database - brabant · 2 bbma -database: aanpak data -verzameling 3 2.1 inleiding 3 2.2...
Post on 10-Sep-2020
1 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Bouw Brabant-brede database Database
Provincie Noord-Brabant Definitief
www.goudappel.nl
goudappel@goudappel.nl
www.goudappel.nl
goudappel@goudappel.nl
Provincie Noord-Brabant
Bouw Brabantbrede database
Database
Datum 13 augustus 2014
Kenmerk NBA247/Wka/2264.04
Eerste versie 10 JUNI 2014
Documentatiepagina
Opdrachtgever(s) Provincie Noord-Brabant
Titel rapport Bouw Brabantbrede database
Database
Kenmerk NBA247/Wka/2264.04
Datum publicatie 13 augustus 2014
Projectteam opdrachtgever(s) Martijn Heynickx en Michael van Egeraat
Projectteam Goudappel Coffeng Carlo Bernards, Rogier Koopal, Olaf Seinen,
Hans van Herwijnen, Arjan van de Werken, Stefan de Graaf
Inhoud Pagina
1 Inleiding 1
2 BBMA-database: aanpak data-verzameling 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Dataverzameling en project-setup 3
3 BBMA-database: gebiedsindeling en sociaal-economische gegevens 6 3.1 Gebiedsindeling 6 3.2 Inwoners en huishoudens 9 3.3 Arbeidsplaatsen 14 3.4 Publiekstrekkers 20 3.5 Invloeds- en buitengebied 23
4 BBMA-database: netwerken en tellingen 24 4.1 Inleiding 24 4.2 Netwerken 2010 (auto, vracht, fiets en OV) 24 4.3 Netwerken 2020, 2030 (auto, vracht, fiets en OV) 26 4.4 Tellingen (auto en vracht) 31 4.5 Tellingen (openbaar vervoer) 34 4.6 Tellingen per wegbeheerder 35
5 Referenties 37
Bijlage 1 Aanpassing postcodebestand 1
Bijlage 2 Verfijning gebiedsindeling invloedsgebied 1
Bijlage 3 Mismatches tussen gebiedsindelingen 1
Bijlage 4 Bepaling inwoners 2010 1
Bijlage 5 Correcties inwoners Waalwijk en Tilburg 1
Bijlage 6 Bepaling inwoners 2020 en 2030 1
Bijlage 7 Bepaling arbeidsplaatsen 2010 1
Bijlage 8 Bepaling arbeidsplaatsen 2020 en 2030 1
Bijlage 9 Handleiding toekomstige sociodata voor gemeenten 1
Bijlage 10 Parkeergebieden 1
Bijlage 11 Resultaat sessie arbeidsplaatsen 1
Bijlage 12 Ophoogfactoren OV-tellingen 1
Bouw Brabantbrede database 1
De provincie Noord-Brabant maakt ter ondersteuning van het verkeer- en vervoerbeleid
al ruim 20 jaar gebruik van verkeersmodellen. Dit gebeurt op verschillende schaalniveaus
en met verschillende modelsystemen. Deze systemen kunnen grofweg in twee catego-
rieën worden ingedeeld:
■ Het NRM-Zuid (Nederlands Regionaal Model) voor de gehele provincie Noord-Brabant,
Limburg en Zeeland, met name bedoeld voor het hoofdwegennet.
■ Verschillende lokale modellen binnen de provincie Noord-Brabant die binnen de
zogenaamde GGA-gebieden (Gebiedsgerichte Aanpak) en het SRE (Samenwerkings-
verband Regio Eindhoven) worden toegepast. Deze modellen hebben vooral betrek-
king op het onderliggende wegennet.
Deze modellen, die per regio hun nut hebben bewezen, zijn in het verleden onafhan-
kelijk tot stand gekomen. Dit had soms als gevolg dat op de ‘randen’ van twee aan-
sluitende modellen aanzienlijke verschillen optraden. Vaak kwam dit door onvoldoende
afstemming. Daarnaast werd door deze werkwijze vaak dubbel werk verricht als het gaat
om dataverzameling en moesten inhoudelijke zaken vaak twee keer worden uitge-
vonden.
Om tot meer, onderlinge afstemming, eenheid en efficiëntie te komen, heeft de
provincie Brabant besloten tot een ‘Brabantbrede Modelaanpak’ (BBMA).
Dit houdt in: één afgestemde methode voor het gebruik en definitie van gegevens
(modelinput) en één modelopzet voor alle modellen binnen Noord-Brabant die zo goed
mogelijk aansluit bij het vigerende NRM en de modellen voor de GGA-gebieden.
Deze Brabantbrede Modelaanpak (BBMA) is door de provincie opgezet in de drie fasen:
■ voorbereidingsfase: Opstellen handboeken, dataverzameling, dataorganisatie en
ontwikkelen van de ‘Brabantbrede’ modelbasis;
■ bouwfase: Bouw van de regionale modellen;
■ beheerfase: Toepassing BBMA en operationeel houden.
1 Inleiding
Bouw Brabantbrede database 2
De definitie van de benodigde data (deel 1: handboek BBMA-database), de modelopzet
(deel 2: handboek verkeersmodel) en de implementatie (deel 3: handboek implemen-
tatieplan 2012) zijn afgerond (Panteia/Significance, 2013ab & Panteia/Significance, 2012).
Deze rapportage beschrijft het deel van de voorbereidingsfase: dataverzameling, dataor-
ganisatie en ontwikkelen van de ‘Brabantbrede’ modelbasis.
Goudappel Coffeng BV heeft in de voorbereidingsfase voor de provincie Noord-Brabant
de dataverzameling (database) en het opstellen van de modelbasis voor zijn rekening
genomen. De totstandkoming van de database en de modelbasis zijn separaat gerappor-
teerd. Deze rapportage gaat in op de bouw van de Brabantbrede database (BBMA-
database).
Leeswijzer In dit rapport komen de volgende onderdelen aan bod:
■ de BBMA-database aanpak dataverzameling (hoofdstuk 2);
■ de BBMA-database gebiedsindeling en sociaal- economische gegevens (hoofdstuk 3);
■ de BBMA-database netwerken en tellingen (hoofdstuk 4).
Bouw Brabantbrede database 3
2.1 Inleiding
De BBMA-database is de eerste stap om tot betere resultaten van de regionale modellen
te komen. Gebruik van dezelfde invoer legt een belangrijk fundament voor het ontwikke-
len van consistente modellen. Tegelijk is het een stap richting een betere data-
organisatie en een optimale benutting van bestaande digitale databronnen.
De mogelijkheden om de invoerdata voor een verkeersmodel te genereren uit landsdek-
kende en tegelijk gedetailleerde bestanden zijn de afgelopen jaren enorm toegenomen.
Het is een strategische keuze om daar gebruik van te maken en op verdere ontwikkeling
in te spelen. Een investering en een aanpak in deze richting heeft meerwaarde voor de
toekomst. Met deze gedachte is invulling gegeven aan de BBMA-database.
De BBMA-database bevat alle relevante data die nodig zijn om een GGA-model te
bouwen en toe te passen (zoals netwerken, sociaal-economische gegevens en tellingen).
Deze data zijn van verschillende autoriteiten (waaronder 46 Brabantse gemeenten) ver-
zameld en verwerkt. Hierbij is vastgehouden aan de richtlijnen in het handboek BBMA-
database (Panteia/Significance, 2013a). Hierin staat beschreven welke data opgenomen
moeten worden en op welke wijze we deze data moeten gebruiken. Het handboek
(BBMA-database) kan hiermee als uitgangspunt voor deze technische documentatie
worden gezien.
2.2 Dataverzameling en project-setup
In het handboek staat de data aangegeven die moet worden verzameld. Tevens is de
gewenste volgorde hierbij genoemd. Tabel 2.1 geeft de volgorde van dataverwerking van
de verschillende datasoorten weer.
2 BBMA-database: aanpak data-verzameling
Bouw Brabantbrede database 4
datasoort volgorde
gebiedsindeling 1
zonale data 2
autonetwerk 2
OV-netwerk 3
fietsnetwerk 3
screenlines en tellingen 3
parkeren 2
modelparameters 3
basismatrices 4
overige data 2
beleidopties 2
Tabel 2.1: Overzicht volgorde van dataverwerking (exclusief basismatrices)
Voor een specificatie van de databasestructuur in OmniTRANS wordt verwezen naar de
‘OmniTRANS Database Description’ (Dat.mobility, 2013).
Voor het SRE-gebied (21 gemeenten) heeft de inventarisatie al in 2011 plaatsgevon-
den. Omdat de verzameling van data op dezelfde wijze tot stand is gekomen, zijn de
sociaal-economische gegevens (inwoners en arbeidsplaatsen) 1-op-1 overgenomen
uit het SRE 3.0. De toekomstige arbeidsplaatsen zijn in het SRE-model overigens rela-
tief hoog ingeschat omdat ten tijde van de inventarisatie nog geen regionaal afspra-
kenkader beschikbaar was. Bij een volgende actualisatie van de BBMA moet dit wor-
den rechtgetrokken.
De verzamelde data is digitaal geordend in een vooraf gedefinieerde project-setup.
Figuur 2.1 geeft de boomstructuur van de project-setup weer. De data zoals genoemd in
tabel 2.1 maakt deel uit van de relationele OmniTRANS-database onder de map
’OmniTRANS’.
Bouw Brabantbrede database 5
Figuur 2.1: Boomstructuur van de project-setup
Bouw Brabantbrede database 6
3.1 Gebiedsindeling
Algemene aanpak De gebiedsindeling vormt de basis van een verkeersmodel. Het handboek (Pan-
teia/Significance, 2013a) geeft aan dat in de BBMA-database in principe het meest fijne
detailniveau wordt opgenomen waarvoor informatie beschikbaar is. In het handboek
wordt deze kleinste gebiedseenheid een ‘sector’ genoemd. Voor de BBMA-database is
ervoor gekozen de data op zes-positie-postcode-niveau (PC6) op te nemen, omdat dit
niveau nu beter aansluit bij de beschikbare data en biedt meer flexibiliteit.
Vanuit het postcode 6 niveau bestaat de mogelijkheid om ten behoeve van het ver-
keersmodel naar elk gewenst detailniveau te aggregeren om geschikte modelzones te
krijgen. Dit kan op basis van de postcodes (PC3, PC4 of PC5) of op basis van een
geografische gebiedsindeling.
De ruimtelijke ontwikkelingen tot de planjaren 2020 en 2030 zijn toegevoegd aan het
PC6-puntenbestand. Hiervoor zijn, indien nodig, ‘kunstmatige’ PC6-punten geïntroduceerd
omdat niet elk gebied wat in de toekomst wordt ontwikkeld een postcode heeft.
Uitwerking Om de gebiedsindeling op te bouwen zijn de volgende stappen uitgevoerd:
■ Startpunt is een PC-6 geografisch puntenbestand voor geheel Noord-Brabant. Aan dit
bestand zijn de ontbrekende postcodes toegevoegd waarvoor wel administratieve
data (inwoners en arbeidsplaatsen) beschikbaar is gesteld. Voor het SRE-gebied en het
invloedsgebied is gebruik gemaakt van de zonezwaartepunten uit de recent opgele-
verde verkeersmodellen als fijnste detailniveau1.
■ Voor de gehele BBMA-database is een gebiedsindeling gemaakt. Hiervoor zijn de
gebiedsindelingen van de diverse lokale modellen (zoals GGA en SRE) overgenomen.
Gebiedsgrenzen zijn op elkaar afgestemd, zodat iedere GGA-zone precies aansluit
binnen de huidige gebiedsgrenzen van het NRM-zuid en daarmee binnen de post-
1 Voor het SRE is het niet mogelijk om van de 6-positie postcodepunten uit te gaan. De infor-
matie voor het prognosejaar is niet op postcodeniveau beschikbaar.
3 BBMA-database: gebiedsindeling en sociaal-economische gegevens
Bouw Brabantbrede database 7
code-4-indeling. Voor de regio Breda is een digitale gebiedsindeling opnieuw op-
gebouwd omdat er vanuit het ‘oude’ verkeersmodel geen gebiedsindeling aanwezig
was.
■ De gebiedsindeling van het invloedsgebied is in eerste instantie overgenomen uit het
NRM. Waar lokale modellen beschikbaar zijn, is een verfijning doorgevoerd die aan-
sluit bij het GGA/SRE-niveau. Dit zowel in het invloedsgebied in Nederland (Midden-
en Noord-Limburg) als in België (Antwerpen en Limburg). In bijlage 2 is de verfijning
verder toegelicht.
■ De gebiedsindeling in het buitengebied is één op één overgenomen uit het NRM
(2012).
■ Ten behoeve van de aggregatie naar een verkeersmodel, is aan elke gebied een
zonenummer toegevoegd op niveau 1. Niveau 1 betreft het GGA-niveau/sectoren. Dit
zonenummer baseren wij op de zone-indeling in de vigerende GGA-modellen. Deze
zonenummers liggen in de range 1–20.000.
Het voorgaande levert het overzicht op zoals weergegeven in tabel 3.1.
Tabel 3.1: Overzicht gebiedsindeling
De volgende figuren geven achtereenvolgens een illustratie van de niveaus 0, 1 en 2.
Gebiedsindeling
invoergegevens niveau Type gebied aantal
PC-6 indeling en zone-
zwaartepunten
0 geografische punten studiegebied 68.114
sectoren (GGA/SRE) 1 geografische gebieden studiegebied en invloedsgebied 11.922
PC-4-indeling 2 geografische gebieden heel Nederland 4.200
NRM-gebiedsindeling geografische gebieden heel Nederland 3.300
LMS-gebiedsindeling geografische gebieden heel Nederland 1.300
resultaat
gebiedsindeling afgestemd per gemeente op GGA/SRE-sectoren (niveau 1) gekoppeld aan: PC6-
punten, PC4-indeling, NRM- en LMS-gebiedsindeling. Op basis hiervan kunnen gebiedsindelingen op
bijvoorbeeld niveaus 3, 4 en hoger worden samengesteld
Bouw Brabantbrede database 8
Figuur 3.1: Niveau 0 - Postcodepunten en zwaartepunten in en rondom Brabant
Figuur 3.2: Niveau 1 – Zone-indeling GGA in en rondom Brabant
Bouw Brabantbrede database 9
Figuur 3.3: Niveau 2 - NRM-zones in en rondom Brabant
De begrenzingen van de gebieden komen niet volledig met elkaar overeen. In bijlage 3
wordt een beeld gegeven van de zones die niet volledig binnen een gemeente of NRM
vallen. De verschillen tussen de GGA-zones en de gemeentegrenzen zijn beperkt. Dit is
logisch omdat veel regionale modellen in het verleden vanuit deze gemeente-grenzen
zijn opgebouwd.
De verschillen tussen de GGA-grenzen en de NRM-grenzen zijn aanmerkelijk groter. De
regio Breda sluit wel op het NRM aan omdat deze gebiedsindeling opnieuw vanuit het
NRM is aangemaakt ten behoeve van de BBMA. Voor Breda was vanuit het oude regiona-
le model geen gebiedsindeling beschikbaar.
3.2 Inwoners en huishoudens
Voor het aantal inwoners en huishoudens is gebruik gemaakt van de informatie van het
CBS. Het CBS heeft voor 2010 een dataset waarin op PC6-niveau het aantal inwoners en
de huishoudgrootte2 geregistreerd is. Waar nodig is deze informatie aangevuld met ge-
meentelijke GBA-data (Gemeentelijk BasisAdministratie voor persoonsgegevens).
2 Het aantal huishoudens is bepaald door het aantal inwoners te delen door de gemiddelde
huishoudgrootte per PC6. Voor het SRE-gebied is gebruik gemaakt van de inwoners en huis-houdens die in het kader van SRE 3.0 zijn verzameld. Deze informatie is afkomstig uit de verschillende GBA’s van de gemeenten. Gemeenten gaan niet eenduidig om met huishoudens en woningen. Voor het SRE-model zijn, bij gemeenten zonder informatie over huishoudens, de woningen als huishoudens beschouwd.
Bouw Brabantbrede database 10
De inwoneraantallen zijn per gemeente geschaald naar het juiste gemeentetotaal op
31 december 2010 (is gelijk aan 1 januari 2011). Dit om discussies tijdens latere (in-
spraak)procedures te voorkomen. Bijlage 4 geeft hier een uitgebreide toelichting op.
Tabel 3.2 geeft de correctie van het aantal inwoners naar CBS-totaal weer per gemeente.
code naam CBS 2010 CBS 31-12-2010 verschil Huishoudens
738 gemeente Aalburg 12.650 12.685 35 4632
1723 gemeente Alphen-Chaam 9.435 9.466 31 3744
743 gemeente Asten 16.296 16.296 0 7850
744 gemeente Baarle-Nassau 6.695 6.704 9 3004
1724 gemeente Bergeijk 18.073 18.073 0 7175
748 gemeente Bergen op Zoom 65.765 66.074 309 29536
1721 gemeente Bernheze 29.610 29.728 118 11452
753 gemeente Best 28.810 28.810 0 11380
1728 gemeente Bladel 19.386 19.386 0 7750
755 gemeente Boekel 9.760 9.865 105 3688
756 gemeente Boxmeer 28.585 28.582 -3 11740
757 gemeente Boxtel 30.290 30.280 -10 12948
758 gemeente Breda 174.572 174.599 27 82084
1706 gemeente Cranendonck 20.371 20.371 0 8290
1684 gemeente Cuijk 24.360 24.580 220 10338
762 gemeente Deurne 31.676 31.676 0 15058
766 gemeente Dongen 25.090 25.101 11 10497
1719 gemeente Drimmelen 26.600 26.477 -123 10871
770 gemeente Eersel 18.166 18.166 0 7291
772 gemeente Eindhoven 216.036 216.036 0 96442
777 gemeente Etten-Leur 41.455 41.800 345 17695
779 gemeente Geertruidenberg 21.487 21.307 -180 9169
1771 gemeente Geldrop-Mierlo 38.389 38.389 0 16586
1652 gemeente Gemert-Bakel 28.906 28.906 0 11531
784 gemeente Gilze en Rijen 25.985 25.764 -221 10960
785 gemeente Goirle 22.730 22.807 77 9518
786 gemeente Grave 12.900 13.031 131 5632
788 gemeente Haaren 13.640 13.630 -10 5338
1655 gemeente Halderberge 29.290 29.292 2 12373
1658 gemeente Heeze-Leende 15.295 15.295 0 6069
794 gemeente Helmond 88.560 88.560 0 38028
797 gemeente Heusden 43.085 43.119 34 17516
798 gemeente Hilvarenbeek 14.980 15.035 55 6029
1659 gemeente Laarbeek 21.532 21.532 0 8588
1685 gemeente Landerd 14.890 14.941 51 5778
809 gemeente Loon op Zand 22.905 22.973 68 9423
1671 gemeente Maasdonk 11.265 11.254 -11 4297
815 gemeente Mill en Sint Hubert 11.000 11.000 0 4440
1709 gemeente Moerdijk 36.450 36.547 97 15215
Bouw Brabantbrede database 11
820 gemeente Nuenen 22.242 22.242 0 9481
823 gemeente Oirschot 17.845 17.845 0 6966
824 gemeente Oisterwijk 25.870 25.721 -149 11086
826 gemeente Oosterhout 54.105 54.072 -33 23596
828 gemeente Oss 84.090 84.201 111 35755
1667 gemeente Reusel-de Mierden 12.606 12.606 0 4889
1674 gemeente Roosendaal 77.485 7.7541 56 34276
840 gemeente Rucphen 22.485 22.430 -55 9348
844 gemeente Schijndel 22.965 23.044 79 9398
796 gemeente 's-Hertogenbosch 140.820 140.786 -34 61778
1702 gemeente Sint Anthonis 11.795 11.796 1 4557
845 gemeente Sint Michielsgestel 28.145 28.114 -31 11301
846 gemeente Sint Oedenrode 17.740 17.818 78 7288
847 gemeente Someren 18.317 18.317 0 8699
848 gemeente Son en Breugel 15.653 15.653 0 6413
851 gemeente Steenbergen 23.205 23.273 68 9861
855 gemeente Tilburg 204.980 206.240 1.260 99582
856 gemeente Uden 40.540 4.0721 181 17211
858 gemeente Valkenswaard 30.622 3.0622 0 13372
860 gemeente Veghel 37.210 3.7476 266 15055
861 gemeente Veldhoven 43.592 4.3592 0 20389
865 gemeente Vught 25.657 2.5654 -3 10262
866 gemeente Waalre 16.482 1.6482 0 7090
867 gemeente Waalwijk 45.745 4.6211 466 19592
870 gemeente Werkendam 26.375 26.353 -22 10205
873 gemeente Woensdrecht 21.655 21.682 27 9213
874 gemeente Woudrichem 14.480 14.423 -57 5667
879 gemeente Zundert 20.950 21.163 213 8843
2.450.626 2.454.215 3.589 1.061.128
Tabel 3.2: Correctie aantal inwoners naar CBS-totaal per gemeente
De nadere verdeling van de inwoners over mannen en vrouwen en leeftijdsklassen (0-14,
15-34, 35-64, 65 jaar en ouder) is overgenomen uit het NRM-basisbestand. Het is niet
mogelijk gebruik te maken van de CBS-gegevens omdat de gehanteerde leeftijdsklassen
zoals opgenomen in de CBS-gegevens niet overeen komen met het NRM-basisbestand.
