bb/sfb-plus...de regie der gebouwen 0988-1997). de publicatie in het licht van het prestatiegericht...
Post on 04-Mar-2021
11 Views
Preview:
TRANSCRIPT
BB/SfB-plus Ben functionele hierarchic voor gebouwelementen
BB/SfB-plus
Een functionele hierarchie voor gebouwelementen
Frank De Troyer
:8
:8
~
~
=a :::I ~Ub'" ~ -11\l ~ (t) -
~
Acco Leuven / Voorburg
Deze uitbreidingen op BB/SfB werden uitgewerkt in opdracht van de studiedienst van de Regie der Gebouwen 0988-1997). De publicatie in het licht van het prestatiegericht ontwerpen met beton weed moge1ijk gemaakt binnen de TIS-IWT-opdeacht 'lndustrieel , Flexibel en Demontabel Bouwen' (2004-2008) (TWT 030742rriS lFD).
feme druk: 2008
Gepubliceenl door
Uitgeverij Acco, SUjde lnkomststraat 22, 3000 Leuyen (Belgie)
£·mail: uitgeverij@acco.be- Website: www.uitgeyerijacco.be
Voor Nederlalld:
- Uirlevering: Centraal Boekhuis bY, Culemborg - CllTTespolldemie: Kemper Conseil, De Star 17, 2266 NA Leidschendam
Oms/ngontwerp: www.frisco-ontwerpbureau.be
C 2008 by Acco (Academische Coiiperatieve Vennootschap cvba). !.euven (Belgie)
Niets uit due uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk. fotokopie. microfilm of op welke andere wiize ook wnder voorafga~nde 5chriftelijke l0e5temming van de uitgever.
No pan of this book may be reproduced in any fonn, by mimeograph. film or any other means without permission in writing from the
publish.er.
0/2008/0543/256 NUR 955 ISBN 978·90·334·7106·3
Inhoud
I. Inleiding 7
2. Hoofdprincipes van BBlStB 8 2.1. [nleiding 8 2.2. Codering 8 2.3. Gecombineerde codes 10
3. De functionele gebouwelementen uit tabel 1 van BB/8m 13 3. I. Inleiding 13 3.2. Uitgangspunt 13 3.3. Codering 14 3.4. Hoofdcodes en ingebouwde relaties 14
3.4. I. Hoofdstructuur van label} 14 3.4.2. Rooster van hoofdcodes 14 3.4.3. Codes voor kolomhoofdingen 14 3.4.4. Ingebouwde re/aries tussen hoofdcodes 16
3.5. De uitrustingen: codes (5-) en (6-) 18 3.6. De elementen builen het gebouw: code (9-) 20
~ 3.6. I. De codes 20 3.6.2. De pictogrammen 20
~ 3.6.3. De definities 22
~ 4. Uitbreiding met macro-elementen 25
4.1. lnleiding 25 4.2. Uitgangspunt voor macro-elementen: ruimte-begrenzende elementen 27 4.3. Codering 27 4.4. Pictogrammen 27 4.5. Definities van macro-elementen 30
5. Uitbreiding met subelementen 32 5. I. Inleiding 32 5.2. Uitgangspunten en codering 32 5.3. Algemene definitie van subelernenten en overzicht van pictogrammen 34 5.4. Overzicht van definities van subelement 39
6. Overzicht van macro-elementen, elementen en subelementen met pictogrammen 89
7. Referenties 96
5
1. Inleiding Het BB/SfB-systeem is de officiele versie voar Belgie van het internationaal erkende klas
seersysteern CUSfB, dat specifiek gericht is op de bouwsectOf. SfB is de afkorting voor het Zweedse comite 'Samarbetskommitten fOr byggnadsfragor' dat het systeem oorspron
kelijk uitwerkte. Later heeft em (,Conseil International du Batiment pour la Recherche,
l'etude et 1a documentation') dit systeern overgenomen. De RIBA ('Royal Institute of British Architects') heeft de drie SfB-tabellen aangevuld met twee bijkomende labellen. Het geheel wordt CUSfB genoemd.
In elk land waar dit systeem aanvaard werd kreeg het telkens eeo specifieke naam:
CIISfB in Groot-Brittannie
NUSfB in Nederland
SVSIB in Frankrijk
BRDISIB in Duitsland
BB/SIB in Belgie
De Belgische versie werd BB/SIB genoemd, waarbij de eerste letters verwlJzen naar
'BeJgische BouwlBatiment Beige' (ref. I en 2). Deze versie is confonn met de meest recente
versie van CIISfB (1976) (ref. 3). Er werd een bijzondere zorg besteed aan het parallellisme
tussen de Nederlandstalige en de Franstalige versie.
Het grote voordeel van dit systeem is dat het zich leent tot enonn veel toepassingen.
Ondermeer volgende aspecten kunnen geordend worden:
- projectinfonnatie;
tekeningen, detailtekeningen;
bestekteksten;
meetstaten;
productinfonnatie;
kostenanalyses;
documenten in verband met organisatie en management van bouwprojecten;
bouwmaterieel;
bouwoperaties;
kenmerken en eigenschappen van bouwmaterialen, bouwelementen en bouwpro
jeeten;
eisen van gebruikers van bouwwerken;
prestaties van materiaJen, elementen en projecten.
In dit document worden de functionele gebouwelementen, zoaJs gedefinieerd in tabel I
van SS/SfB, verder toegelicht. De ruimte-begrenzende elementen worden hierbij zowel
gegroepeerd in macro-elementen als opgesplitst in subelementen. Hierbij worden vocr
macro-elementen en subelementen steeds eenzelfde basisprincipe en eenzelfde formaat van
codering toegepast.
7
2. Hoofdprincipes van BB/SfB 2.1. Inleiding
De BB/SfB-code bestaat uit vijf deelcodes. De betekenis van e lke deelcode wordt vastge legd
in de vijf BS/SfB-labelleD. Deze zijn om historische redenen genummerd van 0 tot 4.
Elk van de vijf BB/SfB-tabellen beschrijft andere facetten:
• Tabel 0: programma voor een bouwwerk, voor een ruimte Bv.: brug, ziekenhuis, school , woning •... (bouwprogramma)
Bv.: keuken, inkomhal , sanitaire ruimtc, ... (ruimte)
• Tabel 1: functie van gebouwdelen Bv.: een buitenwand (heeft als fuoctie verticaal een binnenruimte van een buiten
ruimtc af te scheiden), een dak, een binnenwand, een vloer, een fUDdering.
• Tabel 2: vorm Bv.: blok, plaat, buis. profiel, stijve legel, soepele legel, ...
• Tabel 3: grondstof
Bv.: gebakken aarde, staal, bout, beton, ...
• Tabel 4: geheel van facetteD
Bv.: prestaLies, eigenschappen, kenmerken , bouwactivileiten, hulpmiddelen voor
de uitvoering, gebruiks· en onderhoudsaspecten, berekeningsmethoden, ...
2.2. Codering
Er wordl naar gestreefd bij de codering de herkenbaarheid voor de menselijke gebruiken te
bevorderen door:
- de code te noteren in vier vakken (zie schema merna);
- het gebruik van andere symbolen (tussen haakjes of niet, cijfers, kleine letters of
hoofdletters).
De positie en symbolen zijn a1s voigt:
• Tabel 0: yak I en cijfercode
• Tabel I: yak 2 en cijfercode tussen haakjes
• Tabel 2: links in vak 3 en hoofdleuers
• Tabel3: rechts in yak 3 en kleine letters met c ijfer
• Tabel4: yak 4 en hoofdJetlers, kleine letters en cijfers tussen baakjes
8
HOOFDPRINCIPES BB/SIB
GEBOUWDE
volgens bouwprogramma
TABELO
I
GEBOUWDEEN GEBOUWDELEN
ELEMENTEN
volgens functie
TABEL I
, ,
MATERI.ALEN
volgens vorm en grondstof
TABEL 2 EN 3
, I BB/SIB ________ _
FAcroREN IN VERBAND MET BOUW
BOUWPROCES
- behecr
- matcriccl
- activiteiten
KENMERKEN
PRESTATIES
EISEN
TA BEL4
9
2.3. Gecombineerde codes
Zoals aangegeven. bestaat de volledige BB/SfB-code maximaal uil vijf deelcodes. Het is ech
ter zeker niel aangewezen altijd alle deelcodes te gebruiken.
Van een materiaal kan niet aIleen de grondstof en de vorm aangegeven worden, maar oak
voor welk functioneel element en/of voor welke bouwprogramma her bedoeld is, welke pres
taties etc. belangrijk zijn. Bv.:
r�----2------~-I-) ------N-M-------(W-)--~1
BB/SfB, ___________ _
platen, overlappend gebruikt, in aluminium bedoeld ais buitenafwerking
vaor gevels bij industriegebouwen mel hoofdeigenschap onderhoudsann
Zo kan ook van eeo verwerkt materiaal (een realisatie) niet alleen de grondstof en de vonn aangegeven worden, maar ook voor welk functioneel element en/of voor welke bouwpro
gramma het bcdoeld is, welke prestaties elC. belangrijk zijn. Bv.:
7&; (43) To' (Q)
BB/SfB, __________ _
linoleum in banen voor vloerafwerking met lzooJdeigensclzap antistatisch
karakter vooral bedacht voor computercentra
562 (43) Si3 (P3)
BB/SfB __________ _
vloerafwerking op basis van ioojhollten parketstroken voor sporthal waar
van de akoestische presta tie belangrijk is
811 (28) Hi2 (K)
BB/StB __________ _
gelijkvloerse woningen op basis van eell skelet in naaldhollt waarvan her
brandgedrag belangrijk is
In vee l gevaJ len is het bandig enkel een deelcode te vennelden. De mogelijkheid bestaat dus
echter om zowel van 'materialen' aJs van 'realisaties' aile relevant geachte facetten aan te
geven. In dat geval is het onontbeerlijk om afspraken te maken in verband met het ordenen van
gecodeerde entiteiten op basis van deze facettencode. Door het onderlijnen van de deelcode
die aangeeft welke entiteit beschouwd wordt, kan men bijvoorbeeld aangeven op basis van
welke code men moet ordenen. De andere codes beschrijven belangrijk geachte eigenscbap
pen or toepassingen.
10
Zo kan volgende volJedige code afbankelijk van de gebruiksregels die men afgesproken beeft voor een gegeven toepassing volgende vier betekenissen krijgen:
81 (23) Gf2 (I)
BB/SIB ________ _ _ _
woongebouwen waarvan de structurele vloeren in betonpanelen belangrijk zijn; vloer met dragende betonelementen toegepast in een woongebouw;
betonelement bedoeld voor dragende vloeren bij woongebouwen; berekeningsmethode voor de stabiliteit van vloerelementen in geval van woongebouwen.
Dit (wei zeer sterk doorgetrokken) voorbeeld geeft aan dat men of wei zeer duidelijke gebruiksregels moet afspreken, ofwel zich best beperkt tot een deeJcode.
Volgende reeks vragen kan men achtereenvolgens doorlopen voor het selecteren van een deelcode. Deze vragen kunnen gebruikt worden bij het coderen van zowel productdocumentatie,
als van bestekteksten of een bibliotheek met tekeningen:
• Dient de informatie verder opgesplitst te worden of (in tegendeeI) als een gebeeI (bestektekst, tekening, productfiche, ... ) beschouwd te worden? Dit is een zeer fundamentele vraag,
die voorafgaat aan het coderen van de infonnatie.
• Gaat het om een hulpmiddel voor het proces, dus iets wat niet fysisch in het gebouw verwerkt wordt? Bv.: een torenkraan, een fotokopieertoesteI , ... Zo ja, gebruik enkel de gepaste code uit label 4; zo nee, ga verder met vOlgende vraag.
• Gaat het om een gebouw als geheel? Zo ja, gebruik enkel de gepaste code uit tabel 0; zo nee, ga verder met volgende vraag.
• Gaat het over een materiaal dat voor vele functionele onderdelen gebruikt kan worden? Bv.: een baksteen (te gebruiken bij binnenwanden, buitenwanden, rookkanalen, riolerings-
putjes, ... ), in situ beton, houtprofielen, .... Zo ja, gebruik enkel de gepaste code uit tabel 2 (voor de vonn) en tabel 3 (voor de grond
stot) ; zo nee, ga verder met volgende vraag. Een mogelijke conventie is via de functionele code (99) aan te geven 'voor vele functionele
onderdelen'. Deze code koml dan bij de vonn- en grondstofcode.
• Gaat het over een product bedoeld voor eeo specifieke functie in een gebouw? Bv.: een heipaal, een raamkader, een trapleuning, cen lavabo, een radiator, ... Ze ja, gebruik de gepaste code om die functie aan te geven (zie verder).
lndien nog niet geweten is met welke materialcn dit functioneel element zal gebouwd worden, kan men uiteraard geen verdere ioformalie hierover geven. Via vonncode 'X' kan
II
men aangeven dat het product een complexe vorm heeft. Via grondstoffenccxte ' a' kan men aangeven dat men niets wenst of kan specificeren over de grondstof.
Ais het onderdeel gebouwd wordt met een kenmerkend materiaal, is hct vaak handig dit aan te geven via de vorm- en grondstofcode (tabel 2 en 3) van dit materiaal. Vaak zal de func
Lie verder opgespLitst worden in subfuncLies totdat er een kenmerkend hoofdmateriaal is. Bv.: beipaal in beton, een afwerking voor cen hellend dak in leisteen, cen vloerafwerking
in keramische tegel , een afvoerbuis in PVC, ...
• Gaat bet over een geheel van producten bestudeerd am op verschillende manieren gecom
bineerd te worden om cen specifieke functie te vervullen?
12
Bv.: inbouwwandensysteem, raamsysteem, vals plafondsysteem, HVAC-systeem, keukenkastensysleem, ...
Ze ja. vul de functionele code aan met vormcode 'A' . Deze code verwijst naar een systeem.
START
"" Gepasle Verder opsplitsen of emileil? grocperen mel andere
entiteilcn
j.
j. (??)
"" j.
111
"" j.
(99) ? "
(11) X 17
"eo
(??) A 11
3. De functionele gebouwelementen uit tabel 1 van BB/SfB
3.1. Inleiding
In het vervolg van deze lekst wordt tabel I meeT in detail besproken. Deze tabel deelt eeo gebouw op in 'functionele' onderdelen. Deze tekst heen niet de bedoeling de BB/SfB
bandJeiding te vervangen, maar deze te verduidelijken.
3.2. Uitgangspunt
'Gebouwelementen' zijn onderdelen van gebouwen die gekenmerkt worden door het geheeJ
van functies die zij vervulJen onafhankclijk van (I) de uitvoeringswijze of van (2) de vonn of
grondstof van de materialen waaruit ze zijn opgebouwd (label 2 en 3) of van (3) de ruimle of
het gebouw waarvan ze deel uitmaken (tabel 0).
De gebouwelementen zijn op te splitsen in Iwee grate groepen:
- ruimte-afbakenende elemente" (wanden, daken. vloeren, ... );
- ruimte-uitrustende clemente" (verlichting, eiektriciteit, verwarrrting, ... ).
Het basisuitgangspunt om de grenzen tussen elementen af te bakenen is de functionele logica
die ten grondslag ligt aan label 1 van BS/Sm. Dit principe laal toe om grenzen tussen elemen
ten af te bakenen zonder aan 'casulstiek' te doen. Het is trouwens ondenkbaar alle mogel.ijke
elementenoplossingen, die ooit gebruikt zijn of ooit gebruikt zu llen worden, te beschrijven.
Voor het bepalen van de grens tussen elementen kan men steeds terugvallen op de volgende
basisvragen:
• Wat verandert er indien het element verdwijnt?
• Wat verandert er indien hel element vervangen wordt door een andere oplossing voor
dezelfde funcue?
Passen we dit bijvoorbeeld toe op het element 'keldergaten', dan wordt de vraag:
• Wat verandert er a1s de ontwerper beslist om in een keJderwand cen keJderraam te voorzien?
• Wat verandert er indien de functie 'verluchten' opgelost wordt door cen 'verluchtingsbuisje'?
Tot het functioneJe element 'keldergal' behoort dus:
- de latei in de keldermuur;
- het raam in de opening;
- het tablet aan de binnenzijde;
- de U-vonnige keennuur, waarmee de opening wordt vrij gehouden (inclusief funde-
ring, waterdichte beraping, ... );
- de deksteen van deze keermuur;
- het rooster.
