de patiënt aan het roer zorg - nu91 · zorgannonummer 128 - 3 zorg anno nu is het verenigingsblad...
Post on 11-Aug-2020
1 Views
Preview:
TRANSCRIPT
ZORGANNONUMMER 128 - 1
NU’91 MAGAZINE - September 2012 - 21e jaargang - Nr.128
ZORG
AN
NON
U
De patiënt aan het roer Kracht van de verwachting
Einde van de 24-uurszorg
Vraagbaak voor collega’s
ZORGANNONUMMER 128 - 2
6 Trots op je vak
De kracht van deverwachting
14
Inhoud
De beroepstrots van verpleegkundigen
en verzorgendenPleidooi voor een sterke beroepsorganisatie
Binjamin Heyl
Binjamin Heyl heeft elke fase van verandering in de gezondheidszorg in de voorbije decennia meegemaakt. Op zijn zestiende begonnen als (aspirant) leerling verpleger, en thans met pensioen maar nog actief als vrijwilliger, laat hij ons aan de hand van voorbeelden een lijn ontdekken in de ontwikkelingen. Waartoe maatregelen van overheidswege hebben geleid in de praktijk en hoe verpleegkundigen en verzorgenden actie gevoerd hebben voor hun rechten en behoud van kwaliteit in hun beroep.Heyl citeert bewindslieden, vakbondsleiders, directeuren en woordvoerders van instellingen en geeft uitkomsten van enquêtes, alsook commentaren van politieke partijen op marktwerking in de zorg.Zijn conclusie is dat verpleegkundigen en verzorgenden doorlopend achter de feiten hebben aangelopen en niet in staat zijn geweest om eensgezind en eenduidig hun stem te verheffen om de voorwaarden af te dwingen die nodig zijn om professionele en humane zorg te verlenen. Zij hebben zich veel te veel als speelbal laten gebruiken in het machtsspel dat zich afspeelt binnen de gezondheidszorg.
Het wordt tijd dat in die houding verandering komt. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn de grootste groep binnen de gezondheidszorg. Ze moeten weer trots worden op hun beroep en de rol opeisen van een volwaardige partner die mee aan tafel zit waar de beslissingen over hun werk worden genomen. De tijd is voorbij dat politici, bestuurders, directeuren en managers zonder overleg met de mensen van de werkvloer beleid bepalen en regels en wetten ontwerpen.
Een sterke beroepsorganisatie van verpleegkundigen en verzorgenden is daarom onontbeerlijk. Een organisatie die de krachten bundelt en ijvert voor optimale zorg- en dienstverlening waarin de zorgvrager centraal staat en verpleegkundigen en verzorgenden naar eer en geweten hun beroep kunnen uitoefenen, en fatsoenlijk beloond worden. Niet meer afwachten wat anderen gaan doen en beslissen, maar zelf het initiatief nemen en toekomstig beleid bepalen.
De beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden
Binjamin Heyl
beroepseeromslag.indd 1 13-08-2012 21:59:00
Laat de macht om over het vak te beslissen niet aan anderen
De hersenen beschikken over het vermogen tot zelfheling.
Einde vande 24- uurs zorg
8
10 De patiëntaan het roerChronisch patiënt moet worden ‘uitgedaagd’ tot onafhankelijkheid.
16 Vraagbaakvoor collega’s
NU’91 vakbondsconsulent
is het eerste aanspreekpunt
Alles wat buiten de directe zorg valt, wordt niet meer vergoed.
Aanvulling Zorg anno NU 127: Bij het artikel Ethiek van de werkvloer is helaas de naam van de auteur -Susan Konst - onvermeld gebleven.
ZORGANNONUMMER 128 - 3
Zorg anno NU is het verenigingsblad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging. Hoofdredactie en eindredactie: Yvonne Sturkenboom
Redactie: Cees van Schilt, Sinanda Benjamins, Marga Verbrugge, Ruth Heiligers Redactieadres: Bernadottelaan 11, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht, Tel. 030 - 296 41 44, Fax. 030 - 296 39 04,
communicatie@nu91.nl Bladmanager: Yvonne Sturkenboom. Vormgeving en productie: Meneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdam www.meneer-e.nl
Printmanagement: MPR Services - De Meern, Info@mpr-services.nl. Advertentie-exploitatie: NU’91, Utrecht, T 030-2964144, communicatie@nu91.nl. Uitgever NU’91, Utrecht,
ISSN 0927 - 4774, De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk
de standpunten en menigen van NU’91.
Hoofdkantoor NU’91 en regio’s: Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. T 030-296 41 44, F 030-2963904, Groningen, Friesland, Drenthe: Richard Wisman, Overijssel, Gelderland:
Gorrit Smit, Utrecht, Flevoland: Ymke Hylkema Noord-Holland: Esther Tibbe, Limburg, Noord-Brabant: Peer Meesters, Zeeland, Zuid-Holland: Mark Froklage
Telefonische spreekuren Serviceloket NU’91: Maandag t/m woensdag van 9.00 - 17.00 uur, donderdag van 9.00 - 15.00 uur en vrijdag van 9.00 - 13.00 uur. Tel. 030 - 296 41 44 of
serviceloket@nu91.nl. Graag lidmaatschapnummer vermelden. Zowel voor beroepsinhoudelijke als juridische zaken.
NU’91 online: www.nu91.nl
Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kan halfjaarlijks. Dit dient schriftelijk, graag met reden te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of
1 januari in. U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. NU’91 ledenadministratie, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht colo
fon
Een paar maanden geleden mocht ik voor een publiek van 85 stu-
dentes een presentatie geven; het thema was Zo trots als een vrouw.
