algemene plaatselijke verordening goeree-overflakkee 2016...
Post on 05-Aug-2020
4 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016 (APV
Goeree-Overflakkee 2016)
De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;
gelet op artikel 147 jo. artikel 149 Gemeentewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de navolgende verordening:
Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2 Openbare orde
Paragraaf 1: Bestrijding van ongeregeldheden
Paragraaf 2: Betoging
Paragraaf 3: Verspreiden van gedrukte stukken
Paragraaf 4: Vertoningen e.d. op de weg
Paragraaf 5: Bruikbaarheid ten aanzien van de weg
Paragraaf 6: Veiligheid op de weg
Paragraaf 6a: Verboden slaapverblijf
Paragraaf 6b: Veiligheid op het strand
Paragraaf 7: Evenementen
Paragraaf 8: Toezicht op openbare inrichtingen
Paragraaf 8a: Bepalingen drank- en horecawet
Paragraaf 9: Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Paragraaf 10: Toezicht op speelgelegenheden
Paragraaf 11: Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Paragraaf 12: Bepalingen ter bestrijding van heling en goederen
Paragraaf 13: Vuurwerk
Paragraaf 14: Drugsoverlast
Paragraaf 15: Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en
Cameratoezicht op openbare plaatsen
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Paragraaf 1: Algemene bepalingen
Paragraaf 2: Vergunningen seksbedrijf
Paragraaf 3: Uitoefenen seksbedrijf
Paragraaf 4: Overige bepalingen
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de
gemeente
Paragraaf 1: Geluid- en lichthinder
Paragraaf 2: Bodem, weg en milieuverontreiniging
Paragraaf 3: Het bewaren van houtopstanden
Paragraaf 4: Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Paragraaf 5: Kamperen buiten kampeerterreinen
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Paragraaf 1: Parkeerexcessen
Paragraaf 2: Collecteren
Paragraaf 3: Venten
Paragraaf 4: Standplaatsen
Paragraaf 5: Snuffelmarkten
Paragraaf 6: Openbaar water
Paragraaf 7: Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in Natuurgebied
Paragraaf 8: Verbod vuur te stoken
Paragraaf 9: Verstrooiing van as
Paragraaf 10: Gemeentewapen
Hoofdstuk 6 Straf- en slotbepalingen
Nr.
CVDR411501_2CVDR 5 februari
2019
Officiële uitgave van Goeree-Overflakkee.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20191
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:
- badseizoen: de periode van 1 mei tot 1 oktober;
- bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen wordt vastgesteld op grond van artikel 20a WVW
1994. De grens van deze bebouwde kom wordt vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad en
moet op grond van artikel 156a WVW 1994 worden aangeduid;
- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
- bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening Goeree-Overflakkee;
- duinen: het gehele terrein tussen de Noordzee, Grevelingen, Haringvliet en strand Sluispad
enerzijds en het achterliggende polderland anderzijds in zijn geheel vormende de natuurlijke
kering tegen het water langs de kust van Goeree-Overflakkee, bestaande uit aaneengesloten
zandruggen en tussengelegen duinvalleien met de zich daarin bevindende kunstwerken en met
de daarin gelegen en daartoe behorende wegen, dijken, voet- en fietspaden, afritten en
toegangstrappen;
- gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet;
- handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd
wordt een commercieel belang te dienen;
- openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;
- overige wateren: de Grevelingen, het Volkerak en het Haringvliet, voor zover deel uitmakend van
het grondgebied van de gemeente Goeree-Overflakkee.
- openbare plaats: plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;
- rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk
recht;
- sportactiviteiten: balsporten, of daaraan gerelateerde sporten, zeskamp, vliegersport en overige
sporten waaronder ook golf-, kitesurfen, buggykiten of vliegeren met een meerlijnsvlieger.
- strand: het Noordzee-, Grevelingen- en Haringvlietstrand, met de daaraan grenzende hellingen
of duinen, voor zover met het strand een geheel uitmakende en liggende buiten duidelijk
afgescheiden particuliere terreinen;
- vaartuig: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, glijboten, ponten en
waterscooters;
- verkeer: verkeer als bedoel in artikel 1 onder van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990;
- woonschip: schepen uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;
- weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;
- zee: de Noordzee.
Artikel 1:2 Beslistermijn1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen
acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.
2. Het bestuursorgaan kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verlengen.
3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel
2.10, vierde lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2.11 of artikel 4.11.
Artikel 1:3 Indiening aanvraag [Vervallen per 18-01-2017]
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen1. Aan een verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden
verbonden die strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de
vergunning of ontheffing dient.
2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden
voorschriften en beperkingen na te komen.
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffingDe vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is
bepaald.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20192
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffingDe vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het
verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het
belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of
worden nagekomen;
d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde
termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;
e. indien de houder dit verzoekt.
Artikel 1:7 TermijnenDe vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders
is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Artikel 1:8 Weigeringsgronden1. De vergunning of de ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:
de openbare orde;a.
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan
drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een
behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.
Hoofdstuk 2 Openbare orde
Paragraaf 1: Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te
dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden.
2. Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan
of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor
ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een
samenscholing, is verplicht op bevel van een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141 en
142 Wetboek van Strafvordering zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting
te verwijderen.
3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege de
burgemeester in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden
zijn afgezet.
4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod.
5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige
en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:1a Messen en andere voorwerpen als wapen1. Het is verboden op de weg en in voor publiek toegankelijke gebouwen, messen of andere
voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, openlijk bij zich te hebben.
2. Het verbod geldt niet voor:
a. wapens, behorend tot de categorieën I, II, III en IV van de Wet wapens en munitie;
b. voorwerpen die zodanig zijn verpakt dat deze niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden
aangewend.
Paragraaf 2: Betoging
Artikel 2:2 Optochten(Gereserveerd)
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20193
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen1. Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder
begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties,
geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt
gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
2. De kennisgeving bevat:
a. naam en adres van degene die de betoging houdt;
b. het doel van de betoging;
c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van
beëindiging;
d. de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging;
e. voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; en
f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te
bevorderen.
3. Degene die de kennisgeving doet ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de
kennisgeving is vermeld.
4. Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag,
een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk op de
werkdag die aan de dag van dat tijdstip voorafgaat vóór 12.00 uur.
5. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden op verzoek een kennisgeving in behandeling
nemen buiten deze termijn.
Artikel 2:4 Afwijking termijn(Vervallen)
Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens(Vervallen)
Paragraaf 3: Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen(Vervallen)
Paragraaf 4: Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2:7 Feest, muziek, wedstrijd e.d.(Gereserveerd)
Artikel 2:8 Dienstverlening(Vervallen)
Artikel 2:9 Straatartiest e.d.1. Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur
of gids op te treden op door de burgemeester in het belang van de openbare orde, de openbare
veiligheid, de volksgezondheid en het milieu aangewezen openbare plaatsen.
2. Het is verboden als straatartiest langer dan een uur op dezelfde plaats te verblijven.
3. De burgemeester kan de werking van het verbod in het eerste lid beperken tot bepaalde dagen
en uren.
4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste en tweede lid.
5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Paragraaf 5: bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen of geplaatst houden van voorwerpen of beplanting op, aan of boven
de weg in strijd met de publieke functie ervan1. Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke
functie daarvan, indien:
a. het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg
belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het
beheer of onderhoud van de weg; of;
b. het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20194
2. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere
regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden.
3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
4. In afwijking van het derde lid kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor
het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
5. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor:
a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24;
b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18; en
c. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik
van de weg is verleend.
6. Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp
wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet
1994 of de provinciale wegenverordening.
7. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht
(positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:10a Winkeluitstallingen(Vervallen)
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van
een weg1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding
daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding
te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
2. De vergunning wordt verleend:
a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij
een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit; of
b. door burgemeester en wethouders in de overige gevallen.
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing indien in opdracht van een bestuursorgaan of
openbaar lichaam publieke taken worden verricht.
4. Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek
van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de wegenverordening of het provinciaal
wegenreglement, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde AVOI.
5. Op de vergunning bedoeld in het eerste lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht
(positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders een uitweg te
maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 wordt de vergunning slechts geweigerd:
a. ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg;
b. indien de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats;
c. indien door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; of
d. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt
ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare
parkeerplaats of het openbaar groen; of
e. indien er sprake is van strijd met het bestemmingsplan.
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet
beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur of de provinciale wegenverordening of het
provinciaal wegenreglement.
Paragraaf 6: Veiligheid op de weg
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheidHet is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan
worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd door
gladheid.
Artikel 2:14 Winkelwagentjes1. Een winkelier die winkelwagentjes ter beschikking stelt is verplicht deze:
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20195
te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en;a.
b. terstond te verwijderen of te doen verwijderen uit de omgeving van dat bedrijf.
2. Het is verboden zich met een winkelwagentje op de weg te bevinden buiten de onmiddellijke
omgeving van het bedrijf als bedoeld in het eerste lid of, indien het bedrijf gelegen is in een
winkelcentrum, buiten de onmiddellijke omgeving van dat winkelcentrum. Als onmiddellijke
omgeving van het bedrijf of winkelcentrum wordt aangemerkt de weg of het weggedeelte,
grenzende aan dat bedrijf of dat winkelcomplex en tevens een aan die weg of dat weggedeelte
aansluitende parkeerplaats.
3. Het is verboden een winkelwagentje onbeheerd achter te laten.
4. Het in het eerste lid, onder b, bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien
door de Wet milieubeheer.
Artikel 2:14a Verbod rijden met skateboards, skelters, stepjes etc.Het is verboden te rijden met skateboards, skelters, stepjes en andere soortgelijke voertuigen, indien
men hierbij hinder of schade kan veroorzaken voor de omgeving.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerpHet is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op
zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er opandere wijze
voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een
andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af
te dekken.
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.(Gereserveerd)
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen1. Het is verboden te roken in bossen, op heidegronden of binnen een afstand van dertig meter
daarvan gedurende de door burgemeester en wethouders aangewezen periode.
2. Het is verboden in bossen, op heidegronden of binnen een afstand van honderd meter daarvan,
voor zover het de open lucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg
te werpen of te laten liggen.
3. Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde
onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover het roken plaatsvindt in gebouwen
en aangrenzende erven.
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp(Vervallen)
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen(Vervallen)
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk
voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting
worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
2. Het bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de
Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet of de Belemmeringenwet Privaatrecht.
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn(Vervallen)
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs1. Het is verboden:
voor het publiek toegankelijke ijsvlakten te beschadigen, te verontreinigen, te versperren
of de personen daarop op enige andere wijze te belemmeren of in gevaar te brengen;a.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20196
b. bakens of andere voorwerpen ten behoeve van de veiligheid geplaatst op de onder a bedoelde
ijsvlakten te verplaatsen, weg te nemen, te beschadigen of op enige andere wijze het gebruik
daarvan te verijdelen of te belemmeren.
2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het
Wetboek van Strafrecht of de provinciale vaarwegenverordening.
Paragraaf 6a: Verboden slaapverblijf
Artikel 2:23a Slaapverblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen1. Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang op de weg, al dan niet in een motorvoertuig,
te slapen, dan wel op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent, caravan of soortgelijk of
ander onderkomen te plaatsen met het kennelijke doel dit als slaapplaats te gebruiken of daarin
te overnachten dan wel de gelegenheid daartoe te bieden.
2. Het verbod geldt niet voor zover daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de
Huisvestingswet, de Wet ruimtelijke ordening of het Arbeidstijdenbesluit vervoer.
3. Het bepaalde in het tweede lid geldt niet indien er sprake is van hinder of overlast.
Paragraaf 6b: Veiligheid op het strand
Artikel 2:23b Aanleggen van vuur en barbecue op het strand1. Het is verboden op het strand of in de duinen een vuur aan te leggen, te voeden of te onderhouden.
2. De burgemeester kan van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen, voor zover het betreft
het aanleggen, voeden of onderhouden van een vuur op door burgemeester en wethouders
aangewezen en als zodanig herkenbare plaatsen.
3. Het is verboden te barbecueën in de duinen.
4. Het is verboden op het strand tussen 00.00 en 19.00 uur te barbecueën.
5. De burgemeester kan van het verbod in het derde en vierde lid ontheffing verlenen.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:23c Skivliegen en dergelijke1. Het is de bestuurder van een motorboot, waaronder begrepen een jetski, dan wel motorvoertuig
verboden de boot dan wel motorvoertuig te gebruiken voor het voorttrekken van een of meer
personen die zich, direct of indirect verbonden met de boot dan wel het motorvoertuig,
voortbewegen door de lucht aan een parachute, een vlieger of een soortgelijk voorwerp.
2. Het is verboden zich door een motorboot dan wel het motorvoertuig door de lucht te laten
voortbewegen aan een parachute, een vlieger of een soortgelijk voorwerp.
Artikel 2:23d Veiligheid zwemmen en baden1. Het is verboden te zwemmen of te baden op die plaatsen waar dat door burgemeester en
wethouders op of vanaf het strand is kenbaar gemaakt. Dit kenbaar maken geschiedt door middel
van plaatsing van borden of op andere, door burgemeester en wethouders te bepalen, wijze.
2. Bij afgaand water en aflandige wind, zomede ter plaatse waar en wanneer dat op de wijze als
bedoeld in het eerste lid is kenbaar gemaakt, is het verboden zich met een luchtbed, luchtband
of enig ander voorwerp, waarmee men zich drijvende kan houden, vanaf het strand in zee te gaan
of zich daarmee in zee te bevinden.
Artikel 2:23e Kite-, wind- en golfsurfen1. Het is verboden de kite-, wind en golfsurfsport te beoefenen:
tussen zonsondergang en zonsopgang;a.
b. binnen de uitsluitend voor snelle motorboten bestemde en daartoe bebakende of betonde
gebieden;
c. binnen de betonde of bebakende vaargeul indien er beroepsvaart nadert;
d. in de havens, de sluizen en in de aanloopgebieden naar de havens en de sluizen;
e. op het water en op het strand, daar waar daar waar burgemeester en wethouders dit blijkens
een openbaar gemaakt besluit en door middel van borden of op een andere door hen te
bepalen wijze, gevaarlijk achten voor de veiligheid van de strandgasten of de zwemmers.
2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de
Vaarwegenverordening Zuid-Holland, de Verordening Watergebieden en Pleziervaart Zuid-Holland
of een verordening van het daartoe bevoegde recreatieschap.
Artikel 2:23f (Bedrijfsmatige) sportactiviteiten op het strandHet is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders in de uitoefening van een beroep
of bedrijf sportactiviteiten op het strand te organiseren.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20197
Artikel 2:23g Vaartuigen op zeeHet is verboden zich met een vaartuig te bevinden in die gedeelten van de zee of op die gedeelten van
het strand, waar burgemeester en wethouders dit volgens een openbaar bekend gemaakt besluit, en
door middel van borden of op een andere door hen te bepalen wijze, gevaarlijk achten voor de veiligheid
van de strandgasten of zwemmers.
Artikel 2:23h Motorvoertuigen, bespannen en onbespannen wagens en (brom)fietsen1. Het is verboden het strand te berijden met motorvoertuigen, bespannen- en onbespannen wagens
en (brom-)fietsen of deze daar achter te laten. Dit verbod geldt niet voor kinderwagens,
wandelwagentjes, invalidenwagens en andere soortgelijke voertuigen, welke met de hand worden
voortgetrokken of voortgeduwd.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod ontheffing verlenen.
3. Het verbod is niet van toepassing op:
a. motorvoertuigen in gebruik bij politie, waterschap, rijksdiensten, gemeenten,
hulpverleningsinstanties en reddingsbrigades;
b. het zich in een karretje of wagen door een meerlijnsvlieger of een zeil laten voorttrekken op
een door burgemeester en wethouders bij een openbaar bekend gemaakt besluit aangewezen
strandgedeelte.