13
3.3. Codering
De codes voor clementen bestaan uit een gelal tusseo haakjes. Deze haakjes zijn nodig om
deze gelaJlen te onderscheiden van de getalcodes van tabel O. In het geheeJ van de BB/SfB
code komen de codes van tabel 1 in het tweede vakje.
3.4. Hoofdcodes en ingebouwde relaties
3.4.1. HooJdstructuur van tabell (zie figuur op volgende pagina)
De volgorde van de cijfercodes siui( zo vee! mogelijk aan bij de rueest gangbare uitvoerings
volgorde. Het fundamentele criterium om elementen af te bakenen is echter de functionele rol.
(1-) Onderbouw (6-) Uilrusling, hoofdzakelijk elektrisch
(2-) Primaire clementen van bovenbouw (7-) Vaste inrichting
(3-) Secundaire elementen van bovenbouw (8-) Losse inrichting
(4-) Afwerking (9-) Werken builen hel gebouw
(5-) Uitrusting, hoofdzakelijk Hu[da
3.4.2. Rooster van hooJdcodes
De hoofdcodes beslaan uit twee cijfers (van 10 tot 99). Zij kunnen worden voorgesteld op een
rooster mel 90 vakjes waarbij aBe codes met eenzelfde cijfer voar de tientallen tot eenzelfde
kolom behoren, en die met eenzelfde cijfer voor de eenheden lot eenzelfde rij (zie figuur op
volgende pagina). Niet aan rule hoofdcodes werd echter een betekenis gegeven, sommige
blijven'voorbehouden'. Oit wi! zeggen dat het toekennen van een betekenis is voorbehouden aan de licentiehouders
vol gens afspraak mel de licentieverstrekkers. Deze codes werden niet ingevuld in het rooster.
Het doel van deze afspraak is dat CIISfB later het systeem kan uitbreiden door oak aan die
codes een betekenis toe te kennen zonder in conflici te komen mel gegroeide gebruiken (ver
anderen van de betekenis van een code).
3.4.3. Codes voor kolomhooJdingen
Bovenaan elke kolom worden codes (1-), (2-), ... 101 (9-) toegevoegd, mel hetzelfde cijfer als dal
van de tientalJen in de overeenkomstige kolom. Met deze code worth ofwel de kolom als geheeJ
aangeduid, ofwel cen aantal elementen uil de kolom.
De rij met codes toegevoegd aan het rooster wordt voorafgegaan door de code (0-). Deze code
wordt niet verder opgesplitst. Ze krijgt een analoge betekenis: ofwel de 13bel als geheel. ofwel
rneerdere elementen verspreid over de label. Op volgende pagina wordt via korte omschrijvingen en grafische symbolen cen overzicht gege
yen van de belekenis die aan de hoofdcodes werd toegekend. Oeze tabel bevordert het overzicht
over de codes. maar er dient voor gewaarschuwd te worden dat de precieze betekenis van elke
hoofdcode slechts duidelijk kan worden na het doomernen van de definitie, van de deelcodes
die deze hoofdcode omvat, van de voorbeclden en de verwijzingen (ref. I en 2).
14
BBlSffi
I( ooderbouw. bcw<obou .. ........-- inricbting -(0-) (1-) (2-) (3-) (4-) (5-) (6-) (1-) (8-) (9-)
..- -.. ......... - -- - --- -- -- Iaaoe iIIridm. daI:lcncoI ~ba~ -- .... -..-.m:k ........ -- -- _ok __ ................ ~Jkdcb:idl do::I:m:Dw. ... 1Ibd I
(10) (20) (30) (40) (SO) (60) (70) (80) (90) ----t I , -- --- -- -- - -- --- --- ....... - isri::hti._~
(II) (21) (31) g (41) (51) (61) (11) (81) (91)
~ g fa =-.J ~ ~ ,0- ....- ...... o [ ...... - --- "- --- - .... ------- iIndIrq WOOl tll-. ....na. (12) (22)
J8 (32)
B (42) (52)
0jB (62) (12)
U (82) (92)
JB1 :!jj 13. ........ - -- 01 01_ ..- - .... -------- -- - -~ ___ ~wm..~ ....... _blnd ... ~ ... -'D)oka
~ (13) (23) (33) (43) (53) (63) (13)
'---(83) (93) _0
8 B 15 n reI ...... EJ .. - ,....... ....- , I = - - .... ----- - "'-~_.atoaIk~1r1RD
~- ' )ptwa.~
(14) (24) (34)
~ (44) (54)
G} :...~ (14)
~ (84) (94)
........ ""- ......... , ~ --- - - - -............ ------ "-""-, ~_~a.~
(15) (25J (35) (45) (55)
~ (65) (75)
~ (&5) (95)
~ 9 L =:"" JE5[ - --- - .... ----- -- -- .......... _~CII~ (16) (26) (36) (46)
=-~ (66)
I~t (76)
L (86) (96) -- [lj -- -- ....... - p ------ -- "-- ~ .... opo:iIIe-"'-
(17)
c!J (27)
8 (37)
18 (47)
lo [ (51) (67) (77) (87) (97)
== - - "'- -' O [ -~ --- - - ---- - . --~1IQp..s...-.~ .... (l.-) ..... _~~_{1.}
(18) (28)"
~ (38) (48) (58)
=- ~ (18) (98)
(88) ~"""RdL --- ..-. .......... qrr-~
a_ ..... aXt;p::mmdr:
eIeaaIa vn (I.) - - - c:IcmcaIr:a _ <So) _ ... - "- danr1II= ... (Oo) tlII (11)
;:;, ~_l I
(19)=,:::, (29)=,:::, (39)=,:::, (49)=,:::, (59)=,:::, (69) =.:::. (19) =.:::. (89)
=~ (99) ==-daDatta __ (1-) daIaIt:II .... (2.-) ~ ... ~) dmaam_ l .... ) daIIaIIm .. ts-t ~_(15-) dcEaaIICII ..... no) ~ .... n-) et.:m::..:. .... tabd 1 ----
3.4.4. Ingebouwde relaties lussen Iwofdcodes
De betekenis van de hoofdcodes werd zo gekozen dat er bepaaJde horizontale en verticaIe
relaties ontstonden.
a. VerticaJe relaties over de bele tabel
Elke hoofdcode (?-) omvat het geheel van (?O) tot (?9).
Bv.: (6-) omval alle uitrustingen die elektriscb (of hoofdzakelijk elektrisch) zijn.
Deelrubrieken zijn bijvoorbeeld (63) elektrische uiLrusling VDar verlichting. (64)
elektrische uitrusting voor communicatie, ...
b. Horizontale relaties over de hele tabel
De code ( 18) omvat aile c lementen van kolom (1-) die nog niet werden beschreven in (I I)
tot (17). Hetzelfde geldt voor de codes (28), (38), ... (98). Tussen aile codes die eindigen
op 8 bestaat er dus cen band. Ze zijn gelijkaard ig gedefinieerd: 'Hoger niet genoemde cle
menteo van (?-)'.
De code (19) beschrijft hulpstukken en onderdelen voor clementeo van de kolom (1-). Een
analoge betekenis krijgen aile codes die eindigen op 9: ' Hulpstukken en onderdelen voor
elementen van (?-)' .
c. Horizontale en verticale relaties over een deer van de tabel
16
De betekenis van een aantal codes werd zo gekozen dat er bepaaJde horizontale en verticale
relaties ontstonden. Op basis van deze relaties kan een specifieke coderingsregel worden
geformuleerd. Deze relaties zijn:
verticaal: (2 1)+(22):
(3 1) + (32): (4 1)+(42):
- horizontaal:
(2-) + (3-) + (4-):
(21)+(31)+(41):
(22) + (32) + (42): (13) + (33) + (43): (23) + (33) + (43):
(24) + (34) + (44): (27) + (37) + (47):
(7?) + (8?):
primaire elementen van wanden
secundaire elementen voor wanden
afwerking op wanden
bovenbouw
buitenwanden
binnenwanden
lagen, vloeren op volJe grond
vloeren niet op volle grond
trappen, verticale circulatie
daken
inrichting
VERTICALE RELATIES BOUWELEMENTEN
HORIZONTALE RELATIES
BOUWELEMENTEN
"
(t )) '"
17
3.5. De uitrustingen: codes (5-) en (6-)
De technische uitrusting omvat het geheel van elementen die het binnenkJimaat in de ruimten
kunnen regelen (verwarming, koeling. verluchting. verlichting, ... ) en die instaan vocr aan- en
afvoer in de ruime zin (warm en koud water, afvalwaterafvoer, perslucht, personen, informa
tie, ... ).
Enkel de technische uitrusting in gebouwen en in de onrnidde1lijke orngeving ervan wordt
onder deze codes beschouwd. InstallaLies builen het gebouw bevinden zich onder code (9-).
Het basis principe voar de begrenzing van instal laties is: 'een primair net gaat tot de afs luitmo
getijkheden Yoor bet secundaire net, de afsluitmogelijkheden niet inbegrepen'. Analoog gaat
het secundaire net 'tot voar de aansJuiting met vaste en losse inrichting. deze aansluiting niet
inbegrepen' .
Verder wordt steeds gesproken van:
- dienstverlenende elementen;
- bediende elementen.
Verschil1ende dienstverlenende elementen kunnen eenzelfde element bedienen en eenzelfde
dienstverlenend element kan meerdere elementen bedienen (zie onderstaande figuur). Het
laatst bediende element wordt het gebruikselement genoemd. De begrenzing wordt steeds
gevormd door het onderdeel dat aan- en afsluiten mogelijk maakt.
Dienstverlcncnd <}- 8edietJde <] = symbool voor afsluit-C(lmponent
element elem::nt (noon bij bediendc clement)
<}- 4 Bcdiende Gebtuibc:lem::m Dienst verlencnd element (= laalSte eh:m.) clement
Dienstverlenend <}-element 8ediencle element
Dienstverleoend - <]-clement
<}- Bediende element
Dienstverlcncnd element
-<]- Bcdiende elem.:nt
18
Voorbeelden: • Een centrale verwarming op stookolie heeft als dienstverleneode elementen:
eeo elektrische kring;
een watertoevoer; eeo stookolietoevoer; eeo rookgassenafvoer;
een luchttoevoer.
• Een lavabo (wat een gebruikselement is) heeft als dienstverlenende elementen: een aanvoer van koud water;
een aanvoer van warm water; een afvoer van vervuild water.
Gebruikselementen worden beschreven onder (7-) en (8-). Gebruikselementen die slechts van een dienstverlenend netwerk afhangen kunnen daarbij vermeld worden, bijvoorbeeld:
een verlichtingsarmatuur bij (63) verlichtingsinstallatie; - telefoontoestel bij (64) communicatie-installatie.
Vol gens het hoger vooropgestelde principe (dat de 'afsluitcomponent' behoort tot het bediende element, of anders gefonnuJeerd, dat dienstverlenende element gaat tot net voor de 'afsluit
component', deze ruet inbegrepen) kunnen volgende grenzen geformuleerd worden: • Een verwarmingsinstallatie (56) omvat ook de gebruikselementen zoals radiatoren.
Begrenzingen met diensverlenende elementen voor een verwarmingsinstailatie zlJn bijvoorbeeld:
aanvoer van brandstoffen tot net voor afsluitkraan bij ketellbrander; - aanvoer van elektriciteit tot net voor schakelaar bij ketellbrander;
- aanvoer van water tot net voor afsluitkraan bij ketellbrander.
• Een lavabo is een gebruikselement met volgende begrenzingen: het reukslot (= 'afsluitcomponent') behoort tot lavabo;
de afsluitkraan (= 'afsluitcomponent') behoort tot lavabo (evenaJs uiteraard de gebruikskraan).
• Uitrustingen voor vloeistoffentoevoer zijn aJs voigt begrensd: koud watertoevoer: vanaf 'afsluitcomponent' met het openbare net tot net voor afslu itkranen met bediende elementen (gebruikselementen zoaJs lavabo of dienstverlenende
elementen zoals waterverwarming); warmwatertoevoer: vanaf 'afsluitcomponent' met watertoevoer tot net voor afsluitkraan
bij gebruikselementen zoals douche, lavabo, keukenaanrecht; gastoevoer: vanaf 'afsluitcomponent' met openbaar net tot net voor afsluitkraan van waterverwarmer.
Uitrustingen in de buitenomgeving van het gebouw worden in detail besproken in het vol
gende punt.
19
3.6. De elementen buiten het gebouw: code (9-)
3,6.1. De codes
Afwijkend van de BS/SfB-tabellen gepubliceerd in 1990 (ref. 1 en 2), maar overeenkomstig met de mogelijkheden van de licentiegevers (ref. 1 nota Tl.8 pagina 129) worden de codes (91). (92). (93) ..... (98) verkezen boven (90. 1). (90,2). (90.3) ..... (90.8).
De indeling van de elementen builen het gebouw voigt in grate lijnen de definities van de hoofdcodes van (1-) tet (8-).
(1-) Onderbeuw (2-) Primaire elementen van bovenbouw (3-) Secundaire elementen van bovenbouw (4-) Afwerking
(5-) Uitrusting. hoofdzakelijk fluida (6-) Uitrusting. hoofdzakelijk elektrisch (7-) Vaste innchting
(8-) Losse inrichting
3.6.2. De pictogrammen
(9 1) Bodem buiten gebeuw (92) Constructies builen gebouw (93) Afsluitingen builen gebouw (94) Afwerking bodem buiten gebeuw (95) Uitrusting flui"da builen gebouw (96) Uitrusting elektricileit builen gebouw (97) Vaste en Josse inrichting
builen hel gebouw
Deze definities worden gerllustreerd via de pictogrammen op volgende bJadzijde die een aanvulling zijn op de pictograrnrnen van BB/SfB en CUSfB.
20
PICTOGRAMMEN TOEGEVOEGD AAN BB/8m VOOR (9-)
(91) BODEM BUITEN HET GEBOUW (91)
8E D[
(92) CONSTRUCTlES BUITEN GEBOUW (92)
8E .L .. CJ[
(93) AF8LUlTINGEN BUITEN GEBOUW (93)
I I U 8E I I D[
(94) AFWERKING BODEM BtnTEN GEBOUW (94)
H
(95) UlTRUSTING FLUIDA BUlTEN GEBOUW (95)
BE D[
::I 0 -
::I (96) UITRUSTING ELEKTRICITEIT BUITEN GEBOUW f-
(96)
"tl 8E D[
f-(97) VASTE EN LOSSE INRICHTING (97)
H ~ i<t DC
I
2 1
3.6.3. De dejinities
De definitie 'elementen builen het gebouw en niel in contact mel hel builenoppervlak van he!
gebouw' (ref. 1 pagina 7 1) wordt als voigt gepreciseerd: 'elementen builen het gebouw en NIET ten behoeve van dat ene gebouw·.
Sommige onderdelen van elementen bevinden zich buiten hel gebouw (eventueel legen de
buitengevel aangebracht of in de onmiddelJjjke omgeving van het gebouw), maar zij behoren
functioneel tal dat ene gebouw, zoals regenafvoerpijpen, ingegraven stookolietank. drainage
bij funderingszool, aardingslus, inspectieput vocr rioiering, rioolputje van (eeras, ...
Deze nieuwe definitie betekent bijvoorbeeld dat:
- een le i ding die legen cen gebouw bevestigd is maar die geen dee! uitmaakt van een
instal latie voor dal gebouw hier een plaats vindt;
- alle nClwerken (waterverdeling, elektriciteitsverdeling, wegenwerken, ... ) len behoeve
van meerdere gebouwen op een campus deze code krijgen;
- elementen spec ifiek voor de gebouwde omgeving (zoals terrassen, luinverlichting, vij
vers, fonleinen, ... ) hierthuishoren.
VOlgende verduidelijkingen in verband met 'elementen buiten het gebouw' kunnen nog aan
gebracht worden:
(91) BODEM BUlTEN RET GEBOUW Het betreft hier bijvoorbeeld een vijver voor bet gebouw of een heuvel naast het gebouw.
Het beLreft niet de voorbereidende grondwerken die uitgevoerd worden voor de oprich
ting van het gebouw a1s geheel zoals het wegnemen teelaarde, globale nivelleringswer
ken, ... ; deze werken worden gecodeerd met (0-). Het betreft evenmin de grondwerken
speci fiek voor bepaalde e lementen, bijvoorbeeld uitgravingen en aanvulli ngen voor cen
zoolfundering. voor een riolering, ...