De toekomstige inwoners en huishoudens (2020 en 2030) zijn opgevraagd bij de indivi-
duele gemeenten. Hiervoor zijn alle gemeenten bezocht. Gemeenten hebben vervolgens
in een spreadsheet aangegeven waar de ontwikkelingen plaatsvinden. Deze ontwikke-
lingen zijn vergeleken met beschikbare provinciale gegevens voor 2020 en 2030 op
gemeenteniveau en, indien nodig, geschaald naar de provinciale prognoses (zie bijlage
6).
Bouw Brabantbrede database 12
Figuur 3.4 geeft een indicatie van de ontwikkellocaties tussen 2010 en 2020. De locaties
zijn hierbij in beeld gebracht waar sprake is van een toe- of afname van meer dan 100
inwoners. Figuur 3.5 geeft de verschillen weer tussen 2020 en 2030.
Figuur 3.4: Locaties met >100 inwoners toename (rood) of afname (groen) tussen 2010 en 2020
Figuur 3.5: Locaties met >100 inwoners toename (rood) of afname (groen) tussen 2010 en 2020
Bouw Brabantbrede database 13
Voor het invloeds- en buitengebied wordt gebruik gemaakt van het NRM-basisbestand.
Verfijningen in het invloedsgebied zijn doorgevoerd op basis van verdelingen uit de
beschikbare regionale modellen. Tabel 3.3 geeft een overzicht van de gebruikte regionale
modellen met daarbij het aantal zones dat binnen het invloedsgebied valt.
regionale model invloedsgebied aantal zones
Midden Limburg 127
Noord Limburg 151
Vlaanderen oost 68
Vlaanderen west 163
Tabel 3.3: Gebruikte regionale modellen invloedsgebied met aantal zones
Figuur 3.6: Ligging zones studiegebied en invloedsgebied
Bouw Brabantbrede database 14
3.3 Arbeidsplaatsen
Het aantal arbeidsplaatsen (naar type) is binnen het studiegebied toegeleverd door de
provincie Noord-Brabant. Dit betreffen in feite de zogenaamde LISA-gegevens (peiljaar
2010). Het LISA is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland
waar betaald werk wordt verricht. Voor een uitgebreid verslag over definities en de
totstandkoming van het LISA-bestand wordt verwezen naar het LISA Handboek (LISA,
2013). De gegevens zijn voor geheel Noord-Brabant door de provincie beschikbaar ge-
steld op postcode 6-niveau. Op deze manier is per postcode 6 het aantal arbeidsplaatsen
en het type arbeidsplaats (conform SBI) beschikbaar.
Hier zijn de volgende bewerkingen op verricht:
■ Toevoegen van arbeidsplaatsen landbouw zoals aangeleverd door de provincie.
■ Correcties voor bepaalde typen instellingen zoals (thuis)zorginstellingen, security-,
schoonmaak- en aannemersbedrijven. Het betreft hier veelal ambulante werkzaam-
heden, ofwel werkzaamheden waar veel buiten de deur wordt gewerkt.
■ Correcties voor administratieve ‘fouten’ zoals bedrijven waar alle personeel op de
hoofdvestiging staat ingeschreven.
■ Signaleren bijzondere verkeersaantrekkend locaties (IKEA, ziekenhuis, attractieparken,
congrescentra etc.).
Deze laatste drie punten zijn besproken tijdens het individuele overleg met iedere
gemeente. Peildatum van de individuele aanpassingen betreft eind 2010.
■ De Mc Donalds aan de Cereslaan 18 in Heesch (naast de Rijksweg A58) is aan de
database toegevoegd omdat deze niet in de LISA-set was opgenomen (60 arbeids-
plaatsen).
■ De verdeling van arbeidsplaatsen over het stadskantoor en openbare ruimte in Bergen
op zoom is gewijzigd:
- 400 in stadskantoor Jacob Obrechtlaan (was 507);
- 189 bij openbare ruimte op Blankenweg (was 82).
■ Het bedrijf Taste Original Food Concepts B.V. (De Vlonder in Boekel) was op 31 decem-
ber 2010 al gesloten. 98 arbeidsplaatsen zijn verwijderd.
De arbeidsplaatsen van specifieke bedrijven en instellingen zijn gecorrigeerd op basis
van de volgende factoren (tabel 3.4). Voorbeeld: bij bouwbedrijven wordt ervan uitge-
gaan dat 20% (0,2) van de werknemers werkzaam is op het vestigingsadres. SBI_Van en
SBI_Tot geven de range aan van de SGI-codes waarbinnen die bedrijven en instellingen
vallen.
Bouw Brabantbrede database 15
omschrijving SBI_Van SBI_Tot factor
ambulante jeugdzorg 88,991 88,992 0,1
Beveiliging en schoonmaak 80 82 0,1
bouwbedrijven 42 45 0,2
GGZ 86,923 86,924 0,1
thuiszorg 88,101 88,102 0,1
vervoer per taxi 49,32 49,33 0,1
Tabel 3.4: Correctiefactoren bijzondere instellingen
Er zijn op gemeenteniveau geen prognoses beschikbaar over het toekomstige aantal
arbeidsplaatsen. Het totaal aantal arbeidsplaatsen per gemeente is daarom vastgesteld
op basis van de concrete plannen en een generieke afname in 2030:
■ Voor 2020 is het aantal arbeidsplaatsen gelijk aan 2010 met toevoeging van arbeids-
plaatsen uit nieuwe ontwikkelingen3.
■ Voor 2030 is het aantal arbeidsplaatsen van 2010 verminderd met 5% waarna de
arbeidsplaatsen uit nieuwe ontwikkelingen tot 2020 en 2030 zijn toegevoegd.
De individuele gemeenten hebben hun toekomstige bedrijventerreinen en kantoorloca-
ties kunnen vertalen naar arbeidsplaatsen. Gemeenten zijn vrij in het verdelen van de
arbeidsplaatsen over de gemeente zolang het totaal maar binnen de vooraf vastgestelde
prognoses blijft. Gemeenten moeten zich wel strikt houden aan de opgave van ontwik-
keling waarover RRO-afspraken zijn gemaakt. Hierin zijn zij dus niet vrij om andere getal-
len in te vullen.
Uit de eerste aanleveringen van gemeenten bleek dat de gemeentelijke ambities hoger
lagen dan de provinciale voorspellingen. Diverse overleggen tussen en met gemeenten
hebben uiteindelijk geleid tot gedragen cijfers. Het RRO afsprakenkader van de provincie
Noord-Brabant heeft hierbij als belangrijke leidraad gefungeerd. Bijlage 11 geeft een
overzicht (met factsheets) van de wijzigingen naar aanleiding van de gesprekken met de
gemeenten zijn doorgevoerd.
Onderstaande tabel geeft het aantal arbeidsplaatsen weer in 2010, 2020 en 2030 met
daarbij de geïndiceerde ontwikkeling 2010-2020 en 2010-2030.
3 Voor Breda is een uitzondering gemaakt. Zij voorzien al tot 2020 een krimp van het aantal
arbeidsplaatsen. De arbeidsplaatsen in Breda zijn tot 2020 verlaagd met 5% en tot 2030 nog-maals met 5%.
Bouw Brabantbrede database 16
Gemeente AP_2010 AP_2020 AP_2030 2010-2020 2010-2030
Aalburg 4.472 4.472 4.248 1,00 0,95
Alphen-Chaam 3.023 3.023 2.872 1,00 0,95
Asten 7.366 7.015 6.965 0,95 0,95
Baarle-Nassau 3.616 3.616 3.435 1,00 0,95
Bergeijk 7.936 7.758 7.568 0,98 0,95
Bergen op Zoom 30.681 31.481 30.697 1,03 1,00
Bernheze 10.407 11.307 10.787 1,09 1,04
Best 17.972 18.200 18.200 1,01 1,01
Bladel 11.943 14.060 13.906 1,18 1,16
Boekel 4.011 4.177 3.976 1,04 0,99
Boxmeer 15.768 18.933 19.875 1,20 1,26
Boxtel 15.456 16.546 16.123 1,07 1,04
Breda 101.648 108.496 108.123 1,07 1,06
Cranendonck 8.315 8.315 10.115 1,00 1,22
Cuijk 10.842 12.042 12.090 1,11 1,12
Deurne 13.871 14.395 14.213 1,04 1,02
Dongen 9.328 10.128 9.812 1,09 1,05
Drimmelen 8.532 8.532 8.105 1,00 0,95
Eersel 9.125 9.245 9.315 1,01 1,02
Eindhoven 146.216 155.977 162.722 1,07 1,11
Etten-Leur 20.257 20.457 20.444 1,01 1,01
Geertruidenberg 11.085 11.085 10.531 1,00 0,95
Geldrop-Mierlo 13.889 13.978 14.150 1,01 1,02
Gemert-Bakel 11.485 12.511 12.539 1,09 1,09
Gilze en Rijen 12.643 13.607 13.375 1,08 1,06
Goirle 7.487 7.487 7.113 1,00 0,95
Grave 3.858 3.878 3.765 1,01 0,98 Tabel 3.5: Totaal aantal arbeidsplaatsen per gemeente (Aalburg t/m Grave)
Bouw Brabantbrede database 17
Gemeente AP_2010 AP_2020 AP_2030 2010-2020 2010-2030 Haaren 4.845 4.870 4.628 1,01 0,96
Halderberge 9.602 9.602 9.122 1,00 0,95
Heeze-Leende 6.079 5.758 5.821 0,95 0,96
Helmond 42.801 45.799 49.774 1,07 1,16
Heusden 13.833 14.533 13.841 1,05 1,00
Hilvarenbeek 5.633 5.639 5.357 1,00 0,95
Laarbeek 7.546 8.000 6.899 1,06 0,91
Landerd 6.236 6.404 6.092 1,03 0,98
Loon op Zand 8.699 8.699 8.264 1,00 0,95
Maasdonk 4.852 4.852 5.609 1,00 1,16
Mill en Sint Hubert 3.719 3.719 3.533 1,00 0,95
Moerdijk 20.936 23.886 25.764 1,14 1,23
Nuenen ca 7.520 8.120 8.120 1,08 1,08
Oirschot 11.767 12.667 13.517 1,08 1,15
Oisterwijk 10.764 10.764 10.226 1,00 0,95
Oosterhout 27.999 29.419 28.019 1,05 1,00
Oss 41.504 44.402 43.903 1,07 1,06
Reusel-de Mierden 3.949 4.294 4.594 1,09 1,16
Roosendaal 40.933 41.933 39.886 1,02 0,97
Rucphen 6.599 6.724 6.394 1,02 0,97
Schijndel 9.994 9.994 9.494 1,00 0,95
's-Hertogenbosch 96.863 102.095 102.795 1,05 1,06
Sint Anthonis 4.595 4.620 4.400 1,01 0,96
Sint-Michielsgestel 8.551 8.551 8.123 1,00 0,95
Sint-Oedenrode 5.952 5.952 5.654 1,00 0,95
Someren 8.189 9.606 9.480 1,17 1,16
Son en Breugel 13.170 12.808 12.825 0,97 0,97
Steenbergen 7.005 7.990 8.475 1,14 1,21
Tilburg 110.691 120.315 126.848 1,09 1,15
Uden 22.241 23.241 22.129 1,04 0,99
Valkenswaard 13.735 14.492 14.437 1,06 1,05
Veghel 27.907 30.507 29.562 1,09 1,06
Veldhoven 25.501 30.511 35.751 1,20 1,40
Vught 11.202 11.276 10.716 1,01 0,96
Waalre 5.974 5.555 5.551 0,93 0,93
Waalwijk 26.073 27.093 26.989 1,04 1,04
Werkendam 8.755 8.755 8.317 1,00 0,95
Woensdrecht 9.347 9.347 8.880 1,00 0,95
Woudrichem 5.193 5.415 5.155 1,04 0,99
Zundert 7.937 8.192 7.795 1,03 0,98 1.235.923 1.307.120 1.317.803 1,06 1,07
Tabel 3.6: Totaal aantal arbeidsplaatsen per gemeente (Haaren t/m Zundert)
Figuur 3.7 geeft een indicatie van de ontwikkellocaties tussen 2010 en 2020. De locaties
zijn hierbij in beeld gebracht waar sprake is van een toe- of afname van meer dan 50
arbeidsplaatsen. Figuur 3.8 geeft de verschillen weer tussen 2020 en 2030.
Met name in 2030 worden afnames vooral veroorzaakt doordat de bestaande arbeids-
plaatsen naar beneden zijn geschaald (-5%).
Bouw Brabantbrede database 18
Figuur 3.7: Locaties met >50 arbeidsplaatsen toename (rood) of afname (groen) tussen 2010 en 2020
Figuur 3.8: Locaties met >50 arbeidsplaatsen toename (rood) of afname (groen) tussen 2020 en 2030
Voor het invloeds- en buitengebied is gebruik gemaakt van het NRM-basisbestand.
Verfijningen in het invloedsgebied zijn doorgevoerd op basis van verdelingen uit de
beschikbare regionale modellen.
Bouw Brabantbrede database 19
Personenauto’s Het aantal personenauto’s is, voor zover beschikbaar, overgenomen uit het NRM-
basisbestand (postcode 4) en naar rato van het aantal inwoners verdeeld over de post-
code 6-gebieden.
Leerlingplaatsen De leerlingplaatsen (2010, 2020 en 2030) zijn opgevraagd bij alle gemeenten in de pro-
vincie Noord-Brabant (postcode 6-niveau). In de BBMA-database zijn leerlingplaatsen
opgenomen voor het basis-, middelbaar, hoger en universitair onderwijs. In totaal gaat
het om 472.011 leerlingplaatsen. Het SRE-model beschikt niet over leerlingplaatsen in het
basisonderwijs. Bij een aantal kleine gemeenten in het SRE-gebied zonder middelbare
school, zijn daarom geen leerlingplaatsen opgenomen. Bij een volgende update van het
regionale model, moeten deze alsnog aan de database worden toegevoegd.
Voor 2020/2030 is de volgende aanpassing doorgevoerd:
■ Etten-Leur: Brede school in het gebied Spoorzone Noord (4871 ZD). Het betreft 600
leerlingen en wordt gerealiseerd voor 2020. De school in de Lambertusstraat (4872 TA,
463 leerlingplaatsen) komt hiermee te vervallen.
gemeente 2010 2020 2030 gemeente 2010 2020 2030
Aalburg 1.878 1.878 1.878 Landerd 1.651 1.651 1.651
Alphen-Chaam 842 842 842 Loon op zand 2.402 2.402 2.402
Asten 1.062 1.062 1.062 Maasdonk 1.135 1.135 1.135
Baarle Nassau 708 708 708 Mill en St Hubert 1.471 1.471 1.471
Bergeijk Moerdijk 4.193 4.193 4.193
Bergen op Zoom 11.739 11.739 11.739 Nuenen ca 588 588 588
Bernheze 2.811 2.811 2.811 Oirschot 2.155 2.155 2.155
Best 46.06 46.06 4.606 Oisterwyk 3.679 3.679 3.679
Bladel 25.70 2.570 2.570 Oosterhout 8.817 8.817 8.817
Boekel 1.077 1.077 1.077 Oss 18.034 18.034 18.034
Boxmeer 6.313 6.313 6.313 Reusel-de Mierden
Boxtel 8.093 8.093 8.093 Roosendaal 11.616 11.616 11.616
Breda 60.024 60.024 60.024 Rucphen 1.885 1.885 1.885
Cranendonck s Hertogenbosch 57.687 57.687 57.687
Cuyk 3.545 3.545 3.545 Schyndel 5.283 5.283 5.283
Deurne 2.273 2.273 2.273 Sint Anthonis 2.481 2.481 2.481
Dongen 3.741 3.741 3.741 Sint-Michielsgestel 3.150 3.150 3.150
Drimmelen 2.998 2.998 2.998 Sint-Oedenrode 1.766 1.766 1.766
Eersel 1.400 1.400 1.400 Someren 938 938 938
Eindhoven 55.799 55.799 55.799 Son en Breugel
Etten-Leur 7.152 7.289 7.289 Steenbergen 2.240 2.240 2.240
Geertruidenberg 1.926 1.926 1.926 Tilburg 67.440 67.440 67.440
Geldrop-Mierlo 1.975 1.975 1.975 Uden 7.090 7.090 7.090
Gemert-Bakel 3.032 3.032 3.032 Valkenswaard 2.326 2.326 2.326
Gilze en Ryen 2.435 2.435 2.435 Veghel 9.782 9.782 9.782
Goirle 4.069 4.069 4.069 Veldhoven 3.174 3.174 3.174
Grave 1.809 1.809 1.809 Vught 4.831 4.831 4.831
Haaren 1.113 1.113 1.113 Waalre
Halderberge 4.883 4.883 4.883 Waalwyk 9.487 9.487 9.487
Bouw Brabantbrede database 20
gemeente 2010 2020 2030 gemeente 2010 2020 2030
Heeze-leende 452 452 452 Werkendam 4.040 4.040 4.040
Helmond 12.221 12.221 12.221 Woensdrecht 2.257 2.257 2.257
Heusden 5.223 5.223 5.223 Woudrichem 2.147 2.147 2.147
Hilvarenbeek 1.513 1.513 1.513 Zundert 1.546 1.546 1.546
Laarbeek 801 801 801
Tabel 3.7: Totaal aantal leerlingplaatsen per gemeente in 2010, 2020 en 2030
Beroepsbevolking De zonale beroepsbevolking is, in samenspraak met de provincie, afgeleid uit de CBS-
gegevens voor Noord-Brabant. Er is een gemiddelde beroepsbevolking gehanteerd van
0,4608 door de werkzame beroepsbevolking te delen op het aantal inwoners. In de BBMA
wordt 31-12-2010 als peildatum gehanteerd waar de cijfers van 01-01-2011 het dichtst bij
in de buurt liggen.
01-01-2011
Inwoners4 2.454.215
Werkzame beroepsbevolking5 1.130.831
Idealiter zou de werkzame beroepsbevolking in de toekomst moeten dalen vanwege het
dalend aantal arbeidsplaatsen in 2030. Het NRM (en daardoor ook de BBMA) gaat echter
uit van een gelijkblijvende werkzame beroepsbevolking.
3.4 Publiekstrekkers
In het handboek BBMA-database (Panteia/Significance, 2013a) wordt geen invulling
gegeven aan de wijze waarop publiekstrekkers in de BBMA moeten worden opgenomen.
Het handboek Verkeersmodel (Panteia/Significance, 2013b) geeft echter aan dat wel
expliciet met publiekstrekkers gerekend moet worden.
Dergelijke locaties trekken veel verkeer aan die met een gewoon verkeersmodel niet of
lastig te modelleren zijn. Toch is dit verkeer van invloed op het normale verkeer. Vandaar
dat er aandacht wordt besteed aan het toevoegen van verkeer aan de normale uitvoer
van de GGA-modellen.
