijferbijlage/VSV-Cijferbijlage_2015.pdf
Aantal nieuwe VSV’ers Clusius College mbo
2005-2006 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal studenten 1.208 1.394 1.388 1.438 1.472
Aantal VSV’ers 121 68 63 41 48
% VSV'ers mbo 10,0% 4,9% 4,5% 2,9% 3,3%
Aantal nieuwe VSV’ers Clusius College vmbo
2005-2006 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal leerlingen 4.243 3.732 3.669 3.631 3.866
Aantal VSV’ers 156 71 62 29 25
% VSV'ers vmbo 3,7% 1,9% 1,7% 0,8% 0,6%
13
Resultaten Centraal Ontwikkeld Examen (COE)
Vanaf schooljaar 2012-2013 neemt het Clusius College deel aan de Pilot COE taal en
rekenen mbo. In onderstaande tabellen staan de gemiddelde resultaten van deze examens
weergegeven. In het schooljaar 2015-2016 gaat het Clusius College ook deelnemen aan de
pilot van Engels. Aan deze pilot zullen alle niveau 4 studenten deelnemen.
Schooljaar 2012-2013
Aantal studenten
Gemiddelde van Cijfer
Nederlands 95 7,0
2F 65 7,3
3F 30 6,2
Rekenen 116 5,6
2F 61 6,2
3F 55 5,0
Eindtotaal 211 6,2
Schooljaar 2013-2014
Aantal studenten
Gemiddelde van Cijfer
Nederlands 117 6,4
2F 81 6,3
3F 36 6,7
Rekenen 137 5,1
2F 65 4,8
3F 72 5,4
Eindtotaal 254 5,7
Hoofdstuk 4 Kwaliteit Voor elk onderwerp of thema geldt dat er kwaliteit aan ten grondslag moet liggen. De
kwaliteitseisen die het Clusius College stelt aan zijn resultaten en producten worden mede
bepaald door het oordeel van inspectie en daarnaast aan de hand van de (eigen) normen
met betrekking tot tevredenheid van de (oud-)student, de medewerker en het bedrijfsleven.
Onder een goede kwaliteit verstaat het Clusius College:
Eigentijds groen onderwijs o dat responsief is op ontwikkelingen in de maatschappij, de regio en het
bedrijfsleven; o waarover leerlingen, studenten, ouders, leerbedrijven en het (overig)
beroepenveld tevreden zijn.
Goede studie- en loopbaanbegeleiding; adequate (extra) zorg voor leerlingen en studenten die deze nodig hebben.
Goede opbrengsten (onderwijsresultaten, voortijdig schoolverlaten, succes in vervolgopleiding en op de arbeidsmarkt).
14
Personeelsbeleid gericht op ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Betrokken en tevreden medewerkers.
Bedrijfsvoering gericht op efficiënte inzet van mensen en middelen en continuïteit van de instelling.
Adequate huisvesting en voorzieningen en een prettige en gezonde leer- en werkomgeving.
Het Clusius College heeft ervoor gekozen de kwaliteitszorg zoveel mogelijk te integreren in de bedrijfsvoeringscyclus.
Hoofdstuk 5 Focus op eigentijds, aantrekkelijk en goed
onderwijs Een van de strategische doelstellingen is “eigentijds, aantrekkelijk en goed onderwijs”. Zo
luidt ook de titel van dit kwaliteitsplan. Middels de ‘herziening mbo’ wil het Clusius College
aan elk van deze drie aspecten werken. Eigentijds – de modernisering van ons onderwijs –
wordt onder meer vormgegeven door de nieuwe kwalificatiedossiers, aandacht voor het
gebruik van IT in het onderwijs en regioleren. Hierdoor wordt naar verwachting ook de
aantrekkelijkheid van het onderwijs vergroot. Een goede kwaliteit van het onderwijs –
verbetering ervan waar nodig en borging van de kwaliteit – is voorwaarde om deze
doelstelling te kunnen bereiken.
De komende jaren gaat vooral veel aandacht uit naar activiteiten en ontwikkelingen op het
gebied van de thema’s professionalisering, het bevorderen van de kwaliteit van de
beroepspraktijkvorming, regioleren en het intensiveren van het taal- en rekenonderwijs. Dit
omvat o.a. de volgende onderwerpen uit de visiekaart mbo:
Samenwerking
Relatiebeheer
Onderwijsprogramma en –logistiek
Communicatie
Professionalisering
In de uitvoeringsagenda ligt dan ook de focus op activiteiten gekoppeld aan de doelen die
zijn gesteld t.a.v. de thema’s professionalisering, het bevorderen van de kwaliteit van de
beroepspraktijkvorming en het intensiveren van het taal- en rekenonderwijs.
Zoals op pagina 4 in de Aanleiding is aangegeven , is er in dit plan minder aandacht voor de
thema’s terugdringen van voorlopig schoolverlaten met aandacht voor kwetsbare jongeren
en verbeteren van studiesucces. Het Clusius College houdt vast aan de reeds gestelde
doelen in het kader van het terugdringen van voorlopig schoolverlaten en de activiteiten die
daarbij benoemd zijn, aangezien deze aanpak succesvol is, zoals in de afgelopen jaren is
gebleken. Daarnaast is voortijdig schoolverlaten een indicator in het kader van het
prestatiebudget.
In hoofdstuk 9 wordt nader ingegaan op de doelen die het Clusius College voor zichzelf stelt
in het kader van het thema excellentie.
15
Hoofdstuk 6 Professionalisering Het thema professionalisering heeft het Clusius College, in het kader van dit plan,
onderverdeeld in een aantal doelen en resultaten:
- Verankering samenwerking van het Clusius College met het regionale bedrijfsleven
en landelijke organisaties
- Regioleren maakt structureel deel uit van de opleidingen
- Een betere en flexibele aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt
- Kwaliteitsborging op orde
- Professionalisering examenfunctionarissen en examencommissieleden
- Betere inzet van ICT (binnen het programma Groen licht voor IT in de klas)
- Vergroten professionele cultuur en kwaliteitsontwikkeling teams
- Bekwaamheid management
- Intercollegiale consultatie (wordt nog nader uitgewerkt)
6.1 Verankering samenwerking Het Clusius College heeft zichzelf als doel gesteld dat de samenwerking met het regionale
bedrijfsleven en landelijke organisaties verankerd is in de organisatie, zodat de aansluiting
tussen de opleidingen en het bedrijfsleven verder en daarmee tussen onderwijs en
arbeidsmarkt verbetert.
Dit is uitgewerkt in de volgende subdoelen en resultaten:
o Het Clusius College heeft beleid op het gebied van relatiemanagement en
netwerken.
o Het Clusius College is een ‘meeting point’ waar bedrijfsleven, docenten en
studenten elkaar ontmoeten.
o Een belangrijke positie van de AgriTech Campus3 en de Centra voor
Innovatief Vakmanschap (CIV) binnen het onderwijs, zodat de relatie tussen
bedrijfsleven en onderwijs wordt versterkt en de aansluiting tussen
beroepsonderwijs en arbeidsmarkt verbetert.
6.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen?
Er wordt een beleidskader opgesteld voor het relatiemanagement van het Clusius College,
gericht op het bedrijfsleven en overig afnemend beroepenveld. Op basis daarvan kan
bepaald worden welke relaties en netwerken nodig zijn, wat het belang van deze relaties is,
wie binnen de organisatie contact onderhouden met een relatie, welke informatie het Clusius
College van deze relaties nodig heeft en bovenal hoe het Clusius College met de relaties wil
omgaan.
Het resultaat hiervan is een set van afspraken, regels en richtlijnen die ingezet wordt binnen
het Clusius College bij de verankering van samenwerking met regionaal bedrijfsleven, het
overig afnemend beroepenveld en landelijke organisaties en die helpt de komende jaren bij
het verder professionaliseren en inrichten van relatiemanagement. Dit is nodig om in de
periode tot 2019 te komen tot een CRM-strategie en werkwijze die waarde creëert voor de
3 De AgriTech Campus (ATC) is onderdeel van GreenPort Noord-Holland Noord en voert de ‘human capital agenda’ van de greenport uit. Vanuit de ATC, waarvan het Clusius College de projectleiding heeft, is er een rechtstreekse verbinding met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Tuinbouw & Uitgangsmaterialen.
16
studenten van het Clusius College (bijvoorbeeld m.b.t. regioleren, beroepspraktijkvorming,
loopbaanperspectief), bedrijfsleven (Clusius als meeting point, leven lang leren,
gastdocenten) en medewerkers (verbetering aansluiting bedrijfsleven en onderwijs,
docentenstages).
6.1.2 Wat is de uitgangssituatie?
Vestigingen, afdelingen, opleidingen en medewerkers van het Clusius College hebben
contacten, relaties en/of klanten en een behoefte om deze relaties te onderhouden. Kortom,
het Clusius College kent vele relaties op verschillende niveaus, van verschillende omvang en
intensiteit met verschillende kenmerken.
Zeer belangrijk zijn de honderden erkende leerbedrijven, in veel verschillende branches. Dit
zijn overwegend mkb-bedrijven. Daarnaast zijn er de samenwerkingsverbanden (zoals
binnen de Centra voor Innovatief Vakmanschap, Greenport Noord-Holland Noord, de
Kenniswerkplaats NHN). Ook zijn er relaties in het kader van bedrijfsopleidingen en cursus-
en contractonderwijs. Dichtbij de opleidingen zijn er actieve sector-adviesraden, die
management en teams adviseren over opleidingen en het onderwijs.
Wat betreft relatiebeheer is het Clusius College nu nog afhankelijk van de relaties van
individuele medewerkers op alle niveaus binnen de instelling, van College van Bestuur tot
docenten.
Een voorbeeld van een recente ontwikkeling is de wijze waarop er contact is met de
leerbedrijven. Door de start van één BPV-bureau in 2013 gebeurt de begeleiding van
studenten nu op meer planmatige wijze door aparte functionarissen (bpv-begeleiders).
Veel aandacht gaat nu uit naar regioleren, maar de uitvoering hiervan moet zich nog verder
ontwikkelen.
Op bestuurlijk niveau is het Clusius College vertegenwoordigd in het bestuur van GreenPort
Noord-Holland Noord, Seed Valley en de Kenniswerkplaats. De projectleider van de Agritech
Campus is een medewerker van het Clusius College; hij is tevens co-projectleider van het
CIV T&U.