(95) UlTRUSTlNG HOOFDZAKELUK ELEKTRlSCH BUlTEN RET GEBOUW (96) UlTRUSTING HOOFDZAKELlJK FLuIDA BUlTEN RET GEBOUW
22
Het betreft hier zowel uitrustingen builen het gebouw ten behoeve van meerdere gebou
wen (bijvoorbeeld netwerken voor fecalien afvoer, elektriciteitsverdeling, waterdistri
bUlie, ... ) als uitrustingen builen het gebouw die in brede zin tOl dat ene gebouw en zijn
omgeving behoren (zoals buitenverlichting, drainage ten behoove van gebouw, fontein
behorende tot gebouw, ... ). Deze uitrustingen kunnen:
- aangeslOlen zijn op cen (openbaar) net voor meerdere gebouwen;
- aangesloten zijn op cen net van het gebouw;
- autonoom zijn (generator elektri scbe energ ie, opslag van regen water, oppompen van
grondwater, ... ).
Op de figuur op volgende pagina worden in stippellijn de installaties aangegeven ten
behoove van het gebouw in strikte zin. Zij worden gecodeerd onder (5-)/(6-). Zij kunnen
zich deels builen de buitenkant van de buitenmuren bevinden, bijvoorbeeld verb indingen
met (pubJieke) netwerk ten behoeve van meerdere gebouwen, boorputten, zinkputten,
Wat betreft de grens tussen de 'ruimte·begrenzende' en de 'ruimte-uitrustende' e1ementen
biedt het functionele uitgangspunt het criterium; bijvoorbeeld: • Wat verandert er als er geen rookgassenafvoer nodig is?
• Wat verandert er als de dakafwatering op andere punten verzameld wordt? • Wat verandert er als een ander type warmteverdeling gekozen wordt?
• Wat verandert aJs aardgas in pJaats van stookolie als energiebron gekozen wordt?
AFBAKENlNG VAN lNSTALLATIES BUITEN HET GEBOUW
- ,. -.. . .'-... - , . - - .-
1ostaIlalie$ leo behoeve vall hct ,cboow in wikte ziII. Gccodoerd (~-)I(6-).
~ . _. _ .. ;
Ee:n dee] hiervan on zich builen de buitenmuren beYindm.
]!lSl-allat1ci ten behucve VIUI hel ,cbouw in ruime l.in, dil wi] zcggo:n in de omgcving VlJl he! ,cboow maar ftmc:tiQnee] ettoe behomld.
lnstallaties ten behucve VIUI meerdere gcboowcn
23
4. Uitbreiding met macro-elementen 4.1. Inleiding
[n wat voigt, worden twee uitbreidingen van het BB/Sf8~systeem loegelicht:
• Macro-elementen: de horizontaJe verbanden die bestaan tusseD bepaaJde tweecijfercodes
voor clementen worden geexpliciteerd door codes voor groepen van elementen (= macro
elementen) af te sprcken.
• Subelementen: a1 de hoofdelementen (gekenmerkt door een code die bestaat uit twee
cijfers) worden volgens steeds dezelfde principes opgesplitst. Hierbij worden de afspraken
die bij de definitie van de hoofdcodes gemaakt werden opnieuw gebruikt.
Hieruit blijkt nogmaals dat veel belang gehecht wordt aan de opsplitsing van een gebouw
in functionele entiteiten. Daarvan is op een bepaaJd ogenblik in het onlwerpproces nog niet
geweten met welke materialen dit zaI gebouwd worden. Op een nog vroeger moment van het
proces is eventueel ze lfs nog fliet besl ist aan welke prestatie-eisen dit functioneel onderdeel
moet beantwoorden.
Functie is een krachtig maar complex begrip. In het dagelijkse taalgebruik spreken we van de
funClle:
- van een bouwwerk (aquaduct, stuwdam, ... )~
- van een gebouw (ziekenhuis, school, .. . );
- van een ruimte (badkamer, eethoek, ... );
- van ruimte-begrenzende of ruimte-uitrustende elementen;
- van verwerkte materialen ('realisaties') (roestwerende verflaag. dampremmende folie,
... ); - van materialen (Iijm, verankeringsmiddel, bindingsvertagend middel, ... ).
Het wezenlijke kenmerk van gebouwen is dat ze ruimtes bevatten die de gewenste binnen
omgeving realiseren (thermisch, akoestisch, inbraakveiligheid, brandveiligheid. verlichting,
verwanning, optisch comfort, sfeer, ... ). Vandaar dat de functie in deze context meer precies
gedefinieerd is: ruimte-begrenzend of ruimte-uitrustend.
Deze elementen, gedefinieerd via dit abstracte concept, dienen concreet gebouwd te worden.
dienen ' gemateri aliseerd' te worden. dit wi l zeggen, 'gerealiseerd ' met materialen.
Deze functionele definities passen in een globale visie op het bouwproces (zie figuur op vol
gende pagina):
• 'Materialen': aile producten die op de werf geleverd worden, van primaire grondstoffen zoal s zand - tot complexe producten - zoals cen luchtbehande lingstoestel.
• 'Realisaties': verwerkte materialen. Men beschouwt ze soms onafbankelijk van de functio
nele elementen waarvoor ze gebruikt zu llen worden (metselwerk, betonwerk, timmerwerk,
25
26
tegelwerk. schilderwerk •... ). soms voor een specifiek element (metselwerk voor rookkanalen, betonwerk voor balken, timmerwerk voor dakslructuur, tegelwerk voor wandbekJe
ding, schilderwerk buiten op ramen, ... )
BOUWPROCES IN RUlME ZIN
•
•
•
•
•
RULMTES
1 MACRO-
ELEMENTEN
ELEMENTEN • 1
SUBELEMENTEN
I MATERlALEN
REAUSATLES I I •
RUlMTES
Gebouwen hebbcn als doel binnenruimtes te creeren. Elementen zijn ruimte-bcgrenzend of ruimte-uilrustend.
+-
Elementen zijn funetionele onderdelen; zij zijn gedefinieerd onafhankelijk van materialen. Elemenlen kunnen hicrarchisch worden opgesplitst zo vcr nodig. Aile elementen nU>eten gerealiseerd worden. dit wil zeggen, gebouwd met matcrialen. Realisaties zijn verwerkte materialen (daarbij kan, zo gewenst, de functie niet bcschouwd worden). Men kan preslalies testen van elementen, van ntllierinlcn en van rcalisalics.
-
4.2. Uitgangspunt voor macro-elementen : ruimte-begrenzende elementen
'Macro~e lementen' zijn ruimte-begrenzende elementen zoals buitenwanden, binnenwanden,
vloeren, daken. Normaal zijn twee afmetingen van het element heel wat grater dan de dikte
van het element. Zo zijn de lengle en hoogle van een wand meestal grater dan de wanddikte,
zijn de horizontaIe afmetingen van een vloer grater dan de vloerdikte, enzovoort. De ele
menten bestaan meestal uit verschillende (agen. Een buitenwand bestaat bijvoorbeeld uit een
primair deel, een buitenafwerking en een binnenafwerking. In 'macro-elementen' kunnen
openingen voorzien worden, zoals ramen en deuren in een buitenwand.
4.3. Codering
Op basis van de 'horizontaJe relaties' die bestaan tussen de elementen van label 1 van BBISfB kunnen volgende bijkomende codes gedefinieerd worden:
( .. )+ = primaire element + afwerkingslagen
( .. )++ = primaire element + afwerkingslagen + openingen
Bv.:
(21 )
(2 1)+
(2 1)++
= primaire element van buitenwand
= (21) en buitenafwerking (4 1) en binnenafwerking (42:21)
= (21)+ en openingen in buitenwand (3 1)
De binnenafwerking op wanden (42) is opgedeeld in: (42:2 1) = binnenafwerking op buitenwanden (21)
(42:22) = binnenafwerking op binnenwanden (22)
4.4. Pictogrammen
Deze manier van werken - namelijk globale opties voor macro-e lementen (positie, globale
kenmerken) stap vocr stap te concretiseren - kan vocrgesteld worden als een boom die groeit
vanu it een kern (zie figuren op volgende pagina's).
Elementen vormen als het ware de brug tussen 'ruimtes' en 'realisaties'.
27
lB. JI:=J[ _I D[
(27)++ rUL JC[
+ -
JEI
(\3) + (23) + +
B
28
29
4.5. Definities van macro-elementen
Elementen worden zo gedefinieerd dal het vervangen van een oplossing door een andere zo
weinig mogelijk invloed heefl op andere clementen (modulaire vervangbaarheid). Men kan
cryan uilgaan dat in de aJlereersle fasen van het onlwerpproces cen vlak geschetsl wordt (in
cen snede of in cen ruimtelijk ziehl) dal aangeeft waar dit element in eerste benadering zal kornen. We noernen dergelijk vlak verder de 'drager' van het element. Yoor gebogen clemen
ten veronderstellen we dat ze voorgesteld kunnen worden door cen vcelvJak. cen aaneen
schakeling van vlakke dragers. Ten opzichte van die 'dragers' worden de concrete materialen
gepos ilioneerd waarmee de clementen zullen 'gematerialiseerd' worden in cen later stadium.
Dil proces dient echtcr niet te rechtlijnig te worden gezien.
Er dienen dus afspraken gemaakt te worden over de grens russen hel 'primaire element' en de
'afwerking' (buitenwandafwerking. binnenwandafwerking. vloerafwerking, plafondafwer
king, dakafwerking buiten). Oit wordt verder in deze tekst verduidelijkt bij hel definieren van
aile onderdelen (subelementen) van elk e lement.
In al de ruimte-begrenzende elementen kunnen openingen voorzien worden: in buitenwanden,
in binnenwanden. in vloeren en in daken. Her functionele uitgangspunt van BB/SfB leven
hier het criterium am te bes li ssen wat tot de opening behoort en wat niet, zander te vervallen
in een oneindige gevallenanalyse. De kemvraag is dus: wat verandert er aan het primaire ele
ment indien de opening voorzien wordt? Bij hel conceptueel aanbrengen van cen raam in een
spouwmuur. bijvoorbeeld, gebcun het vo lgende:
aanwezige materialen worden verwijderd;
volgende onderdelen worden voorzien: latei voor binnenblad en buitenblad. afvoer van
spouwvOChl, TOI en rolluikkast. raamkader en beslag, dichting met ruwbouwopening.
glas en dichling, vensterbank binnen en builen, bcschermJagen voor raamkader.
Blijft ten slotte het probleem van de 'bouwknopen', dit wil zeggen, de aansluiting van 'dra
gers' uil verschillende richtingen. zoals een vloer op een buitenwand. lodien we veronderstel
len (figuur A op volgende pagina) dat de vlakke dragers elkaar snijden volgens een rechte
(voorgesteld als punt in de snede), dan is een eerste bes li ssing die genomen dient te worden
(figuur B) waar de (gelaagde elementen) zich bcvinden vol gens een richting loodrecht op het
vlak van de dragers. lndien die beslissing genomen is, dan zijn de precieze 'hoeveelheden'
van de elementen echter nog niel gekend (figuur C): waar een materiaal is kan zich geen
ander materiaal bevinden, dus is het nodig keuzes te maken. Bepaalde elementen zu llen ver
der door lopen voorbij de snijding van de dragers, andere zu lJen voordien stoppeD (figuur D).
VerschiJlende mogelijkheden moeten open gelaten worden:
30
- de vloerplaat wordt opgelegd of niet ;
de niet-dragende indelingswand komI onder het valse plafond en loopt door tal de struc
turele vlaer;
het dak heeft een oversteek of de geveJ verbergt het dak.
Daarenboven dienen omwille van de aansluiting van clementen soms extra voorzieningen
getroffen te worden, bijvoorbeeJd: waar ceo spouwmuur aansluit op de fundering, dient cen afvoer voer het spouwvocht
voorzien te worden;
waar ceo traditioneeJ houteo dakschild aansluit op cen buitenwand, dienl ceo muurplaat
voorzien te worden;
- waar cen indclingswand aansluit op ceo structurele buitenwand, dient cen vcrankcring
voorzien te worden.
Deze bijkomende voorzicningen zijn niet aanwezig in het 'midden' van het element.
• • ,
(21)+ D , (23)+
• . _. - ._. _. _. _._. _ . ..!._._. ,
(21}+ D A B
• •
•
• C
31
,
5. Uitbreiding met subelementen 5.1. Inleiding
De clementen aangeduid met tweecijferccxles tussen haakjes worden in het ss/sm coderings
systeem (ref. I ) nog verder opgesplitst. Volgens het principe van de decimate codering wordt elk element verder ingedeeJd door een of meer cijfers toe le voegen na een decimale punt
Bv.: (2 I) Buitenwanden
(21.1) dragende buitenwanden
(2 1.3) niet-dragende buitenwanden
(2 1.4) gordijngeveJs (bovenliggende clementen worden gedragen, geen vloerlas-
tcn worden gedragen door wand)
Het criterium om deze elementen verder op te splitsen verschilt van element tot element en
soms worden bij een element meerdere criteria gebruikt.
Bv.: (21.6) buitenwand opgebouwd uit draagstructuu r met bekleding of invulling.
Andere voorbeelden van wisselende indeiingscriteria zijn:
- voor (13) lagen op volle grond: volgens hardheid (hard of zaeht) of volgens positie
(onder water, ... )
- voor (23) vloeren: volgens samenstelling (monolithiseh, samengesteld) of volgens posi
tie (galerij, balkon, ... )
- vocr (24) e lementen voor vertieaJe eirculatie: vol gens type (trap, helJing. ladder) of
volgens vonn (reehte trap, bordestrap, wenteltrap)
5.2. Uitgangspunten en codering
Verder in dit document wordt een voorstel geformuleerd om - in tegenstelling tot de indeling
zoals voorgesteld in de BB/SfB-code - al deze elementen op eenzelfde manier op te splitsen in
subelementen. Deze opsplitsing gebeurt op basis van een functionee1 criterium. Daarenboven
worden de codes gedefinieerd naar analogie met de tweecijfercodes voor de e lementen. De
betekenis van de codes voor de subelementen komt overeen met de betekenis van hel cijfer
van de tientallen bij de elementen, zoals aangegeven in volgende tabel:
(1-)
(2-)
(3-)
(4-)
(5-)
(6-) (7-)
in frastructuur
primaire elementen
secundaire elementen
afwerking technische instaUaties hoofdzakelijk flu'lda
technische instaJlaties hocfdzakelijk elektrisch
vaste inrichting
(1?1I ) (??/2)
(??/3) (??/4)
(??/5) (??/6)
(??n)
De aanvullende codes van de subelementen worden voorafgegaan door hel symbool '/'. Dit
laat toe een onderscheid te maken tussen deze specifieke aanvulling en de offic iele codes van
BB/StB. Twee vormen zijn dus mogelijk: (n!?) en (n.?/?) Bv.: (24.4/2) primaire subelementen voor wente ltrap
32
w w
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ M ~ ~ ~
---, i III g ~ (C -) I m
' ... , m
1----I------------t----1 . II • \1" 1/' :; • lill' § I • 'Ill! ~ (1-) !H!J 13- ~ I I [] I [? I ill
(**/1) INFRASTRUCTUUR
(**/2) PRIMAIRE ELEMENTEN (2-)
(**/3) SECUNDAIREELEMENTEN (3-)
(**/4) AFWERKING (4-)
(**/5) INSTALLATIES ELEKTRISCH (5-)
(**/6) INSTALLATIES FLUIDA (6-)
IH II "III HI • I ~ II • f II 'Ill § III 'I,' 1\ r !I' ~ I~ I IOJ lEV OO! JI
1'11·1"" • ~ g II -III gil g V 'iII~111 ~" 100 I 00 II J: 00 ~ I _ I J • JA I / • Ij1 ~ III I /f lill J! m 1\
'I' :00 I '~I 00 00 00 !
• II' Il' 1 1 J g I • f ' IE, ' 'lll 1M 1\ ~ ~ ~ .~ -t' ~ I I d II "U' 'I' II'I!II!II!!I!!I mf~ I .'GT I l~ :J l~ It. I ,I
.' H' "I' 'I' "I' 'I' "I' "I' 'I j It (**17) VASTE INRICHTING (7-) m I I r- I ~ ! ~ I [Il'1 i ~ i f?i II
1,i I, 3 rr--IJ~I, Ij~!I" ,jll' (8-) In Iw r--- ~ i IIiif' P I .