Als voorzitter van een beroepsvereniging die voor meer dan 80% uit
vrouwelijke leden bestaat en waar driekwart van de medewerkers
vrouw is, stond ik daar aardig ‘mijn mannetje’. Vol enthousiasme
heb ik verteld waarom werken in de gezondheidszorg zoveel vol-
doening geeft. Maar ik moest ook concluderen dat ondanks dat,
zorgprofessionals vaak te bescheiden zijn en hun successen veel te
weinig uitdragen.
Sinds een aantal jaren is er een stichting die zich bezighoudt met
beroepseer en beroepstrots van professionals. NU’91 heeft veel
sympathie voor de stichting Beroepseer en ondersteunt hun activi-
teiten van harte. Tijdens een gesprek met medewerkers van de
stichting maakte ik ook kennis met Binjamin Heyl. Hij maakt zich al
tientallen jaren sterk voor het imago van het vak van verpleegkun-
dige en verzorgende. In deze Zorg anno NU vind je een verslag van
zijn onlangs verschenen boek, die als subtitel meekreeg Pleidooi
voor een sterke beroepsorganisatie.
Niet als vrouw maar als professional zou je trots moeten zijn op je
werk. Heb jij interessante dingen te vertellen over het vak of werk-
ervaringen die je wilt delen, mail ze ons. Cees van Schilt heeft ons
de afgelopen tien jaar als redacteur van Verpleging NU/Zorg anno
NU deelgenoot gemaakt van zíjn verhalen uit de zorg. NU neemt hij
afscheid en natuurlijk wil ook ik Cees heel erg bedanken voor zijn
jarenlange enthousiaste inzet als kaderlid van NU’91.
Beroepstrots
Monique Kempff
Voorzitter NU’91
Einde vande 24- uurs zorg
Column
Alles wat buiten de directe zorg valt, wordt niet meer vergoed.
ZORGANNONUMMER 128 - 4
NUinhet Nieuws!
Afgelopen maanden heeft NU’91 in samen-
werking met diverse instellingen via de
Nightfever Events gezondheidswerkers ge-
ïnformeerd over de beste manieren om fit
te blijven in de nachtdienst. De events wer-
den druk bezocht en de reacties waren
veelal enthousiast. Wij denken dat het
Nightfever Event navolging verdient.
Heb jij suggesties voor events die
interessant zijn voor jou en je collega’s?
Laat het ons weten.
nu91.nl>nieuws > NU’91 events
Bedreigen, schelden, schoppen, seksuele intimidatie en ernstig fysiek geweld. Het komt zo vaak voor dat de neiging bestaat het te zien als risico van het vak. Maar GGZ-verpleegkundigen zijn niet meer bereid al deze uitingen van agressie te accepteren en zijn een petitie gestart om overheid, werkgevers en werknemers te bewegen tot effectief beleid. In navolging van hun collega’s op de ambulance en bij politie en brandweer eisen ze dat de agressie tegen hen stopt. Wil jij ook dat
er echt iets verandert? Teken de petitie.handenafvanggzverpleegkundigen.nl
Zorginstellingen kunnen vanaf 1 september geld aanvragen om agressie en geweld
tegen zorgmedewerkers aan te pakken. Het gaat om maximaal 10.000 euro per
instelling.
Met het geld kunnen zorginstellingen externe deskundigen inzetten
om hun beleid een extra impuls te geven. De regeling is onderdeel
van het actieplan Veilig werken in de zorg, een initiatief van de
gezamenlijke sociale partners in de zorg - waaronder NU’91 -
en de ministeries VWS, BZK en Veiligheid & Justitie.
Zorginstellingen kunnen de ondersteuning aanvragen bij het
Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP).
HBO Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie is een afstudeerrichting in het vierde
jaar van de hbo-v opleiding. Het competentieprofiel van de HBO-VGG is onlangs
aangepast en geactualiseerd en is uitgewerkt volgens de Canmeds systematiek die
zeven beroepsrollen beschrijft. Voor deze systematiek - die internationaal wordt
toegepast voor de opleiding van medisch specialisten - is gekozen omdat deze beter
past bij de huidige ontwikkelingen.
hbo-vgg.net > nieuws
NU’91 eventsPetitie Handen af van ggz-verpleegkundigen
Subsidie om agressie tegen te gaan
HBO verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie
ZORGANNONUMMER 128 - 5
NU in het Nieuws
NU’91 maakt zich - samen met CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV - zorgen over het mogelijke verdwijnen van de mbo-verpleegkundige. In een brief aan minister Edith Schippers van VWS uiten de bonden kritiek op de nieuwe beroepenstructuur voor verpleegkundigen en verzorgenden, zoals voorgesteld door V&VN. Daarin wordt de minister ge-adviseerd de opleiding mbo-verpleegkundige samen te voe-gen met die van de Verzorgende Individuele Gezondheids-zorg (VIG) en om te zetten naar een 3-jarige mbo-opleiding tot zorgkundige. ‘De specifieke deskundigheid van de hui-dige mbo-verpleegkundige verdwijnt in die plannen. Het lijkt er op dat de nieuwe beroepsprofielen zijn ontwik-keld zonder dat er onderzoek is gedaan naar de behoefte op de arbeidsmarkt’, aldus de bonden. De vakbonden betreuren dat zij niet betrokken zijn geweest
Uiteraard ben jij als OR-lid overtuigd van het nut en de noodzaak van
medezeggenschap, maar je merkt vast dat niet iedereen in jouw
organisatie die mening deelt. NU’91 organiseert in samenwerking met
MZ-services op 2 oktober a.s. een themadag die in het teken staat van
de meerwaarde van een OR voor een organisatie.
De volgende vragen staan tijdens bijeenkomst centraal:
• hoe kun je er als OR lid voor zorgen dat je werk positief opgemerkt
wordt?