Belangrijke schakels met het bedrijfsleven zijn verder de afdeling Projecten, de bpv-
begeleiders, leden van het management (directeuren en teamleiders) en natuurlijk docenten
in de verschillende opleidingsteams.
Het Clusius College biedt bedrijfsopleidingen aan. Dit zijn veelal (avond)opleidingen,
cursussen en trainingen voor volwassenen. Dit doet het Clusius College samen met het ROC
Kop van Noord-Holland in de coöperatie Onderwijsgroep Noordwest-Holland. Zeker wanneer
bij deze activiteiten in het kader van Leven Lang Leren docenten betrokken zijn, is het effect
op het reguliere onderwijs groot.
6.2 Regioleren substantieel onderdeel van opleidingen Het Clusius College wil toekomstgericht onderwijs aanbieden door regioleren te verstevigen
binnen alle mbo-opleidingen. Regioleren is samen leren en ondernemen. Leren met en voor
de omgeving, het bedrijfsleven, overheden en andere organisaties, op basis van vragen en
opdrachten vanuit die omgeving. Ervaringen opdoen in projecten met en in het bedrijfsleven,
deels buiten de muren van de school, heeft grote meerwaarde voor studenten. De
opdrachtgever kan een ondernemer zijn, een groep ondernemers, een instelling of
17
organisatie. Het is in de praktijk dan ook mogelijk dat het Clusius College zelf de
opdrachtgever is, waarbij de eigen opleiding nooit de opdrachtgever is.
Het Clusius College stelt zich als doel dat vanaf schooljaar 2015-2016 regioleren
opgenomen wordt in alle opleidingen en in 2018-2019 structureel onderdeel is van het
curriculum.
6.2.1 Wat is er nodig om voor schooljaar 2018-2019 dit doel te behalen?
Om regioleren goed werkbaar te krijgen is het noodzakelijk te investeren in uitvoeringskracht
op de vestiging en een goede begeleiding. Een andere belangrijke randvoorwaarde is de
mate van flexibiliteit binnen een opleiding om in te spelen op vragen uit en opdrachten van
het bedrijfsleven.
Onderzocht moet worden op welke manier uitvoeringskracht, ondersteuning en begeleiding
(beter) georganiseerd kunnen worden. Regioleren vraagt om een andere manier van
begeleiden en beoordelen van studenten. Hiervoor kan deskundigheidsbevordering bij
docenten nodig zijn. In het voorjaar van 2015 is een analyse gemaakt van mogelijkheden en
knelpunten m.b.t. regioleren, mede op basis van de eerste ervaringen in 2014-2015. Deze is
besproken in het strategisch overleg mbo en zal leiden tot een plan van aanpak voor de
volgende schooljaren.
6.2.2 Wat is de uitgangssituatie
Binnen het Clusius College vinden al veel projecten en activiteiten plaats die onder de
noemer regioleren vallen. Op dit moment is regioleren nog in opbouw en is er nog geen
sprake van een gestructureerde organisatie en kwaliteitsborging. Iedereen, elk team, doet op
een eigen ervaring op, waarbij het niveau en de mate van zelfstandigheid verschillend zijn.
Onderkend wordt dat er verschil is in aanpak en mate van zelfstandigheid voor studenten
van het eerste leerjaar en van niveau 1 en 2.
Opleidingsteams geven aan dat het lastig is om opdrachten vanuit het bedrijfsleven in te
passen in het bestaande curriculum en de onderwijsorganisatie. Aan de andere kant hebben
opleidingsteams nog te weinig de vragen geformuleerd die zij aan het bedrijfsleven kunnen
stellen.
6.3 Een betere en flexibelere aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt De herziene kwalificatiestructuur vormt de basis voor een nog betere en flexibelere
aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt. De herziene kwalificatiestructuur en de
andere maatregelen uit Focus op Vakmanschap heeft het Clusius College aangegrepen om
zijn mbo grondig te herzien. Aan de invoering van de nieuwe dossiers zijn de wijze van
organiseren en het aanbieden van onderwijs gekoppeld.
Er is voor gekozen om het onderwijs te standaardiseren over vestigingen en opleidingen
heen, waardoor er efficiënter gewerkt kan worden, er groepen gecombineerd kunnen worden
en de administratie (bv. op het gebied van resultatenbeheer) vereenvoudigd kan worden. Het
onderwijs wordt in modules aangeboden en de inhoud (leermiddelen) wordt gedigitaliseerd.
Dit moet leiden tot een meer doelmatige, efficiënte en flexibelere organisatie met kwalitatief
goede opleidingen.
Hiervoor zijn de volgende subdoelen gesteld:
- Wij brengen ons opleidingenaanbod in lijn met de nieuwe kwalificatiestructuur.
18
- Wij toetsen de relevantie van ons aanbod en betrekken studenten, bedrijven en de
kans op werk hierbij.
- Wij maken ons onderwijsprogramma breed, eenduidig en modulair.
- Wij organiseren ons mbo duidelijk en flexibel voor onze studenten en het
bedrijfsleven.
6.3.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen?
Het aanpassen van de onderwijsprogramma’s ligt voor het grootste deel bij de inhoudelijke
experts: de docenten van de opleidingsteams, waarbij afstemming plaatsvindt met het
bedrijfsleven. Om tot een goed resultaat te komen is het van belang dat alle medewerkers
binnen het mbo kennis hebben van de gestelde kaders waarbinnen het onderwijs moet
worden georganiseerd en de achtergrond van deze kaders. Dit betekent dat er (meer)
teamoverstijgend gewerkt kan en gaat worden en inhoud en kennis over opleidingen heen
met elkaar gedeeld wordt om te kunnen komen tot een breed onderwijsprogramma. Hiervoor
wordt een vergelijking worden gemaakt over de verschillende kwalificatiedossiers heen,
zodat inzichtelijk wordt waar de overlap tussen verschillende opleidingen zit.
Bij het verder ontwerpen en doorontwikkelen van curricula gaat het Clusius College in
gesprek met het bedrijfsleven. Dit als uitvloeisel van de doelstelling om de samenwerking
tussen bedrijfsleven en het onderwijs te verankeren. Het bedrijfsleven kan op deze wijze aan
de ‘voorkant’ worden meegenomen, aan de ‘achterkant’ wordt onder meer aan de hand van
een tevredenheidsonderzoek onder het bedrijfsleven de mate van tevredenheid getoetst (zie
ook hoofdstuk 8). Op basis van evaluatie nadat modules gevolgd zijn door studenten wordt
bij hen de kwaliteit van het onderwijs getoetst. En wordt bijgesteld en de implementatie
(zoals het ontwerpen van toetsinstrumenten) verder ingericht.
Nieuwe keuzedelen dienen in samenspraak met het bedrijfsleven te worden ingediend bij de
paritaire commissie (vanaf medio 2015 SBB). Voordat het Clusius College overgaat tot het
aanbieden van keuzedelen, wordt bepaald hoe het interne proces om te komen tot gewenste
en nieuwe keuzedelen verloopt en welke randvoorwaarden hieraan worden gesteld. Dit helpt
ook om te komen tot een meer doelmatige, efficiëntere en flexibele organisatie met
kwalitatief goede opleidingen.
6.3.2 Wat is de uitgangssituatie?
Per 1 augustus 2014 is het Clusius College gestart met het modulair aanbieden van
onderwijs en wordt er op het gebied van economie & bedrijf en studie- en
loopbaanbegeleiding een Clusiusbreed programma aangeboden. Modules worden voor een
deel aangeboden over opleidingen heen, die binnen hetzelfde kwalificatiedossier vallen.
Opleidingsteams zijn druk bezig met het ontwikkelen van modules voor de komende
leerjaren, gebaseerd op de nieuwe kwalificatiedossiers. Sinds januari 2015 worden de
opleidingsteams hierbij ondersteund door een onderwijskundige.
Per 1 augustus 2015 start het Clusius College integraal, met uitzondering van enkele
dossiers, met de invoering van de herziene kwalificatiestructuur. De uitzonderingen zijn
opleidingen die (nog) niet goed in te richten zijn met de nieuwe kwalificatiedossiers.
6.4 Kwaliteitsborging op orde Kwaliteit resulteert in uitstekende opbrengsten en resultaten, een lage uitval, goede
resultaten in het vervolgonderwijs en werk. Kwaliteit toont zich ook door adequate
begeleiding tijdens de opleiding en aandacht voor vorming van jonge mensen. Tevreden
19
(oud-)leerlingen, (oud-)studenten, medewerkers, ouders en bedrijven zijn de ambassadeurs
van het Clusius College. Er is kwaliteitsborging in zowel het primaire proces (het onderwijs)
als in de bedrijfsvoering. De organisatie dient ‘in control’ te zijn.
Wanneer nodig moet tijdig worden bijgestuurd, hierbij moet ruimte zijn voor voortdurende
ontwikkeling en vernieuwing. Adequate interne en externe communicatie is hierbij de
smeerolie binnen de organisatie.
Gewenste resultaten:
- Een goede kwaliteitsborging (pdca-cyclus)
- Een goed functionerend systeem van interne audits
- Inbreng en medezeggenschap van medewerkers, studenten, ouders/verzorgers en
bedrijfsleven zijn aantoonbaar in de voorbereiding, vaststelling en evaluatie van het
beleid.
6.4.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen?
Om de komende jaren ervoor te zorgen dat de kwaliteit binnen het Clusius College (nog)
beter geborgd wordt, is het nodig om met name aandacht te besteden aan het
kwaliteitsdenken bij alle betrokkenen (het ‘rondmaken van de cirkel’). Het instrumentarium is
aanwezig, maar de focus in de komende periode dient met name te liggen op ‘check en act’
in de pcda-cyclus. Teams en medewerkers moeten zich niet alleen bewust zijn van het nut
van kwaliteit (kwaliteitsbesef), maar hier voortdurend naar handelen.
Recent heeft het Clusius College zijn kwaliteitsbeleid opnieuw geformuleerd. Dit is
beschreven in het beleidsdocument ‘Kwaliteitsborging Clusius College, april 2015’.