.. - I l I il' I 1 I l I l I I ii !Ir I,I! (**/8)
(**/9) (9-) I 111 •
I'" m ill ~
5.3. Algemene definitie van subelementen en overzicht van pictogrammen
I E(??) Element
E(??) Element
E(??/O) Afbraak, Uitgravingen
E(??/l) Infrastructuur
E(??I2} Primair subelement
E(??/3) Secundair subelement
34
Eersl word! een korte omschrijving van het element gegeven op
basis van de BB/Sffi-labellen (ref. I en 2). Daar waar die label
len nog keuzes open laten, worden die gemaakt. Deze keuzes
worden verantwoord en uitgewerkt in referentie 13 en 14.
Afbraakwerken, uitgravingen ten behoeve van een spec ifiek
element. Dil subelement is dus niet de activiteit (afbreken, uit
graven), maar het resultaat daarvan.
Ook het 'wegdenken' in fase ontwerp van andere elementen
ten behoeve van het beschouwde element. Bv.: het wegdenken
van de aanwezige wand bij het voorzien van een deur.
EXira verstevigingen, extra construelies bij andere elemenlen
ten behoeve van een specifiek element.
Onderdeel dat de belangrijkste ro l speelt om de funetie van het
element te realiseren.
Bij ruimte-begrenzende elementen is dit de e igenlijke begren
zingfunetie. Dit subelement is steeds aanwezig.
Als hetzelfde onderdeel en een strueturele en een begrenzende
rol vervult (of het niet relevant is dit onderscheid te maken)
wordt het als (17/2) gecodeerd. Bv.: een wand die oak dragend
is, bekledingsplaten die uil zichzelf buigstijf zijn en dus geen
draagstruetuur vereisen, ...
Onderdeel dat het primaire element helpt om die primaire fune
tie Ie vervullen.
Bij ruimte-begrenzende elementen vervult dit subelement vaak
een strueturele rol. Bv.: kolommen en balken in een wand,
draagstruetuur v~~r bekledingspanelen, kader van een raam,
Als hetzelfde onderdeel en een strueturele en een begrenzende
rol vervult of als het niet relevant is het onderseheid Ie maken
wordt he! steeds als (??/2) geeodeerd. He! secundaire subele
ment vervult dus nooil een ruimte-begrenzende funetie.
E(??/4) Behandeling, Afwerking Behandeling. afwerking van subelementen (1111) en/of (1112)
en/of (11/3). Eventueel verfraait deze behandeling of afwer
king meleen. Deze code kan opgesplirsr worden als men wens' oan te geven waarop de afwerking gebeurt
(twet:de symhoo/ fl(J 'f'),
(? ?141) van her subelement inJrastructuur (??II) (??142) van her primaire subelement (??12)
(??143) van her secundaire subelement (??/3)
Indien er daarenboven een o,ulerscheid is fussen aJwerking op de buitenvjde en de binnen
zijde, kan dar aangegeven worden door her (aatste symbool achier de ,/':
(? ?14? J) van de bui1enzijde loa fs
(??14?2) van de binnenzijde lOafs
(2 1) buitenwanden
(3 1) sec. demo voor builenwanden
(4 1) buirenafwerking
(22) binnenwanden
(32) sec. elem. voor binnenwanden
(42) binnenafwerking op wanden
Voor de secundaire elementen (3-) en de aJwerking (4-) wordt de defmitie .'an 'Behandefing,
Afwerking' uilgebreid en omval ze alfe afwerking, dus ook deze die enke' ter veifraaiing
aangebrachl wordl.
E(??/5) Installaties flui'da Technische installatie die hoofdzakelijk flu'Ida bevat:
- of wei ten behoeve van de functie van het e lement;
E(??I6) Installaties elektrisch
- of wei ge'lntegreerd in het element tijdens de prodllctie of de
opbouw van dit element, maar ten behoeve van andere ele
menten; bv. :
- leidingen voor vloerverwanning ingewerkt bij de opbouw
van chappe behoren tot E(43/5);
- sanitaire leidingen ingewerkt in geprefab riceerde wand
behoren tot E(22/5);
- waleraanvoerleidingen achteraf ingewerkt door breken of
sleuven behoren tot E(53).
Technische installatie hoofdzakelijk elektrisch:
- ofwel ten behoeve van de functie van het element;
- of wei ge'integreerd in het element tijdens de prodllctie of de
opbouw, maar ten behoeve van andere e lementen; bv.: elek
trische le idingen ingewerkt tijdens opbouw in zichtmetsel
werk voor binnenwanden behoren tol E(22/6).
E(??n) Toegevoegde inrichting Subelemenl toegevoegd aan hoger vennelde subelementen om
deze Ie beschennen of Ie verfraaien, maar verschiJIend van
E(??/4).
De defin ities verschillen sterk van element tot element en wor
den verder geval per geval aangegeven.
E(??/8) Hoger niet genoernde SE Onderdelen hoger niet genoemd in de subelemenlenlijst.
Volgende indel ing is mogelijk :
E(??/8 1) thermische enlof akoestische isolatie;
E(??/82) lucht- en/of damp- en/of waterscherm.
35
(??) (13)
'DC '6) (11)
~ (2')
I iE (22)
J[l (2J) (2') (21)
JUL (lBl
D ~ e "'-_!lC .. __ ....... . D[
(??/O) Afbraak, Uitgraviogen (1300) ( ' &0)
§ ( 11m (2l1U) , l---------l l
l~[ (noJID~ !24'l1 m~w (2MJ). l_.:-... :.:.:.._...:...~~
t-:-:::==i .. t..:..r ~b [ ------1 [ ---~~-:.;~.....-;.: :;',::::=: , .. Cl "
,. , lJ 0' " C I
O?/I) Infrastructuur (B /I) (l6fl) (1711)
(2m~ [ =JC:: (2ln)lut (2411) mn>g {liI1}: L---' ___ ,J..O
l' I .... --. -[ - - - - ---1- L , . - ~~ .. i [ .. , ;:==:~ (
.L!...,. .;;~ '-' I' I " - , Iii Ii
(??/2) Primair subelement (1312) ' 612)
TIl (I7n)
(21n~E1 [ (19 (2l L F ("") ml2)~ -lEi l.a~ III :=i~~
" .. ~ I~ ~
(??/3) Secundair subelemeot 1IY3) (16I3) (l7f3) C2lB]5L (22] c =) t:j (Z. ", (27mfi-=a.....I -.t_ (W.I\. • . -.::IJ '~TTr- T ~ [ J ~~LI: [
~ rw~ :' II
" U _ ~ " I
l.
0?/4) Behandeling, Afwerking {llU) (1614) (1714)
(2]nt -JD1 ~J EJ l (2414) (2114) ,
~lKQ1 '1]1 IU l c . -=_::} t-~ ~ -- - I~r
(n/S) Installaties fluida 0315) (' 01» ( 17~ (2 lJS) I L (1 (ltJ'r (2-115) (2715)- - - - -- -- (28/5); I.-:= ___ ._-:~._ I" S, I[
====r ,[ ~_ D--_____ _
{::==:::;- ~- ~
. 0 _____ , .1.-
r~L : :', ~:.:.:.:..:: ; (
0 0) I :: ': ,: c " I~ r du ,
(??/6) Installaties elektrisch (130<) (''''' «716) (21~ --.--..J' lE 'lot (2416) (21JlSh-- - - (2lII6), ' _.". __ ...L.J.
II~ ~[ rc~ .~----r.
c;;:::=: ::.} 1...-- -- ", ;:=::1 : II 1 tJ .• " -~
.. I
(??17) Toegevoegde inrichting (l3fI) (10(1) (17m (2 117) (llI1) (2Jf1) ,W1) mm (W1)
Ii- -u---" .
0?/8) Hoger rtiet &enoemde SE ( 1lM) (160'11) (1118) '''is) (lVI) (2JIIi) (2418)
(lliS) ,2M)
()I) (32)
I c:::::x::: 01' (34)
~ (31)
~8~ (38)
[ J
r :!!ill: -D C JLr -
L . ----(l1~) (3M))
(3ln)·~ (3211 ) i ...... (3311) b ::--- . L (3411) ~
D l JCi J 01: [ ~
(3713) • (3813)
j-l(l, r (37", ~ (3814)
;-,jla:;-;
(''''''
(32f1).#4 (38f1)
?~~ (31/8) 0"'" (3411) (374)
(41) (42)
~ O[
(4l1O); !I .. ! il
.o...!J L """
IO [ (4])
~O [ I:::J I:
('" ('" J~ ;;
('1) iO [ JO: ~ i':li: JO[ ~-
l (""J B,l _ ('J3J
" b (~ ("")[,..-----rl ("14) ~~--= ~ b!....li!.Ji!I ~ --t.~
I I (421S) I 19: (4315)
i ---1 ~ J .tfoTlf
(4415)
(41J"tl L ". '~·~I
('J Ie;, ('''''' I (-L J ,C:CT,--,y
~
(4111) (4211) (4317) (<LV7)
IlhF~ ~ (4lJ1) (4211) (4311) (""')
(4515) (4715)
r~'n"
('''''
(4518) (4711)
5.4. Overzicht van definities van subelement
E(\3) Lagen op grond - primaire dee!
E(16) Fundering, keermuur - prirnaire dee!
E(I?) Paalfundering
E(21) Buitenwand - primaire deel E(22) Binnenwand - primaire dee)
E(23) Vloer - primaire deel E(24) Trap, helling - primaire dee!
E(2?) Dak - primaire deel E(28) Structuur - primaire deel
E(3 1) Opening in buitenwand E(32) Opening in binnenwand
E(33) Opening in vloer E(34) Leuning bij trappeD en hellingen E(35) Opgehangen plafond
E(3?) Opening in dak E(38) Borstwering - horizontaal
E(41) Buitenafwerking wand E(42) Binnenafwerking wand E(43) Afwerking bovenoppervlak van vloer
E(44) Bovenafwerking trappen, hellingen E(45) Plafondafwerking E(47) Buitenafwerking voor dak
39
I E(I3) Lagen op grond - primaire deel
Lagen. vloeren in rechtstreeks contact met volle grand en binnen in hel gebouw (inclusieffun
deringsplaten op buiging belast). Het primaire dee! wordt hier afzonderlijk van de afwerking
(43) beschouwd.
E(13/0) Afbraak, Uitgravingen
E(13/1) lnrrastructuur
Resultaat van atbraakwerken of uitgravingen speci
tiek vooe lagen op volle grand.
Bv.: verdkhting van bestaande lagen, egaliseren
van bestaande lagen, geslabi li seerd zand, laag
steenslagbeton, ...
E(I3I2) Laag op grond Bv.: betonvloer, ...
E(l3/3) Balken voor laag op grond Bv.: verstijvingribben vooe vloer op volle grond, ...
E(13/4) Behandeling
E(13/S) Installaties Hu·ida
E(13/6) Installaties elektrisch
E(13n) Toegevoegde inrichting
E(13/8) Hoger niet genoemde SE
Indien het onderscheid tussen de ba1ken en de laag
op volle grond niet bestaat of niet relevant is, code E(l3/2) gebruiken.
Bv.: egalisatie van beton, ...
Bv.: drainage ten behoeve van laag op grond, .,'
Bv.: elektrische weerstandsleidingen van verwar
ming ingebouwd tijdens opbouw, ...
Subelementen toegevoegd ler bescherming of ver
fraIDing aan hel primaire deel, a1s later geen afwer
king toegevoegd wordt.
B v.: decoralieve tegels ingewerkl in primaire laag op
grond die geen verdere afwerking vereist, ...
E( 13/81) Thermische en/of akoestische isolatie.
E( 13/82)
40
Bv.: thennische isolatielaag onder betonvloer, ...
Lucht- enlof damp- enlof waterscherm.
Bv.: waterscherm onder betonvloer, ... •
I E(13) Lagon op grond - primaire deel ( 13)
JBE (13/0) AJbraak, Uitgravingen (13/0)
r---------, 1: :f
(1311) Infrastructuur (1311)
r---------, 1 r
( 13/2) Laag op grond (13/2) {---} ( 13/3) Balken voor I •• g op grond (13/3)
_:I :I :_
(13/4) Behandeling (13/4)
s- 1-L _________ J
(13/5) Install.ties Hui'd. (13/5)
{=====::::::::=:::} 0
( 13/6) Install .ties elektrisch ( 13/6)
r---------, -l J.!.'l.. ______ T
( 13n) Toegevoegde inrichting (13n)
( 13/8) Hoger niet genoemde SE ( 13/8)
41
I E(13) Lagen op grond - primaire deel (13)
JBE (13/0) Afbraak, Uitgravingen (13/0)
r---------,
1: -- - -- :f
(13/1) Infrastructuur (13/1)
r------- - -, I 1-
(1312) Laag op grond ( 1312) {---} (13/3) Balken voor laag op grond (13/3)
_=I=I= __
(13/4) Behandeling (13/4)
s , L ______ __ _ .J
(13/5) Installaties fluida (13/5)
r---------, -L _________ J
0
(13/6) Installa'ies elektrisch (13/6)
r---------, -L J.!.. · _______ J
(1317) Toegevoegde inrichting (J 317)
( 13/8) Hoger nie' genoemde SE (13/8)
41
E(16) Zoolfundering, keermuur - primaire deel
Keennuur, keldermuur in contact met grond, zoolfundering, fundering op putten, alles tot en
met het waterscherm tegen optrekkend grondvocht. Het primaire deel wordt hier afzonderlijk
beschouwd van de binnenafwerking (42) en de openingen (31).
E(16/0) Albraak, Uitgravingen
E(16/1) Inrrastructuur
E(I6/2) Funderingswand
E(I613) Funderingszool
Resultaat van afbraakwerken of uitgravingen speci
tiek voor dit element.
Bv.: verdichting van bestaande lagen, egaliscren van
bestaande lagen, laag zuiverheidsbeton, ...
Indien er geen verschil is tussen de zool en de wand
of dit niet relevant is, code E( 16/2) gebruiken.
Bv.: betonzool, ...
E(16/4) Behandeling E(16/42) Behandeiing van funderingswand.
E(16I42 1) 8 ehandeling van rundcringswand. buitcnzijdc.
E(I6I422)
Bv.: vochtwcrende pleister •...
Behandcling van runderingswand, binnenzijdc.
Bv.: binncnbckuiping • ...
E(16/S) Installaties fluida Bv. : drainage ten behoeve van fundering, ...
E(16/6) InstaUaties elektrisch Bv.: aardingslus (gerntegreerd in fundering) •.. .
E(16n) Aanvullingen Resultaat van aanvullingen bij zoolfundering. bij
keermuur.
E(16/8) Hoger niet genoemde SE E( 16/81) Thermische enlof akoestische isolatie.
Bv.: thennische isolatielaag tegen grond, ...
E( 16/82) Luchl- enlof damp- enlof waten;chenn.
Bv.: scherm legen optrekkend grondvocht, ...
42
E(16) Zoolfundering, keermuur - primaire deer
~ ....
..... ..... ... . .. ... . .. ...... .. . .. . .. . ....... ..
( 16)
(16/0) Aibraak, Uitgravingen (16/0) ,-r...,-..., I I I , I I I , , , , I t-~~
~---~
(16/1) Infrasuuctuur (16/1) -r"""'''''''''''' I I I I I , I , -I I I I t-~~
::IJ I I
~ (16/2) Funderingswand ( 16/2)
-'I~ I , I ,-I I t- ~
~ I I L_~ _-.J
::Il (16/3) Funderingszool (16/3) .,,..,......,
I I I I I , I ,-I I I I
=Il -=Il
(16/4) Behandeling
:21
(1614)
TILl' I I I ~-I I I I t- ~ , I L ___ -.J
::I (1615) Installaties fluIda (1615) -r-r...,......, I , I , I I I ,-10 1 I I
::I I-~~
I , L _ __ -.J
=- (16/6) Installaties elektrisch (16/6) -,"""'''''''''''' I , I I I , I ,-I I I I
:I I-~~
I I L ~
:::I (16n) Aanvullingen
::I
(16m -ii-I , L _ __ -.J
=- (16/8) Hoger niet genoemde SE ( 16/8)
43
I E(17) Paalfundering
Paalfundering tot en mel de laag legen optrekkend grondvocht.
E(17/0) Afbraak, Uitgravingen Resultaat van afbraakwerken of uilgravingen speci
fiek voor paalfunderingen.
E(17I1) I
E(1712) Verbindingsbalken, Paalkoppen
E(17/3) Funderingspalen
E(17/4) I
E(17/S) I
E(17/6) I
E(l7 n) Aanvuliingen Resultaat van aanvullingen bij paalfundering.