Artikel 2:23i Overnachten op het strandHet is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang op het strand, in de duinen of de onmiddellijk
daaraan grenzende wegen of andere voor publiek toegankelijke plaatsen te overnachten.
Artikel 2:23j Overlast op het strandHet is verboden gedurende het badseizoen:
a. op het strand, in de duinen of in zee enig spel te beoefenen, te vissen, dan wel een of meerdere
lijnen te spannen of afsluitingen of andere werken te maken of te hebben, indien daardoor overlast
of gevaar voor personen dan wel beschadiging van goederen wordt veroorzaakt of is te duchten;
b. op de voor het publiek toegankelijke wegen, voetpaden of trappen naar het strand te blijven staan,
te zitten of te liggen, dan wel daarop of daarvoor voorwerpen te plaatsen of mede te voeren,
waardoor de vrije doortocht over die wegen, voetpaden of trappen wordt of kan worden
belemmerd;
c. het onder letter a gestelde verbod voor wat betreft het vliegeren met meerlijns bestuurbare vliegers
geldt zowel gedurende als buiten het badseizoen niet voor het door burgemeester en wethouders
bij openbaar bekend te maken besluit aan te wijzen strandgedeelte.
Artikel 2:23k Paarden, pony’s, honden op het strand1. Het is verboden een paard of pony tussen 09.00 en 19.00 uur gedurende het badseizoen op het
strand te laten lopen of op het strand te berijden.
2. Het is verboden een hond gedurende het badseizoen tussen 09.00 en 19.00 uur op het strand te
laten verblijven, anders dan vastgebonden aan ketting, riem of koord of enig ander middel tot
vasthouden niet langer dan drie meter.
3. Het is verboden een hond gedurende het badseizoen tussen 09.00 en 19.00 uur op het strand
aanwezig te hebben, daar waar burgemeester en wethouders dit blijkens een openbaar bekend
te maken besluit en door middel van borden of op een andere door hen te bepalen wijze, hinderlijk
achten voor de strandgasten.
4. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod in het eerste en derde lid ontheffing verlenen.
5. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op paarden in gebruik bij de politie.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Paragraaf 7. Evenementen
Artikel 2:24 Begripsbepaling1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van
vermaak, met uitzondering van:
a. bioscoopvoorstellingen;
b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22
van deze verordening;
c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20198
e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening.
2. Onder een evenement wordt mede verstaan:
a. een herdenkingsplechtigheid;
b. een braderie;
c. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de
weg;
d. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg.
Artikel 2:25 Evenement1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement
te organiseren.
2. De burgemeester kan categorieën evenementen aanwijzen, waarvoor vrijstelling van de
vergunningsplicht of een meldingsplicht geldt, dan wel een meerjarige vergunning voor drie jaar
verleend kan worden.
3. Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien:
a. het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 150 personen, en;
b. het evenement tussen 09.00 en 23.00 uur plaats vindt van maandag tot en met zaterdag, en;
c. het evenement tussen 13:00 en 23:00 uur plaats vindt op een zon- of feestdag, en;
d. er geen ander evenement in de nabijheid plaatsvindt en;
e. geen muziek ten gehore wordt gebracht en geen overlast gevende op- en
afbouwwerkzaamheden plaatsvinden voor 07.00 uur of na 23.00 uur en het equivalente
geluidsniveau op een afstand van vijf meter van de geluidsbron niet meer bedraagt dan 65
dB(A), en;
f. het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins
een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;
g. slechts kleine objecten worden geplaatst op een oppervlakte van maximaal 10 m2 per object.
De afzonderlijke objecten mogen qua oppervlakte bij elkaar opgeteld niet meer dan 75 m2
bedragen, en;
h. er een organisator is en de organisator uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan het
evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester, door middel van een door
de burgemeester vastgesteld meldingsformulier, en;
i. er geen alcoholhoudende dranken bedrijfsmatig worden verstrekt.
4. De burgemeester kan binnen twee werkdagen na ontvangst van de melding besluiten het
organiseren van een evenement als bedoeld in het derde lid te verbieden, indien daardoor de
openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
5. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties
waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:26 OrdeverstoringHet is verboden bij een evenement de orde te verstoren.
Paragraaf 8. toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2.27 Begripsbepalingen1. In deze paragraaf wordt verstaan onder openbare inrichting:
een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, strandpaviljoen, buurthuis
of clubhuis;a.
b. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken
of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt of bereid;
c. een bij de openbare inrichting behorend terras.
2. In deze paragraaf wordt verstaan onder terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare
inrichting liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding
dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid
of verstrekt.
3. In deze paragraaf wordt verstaan onder exploitant: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon
voor wiens rekening en risico de openbare inrichting wordt geëxploiteerd alsmede de tot
vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 20199
4. In deze afdeling wordt verstaan onder leidinggevende: de natuurlijke persoon die al dan niet
samen met de exploitant onmiddellijk leiding geeft aan de exploitatie van de openbare inrichting.
5. In deze paragraaf wordt verstaan onder bezoeker: degene die aanwezig is in de openbare inrichting
met uitzondering van:
a. de exploitant;
b. de leidinggevende;
c. het personeel krachtens een op schrift gestelde arbeidsovereenkomst met de exploitant in
de openbare inrichting werkzaam is;
d. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van
Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid, van het Wetboek van
Strafrecht;
e. de personen wiens aanwezigheid in de openbare inrichting wegens dringende redenen
noodzakelijk is.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting1. Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.
2. De burgemeester weigert de vergunning indien:
a. de vestiging of exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend
bestemmingsplan, of;
b. de exploitant of de leidinggevende niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 8, eerste en
tweede lid, van de Drank- en Horecawet gestelde eisen.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk
weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de
omgeving van de openbare inrichting of openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt
beïnvloed.
4. Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester
rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin de openbare inrichting is gelegen of
zal zijn gelegen, de aard van de openbare inrichting en de spanning, waaraan het woonmilieu ter
plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie.
5. Geen vergunning is vereist voor de openbare inrichting die zich bevindt in:
a. een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voorzover de exploitatie van de
openbare inrichting een nevenactiviteit is van de winkelactiviteit.
b. een zorginstelling;
c. een ziekenhuis;
d. een museum
e. een bedrijfskantine of -restaurant.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:28a Inhoud vergunning1. De burgemeester vermeldt in de vergunning in elk geval:
de exploitant;a.
b. de adresaanduiding van de openbare inrichting;
c. de situering en de oppervlakte van het terras indien dit is toegestaan;
2. De burgemeester vermeldt in een aanhangsel bij de vergunning de leidinggevenden.
3. De exploitant meldt aan de burgemeester zijn wens:
a. een natuurlijk persoon als leidinggevende te laten bijschrijven;
b. de aantekening door te laten halen dat een leidinggevende geen bemoeienis heeft met de
exploitatie van het horecabedrijf.
4. Deze melding geldt als een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.
5. De burgemeester weigert de wijziging van het aanhangsel indien de persoon als bedoeld in het
tweede lid, niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 8, eerste en tweede lid, van de Drank- en
Horecawet gestelde eisen.
Artikel 2:29 Sluitingstijden1. Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben tussen 02.00 uur en
07.00 uur
2. In afwijking van het eerste lid is het verboden terrassen voor bezoekers geopend te hebben tussen
23.45 uur en 09.00 uur.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201910
3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste en tweede lid.
4. Voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2.28, vijfde lid, onder a, zijn de bij of krachtens
de Winkeltijdenwet geldende sluitingstijden van toepassing.
5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid of in geval
van bijzondere omstandigheden voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere
sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
2. Het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel
13b van de Opiumwet.
Artikel 2:30a Aanwezigheid exploitant of leidinggevende1. Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te houden indien in deze
inrichting niet aanwezig is:
a. de exploitant die is vermeld in de vergunning of
b. een leidinggevende die is vermeld in het aanhangsel bij de vergunning
2. In afwijking van het eerste lid is het een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1
van de Drank- en Horecawet verboden de openbare inrichting voor bezoekers geopend te houden
indien in deze inrichting niet aanwezig is:
a. de exploitant die is vermeld in de vergunning of
b. een leidinggevende die is vermeld in het aanhangsel bij de vergunning of
c. een barvrijwilliger als bedoeld in artikel 24, tweede lid, onder c, van de Drank- en Horecawet.
Artikel 2:31 Verboden gedragingenHet is verboden in een openbare inrichting:
a. de orde te verstoren;
b. zich te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op
grond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid.
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen1. In dit artikel wordt onder handelaar verstaan: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene
maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
2. De exploitant of de leidinggevende van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar
of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op
enige andere wijze overdraagt.
Artikel 2:33 Burgemeester en wethouders als bevoegd bestuursorgaanIndien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de
zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treden burgemeester en wethouders bij de toepassing van
artikel 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 2:34(Vervallen)
Paragraaf 8a Bepalingen drank- en horecawet
Artikel 2:34a BegripsbepalingIn deze paragraaf wordt verstaan onder:
a. alcoholhoudende drank;
b. horecabedrijf;
c. horecalokaliteit;
d. inrichting;
e. paracommerciële rechtspersoon;
f. sterke drank;
g. slijtersbedrijf;
h. zwak-alcoholhoudende drank;
dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201911
Artikel 2:34b Schenktijden paracommerciële rechtspersonen1. Een paracommercieel rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten
van sportieve, creatieve, religieuze aard kan, onverminderd artikel 2:29, alcoholhoudende drank
uitsluitend verstrekken vanaf twee uur voor de aanvang en tot uiterlijk twee uur na afloop van
een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon.
2. Overige paracommerciële rechtspersonen kunnen, onverminderd artikel 2:29, alcoholhoudende
drank uitsluitend verstrekken vanaf 12.00 uur tot uiterlijk 2.00 uur ten tijde van een activiteit die
wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon.
3. Een paracommercieel rechtspersoon verstrekt geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten
van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks
bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, als dit zou leiden tot
oneerlijke mededinging.
Artikel 2:34c Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in een inrichting:
waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in de hoofdzaak geringe etenswaren,
zoals belegde broodjes, patates frites en snacks, worden verkocht, of;a.
b. waarin onderwijs wordt gegeven, met dien verstande dat dit verbod niet van toepassing is
op een inrichting waarin onderwijs wordt gegeven in het volgen van een horeca-opleiding,
of;
c. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties
of instellingen, of;
d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties
of instellingen, of;
e. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voorpassagiers van een openbaar
vervoerbedrijf, of.
2. De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de
zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en
Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-
alcoholhoudende drank;
3. De burgemeester kan voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard op aanvraag ontheffing
verlenen van het in eerste lid gestelde verbod;
4. De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan de ontheffing kunnen voorschriften
worden verbonden.
Artikel 2:34d Koppeling toegang aan leeftijden(Gereserveerd)
Artikel 2:34e Beperking voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven(Gereserveerd)
Artikel 2:34f Verbod happy hoursTer bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden
bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse
tegen een prijs die lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het
desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:35 BegripsbepalingIn deze paragraaf wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de
uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot
kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatieDegene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een
inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de
burgemeester.
Artikel 2:37 Nachtregister(Gereserveerd)
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201912
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregisterDegene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk
leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, woonplaats, dag van aankomst en
de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10: Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden1. In dit artikel wordt verstaan onder speelgelegenheid: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid
waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden
enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen
of verloren.
2. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of
te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
a. speelautomatenhallen waarvoor op grond van artikel 30c, eerste lid, onder b, van de Wet
op de kansspelen vergunning is verleend, of;
b. speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is
vergunning te verlenen; en
c. speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld
in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als
bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel l,
onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
3. De burgemeester weigert de vergunning:
a. indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de
omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig
worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid, of;
b. indien de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan.
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:40 Kansspelautomaten1. In dit artikel wordt verstaan onder:
wet: de Wet op de kansspelen;a.
b. kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c. van de wet;
c. hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de wet;
d. laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de wet.
2. In hoogdrempelige inrichtingen zijn twee speelautomaten toegestaan, waarvan maximaal twee
kansspelautomaten.
3. In laagdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee speelautomaten toegestaan en zijn
kansspelautomaten niet toegestaan.
Paragraaf 11: Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal1. Het is verboden een krachtens artikel 174a van de Gemeentewet gesloten woning, een niet voor
publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden.
2. Het is verboden een krachtens artikel 13b van de Opiumwet gesloten voor publiek toegankelijk
lokaal of bij dat lokaal behorend erf te betreden.
3. Deze verboden gelden niet voor personen van wie aanwezigheid in de woning of het lokaal wegens
dringende reden noodzakelijk is.
4. De burgemeester is bevoegd van de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden ontheffing te
verlenen.
Artikel 2:42 Plakken en kladden1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats
zichtbaar is te bekrassen of te bekladden.
2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats
of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201913
a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen
aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen;
b. met kalk, krijt, teer, kleurstof of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen
of te doen aanbrengen;
c. door het verwijderen van vuilaanslag een afbeelding, letter, cijfer of teken tot uitdrukking
te laten komen.
3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens
wettelijk voorschrift.
4. Burgemeester en wethouders kunnen aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van
meningsuitingen en bekendmakingen.
5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor bet aanbrengen
van handelsreclame.
6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbrengen van
meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de
meningsuitingen en bekendmakingen.
7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een
opsporingsambtenaar op diens eerste vordering direct ter inzage af te geven.
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.1. Het is verboden op de weg of openbaar water te vervoeren of bij zich te hebben enig aanplakbiljet,
aanplakdoek, kalk, teer, kleurstof, verfstof of verfgereedschap.
2. Dit verbod is niet van toepassing indien de genoemde materialen of gereedschappen niet zijn
gebruikt of niet zijn bestemd voor handelingen als verboden in artikel 2:42.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen1. Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang op de weg te vervoeren of bij zich te
hebben: lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of
middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen,
onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te
vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
2. Het verbod is niet van toepassing indien de genoemde gereedschappen, voorwerpen of middelen
niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd voor de in het eerste lid bedoelde handelingen.
3. Het is verboden op de weg in de nabijheid van winkels, gedurende de openingstijden daarvan,
te vervoeren of aanwezig te hebben een tas die er kennelijk toe is uitgerust om het plegen van
winkeldiefstal te vergemakkelijken.
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.1. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden zonder ontheffing van burgemeester en
wethouders zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen,
plantsoenen, groenstroken of grasperken, buiten de daarin gelegen wegen of paden.
2. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.(Vervallen)
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen1. Het is verboden:
op een openbare plaats te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument,
overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere
afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair;
a.
b. al dan niet met gebruikmaking van instrumenten, toestellen of machines, zich op te houden
op een wijze die aan andere gebruikers of aan bewoners van nabij die openbare plaats
gelegen woningen of andere gebouwen, onnodig overlast of hinder veroorzaakt.
2. Het vorige lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel
424, 426bis of 431 Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 2:48 Hinderlijk drankgebruik1. Het is verboden op een openbare plaats alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken
flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben, indien dit gepaard
gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat aantasten of
anderszins overlast veroorzaken.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201914
2. Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door burgemeester en
wethouders aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen,
blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
3. Het bepaalde in het tweede lid geldt niet voor:
a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en
Horecawet, en;
b. de plaats niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt
krachtens artikel 35 van de Drank- en Horecawet.
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen1. Het is verboden:
zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden;a.
b. zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten
of te liggen.
2. Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en
soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich
zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van
een dergelijk gebouw.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimtenHet is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of
op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een
ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen:
portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen
of voor een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een
portiek indien:
a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van het gebouw of de portiek;
b. daardoor die ingang versperd wordt.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt e.d.Het is verboden op de door burgemeester en wethouders of de burgemeester aangewezen uren en
plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door burgemeester en wethouders of de
burgemeester aangewezen terrein waar een markt, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden
wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:53 Bespieden van personen1. Het is verboden zich in de nabijheid van een persoon dan wel een gebouw, woonwagen of
woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon dan wel een zich in dit gebouw,
deze woonwagen of dit woonschip bevindende persoon, te bespieden.