6.4.2 Wat is de uitgangssituatie?
Het mbo van het Clusius College scoorde in het inspectieonderzoek ‘Staat van de instelling
2012’ en de vervolgonderzoeken in 2013 onvoldoende op de indicator kwaliteitsborging. Uit
de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering en het onderzoek ‘Staat van de instelling’ voor de
zomer van 2015 zal blijken of de aanpak van het Clusius College in de ogen van de inspectie
(voldoende) effect gesorteerd heeft. Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij de opleiding
Paard is positief verlopen, deze opleiding is na het onderzoek in januari 2015 weer
voldoende.
Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek (tweede helft 2014) blijkt dat medewerkers
matig tevreden zijn over de wijze waarop het management de strategie en het beleid van de
organisatie op een heldere manier uitdraagt naar de werkvloer. Ook is men matig tevreden
over de mogelijkheden die er worden geboden om mee te praten over het beleid en
organisatiebrede onderwerpen.
Het instrumentarium voor kwaliteitsborging is aanwezig binnen het Clusius College. Zowel
binnen het mbo als het vmbo worden er interne audits uitgevoerd, in het mbo ook met
betrokkenheid van externen; deze audits worden geborgd in de pdca-cyclus.
Elke vestiging stelt vierjaarlijks haar vestigingsontwikkelingsplan (VOP) op. Vanuit de kpi’s,
de kaderbrief en het VOP wordt jaarlijks het vestigingsactiviteitenplan (VAP) opgesteld. De
vestigingsdirecteur betrekt hierbij de medewerkers. De vestigingsdirecteur maakt bij het
opstellen van het VAP een keuze uit de doelstellingen in de kaderbrief, die past bij de situatie
en ontwikkelingsfase van de vestiging. Wanneer nodig worden doelstellingen en activiteiten
in het VAP uitgewerkt in een verbeterplan. De VOP’s en VAP’s worden door de
vestigingsdirecteur vastgesteld en door het CvB goedgekeurd. Het CvB beoordeelt bij de
goedkeuring of de door het CvB relevant geachte doelstellingen voor de vestiging in het VAP
20
opgenomen zijn. Vanuit het VAP stelt elk team binnen het mbo een teamactiviteitenplan
(TAP) op. Het TAP wordt gevormd o.b.v. de volgende input:
o analyse kwaliteitskaarten o input vanuit het team o de onderdelen in het VAP die relevant zijn voor het team o de evaluatie van het vorige TAP o uitkomst interne audits o eventueel aanwezige verbeterplan(nen)
De verbeteractiviteiten worden door de teamleider in samenspraak met het onderwijsteam
opgesteld en door de teamleider vastgesteld. Het TAP wordt door de vestigingsdirecteur
goedgekeurd.
De lijn kpi’s – kaderbrief – VAP – TAP is mede bepalend voor de uitvoering van het
onderwijs. De borging van deze methodiek kan beter. De verbinding tussen (de uitvoering
van) het onderwijs met resultaten van interne audits en tevredenheidsonderzoeken is een
aandachtspunt.
6.5 Professionalisering examenfunctionarissen en examencommissieleden In schooljaar 2013-2014 is het Clusius College gestart met één examenorganisatie mbo. Doel van deze nieuwe examenorganisatie is:
- betere kwaliteit van de examenorganisatie; - minder betrokkenen bij de organisatie van de examens; - meer (geborgde) eenduidigheid tussen de mbo-vestigingen en de teams; - regie en aansturing op de beleidsvorming, organisatie, uitvoering en kennis ten
aanzien van de examens; - heldere verantwoordelijkheidsverdeling, waarbij de verantwoordelijkheid voor de
uitvoering van de beroepsgerichte examens bij de onderwijsteams blijft; - vergroting betrokkenheid van het bedrijfsleven bij examinering en
deskundigheidsbevordering van assessoren. De focus voor de komende jaren ligt op efficiency en kwaliteitsborging van examinering, de werkwijze van de examenorganisatie en deskundigheid van assessoren. Punt van aandacht zijn de nog nieuw te ontwikkelen examenstandaarden in het kader van de Herziening Kwalificatiestructuur. Het Clusius is aangesloten bij De Groene Standaard (vanaf medio 2015 de GroenEnorm), een stichting die voor alle aoc’s examenstandaarden en proeven van bekwaamheid ontwikkelt.
6.5.1 Wat is er nodig om voor 2019 dit doel te behalen?
De komende schooljaren ligt de nadruk op een kwaliteit- en efficiencyslag van de
examenorganisatie. De praktische organisatie van de vele AVO-examens (in cohorten met
verschillende regelgeving) vergt veel van de organisatie; ditzelfde geldt voor de digitale
component van de AVO-examens. Doordat in kaart gebracht is op welke wijze dit nu wordt
georganiseerd binnen het Clusius College, gecoördineerd door één examensecretaris mbo,
ligt de focus steeds meer op kwaliteitsborging en efficiency. Hierdoor kunnen er door het
examenbureau processen en instructies worden opgesteld en geïmplementeerd om
uiteindelijk te komen tot eenduidige uitvoering. Het assessorenbeleid vraagt om verdere
ontwikkeling en borging, met daarbij speciale aandacht voor de betrokkenheid en
deskundigheidsbevordering van assessoren uit het bedrijfsleven.
Vanuit de gezamenlijke AOC’s (verenigd in de stichting ‘GroenEnorm’), wordt input gevraagd
om te komen tot nieuwe examenstandaarden in het kader van de herziene
kwalificatiedossiers. Docenten van het Clusius College zijn betrokken bij het ontwikkelen van
21
deze examenstandaarden. De examensecretaris coördineert dit proces intern voor het
Clusius College en draagt er zorg voor dat wijzigingen van de examenstandaarden intern
worden gecommuniceerd en toegepast.
6.5.2 Wat is de uitgangssituatie?
Het Clusius College heeft in 2011 besloten zijn interne organisatie ten aanzien van
examinering te wijzigen. In het schooljaar 2011-2012 is de nieuwe examenorganisatie mbo
binnen het Clusius College omschreven. In schooljaar 2012-2013 is gestart met de
implementatie hiervan. In schooljaar 2013-2014 is de organisatie neergezet. Het Clusius
College heeft één centrale examensecretaris voor het mbo. Sinds schooljaar 2013-2014 kent
iedere vestiging een examenbureau, voor de organisatie en planning van zowel de
beroepsgerichte als de AVO-examinering. De centrale examensecretaris is functioneel
leidinggevend aan de examenbureaus op de vestigingen. De afgelopen jaren heeft de
examenorganisatie een grote professionaliseringsslag gemaakt.
6.6 Betere inzet van ICT Het Clusius heeft als doel dat ICT op dusdanige wijze in het onderwijs wordt ingezet dat het
een belangrijke bijdrage levert aan het verhogen van de kwaliteit en het rendement. Zowel in
het primaire als secundaire proces kan ICT een meerwaarde leveren. Lesgeven is het
primaire proces in het onderwijs. Het Clusius College wil eigentijds en goed onderwijs
bieden. Inzet van ICT biedt mogelijkheden om eigentijds en goed onderwijs aan te bieden.
Lesstof kan op meerdere manieren worden aangeboden, wat aantrekkelijker onderwijs
oplevert, het leren ondersteunt en mogelijkheden biedt voor differentiatie. Lesstof kan zowel
visueel, auditief als interactief worden aangeboden en met behulp van ICT kan ook meer
maatwerk worden aangeboden. In het secundaire proces dient ICT de docent te ontlasten
ten aanzien van administratieve taken die buiten het lesgeven om tijd kosten. Denk hierbij
aan registratie van absentie, leerlingvolgsystemen, etc.
De gewenste resultaten die het Clusius College voor ogen heeft zijn o.a.:
- al onze lesstof is digitaal beschikbaar, voor zowel studenten als docenten en voldoet
aan afgesproken kwaliteitseisen;
- de elektronische leeromgeving N@tschool werkt goed en ondersteunt het onderwijs;
- bewezen ICT-technieken worden toegepast;
- vergroten van ICT-vaardigheden. Docenten zijn in staat om weloverwogen keuzes te
maken bij de inzet van digitale leermiddelen in hun lessen (social media worden
positief toegepast) en zijn hiervoor toegerust;
- EduArte werkt volgens wens (absentie, cijferregistratie, studievoortgang);
- studenten kunnen zich vanaf schooljaar 2016-2017 digitaal aanmelden bij
opleidingen van het Clusius College.
6.6.1 Wat is er nodig voor 2019 om dit doel te behalen?
Er vindt een analyse plaats van de informatiesystemen die in het Clusius College gebruikt
worden in relatie met het primaire proces. Op basis van deze analyse is inzichtelijk wat er
nodig is om tot verbetering en optimalisatie te komen. Dit geldt zowel voor de elektronische
leeromgeving N@tschool als voor EduArte. Een groot knelpunt hierbij blijkt de
afhankelijkheid van de leverancier te zijn.
De nadruk zal de komende jaren liggen op ontwikkeling en scholing van medewerkers t.a.v.
ICT-vaardigheden.
22
Vanaf schooljaar 2016-2017 is het mogelijk dat studenten zich digitaal aanmelden bij het
Clusius College. Om dit resultaat te bereiken is een implementatieplan en procesbeschrijving
nodig.
6.6.2 Wat is de uitgangssituatie
In februari 2014 is er een start gemaakt om voor alle opleidingen de lesstof voor de nieuwe
dossiers in de herziene kwalificatiestructuur klaar te zetten. Hierbij wordt tot dusver gebruik
gemaakt van een ‘platte’ structuur in de elektronische leeromgeving, die er voor elke
opleiding hetzelfde uitziet. Om opleidingen te ondersteunen bij het klaarzetten van onderwijs
in de N@tschoolomgeving is er in het najaar van 2014 een contentmedewerker N@tschool
gestart. Zij zorgt ervoor dat de modules in de leeromgeving geplaatst worden. Daarnaast is
er begin 2015 een onderwijskundige aangesteld, die teams en docenten ondersteunt bij het
ontwikkelen van leermiddelen.
De afdeling Informatisering & Automatisering heeft de opdracht gekregen om ervoor te
zorgen dat studenten zich voor het schooljaar 2016-2017 digitaal kunnen aanmelden.
Op dit moment (eerste helft 2015) sluiten de informatiesystemen van het Clusius College nog
onvoldoende aan op de wensen en behoeften van medewerkers en studenten. In het najaar
van 2014 is er bij de afdeling Finance & Control een adviseur Informatiemanagement gestart.