De publiekstrekkers zijn in de vorm van aankomsten en vertrekken op het postcode-6
niveau in de BBMA-database opgenomen. Het is hierbij voldoende om het aantal aan-
komsten en vertrekken op een gemiddelde werkdag op te nemen. Het onderscheid in
aankomsten en vertrekken voor de relevante deelperioden (ochtendspits, avondspits en
4 http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=03759NED&D1=0&D2=0&D3=15&D4=12-
24&HDR=G2,G3&STB=T,G1&VW=T 5 http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=80068NED&D1=2&D2=0&D3=15&D4=19-
30&VW=T
Bouw Brabantbrede database 21
restdag) wordt in de modelbasis op basis van dagdeelfactoren gedaan en maakt geen
onderdeel uit van de tabel, maar is terug te vinden in paragraaf 3.4 van de technische
documentatie voor de bouw van de modelbasis (Goudappel Coffeng, 2014)
Het aantal aankomsten en vertrekken is bepaald op basis van beschikbare onderzoeken.
Indien deze niet beschikbaar zijn (zoals ziekenhuizen) is gebruik gemaakt van CROW
Publicatie 317 (CROW, 2012)
Pretparken Publicatie 317 (CROW, 2012) geeft voor een gemiddeld park met 550.000 bezoekers per
jaar een verkeersgeneratie6 van 702 aankomsten en vertrekken per weekdag. Per 1.000
bezoekers worden dus 1,28 aankomsten en vertrekken gegenereerd op een weekdag.
Aangezien het verkeersmodel uitgaat van een werkdag en bovendien een jaargemiddel-
de beschrijft (inclusief de rustige winterperiode), zijn deze kencijfers gehalveerd om een
realistischer beeld te krijgen. Dit betekent dat per 1.000 jaarlijkse bezoekers er dagelijks
0,64 aankomsten en vertrekken in de BBMA-database worden meegenomen. De getallen
worden afgerond op honderdtallen.
Ziekenhuizen Aangezien de verkeersgeneratie voor personeel al wordt voorspeld vanuit de ritgeneratie
op basis van arbeidsplaatsen, worden alleen de bezoekers additioneel aan de database
toegevoegd.
Het CROW (CROW, 2012) geeft het aantal bezoekers weer per 100 m² bvo7. Vanuit de
geleverde data is echter slechts het aantal arbeidsplaatsen beschikbaar. Op basis van een
viertal ziekenhuizen is ingeschat hoe het aantal m² zich verhoudt tot het aantal arbeids-
plaatsen. Voor de ziekenhuizen waar het aantal bvo’s bekend is, blijkt dat er sprake is
van gemiddeld 3,3 arbeidsplaatsen per 100 m² bvo.
omschrijving banen bvo m2 banen/100 m²
ziekenhuis St Elisabeth, Tilburg 3.174 87.000 3.65
ziekenhuis Catharina, Eindhoven 3.098 140.000 2.21
ziekenhuis Amphia Langendijk, Breda 1.696 42.000 4.04
ziekenhuis Pantein, Boxmeer 873 28.000 3.11
Tabel 3.8: Banen per 100 m² in ziekenhuizen
De ziekenhuistabel op pagina 83 van Publicatie 317 (CROW, 2012) geeft aan dat er circa 7
verplaatsingen per 100 m² bvo (weekdag) worden gegenereerd. Op een werkdag is dit
6 Definitie ‘verkeersgeneratie’ CROW: “totale hoeveelheid gemotoriseerd verkeer (exclusief open-
baar vervoer) die gedurende een gekozen tijdsperiode naar de desbetreffende voorziening rijdt en
hiervan wegrijdt” (CROW, 2012) 7 Het bruto vloeroppervlak (bvo) van een gebouw is de som van de oppervlakte van alle tot het
gebouw behorende binnenruimten.
Bouw Brabantbrede database 22
circa 8 verplaatsingen (7 x 1,118) wat overeen komt met 4 bezoekersverplaatsingen per
100 m² bvo (aandeel bezoekers 53%).
Het aantal bezoekers op een werkdag is dus een factor 1,2 hoger dan het aantal arbeids-
plaatsen. Voor de BBMA-database is ervoor gekozen om het aantal arbeidsplaatsen met
1,2 te vermenigvuldigen en op honderdtallen af te ronden. Op deze wijze wordt op een
uniforme en efficiënte wijze een redelijke aanname van het aantal bezoekersverplaat-
singen gemaakt.
Tabel 3.9 geeft een overzicht van alle publiekstrekkers die in de BBMA-database zijn
opgenomen.
omschrijving
postcode/
zone-SRE
banen
bezoekers
aankomsten
vertrekken
Beekse Bergen, Hilvarenbeek 5081NJ 801.000 500 500
Efteling, Loon op Zand 5171KW 4.000.000 2.600 2.600
IKEA Eindhoven 5692DB/2692 414 5.622 5.622
IKEA Breda 4814RW 381 5.174* 5.174
Eindhoven-Airport 5657EA/1130 - 2.320 2.320
Vliegbasis Gilze-Rijen 1.649 verplaatsingen worden vanuit
arbeidsplaatsen voorspeld legerplaats Oirschot 3.000
ziekenhuis Jeroen Bosch, ‘s-Hertogenbosch 5232JL 4.136 2.500 2.500
ziekenhuis St Elisabeth, Tilburg 5022GC 3.174 1.900 1.900
ziekenhuis Catharina, Eindhoven 5623EJ/1241 3.098 1.900 1.900
ziekenhuis Amphia Molengracht, Breda 4818CK 2.710 1.600 1.600
ziekenhuis MMC, Veldhoven 5504DB/2971 2.479 1.500 1.500
ziekenhuis Tweesteden, Tilburg 5042AD 2.069 1.200 1.200
ziekenhuis Elkerliek, Helmond 5707HA/1923 2.034 1.200 1.200
ziekenhuis Amphia Langendijk, Breda 4819EV 1.696 1.000 1.000
ziekenhuis Franciscus, Roosendaal 4708AE 1.641 1.000 1.000
ziekenhuis St Anna, Geldrop 5664EH/1481 1.507 900 900
ziekenhuis Lievensberg, Bergen op Zoom 4624VT 1.440 900 900
ziekenhuis Bernhoven, Oss 5342BT 1.191 700 700
ziekenhuis Bernhoven, Veghel 5461AA 1.181 700 700
ziekenhuis MMC, Eindhoven 5631BM/1375 1.041 600 600
ziekenhuis Pantein, Boxmeer 5831HA 873 500 500
ziekenhuis Amphia Pasteurlaan, Oosterhout 4901DH 461 300 300
ziekenhuis Elkerliek, Deurne 5751CB/605 99 100 100
* Verplaatsingen IKEA Breda gebaseerd op aantallen van IKEA Eindhoven (DHV, 2010)
Tabel 3.9: Aankomsten en vertrekken op gemiddelde werkdag van publiekstrekkers BBMA-database
8 Vuistregel voor het omrekenen van weekdag naar werkdag volgens het CROW 317 (CROW,
2012)
Bouw Brabantbrede database 23
Voor Weeze Airport zijn, in overleg met de provincie, 5.000 aankomsten en vertrekken in
de database opgenomen. Exacte cijfers zijn niet voorhanden maar qua grootte is het
vergelijkbaar met Eindhoven Airport.
Bovenstaande gegevens betreffen een inschatting van het aantal autoverplaatsingen9. In
de BBMA is sprake van multimodale modellen. De autoverplaatsingen moeten daarom
worden verhoogd om, na de vervoerwijzekeuze, op circa 5.000 aankomsten en vertrek-
ken uit te komen. De ritten zijn met 40% opgehoogd zodat uiteindelijk ruimte is voor
circa 30% aan OV- en fietsritten.
Voor een aantal publiekstrekkers is besloten deze niet mee te nemen in de database.
Deze publiekstrekkers trekken duidelijk minder verkeer dan de grote pretparken en zijn
op een gemiddelde werkdag relatief rustig. Voorbeelden hiervan zijn:
■ campings;
■ skibanen zoals Montana (Valkenswaard) en Skidrome (Rucphen);
■ kleinere parken, zoals Gulbergen Nuenen en Zooparc Overloon.
3.5 Invloeds- en buitengebied
De sociaal-econonomische gegevens in het invloedsgebied zijn afkomstig uit het NRM.
De zones in de nabijgelegen delen van Limburg en Vlaanderen zijn echter afkomstig uit
de omliggende regionale verkeersmodellen. De inwoners en arbeidsplaatsen uit het NRM
zijn verdeeld over deze zones op basis van de vulling in de regionale modellen. Op deze
manier wordt gebruik gemaakt van de ‘detailkennis’ van de regionale modellen maar
komen de totalen overeen met de cijfers uit het NRM.
Voor het buitengebied is één-op-één gebruik gemaakt van de zone-indeling en sociaal-
economische gegevens uit het NRM.
9 Omdat de autoverplaatsingen direct op basis van kencijfers gerelateerd zijn aan het aantal bezoe-
kers, is het onderscheid tussen autobestuurder en passagier in de gehanteerde werkwijze niet
relevant.
Bouw Brabantbrede database 24
4.1 Inleiding
In de BBMA-database is een multimodaal netwerk opgenomen voor de vervoerswijzen
auto, OV, fiets en vracht voor de jaren 2010, 2020 en 2030. Daarnaast zijn alle beschik-
bare tellingen voor auto, vracht en OV opgenomen voor 2010 en in sommige gevallen
voor 2009 of 2011. Dat is afhankelijk van de infrastructuur zoals die is opgenomen in de
database. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de netwerken voor de verschillende
modaliteiten en jaren tot stand zijn gekomen. Daarnaast wordt uiteengezet op welke
manier de tellingen voor auto, vracht en OV in de database zijn opgenomen.
4.2 Netwerken 2010 (auto, vracht, fiets en OV)
De netwerken voor 2010 zijn in vijf stappen tot stand gekomen.
Stap 1: GGA-netwerken 2010 (auto, vracht en fiets) koppelen De basis voor het 2010-netwerk voor auto, vracht en fiets zijn de GGA-netwerken van de
al bestaande verkeersmodellen (West-Brabant, Breda, Midden-Brabant, ’s-Hertogen-
bosch, Noordoost-Brabant en Samenwerkingverband Regio Eindhoven). Deze netwerken
zijn onderling consistent gemaakt om ze met elkaar te kunnen koppelen. Het resultaat
hiervan is een netwerk voor de gehele provincie Noord-Brabant op het GGA-detailniveau.
Stap 2: Koppeling met het NRM Zuid en aanpassen detailniveau Het netwerk uit stap 1 is vervolgens gekoppeld aan het NRM Zuid (2012) (invloeds- en
buitengebied). Het resultaat van stap 2 is een netwerk voor zowel het studie-, invloeds-
als buitengebied.
4 BBMA-database: netwerken en tellingen
Bouw Brabantbrede database 25
Stap 3: Aanpassen snelheden, aantal rijstroken, afstemmen linktypering, het definiëren van kruispunten en aansluiten van zones De wegvakken in het auto- en vrachtnetwerk uit stap 2 zijn daarna voorzien van wette-
lijke snelheden, gebaseerd op NAVTEQ-data. De snelheden voor het vrachtverkeer zijn op
het onderliggende wegennet 80% van het autoverkeer. Deze factor is een vertaling van
de NRM-methodiek naar de BBMA. Verondersteld mag worden dat de snelheid van het
vrachtverkeer op het onderliggend wegennet (door langzamer optrekken en eerder
afremmen) structureel lager ligt dan de auto. De snelheid van de fiets is binnen de be-
bouwde kom 12 km/h en buiten de bebouwde kom 15 km/h (conform het handboek
Verkeersmodel).
Verder zijn de wegen in het netwerk voorzien van het aantal rijstroken per wegvak. Deze
aantallen zijn ook afkomstig uit de NAVTEQ-data.
Vervolgens zijn de linktyperingen aangepast tot één samenhangend geheel. Deze link-
typering is afgestemd met de linktypering in het NRM en is verder onderverdeeld om zo
veel mogelijk aan te sluiten bij de linktyperingen in de GGA-modellen (milieutyperingen
enz.).
Op basis van Google Earth/Google Streetview/Cyclomedia zijn kruispuntgegevens
verzameld en ingevoerd in het netwerk. Het gaat daarbij om het type kruispunt en de
lay-out van het kruispunt. Binnen de bebouwde kom zijn nagenoeg alle kruispunten
gedefinieerd (gelijkwaardige-, voorrangs-, geregelde kruispunten en rotondes). In het
buitengebied is de focus gelegd op de voorrangs- en geregelde kruispunten en rotondes.
Het resultaat van de netwerkaanpassingen in deze stap is een volledig netwerk voor
auto, vracht en fiets, dat gecontroleerd is door alle gemeenten (46) in de provincie
Noord-Brabant.
Stap 4: Controle auto-, vracht- en fietsnetwerk 2010 en bepalen toekomstige infrastruc-tuur bij alle gemeenten (46) in de provincie Noord-Brabant Op locatie bij de gemeenten in de provincie Noord-Brabant is het 2010-netwerk uitvoerig
gecontroleerd en daar waar nodig aangepast. De controles hadden betrekking op snel-
heden, aantal rijstroken, kruispuntdefinities en afslagverboden. In navolging hierop zijn
in het betreffende overleg de eventuele toekomstige (2020 en 2030) infrastructurele
wijzigingen doorgenomen en genoteerd. Het resultaat van deze stap is een breed
gedragen 2010 netwerk en input voor de te bouwen prognosenetwerken (zie paragraaf
4.3).
Stap 5: Invoeren openbaar vervoer netwerk en dienstregeling voor BTM en Trein De BTM-lijnen maken in hoofdzaak gebruik van de reguliere auto- en vrachtlinks in het
netwerk. Voor Trein is een aparte netwerk toegevoegd. Dit netwerk is afkomstig
vanuit het SRE-model. Vervolgens is de lijnvoering (inclusief halten) voor heel Nederland
van zowel BTM als Trein geïmporteerd op basis van General Transit Feed Specification10)
(GTFS)-data (Google Developers, 2014). Het betreft een gemiddelde werkdag in 2010. Het
resultaat van deze stap is een volledig Brabantbreed multimodaal netwerk.
10 GTFS data is een gemeenschappelijk formaat voor schema’s van het openbaar vervoer en bijbeho-
rende geografische informatie.
Bouw Brabantbrede database 26
4.3 Netwerken 2020, 2030 (auto, vracht, fiets en OV)
Voor de totstandkoming van de prognosenetwerken is een kopie gemaakt van het
multimodale 2010-netwerk. Dit netwerk is verder opgebouwd met infrastructurele
ontwikkelingen die zijn aangedragen door de gemeenten in Brabant, de provincie Noord-
Brabant en het Rijk.
Bij de keuze of infraprojecten wel of niet moeten worden meegenomen speelt de plano-
logische basis en de concreetheid van plannen een belangrijke rol. In principe gelden de
volgende voorwaarden11 voor landelijke/provinciale projecten:
1. Vastgestelde Provinciale InpassingsPlannen en bestemmingsplannen moeten
meegenomen worden in de prognoseberekeningen.
2. Ontwerp bestemmingsplannen en ontwerp provinciale inpassingsplannen moeten
meegenomen worden, omdat verwacht mag worden dat deze ontwerpen snel tot
een definitief besluit zullen leiden.
3. Voorontwerpen van bestemmingsplannen of provinciale inpassingsplannen mo-
gen niet meegenomen worden, omdat ze onvoldoende zeker zijn.
4. Andere plannen (vb. waar geen ruimtelijke reservering voor nodig is) worden niet
meegenomen tenzij deze voldoen aan volgende criteria:
a. voorkeursalternatief is bestuurlijk vastgesteld
b. realisatietermijn is bestuurlijk vastgesteld
c. financiering is beschikbaar en vastgelegd
d. voorontwerp is beschikbaar
Voor de ruimtelijke vulling van de 2030 prognose zou mogelijk ook gebruik gemaakt
kunnen worden van bestuurlijk vastgestelde structuurvisies. Gemeentelijke (veelal klei-
ne) projecten kennen vaak een ander besluitvormingstraject. Voor het wel of niet opne-
men van bijvoorbeeld een toekomstige rotonde hoeft daarom niet aan bovenstaande
criteria te worden voldaan.
Toekomstige (2020, 2030) gemeentelijke infrastructurele ontwikkelingen (auto, vracht) Zoals in stap 4 in de vorige paragraaf beschreven, zijn tijdens de controlesessie bij de
gemeenten in Brabant ook infrastructurele wijzigingen voor de prognosenetwerken
besproken. Deze maatregelen zijn vervolgens verwerkt in de netwerken voor 2020 en
2030. Het betreft dusdanig veel ontwikkelingen op een klein schaalniveau, dat een
beschrijving van al deze maatregelen op gemeentelijk wegen niet gedetailleerd is
gedocumenteerd.
Toekomstige (2020, 2030) provinciale infrastructurele ontwikkelingen (auto, vracht, OV) De provincie Noord-Brabant heeft zowel infra-ontwikkelingen voor de auto en vracht als
voor het OV (BTM) aangeleverd (alleen voor 2020). Tabel 4.1 geeft een beschrijving van
de projecten waarvoor maatregelen zijn doorgevoerd in het auto- en vrachtnetwerk.
Met de projectcode van de provincie Noord-Brabant is het mogelijk om een uitgebreide
11 Bronnen: memo van L.Langerak en R.Onstenk (Min I&M, augustus 2010) / mails van M.Heynickx en
R.Schwillens (2012)
Bouw Brabantbrede database 27
beschrijving terug te vinden in het Brabantse Meerjarenprogramma Infrastructuur en
Transport 2014-2018 (PNB, 2013a).
projectcode PNB project
Midden-Brabant
RMpw282.06 N282 Rijen - Hulten - Reeshof
AB02 Tilburg Noordwesttangent
AB16 N261 Tilburg - Waalwijk
RMsi06 verdubbeling Burgemeester Bechtweg - Noordoosttangent
Noordoost-Brabant
RMpw264.17 N264 wegvak A50 - aansluiting N277
RMpw264.13 N264 komproblematiek Haps en wegvak tot A73
RMpw324.20 N324 duurzaam veilige inrichting
RMpw272.05 N272 Oploo - Sint Anthonis - A73
RMpw622.04 N622 aansluiting N622/A50
regio Breda
RMb5.02 bereikbaarheid oostzijde binnenstad - OVTC Breda
RMpw629.05 N629 wegvak Dongen - Oosterhout
RMb5.01 (Verlengde) Stationslaan
RMpw260.05 N260 Baarle - Belgische grens
RMpw260.10 N260 tunnel Sint Janstraat en fietstunnel Rielse Baan
RMpw283.05 N283 aanleg rotondes en wegvak Eethen
RMpw283.06 N283 kruispunt Kortveldsesteeg + wegvak
RMpw322.05 N322 Nieuwendijk - Ewijk/deel N267, eerste fase
RMpw638.04 N638 komproblematiek Zundert
regio Den Bosch
AB19 aansluiting 41 Drunen vervalt en aansluiting 42 wordt volwaardig
AB03 's-Hertogenbosch Randweg
RMpw329.04 N329 doorstroming gedeelte A50 - Oss
RMpw617.03 N617 oversteek Kloosterstraat - rotonde Gestelseweg
RMpw622.05 N622 aansluiting op N617 inclusief fietstunnel
RMpw625.04 N625 T-aansluiting N625/N626
A50 knooppunt paalgraven i.r.t. N324 - N329, kleine optimalisaties
West-Brabant
RMpw262.04 N262 Reconstructie Roosendaal - Nispen – Belgische grens
N268 realisatie 2 rotondes t.h.v. AFC (eerste en 2de kruisweg)
SRE
RMpw270.11 N270 Helmond - Venray
RMpw605.05 N605 Noordelijke randweg Gemert
RMpw284.08 N284 rotonde Het Stuivertje
RMpw396.02 N396 op- en afrit A2 Leende
RMsi08 Meerenakkerweg - Beemdstraat (Eindhoven)
Bouw Brabantbrede database 28
projectcode PNB project
N284 verbinding Hapert - A67
A270 120 km/h-gedeelte naar 130 km/h (dag, nacht 100 km/h), overi-
gens extra VRI in helmond met aangepaste trajectsnelheden
Tabel 4.1: Projecten waarvoor maatregelen zijn doorgevoerd op provinciaal niveau voor
2020 (auto en vracht)
Voor 2030 zijn geen extra infrastructurele maatregelen voor auto en vracht vanuit de
provincie Noord-Brabant aangeleverd. Vanuit het Rijk is aangesloten bij de MIRT-projec-
ten die voor de provincie Noord-Brabant gepland staan (Ministerie I&M, 2013). Het betreft
projecten voor zowel 2020 als 2030.