2. Het is verboden door middel van een verrekijker of enig ander optisch instrument een zich in een
gebouw, woonwagen, woonschip of op niet-openbaar toegankelijk gebied bevindende persoon
te bespieden
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur(Gereserveerd)
Artikel 2:55 Nodeloos Alarmeren(Gereserveerd)
Artikel 2:56 Alarminstallaties(Gereserveerd)
Artikel 2:57 Loslopende honden1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:
op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats,
zandbak of speelweide of op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen
plaats;
a.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201915
b. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is;
c. buiten de bebouwde kom op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats
indien de hond niet is aangelijnd; of
d. op de weg binnen de bebouwde kom, zonder dat die hond voorzien is van een halsband of
een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste
lid, onder b, niet geldt.
3. De verboden genoemd in het eerste lid, onder a tot en met c, gelden niet voor zover de eigenaar
of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden of als
een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot sociale hulphond
en/of geleidehond.
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden1. De eigenaar of houder van een hond of hij die een hond onder zich heeft, is verplicht de
uitwerpselen van de hond terstond te verwijderden indien hij zich met de hond binnen de
bebouwde kom op de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats of op een andere door
burgemeester en wethouders aangewezen plaats begeeft.
2. De in het eerste lid genoemde verplichting geldt niet op de door burgemeester en wethouders
aangewezen uitlaatplaatsen.
3. Het is de eigenaar of houder van een hond of hij die een hond onder zich heeft verboden zich
binnen de bebouwde kom met de hond op de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats
of op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats te begeven zonder een
deugdelijk hulpmiddel voor het opruimen van de uitwerpselen van de hond bij zich te hebben.
4. Het in het derde lid bedoelde hulpmiddel dient op eerste verzoek van de toezichthoudende
ambtenaar direct te worden getoond.
5. Het is verboden uitwerpselen al dan niet rechtstreeks te verwijderen via het riool.
6. Onder een deugdelijk hulpmiddel zoals omschreven in het derde lid, wordt verstaan, een
hulpmiddel dat gezien de vorm en constructie dient tot het opruimen van hondenuitwerpselen.
Onder een deugdelijk hulpmiddel wordt in ieder geval verstaan: een plastic of papieren zakje;
7. Burgemeester en wethouders kan van het in het eerste lid gestelde gebod en van het in het derde
lid gestelde verbod in zeer bijzondere gevallen ontheffing verlenen.
8. Het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid is niet van toepassing op visueel gehandicapten,
die geleid worden door een geleidehond of de houder van een hond welke is opgeleid door de
Stichting Sociale Honden voor Gehandicapten Nederland of door de Stichting Servicehonden
voor Auditief of Motorisch Gehandicapten en aan de houder ter beschikking is gesteld in verband
met een motorisch gebrek.
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden1. Indien de burgemeester een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan hij
de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen
voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander.
2. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden
met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.
3. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden
van een muilkorf die:
a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen;
b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering
zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en
c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een
geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.
4. Onverminderd artikel 2:57, eerste lid, aanhef en onder c, dient een hond als bedoeld in het eerste
lid voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek
identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is.
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer dieren te houden op een
wijze die voor omwonenden (stank)overlast of (geluid)hinder geeft of toe te laten dat deze
handelingen worden verricht.
2. Het is verboden op door burgemeester en wethouders ter voorkoming of opheffing van overlast
of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van
de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201916
a. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door burgemeester en wethouders
in het aanwijzingsbesluit gestelde regels;
b. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven;
c. te voeren.
3. Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen op een
plaats die krachtens het tweede lid is aangewezen, ontheffing verlenen van een of meer verboden
bedoeld in het tweede lid.
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:61 Wilde dieren(Gereserveerd)
Artikel 2:61a Verontreiniging door paarden1. De eigenaar of houder van een paard is verplicht ervoor te zorgen dat dit paard zich niet van
uitwerpselen ontdoet op de openbare weg, het fietspad, paden bestemd voor wandelaars, of
andere wegen binnen de bebouwde kom.
2. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven
indien de eigenaar of houder van het paard er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk
worden verwijderd.
3. De eigenaar of houder van een paard dient op eerste verzoek van de opsporingsambtenaar de
uitwerpselen te ontdoen van de openbare weg, het fietspad, paden bestemd voor wandelaars, of
andere wegen gelegen binnen de bebouwde kom, dit op straffe van bestuursdwang als bedoeld
in 5:21 Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2:62 Loslopend veeDe rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens (vee) die zich bevinden in een aan
een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering,
is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan
bereiken.
Artikel 2:63 Duiven1. De rechthebbende op duiven is verplicht ervoor te zorgen dat die duiven niet kunnen uitvliegen
tussen 8.00 uur en 18.00 uur in een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdvak dat ligt
tussen 1 maart en 1 juni.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit gebod.
3. Het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de
provinciale verordening.
Artikel 2:64 Bijen1. Het is verboden bijen te houden:
binnen een afstand van dertig meter van woningen of andere gebouwen waar overdag
mensen verblijven;a.
b. binnen een afstand van dertig meter van de weg.
2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet indien op een afstand van ten hoogste zes meter
vanaf de korven of kasten een afscheiding is aangebracht van twee meter hoogte of zoveel hoger
als noodzakelijk is om het laag uit- en invliegen van de bijen te voorkomen.
3. Het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod geldt niet voor zover de bijenhouder
rechthebbende is op de woningen of gebouwen als bedoeld in dat lid.
4. Het in het eerste lid, aanhef en onder b, gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin
geregelde onderwerp wordt voorzien door Provinciaal wegenreglement.
5. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:65 Bedelarij1. Het is verboden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om
geld of andere zaken.
Paragraaf 12: Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:66 BegripsbepalingIn deze afdeling wordt verstaan onder:
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201917
a. handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond
van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
b. verkoopregister: het aantekening houden van het verkopen of op andere wijze overdragen van
alle gebruikte en ongeregelde zaken door de handelaar, in een doorlopend en door of namens
de burgemeester gewaarmerkt schrift.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister1. De handelaar is verplicht een verkoopregister bij te houden en daarin onverwijld op te nemen:
het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;a.
b. de datum van verkoop of overdracht van het goed;
c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen – voor zover dat mogelijk is – soort,
merk en nummer van het goed;
d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en
e. de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.
2. De burgemeester kan bepalen dat de verplichting als bedoeld in lid 1 tevens via het Digitaal
Opkopersregister kan geschieden.
3. De burgemeester kan vrijstelling verlenen van deze verplichtingen.
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van StrafrechtDe handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
a. de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:
dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres
van de bij zijn onderneming behorende vestiging;1.
2. van een verandering van de onder a bedoelde adressen;
3. dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
4. dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de
rechthebbende verloren is gegaan;
b. de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;
c. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van
de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;
d. een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste vijf dagen in bewaring te houden in de
staat waarin het goed verkregen is.
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen(Gereserveerd)
Artikel 2:70(Gereserveerd)
Paragraaf 13. Vuurwerk
Artikel 2:71 BegripsbepalingenIn deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: vuurwerk waarop het (Vuurwerkbesluit)
van toepassing is.
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen1. Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter
beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een
vergunning van burgemeester en wethouders.
2. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling1. Het is verboden consumentenvuurwerk te bezigen op een door burgemeester en wethouders in
het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats.
2. Het is verboden consumentenvuurwerk op een openbare plaats te bezigen als dat gevaar, schade
of overlast kan veroorzaken.
3. De vorige leden gelden niet in situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder
1, van het Wetboek van Strafrecht.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201918
Artikel 2:73a Verbod carbid schieten1. Het is verboden in de open lucht carbid te schieten.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
3. Dit artikel is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer, de Wet wapens en munitie, de
Wet milieugevaarlijke stoffen, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht
van toepassing is.
Paragraaf 14. Drugsoverlast
Artikel 2:74 Drugshandel op de openbare wegOnverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden
met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende
waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te
zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruikHet is verboden op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek
toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe
te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen
of stoffen voorhanden te hebben.
Artikel 2:74b Weggooien van spuiten e.d.Het is verboden om injectiespuiten of onderdelen daarvan zoals naalden, reservoirs, zuigers e.d. of
daarop gelijkende voorwerpen op of aan de openbare weg dan wel in afvalbakken achter te laten met
het kennelijke doel om afstand van het voorwerp te doen.
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare
plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophoudingDe burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen
ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats
indien deze personen het bepaalde in de volgende artikelen overtreden:
a. artikel 2:1 (samenscholing en ongeregeldheden);
b. artikel 2:1a (messen en andere voorwerpen)
c. artikel 2:10 (het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie
daarvan);
d. artikel 2:11 (aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg);
e. artikel 2:16 (openen straatkolken en dergelijke);
f. artikel 2:23b (aanleggen van vuur en barbecue op het strand);
g. artikel 2:23i (overlast op het strand);
h. artikel 2:47 (hinderlijk gedrag op openbare plaatsen);
i. artikel 2:48 (hinderlijk drankgebruik);
j. artikel 2:49 (verboden gedrag bij of in gebouwen);
k. artikel 2:50 (hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten);
l. artikel 2:73 (bezigen van vuurwerk tijdens de jaarwisseling);
m. artikel 5:34 (verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken).
Artikel 2:76 VeiligheidsrisicogebiedenDe burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare
orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een
gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij
behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen1. De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewette besluiten tot
plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare
plaats.
2. De burgemeester heeft de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid eveneens ten aanzien van
andere openbare plaatsen. Deze openbare plaatsen worden aangewezen door de raad.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201919
Artikel 2:78 Gebiedsontzegging1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast,
het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van
personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan degene die strafbare feiten of openbare
orde verstorende handelingen verricht een verbod opleggen om zich gedurende drie
aaneengesloten dagen te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid
waarvan de gedragingen hebben plaatsgehad.
2. Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan degene aan
wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt
geconstateerd dat hij opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht,
een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste
acht weken te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan
de gedragingen hebben plaatsgehad.
3. Een verbod krachtens het tweede lid kan slechts worden opgelegd indien de strafbare feiten of
openbare orde verstorende handelingen binnen zes maanden na het opleggen van een eerder
verbod, opgelegd op grond van het eerste of tweede lid, zijn geconstateerd.
4. De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede gestelde verboden, indien dat in verband
met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is.
Artikel 2:78a Verblijfsverbod1. De burgemeester kan gebieden, terreinen of (recreatie)parken aanwijzen waar personen zich niet
mogen ophouden of verblijven op de door de burgemeester vastgestelde tijden.
2. De burgemeester kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
HOOFDSTUK 3 REGULERING PROSTITUTIE, SEKSBRANCHE EN AANVERWANTE
ONDERWERPENParagraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 3:1 AfbakeningDe artikelen 1:2, 1:3 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk
bepaalde.
Artikel 3:2 BegripsbepalingIn dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- advertentie: elke commerciële uiting in een medium, die een seksbedrijf of een prostituee onder
de aandacht van het publiek brengt;
- bevoegd bestuursorgaan: het college of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande
gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de
burgemeester;
- escortbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie in de
vorm van bemiddeling tussen klant en prostituee;
- exploitant: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wiens rekening en risico het seksbedrijf
wordt geëxploiteerd alsmede de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde
natuurlijke persoon.
- klant: degene die gebruik maakt van de door een exploitant van een prostitutiebedrijf of een
prostituee aangeboden seksuele diensten;
- leidinggevende: de natuurlijke persoon die al dan niet samen met de exploitant onmiddellijk
leiding geeft aan de exploitatie van de openbare inrichting.
- prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een
ander tegen betaling;
- prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander
tegen betaling;
- prostitutiebedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie;
- seksbedrijf: de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of tot
het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig
aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling;
- seksinrichting: voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf;
Paragraaf 2 Vergunning seksbedrijf
Artikel 3:3 Vergunning1. Het is verboden een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning van het bevoegde
bestuursorgaan.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201920
2. Het bevoegde bestuursorgaan beslist binnen twaalf weken op de aanvraag om een vergunning.
3. De in het tweede lid gestelde termijn kan door de burgemeester met ten hoogste twaalf weken
worden verlengd.
4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
5. Een vergunning kan mede voor één seksinrichting worden verleend.
6. De vergunning wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd verleend aan de exploitant en op diens
naam gesteld. De vergunning is niet overdraagbaar.
7. De vergunning kan worden verlengd.
Artikel 3:4 Concentratie seksinrichtingenBurgemeester en wethouders kunnen delen van de gemeente aanwijzen waarbinnen voor het vestigen
van een seksinrichting geen vergunning wordt verleend. Daarbij kan worden bepaald dat de aanwijzing
slechts geldt voor seksinrichtingen van seksbedrijven van een nader aangewezen aard.
Artikel 3:5 Raamprostitutiebedrijven en maximering aantal seksinrichtingen1. Voor het uitoefenen van een raamprostitutiebedrijf wordt geen vergunning verleend.
2. Burgemeester en wethouders kunnen een maximum stellen aan het totaal aantal seksinrichtingen
van seksbedrijven, niet zijnde raamprostitutiebedrijven, waarvoor vergunning kan worden verleend.
Artikel 3:6 Aanvraag1. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door het bevoegde
bestuursorgaan vastgesteld formulier.
2. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke activiteit vergunning wordt
gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:
a. de persoonsgegevens van de exploitant;
b. het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;
c. of in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag de exploitant een vergunning voor een
seksbedrijf is geweigerd of een aan de exploitant verleende vergunning voor een seksbedrijf
is ingetrokken;
d. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
e. het adres van een onder het seksbedrijf vallende seksinrichting;
f. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt;
g. een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van
de exploitant;
h. indien van toepassing, de verblijfstitel van de exploitant;
i. een actuele verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen, verstrekt door de
Belastingdienst;
j. bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimtes bestemd
voor de uitoefening van het seksbedrijf;
k. indien van toepassing, de plaatselijke ligging van de seksinrichting waarvoor vergunning
wordt aangevraagd, door middel van een situatieschets met een noordpijl en
schaalaanduiding;
l. indien van toepassing, de plattegrond van de seksinrichting waarvoor vergunning wordt
aangevraagd, door middel van een tekening met een schaalaanduiding;
m. bedrijfsplan als bedoeld in artikel 3:15 van deze verordening.
3. Als er een leidinggevende is aangesteld, is het tweede lid, onder a, b, c, g en h, van
overeenkomstige toepassing op de leidinggevende.
4. Als het bevoegde bestuursorgaan kan aanvullende gegevens of bescheiden verlangen.
Artikel 3:7 Weigeringsgronden1. Een vergunning wordt geweigerd als:
de exploitant of de leidinggevende onder curatele staat;a.
b. de exploitant of de leidinggevende is ontzet uit het ouderlijk gezag of de voogdij;
c. de exploitant of de leidinggevende onherroepelijk is veroordeeld voor een gewelds- of
zedendelict of voor mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is;
d. de exploitant of de leidinggevende de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;
e. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag
vermelde in overeenstemming zal zijn;
f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aanvrager in strijd zal handelen met aan
de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften;
g. er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn
die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige
personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201921
mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de
Vreemdelingenwet 2000;
h. de exploitant of leidinggevende minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning
wordt aangevraagd, wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een
onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes maanden;
i. de exploitant of leidinggevende minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning
wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk
veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500,- euro of meer of tot een andere
hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht,
wegens dan wel mede wegens overtreding van:
1°. bepalingen, gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de
Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en hoofdstuk 3 van de Algemene
plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016;
2°. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 416, 417, 417bis, 420bis tot en met 420quinquies,
426 en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;
3°. artikel 69 van de Algemene wet rijksbelastingen;
4°. de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163
van de Wegenverkeerswet 1994;
5°. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;
6°. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
j. er een maximum als bedoeld in artikel 3:5 is bereikt;
k. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd op zal leveren met een geldend
bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd, een
beheersverordening.
2. Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid, onder h, wordt gelijk gesteld:
3. De periode van vijf jaar, bedoeld in het eerste lid, onder h en i, wordt bij de intrekking van een
vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.
4. Voor de berekening van de periode van vijf jaar, bedoeld in het eerste lid, onder h en i, telt de
periode waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is ondergaan, niet mee.
5. Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:
Artikel 3:8 Eisen met betrekking tot vergunning1. De vergunning vermeldt in ieder geval:
de exploitant;a.
b. indien van toepassing, de leidinggevende;
c. voor welke activiteit de vergunning is verleend;
d. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
e. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt;
f. indien van toepassing, het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting
waarvoor de vergunning mede is verleend;
g. de voorschriften of beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden;
h. de geldigheidsduur van de vergunning;
2. De exploitant draagt er zorg voor dat de vergunning of een afschrift daarvan zichtbaar aanwezig
is in de seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend, en dat tevens aan de buitenzijde
van de seksinrichting zichtbaar is dat hij over een vergunning voor die seksinrichting beschikt.
Artikel 3:9 Intrekkingsgronden1. De vergunning wordt ingetrokken als:
de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn dat op de aanvraag een
andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens
bekend waren geweest;
a.
b. de vergunning in strijd met een wettelijk voorschrift is gegeven;
c. is gehandeld in strijd met de artikelen 3:10, 3:13, aanhef en onder a, 3:14, eerste lid, 3:15 en
3:17, eerste lid, en tweede lid, aanhef en onderdeel b, aanhef en onder 1°;
d. zich binnen het seksbedrijf feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen, dat het van
kracht blijven van de vergunning gevaar oplevert voor de openbare orde of veiligheid;
e. zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met i;
f. de exploitant dat verzoekt;
g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met een geldend bestemmingsplan, een
beheersverordening, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4 van deze verordening.
2. De vergunning kan worden geschorst of ingetrokken als:
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201922
a. is gehandeld in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;
b. in verband met gewijzigde wettelijke voorschriften, gewijzigde omstandigheden of gewijzigde
inzichten de bescherming van de belangen met het oog waarop het vergunningsvereiste is
gesteld, zwaarder wegen dan het belang van de vergunninghouder bij behoud van de
vergunning;
c. een niet in de vergunning vermelde persoon exploitant of leidinggevende is geworden;
d. is gehandeld in strijd met een of meer van de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde
bepalingen, onverminderd het eerste lid, aanhef en onder c;
e. is gehandeld in strijd met de in het bedrijfsplan beschreven maatregelen;
f. zich binnen het seksbedrijf feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van
kracht blijven van de vergunning gevaar oplevert voor de woon- en leefomgeving of de
gezondheid van prostituees of klanten;
g. de exploitant of de leidinggevende het toezicht op de naleving van het in dit hoofdstuk
bepaalde belemmert of bemoeilijkt;
h. er bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn die onherroepelijk zijn veroordeeld voor
een gewelds- of zedendelict of voor mensenhandel;
i. gedurende ten minste zes maanden geen gebruik is gemaakt van de vergunning.
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandighedenDe exploitant meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met
de op grond van artikel 3:8, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk
aan de burgemeester. Deze verleent een gewijzigde vergunning, als het seksbedrijf aan de vereisten
voldoet.
Artikel 3:11 Verlenging vergunning1. Op een aanvraag om verlenging van een vergunning zijn de artikelen 3:3, 3:6, 3:7, 3:8 en 3:15,
derde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat actuele gegevens en bescheiden
waarover het bevoegde bestuursorgaan al beschikking heeft niet nogmaals overgelegd dienen
te worden.
2. Als ten minste twaalf weken voorafgaand aan de vervaltermijn van de vergunning verlenging van
de vergunning is aangevraagd, blijft de vergunning van kracht totdat op de aanvraag om verlenging
is besloten.
Paragraaf 3 Uitoefenen seksbedrijf
Artikel 3:12 Sluitingstijden seksinrichtingen; aanwezigheid; toegang1. Het is de exploitant en de leidinggevende verboden seksinrichting voor bezoekers geopend te
hebben of daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 02.00 uur en 07.00 uur, tenzij
bij vergunning anders is bepaald.
2. Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te bevinden gedurende de tijd dat
die inrichting gesloten dient te zijn voor bezoekers.
3. Het is een prostituee verboden zich te bevinden in een seksrichting tussen 02.00 uur en 07.00 uur,
tenzij bij vergunning anders is bepaald.
4. Het is de exploitant en de beheerder verboden personen die nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben
bereikt toe te laten of te laten verblijven in een seksinrichting.
Artikel 3:13 AdverterenHet is verboden in advertenties voor een seksbedrijf:
a. geen vermelding op te nemen van:
1° het telefoonnummer, bedoeld in artikel 3:8, eerste lid, onder e;
2° het nummer, bedoeld in artikel 3:8, eerste lid, onder i; en
3° de bedrijfsnaam;
b. vermelding op te nemen van een ander telefoonnummer dan bedoeld onder a, en
c. als het een prostitutiebedrijf betreft, onveilige seks aan te bieden of te garanderen dat prostituees
die voor of bij het betreffende bedrijf werken vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel1. Het is een exploitant verboden een prostituee voor of bij zich te laten werken die:
nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt;a.
b. in Nederland verblijft of werkt in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet
2000.
2. Het is een prostituee verboden werkzaam te zijn voor of bij een exploitant aan wie geen vergunning
voor een prostitutiebedrijf is verleend.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201923
Artikel 3:15 Bedrijfsplan1. Een prostitutiebedrijf beschikt over een bedrijfsplan, waarin in ieder geval wordt beschreven
welke maatregelen de exploitant treft:
a. op het gebied van hygiëne;
b. ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de
prostituees;
c. ter bescherming van de gezondheid van de klanten;
d. ter voorkoming van strafbare feiten.
2. De door de exploitant te treffen maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b,
waarborgen dat:
a. de hygiëne in een seksinrichting voldoet aan de algemene eisen die hiervoor in de branche
gelden en dat dit controleerbaar is;
b. inzichtelijk en controleerbaar is welke maatregelen een exploitant in zijn bedrijfsvoering en
inrichting van de werkruimten treft voor gezonde en veilige werkomstandigheden voor
prostituees;
c. in de werkruimten te allen tijde voldoende condooms met een CE-markering voor gebruik
beschikbaar zijn;
d. in de werkruimten voor de prostituees een goed functionerende alarmvoorziening aanwezig
is;
e. de prostituee zich regelmatig kan laten onderzoeken op seksueel overdraagbare
aandoeningen en door de exploitant voldoende geïnformeerd is over de mogelijkheden van
een dergelijk onderzoek;
f. de prostituee niet gedwongen wordt zich geneeskundig te laten onderzoeken;
g. de prostituee vrij is in de keuze van de arts(en) die zij wil bezoeken;
h. de prostituee klanten en diensten kan weigeren zonder dat dat voor haar andere
werkzaamheden gevolgen heeft;
i. de prostituee kan weigeren alcohol of drugs te gebruiken zonder dat dat voor haar
werkzaamheden gevolgen heeft;
j. aan de voor de exploitant werkzame beheerder voldoende professionele eisen op het gebied
van agressiebeheersing en bedrijfshulpverlening worden gesteld en waar nodig wordt
gezorgd voor scholing hierin;
k. de exploitant zich een oordeel vormt over de mate van zelfredzaamheid van de prostituee
voordat deze voor of bij hem gaat werken, teneinde vast te stellen of zij voldoet aan de eisen
die hij hiervoor in zijn bedrijfsplan heeft opgenomen;
l. de exploitant voor elke voor of bij hem werkzame prostituee kan aantonen onder welke
verhuur- of arbeidsvoorwaarden zij haar diensten aanbiedt;
m. de exploitant of leidinggevende zich er regelmatig van vergewist dat de prostituee niet door
derden gedwongen wordt tot prostitutie en dat hij in dit kader informatie van
hulpverleningsinstanties ter beschikking stelt;
n. de exploitant aan de voor of bij hem werkzame prostituees informatie ter beschikking stelt
over de mogelijkheden om hulp te krijgen als een prostituee wil stoppen met haar werk in
de prostitutie;
o. de overlast aan de omgeving van de onder het seksbedrijf vallende seksinrichtingen beperkt
wordt.
3. Het bedrijfsplan wordt overgelegd bij de aanvraag om een vergunning.
4. De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan de
burgemeester. De wijziging wordt na goedkeuring van de burgemeester als onderdeel van het
bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede
lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.
5. De rechten voor prostituees, die worden gewaarborgd op grond van het tweede lid, worden op
schrift gesteld en in een voor haar begrijpelijke taal uitgereikt aan elke prostituee die werkzaam
is voor of bij de exploitant.
6. In de seksinrichting wordt in ten minste twee talen en voor de klant goed zichtbaar bekend gemaakt
dat een prostituee klanten en diensten mag weigeren en mag weigeren alcohol of drugs te
gebruiken.
Artikel 3:16 Minimale verhuurperiode werkruimte(gereserveerd)
Artikel 3:17 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder prostitutiebedrijf1. De exploitant of de leidinggevende is aanwezig gedurende de uren dat het prostitutiebedrijf
daadwerkelijk wordt uitgeoefend.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201924
2. De exploitant van een prostitutiebedrijf draagt er zorg voor dat:
de voor of bij het prostitutiebedrijf werkzame prostituees redelijkerwijs hun eigen werktijden
kunnen bepalen;a.
b. er een deugdelijke bedrijfsadministratie wordt gevoerd waarin de actuele gegevens zijn
opgenomen van in ieder geval;
1°. de voor of bij het prostitutiebedrijf werkzame prostituees;
2°. de verhuuradministratie;
3°. met betrekking tot alle voor of bij het prostitutiebedrijf werkzame prostituees, de
documentatie die ten grondslag ligt aan de vorming van het oordeel over de mate van
zelfredzaamheid, bedoeld in artikel 3:15, tweede lid, onder k;
4°. de werkroosters van de beheerders;
c. de bedrijfsadministratie met inachtneming van de wettelijke termijnen wordt bewaard en
te allen tijde beschikbaar is voor toezichthouders;
d. medewerkers van de gemeentelijke gezondheidsdienst en van andere door de burgemeester
of het college aangewezen instellingen worden toegelaten tot seksinrichtingen als ze
voornemens zijn voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren of voorlichtingsmateriaal
te verspreiden;
e. onverwijld bij de politie wordt gemeld ieder signaal van mensenhandel of andere vormen
van dwang en uitbuiting;
f. onverwijld aan de burgemeester wordt gemeld als gedurende ten minste één maand geen
gebruik gemaakt zal worden van de vergunning. Deze melding vermeldt de reden en de
verwachte duur;
g. gedaan wordt wat nodig is voor een goede gang van zaken binnen het prostitutiebedrijf.
Artikel 3:18 RaamprostitutieHet is een prostituee verboden:
a. zich vanuit een gebouw of vanuit de toegang naar een gebouw aan klanten die zich op of aan de
weg bevinden beschikbaar te stellen; en
b. passanten hinderlijk te bejegenen of zich aan passanten op te dringen dan wel zich ongekleed of
vrijwel ongekleed achter het raam van een seksinrichting of in de toegang tot een seksinrichting
op te houden.
Artikel 3:19 StraatprostitutieHet is verboden zich op of aan de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet
zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, op te houden met het kennelijke doel
zich beschikbaar te stellen voor prostitutie of op of aan de weg ontuchtige handelingen te verrichten
als dit kennelijk geschiedt in het kader van prostitutie.
Artikel 3:20 Handhaving straatprostitutie1. Met het oog op de naleving van het verbod, bedoeld in artikel 3:19, kan door een politieambtenaar
of toezichthouder het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te
verwijderen.
2. Een politieambtenaar of toezichthouder kan een persoon die zich op een weg als bedoeld in artikel
3:19 aangewezen weg bevindt, in het belang van de openbare orde, de woon- en leefomgeving,
het voorkomen of beperken van overlast, de veiligheid, de zedelijkheid of de gezondheid van
prostituees of klanten bevelen zich onmiddellijk in een door hem aangegeven richting te
verwijderen.
3. Met het oog op de in het tweede lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon
aan wie ten minste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven een bevel geven zich
gedurende ten hoogste 3 maanden niet op te houden op krachtens artikel 3:19 aangewezen wegen.
4. De burgemeester beperkt het in het derde lid bedoelde bevel, als hij dat in verband met de
persoonlijke omstandigheden van de betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op
aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.
Paragraaf 4 overige bepalingen
Artikel 3:21 Verbodsbepalingen klanten1. Het is een klant verboden seksuele handelingen te verrichten met een prostituee van wie hij weet
of redelijkerwijs moet vermoeden dat zij werkzaam is voor of bij een exploitant aan wie geen
vergunning voor een prostitutiebedrijf is verleend.
2. Het is verboden op of aan de weg of op, aan of in een andere voor publiek toegankelijke plaats
gebruik te maken van de diensten van een prostituee.
3. Het in het tweede lid genoemde verbod geldt niet in een seksinrichting waarvoor een vergunning
is verleend (en op of aan de op grond van artikel 3:19 aangewezen wegen.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201925
Artikel 3:22 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen,
afbeeldingen en dergelijke1. Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften,
aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische
aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen als de burgemeester aan de
rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen
daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt.
2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen
van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen,
die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de
Grondwet.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk
aanzien van de gemeenteParagraaf 1 Geluid- en lichthinder
Artikel 4:1 BegripsbepalingenIn deze afdeling wordt verstaan onder:
a. besluit: het Activiteitenbesluit milieubeheer;
b. inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het besluit;
c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een
inrichting drijft;
d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan een of een klein aantal inrichtingen is
verbonden;
e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;
f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet
geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen
behorende bij de betreffende inrichting;
g. geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden
aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij de
betreffende inrichting;
h. onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten1. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het besluit en artikel 4:5 van
deze verordening gelden niet voor door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te
wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
2. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de
buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148 van het besluit gelden niet voor door burgemeester en
wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te
wijzen dagen of dagdelen.
3. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen burgemeester en wethouders
bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer delen van de gemeente.
4. Burgemeester en wethouders maken de aanwijzing ten minste vier weken voor het begin van een
nieuw kalenderjaar bekend.
5. Burgemeester en wethouders kunnen wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te
voorzien was, een festiviteit direct als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.
6. Het equivalente geluidsniveau gedurende 3 minuten (LAeq 3 min) veroorzaakt door de inrichting
bedraagt niet meer dan de in de onderstaande tabel weergegeven geluidsniveaus op een hoogte
van 1,5 meter.
Tabel
2.00-7.00 uur19.00-2.00 uur7.00-19.00 uur
40 dB(A) 50 dB(A) 65 dB(A)LAeq 3 min op de gevel van gevoelige
gebouwen
25 dB(A) 35 dB(A) 50 dB(A)LAeq 3 min in in- en aanpandige gevoelige
gebouwen
7. De geluidswaarde als bedoeld in het zesde lid is inclusief onversterkte muziek, waarbij geen
verhoging van 10 dB vanwege muziekgeluid plaatsvindt en tevens de bedrijfsduurcorrectie buiten
beschouwen wordt gelaten.
8. De in de tabel aangegeven waarden op de gevel gelden ook bij gevoelige terreinen op de grens
van het terrein.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201926
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten in een inrichting1. Het is een inrichting toegestaan maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden
waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het besluit en artikel
4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste
twee weken voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis
heeft gesteld.
2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar
de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste
lid, van het besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien
werkdagen voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis
heeft gesteld.
3. Burgemeester en wethouders stellen een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.
4. De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid
ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.
De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer burgemeester en wethouders op
verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te
voorzien was, terstond toestaan.
5. Het equivalente geluidsniveau gedurende 3 minuten (LAeq 3 min) veroorzaakt door de inrichting
bedraagt niet meer dan de in de onderstaande tabel weergegeven geluidsniveaus op een hoogte
van 1,5 meter.