Deze medewerker (tevens projectleider “Groen licht voor IT in de klas”) heeft als opdracht
om de wensen en behoeften van medewerkers en studenten aan te laten sluiten op de
bedrijfs- en ICT-architectuur en het gebruik van IT in de klas te bevorderen. Trot de zomer
van 2015 richt dit zich vooral (nog) op het ophalen van informatie bij de verschillende
vestigingen en afdelingen, het stroomlijnen van processen en adviseren aan CvB en directie
over de gewenste aanpak. De adviseur is de verbindingsofficier en brengt o.a. in kaart welke
trainingen er nodig zijn voor de medewerkers betrokken bij het primair proces.
Sinds dit schooljaar heeft elke vestiging zijn eigen I-coach. De rol van I-coach wordt
uitgevoerd door een docent of instructeur en is een taak. De I-coach geeft zowel gevraagd
als ongevraagd advies naar aanleiding van de IT-behoeften van de school in relatie tot de
ontwikkelingen ten aanzien van IT in het onderwijs. De I-coach ondersteunt de implementatie
van nieuwe onderwijstoepassingen door onder andere het organiseren van scholing. De rol
en concrete invulling van de I-coach moet nog verder worden ontwikkeld en geborgd worden
in de organisatie. De adviseur informatiemanagement is de verbindende schakel tussen de I-
coaches en de organisatie.
6.7 Vergroten professionele cultuur en kwaliteitsontwikkeling teams Het Clusius College streeft naar een open en professionele cultuur. Een cultuur waarin
medewerkers zich verantwoordelijk voelen voor de organisatie en elkaar aanspreken.
Kritisch meedenken en collegialiteit zijn daarin gewoon. Plezier in het werk, het voorkomen
van (te) grote werkdruk, je gehoord voelen en gewaardeerd voelen zijn hiervan de resultaten.
Ontwikkeling en inzetbaarheid van de docent staat centraal in het personeelsbeleid van het
Clusius College. Professionaliteit dient bij de docent voorop te staan. Medewerkers van het
Clusius College hebben een voorbeeldfunctie voor studenten. Docenten beschikken over
goede pedagogische en didactische vaardigheden. Docenten verbeteren hun prestaties aan
de hand van de reflectie door hun studenten, input van de leidinggevende en collega’s en op
basis van de gemeten studententevredenheid. Docenten blijven kennis nemen van de
ontwikkelingen binnen de sector van hun opleidingen en stemmen het onderwijs hierop af.
23
6.7.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen
Om de resultaten te behalen komt is er eind 2015 een Clusiusbreed strategisch
scholingsbeleid geformuleerd. Dit is het fundament van waaruit vestigingen hun eigen
professionaliseringsbeleid kunnen ontwikkelen.
Op elke vestiging zijn er scholingsactiviteiten gekoppeld aan onderwijsontwikkeling. Deze
worden beschreven in het vestigingsactiviteitenplan. Ook docenten nemen initiatieven om
zichzelf te ontwikkelen. Om tot een Clusiusbreed scholingsbeleid en implementatie van dit
beleid te komen moet er eerst een overzicht zijn van al deze scholingsactiviteiten.
Een belangrijke onderdeel van de professionalisering zijn docentenstages. Deze worden
gestimuleerd en de good practices gedeeld met opleidingsteams en het management.
De komende jaren wordt er ingezet op leernetwerken van docenten. Eén van de teamleiders
heeft deelgenomen aan het opzetten van leernetwerken voor docenten. Zij brengt het nu in
de praktijk met een aantal docenten van de desbetreffende vestiging. Doel is om dit uit te
breiden naar andere vestigingen.
6.7.2 Wat is de uitgangssituatie?
College van Bestuur
Beide leden van het College van Bestuur zijn bestuurlijk actief in landelijke netwerken,
regionale organisaties gelieerd aan het (groen) onderwijs en landelijke besturen in het
groene en niet-groene (v)mbo. Daarnaast participeren beiden in landelijke intervisiegroepen
en collegiale consultaties, zowel landelijk als regionaal.
Directie, afdelingsmanagers en teamleiders
Naast werkconferenties zijn er (begeleide) intervisiegroepen met afdelingsmanagers (van de
ondersteunende afdelingen) en directeuren. De doelstelling van de intervisie is het
versterken van de gezamenlijke leercirkel.
Voor directie en staf (afdelingsmanagers) zijn er enkele keren per jaar gezamenlijke
studiedagen. Ook worden er jaarlijks drie studiedagen door en voor teamleiders
georganiseerd. Onderwerpen tijdens deze dagen zijn gericht op kwaliteit van onderwijs,
onderwijskundig leiderschap en uitvoering van het personeelsbeleid. In afstemming met een
directeur, de managers van afdelingen Personeel & Organisatie en Kwaliteit & Onderwijs
worden onderwerpen geagendeerd die nauw gelieerd zijn aan onderwijsontwikkeling en de
vertaling van beleid naar uitvoering. Dit is een van de belangrijkere resultaatgebieden uit het
functieprofiel. Teamleiders leren op deze bijeenkomsten met en van elkaar.
CvB, directeuren en teamleiders diepen enkele keren per jaar gezamenlijk onderwerpen uit
in het zgn. strategisch overleg.
Daarnaast volgen veel directieleden, managers en teamleiders individuele
professionaliseringstrajecten.
Docenten en overige medewerkers
Een aanzienlijk deel van de (collectieve) professionalisering van medewerkers vindt plaats
op de vestiging en heeft betrekking op een groot aantal aspecten van hun werk. Voorbeelden
hiervan zijn differentiatie in de klas en de vijf rollen van de docent. Soms zijn deze
scholingen onderdeel van een verbeterplan, als gevolg van de resultaten van een
inspectieonderzoek.
Het Clusius zet in op bevoegde docenten. De afgelopen jaren heeft een forse inhaalslag
plaatsgevonden waarbij onbevoegde docenten een opleiding volg(d)en om een
24
onderwijsbevoegdheid te behalen. Hierdoor is het aantal onbevoegde docenten fors
afgenomen.
Docenten worden gestimuleerd om een masteropleiding te gaan volgen.
Het Clusius College participeert in het Groen Consortium, een samenwerking tussen de
Stoas lerarenopleiding (onderdeel van Hogeschool Vilentum) en zeven AOC’s. Dit is een
opleidingsschoolconstructie, waarbij studenten zoveel mogelijk opgeleid worden binnen de
school tot docent in de groene vakken. Belangrijke ‘bijvangst’ hiervan is dat de begeleiding
van (vooral beginnende) docenten in de hele organisatie op een hoger plan komt. Op elke
vestiging zijn nu schoolopleiders (getraind) die student-docenten coachen. Doel is om de
(kennis van) schoolopleiders ook in te zetten voor het introductieprogramma voor nieuwe
collega’s en mogelijk voor de coaching van collega’s die dreigen vast te lopen.
Bij het Clusius College is slechts een beperkt aantal instructeurs en onderwijsassistenten
werkzaam. Dit maakt dat de ontwikkeling van deze groep als aparte groep moeilijk te
realiseren is.
Eén keer in de twee jaar vindt er onder alle medewerkers van het Clusius College een
medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats. Begin 2015 zijn de resultaten gepresenteerd
van het medewerkersonderzoek dat plaatsvond in het najaar van 2014.
Een greep uit een paar hoge scores:
- plezier in het werk (7,7);
- zinvol werk (8,1);
- trots op het werk (7,8);
- de wil om jezelf voortdurend te verbeteren (8,1);
- behulpzaamheid naar directe collega’s (8,4).
Veel minder hoog zijn de scores op het gebied van werkdruk, de mogelijkheid om efficiënt te
werken, voldoende tijd en voldoende middelen, het kunnen meepraten over organisatiebrede
onderwerpen en het uitdragen van de strategie en het beleid door het management. Vooral
de werkdruk is de komende jaren een belangrijk aandachtspunt.
Sinds dit schooljaar worden onder alle mbo-studenten diverse malen enquêtes uitgezet
waarop zij per enquête aangeven wat hun oordeel is over een bepaalde docent. Het streven
ten aanzien van dit evaluatie-instrument is dat voor elke docent elk schooljaar de mate van
tevredenheid van studenten beschikbaar wordt gesteld, aan de hand waarvan zij zichzelf
kunnen verbeteren.
Er is de afgelopen jaren een start gemaakt met docentenstages. Docenten hebben de
mogelijkheid om, met goedkeuring van de leidinggevende, een docentenstage te volgen bij
een bedrijf of organisatie naar keuze. Op deze manier kunnen zij kennis nemen van de
ontwikkelingen binnen de sector. Dit kan een kortere of langere stage zijn.
Ook worden er door het Clusius College in samenwerking met de AgriTech Campus
(onderdeel van Greenport NHN) masterclasses georganiseerd voor het bedrijfsleven,
studenten en docenten.
Een belangrijk onderwerp van scholing in de komende periode is het vergroten van ICT-
vaardigheden van docenten.
In de gesprekkencyclus van het Clusius College wordt jaarlijks met elke medewerker een
ontwikkelgesprek gevoerd; elke drie jaar vindt beoordeling plaats. Om de vaardigheden van
zowel leidinggevende als medewerker om in de gesprekken het ontwikkelperspectief en de
mogelijkheden scherp te krijgen, zal een scholingstraject ingericht gaan worden.
25
Op initiatief van de vestigingen vinden ook er ook diverse professionaliseringsactiviteiten
plaats. Voorbeelden daarvan zijn scholing van pedagogisch-didactische vaardigheden in
Alkmaar, de AMN en communicatietraining in Hoorn en studiereis naar Denemarken in
Schagen.
Hoofdstuk 7 Intensivering van het taal- en rekenonderwijs Conform de wetgeving besteedt het Clusius College expliciet aandacht aan het intensiveren
van het taal- en rekenonderwijs. Het vastgestelde taal- en rekenbeleid is gebaseerd op de
drieslag aparte lessen, integratie in de overige vakken en remediërende activiteiten. Het
Clusius College stelt dat een kwart van de begeleide onderwijstijd wordt besteed aan AVO-
vakken. Vanaf schooljaar 2015-2016 moet een eenduidige modulaire leerlijn voor alle
vestigingen voor zowel taal als rekenen zijn ingevoerd, conform de gestelde kaders. De
AVO-vakken worden inhoudelijk vorm gegeven door bekwame en waar mogelijk bevoegde
docenten.