• welke handvatten bieden de cao’s voor een OR om - naast de WOR-
aanvullende, specifiek voor de organisatie geldende afspraken te
maken?
• wat levert het hebben van een OR de organisatie op?
• wat levert het doen van OR-werk jou op aan kennis en vaardigheden?
nu91.nl > agenda > programma en inschrijfformulier
NU’91 agenda Wij weten dat we veel van onze leden elk jaar weer een
plezier doen met de NU’91 agenda. Dus ook dit jaar ontvang je - bijgevoegd bij het
novembernummer van Zorg anno NU - een informatieve en leuke agenda voor 2013.
bij de ontwikkelingen van de concept beroepsprofielen en stellen voor een stuurgroep samen te stellen waarin alle belanghebbenden zijn vertegenwoordigd. Deze stuurgroep - onder leiding van een onafhankelijk voorzitter - zal moeten komen met beroepsprofielen die beter aansluiten op de praktijk.
nu91.nl > nieuws > beroepsinhoud > deskundigheid mbo-verpleegkundige
Deskundigheid mbo-verpleegkundige behouden
Sinds 1 juli 2012 kan iedereen - patiënten, collega’s, werkgevers - kennis nemen
van alle tuchtmaatregelen en beroepsbeperkingen die de Inspectie voor de Gezond-
heidszorg oplegt aan zorgverleners. Iedereen kan nu op de website van het BIG-
register nagaan welke zorgverleners geschorst zijn of uit hun beroep zijn
gezet na een uitspraak van de tuchtrechter. Deze openbaarmaking moet
voor meer openheid en transparantie in het tuchtrechtsysteem zorgen.
De opgelegde maatregelen blijven 5 tot 10 jaar zichtbaar voor het publiek.
Tuchtmaatregelen zorgverleners openbaar
NU zorgen voor meerwaarde
ZORGANNONUMMER 128 - 6
Tekst Maurits Hoenders
Dat stelt Binjamin Heyl in zijn boek De beroepstrots van ver-
pleegkundigen en verzorgenden - Pleidooi voor een sterke
beroepsorganisatie, dat tot stand kwam in samenwerking
met de Stichting Beroepseer (zie kader).
Aan de hand van voorbeelden laat Heyl zien wat de conse-
quenties zijn voor de zorg en de zorgverleners van overheids-
maatregelen die de afgelopen decennia zijn genomen.
Hij komt daarbij tot de conclusie dat, ondanks allerlei acties
van verpleegkundigen en verzorgenden om op te komen
voor hun rechten en voor het behoud van kwaliteit, zij voort-
durend achter de feiten hebben aangelopen. Zij zijn niet in
staat gebleken om eensgezind en eenduidig de voorwaar-
den af te dwingen die nodig zijn om professionele en huma-
ne zorg te kunnen verlenen.
Samen sterk Het is niet goed dat deze beroepsgroepen
op beslissings- en beleidsniveau nauwelijks een rol spelen in
het hele stelsel van de gezondheidszorg. De machtsverhou-
dingen binnen de gezondheidszorg zijn, aldus Heyl, volko-
men uit balans; hoe verderaf van de zorgvrager, hoe meer
macht om beslissingen te nemen en beleid te maken. Hij is
van mening dat het te gemakkelijk is om de oorzaak daar-
van neer te leggen bij bijvoorbeeld ‘de politiek’. De beroeps-
groep heeft geen macht vanwege een gebrek aan organi-
satievermogen. Vanaf de werkvloer wordt daardoor erg
weinig invloed uitgeoefend op beleidsmakers en politici.
Heyl benadrukt dat een sterke beroepsorganisatie van ver-
pleegkundigen en verzorgenden daarvoor onontbeerlijk is.
De machtigste beroepsgroep binnen de gezondheidszorg
moet zelf voor veranderingen zorgen. Verpleegkundigen
en verzorgenden mogen zich niet langer verschuilen achter
de dooddoener Zij zijn groot en wij zijn klein. Zij moeten de
macht om over hun vak te beslissen niet aan anderen laten,
maar zelf veel meer initiatief nemen om mede het beleid te
bepalen. Daarom moeten zij van onderaf werken aan een
sterke beroepsorganisatie met een moderne filosofie van
Tot de dag van vandaag hebben verpleegkundigen en verzorgenden zich als speelbal laten gebruiken in
het machtsspel dat zich afspeelt binnen de gezondheidszorg omdat zij ‘de zorgvrager niet in de steek
willen laten’. Daardoor zijn zij de zwakste partij, die altijd aan het kortste eind trekt.
Werken aan een sterke
beroeps-organisatie
Trots op je vak
Actueel
ZORGANNONUMMER 128 - 7
samen werken, samen leren en samen verantwoordelijkheid
dragen. Binjamin Heyl, op zijn zestiende begonnen als leer-
ling in de zorg, heeft de vele veranderingen in de gezond-
heidszorg van de afgelopen vijftig jaar van dichtbij meege-
maakt en was daar vaak actief bij betrokken. En nog steeds
bepleit hij met kracht dat verpleegkundigen en verzorgen-
den zich bewust moeten zijn van hun eigen, belangrijke rol
binnen de zorgsector en trots moeten zijn op hun vak.
‘De werkvloer is het begin en het einde van de gezondheids-
zorg. Deze vloer is een spiegel voor allen die, op welke wij-
ze dan ook, betrokken zijn bij de gezondheidszorg. Helaas
wordt daar niet of veel te weinig in gekeken. Dat moet
veranderen.’
Op 2 oktober in Den Haag en op 4 oktober in Amsterdam
wordt het boek De beroepstrots van verpleegkundigen en
verzorgenden officieel gepresenteerd. Deze bijeenkomsten
zijn bedoeld om met elkaar in gesprek te gaan over wat de
verpleegkundige en verzorgende nodig heeft om zijn of
haar stem te laten horen. Hoe kun je zelf weer verantwoor-
delijkheid nemen in je werk? Hoe kunnen professionals op
de werkvloer handen en voeten geven aan de bestuursfilo-
sofie zoals Binjamin Heyl die voorstelt?