E(17/8) Roger niet genoemde SE
44
E(17I81)
E(17/82)
Thermische eolof akoestische isolatic.
Lucht- en/of darnp- en/of waterschenn.
Bv.: vochtschenn legen optrekkend grondvocht, ...
I E(17) Paaifundering (17)
•••••••••••• ..... . .....
:.:.:.:.:.: .:.:.:.:.:.: ..... . ..... . ::::: .... :::::::
~ (17/0) Afbraak, Uitgravingen
~
( 17/0)
I..nJ " " " u
::I (17/1)
~
~ (17/2) Verbindingsbalken, Paalkoppen
::I ( 17/2)
Lll " " " u
:!I (17/3) Funderingspalen
~
( 1713)
T :!I
( 1714)
=-::I
(17/5)
::I
=- ( 17/6)
=-=- (17n) Aanvullingen
==-(1m)
U " "
=- " u
(17/8) Hoger niet genoemde SE (17/8)
:::II 45
I E(21) Buitenwand - primaire deel
Verticaal plaatvorming deel van de bovenbouw, dal een binnenruimte scheidt van buiten. Het
primaire deel van de buitenwand wordt hier afzonderLijk beschouwd van de afwerking (41) en
(42) en de openingen (31).
E(2110) Albraak
E(2111) Infrastructuur Bv.: versteviging bij andere elementen, opgekeerde
balk specifiek voor wand, ...
E(21/2) Wand Subelement dat een ruimtescheidende functie
vervult.
Bv.: dragende muur, invulwand, ...
E(2113) Kolonuuen en balken lndien in de wand geen kolommen of balken aan
wezig zijn, code E(2112) gebruiken.
E(2114) Behandeling E(21/4 I)
E(21142)
E(21143)
Vrijstaande kolommen en daarop steunende balken:
zie (28).
Bv.: beschermende laag op hout, op ijzer, ...
Behandeling van infrastructuur. E(21/411) Behandeling van infrastructuur, buitenzijde. E(21/4 12) Behandeling van infrastrucluur, binncnzijdc.
Behandeling van wand. E(21/42 1) Bchandeling van wand, builcnzijdc. E(21/422) Behandcling van wand, binnenzijdc.
BehandeLing van kolommen en balken. E(21/431) Bchandcling van kolommcn en balken, buitenzijde. E(211432) Behandcli ng van kolommen en balken, binnenzijde.
E(2115) Installaties HUlda Bv.: verwarmingsleidingen ingewerkt tijdens de
opbouw van het primaire element, ...
E(2116) Installaties elektrisch Bv.: elektriciteitsleidingen ingewerkt in prefabelemenl, ...
E(2In) Toegevoegde inrichting Subelement toegevoegd ter bescherming of verfraai
ing aan het primaire deel, wanneer dit geen afwer
king vereist.
Bv.: nis ingewerkt in het primaire deel van muur rue
geen afwerking vereist, ...
E(2118) Hoger niet genoemde SE
46
E(21/81) Thermische en/of akoestische isolatie.
E(21/S2)
Bv.: thermische isolatielaag tussen keperwerk van wand, ...
Lucht- en/of damp- en/of waterschenn.
Bv.: dampscherm, ...
I E(21) Buitenwand - primaire deel (21)
(21/0) Afbraak (2110) I I
I I I
L
::iii (21/1) Infrastructuur
I I
[ I I I I I I LJ
-"
(2 1/ 1) I I I L I I
;:II I I
[ I I I I I I LJ
::II (2 1/2) Wand
==-
--(2 1/2) I I L
[ ::II ~
(2 1/3) Kolommen en balken (2113) :~ I L
::II
::II
:~ [ I I I I -~
(2 1/4) Behandeling
::I
::I
(
2 1/41 L
[ (21/5) Installaties Hui'da
::I
=-
(2115) I I L I I I I
[ 10 1 I I I I LJ ~
(2 1/6) Installaties elektrisch
:I
:I
(21/6) I I 1 L I 1 1 , I
[ 1 , I 1 I 1 I LJ ~
:I (2 In) Toegevoegde inrichting (2 In)
::I
::I (21/8) Hoger niet genoemde SE (2 1/8)
47
I E(22) Binnenwand - primaire deer
Verticaal plaalvorming deel van de bovenbouw, daltwee binnenruimten scheidt.
Het primaire deel van de binnenwand wordt hier afzonderlijk beschouwd van de afwerking
(42) en openingen (32).
E(2210) Afbraak
E(2211) Infrastructuur
E(2212) Wand
E(22/3) Kolommen en balken
E(2214) Behandeling
Bv.: opgekeerde balk specifiek voor wand, ...
Subelcment dat een ruimtescheidende functie
vervu lt.
Bv.: dragcndc wand, invulwand, ...
lndien in de wand geen kolommen of balken aan
wezig zijn, of indien het onderscheid tussen de
wand en kolommen of balken niet relevant is, code
E(2212) gebruiken. Vrijstaande kolommen en de balken steunend
daarop: zie (28).
Bv.: beschermlaag op metalen kolommen en balken.
op houten frame van invulwand, ...
E(2214I) E(22142) E(22143)
Behandeling van infrastructuur.
Behandeling van wand.
Behandeling van kolommen en balken.
E(221S) Installaties fluIda
E(2216) Installa!ies elektrisch
E(2217) Toegevoegde inrichting
E(2218) Hoger niet genoemde SE
Bv.: verwarmingsle idingen ingewerkt tijdens de
opbouw van het primaire element, ...
Bv.: elektrische leidingen ingewerkt tijdens prefa
bricage, ...
Subelementen tocgevoegd ter beschenning of ver
fraaiing aan hel primaire deel, wanneer dit geen
afwerking vereisl.
Bv.: nis ingewerkt in het primaire deel van binnen
wand die geen afwerking vereist, ...
E(22/8 1) Therrnische enlof akoestische iso latie.
E(22/82)
48
Bv.: akoestische isolatielaag tussen keperwerk van binnenwand, ...
Lucht- enlof damp- enlof waterscherm.
I E(22) Binnenwand - primaire deer (22)
(2210) Afbraak
:t1 (2211) Infrastructuur
:t1
::I (22/2) Wand
=II
:II
l ' , , , :[ , , , , , , , , , C"
""J' ' , , '[ , , , , , , , , , , u -
"] I[ (22/3) Kolommen en balken
:II
:a
<=J ' , ,. [ , , ,. , , , , :.I
(2214) Behandeling
:I
:I ""J' t
(2215) Installaties fluIda
:I
=-(>v]'
, , , '[ , , , ,0, , , , , ""
(2216) Instal laties eleklrisch
:I
::I
<VMJ ,
, '[ , , , " , " , , c"
(21fl) Toegevoegde inrichting (2217)
:::a :::a ::I
(22/8) Hoger niet genoemde SE (22/8)
49
I E(23) Vloer - primaire deel
HorizontaaJ plaatvormig deel van de bovenbouw, dat twee binnenruimten scheidt (verdiepingsvloer) of dat een binnenruimte scheidt van een buitenruimte eronder (vloer van een uit
sprong, vloer boven doorgang, van gaJerij). Hel primaire deel van de vloer wordt hier afzonderlijk beschouwd van de afwerking (43) en (45) en van de openingen (33).
E(23/0) Albraak
E(23/1) Infrastructuur
E(23/2) Vloerplaat
E(23/3) Vloerbalken
E(23/4) Behandeling
Bv.: versteviging van elementen waarop opgelegd
wordt (verdeelbalk op muur) •...
Subelement dat een ruimtescheidende functie ver
vult. Dil heeft een einddraagrichting.
Bv.: (einddraagrichting tussen haakjes venneld) - monoliete belonpJaat (hoofdwapening)
- balkeD, potten en druklaag (balken)
- welfsels en eventuele druklaag (welfsels)
- houteo profielen en beplating (hOUlen profielen)
Subelement dat de lasten van de vloerplaat (2312) overbrengt op de draagstructuur (21), (22), (28).
Zijn niet inbegrepen:
- balken inbegrepen bij buiten- en binnenwanden: zie (21/3), (2213);
- balken steunend op vrijstaande kolommen: zie (28/3).
lndien in de vloer geen balken aanwezig zijn, code E(2312) gebruiken.
Bv.: antirot behandeling houten vloer, antiroest behandeling stalen balken, ...
E(23/41)
E(23/42) E(23/43)
Behandeling van infrastructuur. Behandeling van vloerplaat.
Behandeling van vloerbalken.
E(23/5) Installaties OuIda
E(23/6) lnstallaties elektrisch
E(2317) Toegevoegde inrichting
E(23/8) Hoger niet genoemde SE
Bv.: elektrische weerstanden ingewerkl in hel primaire v loerelement, ...
Subelementen toegevoegd ter beschernting of verfraaiing aan hel primaire deel, wanneer dal geen afwerking vereist.
E(23/81) Thermische en/of akoestische isolatie.
E(23/82)
50
Bv.: akoestiscbe isolalielaag tussen keperwerk, ... Lucht- enlof damp- en/of waterschenn.
[ E(23) Vloer - primaire deel
~ (23/0) Afbraak
::I
::I
::I
::I
(2311) Infraslructuur
(2312) Vloerplaal
(23/3) Vloerbalken
(23/4) Behandeling
(23/5) Inslallal ies fluIda
(23/6) Installalies eleklrisch
(23n) Toegevoegde inrichting
(23/8) Hoger niel genoemde SE
(23)
(23
JL~Jt (2
"Jut (2
'j u t '=] t:J i'
F .J L .. ""Jo t [ O ___ _ .J L ""] tJ t
""] fCC'i r (23n)
(23/8)
51
I E(24) Trap, helting - primaire deel
Elementen voor verticale circulatie. Het primaire deel van deze elementen wordt afzonderlijk beschouwd van de leuning (34) en de afwerking (44) en (45).
E(24/0) Albraak
E(24/I) Infraslrucluur
E(2412) Treden, Bordessen
E(24!3) Trapbomen
E(24/4) Behandeling
Bv.: versteviging bij andere clementen (raveel-consLructie), verankering in andere elementen, ' ..
lnclusief optreden. Subelement dat de eigenlijke ruimte-begrenzende funcue vervuh. Bv.: houten treden en optreden. trap in beten die
geen trapbomen vereist • ...
Bv.: centrale trapboom, speciale steunmuur voor trap, ...
Ais het onderscheid tussen treden en trapbomen niel bestaat of niet relevant is, code E(2412) gebruiken.
E(24/4 J) Behandeling van infrastructuur. E(24/42) Behandeling van treden en bordessen. E(24/43) Behandeling van trapbomen.
E(24/5) Installalies fluIda
E(2416) Installalies eleklrisch
E(24/7) Toegevoegde inrichling
E(24/8) Hoger niel genoemde SE
Subelemenlen loegevoegd tec bescherming of verfraaiing aan het primaire deel , wanneer dat geen afwerking vereist.
E(24/8 1) Thermische en/of akoestische isolatie. E(24/82) Lucht- enlof damp- enlof waterscherm.
52
I E(24) Trap, helling - primaire dee) (24)
(24/0) Albraak (24/0)
=X~:::~ , ' ~-, , ~';;;.,
',~,:::,-"C ~-~
(2411 ) Infrastructuur (24/ 1)
=I ::::JI .. ----
'---"~~'.., ',";;, '~~jl
=I (24/2) Treden, Bordessen (24n)
=I
=I
::J~ , ' ,-, ...;:; , ' -. ''-_..JC
(24/3) Trapbomen (24/3)
=I,
:I.
:J, [ (24/4) Behandeling (24/4)
:I
:I '= (24/5) Installaties HuIda (24/5)
::a =I
(24/6) Installaties elektri sch (24/6)
(24n) Toegevoegde inrichting (24n)
(24/8) Hoger niet genoemde SE (24/8)
53
[ E(27) Dak - primaire deel
Element van de bovenbouw, horizontaal of hellend, dat een binnenruimte bovenaan bet
gebouw van de buitenruimte scheidt. Het primaire deel van het dak wordt hier afzonderlijk
beschouwd van de afwerk.ing (47) en (45) en van de openingen (37).
E(27/0) Albraak
E(27/1) infrastructuur Bv.: muurplaten, In wanden ingestane verankeringen. ringbalk, ...
E(27/2) Dakplaat Subelement met een begrenzingsfunclie. Dit heeft een einddraagrichting. Bv.: (einddraagrichting tussen haakjes vermeld)
- monoliete betonplaat (hoofdwapening) - balken, potten en drukJaag (balken) - welfsels en eventuele druklaag (welfsels) - houten profielen en eventueel beplating (houten
profielen) - sandwichpaneel (lengterichting van paneel)
E(27/3) Draagstructuur Subelement dal de lasten van de dakplaat (27/2) overbrengt op andere elementen (21), (22) of (28)
E(27/4) Behandeling
E(27/41) E(27/42) E(27/43)
Bv.: baLken, spanten, ... Zijn niet inbegrepen:
- balken inbegrepen bij builen- en binnenwanden: zie (21/3) en (22/3)
- balken steunend op vrijslaande kolommen: zie (28/3)
Indien het verschil tussen de draagstructuur en de dakplaat niet bestaat of niet relevant is, code (2712) gebruiken.
Bv.: antirot behandeling van houten dak, antiroest behan-deling van stalen balken, ...
Bebandeling van infrastrucruuf. Behandeling van dakplaal. Behandeling van draagstructuur.
E(27/S) Installaties fluida
E(27/6) Installaties elektrisch
E(27n) Toegevoegde inrichting Subelementen toegevoegd ter bescherming of verfraaiing aan het primaire deel, wanneer dit geen afwerking vereist.
E(27/8) Hoger niet genoemde SE
54
E(27/81) Thermische en/of akoestische isolatie.
E(27/82) Bv.: thennische isolatie tussen keperwerk, ... Lucht- enlof damp- enlof waterscherm. Bv.: dampschenn, ...
I E(27) Dak - primaire deel (27)
(27/0) Albraak (27/0) r-------- ---L ______ __ _ __
, , r
(2711) Infrastructuur (2711) r-- --- - -----l ___________
, , r
(27/2) , •••• 1 ::I
(27/2) Dakplaat
::I
::I , , r
(27/3) L----------J _I _I-J _ (27/3) Draagstructuur
:S
=I , , r
(27/4) Behandeling (27/4) r
=I
::I , , r
::I (27/5) Installaties flu·ida (27/5), --- -- - - ----
l_ CL ________
::I -, , r
(27/6) r --- -- - - -- --l_ .!. :.... _____ _ __ ::I (27/6) Instal laties elektrisch
::I , , r
::I (27n) Toegevoegde inrichting (27n)
:I
:I (27/8) Hoger niet genoemde SE (27/8)
55
I E(lS) Structuur - primaire deel
Dragend element van de bovenbouw, dal geen ruimlen scheidt. De primaire deleo van de
slructUUf worden hier beschouwd samen met de afwerking.
E(2810) Afbraak
E(281t) Infrastructuur
E(2812) Kolommen
E(2813) Balken
E(2814) Behandeling, Afwerking
Bv.: verstevigingen tee plaatse van kolom, in fundering ingewerkte bevestigingspJaat voor kolom,
Vrijstaande kolommen; kolomrnen ingewerkt in
muren zijn opgenomen in buiten- (2113) of binnen
wanden (22/3). Als het onderscheid tusseo kolomrnen en balken
niet bestaat of n.iet relevant is, wordt het geheeJ hier beschreven.
Balken die lasten overdragen op vrijstaande kolommen, dus niet ingewerkt in buiten- (2113) of binnenwanden (2213), vloeren (23/3) of daken (27/3). Ais het onderscheid tussen balken en kolommen niet bestaat of niet relevant is, code E(28/2) gebruiken.
Bv.: beschermJaag, verflaag op kolommen en bal-
E(28/4 1)
E(28/42) E(28/43)
ken in hout, in staal, .. ,
Behandeling van infrastrucluUf. Behandeling van kolommen.
8ehandeling van balken.
E(281S) Installaties f1uida
E(2816) Installaties elektrisch
E(2817) Toegevoegde inrichting
E(2818) Hoger niet genoemde SE
Subelementen toegevoegd tec bescherming of vec
fraaiing aan het primaire deel, wanneer dit geen afwerking vereist. Bv.: stootboord bij kolom die geen afwerking ver
ciSl, ...
E(28/8 J) Tbermische enlof akoestische isolatie.
E(28/82) Lucbt- enlof damp- enlof waterscberm.