Subdoelen die wij stellen om bovenstaande mogelijk te maken en die samenhangen met
intensiveren van taal- en rekenonderwijs zijn:
- het professionaliseren van docenten voor taal en rekenen
- AVO-leerplein voor taal en rekenen.
7.1 Het professionaliseren van docenten voor taal en rekenen Ontwikkeling en scholing, zowel individueel als in teamverband en in alle lagen van de
organisatie, zijn essentieel. In 2013-2014 hebben alle medewerkers – in het kader van het
beleid Taal & Rekenen – vanaf salarisschaal 9 een taaltest gedaan op niveau 3F (Braint).
Beneden een van tevoren afgesproken score moesten een of meer modules gevolgd
worden, waarna weer een test volgde. Om aan een van de onderdelen van de drieslag,
integratie in de overige vakken, gevolg te kunnen geven, was deze test essentieel.
Omdat er geen bevoegdheid bestaat voor rekenen en het Clusius College inzet op een
aanzienlijke verbetering van de resultaten op het gebied van rekenen, zijn de volgende
uitgangspunten geformuleerd voor rekendocenten:
Een rekendocent is een rekenbekwame docent (als er bevoegdheden voor rekenen
ontstaan wordt het uitgangspunt dat het Clusius bevoegde docenten heeft).
Een rekendocent volgt specifieke scholing of heeft deze gevolgd.
De leidinggevende stelt een bekwaamheidsverklaring op, waar gevolgde scholing in
opgenomen is.
7.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen?
Om te kunnen voldoen aan de uitgangspunten die gesteld zijn voor rekendocenten wordt er
de komende jaren geïnvesteerd in scholingstrajecten op maat voor rekendocenten.
7.1.2 Wat is de uitgangssituatie?
De resultaten op het gebied van taal en rekenen stijgen nog niet, ondanks het ingezette
beleid. Dat betekent dat het ingezette beleid onverminderd voortgezet wordt en dit zal leiden
tot een aanzienlijke verbetering. De resultaten van dit beleid in ons vmbo zijn hoopgevend.
26
7.2 AVO-leerplein voor taal en rekenen Mede vanwege de intensivering wil het Clusius College zijn onderwijs flexibel en op efficiënte
wijze organiseren en aanbieden. Het AVO-leerplein levert hieraan een bijdrage. Bij het
opzetten van AVO-leerpleinen is er sprake van een relatie tussen indeling en inrichting van
het schoolgebouw en de rol en taak van een docent op het leerplein.
De ontwikkeling van de AVO-leerpleinen wordt begeleid door een onderwijskundige van het
CPS. Het uitgangspunt bij de ontwikkeling hiervan zijn methodes die zich lenen voor meer
zelfstandigheid van de student en die voldoende mogelijkheden bieden voor niveau- en
tempodifferentiatie. De methodes zijn ondersteunend bij de betreffende modules en hebben
een belangrijke digitale component.
In het AVO-plein werken de studenten, na een instructie, zelfstandig of docentgestuurd aan
taal- en/of rekenopdrachten onder begeleiding van een docent. In aanpalende ruimtes
kunnen docenten les geven aan grotere groepen (klassikale instructie) en aan kleine
groepjes (verlengde instructie, extra uitleg, remediëren).
Door te werken met een AVO leerplein kan er:
efficiënter gewerkt worden;
beter gedifferentieerd worden in temp en niveau
Het AVO-plein vereist een eigen didactische aanpak en werkt alleen met een goed
functionerend systeem van klassenmanagement. Docenten worden begeleid bij de
ontwikkeling van de benodigde pedagogisch-didactische vaardigheden onder andere door
lesobservaties.in tempo en niveau. De methodes zijn ondersteunend bij de ge
7.2.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen
Het Clusius College is gestart met het opzetten van een AVO-leerplein. In Alkmaar en
Schagen zijn ook daadwerkelijk fysieke AVO-leerpleinen aanwezig. Om ook te kunnen
werken volgens de principes van een AVO-leerplein in Hoorn, moet de indeling en inrichting
van het schoolgebouw in Hoorn worden aangepast. Dit is voorzien vanaf 2017. Docenten die
gaan werken met het AVO-leerplein moeten de vaardigheden bezitten om effectief van de
mogelijkheden gebruik te maken. Hier is scholing voor nodig. Vanwege de herziening mbo
worden de AVO-modules aangepast. De modules moeten toepasbaar zijn op het leerplein en
voldoen aan de gestelde kaders en randvoorwaarden Herziening mbo.
7.2.2 Wat is de uitgangssituatie?
De afgelopen jaren is er voornamelijk gestuurd om te komen tot gebruik van één methode
voor alle vestigingen. Op deze manier blijft het ook beheersbaar voor de organisatie. De
modules zijn aangepast maar voldoen nog niet volledig en behoeven bijstelling. Een kwart
van de begeleide onderwijstijd wordt besteed aan AVO-uren en er zijn afspraken gemaakt
over het aantal lesuren per niveau, zodat hierin geen verschil is per vestiging. De
toelatingseisen voor mbo met betrekking tot AVO-vakken zijn Clusiusbreed vastgesteld en
worden toegepast. Zowel voor bol als bbl geldt dat er een strengere screening plaatsvindt.
Ook worden de resultaten van de (pilot)examens per opleiding geregistreerd.
27
Hoofdstuk 8 Het bevorderen van de kwaliteit van de
beroepspraktijkvorming Opleiden in de praktijk werkt stimulerend, houdt zowel bedrijfsleven als onderwijs scherp en
draagt bij aan innovatie. Naast regioleren is van oudsher een ander belangrijk onderdeel van
het mbo dan ook de beroepspraktijkvorming (bpv).
Het Clusius College zet in op kwaliteitsverbetering van de beroepspraktijkvorming door te
werken met één bpv-organisatie. Internationalisering en (culturele) diversiteit maken
onderdeel uit van het onderwijs, dit kan onder meer door middel van stage in het buitenland.
Stage (bpv) in het buitenland draagt naast beroepsontwikkeling en (werk)ervaring ook bij aan
de professionele en persoonlijke ontwikkeling van onze studenten.
8.1 Eén bpv-organisatie Het Clusius College werkt toe naar één bpv-organisatie voor de drie mbo-vestigingen met als doel kwaliteitsverbetering van de beroepspraktijkvorming. De focus ligt op:
een goede match tussen student en bedrijf;
uitstekende begeleiding van de student tijdens zijn/haar stage, zowel door de school als door het bedrijf;
professionele communicatie en organisatie (procedures, informatie naar student en bedrijf, administratieve processen);
goede opdrachten, deels op maat, die aansluiten bij het niveau van de student en de fase van de opleiding. Door het toepassen van een uniforme werkwijze wordt een hogere efficiëntie bereikt. Dit resulteert mede in een betere begeleiding van de student.
De beoogde resultaten van bovenstaande doelstellingen zijn een groter leereffect bij de
student en een hoge tevredenheid van leerbedrijf en student over de bpv.
8.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen?
De standaardisatie van processen, procedures en documenten die is ingezet wordt verder
uitgebreid. Waar mogelijk worden documenten gedigitaliseerd, de ervaringen vanuit pilot van
een digitale praktijkovereenkomst (POK) worden geanalyseerd en de pilot wordt uitgebreid.
De verscheidenheid in bpv-opdrachten is groot. De komende periode wordt gestuurd op in
eerste instantie goede generieke opdrachten voor de bpv, die vervolgens aangevuld kunnen
worden met specifieke opdrachten.
Daarbij is het nodig om te komen tot een op elkaar afgestemde, zo objectief mogelijke
beoordeling van de resultaten van de bpv, waarbij ook een rol is weggelegd voor de het
leerbedrijf (de praktijkbegeleider).
Van opleidingsteams wordt verwacht dat de bpv op juiste wijze wordt ingebed in de opleiding
en het curriculum, conform de uitgangspunten die geformuleerd zijn m.b.t. de herziening mbo
(Handleiding Herziening mbo). Opleidingsteams gebruiken de terugkomdagen van studenten
(afgesproken is maximaal vier dagen bpv per week) om in het onderwijs meer gebruik te
maken van de ervaringen die de student opdoet gedurende zijn bpv.
Aandachtspunt is het onderscheid tussen regioleren en beroepspraktijkvorming. Dit is mede
van belang om de rollen van de praktijkbegeleider, bpv-begeleider en docent helder te
krijgen. De bpv-begeleider kan een rol spelen om opleidingsteams in contact te brengen met
een bepaald bedrijf voor een specifieke regioleeropdracht.
Door goede matching (student-leerbedrijf), adequate begeleiding (praktijkbegeleider en bpv-
begeleider) en goede bpv-opdrachten werkt het Clusius College toe naar een nauwere band
met leerbedrijven. Om hier optimaal gebruik van te maken en bpv nog meer een integraal
28
onderdeel van het onderwijs te laten zijn is het wenselijk om te komen tot beleid op het
gebied van relatiemanagement en uiteindelijk een CRM-systeem (zie ook paragraaf 6.1).
De mate van tevredenheid van student en leerbedrijf moet regelmatig gemeten worden.
Hiervoor wordt een instrument ontwikkeld en geïmplementeerd. De resultaten hiervan
worden teruggekoppeld aan het bedrijfsleven, studenten. Voor medewerkers worden deze
resultaten geplaatst in Qlikview waardoor analyse en verbeteringen kunnen plaatsvinden.
8.1.2 Wat is de uitgangsituatie?
In 2013 is het Clusius College gestart met een gefaseerde uitrol van één bpv-organisatie. De
aanleiding hiervoor is mede ingegeven door de bevindingen van de inspectie, mate van
tevredenheid van studenten en leerbedrijven. De administratieve processen waren
onvoldoende op orde, teveel studenten liepen stage op een niet-erkend leerbedrijf en de
tevredenheid over de begeleiding moest veel beter.
In schooljaar 2015-2016 moet de bpv-organisatie volledig zijn ingevoerd. Voor alle
opleidingen zijn er professionele bpv-begeleiders (aparte functiegroep), die onderdeel
uitmaken van de bpv-organisatie met een eigen leidinggevende en onderdeel zijn van het
opleiidngsteam. Het begeleiden van de bpv is daarmee niet langer een taak van een docent.
