dan wij - geertdekockere.be · van blad naar blad, waarop stond wanneer ze wat. wat er te koken...

Post on 02-Oct-2020

0 Views

Category:

Documents

0 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

P I G M A L I O N

Jarigerdan wij

Geert De Kockere

jariger dan wij

Jarigerdan wij

Geert De KockereMet engelen van Johan Devrome

Ongeboren,nauwelijks geleefd

1 | hoop

Een mensdruppelt het leven in.Uit vruchtwater dat draagt.Leven dat groeit.

Soms vloeit het weg.Ongeboren,veel te klein nog.Soms houdt het op,nauwelijks op adem,veel te gauw verleefd.

En weer is er waterdat verdriet heet nu.En daaruit dan hoop.

2 | jariger

Je was er,maar tegelijk ook niet.Je werd geboren,maar dat vierenkonden we alleen met verdriet.

En elk jaar opnieuwzullen we ons afvragen:Wie was je nu geweest?Hoe mooi, hoe groot?Hoe wonderlijk bijzonderlijk?

Nee, je verjaardag vieren,dat kun jij niet.Niet met toeters die joelen,niet met taart die smakt,niet met cadeautjes op je schoot.

Maar je verjaart wel, o jawel!Je bent zelfs, in al je stilte,jariger dan wij.

3 | groeien

Wat in vruchtwater groeide,maar niet volgroeide,wat vroegtijdig vervloeide,is daarom niet weg.

Want groeiendoen mensen niet alleenin lichamen.

Wie in gedachten voortleeft,kan ook tot iets moois uitgroeien.Iets groots zelfs.Een mens kan er vol van zijn.

4 | ruimer dan tevoren

Klein als jij nog was,zijn onze woorden nu.We weten niet wat te zeggen,wat te denken,nauwelijks wat te voelen.

Met lege ogen staren we naar elkaar,stamelen verdriet.Maar het helpt niet. Nog niet.

Klein nog was jouw hart,groot wilde het worden,zou het ooit zijn.Dat hoopten we.Maar het hield op,zoals jij echter nooit.

Je krijgt nu ons hart,woont ruimer dan tevoren.

En straks,als we dat ook kunnen geloven,zullen we zeggen,telkens ons hart even opspringt:Kijk, onze kleine meid,ze danst weer in onszelf.

5 | even

Het levenhebben we maar voor even.Dat dachten we al,dat weten we nu.

Klein was je, veel te klein nog.Leven dat nog leven moest,nauwelijks te leven kreeg.

En we vragen ons af:waarom jij zo weinig,waarom wij zo veel?En we worden kwaad.Gooien met woede in ons hoofd.

Dag engeltje, dag bengeltje,zullen we van die woede in ons hoofdnu toch maar een liedje neuriën?

Voor jou?

6 | herlezen

Je verdween. Voorgoed.En per ongeluk ...

Het voelt zo onwaarschijnlijk.Als ging het om een domme schrijffout,een vergissing die we elk momentnog kunnen rechtzetten.

Maar wat dood is,is niet meer te herschrijven,alleen nog te herlezen.

Lieve jongen,wat zullen we jou zo vaak nogmet liefde herlezen.

En weet je wat?We doen de puntaan het eind weer weg.Zo eindig je nooit.

Een vader, een moeder,een kerselaar

7 | held

Wat doe je als je heldmachteloos wordten je alleen nog toekijken kunt?

Hoe hij steeds zwakkeren jij nog véél te zwak,een held nog broodnodig.

Helden horen niet te sterven.En vaders zíjn helden.Maar ik weet,aan het eind zul je opspringenen roepen: Gefopt!Ook dat doen helden soms.

Maar je deed het niet ...

8 | net nu

Net nu, pa!Net nu de kerselaar eraan denktom open te bloeien.

Aarzelend nog,alsof hij niet goed meer durften verlegen om toestemming vraagt.

Ik heb gezegd dat hij magen neem me voordat je voortaan altijdde roze-bloemen-in-maart zult zijn.

9 | achter glas

In een kadertje van hout,aan de rand een randje goud,kun je wat gestorven ismet liefde omlijsten.

Zo woon jij nu bij ons in.Achter helder glas,dat jou zelfstegen de zon beschermt.

En af en toe zwaaien we.Dag moeder!Alles goed daarachter?

10 | voor even

Ik wilde haar niet meer zien.Niet dood, nee.