56
I E(28) Structuur - primaire deel (28)
(28/0) Afbraak (28/0) : UL _ ___ -'-'_ I "',-----7"'"
'=I I "
L ____ _ ~
I I ) r-----' ( I I I I I I I I I I I I cJ u u
:t1 (2811) Infrastructuur
I
(2811) : L-'-' ____ _ .J-L I "''f'"--- - -..,.'C'
:t1 I " L _____ .J
I I 1 r-----l ( I I I I I I I I I I I I cJ u u
:11 (28/2) Kolommen
I • • (2812)~------ - -· -
::I I '0(-----" 'f ====r
:11 I (28/3) Balken
:11
::I
1\~dI3)~
~ ~: I
(2814) Behandeling, Afwerking
:I] ~ t:::::r~
:I] .J l ::I
(28/5) Instal laties fluIda I L..J.J U 1~'Of~) j _'I"" ~----""9
I "
L _____ ~
I I 1 r--- - -' ( I I I I I I
::II I I I I I I cJ u u
I
::II (28/6) Install aties elektrisch
::II
(28/6) : L-'-'_~, ___ .J-L I _'1""---- - 7 ..... I t" L _ _ ___ .J /
I: lr----l ,l I
I
==-(2817) Toegevoegde inrichting (2817)
::I
::I (28/8) Hoger niet genoemde SE (28/8)
57
I E(31) Opening in buitenwand
Opening in de buitenwand, inclusief de afsluitende elementen.
E(3110) Afbraak
E(3111) Inlrastructuur E(31111)
E(3I/12)
Horizontaal.
Bv.: lalei, boog, ...
Verticaal.
Bv.: moneel , ...
E(3112) Arsluitende delen Subelement van (31) dat het eigenlijke afsluiten, de
E(31/21)
E(31/22)
E(31/23)
E(31/24)
ruimte-begrenzende functie vervult.
Kadervulling (eventueel panelen zonder kader).
Bv.: beglazing, volle panelen, beglazing zonder kader, traliewerk, ...
Wand.
Bv.: wandpanelen bij skelet voor erker, volle erker wanden, ...
Vloer. Bv.: vloerplaat bij balkenstructuur voor erker, volle vloerplaat, ...
Oak. Bv.: dakplaat bij balkenstructuur van erker, volle dakplaat, ...
E(3113) Kader, Draagstructuur
58
E(31/3 1) Kader, inciusief hang- en sluitwerk.
E(3 1/32)
E(31/33)
E(31/34)
Bv.: raamkader exclusief beglazing, ...
Indien het onderscheid tussen draagstructuur en afsluitende delen
niet bestaat of niet relevant is, code (3 1121) gebruiken.
Draagstructuur voor wanden.
Bv.: skelet van wanden van een erker, .. .
Lndien het onderscheid tussen draagstructuur en afsluitende deleD
niet bestaat of njet relevant is, code (31122) gebruiken.
Draagstructuur voor vloer.
Bv.: balken van vloer van erker, ...
Indien het onderscheid tussen draagstructuur en afsluitende delen
niet bestaat of niet relevant is, code (31123) gebruiken.
Draagstructuur voor dak.
Bv.: daktimmerwerk vocr erker, ...
Indien het onderscheid tussen draagstructuur en afsluitende delen
niet bestaat of niet relevant is, code (3 1124) gebruiken.
I E(31) Opening in builenwand (31)
(31/0) Afbraak (3110) H L
i=I H .it [
i=I (3 111) Infraslructuur (3 111 ) r'"'1 L
~ i:I
(31/2) Afs lu ilende delen
'!"!' [ " fi (31/2) r'"'1 L
!=-i:I
'I [ .f1 (31/3) Kader, Draagstrucluur (31/3)r"1 L
r !=-
'-' [ " .f1 (3 1/4) Behandeling, Afwerking (3114)1""1 L
l:a
!:I
~ [ ~ -
(3 1/5) Instal lalies fluIda (3 1/5)
!:I
l:I
ta (3 1/6) Inslallalies eleklrisch (3116)
ta
:a (3In) Toegevoegde innchling (31 n) r"'l L
:a In [ " r=-
-
:a (3 1/8) Hoger niel genoemde SE (31/8)
59
.
E(3114)
60
Behandeling, Afwerking
E(31/41) Van de infrastructuur in wandvlak. E(31J41 1) Van de infrastructuur, buitenzijde.
Bv.: rollaag en metsclwcrk van voorspouwblad, ... E(311412) Van de infrastruCLUur. binncnzijde.
Bv.: afwerking in wand vlak van latei, ...
E(3 1/42) Van afsluitende deleo.
E(311421) E(3114211)
E(31142 12)
E(3 11422) E(3114221)
E(3 114222)
E(311423) E(3 11423 I)
E(3114232)
E(311424) E(3114241)
E(3114242)
Van kadervulling. Van kadervulling, buitcnujdc. Bv.: behandcling ann buitenzijde van schrootjes in raamkadcr, ...
Van kadervul ling, binncnzijde. By.: behandcling aan binncnzijde van multiplex in raamkadcr, ...
Van wand. Van wand, buitcnzijdc. Bv.: bekleding met leicn van wand van crkcr inC\usief evenlucle antimosbe-
handeling van Icicn, ... Van wand, bi nnenzijdc. Bv.: gipskartonplalcn inclusicf schildcrwcrk, ...
Van vlocr. Van vlocr, buitenzijde. Inclusief randafwerking met wanden van erker. Van vloer, binnenzijde. lnclusief pli nten.
Van dak. Van dak, buitenzijde. Bv.: meerlagige dakbekleding op plat dak van erker, leibekleding, ... Inclusief
panlatten en antimos behandeli ng van leien, ... Voor randafwerking: 'lie E(31146) naar analogic met E(47). Van dak, binncnzijdc, inclusief randafwerking.
E(3J/43) Van draagsuuctuur. E(31/43 I) Van raamkader.
Bv.: houtbehandeling van raamkadcr,
E(311432) Van draagstructuur voor wanden. Bv.: houtbehandeling van timmerwcrk voor wanden, ...
E(3 1/433) Van draagsl.rucluur voor vloeren.
E(3 1/434) Van draagstrucluur voor dakcn.
E(31144) Van dagkanten van openingen, inclusief behandeling afwerking.
Zowel van openingen in buitenwand als in wand van erker.
E(3 l/44 l ) Bovcnzijde. E(31/4411) Bovenzijde, buitenzijdc. E(31144 12) Bovcnzijde, binnenzijdc.
E(31/442) Zijdclings. E(31/4421) Zijdclings, buitenzijde. E(31/4422) Zijdclings, binncnzijde.
E(3 11443) E(3114431)
E(3114432)
Onderaan. Ondcraan, buitcn7.ijde. Bv.: venstcrbank buitcn, ... Onderaan, binnenzijde. Bv.: binnentablet, ...
.
E(31/45) Aansluitingen van opening en afsluitende delen. E(3 1/45 1) Aansiuilingen van opening en arsluitcnde delen, builcnzijde.
E(311452)
Bv.: voegvulling buitcnzijde, ...
Aansiuitingen van opening cn afsluitcnde delen, binnenzijdc. Bv.: voegvulling binncnzijde, ...
E(31/46) Aansluitingen van dakranden, inclusief behandeling, afwerking.
E(3 1/461) Eindranden, stroomafwaarts.
E(3 1/462)
E(3 1/463)
Bv.: dakgoot, hanggoot, schuine dakrand, ...
Eindranden, stroomopwaarts. Bv.: bovennok, schuine nok, ...
Rand met doorlopende wand, stroomafwaarts. Bv.: goot van plat dak bij doorlopende wand, goot van dak. hellend
E(31/464)
E(31/465)
naar doorlopende wand, ...
Rand met doorlopende wand, sltoomopwaarts. Bv.: schuine wand bij plat dak, bij doorlopende wand, ...
Kielgoot. Bv.: schuine kielgoot, (bijna) horizontale goot tussen twee hellende
daken, ...
E(3I/5) Installaties flulda
E(3116) [nstallaties elektrisch Bv.: elektrische installatie om deur te ontgrendelen, elektrisch sluilingsmechanisme voor branddeuren, ...
E(3J17) Toegevoegde inrichting Subelementcn voor verduistering of voer afscher
mingo die voor£icn worden supplementair bij de
E(3 Inl)
E(3 1n2)
hoger genoemde subelementen.
Afscherming, langs buiten. Bv.: buitenluiken. borstwering •... Afscherming, tangs binnen.
Bv.: jaloezieen voor binnen, rolgordijnen voor binnen, ...
E(3118) Hoger Diet genoemde SE E(31/SI) Thennische enlof akoestische isolatie.
E(31/82) Bv.: isolatielaag bij vulpaneel van buitendeur, ...
Lucht - enlof damp- enlof walerscherm.
61
I E(32) Opening in binnenwand
Opening in de binnenwand, inclusief afsluitende delen.
E(3210) Atbraak
E(3211) Infrastructuur Bv.: latei , ...
E(3212) Afsluitende delen Subelement van (32) dat de eigenlijke ruimtebegrenzende funclie vervulL Bv.: beglazing, beglazing zonder kader. vulpanelen,
traliewerk . ...
E(3213) Kader Inclusief hang- en sluitwerk. Als het onderscheid tussen het kader en de afsluitende delen niet bestaat of niet relevant is, code (3m) gebruiken.
E(3214) Behandeling, Afwerking E(3214I) Van infrastructuur. E(32142) Van kader. E(32143) Van afsluitende delen. E(32144) Van dagkanten. E(32144I) Van dagkant, boven. E(32/442) Van dagkant, zijdelings. E(32/443) Van dagkant, onderaan.
E(32/45)
Bv.: tussendorpel, tablet van opening in binnenwand . ... Aansluitingen van opening en afslu itende delen, inclusief behandeling en afwerking. Bv.: voegvulling, ...
E(321S) Installaties flu'da Bv.: bydraulische deursluiter ....
E(3216) lnstallaties elektrisch
E(3217) Toegevoegde inrichting
E(3218) Hoger niet genoemde SE
Bv.: elektrische deuropener. elektrische deursluiter bij brand, .. .
Uitrusting vocr verduistering of vocr afschenning. die toegevoegd wordt supplementair bij de boger genoemde subelementen. Bv.: rolgordijn. hek, ...
E(32/SI) Thermische en/of akoestische isolalie. E(32/82) Lucht- enlof damp- enlof waterscherm.
62
I E(32) Opening in binnenwand (32)
::w (3210) Afbraak (3210) I rL
::w I tf -
::w (3211) Infrastruetuur (3211 ) I IL
:;:J I r -
=I (3212) Afsluitende delen (3212) I " IL
=I. 0 -
=I (3213) Kader
=I OWJ I rL
Y II
:t:I (32/4) Behandeling, Afwerking (3214) I rL
J:I 0 :tI (32/5) Installaties flurda
-(3215)
=I
=I (3216) Installaties elektrisch (3216)
=I
(32/7) Toegevoegde inrichting OWJ I rL
In II
(32/8) Hoger niet genoemde SE (32/8)
63
I E(33) Opening in vloer
Opening in de vioer, inclusief de afsluitende elementen.
E(33/0) Albraak
E(33/1) lnrrastruetuur
E(33/2) Afsluitende delen
E(33/3) Draagstructuur
E(33/4) Behandeling, Afwerking
Bv.: versteviging van vloer in omgeving van ope
ning, raveelconstrucLie, ...
Vulpaneel zander kader, traliewerk.
Bv.: vulpaneel voor kader, ...
Inclusief hang- en slu itwerk.
Als het onderscheid tussen het kader en de afslui
tende delen niet bestaat of niet relevant is, code
(33/2) gebruiken.
E(33/41) Van infrastruetuur. E(33/42) Van afsluitende delen. E(33/43) Van draagstructuur.
E(33/44) Van dagkanten. E(33/45) Aansluitingen van opening en afsluitende delen, inclusief behande
ling en afwerking.
E(33/5) Install.ties Hwda
E(33/6) Install.ties elektriseh
E(33n) Toegevoegde inrichting
E(33/8) Hoger niet genoemde SE
Bv.: elektrische opener voor vloerluik, ...
Uitrusting voor verduistering of voor afschenning,
die toegevoegd wordt supplementair bij de hoger
genoemde subelementen
Bv.: opvouwbare trappen, traliewerk, ...
Borstweringen: zie E(38).
E(33/81) Thermische enlof akoestische isolatie.
E(33/82) Lueht- en/of damp- en/of waterscherm.
64
I E(33) Opening in vloe. (33)
(33/0) Afbraak (3310) oL C __ J [
-:tI (33/1) Infrastructuur
:<:I
(33/1)
D r :tI
(33/2) Afsluitende delen
:::I
:i:I
-
(33/2)
Dr -
(33/3) Draagstrucruur
:::I
:::I
(33/3)
Dr -
(33/4) Behandeling, Afwerkjng
d
=II
(3314)
E:J[ -
d (33/5) Installaties flulda (33/5)
:::I
::I (33/6) Installaties elektrisch (33/6)
::I (33n) Toegevoegde inrichting (33n)
EJ[ -
(33/8) Hoger niet genoemde SE (33/8)
65
I E(34) Leuning bij trappen en hellingen
Leuning niet bij trappen en hellingen: zie (38).
E(34/0) Afbraak
E(34/I) Infrastructuur
E(34/2) Afsluitende delen
E(34/3) Draagstructuur
E(34/4) Behandeling, Afwerking
Bv.: versteviging van trap (24) voor bevestiging van leuning, ...
Subelement van de leuning dat de eigenlij ke ruimtebegrenzende functie vervult. Bv.: volle leuning, vulpanelen, spijltjes, ...
Bv.: hoofdbalusters, handgreep, ... Als bet onderscheid tussen de draagstructuur en de afsluitende delen niet bestaat of niet relevant is, code E(34/2) gebruiken.
E(34/41) Van infrastructuuf. E(34/42) Van afsluitende delen.
E(34/43) Van draagstructuur.
E(34/S) Installaties flulda
E(34/6) Installaties elektrisch
E(34n) Toegevoegde inrichting
E(34/8) Hoger niet genoemde SE
66
Subelementen toegevoegd ter beschenning of verfraaiing aan hoger genoemde subelernenten.
I E(34) Leuning bij trappeD en hellingen (34)
(34/0) Atbraak (34/0)
(34/1) InfraSlTUctuur (3411)
:i:I
fI (3412) Afsluitende delen (3412)
:j:I
±I (34/3) Draags'TUc,uur (34/3)
:i:I
:1=1 (34/4) Behandeling, Afwerking (34/4)
:ell
:tI (34/5) Installaties ftu'ida (34/5)
:;:I
!I dI
(34/6) Installalies elektrisch (34/6)
dI (3417) Toegevoegde inrichting (3417)
(34/8) Hoger nie' genoemde SE (34/8)
67
I E(3S) Opgehangen plafonds
zie E(4S)
Door het element 'E(45) Plafondafwerking' verder uit te splitsen in subelementen, komi men
aJ de onderdelen legen die ook voorkomen bij 'E(35) Opgehangen plafonds' .
Door cokel E(45) te gebruiken is aUe afwerking terug te vinden in kolom (4-).
Omwille van deze twee argumenten, wordt voorgesteld bij voorkeur enkel E(45) Ie gebruiken.
68
I E(37) Opening in dak
Openingen in daken, inclusief de afsluitende elementen rond en in deze openingen.
E(37/0) Albraak
E(3711) Infrastructuur Bv.: versteviging van tirnmerwerk bij randeo van opening, raveelconstructie, ...
E(37/2) Afsluitende delen Subelement van E(37) dat de eigenlijke ruimtebegrenzende functie vervult.
E(37121)
E(37/22)
E(37/23)
E(37/24)
Kadervulling, panelen zonder kader.
Bv.: beglazing van dakvlakvenster, glazen paneel, beglazing van
dakkoepels, acrylkoepels, dakluik, ...
Wanden. Bv.: gemetste wand van dakkapel, verticale wandjes die dakkoepel
dragen, ...
Vloeren.
Daken. Bv.: hellende panelen van dakkapeJ, ...
E(37/3) Draagstructuur
70
E(37/3 1) Kader, inclusiefhang- en sluitwerk.
E(37/32)
E(37/33)
E(37/34)
Bv.: kader van dakvlak:venster (exclusiefbegJazing), kader voor dak
kocpel, ...
lndien het onderscheid tusseo de draagstructuur en de afsluitende
deleo niet bestaat of niet relevant is, code (37/2 1) gebruiken.