De afgelopen jaren zijn er grote stappen gemaakt in juiste matching tussen student en
bedrijven. Matching gebeurt nu veelal in samenspraak met de bpv-begeleider, docent en
student. Er is een grote slag gemaakt in het standaardiseren van formulieren en ook het
administratieve proces is in kaart gebracht en verbeterd.
Sinds schooljaar 2014-2015 krijgen alle eerstejaars studenten in de eerste periode een
voorbereiding op de beroepspraktijkvorming, zodat elke student goed voorbereid is en
vervolgens (met een ondertekende praktijkovereenkomst) de bpv start. Inhoudelijk blijven het
team en de docent verantwoordelijk voor de aansluiting van theorie en praktijk. Er zijn al
voorbeelden van opleidingen met goede opdrachten, die afgestemd zijn op de verschillende
facetten van de bpv (beroepshouding, het bedrijf, leerdoelen) en de leervraag van de
student.
De mate van tevredenheid over de bpv wordt bij studenten onder andere getoetst middels de
JOB-monitor. Bij een aantal opleidingen wordt gebruik gemaakt van evaluatieformulieren.
Ook zijn er opleidingen die evaluatieformulieren onder het bedrijfsleven verspreiden.
Rond de zomer van 2015 vindt een evaluatie plaats van de nieuwe bpv-organisatie, die
tevens inzicht biedt in de tevredenheid van leerbedrijven en studenten over de bpv.
8.2 Bevorderen internationale bpv De Nederlandse economie is zeer internationaal georiënteerd en voor een belangrijk deel
afhankelijk van export. Dit geldt in het bijzonder voor agrarische producten en
voedingsmiddelen. Het Clusius College vindt het belangrijk dat studenten bewust zijn dat zij
leven, leren en werken in een internationaal georiënteerde en multiculturele samenleving en
zich bewust zijn van het feit dat een belangrijk deel van het bedrijfsleven waarvoor studenten
worden opgeleid internationaal georiënteerd is en/of opereert. Bpv in het buitenland wordt
dan ook gestimuleerd door het Clusius College.
Internationale bpv (i-bpv) wordt bevorderd door: i-bpv binnen de vestigingen kwalitatief te positioneren en te borgen;
een toename van i-bpv op niveau 4 tot 40% in 2019;
zoveel mogelijk gebruik te maken van een vaste pool van geaccrediteerde bedrijven, waarmee wordt samengewerkt;
29
het stimuleren en motiveren van studenten (BOL) op niveau 3 en 4 om één bpv in het buitenland plaats te laten vinden.
8.2.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te behalen?
Opleidingen op niveau 3 en 4 worden zo ingericht dat ze de ruimte bieden aan studenten om
minimaal één keer tijdens hun opleiding een internationale beroepspraktijkvorming (i-bpv) te
kunnen volgen. Vanaf 2017-2018 werkt het Clusius College met een vaste pool
geaccrediteerde bedrijven in het buitenland. Alle studenten, opleidingsteams en leerbedrijven
zijn volledig geïnformeerd over de i-bpv-aspecten (bijvoorbeeld verzekering en subsidie).
Deze informatie is makkelijk vindbaar en leesbaar voor de gebruiker. De komende
schooljaren wordt een inventarisatie gemaakt van de actieve leerbedrijven per opleiding in
het buitenland. De bpv-ervaringen bij deze leerbedrijven worden geëvalueerd bij studenten,
bpv-begeleider en praktijkbegeleider. Op basis van deze uitkomsten wordt door het Clusius
College een lijst samengesteld met kwalitatief goede i-bpv-bedrijven, waarmee de
organisatie van de i-bpv nauwe contacten onderhoudt.
Om studenten te stimuleren op i-bpv te gaan, moet het Clusius College ervoor zorgen dat het
de student het zo makkelijk mogelijk wordt gemaakt om i-bpv te kunnen organiseren. Ook is
van belang dat inzichtelijk is wat de meerwaarde is van een bpv-ervaring in het buitenland.
Het moet voor de student duidelijk zijn wat van hem wordt verwacht. Ouders en studenten
worden geïnformeerd over alle relevante aspecten van de i-bpv, de opleidingsteams en
administratie moeten worden geïnformeerd worden over de werkwijze en in het bezit zijn van
de meest actuele documenten. In een implementatieplan (nieuwe) werkwijze organisatie i-
bpv wordt elke stap omschreven, met daarbij aangegeven wie voor welke stap
verantwoordelijk is en wanneer deze stap gerealiseerd moet zijn.
8.2.2 Wat is de uitgangssituatie
Sinds schooljaar 2014-2015 valt de organisatie rondom i-bpv onder het bpv-bureau. Tijdens
het schooljaar 2014-2015 is geïnventariseerd hoe i-bpv wordt en werd georganiseerd binnen
het Clusius College. Om vervolgens de komende jaren de focus te leggen op de beoogde
doelstellingen. Op dit moment worden studenten op verschillende manieren door
verschillende docenten voorbereid op i-bpv. Op de vestiging in Alkmaar worden
informatieavonden georganiseerd voor ouders en studenten en in Hoorn wordt er per
opleiding een informatieavond voor ouders en studenten georganiseerd.
Momenteel gaat 18% van de studenten van het Clusius College op buitenlandse stage
(zowel binnen als buiten Europa). De wijze waarop dit gebeurt varieert.
Een goede, gestructureerde organisatie van de i-bpv maakt het mogelijk om in de toekomst
te voldoen aan belangrijke randvoorwaarden, zoals de juiste wijze van verzekeren, visa en
het gebruikmaken van subsidiegelden. De werkwijze van begeleiding i-bpv is op dit moment
nog in ontwikkeling, evenals meer sturing op i-bpv bij geaccrediteerde bedrijven. Zoals ook
voor reguliere bpv geldt, is het aanbod van i-bpv opdrachten wisselend.
Op 1 mei 2014 is er een aftrap geweest van een nieuw subsidieprogramma voor
internationale stage, Erasmus +. Dit programma biedt studenten de mogelijkheid om met een
subsidie binnen Europa hun bpv te doen. Aan het subsidieprogramma is een aantal
voorwaarden gekoppeld. De subsidie is een middel om de i-bpv te stimuleren en geen doel
op zich.
In het kader van internationalisering neemt het Clusius College deel in een consortium met
Horizon College en ID college (CHIC). De samenwerking tussen deze instellingen bestaat al
30
sinds 2006 en is onlangs verlengd tot 2020. De afgelopen 7 jaar is door het CHIC veel
ervaring opgedaan en is gebleken wat de opbrengsten zijn van onderwijs in een
internationale context voor onderwijs en regio. CHIC doet een aanvraag voor KA1 call 2014
en het E+ Certificaat of Excellence in Mobility waardoor beleid op en financiële steun voor
stages tussen 2014-2020 mogelijk blijven.
Hoofdstuk 9 Clusius College en excellentie Studenten ontdekken gedurende de opleiding hun talenten. Ontdekken van talent is de basis
om dit verder te ontwikkelen. Het Clusius College wil studenten die zich verder willen
ontwikkelen dan alleen door het reguliere onderwijsprogramma, hiervoor een (leer)omgeving
bieden, waar hun talenten nog meer tot hun recht komen en zij de mogelijkheid krijgen te
excelleren.
Talentontwikkeling kan (en moet) plaatsvinden op elk niveau. Het stimuleren hiervan op de
lagere niveaus vraagt nog het nodige denkwerk.
Om studenten te prikkelen om te excelleren zet het Clusius College in op de volgende lijnen:
- Competitie zorgt voor excellentie
- Stimulans excellentie vindt buiten het reguliere onderwijsprogramma plaats
9.1 Competitie zorgt voor excellentie Competitie zorgt ervoor dat studenten meer uitdaging ervaren. Het wordt inzichtelijk waar je
staat ten opzichte van medestudenten. Dit zorgt veelal voor meer motivatie om zich te
bewijzen en zich verder te ontwikkelen.
De komende jaren zet het Clusius College in op:
- Het deelnemen en borgen van deelname aan bestaande vakwedstrijden
(bloembinder en hovenier), regionaal en landelijk.
- Het uitbreiden van het aantal vakwedstrijden voor groen (i.s.m. Skills Nederland)
- Het organiseren van regionale wedstrijden in samenwerking met ROC’s en AOC’s,
waaraan studenten van verschillende opleidingen kunnen nemen (bv. op het gebied
van ondernemerschap).
- Deelname aan de verkiezing mbo-uitblinker.
- Verdere uitbouw van ‘studentondernemingen’.
9.1.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te realiseren?
Momenteel is het aantal vak- of beroepenwedstrijden beperkt en is er geen Clusiusbreed
beleid voor. Veelal organiseren docenten(teams) op eigen initiatief deelname aan de (door
Skills georganiseerde) wedstrijden.
Deelname aan dit soort wedstrijden stelt studenten in staat zich te onderscheiden en zich te
meten met andere studenten, ook van andere scholen. Daarnaast ontwikkelen studenten
door deelname aan wedstrijden ook andere vaardigheden (plannen en organiseren,
presenteren, werken onder druk, etc.).
Om deelname aan vakwedstrijden te verbreden, te stimuleren en om het leereffect hiervan te
vergroten is een gemeenschappelijke aanpak wenselijk. In deze aanpak staat o.a. hoe
studenten zich kunnen kwalificeren voor de vakwedstrijden, hoe begeleiding wordt ingezet,
de kosten, docenturen, inzet van communicatie, contacten met Skills, etc.
31
In AOC-verband wordt in samenspraak met Skills nagegaan welke vakwedstrijden men
naast bloembinder en hovenier de komende jaren ook graag zou willen zien, georganiseerd
en ondersteund door Skills.
Naast het bevorderen en borgen van deelname aan de ‘groene’ vakwedstrijden stelt het
Clusius College zich als doel regionale wedstrijden te organiseren waaraan studenten van
meerdere opleidingen en verschillende mbo-scholen kunnen deelnemen . Met vier roc’s in
Noord-Holland (Horizon College, Regiocollege, Nova College, ROC Kop van Noord-Holland
zijn afspraken gemaakt om dit gezamenlijk op te pakken, bij voorkeur ondersteund door
Skills.
Binnen het Clusius College zal hiertoe beleid ontwikkeld gaan worden en een (lichte)
organisatie opgezet worden die docenten en teams ondersteunt. Belangrijk hierbij is
aandacht voor de studenten van de lagere niveaus.