Je kunt je voor deze bijeenkomsten aanmelden vóór eind
september via info@beroepseer.nl De officiële uitnodiging
voor deze boekpresentaties vind je op nu’91.nl > nieuws.
Actueel
Binjamin Heyl (1946) begon zijn loopbaan in de zorg als leerling-verpleger
bij St. Servatius in Venray. Na het B-diploma behaalde hij in Amsterdam
het A-diploma. Daar volgde hij ook een studie theologie. Heyl werkte
onder andere in de algemene verpleging, de psychiatrie en in de zorg voor
verstandelijke gehandicapten en hij bekleedde diverse leidinggevende
functies. Eind jaren zeventig begon hij als praktijkdocent en was hij hoofd
praktijkopleiding in een verpleeghuis in Leiden. Na een verblijf van drie
jaar in Israël werkte hij in het verpleegkunde onderwijs.
Hij ontwikkelde lesmateriaal dat uitmondde in twee boeken: Intercultu-
rele samenwerking in gezondheidszorg en dienstverlening (1993) en Het
vergeten hoofdstuk binnen de geschiedenis van de gezondheidszorg,
1933-1945. In 2008 verscheen zijn boek Zorg over de zorgverlening.
Het boek De beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden is te
bestellen door een e-mail te sturen naar info@beroepseer.nl.
Binjamin HeylDe beroepstrots
van verpleegkundigen en verzorgenden
Pleidooi voor een sterke beroepsorganisatie
Binjamin Heyl
Binjamin Heyl heeft elke fase van verandering in de gezondheidszorg in de voorbije decennia meegemaakt. Op zijn zestiende begonnen als (aspirant) leerling verpleger, en thans met pensioen maar nog actief als vrijwilliger, laat hij ons aan de hand van voorbeelden een lijn ontdekken in de ontwikkelingen. Waartoe maatregelen van overheidswege hebben geleid in de praktijk en hoe verpleegkundigen en verzorgenden actie gevoerd hebben voor hun rechten en behoud van kwaliteit in hun beroep.Heyl citeert bewindslieden, vakbondsleiders, directeuren en woordvoerders van instellingen en geeft uitkomsten van enquêtes, alsook commentaren van politieke partijen op marktwerking in de zorg.Zijn conclusie is dat verpleegkundigen en verzorgenden doorlopend achter de feiten hebben aangelopen en niet in staat zijn geweest om eensgezind en eenduidig hun stem te verheffen om de voorwaarden af te dwingen die nodig zijn om professionele en humane zorg te verlenen. Zij hebben zich veel te veel als speelbal laten gebruiken in het machtsspel dat zich afspeelt binnen de gezondheidszorg.
Het wordt tijd dat in die houding verandering komt. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn de grootste groep binnen de gezondheidszorg. Ze moeten weer trots worden op hun beroep en de rol opeisen van een volwaardige partner die mee aan tafel zit waar de beslissingen over hun werk worden genomen. De tijd is voorbij dat politici, bestuurders, directeuren en managers zonder overleg met de mensen van de werkvloer beleid bepalen en regels en wetten ontwerpen.
Een sterke beroepsorganisatie van verpleegkundigen en verzorgenden is daarom onontbeerlijk. Een organisatie die de krachten bundelt en ijvert voor optimale zorg- en dienstverlening waarin de zorgvrager centraal staat en verpleegkundigen en verzorgenden naar eer en geweten hun beroep kunnen uitoefenen, en fatsoenlijk beloond worden. Niet meer afwachten wat anderen gaan doen en beslissen, maar zelf het initiatief nemen en toekomstig beleid bepalen.
De beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden
Binjamin Heyl
beroepseeromslag.indd 1 13-08-2012 21:59:00
Noot: Maurits Hoenders is programmamaker bij de Stichting Beroepseer & Goed Werk Hub
Hoe kunnen we de trots en daarmee de kwaliteit in ons
werk terugkrijgen? Dat is de centrale vraag waar de
Stichting Beroepseer zich mee bezighoudt. Professionals
vinden dat zij te weinig waardering krijgen en lopen vast
in logge regels en structuren.
In Nederland is al decennialang sprake van een enorme
geringschatting van de deskundigheid op de werkvloer.
De kennis en ervaring van de werknemers die het ‘echte
werk’ doen, worden ondergewaardeerd en te weinig be-
nut met name in (semi-)publieke sectoren als onderwijs,
zorg en welzijn. Het respect voor en het zelfrespect van
werknemers is ondermijnd door een bombardement van
permanente reorganisaties, schaalvergrotingen en regels.
Je vak niet naar behoren kunnen uitoefenen, is voor velen
een frustratie.
Voor de Stichting Beroepseer is het duidelijk: het is de
hoogste tijd voor een wedergeboorte van beroepseer en
beroepstrots. De stichting organiseert workshops en ge-
spreksronden waar beroepsgroepen met vertegenwoordi-
gers van de overheid en van uiteenlopende organisaties
en instellingen aan de slag gaan om samen de problemen
te analyseren en naar oplossingen te zoeken.
Meer informatie: www.beroepseer.nl.
Stichting Beroepseer
ZORGANNONUMMER 128 - 8
Behandeling
Een pilletje zonder werkzame bestanddelen, een met over-
tuiging gebracht huis, tuin- en keukenadvies, een gerust-
stellend schouderklopje, ze doen soms wonderen. Het heeft
weinig met wetenschap te maken en staat in geen enkele
richtlijn of standaard, maar het werkt wel. Mensen worden
beter zonder dat daar een medisch-technische verklaring
voor is. Vaak wordt daar geringschattend over gezegd dat
het tussen de oren zit. En laat dat nou ook gewoon waar zijn.