Tabel
2.00-7.00 uur19.00-2.00 uur7.00-19.00 uur
40 dB(A) 50 dB(A) 65 dB(A)LAeq 3 min op de gevel van gevoelige
gebouwen
25 dB(A) 35 dB(A) 50 dB(A)LAeq 3 min in in- en aanpandige gevoelige
gebouwen
6. De geluidswaarde als bedoeld in het vijfde lid is inclusief onversterkte muziek, waarbij geen
verhoging van 10 dB vanwege muziekgeluid plaatsvindt en tevens de bedrijfsduurcorrectie buiten
beschouwen wordt gelaten.
7. Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor
het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.
8. De in de tabel aangegeven waarden op de gevel gelden ook bij gevoelige terreinen op de grens
van het terrein.
Artikel 4:3a Geluidsvoorschriften voor collectieve en incidentele festiviteiten bij inrichtingen
in de buitenruimte1. Het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (LAeq,1 min) tijdens een collectieve of
incidentele festiviteit, veroorzaakt door muziekgeluid of stemgeluid afkomstig van het niet
bebouwde deel van de inrichting mag tussen 09.00 en 23.45 uur op een afstand van 10 meter van
de geluidsbron niet meer bedragen dan 85 dB(A).
2. De geluidswaarde als bedoeld in het eerste lid is inclusief onversterkte muziek, waarbij geen
verhoging van 10 dB vanwege muziekgeluid plaatsvindt en tevens de bedrijfsduurcorrectie buiten
beschouwing wordt gelaten.
3. Burgemeester en wethouders kunnen voor het gestelde in het eerste lid en tweede lid ontheffing
verlenen.
Artikel 4:4 Verboden incidentele feesten(Gereserveerd)
Artikel 4:5 Onversterkte muziek1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) bij het ten gehore brengen van
onversterkte muziek binnen inrichtingen, zoals bedoeld in artikel 2.18, eerste lid 1 onder f en vijfde
lid van het Besluit geldt dat:
a. de niveaus op de in tabel 4.5a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan
de in die tabel aangegeven waarden;
Tabel
23.00-7.00 uur19.00-23.00 uur7.00-19.00 uur
40 dB(A)45 dB(A)50 dB(A)LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
25 dB(A)30 dB(A)35 dB(A)LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige
gebouwen
60 dB(A)65 dB(A)70 dB(A)LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201927
45 dB(A)50 dB(A)55 dB(A)LAmax in in- en aanpandige gevoelige
gebouwen
b. de in tabel 4.5a aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet
gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor
het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;
c. de in tabel 4.5a aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de
grens van het terrein;
d. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft,
slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten;
e. bij het bepalen van de geluidsniveaus zoals vermeld in tabel 4.5a geen bedrijfsduurcorrectie
wordt toegepast.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod in het eerste lid ontheffing verlenen.
Artikel 4.5a Traditioneel schieten(Gereserveerd)
Artikel 4:6 Overige geluidhinder1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen
of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat
voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
2. Burgmeester en wethouders kunnen van het verbod ontheffing verlenen.
3. Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet
geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale
milieuverordening
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dierenDegene die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer de zorg heeft voor een dier, moet
voorkomen dat dit voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt.
Artikel 4:6b Geluidhinder door bromfietsen en dergelijkeHet is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zich met een motorvoertuig
of een bromfiets zodanig te gedragen, dat daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving
geluidhinder ontstaat.
Artikel 4:6c (Geluid)hinder door vrachtauto’s1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een vrachtauto als bedoeld
in artikel 1, onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens voor 07.00 uur en na
22.00 uur op zodanige wijze te laden of te lossen dat daardoor voor een omwonende of overigens
voor de omgeving (geluid)hinder wordt veroorzaakt.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid bepaalde ontheffing verlenen.
3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 4:6d Routering1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer met een vrachtauto, als
bedoeld in artikel 4:6c waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen meer
bedraagt dan 3.500 kg of die met inbegrip van de lading een lengte heeft van meer dan 6 meter
of een hoogte van meer dan 2 meter, tussen 23.00 en 07.00 uur op een andere dan door
burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit aangewezen weg te rijden.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid bepaalde ontheffing verlenen.
3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 4:6e Mosquito1. In dit artikel wordt onder een mosquito verstaan: een apparaat dat een slechts voor jongeren
hoorbare, hinderlijke hoge pieptoon produceert, met als doel groepen jongeren weg te houden
van plaatsen waar zij overlast veroorzaken.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 4:6 kan de burgemeester in het belang van de openbare
orde besluiten op een openbare plaats een mosquito aan te brengen bij gebleken ernstige overlast
door jongeren op die plaats.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201928
3. De aanwezigheid van een mosquito wordt duidelijk kenbaar gemaakt op de plaats waar deze is
aangebracht.
4. Een mosquito is alleen in werking op die tijdstippen dat overlast redelijkerwijs valt te verwachten.
5. Een mosquito wordt aangebracht voor een periode van ten hoogste zes maanden. De burgemeester
kan die periode telkens met een periode van ten hoogste zes maanden verlengen.
Paragraaf 2 Bodem, weg en milieuverontreiniging
Artikel 4:7 StraatvegenHet is verboden op een door burgemeester en wethouders ten behoeve van de werkzaamheden van
de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander
voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doenHet is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats de natuurlijke behoefte te doen
buiten de daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten
gebouwen(Vervallen)
Paragraaf 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen1. In deze afdeling wordt verstaan onder:
achtererfgebied: het achtererfgebied als bedoeld in artikel 1 van bijlage II bij het Besluit
omgevingsrecht;a.
b. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand;
c. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;
d. houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen.
2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede
het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand
ten gevolge kunnen hebben.
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders houtopstanden te vellen
of te doen vellen die staan vermeld op de lijst vermeld op bijlage 1 (Bomenlijst).
2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:
a. houtopstand in het achtererfgebied van een woning die op 130 centimeter boven het maaiveld
een diameter heeft van 20 centimeter of minder.
b. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover
bestaande uit niet geknotte populieren of wilgen;
c. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;
d. fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op
daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;
e. kweekgoed;
f. houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld;
g. houtopstand die deel uitmaakt van een als zodanig bij het Bosschap geregistreerde
bosbouwonderneming en niet gelegen is binnen een bebouwde kom, tenzij de houtopstand
een zelfstandige eenheid vormt die ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel
bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen;
h. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een
aanschrijving of last van burgemeester en wethouders.
3. Het eerste lid is niet van toepassing als de burgemeester toestemming verleent voor het vellen
van een houopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct
gevaar voor personen of goederen
4. De vergunning kan worden geweigerd op grond van:
a. de natuurwaarde van de houtopstand;
b. de landschappelijke waarde van de houtopstand;
c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;
d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand;
e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;
f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201929
5. Burgemeester en wethouders kunnen een herplantplicht opleggen onder nader te stellen
voorschriften.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 4:12 Bescherming groenvoorzieningenHet is in een voor publiek toegankelijk park of plantsoen of in bij de gemeente in onderhoud zijnde
groenstroken, grasperken of bloembakken verboden enige schade toe te brengen aan een boom of een
bloem-, gras- of heesterperk dan wel aldaar bloemen te plukken of te plaatsen.
Paragraaf 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.1. Het is verboden op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats buiten een inrichting
in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van
het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel
voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te
slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of
onderdelen daarvan;
b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan;
c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 5:6 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of
aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een
commercieel doel;
d. mest, compost, gierkelder of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild
gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen.
Het is verboden op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats een bepaald
voorwerp of bepaalde stof op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben.
2. Burgemeester en wethouders kunnen bij de aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid
nadere regels stellen.
3. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien
door Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, het Besluit landbouw milieubeheer of de
provinciale verordeningen.
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen(Gereserveerd)
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame1. Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel
van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of
ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.
2. Het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het
Activiteitenbesluit milieubeheer.
Artikel 4:16 Vergunningplicht lichtreclame(Gereserveerd)
Paragraaf 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:17 BegripsbepalingIn deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen, vaartuig of voertuig waarvoor
geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt
of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst
te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, de
beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd.
2. Het verbod geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de
rechthebbende op een terrein.
3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste
lid.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van:
a. de bescherming van natuur en landschap; of
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201930
b. de bescherming van een stadsgezicht.
5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen1. Het verbod van artikel 4:18, eerste lid is niet van toepassing op door burgemeester en wethouders
aangewezen plaatsen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen daarbij nadere regels stellen ter bescherming van de
belangen genoemd artikel 4:18, vierde lid, onder a en b.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Paragraaf 1. Parkeerexcessen
Artikel 5:1 BegripsbepalingenIn deze afdeling wordt verstaan onder:
c. voertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en
rolstoelen;
d. parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990.
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.1. Onder verhuren als bedoeld in dit artikel wordt mede verstaan:
het gebruiken van een voertuig voor het geven van lessen;a.
b. het gebruiken van een voertuig voor het vervoeren van personen tegen betaling.
2. Tot de voertuigen als bedoeld in dit artikel worden niet gerekend:
a. voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal
niet meer dan een uur vergen, en dit gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor
deze werkzaamheden;
b. voertuigen voor persoonlijk gebruik van de in het derde lid bedoelde persoon.
3. Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te
stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden:
a. drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te parkeren
binnen een cirkel met een straal van 25 meter vanaf de voorkant van het parkeerterrein van
het bedrijf;
b. de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken.
4. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het derde
lid.
5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen1. Het is verboden op een door burgemeester en wethouders aangewezen weg een voertuig te
parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste
lid.
3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:4 Defecte voertuigenHet is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken
niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:5 Voertuigwrakken1. Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in
een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren.
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201931
Artikel 5:6 Kampeermiddelen, aanhangwagens, en dergelijke1. Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden
wordt gebruikt:
a. langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op een door
burgemeester en wethouders aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is
met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte of schadelijk is voor het uiterlijk
aanzien van de gemeente, of;
b. op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar
zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid, aanhef
en onder a.
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het
Provinciaal wegenreglement of de provinciale landschapsverordening.
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen1. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg
te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod als bedoeld in het eerste lid ontheffing
verlenen.
3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6
meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door burgemeester en wethouders
aangewezen plaats, waar dit naar hun oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de
gemeente.
2. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6
meter te parkeren op een door burgemeester en wethouders aangewezen weg, waar dit parkeren
naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.
3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag,
dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.
4. Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans
en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen
op de weg worden geplaatst of gehouden.
5. Burgemeester en wethouders kunnen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden
ontheffing verlenen.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter
of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander
dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of
gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of
overlast wordt aangedaan.
2. Het verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren
van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is.
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stank verspreidende stoffen(Gereserveerd)
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen1. Het is verboden met een voertuig de groenstroken, plantsoenen, parken en van gemeentewege
aangelegde beplanting of de bermen aan te tasten.
2. Dit verbod is niet van toepassing:
a. op de weg;
b. op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid; en
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201932
c. op voertuigen waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel
zijn bestemd.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod ontheffing verlenen.
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfietsHet is verboden op door burgemeester en wethouders in het belang van het uiterlijk aanzien van de
gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare
gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde
ruimten of plaatsen te laten staan.
Paragraaf 2 Collecteren
Artikel 5:13 Inzameling van geld1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester wethouders een openbare inzameling van
geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden.
2. Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: bij het aanbieden van
geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld,
indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of
ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
3. Het verbod geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt of voor een
inzameling van geld door landelijk collecterende fondsen, die zijn aangesloten bij het Centraal
Bureau Fondsenwerving of zijn aangemerkt als een ANBI-instelling.
4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Paragraaf 3 Venten
Artikel 5:14 Begripsbepaling1. In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te
koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in
de open lucht gelegen plaats of aan huis.
2. Onder venten wordt niet verstaan:
a. het aan huis afleveren van goederen in het kader van de exploitatie van een winkel als
bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;
b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van
diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de
Gemeentewet of artikel 5:22;
c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van
diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17.
Artikel 5:15 Ventverbod1. Het is verboden te venten, indien degene die voornemens is om te venten daarvan niet tevoren
melding heeft gedaan.
2. Degene die voornemens is om te venten doet de melding hiervan binnen vijf werkdagen
voorafgaand aan deze activiteit, met vermelding van:
a. naam en adres van de venter;
b. de dagen en tijdstippen waarop de ventactiviteiten worden gehouden;
c. het soort van goederen en diensten dat wordt aangeboden en verhandeld.
3. De activiteit om de venten kan worden gehouden indien burgemeester en wethouders niet binnen
twee werkdagen na ontvangst van de melding heeft beslist dat deze activiteit wordt verboden in
het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu.
4. Burgemeester wethouders geven binnen twee werkdagen na ontvangst van de melding aan de
organisator met opgaaf van redenen bericht.
5. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel
5 van de Wegenverkeerswet.
6. Het verbod bedoeld in artikel 5:15, eerste lid, is niet van toepassing op het venten met gedrukte
of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard.
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting(Gereserveerd)
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201933
Paragraaf 4 Standplaatsen
Artikel 5:17 Begripsbepaling1. In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare
en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan
wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
2. Onder standplaats wordt niet verstaan:
a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en
onder h, van de Gemeentewet;
b. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:25.
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen
of te hebben.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren wegens strijd met een geldend
bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:
a. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan
redelijke eisen van welstand;
b. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de
gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een
standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de
consument ter plaatse in gevaar komt.
4. Het verbod van artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien
door de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het provinciaal
wegenreglement.
5. De weigeringsgrond van artikel 5:18, derde lid, onder a, is niet van toepassing op bouwwerken.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbendeHet is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van
burgemeester en wethouders standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen(Vervallen)
Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht(Gereserveerd)
Paragraaf 5 Snuffelmarkten
Artikel 5:22 Begripsbepaling1. In deze afdeling wordt verstaan onder snuffelmarkt: een markt in een voor het publiek toegankelijk
gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten
worden aangeboden vanaf een standplaats.
2. Onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan:
a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de
Gemeentewet;
b. een evenement als bedoeld in artikel 2:24.
Artikel 5:23 Snuffelmarkt1. Het is verboden een snuffelmarkt te organiseren:
indien de burgemeester het organiseren van de snuffelmarkt verboden heeft in het belang
van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu;a.
b. indien degene die voornemens is een snuffelmarkt te organiseren daarvan niet tevoren
melding heeft gedaan.
2. De organisator doet de melding als bedoeld in het eerste lid, onder b, binnen vijf werkdagen
voorafgaand aan de snuffelmarkt met vermelding van:
a. naam en adres van de organisator;
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201934
b. adres van het gebouw waar de snuffelmarkt gehouden wordt;
c. de dagen en tijdstippen waarop de snuffelmarkt wordt gehouden;
d. de frequentie van het houden van de snuffelmarkt;
e. het soort van goederen en diensten dat wordt aangeboden en verhandeld;
f. het aantal standplaatsen; en
g. het te verwachten aantal bezoekers.
3. De snuffelmarkt kan worden gehouden indien de burgemeester niet binnen twee werkdagen na
ontvangst van de melding heeft beslist dat het organiseren van de snuffelmarkt wordt verboden
op grond van artikel 1:8 Apv;
4. Het verbod geldt niet voor ruimten die uitsluitend dan wel nagenoeg geheel en voortdurend in
gebruik zijn als winkel in de zin van de Winkeltijdenwet.
Paragraaf 6 Openbaar water
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde
een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit
door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de
bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel
een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
2. Degene die voornemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een permanent
karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk twee weken tevoren
een melding aan burgemeester en wethouders.
3. De melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en een
beschrijving van de aard en omvang van het voorwerp.
4. Van de melding wordt kennis gegeven op de in de gemeente gebruikelijke wijze van bekendmaking.
5. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van
Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de
Provinciale vaarwegenverordening of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen1. Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats
voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door burgemeester en wethouders aangewezen
gedeelten van openbaar water.