Het Clusius College doet ieder jaar mee aan de verkiezing van de mbo-uitblinker van het
jaar. De Clusius mbo-uitblinker wordt gekozen na een interne verkiezing op de drie mbo-
vestigingen. In de afgelopen jaren waren studenten van niveau 2, 3 en 4 uitblinker.
9.1.2 Wat is de uitgangssituatie?
Excellentiebeleid en een excellentieprogramma, waaronder vakwedstrijden, moeten nog
geheel ontwikkeld worden. Dit hoofdstuk in het Kwaliteitsplan is hier een aanzet voor.
Het Clusius College neemt momenteel deel aan een tweetal vakwedstrijden, hovenier en
bloembinder. Het Clusius College heeft de door de MBO Raad en Skills Nederland
opgestelde (voorbeeld)overeenkomst ondertekend.
Het Clusius College heeft een lange traditie van ‘studentondernemingen’, ooit voortgekomen
uit het landelijke programma ‘mini-onderneming’. Ook hierin worden studenten uitgedaagd in
kleine groepen innovatief te zijn en aangeleerde vaardigheden te in te zetten om tot een
verkoopbaar product of een dienst te komen.
9.2 Stimulans excellentie vindt buiten het reguliere onderwijsprogramma plaats Voor studenten is het van belang dat zij hun toekomstige positie op de arbeidsmarkt
versterken. Voor het bedrijfsleven is het van belang om specifieke kennis, middelen en
expertise uit het bedrijfsleven dichter bij het onderwijs te brengen, zodat studenten niet met
een (grote) achterstand op de arbeidsmarkt beginnen.
Mbo-studenten worden gestimuleerd en in de gelegenheid gesteld om aan hun opleiding en
het beroep gerelateerde talenten verder te ontwikkelen. Talentontwikkeling kan plaatsvinden
op elk niveau, van niveau 1 tot 4.
Twee manieren hiervoor zijn:
- Masterclasses: op basis van kwalificatiedossiers worden er voor alle niveau-4
opleidingen masterclasses georganiseerd (bv. ook door de AgriTech Campus,
onderdeel van GreenPort NHN), die toegankelijk zijn voor excellente studenten.
Studenten worden in de gelegenheid gesteld om excellente (onderzoeks)resultaten
uit regioleren te presenteren op masterclasses en andere bijeenkomsten met het
bedrijfsleven.
- Excellente leerbedrijven: voor elke opleiding worden er excellente leerbedrijven
benoemd, waar alleen de excellente student kans maakt op een bpv-plek. Dit zijn de
32
topbedrijven uit een sector en bedrijven die talentvolle studenten in de gelegenheid
stellen om hun talenten verder te ontwikkelen.
- Regioleren: in regioleren werken studenten individueel of in kleine groepen aan
opdrachten van bedrijven, organisaties of overheden. Deze opdrachten variëren in
moeilijkheid en complexiteit. De beste studenten ‘verdienen’ de meest uitdagende
opdrachten.
9.2.1 Wat is er nodig om voor 2019 deze resultaten te realiseren?
Een serie masterclasses voor de verschillende dossiers op niveau-4 waaraan in
gecombineerde vorm van theoretische en praktische ervaring een groep van geselecteerde
studenten kan deelnemen. Deze groep krijgt colleges en wordt begeleid door docenten (ook
uit het hbo) en mentoren uit het bedrijfsleven, organisaties en overheden. Vanuit
verschillende invalshoeken leveren zij een bijdrage aan het vergroten van de kennis van de
ontwikkelingen van de sector. Deze masterclasses worden door bedrijfsleven en onderwijs
gezamenlijk ontwikkeld. De masterclasses zijn toegankelijk voor alleen de excellente
student..
Daarnaast wordt er ingezet om te komen tot preferente / excellente leerbedrijven per
opleiding. Op basis van nog op te stellen criteria krijgen erkende leerbedrijven van het
Clusius College het predicaat ‘excellent’. Belangrijk onderdelen van deze criteria zijn de
mogelijkheden die een bedrijf heeft om studenten in hun stage uit te dagen, extra faciliteiten
te bieden en optimaal te begeleiden.
9.2.2 Wat is de uitgangssituatie?
Enkele voorbeelden:
Studenten niveau 4 Plantenteelt hebben in mei 2015 de mogelijkheid om deel te nemen aan
een driedaagse roadshow, deze roadshow bestaat uit verschillende masterclasses. Deze
roadshow organiseert het Clusius College samen met het Centrum voor Innovatief
Vakmanschap Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Studenten zijn in de gelegenheid om een
bezoek te brengen aan gerenommeerde bedrijven en in gesprek te gaan met veredelaars,
zaadspecialisten en andere experts. Tevens wordt door een docent van Hogeschool
Vilentum in Dronten een college gegeven over de genetica van de veredeling.
Aan deze roadshow kunnen studenten plant uit heel Nederland deelnemen, mits zij de
module verdeling hebben gevolgd en behaald. Ook moeten de studenten een carrière in de
zaadteelt en productiesector ambiëren. Studenten werken ten tijde van deze roadshow aan
een complexe opdracht waarbij ze informatie moeten verzamelen van de experts. De
studenten presenteren de opdracht aan de aanwezigen van de roadshow. Wie daarbij het
beste presteert wordt beloond. Docenten en experts beoordelen daarbij.
Het Clusius College is aangesloten bij TRI Groei in groen. TRI Groei in groen is het
samenwerkingsverband van scholen, leerlingen en hoveniers- en
groenvoorzieningsbedrijven, gemeentelijke groendiensten en boomteeltbedrijven.
TRI bepaalt welke bedrijven geschikt zijn als opleidingsbedrijf. Ons gemeenschappelijke
doel: jongeren succesvol opleiden voor een toekomst in de sectoren Groene Ruimte of
Boomteelt. De door TRI erkende opleidingsbedrijven, worden gekenmerkt als excellente
leerbedrijven. Door het specifieke opleidingstraject, met allerlei extra mogelijkheden voor
studenten, wordt TRI gezien als dé opleiding voor de groene ruimte.
33
Studenten van de opleiding Bloem & Design worden jaarlijks in de gelegenheid gesteld
complexe bloemversieringen te ontwerpen en maken voor grote en prestigieuze
gelegenheden. Zo heeft een groep studenten enkele jaren geleden de Ridderzaal
‘aangekleed’ voor het ‘mbo-diner’ met de landelijke mbo-uitblinkerverkiezing, in
aanwezigheid van de minister van OCW en een honderdvijftigtal genodigden.
Hoofdstuk 10 Besteding van de middelen Het Clusius verwacht jaarlijks ruim 600.000 euro te ontvangen voor het investeringsdeel van
de kwaliteitsafspraken (excl. excellentiemiddelen).
De middelen worden ingezet op de beleidsthema’s in de volgende (globale) verdeling.
Professionalisering € 450.000
Intensivering taal- en rekenonderwijs € 50.000
Bevordering van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming € 100.000
Bij het uitwerken van de uitvoeringsagenda, zullen deze middelen toebedeeld worden aan de
verschillende onderdelen (doelen en resultaten) van de bovengenoemde drie beleidsthema’s
en na elk jaar verantwoord worden in het Geïntegreerd Jaardocument.
34
Hoofdstuk 11 Globale uitvoeringsagenda
Hieronder is opgenomen de globale uitvoeringsagenda ten behoeve van de uitvoering van het kwaliteitsplan. Deze geeft globaal de richting
weer van de uitvoering. Na indiening van het kwaliteitsplan en het advies van Mbo in Bedrijf zal de uitvoeringsagenda worden aangevuld (o.a.
invullen laatste twee kolommen) en uitgebreid met een operationele uitvoeringsagenda voor het volgende (school)jaar. Jaarlijks wordt de
uitvoeringsagenda bijgesteld op basis van bereikte resultaten en voortschrijdend inzicht.
Doel Beoogd
resultaat/subdoel Acties en Stappen Prioriteit Deadline Opdrachtgever/nemer €
Professionalisering Verankering samenwerking Samenwerking met bedrijfsleven en landelijke organisatie is verankerd in de organisatie
Beleid op het gebied van relatiemanagement en kenniskringen
- Bepalen visie t.a.v. relatiemanagement
- Inventarisatie van de externe contacten
- Contacten onderverdelen in verschillende doelgroepen
- Beleid opstellen en uitvoering geven aan kenniskringen.
Hoog 2016 2018 2018
Een goed CRM systeem; gezamenlijk relaties beheren
- Eigenaarschap van CRM bepalen
- Delen van relatiegegevens en een aanpak hiervoor.
Middel 2018
Het Clusius College is een ‘meeting point’ waar bedrijfsleven, docenten en studenten elkaar ontmoeten
- Uitvoeren van diverse projecten en organiseren van themabijeenkomsten voor doelgroepen bedrijfsleven, docenten en studenten
- Communicatie over de mogelijkheden van Clusius
Hoog 2017
35
als ‘meeting point’ voor bedrijfsleven, docenten en studenten
Een belangrijke positie van de Agritech Campus en de Centra Innovatief Vakmanschap binnen het onderwijs
- Keuzedelen die binnen het CIV T&U ontwikkeld zijn, worden aangeboden aan Clusius studenten en zijn vastgelegd in configuraties
- Communicatie naar docenten en studenten over deze keuzedelen
Hoog 2016
Regioleren is een substantieel onderdeel van de opleidingen Leren met en voor de markt (het bedrijfsleven) en andere organisaties op basis van vraagstukken vanuit de sector.
Vanaf schooljaar 2018-2019 hebben alle opleidingen regioleren in hun curriculum opgenomen
- Komen tot een implementatieplan regioleren, waarin ook wordt meegenomen hoe teams beter gefaciliteerd en kunnen worden en welke ondersteuning zij nodig hebben bij het invoeren van regioleren.
- Implementatie regioleren
Hoog Hoog
2015-2016 2018
Een betere en flexibelere aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt De herziene kwalificatiestructuur als basis voor betere en flexibelere aansluiting op de arbeidsmarkt.