Uit onderzoek blijkt dat de werking in de hersenen aantoon-
baar is. Het geloof van iemand in een behandeling, in com-
binatie met hun beïnvloedbaarheid, kunnen een belangrijk
biochemisch effect veroorzaken. Zintuiglijke ervaringen en
gedachten kunnen de neurologi-sche werking beïnvloeden.
De hersenen beschikken dus over
het vermogen tot zelfheling. Zij spelen een grote rol in de
manier waarop het lichaam reageert. Dit is een veelal onbe-
wust proces en blijkt bovendien een veel krachtiger fenomeen
dan over het algemeen wordt aangenomen.
Tussen de oren Er is sprake van een placebo-effect
als het effect van een behandeling niet door de chemische
samenstelling van het toegediende middel te verklaren is.
Bijvoorbeeld als er farmacologisch onwerkzame stoffen zijn
gebruikt. Placebo komt uit het Latijn en betekent ik zal be-
hagen.
Ook het nocebo-effect bestaat en betekent ik zal schaden.
Hiermee wordt bedoeld dat een negatieve verwachting van
een behandeling onbewust kan leiden tot een negatief
resultaat. Wordt de patiënt verteld dat een ingreep zeer pijn-
lijk zal zijn, dan zal hij waarschijnlijk veel meer pijn ervaren
dan wanneer wordt gezegd dat het hoogstens een beetje
gevoelig zal zijn. Medicijnen kunnen hun werkzaamheid
volledig verliezen als de patiënt er geen vertrouwen in heeft.
Negatieve verwachtingen kunnen zelfs tot lichamelijke klach-
ten leiden en de dood bespoedigen. Daarom zijn artsen zo
terughoudend in het uitspreken van een levensverwachting.
Tekst Ruth Heiligers
De kracht van de verwachting
Geef iemand een neppil, vertel erbij dat het een effectief medicijn is en hij wordt beter. Het place-
bo-effect in een notendop. Waarin schuilt de kracht van het fakedrankje en de namaakpil?
Hersenen beschikken over vermogen tot zelfheling
ZORGANNONUMMER 128 - 9
Behandeling
De placebo is geen wondermiddel. Het werkt niet bij elke
ziekte en niet iedereen is even gevoelig voor het placebo-
effect. Placebo’s werken vooral bij ziekten die te maken heb-
ben met het brein. Bij milde depressies bijvoorbeeld, lijkt een
placebo vaak net zo goed te werken als een antidepressivum.
Hersenscans geven dezelfde veranderingen in de hersenen
te zien.
Pijn blijkt sneller te verdwijnen bij het idee een pijnstiller te
krijgen. Het brein is in staat zelf verdovingsstoffen te produ-
ceren. Op hersenscans is duidelijk te zien dat de hersengebie-
den actief zijn die de overdracht van pijnsignalen verminderen.
Ook Parkinsonpatiënten kunnen baat hebben bij een placebo;
het lichaam gaat meer dopamine aanmaken, de neurotrans-
mitter waar deze patiënten een tekort aan hebben.
Ethisch dilemma Een neppil of een leugentje om
bestwil. Zo staan placebo’s bekend. Maar als een placebo in
een aantal gevallen goed werkt, waarom maken artsen daar
dan niet meer gebruik van? Mag bedrog worden aangewend
als dat ten goede komt aan de patiënten? Of is het onethisch
voor een arts om bewust een placebo voor te schrijven
zonder de patiënt te informeren? Sommige artsen vinden dat
het gerechtvaardigd is een placebo te gebruiken in die ge-
vallen waarin een sterk placebo-effect bewezen is. De meeste
huldigen echter het standpunt dat een arts moet uitleggen
welke behandeling en medicijnen hij voorschrijft. Maar als
de arts zegt dat hij een placebo geeft, schiet het z’n doel
voorbij. Als hij het niet zegt en de patiënt komt er later achter,
zal het vertrouwen afnemen en is de kans aanwezig dat de
klachten terugkomen. Er kan zelfs een nocebo-effect optre-
den; een pil met de werkzame stof werkt niet meer omdat
de patiënt er geen vertrouwen in heeft.
Drie modellen Er zijn verschillende modellen die een
verklaring leveren voor het placebo-effect. Het eerste is het
conditioneringsmodel, ook wel het pavlov-effect genoemd.
Hierbij gaat het om eerdere ervaringen. De honden van
Pavlov (Russische fysioloog 1849-1936) kregen een bel te
horen vlak voordat ze eten kregen. Op een gegeven moment
gingen ze al kwijlen bij het horen van de bel omdat ze uit
ervaring wisten dat na het luiden van de bel er eten zou
komen. Conditionering kan ook optreden bij het gebruik van
een placebo. De patiënt heeft eerder een bepaald medicijn
gehad waar hij baat bij had. In de veronderstelling dat hij het-
zelfde medicijn krijgt, gaat hij ervan uit dat het ook nu werkt
en daar anticipeert het lichaam op. Van belang is wel dat het
placebo qua uiterlijk identiek is aan het eerder gebruikte
medicijn.
Een tweede verklaring wordt geleverd door het verwachtings-
model. De verwachting bepaalt het effect. Je hebt het middel
nog nooit gehad, maar je verwacht dat het zal helpen. Ook
nu anticipeert het lichaam; niet de pil maar het eigen brein
is het actieve ingrediënt.
De derde is het stressreductie-model. Angst en stress kunnen
afnemen en herstel kan bevorderd worden door de aan-
dacht van de expert, door zijn wijze van communiceren.