2. Burgemeester en wethouders kunnen aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een
ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten
van openbaar water:
a. nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid,
milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;
b. beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet
milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Vaarwegenverordening Zuid-
Holland of de Provinciale landschapsverordening.
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven
met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de
openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
2. De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege burgemeester en wethouders
gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats
op te volgen.
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van
Strafrecht, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet
of de Vaarwegenverordening Zuid-Holland.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaatsHet is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens
artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken1. Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van
openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing,
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201935
bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens
of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van
Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of de Vaarwegenverordening Zuid-
Holland.
Artikel 5:29 ReddingsmiddelenHet is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht
voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:30 Veiligheid op het waterHet is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich
zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.
Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het
Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of de Vaarwegenverordening Zuid-Holland.
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen1. Het is verboden zich zonder redelijk doel vast te houden aan een vaartuig in openbaar water,
daarop te klimmen of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden.
2. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een vaartuig, liggend in of aan een
openbaar water, los te maken.
Paragraaf 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:31a BegripsbepalingenIn deze afdeling wordt verstaan onder:
a. motorvoertuig; hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onder z, van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990;
b. bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder e, van de
Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 5:32 Crossterreinen1. Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een
wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te
doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met
het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
2. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op door burgemeester en wethouders
aangewezen terreinen. Burgemeester en wethouders kunnen daarbij nadere regels stellen voor
het gebruik van deze terreinen:
a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
b. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter
bescherming van andere milieuwaarden;
c. in het belang van de veiligheid van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde
wedstrijden en ritten of van het publiek.
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet
milieubeheer of het Besluit geluidproductie sportmotoren.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden1. Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor
recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig, een
bromfiets, een fiets of een paard.
2. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op door burgemeester en wethouders
aangewezen terreinen. Burgemeester en wethouders kunnen daarbij nadere regels stellen voor
het gebruik van deze terreinen:
a. het voorkomen van overlast;
b. de bescherming van natuur- of milieuwaarden;
c. de veiligheid van het publiek.
3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op motorvoertuigen, bromfietsen, fietsen en
paarden:
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201936
a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens
artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de bevoegde
minister aangewezen hulpverleningsdiensten;
b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als
in het eerste lid bedoeld;
c. die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten
worden uitgevoerd;
d. van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de
terreinen als in het eerste lid bedoeld;
e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde
personen.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod is voorts niet van toepassing:
a. op wegen die gelegen zijn binnen de in het eerste lid bedoelde gebieden of terreinen;
b. binnen de bij of krachtens de provinciale verordening 'Stiltegebieden' aangewezen
stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn
aangewezen als 'toestel'.
5. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Paragraaf 8 Verbod vuur te stoken
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te
stoken1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de
Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
2. Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van
toepassing op:
a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;
b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;
c. vuur voor koken, bakken en braden.
3. Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming
van de flora en fauna.
5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en
onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale milieuverordening.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve
beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Paragraaf 9 Verstrooiing van as
Artikel 5:35 Begripsbepaling(Vervallen)
Artikel 5:36 Verboden plaatsen(Vervallen)
Artikel 5:37 Hinder of overlast(Vervallen)
Afdeling 10 Gemeentewapen
Artikel 5:38 Bescherming gemeentewapen, -vlag en gemeentelijk logo1. Het is aan anderen dan daartoe bevoegde personen verboden het gemeentewapen of het
gemeentelijk logo te voeren en de gemeentevlag of het gemeentelijk logo te gebruiken.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
Hoofdstuk 6 Straf- en slotbepalingen
Artikel 6:1 Strafbepaling1. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel
1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
drie maanden of een geldboete van de tweede categorie: de artikelen: 2:1, 2:1a, 2:18, 2:21, 2:28,
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201937
2:29, 2:30, 2:30a, 2:30b, 2:30c, 2:30d, 2:32, 2,33, 2:39, 2:40, 2:41, 2:44, 2:72, 2:73, 2:74, 2:74a, 2:74b,
2:74, 2:74a, 2:74b, 2:76, 2:77, 2:78, 3:4, 3:6, 3:7, 3:8, 3:9, 3:10, 3:11, 3:14, 3:15, 4:3, 4:5, 4:6, 4:6a,
4:6b, 4:6c, 4:6d, 4:6e, 4:6f, 4:13 en 4:18.
2. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel
1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een geldboete van de eerste
categorie: de artikelen: 2:6, 2:9, 2:10, 2:12, 2:14, 2:14a, 2:16, 2:23, 2:23a, 2:23b, 2:23c, 2:23d, 2:23e,
2:23f, 2:23g, 2:23h, 2:23i, 2:23j, 2:23k, 2:25, 2:26, 2:31, 2:32, 2:36, 2:38, 2:42, 2:43, 2:45, 2:46, 2:47,
2:48, 2:49, 2:50, 2:51, 2:52, 2:57, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61, 2:61a, 2:61b, 2:62, 2:64, 2:65, 2:67, 2:68, 4:7,
4:8, 4:9, 4:11, 4:13, 4:15, 5:2, 5:3, 5:4, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:11, 5:12, 5:13, 5:15, 5:16, 5:18, 5:19,
5:23, 5:24, 5:25, 5:26, 5:27, 5:28, 5:29, 5:30, 5:31, 5:31b, 5:31c, 5:33, 5:32, 5:34, 5:36, 5:37 en 5:38.
Artikel 6:2 Toezichthouders1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast:
de opsporingsambtenaren als bedoeld in de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van
Strafvordering;a.
b. de buitengewoon opsporingsambtenaren, in dienst van de gemeente Goeree-Overflakkee;
c. de toezichthouders van Stichting het Zuid Hollands Landschap, domein 2 Milieu en Welzijn
voor zover aangesteld voor werkzaamheden binnen de gemeente Goeree-Overflakkee.
d. De buitengewoon opsporingsambtenaren, in dienst van de gemeenschappelijke regeling
DCMR Milieudienst Rijnmond, de afdeling gemeenten en MKB die gespecialiseerd zijn op
het gebied van geluid;
e. de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
aangewezen ambtenaren;
f. de Korpschef van de regiopolitie Rotterdam Rijnmond;
g. de toezichthouders van de vereniging Natuurmonumenten, domein 2 Milieu en Welzijn voor
zover aangesteld voor werkzaamheden binnen de gemeente Goeree-Overflakkee.
h. de toezichthouders van de Provincie Zuid-Holland voor zover aangesteld voor werkzaamheden
binnen de gemeente Goeree-Overflakkee.
i. de toezichthouders van Rijkswaterstaat voor zover aangesteld voor werkzaamheden binnen
de gemeente Goeree-Overflakkee.
j. de toezichthouders van Staatsbosbeheer voor zover aangesteld voor werkzaamheden binnen
de gemeente Goeree-Overflakkee.
k. de toezichthouders van het Waterschap Hollandse Delta voor zover aangesteld voor
werkzaamheden binnen de gemeente Goeree-Overflakkee.
l. De toezichthouders van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid voor zover de werkzaamheden
binnen de gemeente Goeree-Overflakkee.
2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening
belast de bij besluit van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aan te wijzen
personen.
Artikel 6:3 Binnentreden woningZij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of
krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde
of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het
binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 OvergangsbepalingBesluiten die berusten op of genomen zijn krachtens de in artikel 6:5 genoemde verordening, die gelden
op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening
overeenkomstige bepalingen kent, gelden als besluiten die berusten op of genomen zijn krachtens deze
verordening.
Artikel 6:5 Intrekken oude verordeningDe Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2015 wordt ingetrokken.
Artikel 6:6 InwerkingtredingDeze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.
Artikel 6:7 CiteertitelDeze verordening wordt aangehaald als: Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee 2016.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee op
16 juni 2016.
griffier,
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201938
drs. J. Mimpen
voorzitter,
mr. A. Grootenboer-Dubbelman
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201939
Bijlage Bomenlijst gemeente Goeree-Overflakkee
Achthuizen
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum1Achthuizensedijk
3esFraxinus excelsior1Achthuizensedijk
2walnootJuglans regia1Achthuizensedijk
alleesdoornAcer pseudoplatanus3/5Achthuizensedijk
2lindeTilia europaea3/5Achthuizensedijk
laan met
esdoorn
alleesdoornAcer pseudoplatanus24Achthuizensedijk
6esdoornAcer pseudoplatanus28Achthuizensedijk
1esFraxinus excelsior6Bloksedijk
1esdoornAcer pseudoplatanus1Blokseweg
1esdoornAcer pseudoplatanus6Blokseweg
3paardenkastanjeAesculus hippocastanum19bBommelsedijk
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum23Bommelsedijk
3esFraxinus excelsior23Bommelsedijk
6esFraxinus excelsior25Bommelsedijk
5paardenkastanjeAesculus hippocastanum25Bommelsedijk
3esdoornAcer pseudoplatanus2Galatheseweg
2walnootJuglans regia2Galatheseweg
6lindeTilia europaea2Galatheseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum6Galatheseweg
1acaciaRobinia pseudoacacia6aGalatheseweg
3IepUlmus10aGalatheseweg
knotwilg10wilgSalix alba22Galatheseweg
1treurwilgSalix sepulcralis
'Chrysocoma'
26Galatheseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum4Grote Bloksedijk
1beukFagus sylvatica4Grote Bloksedijk
1treurwilgSalix sepulcralis
'Chrysocoma'
4Grote Bloksedijk
2eikQuercus robur4Grote Bloksedijk
3rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'1Heintjesweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum1Kerkstraat
2eikQuercus robur3Kerkstraat
2esdoornAcer pseudoplatanus3Kerkstraat
1esFraxinus excelsior3Kerkstraat
2meelbesSorbus aria5Krammerdijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum5Krammerdijk
1walnootJuglans regia1Kruisweg
1walnootJuglans regia3Kruisweg
1esdoornAcer pseudoplatanus1Langstraat
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum5Langstraat
1eikQuercus robur44Langstraat
3esdoornAcer46Langstraat
2plataanPlatanus acerifolia2Nieuwe Bloksedijk
alleiepUlmus2Nieuwe Bloksedijk
5paardenkastanjeAesculus hippocastanum5Nieuwe Bloksedijk
1treurwilgSalix sepulcralis
'Chrysocoma'
11Nieuwe Bloksedijk
1treurwilgSalix sepulcralis
'Chrysocoma'
13Nieuwe Bloksedijk
1treurwilgSalix sepulcralis
'Chrysocoma'
1Vroonweg
allepaardenkastanjeAesculus hippocastanum3Vroonweg
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201940
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Den Bommel
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1blauwe atlasacederCedrus libani 'Glauca'14Beneden Oostdijk
2esFraxinus excelsior14Beneden Oostdijk
1esdoornAcer pseudoplatanus84Beneden Oostdijk
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'84Beneden Oostdijk
1esdoornAcer pseudoplatanus5Bommelsedijk
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum15Bommelsedijk
5paardenkastanjeAesculus hippocastanum17Bommelsedijk
knotvorm11populierPopulus1Boutweg
1eikQuercus robur1Boutweg
1esFraxinus excelsior4Geerweg
1esdoornAcer6Geerweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'3Hogeweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum3Hogeweg
1berkBetula pendula58Joh. Frisolaan
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum4Kranendijk
2beukFagus sylvatica12Kranendijk
2berkBetula pendula12Kranendijk
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'14Kranendijk
1esdoornAcer pseudoplatanus24Kranendijk
leivorm2lindeTilia europaea24Kranendijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum34Kranendijk
2esdoornAcer pseudoplatanus2Molendijk
1eikQuercus robur29Molendijk
1esFraxinus excelsior35Molendijk
leivorm3lindeTilia europaea36Molendijk
1esFraxinus excelsior55Molendijk
11esFraxinus excelsior63Molendijk
3esFraxinus excelsior76Molendijk
langs oprijlaanallelindeTilia europaea2Oudelandseweg
1berkBetula pendula14Schaapsweg
1esdoornAcer pseudoplatanus16Schaapsweg
11paardenkastanjeAesculus hippocastanum124Schaapsweg
2treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'124Schaapsweg
1berkBetula pendula10Schoolstraat
1haagbeukCarpinus betulus 'Frans Fontaine'10Schoolstraat
leivorm2lindeTilia europaea6Tilsedijk
1blauwe atlasacederCedrus libani 'Glauca'6Tilsedijk
1beukFagus sylvatica7Tilsedijk
1eikQuercus robur8Tilsedijk
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'14Tilsedijk
4plataanPlatanus acerifolia20Tilsedijk
2esFraxinus excelsior39Tilsedijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum39Tilsedijk
1berkBetula pendula38Voorstraat
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Zandweg
knotwilgen4wilgSalix alba4Zandweg
2lindeTilia europaea5Zandweg
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze
lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Dirksland
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201941
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1eikQuercus robur8Beatrixlaan
1esdoornAcer platanoides24Boezemweg
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'26Boezemweg
1plataanPlatanus acerifolia30Boezemweg
grensbeplanting5lindeTilia europaea62Boezemweg
1blauwe atlascederCedrus atlantica 'Glauca'6Burg. C. Zaaijerlaan
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'40Korteweegje
1eikQuercus robur42Korteweegje
alle diverse soorten4 t/m 36Margrietlaan
leivorm6lindeTilia europaea2a/4Oosthavendijk
10plataanPlatanus acerifolia9Philipshoofjesweg
2treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'59Philipshoofjesweg
Geldershof1Japanse notenboomPterocarya fraxinifolia2Poldersweegje
6esdoornAcer pseudoplatanus2Ring
2zilveresdoornAcer saccharinum2Ring