In tabel 4.2 zijn de infrastructurele maatregelen beschreven en is aangegeven in welk
jaar de betreffende maatregel in de database is ingevoerd. Daarnaast zijn infrastructurele
projecten op rijksniveau meegenomen die van invloed zijn op het Brabantse wegennet.
Projecten 2020 2030
nr. MIRT-projecten Brabant
2 A27 Houten - Hooipolder x x
4 A4 Dinteloord - Bergen op Zoom x x
6 Breda Centraal (t.b.v. Nieuw Sleutelproject) x x
8 Tilburg Noordwesttangent x x
A2 's-Hertogenbosch - Eindhoven (ZSM2) x x
overig
Tweede Stadsbrug Nijmegen x x
aanpassing A50 Ewijk - Valburg x x
doortrekking A15 x x
A4 Delft - Schiedam x x
A15 MAVA x x
A13/16 x
Nieuw westelijke oeververbinding Blankenburg x
Tabel 4.2: Projecten vanuit het MIRT Brabant en projecten buiten Brabant die van invloed
zijn op het wegennet van Brabant (2020 en 2030)
Voor het openbaar vervoer (BTM) zijn in tabel 4.3 de maatregelen beschreven die in het
netwerk van de BBMA-database zijn opgenomen. Het gaat daarbij om maatregelen voor
de bus. Hierbij is in overleg met de provincie Noord-Brabant gekozen om alleen maat-
regelen toe te voegen gericht op hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). De maatregelen
zijn conform het Programma van Eisen voor de aanbesteding van het openbaar vervoer
wat terug te vinden is op www.brabant.nl/ov2015 (geraadpleegd op 29 maart 2013).
Het gaat daarbij om maatregelen in het kader van Kernnetwerk Oost-Brabant en West-
Brabant, zoals beschreven in bijlage D.8.1. Uitleg Kernnetwerk - versie 26 maart 2013,
Bouw Brabantbrede database 29
bijlage D.8.2. Kernnetwerk Oost-Brabant - versie 26 maart 2013 en bijlage D.8.3. Kern-
netwerk West-Brabant -versie 26 maart 2013 (PNB, 2013b).
lijnnr. lijnnaam wijziging
voormalige 137 H1: 's-Hertogenbosch - Waalwijk - Tilburg kleine lijnvoeringswijziging bij Kaatsheuvel en frequentie os en as 4x per uur
160 H2: 's-Hertogenbosch - Veghel - Uden frequentie os en as 4 x per uur
152 H3. Eindhoven - Uden - Oss frequentie os en as 4 x per uur
316 H1. Breda – Etten-Leur (centrum) frequentie ook in de dalperiode op 2x per uur
311 H2. Breda - Etten-Leur - Oud Gastel tussen Etten-Leur en Oud Gastel alleen stoppen op halte Hoeven, Oudenbosch
station NS en Oud Gastel busstation; daardoor 2 minuten reistijd winst
ingevoerd op dat traject
312 H3. Etten-Leur - Roosendaal tussen Etten-Leur en Roosendaal alleen stoppen op halte Sint Willebrord,
Sprundel en Rucphen en Roosendaal treinstation; daardoor 2 minuten reistijd
winst ingevoerd op dat traject
325 H6. Breda - Oosterhout (Vrachelen) nieuw toegevoegd, stopt op alle tussengelegen stations; Gemiddelde snelheid:
35 km/h, totale reistijd 42 minuten, os, as en dal 2x per uur
326 H5. Breda - Oosterhout - Dongen - Tilburg nieuw toegevoegd, stopt op alle tussengelegen stations; gemiddelde snelheid:
35 km/h, totale reistijd 61 minuten. os, as en dal 2x per uur
327 H4. Breda - Oosterhout - Geertruidenberg nieuw toegevoegd, stopt op alle tussengelegen stations; gemiddelde snelheid:
35 km/h, totale reistijd 40 minuten, os, as en dal 2x per uur
10 Breda – Oosterhout verwijderd in verband met komst lijnen 325, 326 en 327
halte Nieuwendijk nieuwe halte aangelegd
401 H7. Breda - Utrecht frequentie os en as 4 x per uur; via nieuwe halte Nieuwendijk laten lopen
400 H8. Breda - Oosterhout frequentie os en as 4 x per uur; via nieuwe halte Nieuwendijk laten lopen
402 H9. Breda - Gorinchem nieuw toegevoegd, totale reistijd 45 minuten conform 9292OV.nl; os en as
2x per uur, dal rijdt niet
halte Eindhoven Airport toegevoegd
Tabel 4.3: Maatregelen die op provinciaal niveau voor de bus zijn doorgevoerd (2020 en 2030)
Voor de maatregelen van/naar en in het studiegebied voor de trein zijn gebaseerd op
PHS 'Maatwerk 6/6’ variant 3a gecombineerd met nieuwe inzichten PHS op de corridor
Den Helder/Schagen/Alkmaar - Maastricht/Eindhoven. De bron voor deze maatregelen is
het onderzoeksrapport van ProRail: ‘Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Eindrappor-
tage PHS capaciteitsanalyse. 9 april 2010’ (ProRail, 2010). De exacte lijnvoering is terug te
vinden in figuur 4.2.
Bouw Brabantbrede database 30
Figuur 4.2: Lijnvoering Reizigersvariant 3A (ProRail, 2010)
De ‘trein’-maatregelen die ten opzichte van de 2010-situatie zijn doorgevoerd, zijn terug
te vinden in tabel 4.4.
Bouw Brabantbrede database 31
maatregel frequentie reistijd
HSL Brussel - Amsterdam Centraal toegevoegd 2 73 minuten
(Brussel - Amsterdam)
IC Eindhoven - Breda toegevoegd 2 35 minuten
Sprinter Deurne - Breda 2 65 minuten
Sprinter Deurne - Nijmegen ingekort tot Eindhoven
Sprinter Breda - Utrecht Centraal verlengd tot Woerden
Sprinter Geldermalsen - Woerden toegevoegd 2 33,53 minuten
Sprinter Tiel - Utrecht centraal verlengd tot Woerden
IC Schagen - Maastricht ingekort tot Eindhoven
IC Den Helder - Maastricht toegevoegd 2 223 minuten
IC Alkmaar - Sittard toegevoegd 2 157 minuten
IC Eindhoven - Schiphol verwijderd
IC Eindhoven - Heerlen toegevoegd 2 57,74 minuten
Sprinter Weert - Tilburg Universiteit ingekort tot Eindhoven
station Eindhoven Airport toegevoegd
Tabel 4.4: Treinmaatregelen voor 2020 en 2030 ten opzichte van 2010
Het toevoegen van vorenstaande maatregelen voor zowel auto, vracht als OV leidt tot
een multimodaal netwerk voor 2020 en 2030. Deze netwerken zijn ter controle wederom
voorgelegd aan de deelnemende gemeenten en provincie Noord-Brabant. Zij hebben de
netwerken voorzien van opmerkingen die Goudappel Coffeng vervolgens heeft verwerkt.
Hierdoor is een breed gedragen 2020- en 2030-netwerk ontstaan die als basis dient voor
de Brabant Brede Model Basis (BBMB) en later gebruikt kan worden bij de actualisering
van de verkeersmodellen in de GGA-regio’s.
Om de modelresultaten voor de huidige situatie te kunnen toetsen, zijn ook tellingen
voor auto, vracht en OV opgenomen in de database. Hier wordt in de volgende paragraaf
verder op ingegaan.
4.4 Tellingen (auto en vracht)
Voor de tellingen (auto en vracht) is gebruik gemaakt van verschillende bronnen:
■ MTR+ (auto en vracht)-tellingen voor het rijkswegennet;
■ provinciale tellingen (auto en vracht) voor het provinciale wegennet;
■ gemeentelijke tellingen (auto en vracht) voor het gemeentelijke wegennet;
■ tellingen voor het wegennet in België (aangeleverd door de provincie Noord-Brabant).
Zoals beschreven in het BBMA database handboek (Panteia/Significance, 2013a) is de
kwaliteit van de tellingen vertegenwoordigd door de betrouwbaarheid.
Bouw Brabantbrede database 32
Betrouwbaarheid van tellingen (auto en vracht) Ieder meetpunt start met een betrouwbaarheid van 10 punten. Daarna wordt op basis
van het meetjaar, de meetmethode, richtinginformatie en frequentie van de tellingen
minder punten toegekend conform tabel 4.5
variabele waarde minderpunt
meetjaar 0 jaar oud 0
1 jaar oud 1
2 jaar oud 2
3 jaar oud 3
4 jaar oud 4
5 jaar oud 5
> 5 jaar oud 6
onbekend 3
meetmethode lus 0
slang 1
visueel 2
VRI 3
geschat 8
richting ja 0
nee 6
frequentie permanent 0
periodiek 1
> 2weken 2
1-2 weken 3
< 1 week 4
Tabel 4.5: Bepalen betrouwbaarheid tellingen (auto en vracht) (Panteia/Significance, 2013a)
Vervolgens wordt aan de betrouwbaarheid van de tellingen een bepaalde betrouwbaar-
heidsmarge toegekend conform tabel 4.6. In deze tabel zijn tevens per betrouwbaar-
heidsmarge het aantal tellingen weergegeven. Hierbij is onderscheid gemaakt in tellin-
gen die al vanuit het SR- model beschikbaar zijn gekomen en tellingen die in het kader
van de BBMA opnieuw zijn aangeleverd.
Bouw Brabantbrede database 33
kwaliteitsscore betrouwbaarheidsmarge aantal SRE aantal overig
10 2,50% 239 1552
9 5,00% 663 38
8 7,50% 101 1172
7 10,00% 215 1206
6 12,50% 22 666
5 15,00% 5 496
4 17,50% 0 427
3 20,00% 0 546
2 22,50% 0 176
1 25,00% 0 116
0 30,00% 0 25
-1 30,00% 0 28
-2 30,00% 0 20
-3 40,00% 0 66
-4 40,00% 0 0
-5 40,00% 0 0
-6 50,00% 0 0
-7 50,00% 0 0
-8 50,00% 0 0
-9 50,00% 0 0
-10 50,00% 0 0
-11 50,00% 0 0
-12 50,00% 0 0
-13 50,00% 0 0
-14 50,00% 0 0
-15 50,00% 0 0
-16 50,00% 0 0
Tabel 4.6: Aantal tellingen (auto en vracht) per betrouwbaarheidsmarge (opgesplitst in
tellingen vanuit het SRE en overige tellingen die in het kader van de BBMA zijn verzameld)
In figuur 4.3 zijn de tellingen in het netwerk weergegeven met de daarbij horende kwali-
teitsscore.
Bouw Brabantbrede database 34
Figuur 4.3: Kwaliteit tellingen in het BBMA-netwerk (auto en vracht)
4.5 Tellingen (openbaar vervoer)
Voor de tellingen (OV) is gebruik gemaakt van verschillende bronnen:
■ baanvakbelastingen van de NS (trein);
■ in- en uitstappers van de NS (trein);
■ OV-chipdata van Veolia en Arriva (bus).
OV-chipdata als basis De OV-chipdata (november 2012) voor de bussen is per lijn gekoppeld aan het netwerk
(2010) in Omnitrans. Deze data is vervolgens gecorrigeerd i.v.m. verkeerd in- en uitchec-
ken en kaartverkoop (Veolia opgehoogd met 16,8% en Arriva met 18,7%). Deze ophoog-
factoren zijn aangeleverd door de provincie Noord-Brabant. Na deze ophoogactie bleek
de data in het netwerk nog niet het gewenste niveau te hebben gelet op de daadwerke-
lijk getelde aantallen door INNOV (NVS data). Om die reden is de data nogmaals gecorri-
geerd om meer het niveau van de NVS tellingen te halen. Hierbij is per lijn (waarvoor ook
NVS data beschikbaar was) een ophoogfactor gehanteerd. Voor de andere lijnen is een
gemiddelde gebiedsfactor bepaald. De ophoogfactoren zijn terug te vinden in bijlage 12.
Betrouwbaarheid van tellingen (OV) Alle tellingen voor het OV zijn opgenomen in de database. Voor de tellingen van de NS is
geen betrouwbaarheidmarge bepaald. Voor de OV-chipdata is wel onderscheid gemaakt
in betrouwbaarheid van de tellingen. Deze betrouwbaarheid is gebaseerd op de koppe-
ling die vanuit de OV-chipcarddata met het OV-netwerk mogelijk is. In tabel 4.7 is aange-
geven welke betrouwbaarheidmarges zijn gehanteerd.
Bouw Brabantbrede database 35
kwaliteit percentage OV-chipdata niet gekoppeld (betrouwbaarheidsmarges)
-3 90 tot 100% afwijking (> 500)
-3 50 tot 90% afwijking (>500)
-3 30 tot 50% afwijking (>500)
0 20 tot 30% afwijking (>500)
3 10 tot 20% afwijking (>500)
7 0 tot 10% afwijking of hele lage absolute aantallen
Tabel 4.7: Kwaliteit en betrouwbaarheidsmarges OV-tellingen
Het is niet altijd mogelijk om per OV-lijn alle OV-chipcarddata te koppelen. Dat heeft te
maken met een andere haltering van de OV-lijnen en het verschil in jaar waarvoor de
GTF- data (2010) en de OV-chipdata (2012) worden gebruikt. Om die reden is de betrouw-
baarheidsmarge gebaseerd op het percentage data dat niet gekoppeld kan worden. Een afwijking van 0-10% betekent dus dat 0-10% van de OV-chipdata op die betreffende locatie niet te koppelen is met het OV-netwerk. Het resultaat voor het hanteren van deze betrouwbaarheidsmarge is weergegeven in figuur 4.4.
Figuur 4.4: Telpunten gebaseerd op OV-chipdata met betrouwbaarheidsmarge
4.6 Tellingen per wegbeheerder
In tabel 4.8 is een overzicht weergegeven met het aantal tellingen per wegbeheerder
wat in de database is opgenomen.
Bouw Brabantbrede database 36
Wegbeheerder Aantal tellingen
Rijk 1121
Provincie 494
Gemeente 6230
NS 86 baanvakbelastingen 90 in/uitstappers
Veolia 370
Arriva 132
Hermes 121 (SRE)
Tabel 4.8: tellingen per wegbeheerder
Bouw Brabantbrede database 37
CROW (2012). Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie. Publicatie 317. 8 oktober 2012
DAT.Mobility (2013). OmniTRANS Database Description. 3 december 2013 DHV (2010). Actualisatie verkeer IKEA, april 2010 (concept) Google Developers (2014). Producten. Transit. What is GTFS. [https://developers.google.com/transit/gtfs/?hl=nl]. 25 juni 2014 Goudappel Coffeng (2014). Bouw Brabantbreed verkeersmodel. Modelbasis. Juni 2014 Panteia/Significance (2013a). Brabantbrede Modelaanpak. Deel 1: Handboek BBMA-database-concept. 13 december 2013.
Panteia/Significance (2013b). Brabantbrede Modelaanpak. Deel 2: Handboek Verkeers-model-concept. 3 december 2013.
Panteia/Significance (2012). Brabantbrede Modelaanpak. Deel 3: Handboek Implementa-tieplan Kenmerk 31690. 26 maart 2012.
LISA (2013). LISA-handboek. Definities, protocollen en achtergronden van LISA. November
2013. Stichting LISA. [http://www.lisa.nl/publicaties/lisa-handboek].
Ministerie I&M (2013). MIRT projectenboek 2013. [http://mirt2013.mirtprojectenboek.nl/mirt_2013/project_en_programmabladen/projectka
arten/brabant]. 29 maart 2013.
ProRail (2010). Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Eindrapportage PHS capaciteits-analyse. 9 april 2010.
Provincie Noord-Brabant (2013a). Brabantse Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 2014-2018. Projectbladen.
5 Referenties
Bouw Brabantbrede database 38
Provincie Noord-Brabant (2013b). Uitleg Kernnetwerk (Bijlage D.8.1), Kernnetwerk Oost-Brabant (D.8.2) en Kernnetwerk West-Brabant (D.8.2.). [http://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/verkeer-en-vervoer/openbaar-
vervoer/bussen/nieuwe-aanbesteding-openbaar-vervoer.aspx?document=kernnetwerk-
oost-brabant&rel=8113ABB7873349F1BD455CF8E0EF0A3A]. 29 maart 2013.
Bouw Brabantbrede database B1-1
Tijdens het verwerken van de sociodata blijkt er een mismatch te zijn tussen de fysieke
ligging van de postcodepunten en de administratieve ligging van deze punten. Om een
consistente database te krijgen, zijn deze punten verplaatst, zodat ze fysiek binnen de
juiste gemeente vallen.
postcode fysiek in gemeente administratief in gemeente naam administratieve gemeente
4625DG 873 748 gemeente Bergen op Zoom
4715PH 1674 840 gemeente Rucphen
4836MC 1723 758 gemeente Breda
4838GL 777 758 gemeente Breda
4844PZ 1709 1719 gemeente Drimmelen
4891SN 758 879 gemeente Zundert
4904SL 758 826 gemeente Oosterhout
4909BN 766 826 gemeente Oosterhout
5022KN 798 855 gemeente Tilburg
5053AS 855 785 gemeente Goirle
5061PP 788 824 gemeente Oisterwijk
5121PD 826 784 gemeente Gilze en Rijen
5171JH 867 809 gemeente Loon op Zand
5263NM 788 865 gemeente Vught
5268KZ 865 788 gemeente Haaren
5296KJ 865 788 gemeente Haaren
5296PM 865 788 gemeente Haaren
5374NK 828 1685 gemeente Landerd
5374PJ 828 1685 gemeente Landerd
5383KC 1721 1671 gemeente Maasdonk
5383KD 1721 1671 gemeente Maasdonk
5391KA 796 1671 gemeente Maasdonk
5411VC 856 1685 gemeente Landerd
5473KW 844 1721 gemeente Bernheze
Bijlage 1 Aanpassing postcodebestand
Bouw Brabantbrede database B2-1
In deze bijlage wordt ingegaan op een specifiek onderdeel van de gebiedsindeling; de
gebiedsindeling in het invloedsgebied van Noord-Brabant.
Opbouw gebiedsindeling
Bij de opbouw van het verkeersmodel is het belangrijk dat de gebiedsindeling een
dusdanig detailniveau kent dat deze aansluit bij de wegen die worden meegenomen in
het modelsysteem. De combinatie van de gebiedsindeling en de wegen moet ervoor
zorg dragen dat de verkeersstromen op de individuele wegvakken uiteindelijke natuur-
getrouw kunnen worden gemodelleerd.
De gebiedsindeling (en daarmee ook het detailniveau) binnen Noord-Brabant ligt eigen-
lijk al vast. Hiervoor gaat gewerkt worden met de al bestaande gebiedsindelingen van de
GGA-modellen. Bij de opbouw van een willekeurig GGA-model zal binnen Noord-Brabant
dan voor het studie- en invloedsgebied gewerkt worden met de verzameling van de
GGA-gebiedsindelingen. Voor het buitengebied van een GGA-model zal gebruik worden
gemaakt van de NRM-/LMS-gebiedsindeling.
Alle GGA-modellen kennen wel ergens een grens met een naburige provincie (Zeeland,
Zuid-Holland, Gelderland en Limburg) of een naburig land (België). Om ook de verkeers-
stromen van en naar deze gebieden goed te kunnen modelleren, is het belangrijk dat de
gebiedsindeling in het directe invloedsgebied voldoende detail kent. Het detailniveau
van de huidige NRM-gebiedsindeling zal niet overal voldoende zijn voor het modelleren
van de verkeersstromen in de GGA-modellen.
Bijlage 2 Verfijning gebieds-indeling invloeds-gebied
Bouw Brabantbrede database B2-2
Methodiek verfijning gebiedsindeling invloedsgebied Criteria
Voor het verfijnen van de gebiedsindeling in het directe invloedsgebied is gebruik
gemaakt van de volgende criteria:
■ Verfijning is alleen zinvol als er meerdere concurrerende routes zijn van/naar het
directe invloedsgebied. Op het moment dat er grote ‘natuurlijke’ barrières zijn tussen
het studie- en invloedsgebied is een verfijning van het invloedsgebied niet zinvol.