Draagstructuur voor wanden.
Bv.: structuur voor zijkanten van dakkapel, draagstructuur voor
wandjes die dakkoepel dragen ...
lndien het onderscheid tussen de draagstructuur en de afsluitende
delen niet bestaat of niet relevant is, code (37/22) gebruiken.
Draagstructuur voor vloeren.
Bv.: balken van vloer van uitspringende of inspringende dakkapeJ,
Indien hel onderscheid tussen de draagstructuur en de afsluitende
delen niet bestaat of niet relevant is, code (37/23) gebruiken.
Draagstructuur voor daken.
Bv.: dakstructuur vocr dakkapel, .. .
Indien het onderscheid tussen de draagstructuur en de afsluitende
delen ruet bestaat ofniet relevant is, code (37/24) gebruiken.
I E(37) Opening in dak (37)
:lI (37/0) Albraak (37/0)
=I irJr---,c;-;: L ___ -.l r
=I (37/ 1) Infrastructuur (37/1) < .... ;-11 " .... II
=I
=I (37/2) Afsluitende delen
=I
«/ II I( II II II
~II "~ " " r (37/2)
t1 =I
(37/3) Draagstructuur
=I
=I
irJ " "C;-;: " " r (37/3)
// ... /,;' 11
f" 'I
irJI Ic;-;: (37/4) Behandeling, Afwerking
=I (37/4)
~ :tI I, I~
., r
(37/5) Installaties flu'ida (37/5)
:i:I
=I
±:I (37/6) Installaties elektrisch (37/6)
:til
4 (3717) Toegevoegde inrichling
l:I (3717) ~I ~i? :
" I II IIC;-;: " " r
(37/8) Hoger niet genoemde SE (37/8)
71
E(37/4) Behandeling, Afwerking
72
E(37/4 1) Van infrastructuur in hel dakv lak. E(37/411) Van infrastructuur in hel dakvlak, buitenzijdc.
E(37/412) Van infrastructuur in het dakvlak, binncnzijdc.
E(37142) Van afsluitende delen, van kadervulling. E(37f42 I) Van kadervul ling.
E(37/42 I 1) Van kadervuJling, buitcnzijde.
Bv.: bchandeling van buitcnzijde van schrootjcsvulling in kader, ... E(37/4212) Van kadervul ling, binncnzijde.
Bv.: schildcrwerk op multiplexplatcn in kader, ... E(37/422) Van wanden.
E(37/422 I) Van wanden, buitenzijde. Bv.: leibeklcing op buitenzijdc van gemctslc wand inclusief antimosbe
handeiing, ...
E(37/4222) Van wanden, binncnzijdc.
Bv.: gipskartonplaten op binnenzijdc van wand inclusicf schildcrwerk,
E(37/423) Van vlocr (inclusief randafwerking).
E(37/43 I) Van vloer, buitcnzijde. E(37/432) Van vloer, binncnzijdc.
E(37/424) Van dak.
E(37/424 I) Van dak, builcnzijdc.
Bv.: mccrlagige dakbedckking indusief isolatic van plat dak van dak
kapel, Icibeklcding van hcllendc vlakkcn van dakkapcl inC\usicf
panlatlcn en bchandcling, ... Randafwerking: zic E(37/46) naar analogic mcl E(47).
E(37/4242) Van dak, binnenzijdc (incl usief randafwerki ng).
Bv.: gipskarton legen binncnzijdc van dak inclusicf schitdcrwcrk , ...
E(37/43) Van draagstructuur, van kader. E(37/431) Van kadcr.
E(371432)
E(37/433)
E(37/434)
Bv.: houlbehandcling van dakraam, ...
Van draagslructuur van wanden.
Bv.: houtbehandeling van skelet voor wanden, ...
Van draagstructuur van vlocren.
Van draagstructuur van dak.
Bv.: houtbehandeling van daksketct, ...
E(37/44) Van dagkanten.
ZoweJ van openingen in dak a1s van openingen in wanden van dakkapel. E(37/44 I) Van dagkanlen. bovcnzijde.
Deze code wordt ook gebrui kl voor aile dagkanten indien deopcning horizontaal
is.
E(37/44 I I) Van dagkanlcn, bovcnzijdc. buitenzijde.
E(37/44 12) Van dagkantcn, bovenzijdc. binnenzijde.
E(37/442) Van dagkanten, zijdcli ngs.
E(37/442 I) Van dagkantcn, zijdclings, buitenzijdc.
E(37f4422) Van dagkanlen, zijdclings. binncnzijde. E(37f443) Van dagkanlcn, ondcraan.
E(37/443 I) Van dagkanlen, ondcraan , builcnzijde. Bv.: builendorpel, ...
E(37/4432) Van dagkanlcn, ondcraan, binncnzijdc.
Bv.: binnenlablel. tussendorpel en erker, ...
1
::I
:I
-
E(37/45) Verbindingen van openingen en afsluitende deleo. E(37/45 I) Verbindingen van openingcn en afsluitcndc de lcn, builcnzijdc. E(37/452) Verbindingen van opcningen e n afsluitcndc de lco, binncnzijde.
E(37/46) Aansluitingen van dakranden. E(37/461) Eindranden, stroomafwaarts.
E(37/462)
E(37/463)
E(37/464)
E(37/465)
Bv. : dakgoot, hanggool. schuine dakrand, ... Ei ndranden, stroomopwaarts. Bv.: bovennok, schuine nok, ...
Rand mel doorlopende wand, stroomafwaarts. Bv.: goot van plat dak bij doorlopcndc wand, ... Rand mct doorlopende wand, stroornopwaarls. Bv. : schuinc wand bij plat dak bij doorlopcndc wand, ... KiclgooL
Bv.: schui ne kielgool, horizontalc kiclgoot, ...
E(37/5) lnstaUaties flUid.
E(37/6) lnstaUaties elektrisch Bv.: elektrisch bedieningsorgaan voor opening, ...
E(37 m Toegevoegde inrichting Subelementen voor verduistering of voor afscherming die voorzien worden supplementair bij de hoger genoemde subelementen.
E(37nI) Buiten.
Bv.: buitenzonwering, ... E(37n2) Binnen.
Bv.: binnenverduistering •...
E(37/8) Hoger niet genoemde SE
E(37/8 1) Thermische en/of akoestische isolalie.
Bv.: thermische isolatie van zijkant van dakkapel, ... E(37/82) Licht- en/of damp- en/of waterscherm.
73
I E(38) Borstwering - horizontaal
Borstwering, exclusief diegene beschreven bij trappen en hellingen (zie (34)), dus borstwe
ring bij terrassen, vloeropeningen, mezzanines.
E(38/0) Alliraak
E(38/1) Infrastructuur
E(38/2) Afsluilende delen
E(38/3) Draagstructuur
E(38/4) Behandeling, Afwerking
Bv.: versteviging van rand van opening om borstwe
ring te bevestigen, ...
Subelement dat de eigenlijke ruimte-begrenzende
functie vervult.
Bv.: volle leuning, vulpanelen. spijltjes, ...
Bv.: hoofdbalusters, handgreep, ...
Als het onderscheid tussen de draagstructuur en
de afsluitende delen niet bestaat of niet relevant is,
code E(38/2) gebruiken.
E(38/41) Van infrastructuur. E(38/42) Van afsluitende delen. E(38/43) Van draagstructuur.
E(38/5) lnstallaties fluIda
E(38/6) Installalies elektrisch
E(38n) Toegevoegde inrichling
E(38/8) Hoger niet genoemde SE
74
Subelemenlen toegevoegd ter bescherming of ver
fraaiing aan hoger genoemde elementen.
I E(38) Borstwering - horizontaal (38)
11111 ..... -. ...... _ .. - .. '" •. u l
(38/0) Albraak (38/0) "'"-ii'-',.-=.F"-iF"ji-""""" ,
" , ,
" t:I ,
" • ,
" • • • • • I I
~ (3811) Infrastructuur (38/1)
fI """,;;:====",--"
I, ,I ~L j~
I - - I
~ (38/2) Afsluitende delen (38/2)
1=1 ..-..,p-= ==,,.~ '- " I " • • I I
t:I (38/3) Draagstructuur (38/3)
i:I I[ JI I I
i::I (38/4) Behandeling, Afwerking (38/4)
d <o1f"=r I I
dI (38/5) Installaties flu'ida (38/5)
d
dI
t::I (38/6) InstalJaties e lektrisch (38/6)
t:I (38n) Toegevoegde inrichting (38n)
(38/8) Hoger niet genoemde SE (38/8)
75
I E(41) Buitenafwerking wand
Afwerking voor het buitenoppervlak van het primaire deel van buitenwanden, inclusief voorbereiding, onderlagen en bevestiging.
E(41/0) Afhraak
E(4111) Infrastructuur
E(4112) Bekleding
E( 4113) Draagstructuur
Versteviging van wanden om ophanging van afwerking mogelijk te maken. Bv.: verankeringsbout met plug voor buitenafwer
kingspanelen, ...
Bv.: leibekleding, gevelmetselwerk, ...
lndien het verschil tussen de draagstructuur en de bekJeding niet bestaat of niet relevant is, code E(4 ll2) gebruiken. Bv.: houten keperwerk voor leibekJ eding, ...
E(4114) Behandeling, Afwerking E(4l/41) Van infrastructuur. E(4 l/42) Van draagstructuur.
E(4l/43)
Bv.: behandeling ter bescherming van houten keperwerk voor leibekleding, ...
Van bekleding. Bv.: beschermingsbehandel ing van bekledingsplaten, van bekJeding
met ieien, ...
E(41/5) Installaties flu'ida Bv.: veriuchtingsrooster in buitenspouwblad, ...
E(41/6) Installaties elektrisch
E(41n) Toegevoegde inrichting Subelementen toegevoegd ter bescherming of verfraai ing aan hoger genoemde subelementen.
E(4 Inl)
E(4Im)
E(41n3)
Bovenaan. Bv.: sierrand in gevel bovenaan • ... Onderaan. Bv.: buitenplint in gevel, ... Elders. Bv.: speciale sierbanden in gevel, ...
E(41J8) Hoger niet genoemde SE E( 4 1/81) Thermische enlof akoestische isolatie.
Bv.: isolatielaag in spouw, ... E(4 l/82) Lucht- enlof damp- enlof waterscherm.
Bv.: vochtscherm om spouwvocht onderaan spouwmuur af te voe-ren, ...
76
I E(41) Bwtenafwerking wand (4 1)
19[ D[
(41/0) Afbr •• k (41/0) : I
L I I I I I I I I I I I
-"-=' (4 111) :FJ
L " :b II
"
ta (4 111) Infrastructuur
~ -'£'
(4112) ~ L ~
~ (4Jn) Bekleding
l=I
=- (41/3) :1-
L " :. " II
(41/3) Draagstructuur
tI
~
(4 1/4 iiP L " ! ~ II
' ~ ~
(41/5) :FJ
L " :b " 0 II
~ (4 1/4) Behandeling, Afwerking
!:II
j:II (4 1/5) Installaties HuIda
!=--'£'
(4116) :FJ
L " :b II . II .
(41/6) Install.ties elektrisch
-'£' (4117) Toegevoegde inrichting (4 117)
(41/8) Hoger niet genoemde SE (4 1/8)
77
=
I E(42) Binnenafwerking wand
Afwerking op het binnenoppervlak van het primaire deel van zowel buitenwanden als binnenwanden, incJusief voorbereiding, onderlagen en bevesti gingsmiddelen.
E( 4210) Albraak
E(4211) Infrastructuur
E( 4212) Bekleding
E(42/3) Draagstructuur
E(4214) Behandeling, Afwerking
Bv.: row maken van ondergrond voor pleisteren, ...
Bv.: stukwerk bestaande uil meerdere lagen, gipskarlonplaten onmiddellijk op wand, gipskarton
platen op houten kader (kader zelrzie E(43/3)).
Bv.: kader voor gipskartonplaten, ... Indien het verschiJ is tussen de draagstructuur en
de bekJeding niet bestaat of niet relevant is, code E(42/2) gebruiken.
E(4214I) Van inrrastructuur. E(42142) Van bekleding.
E(42143)
Bv.: behandeling ler bescherming van bouten bekledingsplaten. verfI.ag. behang ....
Van primaire structuur. Bv.: behandeling ter bescherming van bouten kader, ...
E( 4215) Installaties f1uida
E( 42/6) Installaties elektrisch
E( 4217) Toegevoegde inrichting
E( 4218) Hoger niet genoemde SE
Subelement loegevoegd ter bescherming of verfraaiing aan de hoger genoemde subelementen. Bv.: stootplank in ziekenhuis, ...
E(4218 I ) Thermische enlof akoestische isolatie. E(42182) Lucht- enlof damp- enlof waterscherm.
78
I E(42) Binnenafwerking wand
f:I
(42)
JF1[ D[
~ (42/0) Afbraak (4210) , , I I I I I I
~ I I I I L~
-!==I (4211) Infrastroctuur (421 1) [~:
" \=I. '1: " ell
-=a (42/2) Bekleding
=a (4212)
~ =I
(42/3) Draagstructuur
-
(42/3) 001 : " i=I ""I : " -;:I -
(42/4) Behandeling. Afwerking
bI (4214) ~ : "
~~ " -
(4215) Instal laties fluIda (4215) [~:
" '1: 0 " c:u
-(4216) [nstallaties e lektrisch (4216) [~:
" '1 ' . ,
. " c:u -
(42r1) Toegevoegde inrichting (42r1)
(4218) Hoger niet genoemde SE (4218)
79
I E( 43) Afwerking bovenoppervlak vloer
Afwerking op hel bovenopperv lak van het primaire deel van lagen op volle gra nd, van vloeren,
van baJkons, van gaJerijen, van loopbruggen. inclusief voorbereiding, onderlagen en bevesti
gingsmiddelen. Vcrhoogde vloeren worden hier beschreven en niet bij (33.1).
E( 43/0) Albraak
E(43/1) lnfrastructuur
E( 43/2) Bekleding
E( 43/3) Draagstructuur
E(43/4) Behandeling, Afwerking
Bv.: ruw maken van oppervlak om aanbechten van
)agen te bevorderen, egalisaticlaag, opvullaag,
Bv.: in legpanelen bij 'computervloer'. legels met mortellaag, kamerbreed tapijt op lijrn. parkel,
Bv.: draagsysteem voor 'computervloer'. houlen
structuur voor verhoogde vloer, chape. zand
bed, ... lodien het verschiJ tussen de draagstructuur en de bekJeding niet bestaat of niet relevant is, code E(4312) gebruiken.
E(43/41) Van infrastructuur.
E(43/42) Van bekJeding.
Bv.: porienvullcr bij stenen tegelvloer. beschermlaag voor parket, ...
E(43/43) Van draagstructuur. Bv.: bebandeling van houten frame voor verhoogde vloer •...
E( 4315) InstaUaties HUlda Bv.: leidingen voor verwanning in chape. leidingen voor sanitair in chape, ...
E( 43/6) InstaUaties elektrisch Bv.: elektrische weerstanden voor verwarming ge"integreerd in chape •...
E(43n) Toegevoegde inrichting Subelement toegevoegd ter beschcrming of verfraaiing aan hoger genoemde subelementen.
Bv.: vloerplint •...
E( 43/8) Hoger niet genoemde SE
80
E(43/81) Thermische en/of akoestische isolatie.
E(43/82)
Bv.: isolatie bij zwevende dekvloer, ... Lucht- en/of damp- en/or waterscherm. Bv.: fo lie tussen isolatielaag en chape, ...
I E(43) Afwerking bovenoppervlak vloer
~
J::::J C DC
(43)
~ (43/0) Afbraak
q (43/0)
l::= L _______
1=1 (43/1) [nfrastructuur
fI
-(43/1)
6 ~
(4312 ) Bekleding
I:I
-(4312)
b u u u
l:I -
(43/3 ) Draagstructuur
1:1 (43/3)
I.==T=T ::I -
(43/4) Behandeling. Afwerking
1:1
=-(43/4)
b=m -
(43/5) Installaties fluida
::I
dII
(43/5)
b =u===rr -
l:I (43/6) [nstallaties elektrisch
t:I
(43/6)
Ic;:;: u===rr -
::I (4317) Toegevoegde inrichting
l::I
(4317)
~ --Tr-tT U U U
-
::I (43/8) Hoger niet genoemde SE (43/8)
81
l
E(44) Bovenafwerking van trappen, van heUingen
Afwerking op het bovenoppervlak van trappen en hellingen, inclusief voorbereiding, onder
lagen en bevestiging.