1paardenkastanjeAesculus hipp. 'Baumanii'2Ring
1rode treurbeukFagus sylvatica 'Pendula'2Ring
1esFraxinus excelsior 'Diversifolia'2Ring
1treuresFraxinus excelsior 'Pendula'2Ring
1esFraxinus excelsior2Ring
1anna paulownaboomPaulownia tomentosa2Ring
2plataanPlatanus acerifolia2Ring
1vleugelnootPterocarya fraxinifolia2Ring
3 stammig1eikQuercus petraea2Ring
3treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'2Ring
2venijnboomTaxus baccata2Ring
1lindeTilia europaea2Ring
2eikQuercus robur26Schelpenpad
1rode treurbeukFagus sylvatica 'Purpurea Pendula'1Staakweg
1vleugelnootPterocarya fraxinifolia1Staakweg
1esdoornAcer platanoides22Stationsweg
4zilveresdoornAcer saccharinum22Stationsweg
1Japanse notenboomGinkgo biloba22Stationsweg
3plataanPlatanus acerifolia22Stationsweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'22Stationsweg
1paardenkastanjeAesculus hipp. 'Baumanii'23Stationsweg
1treurberkBetula pendula 'Tristis'23Stationsweg
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'23Stationsweg
1elsAlnus spaethii 'Spaeth'8aVroonweg
2elsAlnus cordata10Vroonweg
6esFraxinus excelsior12cVroonweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum12cVroonweg
8elsAlnus cordata14bVroonweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'25Vroonweg
3treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'29Vroonweg
4esdoornAcer4 t/m 70Wernerlaan
1rode
paardenkastanje
Aesculus carnea4 t/m 70Wernerlaan
8elsAlnus cordata/glutinosa4 t/m 70Wernerlaan
3berkBetula pendula 'Fastigiata'4 t/m 70Wernerlaan
8haagbeukCarpinus betulus4 t/m 70Wernerlaan
1boomhazelaarCorylus colurna4 t/m 70Wernerlaan
1goudesFraxinus excelsior 'Jaspidea'4 t/m 70Wernerlaan
1treuresFraxinus excelsior 'Pendula'4 t/m 70Wernerlaan
2anna paulownaboomPaulownia tomentosa4 t/m 70Wernerlaan
5eikQuercus robur4 t/m 70Wernerlaan
1acaciaRobinia pseudoacacia 'Bessoniana'4 t/m 70Wernerlaan
4wilgSalix alba 'Chermesina'4 t/m 70Wernerlaan
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'4 t/m 70Wernerlaan
1meelbesSorbus intermedia4 t/m 70Wernerlaan
4lindeTilia europaea4 t/m 70Wernerlaan
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201942
1esFraxinus excelsiorongenum.Westhavendijk
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze
lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Goedereede
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum19Hondsweg
3esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'15Oostdijkseweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'17Oostdijkseweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'20Oostdijkseweg
1plataanPlatanus acerifolia21Oostdijkseweg
2lindeTilia cordata23Oostdijkseweg
1eikQuercus robur41Oostdijkseweg
1lindeTilia europaea51Oostdijkseweg
5eikQuercus robur55Oostdijkseweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'57Oostdijkseweg
1esdoornAcer pseudoplatanus61Oostdijkseweg
1eikQuercus robur61Oostdijkseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum61Oostdijkseweg
1beukFagus sylvatica65Oostdijkseweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'87Oostdijkseweg
3lindeTilia europaea87Oostdijkseweg
1lindeTilia europaea93Oostdijkseweg
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze
lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Herkingen
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum12 t/m 52Klinkerlandsestraat
4esFraxinus excelsior12 t/m 52Klinkerlandsestraat
1berkBetula pendula7Krammerstraat
3 stammig1berkBetula pendula11Krammerstraat
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'36Molendijk
6esFraxinus excelsior10Peuterdijk
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze
lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Melissant
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
3meelbesSorbus aria22Fabiusstraat
kerk6esdoornAcer platanoides2Julianaweg
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201943
kerk1esFraxinus excelsior2Julianaweg
4paardenkastanjeAesculus hippocastanum39/39aMolendijk
1berkBetula pendula 'Tristis'40Molendijk
1walnootJuglans regiaongenum.Nolleweg, wei naast nr.4
1plataanPlatanus acerifolia6Nolleweg
6haagbeukCarpinus betulus 'Frans Fontaine'20 t/m 34Pieterstraat
3 stammig1berkBetula pendula43Prins Bernhardstraat
1eikQuercus robur2Voorstraat
1berkBetula pendula2Voorstraat
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Middelharnis
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1berkBetula utilis12Berkenhof
1sierkersPrunus cerasifera 'Nigra'16Berkenhof
3berkBetula utilis18-20Berkenhof
1sierkersPrunus17Berkenlaan
1elsAlnus incana 'Aurea'19Berkenlaan
1beverboomMagnolia2Burg. Mijslaan
alle diverse soorten16Burg. Mijslaan
1berkBetula pendula22Burg. Mijslaan
alle diverse soorten51-89Burg. Mijslaan
1watercipresMetasequoia glyptostroboides3-5Christiaan de Vrieslaan
1beukFagus sylvatica13Christiaan de Vrieslaan
1berkBetula utilis27Christiaan de Vrieslaan
alle diverse soorten32Christiaan de Vrieslaan
1berkBetula pendula51Christiaan de Vrieslaan
1elsAlnus glutinosa51Christiaan de Vrieslaan
1esdoornAcer pseudoplatanus1Doetinchemsestraat
1denPinus sylvestris1Doetinchemsestraat
1berkBetula pendula1Doetinchemsestraat
1haagbeukCarpinus betulus 'Fastigiata'4Doetinchemsestraat
1berkBetula pendula8Doetinchemsestraat
1berkBetula utilis10Doetinchemsestraat
1berkBetula pendula16Doetinchemsestraat
1denPinus nigra43Doetinchemsestraat
school1sierkersPrunus serrulata26Emmalaan
1berkBetula pendula27Essenlaan
alle diverse soorten1Frans Halslaan
1blauwe atlascederCedrus libani 'Glauca'2Frans Halslaan
1esdoornAcer pseudoplatanus2Frans Halslaan
2berkBetula pendula6Frans Halslaan
1Japanse notenboomGinkgo bilata9Frans Halslaan
1berkBetula pendula 'Youngii'9Frans Halslaan
1esdoornAcer platanoides 'Faassen's Black'10Frans Halslaan
1esdoornFraxinus excelsior 'Jaspidea'15Frans Halslaan
1amberboomLiquidambar styraciflua15Frans Halslaan
1beukFagus sylvatica16Frans Halslaan
1walnootJuglans regia17Frans Halslaan
groep van 33berkBetula pendula19Frans Halslaan
1slangendenAraucaria araucana20Frans Halslaan
1berkBetula pendula22Frans Halslaan
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'2Hobbemastraat
leivorm2lindeTilia europaea18Hobbemastraat
leivorm2lindeTilia europaea24Hobbemastraat
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201944
1venijnboomTaxus baccata36Hobbemastraat
allemaal diverse soorten38Hoflaan
groep van 33berkBetula pendula40Hoflaan
1iepUlmus49Hoflaan
1berkBetula pendula1Iepenlaan
1eikQuercus robur4Iepenlaan
meerstammig1berkBetula pendula4Iepenlaan
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'8Iepenlaan
1berkBetula pendula8-10Iepenlaan
1berkBetula pendula10Iepenlaan
1berkBetula utilis17aJ.W. Frisostraat
1berkBetula pendula3Jan Steenlaan
alle diverse soorten7Jan Steenlaan
2berkBetula pendula8Jan Steenlaan
2lindeTilia cordata15Juliana van
Stolberglaan
meerstammig1esdoornAcer pseudoplatanus24Kastanjelaan
alle diverse soorten2Kon. Julianaweg
2esdoornAcer platanoides 'Faassen's Black'4Kon. Julianaweg
1esdoornAcer pseudoplatanus
'Atropurpureum'
4Kon. Julianaweg
1esFraxinus excelsior4Kon. Julianaweg
1berkBetula pendula 'Purpurea'6Kon. Julianaweg
2esFraxinus excelsior12Kon. Julianaweg
alle diverse soorten18Kon. Julianaweg
1berkBetula utilis19Kon. Julianaweg
alle diverse soorten22 t/m 36Kon. Julianaweg
R.K. kerkalle diverse soorten50-52Langeweg
1berkBetula pendula70Langeweg
1esFraxinus excelsior86Langeweg
alle diverse soorten104Langeweg
2esdoornAcer pseudoplatanus9Louis
Bouwmeesterplein
leivorm2lindeTilia europaea14Marietjespad
1blauwe atlascederCedrus libani 'Glauca'20Marietjespad
1beukFagus sylvaticanaast 28Marietjespad
1beverboomMagnolia 'Galaxy'37Marietjespad
groep van 33berkBetula pendula8aMolenweg
groep van 33watercipresMetasequoia glyptostroboides12Molenweg
1veldesdoornAcer campestre17Oost Voorgors
achterzijde1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'27Oost Voorgors
1berkBetula pendula31Oost Voorgors
leivorm2lindeTilia europaea60Oost Voorgors
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'62Oost Voorgors
1haagbeukCarpinus betulus 'Fastigiata'64Oost Voorgors
1lindeTilia europaea64Oost Voorgors
groep van 33berkBetula utilis69Oost Voorgors
1esdoornAcer platanoides 'Faassen's Black'69Oost Voorgors
1beverboomMagnolia soulangeana73Oost Voorgors
1berkBetula pendula83Oost Voorgors
1berkBetula pendula 'Purpurea'103Oost Voorgors
1esFraxinus excelsior105Oost Voorgors
geknot2esFraxinus excelsior127Oost Voorgors
leivorm3lindeTilia europaea17Oostelijke Achterweg
alle diverse soorten80t/m86Oostelijke Achterweg
1walnootJuglans regia88Oostelijke Achterweg
1veldesdoornAcer campestre17Oranje Nassaustraat
leivorm1plataanPlatanus acerifolia29Oranje Nassaustraat
leivorm1plataanPlatanus acerifolia31Oranje Nassaustraat
leivorm2plataanPlatanus acerifolia33Oranje Nassaustraat
2eikQuercus robur42Prins Bernhardlaan
1berkBetula utilis72Prins Bernhardlaan
1berkBetula utilis74Prins Bernhardlaan
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201945
1berkBetula pendula 'Youngii'97Prins Bernhardlaan
1berkBetula utilis103Prins Bernhardlaan
leivorm2lindeTilia europaea125Prins Bernhardlaan
leivorm5lindeTilia europaea137Prins Bernhardlaan
leivorm4lindeTilia europaea145Prins Bernhardlaan
2bolesdoornAcer platanoides 'Globosum'5Prins Clausstraat
2bolesdoornAcer platanoides 'Globosum'2Prins Constantijnstraat
1berkBetula pendula2Prins Hendrikstraat
1berkBetula pendula5Prins Hendrikstraat
1berkBetula pendula 'Youngii'8Prins Willem
Alexanderstraat
leivorm2lindeTilia europaea29Prins Willem
Alexanderstraat
1beverboomMagnolia 'Galaxy'13Prinses Irenestraat
1beverboomMagnolia 'Galaxy'23Prinses Irenestraat
2esFraxinus excelsior58Prinses Margrietstraat
1berkBetula pendula28aPrinses Marijkestraat
1meelbesSorbus aria12Rembrandtlaan
1berkBetula pendula26Rembrandtlaan
1berkBetula pendula52Rembrandtlaan
1berkBetula pendula2Schoolstraat
alle diverse soorten9Schoolstraat
alle diverse soorten11Schoolstraat
leivorm2lindeTilia europaea22Schoolstraat
alle diverse soorten19Secr. Nijghstraat
1esFraxinus excelsior2Sommelsdijke
Havendijk
1krenteboompjeAmelanchier arborea 'Robin Hill'54Steneweg
alle diverse soorten89Steneweg
1berkBetula pendula1Vermeerstraat
1esdoornAcer pseudoplatanus1Vermeerstraat
1berkBetula pendula5Vermeerstraat
leivorm3lindeTilia europaea57Vissersdijk
langs water4wilgSalix alba69Vissersdijk
achterzijde1berkBetula pendula8Voorstraat
achterzijde1elsAlnus incana9/11Voorstraat
achterzijde1rode beukFragus sylvatica 'Atropunicea'9/11Voorstraat
1eikQuercus robur21Westelijke Achterweg
terrein Hernesseroordalle diverse soorten14Westerschelde
1Japanse cederCrytomeria japonica25Wilgenlaan
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan
20 centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Nieuwe-Tonge
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
groep van 33berkBetula utilis1Aelbrechtstraat
1berkBetula utilis22Burg. Overdorpstraat
4berkBetula pendula32Burg. Overdorpstraat
1berkBetula pendula 'Purpurea'42Burg. Overdorpstraat
1amberboomLiquidambar styraciflua51Burg. Overdorpstraat
op erfscheiding1veldesdoornAcer campestre4Burg. Sterkplein
1veldesdoornAcer campestre10Burg. Sterkplein
1berkBetula pendula17Burg. Sterkplein
leivorm2lindeTilia europaea29Burg. Sterkplein
1berkBetula pendula1Ds. Wentinkstraat
1walnootJuglans regia6Ds. Wentinkstraat
alle diverse soorten1Duivenwaardsedijk
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201946
alle diverse soorten2/4Duivenwaardsedijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum14Duivenwaardsedijk
1berkBetula pendula28Gen. Snijdersstraat
1amberboomLiquidambar styraciflua28Gen. Snijdersstraat
alle diverse soorten60Hertog Jan van Beierenlaan
1berkBetula pendula2Klinkerlandseweg
1wilgSalix alba2Klinkerlandseweg
alle diverse soorten2/4Klinkerlandseweg
1berkBetula pendula7bKlinkerlandseweg
1acaciaRobinia pseudoacacia 'Frisia'7bKlinkerlandseweg
oude fruitbomen3 fruitbomen17Klinkerlandseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum21Klinkerlandseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum23Klinkerlandseweg
alle diverse soorten24Klinkerlandseweg
1berkBetula pendula31Klinkerlandseweg
1esdoornAcer pseudoplatanus31Klinkerlandseweg
alle diverse soorten33Klinkerlandseweg
1berkBetula pendula17Koninginnelaan
4esdoornAcer pseudoplatanus3Korteweegje
1berkBetula pendula3Korteweegje
2esdoornAcer pseudoplatanus7Korteweegje
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum9Korteweegje
1kersPrunus avium12Korteweegje
2walnootJuglans regia21Korteweegje
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum16/18Langeweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'16/18Langeweg
1berkBetula pendula9Lauwerijnstraat
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'9Lauwerijnstraat
2 stammig1iepUlmus hollandica24Molendijk
1esFraxinus excelsior58Molendijk
1esdoornAcer pseudoplatanus60Molendijk
leivorm1lindeTilia europaea70Molendijk
1berkBetula pendula84Molendijk
leivorm1lindeTilia europaea89Molendijk
1eikQuercus robur141Molendijk
1berkBetula pendula141Molendijk
alle diverse soorten145Molendijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum50Oudelandsedijk
9berkBetula pendula21Westdijk
alle diverse soorten21Zuiddijk
alle diverse soorten46aZuiddijk
alle diverse soorten48/48aZuiddijk
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Ooltgensplaat
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Berkenlaan
3acaciaRobinia pseudoacacia29Dorpsweg
1esdoornAcer pseudoplatanus29Dorpsweg
1esFraxinus excelsior30Dorpsweg
knotwilgen17wilgSalix alba30Dorpsweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'30Dorpsweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum9Dwarsweg
1esdoornAcer pseudoplatanus15Dwarsweg
1eikQuercus robur15Dwarsweg
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201947
1walnootJuglans regia15Dwarsweg
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum1Fittersweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'1Fittersweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum3Fittersweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Galatheesedijk
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'2Galatheesedijk
5paardenkastanjeAesculus hippocastanum7Galatheesedijk
5esFraxinus excelsior7Galatheesedijk
2walnootJuglans regia7Galatheesedijk
4esdoornAcer pseudoplatanus8Galatheesedijk
1esdoornFraxinus excelsior10Galatheesedijk
1walnootJuglans regia10Galatheesedijk
3meelbesSorbus intermedia12Galatheesedijk
3lindeTilia europaea12Galatheesedijk
allepaardenkastanjeAesculus hippocastanum22Galatheesedijk
1esFraxinus excelsior22Galatheesedijk
1walnootJuglans regia22Galatheesedijk
2lindeTilia europaea22Galatheesedijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum1Grote Anna Theodorapolder
10esFraxinus excelsior3Hooipolder
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'8Kaai
1berkBetula pendula6Kerkdreef
1esFraxinus excelsior1Kruispoldersedijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum12Langeweg
1esdoornAcer pseudoplatanus16Langeweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum61bLangeweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum65Langeweg
2treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'70Langeweg
1berkBetula pendula2Lindenlaan
3lindeTilia europaea4Lindenlaan
1boomhazelaarCorylus colurna6Margrietstraat
1acaciaRobinia pseudoacacia63Molendijk
1esdoornAcer pseudoplatanus83Molendijk
1walnootJuglans regia97Molendijk
leivorm2lindeTilia europaea97Molendijk
alle diverse soorten1Oudedijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum5Oudedijk
4beukFagus sylvatica8Oudedijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum9Oudedijk
1esdoornAcer pseudoplatanus8Oudelandsedijk
1esFraxinus excelsior8Oudelandsedijk
2walnootJuglans regia8Oudelandsedijk
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'8Oudelandsedijk
1esdoornFraxinus excelsior10Oudelandsedijk
leivorm4lindeTilia europaea10Oudelandsedijk
2walnootJuglans regia10Oudelandsedijk
1eikQuercus robur1Prins Bernhardstraat
1treurbeukFagus sylvatica 'Pendula'4Sluisweg
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'4Sluisweg
2walnootJuglans regia4Sluisweg
1berkBetula pendula1Veerweg
1esdoornAcer pseudoplatanus5Waardersweg