■ Verfijning zal altijd worden gedaan voor een gehele gemeente in het directe
invloedsgebied.
■ Het directe invloedsgebied wordt aangemerkt als een schil van 15 km rond Noord-
Brabant.
■ Verfijning zal worden uitgevoerd met behulp van één uniforme methode.
Te verfijnen gebied
Op basis van vorenstaande criteria is uitgegaan van de hiernavolgende aanpak voor het
verfijnen van de gebiedindeling in het direct invloedsgebied:
■ Verfijning zal NIET worden doorgevoerd in de hiernavolgende gemeenten, aangezien
er grote natuurlijke barrières liggen tussen het studie- en invloedsgebied:
- alle gemeenten in de provincie Zeeland;
- alle gemeenten in de provincie Gelderland;
- de volgende gemeenten in Limburg: Mook en Middelaar, Gennep en Bergen (L)
■ Verfijning zal WEL worden doorgevoerd in de hiernavolgende gemeenten, aangezien
er meerdere concurrerende routes mogelijk zijn naar de gemeenten binnen de provin-
cie Noord-Brabant.
- de volgende gemeenten in Limburg: Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas,
Nederweert, Weert en Leudal;
- de volgende gemeenten in België: Antwerpen, Arendonk, Baarle-Hertog, Balen,
Beerse, Beveren, Bocholt, Brasschaat, Brecht, Bree, Dessel, Essen, Hamont-Achel,
Hechtel-Eksel, Hoogstraten, Kalmthout, Kapellen, Kinrooi, Lommel, Merksplas, Mol,
Neerpelt, Oud-Turnhout, Overpelt, Peer, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Stabroek,
Turnhout, Vosselaar, Wuustwezel en Zwijndrecht.
Het te verfijnen gebied wordt gearceerd weergegeven in figuur B2.1.
Bouw Brabantbrede database B2-3
Figuur B2.1: Te verfijnen gebied gearceerd weergegeven
Methode van verfijnen
Gebieden zijn zodanig verfijnd dat de omvang past bij het detailniveau van de BBMA-
zones en het detailniveau van het wegennet. De verfijning is door Goudappel
Coffeng uitgevoerd. Er zijn geen specifieke ‘sleutels’ gehanteerd.
De verfijning van de Nederlandse gemeenten heeft plaatsgevonden met behulp van de
gebiedsindelingen, zoals die beschikbaar zijn vanuit de modellen Noord-Limburg (zone-
polygons.shp) en Midden-Limburg (zonepolygons.shp).
De verfijning van de Vlaamse gemeenten heeft plaatsgevonden met behulp van de
gebiedsindelingen van het verkeersmodel Vlaanderen (shapefiles BASISZONE-
RING_LIM.shp en Basiszonering_ANT.shp). Deze verfijning ligt in lijn met de eerste verfij-
ning van de NRM-gebiedsindeling bij de opbouw van het model van het SRE.
Bouw Brabantbrede database B3-1
In deze bijlage wordt in beeld gebracht waar zones niet binnen de gemeentegrenzen en
de NRM-zones vallen.
Bijlage 3 Mismatches tussen gebiedsindelingen
Bouw Brabantbrede database B3-2
Vergelijking tussen GGA-zones en gemeentegrenzen
West- en Midden-Brabant
Bouw Brabantbrede database B3-3
Oost-Brabant
Bouw Brabantbrede database B3-4
Vergelijking tussen GGA-zones en NRM-zones
West- en Midden-Brabant
Bouw Brabantbrede database B3-5
Oost-Brabant
Bouw Brabantbrede database B4-1
De inwoneraantallen zijn afkomstig van het CBS. Het CBS beschikt namelijk over een
dataset, waarin het aantal inwoners en huishoudgrootte is opgenomen per 1 januari
2010.
Betrouwbaarheid CBS-cijfers
De betrouwbaarheid van de CBS-cijfers is gecontroleerd door op voorhand een vergelij-
king te maken met de GBA-cijfers van de 21 SRE-gemeenten. In het kader van de ontwik-
keling van het SRE-model is deze data immers al tot een consistente dataset verwerkt.
CBS
Gemeente 31-12-2010 Inwoners Afwijking Procentueel Inwoners Afwijking ProcentueelAsten 16296 16384 88 0,54% 16320 24 0,15%Bergeijk 18073 18120 47 0,26% 18025 -48 -0,27%Best 28810 28744 -66 -0,23% 28935 125 0,43%Bladel 19386 19565 179 0,92% 19205 -181 -0,93%Cranendonck 20371 20432 61 0,30% 20335 -36 -0,18%Deurne 31676 31373 -303 -0,96% 31520 -156 -0,49%Eersel 18166 18130 -36 -0,20% 18190 24 0,13%Eindhoven 216036 216068 32 0,01% 213815 -2221 -1,03%Geldrop-Mierlo 38389 38664 275 0,72% 38130 -259 -0,67%Gemert-Bakel 28906 29051 145 0,50% 28745 -161 -0,56%Heeze-Leende 15295 15361 66 0,43% 15245 -50 -0,33%Helmond 88560 88229 -331 -0,37% 88065 -495 -0,56%Laarbeek 21532 21601 69 0,32% 21590 58 0,27%Nuenen 22242 22564 322 1,45% 22145 -97 -0,44%Oirschot 17845 17837 -8 -0,04% 17790 -55 -0,31%Reusel-De Mierden 12606 12644 38 0,30% 12515 -91 -0,72%Someren 18317 18552 235 1,28% 18235 -82 -0,45%Son en Breugel 15653 15801 148 0,95% 15510 -143 -0,91%Valkenswaard 30622 30624 2 0,01% 30720 98 0,32%Veldhoven 43592 43904 312 0,72% 43225 -367 -0,84%Waalre 16482 17026 544 3,30% 16560 78 0,47%Totaal 738855 740674 1819 0,25% 734820 -4035 -0,55%
GBA 31-12-2010 CBS 01-01-2010
Tabel B4.1: Vergelijking inwoners SRE-gebied tussen CBS en GBA
Bijlage 4 Bepaling inwoners 2010
Bouw Brabantbrede database B4-2
In de kolom ‘CBS 31-12-2010’ is het CBS-totaal te zien op 31-12-2010. Dit is de peildatum
die ook voor het SRE-model is gebruikt. De GBA-cijfers van de SRE-gemeenten zijn ten
behoeve van het SRE-model naar het CBS-totaal geschaald.
In de kolom GBA-inwoners zijn de oorspronkelijke aantallen inwoners uit de GBA te zien
(nog niet geschaald naar het CBS-totaal). Het is duidelijk te zien dat de aantallen niet
consistent zijn. Op SRE-niveau bevatten de GBA-gegevens 0,25% meer inwoners dan wat
bij het CBS bekend is. Uitschieters zijn Nuenen, Someren en Waalre waar de verschillen
meer dan 1% bedragen.
In de kolom CBS-inwoners zijn de aantallen inwoners uit de CBS te zien op 01-01-2010
(afgerond op vijftallen). Op SRE-niveau bevatten de CBS-gegevens van 01-01-2010 0,55%
minder inwoners dan bij het CBS op 31-12-2010 bekend is. Dit verschil wordt voor een
belangrijk deel veroorzaakt door het verschil in peildatum. In de gedetailleerde set van
het CBS zitten immers niet de nieuwbouwwoningen (en daarmee inwoners) die tussen
01-01-2010 en 31-12-2010 zijn gerealiseerd.
De conclusie uit vorenstaande analyse is dat de CBS-cijfers voldoende betrouwbaar zijn
om als basis te dienen voor de BBMA-database. Het verschil is erg klein! Wel dient een
correctie te worden uitgevoerd voor de grotere nieuwbouwontwikkelingen die geduren-
de 2010 hebben plaatsgevonden.
Correctie brondata
In de brondata is een aantal postcodes dubbel opgenomen. Dubbele postcodes zorgen er
in de database voor dat het samenvoegen van data tot fouten leidt. Deze dubbelingen
zijn daarom in de brondata (Inwoners_CBS_PC6 en InwHh_Update) verwijderd.
postcode aanpassing
5383KM Maasdonk correct, Bernheze verwijderd
5383KD Maasdonk correct, Bernheze verwijderd
5383KC Maasdonk correct, Bernheze verwijderd
5375JB Landerd correct, Grave verwijderd
5266AJ 2x Vught, totalen samengevoegd
4722SC Rucphen correct, Zundert verwijderd
4671RN Steenbergen correct, Moerdijk verwijderd
5447NG Boxmeer correct, Sint Anthonis verwijderd
5437NG Cuijk correct, Grave verwijderd
5447NH Boxmeer correct, Sint Anthonis verwijderd
5386RS Maasdonk correct, Oss verwijderd
Correctie grotere nieuwbouwontwikkelingen
Door de gemeentetotalen uit het CBS tussen 01-01-2010 en 31-12-2010 te vergelijken, zijn
de gemeenten bepaald waar een wezenlijke toename heeft plaatgevonden. Criterium
hierbij is tenminste 500 extra inwoners en/of tenminste 1% groei.
Bouw Brabantbrede database B4-3
Dit heeft geleid tot de volgende zes gemeenten waarvoor een maatwerkoplossing is
gehanteerd:
■ Breda (+ 1.300 inwoners);
■ Geertruidenberg (+ 1,04% inwoners);
■ ’s-Hertogenbosch (+1.179 inwoners);
■ Tilburg (+1.387 inwoners);
■ Vught (+ 1,00% inwoners);
■ Waalwijk (+1,01% inwoners).
Voor de gemeenten Breda, Geertruidenberg, ’s-Hertogenbosch en Vught is betrouwbare
GBA-data beschikbaar. De CBS-set is voor deze gemeenten door de GBA-set vervangen.
Voor Tilburg en Waalwijk is in overleg met de gemeente bepaald waar de nieuwbouw in
2010 heeft plaatsgevonden (zie bijlage 3).
Nabewerkingen op de inwonersaantallen
Om tot een consistente set te komen, moet een aantal nabewerkingen op de set met
inwonersaantallen worden uitgevoerd. Concreet betreft het de volgende acties:
■ samenvoegen van de CBS-data, de GBA-data voor vier afwijkende gemeenten en de
nieuwbouwontwikkelingen in Tilburg en Waalwijk;
■ corrigeren van de aantallen, zodat het gemeentetotaal gelijk is aan het CBS-aantal op
31-12-2010.
De nabewerkingen zijn uitgevoerd binnen een MS-Access database (Inwo-
ners_verwerking_v1.mdb). Figuur B4.1 geeft de structuur weer van de database die is
gehanteerd om de aantallen samen te voegen en te corrigeren.
Figuur B4.1: Opzet database ten behoeve van de nabewerkingen op inwoneraantallen
Bouw Brabantbrede database B4-4
In blauw zijn de drie tabellen weergegeven die de brondata bevatten:
■ Gemeentecodes bevat per rij de gemeentecode, gemeentenaam en het aantal inwo-
ners dat het CBS op 31-12-2010 heeft vastgelegd [totaal 2.454.215].
■ Inwoners_CBS_PC6 bevat per rij een zespositie postcode met daarbij de informatie van
het CBS over inwoners en huishoudens op 01-01-2010.
■ InwHh_Update bevat de aantallen inwoners en huishoudens per 6-positie postcode
voor de 21 SRE-gemeenten en 6 afwijkende gemeenten.
In wit zijn de queries weergegeven die nodig zijn om de juiste data te kunnen
destilleren:
q_GemPc6InwHh voegt de postcodes met inwoners en huishoudens uit de twee bron-
tabellen samen en koppelt hier de juiste gemeentecode aan [totaal 2.451.471].
q_GemTotInw_Bron bepaalt per gemeente het totale aantal inwoners uit de brondata
[totaal 2.451.471].
Deze aantallen zijn nog niet geschaald en verschillen daarom met de CBS-aantallen in de
tabel ‘Gemeentecodes’. q_InwVerschillen brengt deze verschillen per gemeente in
beeld. Voor het SRE-gebied zijn er geen verschillen, omdat die aantallen ten behoeve van
het SRE-model al waren geschaald. Het verschil tussen 31 december 2010 en 1 januari
2010 bedraagt 2.744 (2.454.215 - 2.451.471).
Bouw Brabantbrede database B4-5
Met de knop [Inwonerverschillen] wordt een module gestart die het aantal te compen-
seren inwoners per gemeente uit q_InwVerschillen verdeeld over de postcodes. De te
compenseren inwoners worden weggeschreven in de tabel Inwonercorrectie. In deze
module worden de volgende stappen doorlopen12:
■ Leegmaken van de tabel Inwonercorrectie.
■ Inlezen van de lijst met gemeentecodes en verschillen uit q_InwVerschillen, gesor-
teerd op gemeentecode.
■ Voor elke gemeente:
- Vaststellen of het een positieve of negatieve correctie betreft (verschil >= 0 of verschil < 0).
- Inlezen gemeentecode, gemeentenaam, postcode en inwoners uit q_GemPc6InwHh
voor de betreffende gemeente, aflopend gesorteerd op inwoneraantallen.
- Voor elke postcode de correctie wegschrijven in de tabel Inwonercorrectie, totdat het totale verschil is verwerkt. De correctie vindt dus telkens uitsluitend plaats in de
postcodes met het grootste aantal inwoners vanwege de aflopende sortering.
De query q_GemPcInwHh_c bevat vervolgens het gecorrigeerde aantal inwoners per
postcodegebied. Het totaal is gelijk aan de CBS-totalen op 31-12-2010 [totaal 2.454.215].
Vanwege de beperkte correctie (maximaal 1 inwoner per postcode), is het aantal
huishoudens gelijk gehouden.
Voor de verdere verwerking van de inwonersaantallen is het van belang dat ook de lege
postcodes in het overzicht worden meegenomen. Door middel van de tabel PC6 en de
query q_LeftJoinTBVLegePc geeft de query q_LegePC6 een lijst met lege postcodes. Die
wordt vervolgens samengevoegd met de query q_GemPcInwHh_c om tot het resultaat
q_Resultaat te komen.
12 Het is niet mogelijk om over alle postcodes een schaalfactor toe te passen die is berekend door
de twee gemeentetotalen op elkaar te delen. De schaalfactor is immers dermate klein (bijvoorbeeld 1,004) dat een afgeronde waarde op postcodeniveau niet tot een ander getal leidt. Een postcode met bijvoorbeeld 50 inwoners, zou gecorrigeerd 1,004 x 50 = 50,2 krijgen wat afgerond weer uitkomt op 50.
Bouw Brabantbrede database B4-6
De query q_ResultaatPlakken biedt de mogelijkheid om voor één gemeente de gege-
vens naar het klembord te kopiëren en in de gemeentesheets (Excel) te plakken.
Bouw Brabantbrede database B5-1
Voor de gemeente Waalwijk en Tilburg heeft een correctie plaatsgevonden op de basis-
set voor 2020. Dit om de ruimtelijke ontwikkelingen die gedurende 2010 hebben plaats-
gevonden, een plek te geven.
Waalwijk
De ontwikkelingen in Waalwijk hebben plaatsgevonden op Landgoed Driessen. De hier-
navolgende figuur geeft een beeld van de recente projecten. Aangenomen is dat de
ontwikkelingen in 2010 voornamelijk in de rood omcirkelde gebieden hebben plaats-
gevonden.
De hiernavolgende figuren geven een beeld van het aantal huishoudens op 01-01-2010
op Landgoed Driessen.
Bijlage 5 Correcties inwoners Waalwijk en Tilburg
Bouw Brabantbrede database B5-2
In de figuur is te zien dat het aantal huishoudens beperkt is. In Waalwijk zijn gedurende
2010 in totaal 460 extra inwoners gekomen. Aangenomen is dat dit overeenkomt met
circa 200 woningen. Aan het basisbestand zijn daarom 100 woningen toegevoegd aan
het noordelijk deel en 100 aan het zuidelijk deel. De huishoudgrootte is op 2,0 gezet,
zodat in totaal 400 extra inwoners worden toegevoegd. De overige inwoners worden
gecompenseerd over de rest van Waalwijk. Per gebied zijn de vier postcodes genomen
waar in de oorspronkelijke situatie het minst aantal huishoudens/inwoners geregistreerd
stonden.
noord 1 januari 2010 extra 31 december 2010
postcode inwoners huishoudens inwoners huishoudens
5146CJ 0 0 50 25
5146CD 30 17 50 25
5146CK 20 6 50 25
5146CL 0 0 50 25
Bouw Brabantbrede database B5-3
zuid 1 januari 2010 extra 31 december 2010
postcode inwoners huishoudens inwoners huishoudens
5146DB 0 0 50 25
5146DC 0 0 50 25
5146DG 0 0 50 25
5146DL 0 0 50 25
Tilburg
In Tilburg zijn gedurende 2010 1.387 extra inwoners gekomen. Bij een dergelijk aantal
moet sprake zijn van nieuwbouwlocaties. Onderstaande tabel is op 26 september 2012
door de gemeente aangeleverd en geeft de locaties weer.
project aantal woningen postcode
1. Oud Noord Theresia's Rozen (Berkvenstraat, herstructurering) 40 5041 AT
2. Zand Wandelbos de Reit Intermezzo (Prof. De Moorplein) 131 5044 RP
3. Armhoef Piushaven: De Galjoen 7 5017 CN
4. Reeshof Witbrant Oost (bosrandvilla's) 6 5036 AS
5. Reeshof Koolhoven West, vrije kavels 3 6 5036 VL
Opgeleverde woningbouwprojecten in 2010
Voor de BBMA-database is verondersteld dat 200 inwoners in Intermezzo terecht zijn
gekomen. Voor de overige postcodes is een globale inschatting gemaakt. De hiernavol-
gende figuren geven de postcode weer waaraan de woningen voor vorenstaande vijf
projecten zijn gekoppeld.
Bouw Brabantbrede database B5-4
PM plaatje 5017CN
1 januari 2010 extra 31 december 2010 totaal 31 december 2010
postcode inwoners huishoudens inwoners huishoudens inwoners huishoudens
5041AT 45 25 200 40 245 65
5044RP 0 0 200 131 200 131
5017CN 15 8 15 7 30 15
5036AS 0 0 15 6 15 6
5036VL 0 0 15 6 15 6
De overige extra inwoners worden verdeeld over alle Tilburgse zones. Dit gebeurt auto-
matisch bij de schaling naar het CBS-totaal.
Bouw Brabantbrede database B6-1
Het aantal inwoners en huishoudens in 2020 en 2030 is door de Brabantse gemeenten
aangeven. Gemeenten zijn vrij in het toevoegen van ruimtelijke woningbouwontwikke-
lingen, zolang het totale aantal inwoners maar binnen de provinciale prognose blijft.
De toekomstige ontwikkelingen komen niet exact overeen met een WLO-scenario. In de
oorsprong is TM echter de leidraad voor de prognoses geweest. Daarna is de set echter
op gewijzigd waardoor het een trendscenario is geworden dat het dichtst aanleunt tegen
het TM.
Om de gemeenten te helpen heeft Goudappel Coffeng het spreadsheet ‘sociodata.xls’
opgezet. In dit spreadsheet zijn per 6-positie postcode (1100AA) de aantallen inwoners
en huishoudens in 2010 opgenomen. Daarnaast zijn per gemeente de provinciale prog-
noses voor 2020 en 2030 ingevoerd.
Door het invullen van het aantal toekomstige woningen (met verwachte huishoud-
grootte), wordt het aantal nieuwe inwoners berekend:
■ Wanneer het totaal hoger is dan de provinciale prognose, wordt het aantal inwoners
van de overige postcodes verlaagd. Aangezien het aantal huishoudens gelijk wordt
gehouden, resulteert dit een daling van de huishoudgrootte.
■ Wanneer het totaal lager is dan de provinciale prognose, wordt het aantal inwoners
van de overige postcodes verhoogd. Aangezien het aantal huishoudens gelijk wordt
gehouden, resulteert dit een stijging van de huishoudgrootte. Deze laatste situatie is
in de praktijk overigens niet voorgekomen.
Tabel B6.1 geeft het aantal inwoners in 2020 en 2030 volgens de provinciale prognose.