Ook al warende bloemen nog zo mooien lag zij als een dode levend te zijn.Dat zei men toch.

Ik wilde haar niet meer zien, nee.Niet één keer.Ook niet even, nee.

Want dan was ze dood voor altijd.Nu maar voor even.

11 | koud

Koud was het altoen plots de wereld verstilde.Even hield alles op.Het draaien, het lachen,het razen, het rennen.

Er was alleen nog jou,stiller dan ooiten onbewogenonder zoveel aandacht.

En we dachten nog,en we zeiden nog:Wat ligt hij daar schoon,straks wordt hij wakkeren maakt hij een grap.

Koud was het altoen we jou naar buiten volgden.En we keken als nooit tevorennaar de witte wolkjes levendie uit ons ontsnapten.

12 | niet erg

Nu er bloesems aan de bomen komen,nu er lammetjes zijnen de tjiftjaf roept dat het lente is,nu ging jij weg.

Maar het is niet erg, moeder.Het is in zekere zin zelfs mooi.

Want elk jaar weerkunnen wij nu zeggen:Kijk, ons moeder bloeit weer open.Kijk, ons moeder dartelt door de wei.Kijk, ons moeder roept dat het lente is.

Ja, zo mooizul je er nu altijd voor ons zijn.

Opa’s en oma’sverhuizen in de nacht

13 | gesloten

Opa slaapt.Ik kijk naar hemals naar een vergezicht.Zijn ogen zwijgen,zijn mond is dicht.

Op het kussenligt nu een leeg gelaat.Met blinden voor het raam,waarop Gesloten staat.

Net als voor de winkelin de straat,die naar men zegtnooit meer opengaat.

14 | wachten

Grootvader is niet meer.In geen velden te bespeuren.Alleen in zijn zetelzit hij nog af en toe.

Maar zijn krantenliggen er ongekreukeld bij.Alsof ook zij op hem wachten.Alsof het nieuwszich voor hem opstapelt.

Tot hij nooit meer terugkeert.

15 | verhuizen

Oma had het nogzo mooi bedacht:doodgaanis verhuizen in de nacht.

Waar naartoe?Wie helpt jouw koffers dragen?had ik haar nog willen vragen.

Maar gisterenis oma plots verhuisd.Heel alleenen zonder koffers.Ik weet niet eens waarheen.

16 | terrasje

Ze vertrok in alle stilte.Ongemerkt haastschoof ze haar stoelvan een terrasje van het leven.

Ze genoot nogvan haar nazomertje,haar laatste warme dagen.

En misschien dacht ze wel:

Ik zoek andere oorden opvoor ik koud krijgen een sombere wintermij voorgoed ondersneeuwt.

17 | tranen

Mijn woordenzijn mijn tranen.

Ik heb ze opgeschreven.Woorden met tuiten.En bewaard.En af en toe herlees ik ze.

Telkens ik nog eensom jou wenen wil.

18 | kwijt

Ze dwaalde als een vreemdein haar eigen huis,van blad naar blad,waarop stond wanneer ze wat.Wat er te koken viel, te wassen was.Ze keek in kasten en snuisterde in laden,leek op zoek naar haar verstand,dat naar eigen zeggen kwijt was.

Maar ons kende ze nog,bij naam en toenaam.We hingen in haar hoofd vast.Aan de koekvlaai van jaren ver,aan de lachjes en de stemmen,die ze met liefde genaamtekend had.

Ze krijgt nu een vaste plek.In ons hoofd.Tussen de koekvlaai die ze sneeden al die kleine, simpele dingendie ze voor ons deed.

Zo hoeft ze nooit meerte verdwalen in eigen huis.Ze is nu voor altijd bij ons thuis.

En dan samenmoederziel alleen

19 | schat

Van een overledenemaken we soms een schat.In een mooie kist.En we begraven hem met zorg.

Van de vindplaatsmaken we geen geheim.We zetten er zelfs een kruis bovenop.Of een steen met naam en toenaam.Iedereen mag hem vinden.Onze dierbare schat.

En af en toe gaan we er langs.En we staan er even bij stil.Bij onze schat.Praten er soms mee.Leggen teder bloemen neer.

Het is een vorm van bewarendie verlengen heet.

20 | ophouden

Leven dat ophoudt,is minder dan je denkt opgehouden.Even misschien.Ja, even ademloos.En jij sprakeloos,zoekend naar woorden.Maar een oogwenk later alleeft verder wat heeft geleefd.