Ons opleidingenaanbod is overzichtelijk en in lijn met de nieuwe kwalificatiestructuur
- Inventarisatie van overlap tussen de verschillende kwalificatiedossiers
Hoog 2016
Relevantie van ons aanbod is getoetst; studenten,
- Verdere ontwikkeling SARS - Opzetten kenniskringen - Evaluaties voor modules
opstellen
Middel 2017
36
bedrijfsleven worden hierbij betrokken
- Keuzedeelaanbod in overleg met bedrijfsleven bepalen
Wij maken ons onderwijsprogramma breed, eenduidig en modulair
- Kaders, richtlijnen t.a.v. inhoud modules zijn vastgelegd (wijze van opzet, differentiëren).
- Leermiddelencommissie voor modules is aanwezig. Modules wordt getoetst aan de kaders en richtlijnen en worden daarna vastgesteld.
Hoog 2016
De wijze waarop ons mbo is georganiseerd is flexibel en duidelijk voor onze studenten en bedrijfsleven.
- Bpv afgestemd met bedrijfsleven afgestemd.
- Opbouw van de opleidingen is inzichtelijk voor zowel studenten als bedrijfsleven.
- Een onderwijs-ondersteuningssysteem wordt ingezet om student inzicht te geven in opbouw opleiding.
Hoog Vanaf 2015
Kwaliteitsborging is op orde De organisatie ‘in control’ Goede resultaten,
uitstekende opbrengsten en tevreden (oud-) studenten, medewerkers, ouders en bedrijven.
- Kwaliteitsborging - Begeleiding/ondersteuning
aan teams voor met name Check- en Act-gedeelte van pdca-cyclus
Hoog 2016
Professionalisering examenfunctionarissen en examencommissieleden Betere kwaliteit examenorganisatie
Efficiënte werkwijze en kwaliteitsborging van examinering en
- Doorontwikkeling en borging van assessorenbeleid
Middel 2017
37
de examenorganisatie
- Maken van procesbeschrijvingen en instructies voor examinering
Betere inzet van ICT ICT wordt op dusdanige wijze in het onderwijs ingezet dat het een belangrijk bijdrage levert aan het verhogen van de kwaliteit en het rendement.
Onze lesstof is digitaal beschikbaar voor zowel studenten als docenten in een Elektronische leeromgeving (ELO) die het onderwijs ondersteunt
- Teams krijgen ondersteuning bij het gebruik van N@tschool
- Inventarisatie van wensen en evt. mogelijkheden bij opleidingen t.a.v. de ELO
- Doorontwikkeling structuur ELO in combinatie met onderwijsorganisatiesysteem, studentvolgsysteem en EduArte
Hoog 2017
Digitaal aanmelden bij het Clusius College
- Implementatieplan en procesbeschrijving m.b.t. digitaal aanmelden
Middel 2015
Bewezen ICT-technieken en ICT-innovaties worden binnen het Clusius College toegepast
- Inventarisatie van de behoefte van medewerkers en studenten t.a.v. informatiesystemen
- Inzicht in hoeverre er momenteel optimaal gebruik wordt gemaakt van de aanwezige informatiesystemen.
Hoog 2015
ICT-vaardigheden van docenten zijn vergroot
- Ontwikkelen van een scholingsplan docenten ICT-vaardigheden
- Implementatie scholingsplan docenten ICT-vaardigheden
Middel 2016
38
Vergroten professionele cultuur en kwaliteitsontwikkeling teams Een open en professionele cultuur, waarin medewerkers zich verantwoordelijk voelen voor de organisatie en elkaar aanspreken. Kritisch meedenken en collegialiteit zijn daarin gewoon.
Ontwikkelperspectief van medewerkers in beeld.
- Scholingstraject vaardigheden t.a.v. gesprekkencyclus (ontwikkeling en beoordeling) voor managementteam opzetten
Middel 2017
Docenten verbeteren prestaties aan de hand van feedback van studenten
- Toewerken naar een enquête die docent afneemt bij studenten, waarin student bevraagd wordt naar de door de student ervaren leskwaliteit.
Middel 2016
Docenten blijven voortdurend kennis nemen van de ontwikkelingen binnen de sector en stemmen het onderwijs hierop af. Per team gaat er jaarlijks een docent op docentenstage.
- Specifieke aandacht in teams voor docentenstages
- Good practices docentenstages worden gedeeld binnen teams, via mijn.clusius, in het personeelsblad, etc.
- Bedrijfsleven informeren over docentenstages
Middel 2017
Beleid op het gebied van strategische personeelsplanning
- Op basis van het huidige personeelsbestand het gewenste toekomstige personeelsbestand in kaart brengen en vaststellen
- Verschillen vaststellen tussen huidige en gewenste situatie
- Stappenplan om te komen tot de gewenste situatie
Hoog 2016
Beleid op het gebied van ontwikkeling en scholing, waarbij
- Inventarisatie welke expertise het Clusius College op lange,
Hoog 2018
39
professionalisering is gekoppeld aan onderwijsontwikkeling
middellange en korte termijn nodig heeft.
- De mate van urgentie van bepaalde expertise bepalen.
- Een Clusiusbreed scholingsplan
Medewerkers zijn betrokken bij het opstellen van beleid
- Organiseren van conferenties over o.a. kwaliteitsplan mbo en uitvoeringsagenda
- Internetconsultaties t.a.v. nieuw te vormen beleid
- Agenda en besluiten directieraad, regiegroep mbo inzichtelijk op Mijn.Clusius.
- Mogelijkheid via Mijn.Clusius om onderwerpen te agenderen op agenda voor mbo DR
- CvB op bezoek bij de opleidingsteams.
Middel 2016
Informeel leren en ondersteunen door middel van leernetwerken
- Een drietal leernetwerken van docenten
2019
Intensivering van het taal-en rekenonderwijs Het professionaliseren van docenten taal en rekenen Alle docenten voldoen aan de gestelde niveaueis van 3F voor Nederlands.
Docenten volgen scholing of hebben scholing gevolgd.
- Braint-test voor nieuwe docenten
Middel doorlopend
Rekendocenten zijn bevoegde docenten die scholing volgen of hebben gevolgd. Dit is
Rekendocenten volgen scholing of hebben scholing gevolgd.
- Maatwerkscholing voor rekendocenten
Middel doorlopend
40
vermeld in een bekwaamheidsverklaring.
AVO-leerplein voor taal en rekenen op alle mbo vestigingen Studenten werken zelfstandig of docentgestuurd aan taal- en/of rekenopdrachten op een leerplein
Bekwaamheid docenten op het gebied van leerpleinen
- Training en coaching voor alle mbo docenten die op het leerplein werken of gaan werken.
- Werk-ontwikkelmiddagen onder begeleiding van een externe voor alle AVO docenten Clusius College
Hoog 2016
Geïmplementeerde leerpleinen in Alkmaar, Hoorn en Schagen
- Omgeving voor AVO leerplein in Hoorn creëren.
Middel 2017
Het bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming Eén bpv-organisatie Kwaliteitsverbetering van de beroepspraktijkvorming
Een uniforme en efficiëntere, effectievere aanpak rond de bpv
- Standaardisatie van processen, procedures en documenten
- Pilot en verdere uitrol digitale POK
- Ontwerpen éénduidige werkwijze bpv-opdrachten
- Voor aanvang van de bpv zijn de bpv-opdrachten bekend bij student en praktijkopleider
- Ontwikkelen bpv-opdrachten - Ontwikkelen instrument t.a.v.
tevredenheidsmeting studenten en leerbedrijven t.a.v. bpv
- Implementeren en uitvoeren van tevredenheidsonderzoek
-
Hoog 2016
41
Bevorderen internationale bpv
Studenten zijn zich bewust van de internationaal georiënteerde en multiculturele samenleving
i-bpv is geborgd in de organisatie en er wordt veelvuldig gebruik van gemaakt
- Implementatieplan met alle benodigde stappen en activiteiten die in het kader van positionering i-bpv gedaan moeten worden.
Middel 2016
Excellentie en Clusius College Competitie zorgt voor excellentie
Meer uitdaging voor studenten door competitie
Deelname aan vakwedstrijden geborgd in organisatie en uitbreiding van huidige vakwedstrijden binnen organisatie.
- Clusiusbrede aanpak deelname vakwedstrijden formuleren en toepassen (uniforme werkwijze voorselectie, etc.)
Middel 2016
Meer vakwedstrijden voor groene opleidingen
- Gezamenlijk met AOC’s wensenlijst voor vakwedstrijden opstellen en mogelijkheden tot uitvoering bespreken met Skills
Hoog 2018
Het organiseren van regionale wedstrijden in samenwerking met ROC of AOC
- Formuleren beleid i.s.m. roc’s - Organiseren van regionale
wedstrijden
Middel 2015 2016-2018
Stimulans excellentie vindt buiten het reguliere onderwijsprogramma plaats
Kennis, middelen en expertise van zowel het bedrijfsleven als studenten dichter bij het onderwijs brengen
Eindresultaat: Masterclasses voor alle niveau-4 opleidingen voor excellente studenten
- Bepalen voor welke opleidingen er in eerste instantie masterclasses ontwikkeld worden.
Middel 2016
42
Tussenresultaat 2017: Voor 3 verschillende opleidingen worden er masterclasses aangeboden.
- Implementatieplan masterclasses opstellen
- Opstellen van criteria voor AOC-brede / Clusiusbrede deelnemers masterclasses
- Met verschillende samenwerkingsverbanden (Agritech, Seed Valley, Food Academy, etc) worden programma’s samengesteld voor masterclasses
- Aanstellen coördinator masterclasses niveau 4 voor coördinatie en implementatie
2016 2017-2018 2016 2015
Excellente leerbedrijven die de ambitie hebben om kennis en vakmanschap verder te versterken
Voor elke opleiding zijn er excellente leerbedrijven benoemd, waar alleen de excellente student kans maakt op een bpv-plek
- Definitie van excellente leerbedrijven bepalen
- Ontwerpen implementatieplan excellente leerbedrijven
- Toetsen van huidige leerbedrijven aan deze maatstaf
- Ontwikkeling ‘predicaat’ excellent leerbedrijf
Hoog 2016 2016 2017 2017
43
Bijlagen Als bijlage 1 is bijgevoegd de Visiekaart vernieuwing mbo en als bijlage 2 de (concept)
Kaderbrief 2015-2016 (deze wordt medio mei 2015 vastgesteld).
De overige in het Kwaliteitsplan genoemde documenten (MIP, Internationaliseringsbeleid)
zijn beschikbaar via Mijn.Clusius.nl.
top related