Bron: 'De bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011'
(vastgesteld januari 2012).
Bijlage 6 Bepaling inwoners 2020 en 2030
Bouw Brabantbrede database B6-2
inwoners huishoudens huishoudgrootte
gemeente 2020 2030 2020 2030 2020 2030
Aalburg 12.775 12.860 5.180 5.670 2,47 2,27
Alphen-Chaam 9.500 9.525 4.130 4.345 2,30 2,19
Asten 16.355 16.415 7.055 7.365 2,32 2,23
Baarle-Nassau 6.700 6.690 2.960 2.760 2,26 2,42
Bergen op Zoom 66.220 66.350 31.165 31.950 2,12 2,08
Bergeijk 18.140 18.195 7.775 8.180 2,33 2,22
Bernheze 29.875 30.015 12.465 13.600 2,40 2,21
Best 28.955 29.090 12.850 13.880 2,25 2,10
Bladel 19.455 19.510 8.340 8.590 2,33 2,27
Boekel 9.920 9.965 3.875 4.015 2,56 2,48
Boxmeer 28.635 28.680 12.255 12.520 2,34 2,29
Boxtel 30.400 30.505 13.320 13.795 2,28 2,21
Breda 175.470 176.325 87.695 92.695 2,00 1,90
Cranendonck 20.430 20.485 9.065 9.280 2,25 2,21
Cuijk 24.690 24.795 11.255 11.905 2,19 2,08
Deurne 31.780 31.875 13.655 13.955 2,33 2,28
Dongen 25.180 25.245 11.025 11.380 2,28 2,22
Drimmelen 26.510 26.525 11.350 11.580 2,34 2,29
Eersel 18.210 18.240 7.940 8.005 2,29 2,28
Eindhoven 217.120 218.190 115.260 120.625 1,88 1,81
Etten-Leur 42.015 42.210 18.935 19.500 2,22 2,16
Geertruidenberg 21.370 21.420 9.570 9.820 2,23 2,18
Geldrop-Mierlo 38.545 38.700 17.730 18.660 2,17 2,07
Gemert-Bakel 29.075 29.240 12.300 12.750 2,36 2,29
Gilze en Rijen 25.900 26.045 11.690 12.265 2,22 2,12
Goirle 22.910 22.995 9.950 9.930 2,30 2,32
Grave 13.110 13.190 5.955 6.185 2,20 2,13
Haaren 13.630 13.620 5.530 5.300 2,46 2,57
Halderberge 29.335 29.370 12.825 12.845 2,29 2,29
Heeze-Leende 15.310 15.315 6.540 6.675 2,34 2,29
Helmond 89.160 89.730 41.955 45.360 2,13 1,98
's-Hertogenbosch 141.735 142.640 70.690 74.925 2,01 1,90
Heusden 43.355 43.575 19.320 20.650 2,24 2,11
Hilvarenbeek 15.105 15.165 6.410 6.720 2,36 2,26
Laarbeek 21.610 21.680 9.130 9.555 2,37 2,27
Landerd 14.940 14.930 5.850 5.825 2,55 2,56
Loon op Zand 23.020 23.055 10.150 10.415 2,27 2,21
Maasdonk 11.295 11.325 4.555 4.775 2,48 2,37
Mill en Sint Hubert 11.035 11.060 4.705 4.920 2,35 2,25
Moerdijk 36.645 36.730 15.935 16.590 2,30 2,21
Nuenen c.a. 22.300 22.350 10.120 10.465 2,20 2,14
Oirschot 17.870 17.885 7.500 7.730 2,38 2,31
Oisterwijk 25.755 25.785 11.245 11.415 2,29 2,26
Oosterhout 54.250 54.415 24.915 25.785 2,18 2,11
Bouw Brabantbrede database B6-3
inwoners huishoudens huishoudgrootte
gemeente 2020 2030 2020 2030 2020 2030
Oss 84.585 84.950 38.440 40.355 2,20 2,11
Reusel-De Mierden 12.690 12.775 5.380 5.635 2,36 2,27
Roosendaal 77.770 77.985 36.185 37.500 2,15 2,08
Rucphen 22.395 22.350 9.600 9.510 2,33 2,35
Schijndel 23.110 23.170 10.040 10.490 2,30 2,21
Sint Anthonis 11.830 11.865 4.775 5.050 2,48 2,35
Sint-Michielsgestel 28.170 28.210 11.610 11.930 2,43 2,36
Sint-Oedenrode 17.890 17.955 7.735 8.040 2,31 2,23
Someren 18.345 18.370 7.865 8.160 2,33 2,25
Son en Breugel 15.710 15.750 6.720 7.005 2,34 2,25
Steenbergen 23.300 23.320 10.160 10.180 2,29 2,29
Tilburg 207.295 208.325 106.825 112.360 1,94 1,85
Uden 40.950 41.160 18.655 19.825 2,20 2,08
Valkenswaard 30.665 30.700 14.630 14.935 2,10 2,06
Veghel 37.695 37.905 16.445 17.385 2,29 2,18
Veldhoven 43.785 43.955 20.270 20.945 2,16 2,10
Vught 25.710 25.765 11.305 11.300 2,27 2,28
Waalre 16.520 16.545 7.245 7.480 2,28 2,21
Waalwijk 46.395 46.575 21.220 22.180 2,19 2,10
Werkendam 26.510 26.650 11.045 11.780 2,40 2,26
Woensdrecht 21.695 21.700 9.500 9.455 2,28 2,30
Woudrichem 14.485 14.535 6.010 6.250 2,41 2,33
Zundert 21.155 21.140 9.435 9.585 2,24 2,21
totaal 2.464.250 2.473.565 1.143.215 1.192.490 2,16 2,07
Tabel B6.1: Inwoners en huishoudens volgens provinciale prognose
Bouw Brabantbrede database B7-1
De arbeidsplaatsen in 2010 zijn afkomstig van Bridgis. De provincie Noord-Brabant heeft
een dBase-tabel aangeleverd (nb2010.dbf), waarin deze data is opgenomen. Daarnaast is
er een afzonderlijke tabel met landbouwplaatsen aangeleverd (nblb2010.dbf).
Beide tabellen zijn toegevoegd aan de MS Access database ‘Arbeidsplaatsen.mdb’.
Tevens is een tabel ‘Gemeenten’ toegevoegd om de gegevens te kunnen voorzien van
een gemeentenaam.
Na controle door de gemeenten is een aantal aanpassingen gedaan in de tabel met
arbeidsplaatsen. Deze aanpassingen zijn in detail beschreven in het spreadsheet
‘Verslag_gemeentesessies_17sep2012.xls’.
■ in Bergen op Zoom zijn 107 arbeidsplaatsen van het Stadskantoor (Obrechtlaan)
verplaatst naar de gemeentewerf (Blankenweg 16);
■ in Bernheze is de Mc Donalds aan de Cereslaan toegevoegd (5384VT) met 60 arbeids-
plaatsen.
Bijlage 7 Bepaling arbeidsplaatsen 2010
Bouw Brabantbrede database B7-2
De query q_BanenPC6_SBI geeft voor elke postcode in Brabant het aantal arbeidsplaat-
sen, gegroepeerd naar SBI-code.
Op basis van de tabel ‘Herverdeling’ wordt een deel van de arbeidsplaatsen voor de
categorieën Thuiszorg, Beveiliging en schoonmaak en Bouwbedrijven verdeeld over de
overige zones binnen een gemeente. Onderstaande tabel geeft de factor aan die niet
wordt herverdeeld.
omschrijving SBI_Van SBI_Tot factor
thuiszorg 88,101 88,102 0,1
beveiliging en schoonmaak 80 82 0,1
bouwbedrijven 42 45 0,2
Voor Breda is specifiek gekeken naar de bedrijven waarvan de gemeente verwacht dat
slechts een deel van de werknemers op locatie werkt. Voor deze bedrijven is beoordeeld
of het bedrijfstype leidt tot een aanpassing van de tabel met fracties.
Bouw Brabantbrede database B7-3
instelling SBI omschrijving
Rasenberg wegenbouw b.v. 42,111 bouwbedrijven
Bam rail b.v. (50%) 42,12 bouwbedrijven
Veolia transport brabant 49,31 openbaar vervoer binnen steden
Peutax 49,32 vervoer per taxi
Schuitema zuid (50%) 49,41 goederenvervoer over de weg
Van wijngen transport b.v. 52,291 expediteurs, cargadoors, bevrachters
Caterpillar logistics services inc. 52,291 expediteurs, cargadoors, bevrachters
Koninklijke tnt post b.v. 53,1 nationale post met universele dienstverplichting
Sodexho bv 56,21 eventcatering
Nac horeca b.v. 56,29 kantines en contractcatering
Ing car lease nederland b.v. 77,112 operational lease van personenauto's en lichte
bedrijfsauto's
Easy way studenten prive-
chauffeurs b.v.
78,202 uitleenbureaus
Csu cleaning services 81,21 beveiliging en schoonmaak
Gom schoonhouden 81,29 beveiliging en schoonmaak
Basisschool de spreekhoorn 85,202 speciaal basisonderwijs
Careyn thuiszorg breda b.v. 88,101 thuiszorg
Het principe van de BBMA-database is dat correcties generiek op basis van een SBI-code
kunnen worden toegepast. In overleg met de provincie is besloten om de types Event-
catering en uitleenbureaus aan de tabel toe te voegen.
De query q_BanenPC6SBI_HV1 bevat alle arbeidsplaatsen die niet herverdeeld moeten
worden. De query q_BanenHerverdelen bevat vervolgens per gemeente en per SBI-code
het aantal arbeidsplaatsen dat binnen de gemeente moet worden herverdeeld.
Achter de knop ‘Arbeidsplaatsen verdelen’ zit een routine die de arbeidsplaatsen herver-
deeld over de overige postcodes. De postcodes met de meeste inwoners (uit
q_GemPc6InwHh_c), krijgen hierbij de meeste arbeidsplaatsen. Het resultaat wordt
weggeschreven in de tabel Banencorrectie.
Bouw Brabantbrede database B7-4
De query q_BanenSamenvoegen voegt de informatie uit q_BanenPC6SBI_HV1 en
Banencorrectie samen.
De resultaatquery q_BanenResultaat aggregeert deze informatie vervolgens naar
gemeente, postcode en SBI-code.
Als laatste wordt op basis van de SBI-code het aantal arbeidsplaatsen gegroepeerd naar
de bedrijfstypen die in het model worden onderscheiden. Deze informatie is opgeslagen
in de tabel Modelklassen.
De query q_BanenPerType geeft de informatie met betrekking tot arbeidsplaatsen zoals
die in de BBMA-database voor 2010 wordt opgenomen.
Bouw Brabantbrede database B8-1
Inleiding In het kader van de BBMA (Brabant Brede Model Aanpak) is vanuit de Provincie Noord-
Brabant gestuurd op te verwachten, realistische sociaal-economische ontwikkelingen
voor de prognosejaren 2020 en 2030. Het belangrijkste onderscheid wordt gemaakt
tussen de hoeveelheid inwoners en arbeidsplaatsen. Voor de inwonersprognoses op
gemeenteniveau is gebruik gemaakt van het beleidsdocument ‘bevolkings- en woning-
behoefte Noord-Brabant, actualisatie 2011’. Dit document is door de provincie, in samen-
werking met de verschillende regio’s, opgesteld. Vervolgens vullen de gemeenten de
specifieke locatie van de ontwikkeling in.
Voor de arbeidsplaatsen is een dergelijke uitwerking op gemeenteniveau niet beschik-
baar. Hierna is de werkwijze beschreven van de arbeidsplaatsenprognoses op gemeen-
teniveau. Het TM-scenario is voor arbeidsplaatsen een belangrijk 'vertrekpunt' geweest.
Brongegevens arbeidsplaatsenprognoses De 2010-set arbeidsplaatsen uit de LISA-set (LISA, 2013) zijn het startpunt geweest voor
de bepaling van de arbeidsplaatsenprognose. Als provincie hanteren we beleidsmatig het
TM13-scenario uit de WLO14-scenario’s voor de arbeidsplaatsenprognose; door de provincie
is dit op regionaal niveau naar arbeidsplaatscategorieën uitgewerkt (bron: Monitor Werk-
locaties Noord-Brabant 2011).
Voor de arbeidsplaatsen zijn de provinciale prognoses gehanteerd als randtotaal voor
Brabant. De basis voor dit scenario is het TM-scenario. Samen met de gemeenten zijn
plannen toegevoegd, geschrapt, bijgesteld of getemporiseerd. Het eindresultaat
hiervan is dat de groei op de juiste locaties zit en het Brabants totaal overeenkomt
met het randtotaal van de provincie. Hiermee is een gedragen set tot stand
gekomen.
Werkwijze basis arbeidsplaatsenprognoses De groei in werkgelegenheid is op Noord-Brabantniveau uit de monitor werklocaties
gehaald, verdeeld over de verschillende arbeidsplaatsencategorieën (voorbeeld: indus-
13 Transatlantic markets. 14 Welvaart- en LeefOmgeving-scenario’s, uitgewerkt door de centrale planbureaus (CPB).
Bijlage 8 Bepaling arbeidsplaatsen 2020 en 2030
Bouw Brabantbrede database B8-2
trie, logistiek, …). Deze verdeling over de categorieën is vervolgens vertaald naar de
indeling die bij verkeersmodellen wordt gebruikt (zie tabel B8.1).
Tabel B8.1: Omzetting van categorieën uit RO-beleidsdocument naar verdeling in verkeersmodellen
De groei per categorie meenemen is van wezenlijk belang, aangezien binnen deze cate-
gorieën een verschil zit in verkeersgeneratie bij verkeersmodellen. De groeicijfers zijn
niet per regio gehanteerd, aangezien we op gemeenteniveau totalen nodig hebben en
doordat er enkel informatie omtrent bedrijventerreinen beschikbaar is.
In de figuren B8.1 en B8.2 zijn de ontwikkelingen van 2009-2020 en 2020-2040
opgenomen.
typen in RO
typen in model
bestemming
naar typen
model (%)
rekenwijze
bestemming
omgang gebieden
industrie industrie 1 op 1 - industrie generiek afgeroomd,
niet opnieuw bijgeteld
logistiek warenhuizen+groothandel? 20-80 verdeling o.b.v.
verhouding
2010
logistiek generiek opgehoogd
detail detail food+detail non-food
+bezinestations+horeca+overig
0,1-13-30,9-49-7 verdeling o.b.v.
verhouding
2010
detail generiek opgehoogd
financieel en
zakelijk
kantoren+diensten 75-25 berekening
o.b.v TM RRO
financieel en zakelijk 80%
opgehoogd in steden, 20%
naar platteland, dit voor
KANTOREN, diensten wel naar
rato
overheid en
kwart.
kantoren+onderwijs 80-20 berekening
o.b.v. TM RRO
overheid 80% opgehoogd in
steden, 20% naar platteland,
dit voor KANTOREN, onderwijs
wel naar rato
Bouw Brabantbrede database B8-3
Figuur B8.1: Ontwikkeling arbeidsplaatsen 2020 (bron: Monitor Werklocaties Noord-Brabant 2011)
Figuur B8.2: Ontwikkeling arbeidsplaatsen 2040 (bron: Monitor Werklocaties Noord-Brabant 2011)
Bouw Brabantbrede database B8-4
Deze ontwikkelingen zijn als groei op de 2010-cijfers gezet. Aangezien de basis voor de
provinciale prognoses 2009 was, zou de groei in principe 11% kleiner moeten zijn in de
verwerkte prognose. Er is echter een redelijke groei ontstaan tussen 2009 en 201015;
er zijn in 2010 20.000 arbeidsplaatsen meer aanwezig.
Gecombineerd is het effect dat de 2020-prognose in de BBMA-set 15.000 arbeidsplaatsen
hoger ligt ten opzichte van de oorspronkelijke TM-uitwerking in de RO-set. Vervolgens is
de 2020-ontwikkeling per categorie voor elke gemeente aangebracht. Om te bepalen
hoeveel arbeidsplaatsen er per gemeente bij komen, is de verdeling uit de bestaande
situatie overgenomen.
Voor 2030 is er nog een andere kwestie: de arbeidsplaatsenprognoses die uitgewerkt
zijn, zijn enkel voor 2020 en 2040 uitgewerkt, 2030 ontbreekt dus. Hiervoor is terugge-
grepen naar de oorspronkelijke TM-set uit de WLO-scenario’s, zoals ontwikkeld door de
CPB’s. Tussen 2020 en 2030 ontstaat een daling van de arbeidsplaatsen. Van deze daling
komt 60,4% terug in de periode 2020-2030. Vervolgens is voor 2030 dezelfde werkwijze
toegepast als in de 2020-situatie om tot de verdeling over de gemeenten te komen.
De ontwikkeling van arbeidsplaatsen naar 2020 en 2030 toe is nader bekeken in relatie
tot de inwonersprognoses, met name de ontwikkeling van de werkzame beroepsbevol-
king. Deze moeten met elkaar in lijn zijn. In tabel B8.2 is deze vergelijking toegevoegd.
2010 2020 2030
werkzame beroepsbevolking (15-64) 1.130.831 1.177.138 1.108.591
groei tussen 2010-2020/2020-2030 3,57% -3,50%
arbeidsplaatsen 1.235.428 1.299.427 1.260.233
groei tussen 2010-2020/2020-2030 5,18% -3,02%
Tabel B8.2: Vergelijking tussen prognose werkzame beroepsbevolking en arbeidsplaatsen
Naar 2020 toe is zowel een stijging in arbeidsplaatsen als in werkzame beroepsbevolking
te zien, naar 2030 toe is bij beide onderwerpen een daling zichtbaar. De trend in deze is
dus hetzelfde, wat betekent dat hier geen vreemde, strijdige ontwikkelingen in terug-
komen.
15 Ook kan dit een effect zijn van verschillen in verwerkingsmethoden van brondata LISA.
Fictief rekenvoorbeeld:
arbeidsplaatsen 2010 Noord-Brabant = 1.000
arbeidsplaatsen 2010 Eindhoven = 200
Groei naar 2020 Noord-Brabant = 100 arbeidsplaatsen
arbeidsplaatsen 2020 Eindhoven = 200+ ((200/1.000) * 100) = 220 arbeidsplaatsen
Bouw Brabantbrede database B8-5
Wel stijgt de arbeidsplaatsenprognose naar 2020 toe sterker dan de werkzame beroeps-
bevolking en daalt deze minder hard naar 2030 toe. Dit kan twee dingen betekenen:
■ of Noord-Brabant krijgt een sterkere aantrekkende werking van pendelaars dan nu;
■ of de natuurlijke werkloosheid wordt in Noord-Brabant teruggedrongen.
Aangezien de trend vergelijkbaar is en de verschillen in stijgingen/dalingen niet
schokkend zijn, kan gesteld worden dat de verhouding tussen prognose arbeidsplaatsen
en werkzame beroepsbevolking plausibel is.
Vervolg invulling arbeidsplaatsenprognoses De gemeenten hebben de ontwikkelingen die bij hen spelen ten aanzien van de werk-
gelegenheid op postcode 6-niveau aangeduid met daarbij de omvang van de ontwikke-
ling zoals zij deze inschatten. Daarvan zijn de verdeling (qua aantallen en locaties) van
deze ontwikkelingen op het gestelde gemeentetotaal gebruikt.
Deze aantallen zijn voor een aantal gemeenten bijgesteld (bijlage 11).
Bouw Brabantbrede database B9-1
De toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen worden door de verschillende gemeenten op
een uniforme wijze aangeleverd. In tegenstelling tot het verleden ligt de verantwoorde-
lijkheid voor een correcte inschatting van de toekomstige situatie veel meer bij de
betreffende gemeenten zelf. Daarmee hebben gemeenten meer controle over wat inge-
voerd wordt.
Voor een correcte en uniforme verwerking zijn spreadsheets in Excel opgezet, waarin de
toekomstige ontwikkelingen op postcodeniveau kunnen worden ingevoerd. Het invoeren
vindt plaats in de volgende stappen:
5. Overzicht van ruimtelijke plannen tot 2020 en 2030 achterhalen binnen de
gemeente.
6. Eventueel vertalen van hectaren naar aantallen woningen, huishoudgrootte en
arbeidsplaatsen.