En kijk,je vindt alweer woorden.Praat alweer over hoe mooi,hoe warm en hoe onvergetelijk.Er is weer adem.En dat is goed.Moet.

Wat ophoudt,begint altijd weer opnieuw.En het is niet eenseen kwestie van geloof.

21 | haiku

Ik geef je een roos.Voor de allerlaatste keer.Ook je kist is wit.

22 | moederziel

En daar sta je dan,samen moederziel alleen.En je zegtdat ze nog veel te jong.

En je zegt het stil,dat ze niet meer.En je zegt het luid,dat ze nooit meer.Je zegt het tegen iedereenen je zegt het tegen niemand.

En samen knik je dan.Maar gelovendoe je het nog steeds niet.

23 | feniks

Wat nu nogvan je overblijft,is een pot vol as.

Was ik een schrijver,dan schreef ikdat je een feniks was.

24 | wandelen

Nog één keer misschien,nog één keerzou ik met jou willen wandelen.

Op een mooie dag in mei,onze gezichten in de zon,niets zeggend en toch zoveel.

Zoals we dat zo vaak nooit deden.

Ja, nog één keer misschien.Nog één keer,het einde voorbij.

Kinderlijk eenvoudig

25 | dood

Wat is dood? vroeg jemet een klein stemmetjeen twee grote, smekende ogen.Een woord, zei ik,dood is maar een woord.

Zo eenvoudig? vroeg je.Vier letters maar, zei ik,twee verschillende.En omkeerbaar.In je hoofd, probeer maar.

En je deed het.Ik zag het aan je ogen.Ze werden kleiner en blijer.

Of een ster, zei je plots.Ze geeft nog lichtlang nadat ze is gedoofd.

Jij was slimmer dan de dood.

26 | leven

Lang zul je leven!riep ik om kwart over zevendoorheen mijn verdriet.Maar je hoorde het niet.Je was al te veren het verschil was te groot.Want ik was het levenen jij was de dood.

27 | vragen

Doet het pijn?Ik denk het niet.Is het erg?Het hangt ervan af.Komt ze nog terug?Nee.Nooit meer?Nooit meer vergeten ...Mogen we nu nog zingen?Zeker.En springen?Ook.En morgen weer lachen?Morgen weer lachen.

28 | geloven

Wie eens een papa haden hem niet vergat,heeft hem nog steeds.

Je kunt er niet meer aan,niet meer met hemnaar de kermis gaan,maar hij zit nog in je hoofd,zolang jij dat ook gelooft.

Ja, echt,zelfs al was hij er maar even,je hebt hem voor het leven.Als jij dat wilt, voor altijd.Want een paparaak je zomaar niet kwijt.

Een date met de dood

29 | niet

Als een lijdend voorwerpniet lijdt noch een voorwerp is, als vuurvliegjesgeen vliegjes zijn,als een vallende stergeen ster is,zou het dan kunnendat jouw doodgaanook geen dood is?

30 | afstand

Je deed afstandvan jezelf.Als in doodgaan.Het is het toppuntvan onthechting.

En wij nutrachten dat te begrijpen.

Maar hebberig als we zijn,bezitterig van onszelf,is dat erg moeilijk.

31 | date

Je was er vaak niet,ook al was jealomtegenwoordig.

En dan dachten wedat je droomde.Van verre reizenof grote afspraken.

En dat deed je ook.

Want je had,zo schreef je aan het eind,een date met de dood.

32 | vallen

Je stapte uit het leven,zegt men.En ik vraag mij af: hoe dan?Met je rechtervoet eerst?Met je tegendraadse linker?Of was het eerder springen?Sprong je uit het leven?Of viel je? Per ongeluk?

Je viel per ongeluk uit het leven ...

Buiten het leven misschien.Zoals je buiten de prijzenkunt vallen.

© 2013 Uitgeverij Pigmalion vzw,Houtakkerstraat 33, B-2275 Gierleen Geert De Kockere en Johan Devrome

www.pigmalion.be

Een e-bookGezet uit de SnellRoundhand Script en de DTL Haarlemmer

De gedichten 13, 15, 21 en 26 verschenen eerderin een andere bundel en werden voor deze bundelsoms lichtjes herwerkt.

Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand ofopenbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,opnamen of op welke wijze ook, zonder voorafgaandeschriftelijke toestemming van de uitgever.

D/2013/5673/14NUR 306

top related