E(44/0) Albraak
E(44/1) Infrastructuur
E( 44/2) Bekleding
E(44/3) Draagstructuur
E(4414) Behandeling, Afwerking
Bv.: ruw maken van oppervlak om aanhechting van lagen te bevorderen, ...
Bv.: tegels met mortellaag, houten bekJeding vocr Ireden, tapijt en verlijrning, ...
Lodien het verschil tussen de bekleding en de draag
structuur niet bestaat of niet relevant is, code E( 44/2)
gebruiken.
E(44/4 1) Van infrastructuur. E(44/42) Van bekJeding.
Bv.: behandeling van houten bekleding van treden, ...
E(44/43) Van draagstructuur.
E(44/S) Installaties flu'ida
E(44/6) Installaties elektrisch
E(44n) Toegevoegde inrichting
E(44/8) Hoger niet genoemde SE
Subelemenl toegevoegd ter bescherming en verfraaiing aan hoger genoemde subelementen. Bv.: trapneuzen, plinten bij treden, ...
E( 44/81) Thermische enlof akoestische isolatie. E( 44/82) Lucht - enlof damp- enlof waterscherm.
82
E(44) Bovenafwerking van trappen, van hellingen (44)
~
~ (44/0) Afbraak (44/0) -----
:tI
:i=J (44/1 ) Infrastruetuur (44/ 1) -----
~
:;:a (44/2) Bekleding (44/2)
;I
:i:I (44/3) Draagstructuur (44/3)
-----
:i:I
~ (44/4) Behandeling, Afwerking (44/4)
&I -----
1:1 (44/5) Installaties flulda (44/5)
l:I
i:I
!:I (44/6) Installaties elektri sch (44/6)
i:I
~ (44n) Toegevoegde inriehting (44n)
---- -
(44/8) Hoger niet genoemde SE (44/8)
83
I E(45) Plafondafwerking
Afwerking op de onderzijde van het primaire deel van vloeren, trappen, hellingen en daken,
inclusief voorbereiding, onderlagen en bevestigingsmiddelen. Opgehangen plafonds worden hier beschreven en niet in (35).
E(45/0) Albraak
E(45/1) Infrastrnctuur
E( 45/2) Bekleding
E( 45/3) Draagstructuur
E( 45/4) Behandeling, Afwerking
Bv.: voorbereiding van oppervlak om aanhechting
van Jagen te bevorderen, ...
Bv.: meerdere pleisteriagen, schrootjes, lamellen of
platen van vals plafond, gipskartonplaten en eventuele pieisterlaag, ...
Bv.: opgehangen profielen veor vals plafond, ...
lndien het verschil tussen de draagstrllctuur en de bekleding fliet bestaat of niet re levant is, code
E(45/2) gebruiken.
E( 45/41) Van infrastructuur.
E(45/42) Van de hekleding.
Bv.: verf, behang, ...
E(45/43) Van de draagstructuur.
E(45/5) Installaties fluida Bv.: sprinklerinstaLlatie geIncorporeerd in vals pla
fond, afzuig- en aanvoermonden gei"ncorporeerd in vaIs plafond, "".
E( 45/6) Installaties elektrisch
E(45n) Toegevoegde inrichting
E( 45/8) Hoger niet genoemde SE
Bv.: elektrische verlichting ge"integreerd in vals plafond, ...
Subelementen toegevoegd ter bescherming en verfraaiing aan hager genoemde subelementen. Bv.: plafondplint, randafwerking van verlaagd pla
fond, ...
E(45/SI) Thermische enlof akoestische isolatie. E(45/82) Lucht- en/of damp- en/of waterschenn.
84
I E( 45) Plarondarwerking (45)
~
't:I (45/0) Afbraak (45/0)
:q
:tI (45/1) Infrastructuur
:t:I
::a (45/2) Bekieding
F L~ _______
(45/1)
p:t ,l, ,l, ,l, ~=~==!::!=
(4512)
:q
:t:I FE (45/3) Draagstructuur (45/3)
=I
:t:I ro --------
(45/4) Behandeiing, Afwerking (45/4)
:t:I
+I p=I _--'-'-- __ w_ ~-------
(45/5) Installaties Hui'da (45/5)
~=::::f::!: ='= pRE (4516) Insta11aties elektrisch (45/6)
,l, ,l, " ,l, 1::1= = ~...A;';L~
(45n) Toegevoegde inrichting (45n)
-=:'-:!:==I::!: p:I (45/8) Hoger niet genoemde SE (45/8)
85
I E( 47) Buitenafwerking voor dak
Buitenafwerking op het primaire deel van daken, inclusief voorbereiding, onderlagen en
bevestigingsmiddelen en de randafwerkingen (nok, zijrand, goot).
E( 47/0) Albraak E(471l) Infrastructuur Bv.: voorbereiding van de onderJaag opdat buitenaf-
werking zou hechten, ...
E(47/2) Bekleding E(47/21)
E(4712!!)
BekJeding van vlakken.
Van horizontale vlakken.
E(4712!2)
E(4712!3)
E(47/22)
E(47122! )
E(471222)
E(471223)
E(471224)
E(471225)
Bv.: meerlagige bekleding, lagen mct grintballasl, lagen mel tegels op voetjes,
lagen met planlenbodem, ...
Van hellende vlakken.
Bv.: lcien ofpannen inclusief panlalten, ...
Van verticale vlakken.
BekJeding van dakvlakranden.
Ei ndrand, stroomafwaarts.
Bv.: bakgool, hanggoot, schuine dakrand, ...
Eindrand, stroomopwaarts.
Bv.: bovennok, schuine nok, schuine dakrand stroomopwaarts, ...
Rand met doorlopende wand, stroomafwaar1s.
Bv.: gool van plat dak bij doorgaand mClselwerk, hcllendeeindrand bij doorgaandc
wand, ... Rand met doorlopende wand, stroomopwaar1s.
Bv.: bovenrand van lessenaarsdak aansluitend op doorlopende wand, schuine rand
van ' plat' dak bij doorlopende wand, ...
KielgooL
Bv.: (bijna) horizonlaal kielgoot tussen (wee hellende daken, .. .
E(4713) Draagstructuur Bv.: onderdak inclusieftengels, constructie om hel-
ling te vormen, ...
lndien het onderscheid tussen de draagstructuur en
de bekleding niet bestaat of niet relevant is, code
E(4712) gebruiken.
E(47/4) Behandeling, Afwerking E(47/41) Van infrastructuUf.
E(47/42) Van bekleding (vlakken en randen).
Bv.: antimosbebandeling van kunstJeien, verven van boordplanken •...
E(47/43) Van draagstructuur.
Bv.: bebandeling van tengels, ...
E(47/S) Installaties flulda Bv.: kanalen voor afvoer van bouwvocht of inwen-
E(47/6) Install.ties elektrisch E(47n) Toegevoegde inrichting
E(47/8) Hoger niet genoemde SE
dig condens, spuiers, ...
Bv.: bliksemafieider, ...
Subelementen toegevoegd ter bescbenning of ver
fraaiing aan hager genoemde subelementen.
Bv.: ladderbaken, sneeuwvangers, ...
E( 4 7/81) Thermiscbe en/of akoestiscbe isolatie.
E(47/82) Lucht- enlof damp- enlof vochtscherm.
86
I E(47) Buitenafwerking voor dak
~ (47/0) Afbraak
11 :II (47/1) Infrastructuur
:zI
::I (47/2) BekJeding
::tI
:II (47/3) Draagstructuur
=-:II
(47/4) Behandeling. Afwerking
:II
(47/5) Installaties fluIda
(47/6) Installaties e lektrisch
(47n) Toegevoegde inrichting
(47/8) Hoger niet genoemde SE
(47)
(47/0)
(4711)
(47/2)
(47/3)
(47/4)
(47/5)
(47/6)
(47n)
(47/8)
Dc JESE
r----------I L_ -
I I ~----------n--n- - TI--JJ U U
I I
IJ i i i i u u
I I
[f~~T~-r=
I I
~
I rri'='=if=Tf== tD O u u
I I rn..;:-...:;-rr-,:::-rr=-= JJ _. U U
I I ; n-~rr=iT~= JJ U U
I I :
87
~ tI tI :fI tI fI :i:I
t :4
±I
±I
±I :4
XI ~
6. Overzicht van macro-elementen, elementen en subelementen met pictogrammen
(21)++ Buitenwand
(22)++ Binnenwand
(23)++ Vloer
(24)++ Trap, heUing
(27)++ Dak
89
90
(21) + +
(3 1)
(22) + +
(32)
(23) + +
(33)
(24) + +
ILJE J ~J[
(41) (2 1) _ _ (42)
F I- Fi r-ICJ[ 1=J[
(42) (22) IT JCl
(43) j:s E (23) JB E (45)
(24) (34) ~ (44) (45)
(27) + +
(37) (45)
J8~ [ '~ (27)
JLL
(47)
Iflr JUL
Y=l[ UL
rc-:5f ID· ~~ ~ L
(21) + +
(31) (41) (21) (42)
B Ie g JBF D[ Dr
(311O)~ J I (4 1/0) 1 1
L (
21i5 L (421OJ I:! ' 'I , ,
JLH ' , : : [ , 'I I: : , ,
~ , ,
u --(31/LJ I (4 111): ~::J
L (21/1) , '~
[ (
4VIJ c"' " " ' , " :b
, -1' , - , " ' , " " , c:u
E ,--(3 In)D L
(
41mB I (21/2) I' ' L (4V2j ~ ) , l , [ I I -
(3 1/3)0 L (4 Im~1 I (2 1/3) ' ~ . L (4V3j ~ :
~' II
l [ ~ : "
, " JL " , -,. ..
(31/D ~ (41/4) ir? L (
21141F! [ (4V4j I~j : : Lt" II
ir,l ~-" ::s ~ ---1
(3 1/5) (4 1/5) :~J (21/5) , , L (4V5)J <1, " ' '! ,. ,b
, , [ C:l: 0 '
" ; I
0 " ,,0 L:L
E U ---1
(3116) (41/6) :~J I (21/6) , . L (4V6)J <1, " ' Ii II
~b I ' .1'
1 [ '1' ., . , II . ' , I • II . ,. I ' , ,:u
E u ---1
(3InJDL (4 In) (21m (4217)
C [ (3 l iS) (4 l iS) (2 1/S) (4VB)
91
...
(22) ++
(22) (42)
JF'[ D[
(32)
JEE (3] I r"L
[ tf (WJ ' , (42JO)j , ,
, 'C ' , , , , , , , , , , , , , , , , , , , L~
""
(3VJ I r"L
[ r (WJ[:' (4Vl)j c~1 , 'r , , " , ,- q: , , , , " , , CD -" --
(3V] I r"L
[ I' (2VJCl (4V2)j [l
(3V] I r"L
Y "
(W] I ' , (4V3)j I"" : '- c ' , I " ,- ~ : , , , ,
1-.. (3VJ i r"L
1f (2VJDl (4V4)j I ~ :
" I ~ : 'lJ1
(3V5 ) (2] I ' , (4V5)j ( ~: , 'c ' , " , , q: ,0, , , 0" , , CD ""
(3V6) (W6) I I ' , (4V6) [ ~ : , , I ,0[ " , .. 01' I , . . , I ' , . " , , COD
.-J "" -
(3mj I r"L
I mf (2m) (4m)
(3V8) (W8) (4V8)
92
(23) + +
(33) (43) (23) (45)
g B g BE DC DC
(33/0) o L (43/0)
(2] I==-~==jl r (4510) I C __ J [ I ~ F , L ________
, ' -- I ----'
(3311) ~ I L (J (2311) ~ r r (4511) J r-----, r I! • • iD[ L _____ ....I L
Fi==rr=~ I n ,\
U U u I I 1"'°:-;'00" ~
(3] ~-J [ (J (2] 1:··· '1 r (4512)
b P u u u
(33] U [ (J l i ==T=~ (23/3) U I (4513) J i -----. r
- 1 - 1- L [Ll oI
(33] EJ [ (J ~ (2] EJ l (45/4)
.. ..I L
IL~L~, (3315) (J
b=TI'="IT
(2315) r (4515) JLJc L O ____
ILlR60 (33/6) (43,]
b=;: TI' = "IT (23] E1 r (4516) I
L -!-'-- ___ ....I L
r~~ ,.t, ,.L •• ,.,
I:'==~ ,
(3] CJ [ (J (23n) (45n) I
b I' , , --Tr-"'TT r =J!==g: u u U
I
(33/8) (43/8) (23/8) (45/8)
93
(24) + +
(24) (34)
~ (44) (45)
lr=l C
'- ~~ ) :::IC
(24/0) (34/0)
~r~ (44/0) (4510) 1
--:I ... ,....~'""
~ I F . --...-~'" '.-, , l~~~_~_~_ '" ._, ,
'~~L ,
(24/1) (3411) - ~ (4411) (45/ 1) ' ~~
~ ::11:::':"-:.:.- L"~-~Cl _ F ' ' ,,~: ".,~';:, l.;.:~.=:::~o
,,~~. ~
(2412) (3412)
~ (4412) (45/2)
~~ ~ I~ , ,
, ' I. I. -, ! , ' -'-"',,-_-,L I
(24/3) (34/3)
~ (44/3) (45/3)
~'L e::~ ro (2414) (3414)
~ (44/4) (45/4)
~ ~ li=~=J (24/5) (3415) (44/5) (4515)
IL1R6" (2416) (34/6) (44/6) (4516)
ILtol (24n) (34n) (44r;~ ____ (45n)
~~ r=l=jo (24/8) (34/8) (44/8) (45/8)
94
-------
(27) + +
(37) JU[ (47) D[ (27)
H (45) g LJ[ J'J[ ~C
(37/0) (47/0) (27/0) r - - - (45/0) r--- - -- -- . L _____ , ~L1L L __ __ ._ - - r== ,?r- - '~ Ii _. L_ _ ___
: L ___ J r I" r
(3711 ) " (47/1 ) (45/ 1) r "" (2711)' -"" (./:/ .: ;"n.=.=,=r=--r-=,:- L ___ _ _____ _ _
/ II l.u U L
r~~1 F II I,
I --'-- - '- -
I~~ ~~~ ~---.----
I (3712) (I (47/2) (2712)l . .... (45/2) 1
IJ i , , i u u n rl I;' I i
A A
r?" "~ !" II ! 1
I d 11 r ! I 1,--- I
(3713) , C<! (47/3) (27/3) 1:.1 _1_.1.-'-: (45/3) E,/ II lf~~r~r; // II -Ln r " Ll=J ,~i i~ 11-
(37/4) ~ . (47/4) (27/4) I (45/4) 1m ~ g ! i i i
,t_1l __ 8_ Ir
'--"
I~
(37/5) (47/5) (27/5), - (45/5) -'r=;==n=-=- IT=-= L_ O __ ___ ____ !.L O u u LrL 1-. AR I.
I ~='--'-:!:. ='=
I ,
(37/6) (47/6) (27/6) r----------- (45/6) r-; ---'r'f= ~i'i-=TI=-= M ~--------- -["~L . Ii . IQ~o:~
~
(3717) / " (4717) (2717) (4517) 1m '""L 'f=rr~-n-;" '" , '" , ~ U IJ p; .:. .:. ~( I
I~n ~! I I i r'-=,!-;,==~' .!!....-...;.i r ,
(37/8) (47/8) (2718) (45/8)
95
7. Referenties DE TROYER, E, NEUCKERMANS, H., HAVENNE, D., SIMON, E, BB/SjB Tabellen 1990,
Brussel, Regie der Gebouwen, 1990 (135 p.).
HAVENNE, D. , SIMON, E, DE TROYER, E, NEUCKERMANS, H. , Tables BB/SjB 1990,
Bruxelles, Regie des Batiments, 1990 (135 p.).
RAY-JONES, A., CLEGG, D., CI/SjB - Construction Indexing manual, London, RmA
Publications, 1976 (119 p.).
cm, A Practice Manual on the use of SjB, Dublin, An Foras Forbartha, 1986 (122 p.).
Giertz, L.M., SjB and its development 1950-1980, Dublin, An Forns Forbartha, 1982 (152 p.).
S.A., Elementenmethode '91 -NlISjB-reeks, Rijswijk, Stichting bouwkwalitei~ 1991 (160 p.).
96
Ook In de bouwsector zetten computers hun opmars verder. Ze dWlllgen ons
met het hlerarchlsch en tunctioneel
•
top related