Jozien Benzing, hoogleraar gezondheidspsychologie heeft
veel onderzoek gedaan naar dit mechanisme. Hierbij spelen
aandacht, het geven van vertrouwen en het ritueel van de be-
handeling een belangrijke rol. De witte jas geeft bijvoorbeeld
het vertrouwen met een expert te maken te hebben.
Als deze ook nog naar je luistert, je serieus neemt, goede
uitleg geeft en een duidelijke diagnose geeft, versterkt dit de
verwachting dat je zult genezen.
Placebo-effecten kunnen aldus Benzing een relevant en ef-
fectief onderdeel van de behandeling vormen. Angst en stress
zijn vaak de oorzaak van veel lichamelijke klachten. Juist deze
kunnen door een empathische benadering gereduceerd wor-
den. Ze geeft nadrukkelijk aan dat stressreductie vooral helpt
de symptomen van een ziekte - zoals pijn - tegen te gaan maar
geen effect heeft op de progressie. Het geneest de ziekte dus
niet, maar vermindert wel de symptomen waar de patiënt de
meeste last van heeft. Het verminderen van die symptomen
verbetert de levenskwaliteit, de symptoombestrijdende medi-
catie kan omlaag en daarmee verminderen ook de bijwerkin-
gen. Daar valt dus de winst te behalen.
Bronnen: Labyrint VPRO radioprogramma – januari 2012; wetenschap24.nl; kennislink.nl
Placebo’s worden vooral gebruikt in onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen. Omdat ieder medicijn enigplacebo-effect heeft, is het belangrijkste doel tijdens zo’n onderzoek te bewijzen dat het effect van het echte geneesmiddel het nepeffect significant overstijgt. Pas dan mag het nieuwe medicijn als werkzaam worden aangemerkt. Om dit te bewijzen moet het onderzoek dubbelblind zijn. Het placebo-effect treedt alleen op als onbekend is of er een placebo wordt gegeven.
Het is dan ook cruciaal dat bij iedereen die aan het onderzoek deelneemt onbekend is of het echte middel of de placebo toege-diend wordt. Medicijn en placebo mogen dus niet van elkaar te onderscheiden zijn. Kleur, vorm, geur, smaak, gewicht en verpakking moe-ten gelijk zijn. Zo wordt voorkomen dat onderzoekers onbewust de eigen verwachtingen op de patiënt over-brengen. Ook wordt voorkomen dat het oordeel over de toestand van de patiënt na behandeling wordt be-invloed. Kortom de echte en de nepbehandeling mogen tijdens de gehele testperiode door niemand onderscheiden kunnen worden.
Onderzoek
ZORGANNONUMMER 128 - 10
Achtergrond
Niet lijdzaam de gevolgen van de ziekte ondergaan, maar zoveel mogelijk zelf - in
samenspraak met de betrokken zorgverleners - een manier vinden om er zo goed
mogelijk mee om te gaan. Bij zelfmanagement verschuift de aandacht van een
goede medische behandeling naar een aanpak die gericht is op kwaliteit van leven.
Zelfmanagement betekent dat de patiënt een meer actieve rol als regisseur van zijn
eigen zorg opeist en dat hij mede richting geeft aan hoe de beschikbare zorg wordt
ingezet. Maar het betekent ook het nemen van verantwoordelijkheid voor de
eigen gezondheid, bijvoorbeeld door het eigen maken van een leefstijl die eraan
bijdraagt dat de ziekte niet verergert. De chronisch patiënt moet worden ‘uitgedaagd’
tot onafhankelijkheid en tot het ontdekken van de eigen mogelijkheden en verant-
woordelijkheden: vaker zelf keuzes maken, leren wat hij zelf kan doen om compli-
caties van de ziekte te voorkomen, maar ook leren op tijd aan de bel te trekken bij
de zorgverlener.
Rol zorgprofessional Bij zelfmanagement is het uitgangspunt dat mensen
met een chronische aandoening meer verantwoordelijkheid voor hun eigen zorg en
gezondheid willen en kunnen dragen. De patiënt kan vanuit zijn eigen ervaring een
bijdrage leveren aan vrijwel iedere beslissing en de daaraan gekoppelde activiteit.
Op basis van die gedachte ontwikkelde de Amerikaan Edward Wagner het Chronic
Care Model (2000). Wereldwijd gebruiken zorgverleners dit model in verbeter-
programma’s voor bijvoorbeeld diabetes, hartfalen, depressie en astmazorg.
In Nederland vormt het Chronic Care Model inmiddels de basis voor alle zorg-
standaarden.
Om ervoor te zorgen dat de patiënt zorg krijgt op de manier die hem past, is het
belangrijk dat hij zelf in staat is aan te geven hoeveel verantwoordelijkheid hij kan
en wil nemen. Daarvoor moet de patiënt goed op de hoogte zijn van wat zijn ziekte
inhoudt en hoe het zorgaanbod in elkaar zit. Bewustwording zal de motivatie ver-
hogen om het roer over te nemen en zelf doelen te stellen om zo meer grip te krijgen
op de ziekte. Zorgprofessionals hebben daarbij een informerende, adviserende en
coachende rol, met gelijkwaardigheid en samenwerking als uitgangspunt.
Tekst Yvonne Sturkenboom
Leven met een chronische aandoening vraagt om inventiviteit van
de patiënt, van zijn omgeving en van de betrokken zorgverleners.
Zelfmanagement is voor chronisch patiënten een belangrijk middel
om grip te houden op hun leven. De patiënt moet hierbij het
voortouw nemen en de zorgverlener coacht en ondersteunt. Dat is
wennen voor beide partijen.