6esFraxinus excelsior5Waardersweg
leivorm4lindeTilia europaea32Weespad
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum32Weespad
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Weipolderseweg
2walnootJuglans regia2Weipolderseweg
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201948
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Ouddorp
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'2Bokweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Bokweg
1esdoornAcer pseudoplatanus2Bokweg
5berkBetula pendula16Bokweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'22Bokweg
1eikQuercus robur24Bokweg
5eikQuercus robur1Bosweg
1lindeTilia europaea2Bosweg
1lindeTilia europaea4Bredeweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Dirksdoensweg
1lindeTilia europaea6Dirksdoensweg
4lindeTilia europaea13aDirksdoensweg
1lindeTilia europaea14Dirksdoensweg
8lindeTilia europaea15Dirksdoensweg
3lindeTilia europaea15aDirksdoensweg
1esdoornAcer pseudoplatanus17Dirksdoensweg
5beukFagus sylvatica19Dirksdoensweg
1plataanPlatanus acerifolia19Dirksdoensweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'21Dirksdoensweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum23Dirksdoensweg
1eikQuercus robur23Dirksdoensweg
3berkBetula pendula28Dirksdoensweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'34Dirksdoensweg
1eikQuercus robur34Dirksdoensweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'2Doornweg
1lindeTilia europaea11Dorpstienden
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum11Dorpstienden
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'3Dorpsweg
3paardenkastanjeAesculus hippocastanum5Dorpsweg
1treurbeukBetula pendula 'Tristis'18Dorpsweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'20Dorpsweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'21Dorpsweg
3esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'49Dorpsweg
2lindeTilia europaea51Dorpsweg
6lindeTilia europaea58Dorpsweg
5esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'59Dorpsweg
2lindeTilia europaea76Dorpsweg
15eikQuercus robur82Dorpsweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum6aDuinkerkerweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'23Duinkerkerweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'28Duinkerkerweg
5lindeTilia europaea36Duinkerkerweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'36Duinkerkerweg
3lindeTilia cordata6Dijkstelweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'12Dijkstelweg
5esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'14Dijkstelweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'18Dijkstelweg
1eikQuercus robur19Dijkstelweg
1eikQuercus robur19aDijkstelweg
3lindeTilia cordata28Dijkstelweg
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum28Dijkstelweg
10lindeTilia europaea30Dijkstelweg
7lindeTilia europaea32Dijkstelweg
3lindeTilia europaea34Dijkstelweg
6lindeTilia europaea44Dijkstelweg
3lindeTilia europaea61Dijkstelweg
1esdoornAcer pseudoplatanus12Emmaweg
1berkBetula pendula16Emmaweg
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201949
2lindeTilia europaea1Groeneweg
3lindeTilia platyphyllos5Havendijk
1rode paardenkastanjeAesculus carnea24Havendijk
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum15Hazersweg
1treuresFraxinus excelsior 'Pendula'21Hazersweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'22Hazersweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum23Hazersweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum24Hazersweg
3rode paardenkastanjeAesculus carnea25Hazersweg
3lindeTilia europaea68Hazersweg
leivorm6lindeTilia europaea75Hazersweg
8bolesdoornAcer platanoides 'Globosum'20aHofdijkseweg
1eikQuercus robur27Hofdijkseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum33Hofdijkseweg
26esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'34Hofdijkseweg
1eikQuercus robur36Hofdijkseweg
1iepUlmus hollandica 'Groeneveld'41Hofdijkseweg
4lindeTilia europaea57Hofdijkseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum1Kelderweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum4Kelderweg
9lindeTilia cordata18Kelderweg
2lindeTilia europaea19Kelderweg
4veldesdoornAcer campestre20Kelderweg
3lindeTilia europaea20Kelderweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'35Kelderweg
1eikQuercus robur35Kelderweg
leivorm3lindeTilia cordata42Kelderweg
3lindeTilia cordata43Kelderweg
4lindeTilia cordata53Kelderweg
3lindeTilia cordata63Kelderweg
3lindeTilia cordata65Kelderweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'4Klarebeekweg
6lindeTilia cordata5Klarebeekweg
10lindeTilia europaea8Klarebeekweg
4lindeTilia europaea3Klepperweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum3Klepperweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'6Koolweg
5esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'27Koolweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'29aKoolweg
6eikQuercus robur30Koolweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum30Koolweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'30Koolweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'31Koolweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'32Koolweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'38Koolweg
5berkBetula pendula44Koolweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'46Koolweg
2eikQuercus robur19Margrietweg
1berkBetula pendula23aMargrietweg
7lindeTilia europaea1Marijkeweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum4Marijkeweg
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum12Marijkeweg
7esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'13Marijkeweg
1lindeTilia europaea23Marijkeweg
2eikQuercus robur31Marijkeweg
3eikQuercus robur42Marijkeweg
1lindeTilia europaea42Marijkeweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum11Molenblok
1berkBetula utilis 'Doornbos'12Molenblok
4lindeTilia europaea19Molenblok
1eikQuercus robur19Molenblok
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'9Molenweg
6eikQuercus robur30Molenweg
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201950
5paardenkastanjeAesculus hippocastanum32Molenweg
1lindeTilia europaea32Molenweg
1berkBetula pendula33Molenweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum36Molenweg
2esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'36Molenweg
2berkBetula pendula36Molenweg
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum42Molenweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'11Oudelandseweg
4lindeTilia cordata24Oudelandseweg
15lindeTilia cordata27Oudelandseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum31Oudelandseweg
3esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'46Oudelandseweg
1lindeTilia cordata52Oudelandseweg
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum54Oudelandseweg
1beukFagus sylvatica54Oudelandseweg
5paardenkastanjeAesculus hippocastanum70Oudelandseweg
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'75Oudelandseweg
8esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'86Oudelandseweg
5esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'23aOude Nieuwelandseweg
2esdoornAcer pseudoplatanus23cOude Nieuwelandseweg
1lindeTilia europaea26Oude Nieuwelandseweg
3lindeTilia europaea46Oude Nieuwelandseweg
8lindeTilia europaea1Smalle Einde
2esdoornAcer pseudoplatanus4Spaanseweg
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'4Spaanseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum4Spaanseweg
7lindeTilia europaea6Spaanseweg
1berkBetula utilis 'Doornbos'10Spaanseweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum24Visserstraat
leivorm4lindeTilia europaea26Visserstraat
1esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'9Waterweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum15Westduinweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum54Wilhelminaweg
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Oude-Tonge
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
11esFraxinus excelsior2Biermansweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum1Blauwepannenweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'1Blauwepannenweg
1beukFagus sylvatica5Blauwepannenweg
1eikQuercus robur5Blauwepannenweg
alle diverse soorten1Capelleweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'58Capelleweg
1rode esdoornAcer platanoides 'Royal Red'58Capelleweg
1lijsterbesSorbus aucuparia49Dabbestraat
2esdoornAcer pseudoplatanus59Dabbestraat
1eikQuercus robur63Dabbestraat
1rode esdoornAcer platanoides 'Royal Red'75Dabbestraat
3berkBetula pendula77Dabbestraat
1esdoornAcer pseudoplatanus48Eisenhowerlaan
1berkBetula pendula16Fordstraat
1meelbesSorbus aria31Fordstraat
3esdoornAcer pseudoplatanus6Heerendijk
6lindeTilia europaea6Heerendijk
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201951
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum23Heerendijk
2berkBetula pendula23Heerendijk
rijalleesFraxinus excelsior23Heerendijk
7lindeTilia europaea27Heerendijk
rijallelindeTilia europaea29Heerendijk
1walnootJuglans regia35Heerendijk
rijallelindeTilia europaea35Heerendijk
rijallelindeTilia europaea35aHeerendijk
alleelsAlnus cordata21Jozefdreef
3berkBetula pendula17Julianastraat
1berkBetula pendula5Kesperstraat
alle diverse soorten10Kolfweg
leivorm2lindeTilia europaea19Kolfweg
leivorm4lindeTilia europaea21Kolfweg
leivorm4lindeTilia europaea23Kolfweg
gekopt1paardenkastanjeAesculus hippocastanum25Kolfweg
7esFraxinus excelsior27Kolfweg
3paardenkastanjeAesculus hippocastanum29Kolfweg
1blauwe atlascederCedrus libani 'Glauca'33Kolfweg
1watercypresMetasequioa glyptostroboides33Kolfweg
1eikQuercus robur33Kolfweg
leivorm4lindeTilia europaea41Kolfweg
8paardenkastanjeAesculus hippocastanum6Krommeweegje
R.K. begraafplaatsalle diverse soorten4Langeweg
1blauwe atlascederCedrus atlantica 'Glauca'5Mariniersweg
1berkBetula utilis 'Doorenbos'10bMariniersweg
1berkBetula pendula17Mariniersweg
1berkBetula pendula19Mariniersweg
1esdoornAcer pseudoplatanus39Mariniersweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'39Mariniersweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum105Molendijk
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'1Molenweg
alleesFraxinus excelsior18Molenweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum20Molenweg
1esFraxinus excelsior20Molenweg
1lindeTilia europaea20Molenweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'20Molenweg
2lindeTilia europaea22Molenweg
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum5Rooseveltstraat
1valse christusdoornGleditsia triacanthos7Rooseveltstraat
2eikQuercus robur21Rooseveltstraat
1eikQuercus robur23Rooseveltstraat
1eikQuercus robur25Rooseveltstraat
1berkBetula pendula56Schoolstraat
1berkBetula pendula2+4Stoofplein
1lijsterbesSorbus aucuparia2+4Stoofplein
driestammig1berkBetula utilis 'Doorenbos'21Uranusweg
1lijsterbesSorbus aucuparia18Washingtonstraat
1berkBetula pendula30Washingtonstraat
1denPinus nigra2aWillemstraat
3lijsterbesSorbus aucuparia2aWillemstraat
2esdoornAcer pseudoplatanus4Willemstraat
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Stad aan ‘t Haringvliet
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201952
alle diverse soorten14Achterdijk
2berkBetula pendula24Achterdijk
1berkBetula pendula2Boomgaarddreef
alle diverse soorten5/7Boomgaarddreef
1berkBetula pendula18Boomgaarddreef
1walnootJuglans regia26Boomgaarddreef
1slangendenAraucaria araucana23Boudewijnstraat
1walnootJuglans regia2Dijkhof
2lindeTilia europaea25Lieve Vrouwepoldersedijk
alle diverse soorten4Molendijk
1eikQuercus robur26Molendijk
1watercipresMetasequioa glyptostroboides30aMolendijk
leivorm2lindeTilia europaea36Molendijk
1haagbeukCarpinus betulus 'Fastigata'38Molendijk
leivorm3plataanPlatanus acerifolia45/47Molendijk
1esFraxinus excelsior49Molendijk
2esFraxinus excelsior63Molendijk
1walnootJuglans regia75Molendijk
in Zevenster1esFraxinus excelsior34Voorstraat
1beukFagus sylvatica9Vrouwtjesweg
1berkBetula pendula36Vrouwtjesweg
1berkBetula utilis60Vrouwtjesweg
leivorm3lindeTilia europaea70Vrouwtjesweg
alle diverse soorten14Zeedijk
alle diverse soorten35Zeedijk
alle diverse soorten52Zeedijk
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Stellendam
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
3paardenkastanjeAesculus hippocastanum2Eendrachtsdijk
4esFraxinus excelsior 'Westhof's Glorie'10Langeweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'1Nieuweweg
1haagbeukCarpinus betulus 'Frans Fontaine'81Nieuweweg
1treurwilgSalix sepulcralis 'Chrysocoma'1Spuipad
1berkBetula utilis 'Doorenbos'18Spuipad
3berkBetula pendula52Voorstraat
2paardenkastanjeAesculus hippocastanum52Voorstraat
4eikQuercus robur 'Fastigiata'52Voorstraat
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Bomenlijst Gemeente Goeree-Overflakkee
Sommelsdijk
BijzonderhedenAantalNed. NaamBoomsoortNr.Locatie
leivorm3lindeTilia europaea17Dorpsweg
1rode esdoornAcer platanoides 'Faassen's Black'19Dorpsweg
1berkBetula pendula25Dorpsweg
1berkBetula utilis34Dorpsweg
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201953
alle diverse soorten56Dorpsweg
alle diverse soorten60Dorpsweg
1berkBetula pendula 'Youngii'64Dorpsweg
alle diverse soorten65aDorpsweg
3berkBetula pendula89Dorpsweg
1berkBetula utilis93Dorpsweg
1watercypresMetasequoia glytostroboides93Dorpsweg
1berkBetula pendula97Dorpsweg
1berkBetula pendula2Gladiolenstraat
1blauwe atlascederCedrus libani 'Glauca'4Gladiolenstraat
1blauwe atlascederCedrus libani 'Glauca'12Gladiolenstraat
1sparAbies nordmanniana41Gladiolenstraat
2berkBetula pendula34Groene Zoom
1acaciaRobinia pseudoacacia 'Frisia'1Grutto
1berkBetula utilis9Grutto
1berkBetula utilis13Grutto
1berkBetula utilis26Halsjuk
gekandelaberd1lindeTilia europea8Jacob Banestraat
1rode beukFagus sylvatica 'Atropunicea'1Joos Jansenstraat
1denPinus nigra50Joos Jansenstraat
1berkBetula utilis1Klampenmeet
1berkBetula pendula3Klampenmeet
1berkBetula utilis7Klampenmeet
groep van 33berkBetula utilis17Klampenmeet
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum17Kluut
2berkBetula pendula21Kluut
2berkBetula utilis30Kluut
1berkBetula utilis40Kluut
Nieuw Rijsenburghalle diverse soorten59Koningin Julianaweg
1watercypresMetasequoia glyptostroboides2Koninginnelaan
alle diverse soorten6Koninginnelaan
1esdoornAcer pseudoplatanus16Koninginnelaan
alle diverse soorten24Koninginnelaan
groep van 33berkBetula utilis55Koninginnelaan
3lindeTilia europaea3Kortewegje
5lindeTilia europaea7Kortewegje
1mammoetboomSequoiadenden giganteum9Kortewegje
leivorm2lindeTilia europaea11Kortewegje
leivorm1lindeTilia europaea15Kortewegje
alle diverse soorten33Langeweg
1berkBetula pendula 'Youngii'43Langeweg
alle diverse soorten51Langeweg
alle diverse soorten53Langeweg
alle diverse soorten93 t/m 111Langeweg
alle diverse soorten133Langeweg
1berkBetula utilis4Meerkoet
1wilgSalix alba3TMolenlaan
1abeelPopulus canescens3TMolenlaan
2berkBetula pendula3Molenweg
alle diverse soorten1 tm 83Olympiaweg
1appelMalus54Oostelijke Achterweg
leivorm1lindeTilia europaea1Oost Indische Hoek
1Japanse esdoornAcer palmatum10Pluvier
1haagbeukCarpinus betulus34Pluvier
1berkBetula utilis67Pluvier
1watercypresMetasequoia glyptostroboides71Pluvier
1paardenkastanjeAesculus hippocastanum3Prinsesselaan
1berkBetula pendula5Prinsesselaan
1sparAbies koreana7Prinsesselaan
1blauwe atlascederCedrus libani 'Glauca'11Prinsesselaan
op erfafscheiding1denPinus nigra13Prinsesselaan
1sierkersPrunus ceracifera 'Nigra'17Prinsesselaan
1berkBetula pendula19Prinsesselaan
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201954
alle diverse soorten49Prinsesselaan
De Goede Reealle diverse soorten51Prinsesselaan
1berkBetula pendula9Reiger
1berkBetula utilis4Scholekster
op erfafscheiding1esdoornAcer pseudoplatanus6Tuinfluiter
leivorm3lindeTilia europaea11Tureluur
alle diverse soorten13Tureluur
1berkBetula utilis15Tureluur
leivorm7lindeTilia europaea2Voorstraat
Bomen waarvan de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar of onderhoudsplichtige is, met een stamdiameter van meer dan 20
centimeter*,
maken eveneens deel uit van deze lijst.
*gemeten op 130 centimeter hoogte vanaf het maaiveld
Cvdr 2019 nr. CVDR411501_2 5 februari 201955
top related