7. Per ontwikkeling bepalen welke postcodes het betreft en aantal invoeren in
spreadsheet.
1. Overzicht van ruimtelijke plannen tot 2020 en 2030
Het op een rij krijgen van de ruimtelijke plannen binnen een gemeente behoort veelal
tot de lastigste opgaven. Afhankelijk van de gemeente is een aantal bronnen beschik-
baar waar dergelijke plannen verkregen kunnen worden. Te denken valt aan:
■ Structuurplannen;
■ projectleiders woningbouwprojecten;
■ afdeling economie voor bedrijfslocaties (zoals winkels, industrie en kantoren).
Gemeenten mogen zelf bepalen vanaf welk detailniveau het zinvol is om informatie ten
behoeve van de verkeersmodellen in te vullen. Als vuistregel kan worden gehanteerd
dat woningbouwlocaties met meer dan 20 woningen en bedrijventerrein van meer dan
1 ha interessant zijn. Een kleine inbreiding van bijvoorbeeld drie tweekappers is voor
een verkeersmodel minder interessant.
Bij veel gemeenten zijn de ruimtelijke plannen overzichtelijk geordend op de gemeen-
telijke website.
Bijlage 9 Handleiding toekomstige sociodata voor gemeenten
Bouw Brabantbrede database B9-2
2. Bepalen aantallen woningen, huishoudgrootte en arbeidsplaatsen
Woningen Voor elk woningbouwplan moet worden bepaald uit hoeveel woningen het bestaat. Ook
woningbouw in de jaren 2011 en 2012 moet hierbij worden opgenomen. Concreet resul-
teert dit in een overzicht van aantallen woningen tussen 2010 en 2020 en tussen 2020 en
2030. Aan de hand van het type woning moet een inschatting van de huishoudgrootte
worden gegeven. Hiervoor kan onderstaande tabel als leidraad worden gehanteerd16.
type woning factor
appartement 1,5
zorgwoning 1
1 gezinswoning 2,1
vrije sector 2,2
Wanneer een ontwikkeling bestaat uit een mix van bijvoorbeeld 100 vrijesectorwoningen
en 50 appartementen, worden 150 woningen ingevoerd met een gemiddelde huishoud-
grootte van 1,97 ((100 x 2,2 + 50 x 1,5) / 150).
Arbeidsplaatsen Idealiter is voor elke ontwikkeling bekend welke bedrijfstypen hier gepland zijn en hoe-
veel arbeidsplaatsen het betreft. In veel gevallen is deze informatie echter niet bekend
en beperkt het zich tot aantallen hectares of bvo’s. Ten behoeve van het verkeersmodel
moet een zo goed mogelijke inschatting worden gemaakt van het aantal arbeidsplaatsen
(met de kennis van dit moment).
Arbeidsplaatsen moeten, indien bekend, worden onderscheiden naar de volgende typen:
■ benzinestations;
■ detailfood;
■ detail non-food;
■ diensten;
16 Bron: ervaringscijfers Goudappel Coffeng
Bouw Brabantbrede database B9-3
■ groothandel;
■ horeca;
■ industrie;
■ kantoren;
■ onderwijs;
■ overig;
■ warenhuizen.
3. Bepalen postcodes en aantallen invoeren in spreadsheet
Het is raadzaam om de diverse ontwikkelingen vooraf op een gemeenteplattegrond aan
te geven. Een structuurvisiekaart kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.
Voor elke ontwikkeling moet worden bepaald aan welke postcode(s) deze het beste kan
worden gekoppeld. Voor elke gemeente is een pdf-bestand beschikbaar met daarin de
postcodepunten.
Indien geen bestaand postcodepunt in de buurt ligt, kan de gemeente een extra virtueel
postcodepunt onder aan het spreadsheet toevoegen.
Bouw Brabantbrede database B9-4
Voorbeeld werkwijze inwoners Onderstaande tabel geeft een uitsnede uit het speadsheet (tabblad ‘Inwoners en huis-
houdens’).
Stel dat de ontwikkeling in Maasdonk bestaat uit 100 woningen in postcode 5381 GA en
50 woningen in postcode 5381 GC. Aanname is dat 80% voor 2020 wordt/is gerealiseerd
en 20% tussen 2020 en 2030. De verwachte huishoudgrootte bedraagt 2,20.
In totaal bedraagt het aantal inwoners in nieuwbouwontwikkelingen 264 tot 2020 en 66
tussen 2020 en 2030. De spreadsheet past vervolgens automatisch de aantallen aan,
zodat deze in lijn liggen met de provinciale prognose. Onderstaande figuur laat zien hoe
de doorwerking is naar de andere gebieden.
De postcodes ‘GA’ en ‘GC’ laten een stijging van het aantal huishoudens en inwoners zien
in 2020 en 2030. Deze toename wordt vervolgens afgepeld van de overige postcodes om
Bouw Brabantbrede database B9-5
het gemeentetotaal gelijk te houden. De inwonersaantallen in ‘GB’ en ‘GD’ nemen hier-
door bijvoorbeeld af. Ook de huishoudgrootte wordt lager.
Voorbeeld werkwijze arbeidsplaatsen Onderstaand een uitsnede van het tabblad ‘Arbeidsplaatsen’. Ook hier mogen slechts de
blauwe cellen worden aangepast.
Het spreadsheet verdisconteert de aantallen weer zodanig dat het totaal in lijn ligt met de provin-
ciale prognoses.
Bouw Brabantbrede database B10-1
De parkeergebieden zijn bepaald aan de hand van gegevens op de website van de
gemeenten en/of gegevens die door de gemeenten zijn aangeleverd. Voor elk gebied is
het uurtarief bepaald in euro’s. Wanneer geen sprake is van een eenduidig tarief (bij-
voorbeeld bij verschillende tarieven in de diverse parkeergarages), is een ‘gemiddeld
tarief’ bepaald.
Voor de BBMA-database is het niet de bedoeling om voor elke parkeervoorziening het
exacte tarief op te nemen. Het gaat erom dat op gebiedsniveau een redelijke inschatting
wordt gegeven van de parkeerkosten.
gebied bedrag gebied bedrag
Bergen op Zoom centrum 1,26 Heusden 1,00
Bergen op Zoom Schil 1,14 Oisterwijk hoog tarief 1,60
Bergen op Zoom Warande 0,53 Oisterwijk laag tarief 1,00
Boxtel 1,00 Oosterhout 1,50
Breda 1,60 Oss 1,30
Cuijk 0,50 Roosendaal hoog tarief 1,60
Den Bosch gebied A 2,50 Roosendaal laag tarief 1,10
Den Bosch gebied B 2,00 Tilburg 1,60
Den Bosch gebied C 1,50 Uden 0,80
Deurne 0,80 Valkenswaard 1,00
Eindhoven-Centrum 2,20 Veghel 0,75
Etten-Leur Zone 1 1,20 Veldhoven 1,00
Etten-Leur Zone 2 1,40 Waalwijk Centrum 1,10
Etten-Leur Zone 3 1,20 Waalwijk Taxandriaweg 0,80
Geldrop 0,70 Woensel 1,20
Helmond 1,33
Tabel B10.1: Parkeertarieven 2010 (uurtarief in euro’s)
Bijlage 10 Parkeergebieden
Bouw Brabantbrede database B10-2
Bergen op Zoom
Boxtel
Bouw Brabantbrede database B10-3
Breda
Cuijk
Bouw Brabantbrede database B10-4
’s-Hertogenbosch
Etten-Leur
Bouw Brabantbrede database B10-5
Heusden
Oisterwijk
Bouw Brabantbrede database B10-6
Oosterhout
Oss
Bouw Brabantbrede database B10-7
Roosendaal
Tilburg
Bouw Brabantbrede database B10-8
Uden
Veghel
Bouw Brabantbrede database B10-9
Waalwijk
Bouw Brabantbrede database B11-1
Inleiding
De provincie Noord-Brabant is samen met de Brabantse gemeenten het project “Bra-
bantBrede ModelAanpak” (BBMA) gestart om tot consistente Brabantbrede verkeersmo-
dellen te komen. Een belangrijk onderdeel van de database is om te komen tot breed
gedragen prognoses ten aanzien van het toekomstig aantal inwoners en arbeidsplaatsen
in de provincie.
De provinciale bevolkingsprognoses zijn al per gemeente beschikbaar. Hierover is over-
eenstemming en het leidt daardoor niet tot knelpunten. Provinciale arbeidsprognoses zijn
niet voor alle gemeenten beschikbaar. Hierover moet in het kader van de BBMA dus
afstemming plaatsvinden. Gemeentelijke ambities zijn immers vaak hoger dan de pro-
vinciale voorspellingen. Diverse overleggen tussen en met gemeenten hebben uiteinde-
lijk geleid tot gedragen cijfers. Dit heeft de oplevering van de BBMA-database weliswaar
vertraagd maar een breed draagvlak wordt in dit project als noodzakelijk beschouwd.
Status van de nieuwe cijfers
De nieuwe cijfers hebben als doel om een zo reëel mogelijke voorspelling te kunnen
maken van de toekomstige verkeersstromen. Een belangrijke afspraak hierbij is dat aan
de cijfers, buiten de BBMA, op geen enkele wijze rechten of verplichtingen kunnen wor-
den ontleend. Een gemeentelijk en/of provinciaal akkoord op de BBMA-cijfers staat los
van andere regionale discussies over toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast
worden de cijfers elke twee jaar bijgesteld op basis van de meest recente inzichten.
Het wel, beperkt of niet meenemen van ontwikkellocaties kan bestuurlijk gevoelig lig-
gen. De BBMA poogt echter niet om afspraken rondom de realisatie van ontwikkelloca-
ties vast te leggen. De BBMA maakt slechts een keuze in de wijze waarop op basis van
ontwikkellocaties de referentiesituatie zo betrouwbaar mogelijk gevuld kan worden.
Hierdoor komt een betrouwbaar trendscenario tot stand.
Bijlage 11 Resultaat sessie arbeidsplaatsen
Bouw Brabantbrede database B11-2
Methodiek
Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling van de werkzame beroepsbevolking weer in
relatie tot het aantal arbeidsplaatsen. De provinciale prognose (groene lijn) volgt de
trend van de werkzame beroepsbevolking. De blauwe lijn betreft de gemeentelijke op-
gave die ertoe leidt dat het aantal werkenden en het aantal arbeidsplaatsen te ver uit-
een gaan lopen.
Doel is om een toekomstige set van gemeentelijke arbeidsplaatsen te bepalen waarbij
de groene en de blauwe lijn dichter tot elkaar komen zonder daarbij teveel van de paar-
se lijn af te wijken.
De toekomstige gemeentelijke arbeidsplaatsen zijn in de volgende stappen tot stand
gekomen: 1. Gestart is met een eerste verdeling van de te verwachten groei over de diverse
Brabantse gemeenten. Deze randtotalen betroffen een eerste richtlijn waarmee de gemeentelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk in lijn moesten liggen.
2. Voor gemeenten met een sterke toename van het aantal arbeidsplaatsen is, samen met de gemeenten, nagegaan of de ruimtelijke plannen voldoende ‘hard’ zijn. Naar aanleiding hiervan zijn plannen doorgeschoven in de tijd of zijn betrouwbaardere factoren gebruikt om het aantal arbeidsplaatsen op basis van het aantal hectaren af te leiden.
3. De verwachte provinciale ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen is voor een belangrijk deel losgelaten om de gemeenten voldoende ‘ontwikkelruimte’ te bieden.
De methodiek leidt ertoe dat tussen 2010 en 2020 (met uitzondering van Breda) alle
bestaande arbeidsplaatsen gehandhaafd blijven. De arbeidsplaatsen vanuit de nieuwe
ontwikkelingen zijn daaraan toegevoegd. Dit leidt voor 2020 tot een toename met 5,5%.
Tussen 2020 en 2030 is als uitgangspunt gehanteerd dat de bestaande arbeidsplaatsen
met 5% dalen. Dit wordt veroorzaakt door extensivering en verplaatsing van bedrijvig-
heid naar nieuwe bedrijfsterreinen. Deze generieke afname geeft ruimte om de arbeids-
plaatsen vanuit nieuwe ontwikkelingen aan 2030 toe te voegen. Per saldo daalt het
aantal arbeidsplaatsen tussen 2020 en 2030 met 0,8%.
Bouw Brabantbrede database B11-3
Inclusief het SRE-gebied, ziet de ontwikkeling voor Noord-Brabant er als volgt uit (rode
lijn):
1.130.8311.177.138
1.108.591
1.260.0521.299.4301.246.294
1.379.1591.322.446
1.317.587
1.000.000
1.050.000
1.100.000
1.150.000
1.200.000
1.250.000
1.300.000
1.350.000
1.400.000
2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035
Werkzame beroepsbevolking Arbeidsplaatsen provincie
Arbeidsplaatsen gemeenten Arbeidsplaatsen resultaat
Nadere toelichting op het proces
Om te komen tot een definitieve set is door de provincie in samenwerking met Goudap-
pel Coffeng een intensief proces doorlopen. Tijdens twee gezamenlijke sessies (oost en
west) is de problematiek aan de betrokken gemeenten toegelicht. Vervolgens is inge-
zoomd op de verschillende gemeenten en zijn voorstellen tot optimalisatie voorgelegd
en besproken.
Met een aantal gemeenten is 1-op-1 contact geweest om verder in te gaan op de moge-
lijkheden om tot een betrouwbare set te komen.
Bouw Brabantbrede database B11-1
FACTSHEET BERGEN OP ZOOM
Eerste opgave
Gemeente Bergen op Zoom heeft geen arbeidsplaatsen opgegeven terwijl er wel ontwikkelingen plaats gaan vinden.
Aanpassing
Volgens de gemeente is in de toekomst sprake van 1.500 arbeidsplaatsen bij een nieuwe containerterminal en 20.000
m2 ontwikkelingen in de Stationsomgeving (800 arbeidsplaatsen). De ontwikkelingen in de Stationsomgeving zijn voor
2020 ingevoerd op de postcodelocaties 4611 BB en 4611 CZ. Voor de containerterminal is ervan uitgegaan dat 50%
tussen 2020 en 2030 operationeel is. De overige 50% wordt na 2030 operationeel.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
4611BB 400 Stationsgebied zuid4611CZ 400 Stationsgebied noord4612PV 750 Containerterminal
0 0 0 0 0 0 0 800 0 0 0 0 0 0 0 0 0 750 0 0 0 0
800 750 1550
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
30681 31481 30697 800 750
Bouw Brabantbrede database B11-2
FACTSHEET BOXMEER
Eerste opgave
Gemeente Boxmeer heef in eerste instantie de arbeidsplaatsen opgegeven die in totaliteit leiden tot 6308 extra ar-
beidsplaatsen. Hierin is meegenomen dat de oude ziekenhuislocatie komt te vervallen. De ontwikkeling Saxe Gotha,
Sterckwijk Onderwijs en Sterckwijk-Zuid (60% in 2020 en 40% in 2030) is akkoord bevonden.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving5831AH 30 150 20 100 Saxe Gotha5831AK 30 150 20 100 Saxe Gotha5831CX 80 Nabij Elzendaalcollege5831HA -852 Oude ziekenhuis5835DT 90 60 Sterckwijck, onderwijs5835DV 160 973 22 Sterckwijck, ziekenhuis5835DW 1305 600 870 400 Sterckwijck-Zuid5835DZ 720 480 480 320 Sterckwijck-Noord
0 0 0 1465 60 0 1020 1281 112 0 0 0 0 0 870 40 0 680 720 60 0 0
3938 2370 6308
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Sterckwijk-Noord wordt 10 ha in plaats van 30 ha: 8 ha in 2020 en 2 ha in 2030. In de vorige opgave is uitgegaan van
66,7 ap/ha. Concreet betekent dit dat 640 arbeidsplaatsen worden toegevoegd in 2020 en 160 arbeidsplaatsen in 2030.
Hiervan is 60% industrie en 40% kantoren.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5831AH 30 150 20 1005831AK 30 150 20 1005831CX 805831HA -10655835DT 90 605835DV 160 973 225835DW 1305 600 870 4005835DZ 384 256 96 64
0 0 0 1465 60 0 684 844 112 0 0 0 0 0 870 40 0 296 464 60 0 0
3165 1730 4895
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
15768 18933 19875 3165 1730
Bouw Brabantbrede database B11-3
FACTSHEET BOXTEL
Eerste opgave
Gemeente Boxtel heef in eerste instantie de arbeidsplaatsen opgegeven die in totaliteit leiden tot 1515 extra arbeids-
plaatsen. De uitbreiding Ladonk en de kleinere ontwikkelingen zijn akkoord bevonden.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving5280AA 30 Centrum5281PB 600 Vorst noord van Keulsebaan5281PH 100 200 100 125 Vorst zuid van Keulsebaan5281RP 30 150 Uitbreiding Ladonk5283TV 15 15 Het Klaverblad5283WB 10 40 Bosscheweg5298PE 50 50 Liempde
10 0 30 130 0 50 800 15 15 0 40 0 0 0 100 0 50 125 150 0 0 0
1090 425 1515
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Het gebied Vorst noord van de Keulsebaan betreft 18 ha. Uitgaande van 50 arbeidsplaatsen per hectare resulteert dit in
900 arbeidsplaatsen voor 2020. In het gebied Vorst zuid van de Keulsebaan wordt 3 hectare ontwikkeld. Dit geeft 150
arbeidsplaatsen in 2030.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5280AA 305281PB 9005281PH 67 835281RP 30 1505283TV 15 155283WB 10 405298PE 50 50
10 0 30 30 0 50 900 15 15 0 40 0 0 0 67 0 50 83 150 0 0 0
1090 350 1440
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
15456 16546 16123 1090 350
Bouw Brabantbrede database B11-4
FACTSHEET BREDA
Eerste opgave
Gemeente Breda heeft ontwikkelingen in detail aangegeven. Opvallend is de toename in het gebied zuid-west van de
A16. Dit betreft echter ontwikkelingen ten oosten van de A16 die toevallig in de betreffende NRM-zone vallen (zie
onderstaande afbeelding). Hierop is geen aanpassing noodzakelijk.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
indu
stri
e
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
indu
stri
e
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
4854RP 500 10004860SA 500 1000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2000 0
1000 2000 3000
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Bavel-Zuid wordt verwijderd omdat dit een strategische reserve is. Deze ontwikkeling was bovendien dubbel in de
oorspronkelijke dataset opgenomen. De overige invoer blijft ongewijzigd. In tegenstelling tot de overige gemeenten is
in Breda ook voor 2020 sprake van 5% afname van bestaande arbeidsplaatsen ten opzichte van 2010. Voor 2030 is de afname 10% ten opzichte van 2010.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
4854RP4860SA
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
101648 108496 108123 12064 4710
Bouw Brabantbrede database B11-5
FACTSHEET CUIJK
Eerste opgave
Gemeente Cuijk heeft ontwikkelingen aangegeven die in totaal leiden tot 2.790 extra arbeidsplaatsen. De ontwikkelin-
gen Ewinkel en Van der Valk hotel zijn akkoord bevonden.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving5431LG 100 Lange Beijerd5431ND 340 Ewinkel5431NH 100 Van der Valk hotel5431NN 150 Het Riet5443PJ 700 1400 RBT Laarakker
0 0 0 0 0 100 950 0 0 0 0 0 0 0 0 0 340 1400 0 0 0 0
1050 1740 2790
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
In de gebieden Lange Beijerd en Het Riet wordt tot 2020 2 ha ontwikkeld (100 arbeidsplaatsen) en tot 2030 1 ha (50
arbeidsplaatsen). Deze arbeidsplaatsen zijn evenredig over beide ontwikkelingen verdeeld.
Het RBT Laarakker omvat 20 ha tot 2020 en 4 ha tot 2030. Alle overige ontwikkelingen komen niet te vervallen maar
vinden in de periode na 2030 plaats.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5431LG 40 205431ND 50 50 25 255431NH 1005431NN 60 305443PJ 1000 200
0 0 0 50 50 100 1100 0 0 0 0 0 0 0 25 25 0 250 0 0 0 0
1300 300 1600
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
10842 12142 11900 1300 300
Bouw Brabantbrede database B11-6
FACTSHEET ’S-HERTOGENBOSCH
Eerste opgave
Gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft ontwikkelingen aangegeven die in totaal leiden tot 18.402 extra arbeidsplaatsen. De
volgende ontwikkelingen zijn realistisch of relatief beperkt qua omvang en daarmee akkoord: Station Centrumzijde,
Station Oost, Entrée de Brand, Paleiskwartier, Willemspoort, Hambakenwetering, Bolduc 3e fase, Kom Rosmalen en
Coudewater. Empel-Zuid betreft 6 ha tot 2020 en 2 ha tot 2030. De Rosmalense Plas betreft 0 ha tot 2020 en 9 ha tot
2030.