Succesvol zelfmanagement vereist goede samenwerking met zorgverleners
Depatiënt aan het
ZORGANNONUMMER 128 - 10
ZORGANNONUMMER 128 - 11
Achtergrond
Samen met de patiënt wordt bepaald welke kennis en vaardigheden
al voldoende aanwezig zijn en welke verder ontwikkeld kunnen wor-
den. Gezamenlijke besluitvorming bevordert het vertrouwen bij de
patiënt om de regie ook daadwerkelijk in eigen hand te nemen.
Zelfmanagement doe je samen; een goede communicatie tussen
patiënt en zorgverleners is dus essentieel. Uit diverse onderzoeken is
gebleken dat zelfmanagement de meeste kans heeft binnen een
samenhangend programma, waarbij ook aandacht is voor educatie en
instructie. Groepsinterventies hebben daarbij de voorkeur boven indi-
viduele programma’s.
Wanneer een patiënt eenmaal goed ingesteld en stabiel is, kan de
zorgverlener op afstand blijven. Maar er kan elk moment iets verande-
ren, en dan moet de patiënt snel bij de zorgverlener terecht kunnen.
Zorgstandaard Een zorgstandaard - opgesteld door vertegen-
woordigers van patiënten en zorgverleners - gaat uit van de zorgvraag
van de patiënt en beschrijft op hoofdlijnen waar goede zorg voor een
bepaalde aandoening aan moet voldoen. Aan de zorgstandaard zijn
indicatoren gekoppeld om de resultaten van de zorg te meten. Het is
echter geen blauwdruk, maar biedt ruimte voor individuele invulling.
Een zorgstandaard gaat, in tegenstelling tot richtlijnen, minder over
de inhoud van de zorg - het wat - maar meer over de manier waarop
de zorg verleend wordt - het hoe - en is erop gericht patiënten zoveel
mogelijk zelf de regie te laten voeren. De centrale zorgverlener en het
individuele zorgplan spelen daarbij een belangrijke rol.
Voor het daadwerkelijk veranderen van gedrag zijn gedragsinterven-
ties nodig. Bij gedragsinterventies worden drie principes van zelfre-
gulering gebruikt:
• het formuleren van persoonlijke gezondheidsdoelen die realistisch
zijn (wenselijk èn haalbaar), niet te ver in de toekomst liggen,
positief zijn geformuleerd en niet concurreren met andere doelen.
De zorgverlener kan de patiënt ondersteunen in het formuleren
van die gezondheidsdoelen;
• het bedenken van strategieën om de beschreven doelen te realise-
ren en om vol te houden. Dit kan bereikt worden door de strategie-
en te laten aansluiten bij de dagelijkse routine van de patiënt,
nieuwe routines te bespreken en barrières te identificeren en aan
te pakken;
• het weerstand leren bieden aan frustraties. Voor de patiënt liggen
verleidingen op de loer. Zelfbeheersing en wilskracht vergen veel
inspanning en mentale energie.
Individueel zorgplan Als ondersteuning van zelfmanagement
dient een individueel of persoonlijk zorgplan. Zo’n zorgplan geeft
patiënten meer verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid en
helpt zorgverleners om doelmatige zorg te bieden.
In een individueel zorgplan worden de onderlinge afspraken tussen
zorgverleners en patiënt vastgelegd. Patiënten beschrijven daarin hun
eigen doelen en acties die zij samen met hun zorgverleners uitwerken.
De patiënt en de centrale zorgverlener houden in de gaten hoe het
plan in de praktijk uitpakt en of iedereen zich houdt aan de gemaak-
te afspraken.
roer
Lees verder op pagina 12
ZORGANNONUMMER 128 - 11
ZORGANNONUMMER 128 - 12
Achtergrond
Het Chronic Care Model propageert geïntegreerde zorg.
Zelfmanagement is een van de pijlers van dit model en het contact
tussen professional en patiënt staat centraal. CCM brengt medische
en gedragsgerichte zorg samen en definieert zes kernelementen die
de kwaliteit van zorg voor chronische zieken bevorderen.
In het Chronic Care Model wordt beschreven hoe de organi-satie van
zorg van invloed is op de kwaliteit van zorg. In dit geval de zorg voor
chronische zieken. De idee is dat als er op deze elementen verbeter
acties worden gezet, dit zal leiden tot betere resultaten voor de chro-
nisch zieke. Dit kan echter alleen als er daarbij sprake is van goed
geïnformeerde, actief participerende patiënten en een voorbereid en
proactief werkend team van professionals, die zich bewust is van het
systeem waarvan zij deel uitmaken. Het CC model is te downloaden
via www.hsleiden.nl.
Maar veel zorgverleners en patiënten lijken nog onvoldoen-
de overtuigd van de meerwaarde van het werken met een
persoonlijk zorgplan. Patiënten blijven nog te vaak hangen
in een passieve rol, en zorgverleners dringen te weinig aan
om daar verandering in aan te brengen. Het kost zorgver-
leners moeite om los te komen van hun adviserende rol en
de behoeften van de patiënt als vertrekpunt te nemen.
Chronische patiënten die een zorgplan hebben, zijn daar
meestal tevreden over. Ze voelen zich meer betrokken bij de
zorg en bijna driekwart ervaart het als een stok achter de
deur bij het bereiken van hun doelen. Ook zorgverleners die
ervaring hebben met persoonlijke zorgplannen, zijn enthou-
Verolg van pagina 11
€ 15excl. BTW
Ampullen veilig breken zonder dat men zich snijdt aan het glas met de Almeva ampullenopener.
geschikt voor 1-2 ml, 5-10 ml, 10-15 ml ampul herbruikbaar aluminium uitvoering
Kabelstraat 10 • 1322 AD Almere
036 53 35 260 • www.almeva.nl
siast en zeggen niet anders meer te willen werken.
Desondanks blijkt uit een recente meldactie (juli 2012), ge-
organiseerd door onder anderen de NPCF, dat slechts een
minderheid van mensen met een chronische aandoening zo’n
individueel zorgplan heeft.