Zone ben
zin
esta
tion
s
det
ailf
ood
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
hor
eca
ind
ust
rie
kant
oren
ond
erw
ijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tion
s
det
ailf
ood
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
hor
eca
ind
ust
rie
kant
oren
ond
erw
ijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving5211BP 4 17 13 50 Station Centrumzijde5213JH 42 167 125 500 42 167 125 500 Station Oost5215MS 58 233 175 700 58 233 175 700 Entrée de Brand5216JX 197 66 394 197 459 197 66 394 197 459 Meerendonk5223AS 82 327 245 980 Paleiskwartier5223MD 10 40 30 120 40 160 120 480 Willemspoort5231DD 10 40 30 120 Hambakenwetering5232BE 9 37 28 112 Bolduc 3e fase5236AL 65 32 194 194 161 Empel-Zuid5241ND 333 1333 1000 4000 Avenue25241VN 6 23 18 70 Kom Rosmalen5245NH 91 46 273 273 228 Rosmalense Plas5248NS 8 33 25 100 8 33 25 100 Coudewater
0 0 262 327 1505 0 1080 3372 0 0 0 0 0 288 593 2593 0 1915 6467 0 0 0
6546 11856 18402
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Meerendonk wordt niet meegenomen in de referentie van de BBMA. Van Avenue2 is afgesproken dat deze wordt
afgeroomd tot de gewenste omvang. Dit heeft erin geresulteerd dat 25% is meegenomen. Alle overige ontwikkelingen
komen niet te vervallen maar vinden in de periode na 2030 plaats.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5211BP 4 17 13 505213JH 42 167 125 500 42 167 125 5005215MS 58 233 175 700 58 233 175 7005216JX5223AS 82 327 245 9805223MD 10 40 30 120 40 160 120 4805231DD 10 40 30 1205232BE 9 37 28 1125236AL 65 32 194 194 1615241ND 83 333 250 10005241VN 6 23 18 705245NH 91 46 273 273 2285248NS 8 33 25 100 8 33 25 100
0 0 65 261 1111 0 883 2913 0 0 0 0 0 91 277 1199 0 968 3008 0 0 0
5233 5544 10777
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
96863 102095 102794 5232 5543
Bouw Brabantbrede database B11-7
FACTSHEET MAASDONK EN BERNHEZE
Eerste opgave
De gemeenten hebben beiden het RBT niet opgegeven. Gemeente Maasdonk heeft aangegeven om de getallen uit
het vigerende GGA-model over te nemen maar die zijn inmiddels gedateerd.
Aanpassing
Volgens de laatste provinciale inzichten wordt 76 ha ontwikkeld (in plaats van het eerdere uitgangspunt 132 ha).
Vanaf 2016 betreft dit 9 ha per jaar waarbij tot 2020 de ontwikkelingen in Heesch plaatsvinden en tot 2030 de ont-
wikkelingen in Maasdonk. Alle overige ontwikkelingen komen niet te vervallen maar vinden in de periode na 2030
plaats.
2020
36 ha * 25 ap = 900 arbeidsplaatsen in Heesch 5384VG
2030
40 ha + 25 ha = 1000 arbeidsplaatsen in Maasdonk 5381HC
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
10407 11307 10787 900 0 Bernheze
4852 4852 5609 0 1000 Maasdonk
Bouw Brabantbrede database B11-8
FACTSHEET MOERDIJK
Eerste opgave
Gemeente Moerdijk heeft ontwikkelingen aangegeven die in totaal leiden tot 3.450 extra arbeidsplaatsen. Hierin ble-
ken niet alle ontwikkelingen volledig verwerkt. Bovendien was geen splitsing gemaakt tussen 2020 en 2030.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving4761RE 875 overig, Zevenbergen-Oost4761RM 500 overig, Zevenbergen inbreiding4762AC 250 overig, Zevenbergen-Zuid4765PB 1200 distributie en logistiek, LPM4765SK 500 stationsgebied Lage zwaluwe4793RB 125 overig, Fijnaart4761RV Industrie, Shell4782PM Industrie, Shell4761RL Industrie, Shell
0 0 0 0 0 0 1200 0 0 2250 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3450 0 3450
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Voor onderstaande bedrijventerreinen wordt in totaal 45 hectaren ontwikkeld met 23 ha tot 2020 en 22 ha tot 2030.
Uitgangpunt hierbij is 25 arbeidsplaatsen per hectare. ‘Zevenbergen St. Josephplein’ (10 ha) en ‘Zevenbergen buitenzij-
de Noordrand' (35 ha) worden na 2030 ontwikkeld. Alle overige ontwikkelingen komen dus niet te vervallen maar
vinden in de periode na 2030 plaats.
2020 2030 • Zevenbergen Noordrand 10 ha 10 ha • stationsgebied Lage zwaluwe 10 ha 10 ha • overig, Fijnaart 3 ha 2 ha
Overige bedrijventerreinen (LPM 25 ap/ha, Shell 10 ap/ha) • distributie en logistiek, LPM 75 ha 75 ha - • Industrie, Shell 50 ha 50 ha
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
4761RE na 20304761RM 250 250 25 ap/ha4762AC na 20304765PB 1875 18754765SK 250 250 25 ap/ha4793RB 75 50 25 ap/ha4761RV 500 5004782PM4761RL
0 0 0 0 0 0 2375 0 0 575 0 0 0 0 0 0 0 2375 0 0 550 0
2950 2925 5875
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
20936 23886 25764 2950 2925
Bouw Brabantbrede database B11-9
FACTSHEET OOSTERHOUT
Eerste opgave
Gemeente Oosterhout heeft geen extra arbeidsplaatsen opgegeven terwijl er wel ontwikkelingen plaatsvinden.
Aanpassing
Beneluxweg (4904QA) is een (hoogwaardige) locatie bedoeld voor kantoor en kantoorachtige bedrijvigheid. 8000 m² is
uitgegeven voor kantoorontwikkeling en 5000 m² komt binnenkort op de markt. Dit resulteert in 520 arbeidsplaatsen.
Everdenberg-oost (4902QA) betreft 16 ha modern-gemengd bedrijventerrein wat resulteert in 800 arbeidsplaatsen.
Heihoef (4903QA) betreft oude sportvelden waar 2 ha wordt ontwikkeld als modern-gemengd bedrijventerrein (100
arbeidsplaatsen).
4909AS betreffen te zachte plannen om in de BBMA op te nemen. Alle overige ontwikkelingen komen niet te vervallen
maar vinden in de periode na 2030 plaats.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
4904QA 5204902QA 8004903QA 1004909AS
0 0 0 0 0 0 900 520 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1420 0 1420
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
27999 29419 28019 1420 0
Bouw Brabantbrede database B11-10
FACTSHEET OSS
Eerste opgave
Gemeente Oss heeft in detail de extra arbeidsplaatsen opgegeven. Dit leidt tot 6272 extra arbeidsplaatsen vanaf 2010.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving5341CR 235341EH 205341GD 225342BS 330 18 200 340 Talentencampus5342CN 29 312 6 80 277 64 Talentencampus5342GB 45342HZ 198 Crematorium5342LK 350 Vorstengrafdonk5342LS 350 Vorstengrafdonk5342LW 650 Vorstengrafdonk5342NH 350 Vorstengrafdonk5344AC 50 505344AS 105344BC 55345HS 1205345MH 35345ZD 245347JN 5205348KB 6405348KC 3 445349AE 100 Inbreiding5349AL 150 100 Kantsingel5349AM 150 Inbreiding5349AW 150 Inbreiding5351LP 405351NA 405368LL 505371ML 250 150 De bulk, Ravenstein
0 0 386 742 0 27 3050 1014 277 776 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
6272 0 6272
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Na 2010 is niet alleen sprake van een toename maar vooral van een afname van het aantal arbeidsplaatsen in Oss. Om
dit effect mee te nemen zijn 1.000 arbeidsplaatsen bij MSD in mindering gebracht en is 2/3 van het ziekenhuis Bernho-
ven verwijderd (800 arbeidsplaatsen, verplaatsing naar Uden). Per saldo is in 2020 daarom sprake van 2.897 extra
arbeidsplaatsen in plaats van 4.697 arbeidsplaatsen. Verder is een aantal ontwikkelingen deels doorgeschoven naar
2030. Onderstaande tabel geeft de gewijzigde aantallen weer. Alle overige ontwikkelingen komen niet te vervallen
maar vinden in de periode na 2030 plaats.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
2020 - extra 2030 - extra
5342BS 165 9 100 170 165 9 100 1705342CN 15 156 3 40 139 32 15 156 3 40 139 32 5347JN 260 2605348KB 320 320 5349AL 50 33 100 67
0 0 272 354 0 15 2790 554 139 574 0 0 0 115 388 0 12 260 460 139 202 0
4697 2897 1575 6272
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
41504 44402 43903 2898 1576
Bouw Brabantbrede database B11-11
FACTSHEET STEENBERGEN
Eerste opgave
Gemeente Steenbergen heeft in totaal 1.670 arbeidsplaatsen van het AFC opgegeven. Verder zitten er 150 arbeidsplaat-
sen in kleinere ontwikkelingen die akkoord zijn bevonden.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving4671TK 1000 AFC4671TL 670 AFC
0 0 0 0 0 0 670 0 0 1000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1670 0 1670
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
De arbeidsplaatsen voor het AFC worden voor 50% doorgeschoven naar de periode 2020-2030.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
4671TK 500 5004671TL 335 335
0 0 0 0 0 0 335 0 0 500 0 0 0 0 0 0 0 335 0 0 500 0
835 835 1670
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
7005 7990 8475 985 835
Bouw Brabantbrede database B11-12
FACTSHEET TILBURG
Eerste opgave
Gemeente Tilburg heeft in detail de arbeidsplaatsen ingevoerd. Dit leidt in totaal tot 26.522 extra arbeidsplaatsen tus-
sen 2010 en 2030. Hieronder de gebieden waar aanpassingen hebben plaatsgevonden.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving
2020 - extra 2030 - extra
5017JZ 800 800 Interpolis5018AA 750 750 Rondom ziekenhuis
5026PG 922 922 T58 fase noord
5038CX 548 548
5038HL 400 400 5041AA 1020 10205041AX 1200 1200 Verplaatsing Stappegoor5041DL 800 8005041DM 486 486 Gebedshuis
5045NG 800 800 5047SG 772 7725047TC 3839 3839 Vossenberg 5071NE 600 600
0 0 161 0 0 128 700 1867 1200 11662 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10804 0
15718 10804 26522
Aanpassing
Interpolis, verplaatsing Stappegoor en de gebieden 5047 SG en 5071 NE vinden later dan 2030 plaats en zijn daarom uit
de lijst verwijderd. Overige ontwikkelingen zijn deels doorgeschoven naar 2030 of verlaagd op basis van de laatste
inzichten.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en2020 - extra 2030 - extra
5017JZ5018AA 750 5026PG 3005032PG 4610
5038CX 274 274
5038HL 40 5041AA 510 5105041AX5041DL 8005041DM 10
5045NG 200 600 5047SG5047TC 2687 1152 5071NE
0 0 161 0 0 128 3027 1867 0 4441 0 0 0 0 0 0 0 1152 300 0 10616 0
9624 12068 21692
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
110691 120315 126848 9624 12068
Bouw Brabantbrede database B11-13
FACTSHEET UDEN
Eerste opgave
Gemeente Uden heeft geen arbeidsplaatsen voor nieuwe ontwikkelingen opgegeven. De wijzigingen op de bedrijven-
terreinen betreffen namelijk herstructurering en kantoorlocatie Veghelsedijk staat nog niet in de planning.
Aanpassing
In Uden moet het nieuwe Bernhoven ziekenhuis worden opgenomen. Voor 2020 zijn hiervoor 1000 extra arbeidsplaat-
sen opgenomen.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5406NK 1000
0 0 0 0 0 0 0 1000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1000 0 1000
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
22241 23241 22129 1000 0
Bouw Brabantbrede database B11-14
FACTSHEET VEGHEL
Eerste opgave
Gemeente Veghel heeft de grote ontwikkelingen doorgevoerd. In totaal leidt dit tot 4.900 extra arbeidsplaatsen.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
Omschrijving5465NB 2100 1400 Foodpark Veghel5465RB 650 Doornhoek5465TA 150 Doornhoek5465TC 50 Doornhoek5465TD 200 Doornhoek5466AC 25 De Dubbelen5466AH 25 De Dubbelen5466AM 75 De Dubbelen5466AR 75 De Dubbelen5466AZ 150 De Dubbelen
0 0 0 0 0 0 3500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1400 0 0 0 0
3500 1400 4900
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Ontwikkeling Foodpark wordt getemporiseerd. 2020 gaat van 42 naar 24 ha en 2030 gaat van 28 naar 9 ha. Alle overi-
ge ontwikkelingen komen niet te vervallen maar vinden in de periode na 2030 plaats.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5465NB 1200 4505465RB 6505465TA 1505465TC 505465TD 2005466AC 255466AH 255466AM 755466AR 755466AZ 150
0 0 0 0 0 0 2600 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 450 0 0 0 0
2600 450 3050
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
27907 30507 29562 2600 450
Bouw Brabantbrede database B11-15
FACTSHEET VUGHT
Eerste opgave
Gemeente Vught heeft de ontwikkelingen doorgegeven voor kantoren en industrie. Hierbij zijn per abuis de vierkante
meters gezien als arbeidsplaatsen.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uize
n
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uize
n
5261EJ 300 26000 0 0 0 0 0 300 2600 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2900 0 2900
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
Vierkante meters zijn omgerekend naar arbeidsplaatsen en in de database verwerkt.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5261EJ 40 10 240 0 40 0 0 10 0 24 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
74 0 74
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
11202 11276 10716 74 0
Bouw Brabantbrede database B11-16
FACTSHEET WAALWIJK
Eerste opgave
Gemeente Waalwijk heeft de ontwikkelingen doorgegeven wat resulteert in 3.140 extra arbeidsplaatsen tot 2030.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5141PA 2005143NG 305144HJ 5205145PJ 2005143NC 305145NQ 3005145NU 4005145NY 405145PY 1420
0 0 0 0 0 0 0 0 0 770 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2370 0
770 2370 3140
2020 - extra 2030 - extra
Aanpassing
De ontwikkelingen in 5145 PY betreffen deels een strategische reserve. In totaal gaat het om 500 arbeidsplaatsen
waarvan 50% in 2020 en 50% in 2030. Alle overige ontwikkelingen komen niet te vervallen maar vinden in de periode
na 2030 plaats.
Zone ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
ben
zin
esta
tio
ns
det
ailf
oo
d
det
ailn
on
foo
d
die
nst
en
gro
oth
and
el
ho
reca
ind
ust
rie
kan
tore
n
on
der
wijs
ove
rig
war
enh
uiz
en
5141PA 2005143NG 305144HJ 5205145PJ 2005143NC 305145NQ 3005145NU 4005145NY 405145PY 250 250
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1020 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1200 0
1020 1200 2220
2020 - extra 2030 - extra
Resultaat
2010 2020 2030 2020 2030
Arbeidsplaatsen Extra arbeidsplaasten
26073 27093 26989 1020 1200
Bouw Brabantbrede database B12-1
transitlinenr Ophoogfactor transitlinenr Ophoogfactor
1795 3,04 1923 2,26
1796 3,84 1926 2,34
1798 3,22 1927 2,34
1799 2,45 1928 2,79
1800 2,45 1929 2,98
1803 1,20 1931 2,51
1807 4,62 1932 2,51
2035 2,77 1933 2,51
2037 2,77 1934 2,75
2039 2,77 1935 2,75
2042 2,83 1937 2,95
2043 2,45 1938 2,98
2046 5,55 1947 1,39
2157 4,99 1949 1,28
2160 4,10 1955 1,39
2161 2,45 1956 1,28
2163 2,45 1963 1,81
2164 2,45 1973 1,81
2195 2,97 2382 4,19
2199 2,92 2383 3,07
2202 2,92 2384 3,23
2203 2,92 1981 2,61
2205 2,44 1983 2,51
2206 2,78 1984 2,51
2218 3,18 1991 5,74
2219 3,10 1992 7,07
2221 2,92 1993 3,57
2222 2,92 1994 3,57
2225 2,92 1995 3,57
2226 2,02 1996 3,57
2229 2,30 2020 3,18
Bijlage 12 Ophoogfactoren OV-tellingen
Bouw Brabantbrede database B12-2
2236 2,30 2024 3,18
2679 1,86 2028 3,18
2684 1,86 2029 3,18
2300 3,06 2030 3,18
2303 2,29 2031 3,18
2335 2,92 2047 3,18
2336 3,10 2048 3,18
2338 2,41 2049 3,18
2339 2,92 2695 3,18
2364 2,78 2696 3,18
2366 2,75 2701 3,18
1808 2,76 2055 3,18
1809 2,28 2056 3,18
1811 2,28 2058 3,18
2675 2,92 2059 3,18
2680 2,92 2750 3,18
2676 1,28 2751 3,18
2681 1,28 2067 3,18
1999 2,92 2068 3,18
2085 4,42 2069 3,18
2087 4,42 2070 3,18
2118 3,54 2071 3,18
2120 4,00 2072 3,18
2140 3,66 2073 3,18
2141 2,99 2075 3,18
1812 3,18 2076 3,18
1813 3,18 2077 3,18
1814 3,18 2078 3,18
1815 3,18 2079 3,18
1816 2,89 2080 3,18
1818 2,59 2081 3,18
2512 2,14 2089 3,18
2514 2,33 2090 3,18
2517 2,33 2092 3,18
1827 2,23 2093 3,18
1828 2,17 2094 3,18
1829 3,89 2095 3,18
1830 3,69 2096 3,18
1833 3,69 2097 3,18
1834 3,69 2100 3,18
1835 1,78 2101 3,18
1852 2,94 2102 3,18
2513 2,94 2104 3,18
2515 2,14 2105 3,18
1853 7,57 2106 3,18
1854 4,30 2107 3,18
1855 2,36 2108 3,18
1856 2,36 2109 3,18
1858 2,42 2111 3,18
1859 2,42 2113 3,18
2687 2,09 2114 3,18
2688 2,09 2115 3,18
2689 2,34 2116 3,18
Bouw Brabantbrede database B12-3
1869 2,67 2117 3,18
1871 4,04 2130 3,18
1877 2,07 2131 3,18
1881 5,70 2697 3,18
1885 5,84 2702 3,18
1889 2,70 2703 3,18
1890 2,23 2704 3,18
1891 2,39 2153 3,18
1892 2,39 2154 3,18
1894 2,30 2168 3,18
1896 3,03 2170 3,18
1898 2,61 2179 2,39
1899 2,61 2180 2,39
1903 2,96 2181 2,34
1908 2,56 2183 3,12
1909 2,56 2184 3,09
1913 2,71 2186 3,12
1914 2,30 2187 2,79
1915 2,37 2188 2,79
1916 2,37 2189 3,18
1917 1,35 2190 3,18
1918 3,18 2208 2,92
1919 3,18 2209 2,92
1920 3,18 2211 2,92
2707 3,18 2213 2,92
1922 2,26 2242 3,18
2243 3,18
2246 3,18
2247 3,18
2248 3,18
2249 3,18
2250 3,18
2251 3,18
2252 3,18
2253 3,18
2264 3,18
2691 3,18
2266 3,18
2267 3,18
2268 3,18
2280 3,18
2281 3,18
Ophoogfactoren per lijnnummer
Vestiging Deventer
Snipperlingsdijk 4
7417 BJ Deventer
T +31 (0570) 666 222
F +31 (0570) 666 888
Postbus 161
7400 AD Deventer
www.goudappel.nl
goudappel@goudappel.nl
top related