Zorgverzekeraars hebben het plan opgevat om een individu-
eel zorgplan verplicht te stellen en patiëntenverenigingen
dringen bij de minister aan op harde afspraken met het zorg-
veld over de invoering ervan. Want, zo redeneren zij, via de
integrale bekostiging van de zorg voor chronisch patiënten
wordt er tenslotte betaald voor de toepassing van individu-
ele zorgplannen. Meer info: www.zelfmanagement.com.
Chronic Care Model
ZORGANNONUMMER 128 - 13
Puzzel
WOORD ZOEKERMail de oplossing van de puzzel vóór
1 oktober 2012 naar puzzel@nu91.nl
Ook niet-leden kunnen hun
oplossing insturen.
Vermeld je naam en adres.
Onder inzenders van de juiste
oplossing verloten we vijf
ampullenbrekers.
ZORGANNONUMMER 128 - 14
Praktijk
Dé ontmoetingsplek voor werknemers en werkgevers in de
zorg & welzijn!
Mediapartners*:
Met vakinhoudelijke, geaccrediteerde
workshops en een gevarieerde
beursvloer is Carrièrebeurs Zorg &
Welzijn hét evenement voor
studenten, starters en professionals
die interesse hebben in een baan in
de zorg- of welzijnssector.
Deelnemen met uw organisatie?
020-6382146 of verkoop@memory.nl
De Carrièrebeurs Zorg & Welzijn is een activiteit van een onderdeel van de
Vrijdag 23 enzaterdag 24 november 2012
Amsterdam RAI
Incl. Skillslab: De plek om vaardigheden te oefenen.
*De genoemde mediapartners zijn gebaseerd op samenwerkingen 2011
Tekst Cees van Schilt
Einde van de 24-uurs zorg
Bedankt Cees!
Elke vorm van ontspanning is onbetaalbaar geworden
Welke ondersteuning of zorg intramu-
rale cliënten nodig hebben, wordt be-
schreven in een zorgzwaartepakket
(ZZP). Bij elk ZZP hoort een vastgesteld
aantal uur zorgtijd per week en dus
bepaalt het ZZP ook hoeveel geld de
instelling krijgt voor die cliënt.
ZORGANNONUMMER 128 - 15
Praktijk
Het toekennen van zorgzwaartepakketten aan cliënten in de
gehandicaptenzorg heeft ingrijpende gevolgen voor de per-
soneelsformatie van de afdelingen.
Alleen de uren dat daadwerkelijk zorg verleend wordt, vallen
binnen het budget. Alles wat buiten de directe zorg valt,
wordt niet meer vergoed. Hoe beperkt het toegekende ZZP
van deze cliënten vaak is, wordt geïllustreerd door een cliënt
die, voordat hij in een woonvoorziening buiten de muren van
de instelling kan gaan wonen, eerst een hogere indicatie
moet krijgen. De benodigde zorguren in zijn nieuwe woon-
situatie kunnen uit zijn oorspronkelijke zorgindicatie namelijk
niet worden bekostigd.
Consequenties zorgzwaartepakketten ’s Nachts worden er binnen onze instelling slechts enkele me-
dewerkers ingezet die via een camerasysteem het hele terrein
in de gaten houden. Overdag is er voor de cliënten zes uur dag-
opvang en zijn er alleen in de piekuren nog mensen op de
afdelingen. Concreet betekent dit dus het einde van de 24-
uurs zorg. Een paar piekuren in de ochtend, een paar in de
avond en tussendoor hoeft er niemand op de woning of af-
deling te zijn. Het komt zelfs voor dat cliënten vroeger in bed
worden gelegd, zodat er een medewerker eerder naar huis kan.
Dat mensen intramuraal wonen juist omdat zij niet (meer)
zelfstandig kunnen leven, wordt totaal vergeten. Iemand die
niet zelfstandig naar de stad kan, moet tegen een uurloon
van € 30,81 een personeelslid inhuren om met hem of haar
kleding te gaan kopen, omdat de begeleiding bij dit soort
activiteiten niet meer in het voorzieningenpakket zit.
Medewerkers van een afdeling uit een naburige instelling
wilden - als invulling van de vakantieweek - met zes cliënten
een aantal uitstapjes maken. Er was een planning gemaakt
voor vijf dagen: van een dagje Beekse Bergen en een high
tea tot een bezoek aan de Efteling en een barbecue. Voor
deze zes cliënten moesten drie extra diensten van negen uur
worden ingezet à € 30,81 per uur en dat voor vijf dagen.
Daarbij komen nog de vervoerskosten en de entreegelden.
Tel het op en schrik van het kostenplaatje.
Het gevolg was dat de familie van een cliënte hun dochter
op de afdeling wilde laten, omdat zij er toch niets aan zou
vinden. Een moeder gaf aan haar zoon wel een weekje naar
huis te laten komen want voor dat geld konden ze met het
hele gezin op vakantie. Voor de overgebleven deelnemers
zouden de uitstapjes nu alleen maar duurder worden.
Uiteindelijk moest besloten worden dat de plannen niet
haalbaar waren.
Formaties zijn uitgekleed tot het minimum. Er is niemand
meer beschikbaar om eens iets samen met een cliënt te
doen. De cliënten worden (nog) passiever en bewegen
nog minder. En dan is - hoe ironisch - cliënten meer laten
bewegen een thema in de instelling. Intramurale zorg heet
toch nog steeds 24-uurs zorg te zijn. Maar in de praktijk is
dit concept door de invoering van de zorgzwaartepakketten
allang achterhaald.
Cees van Schilt heeft met dit verhaal zijn laatste bijdrage geleverd aan ons magazine. Hij was zo’n tien jaar redacteur
van Verpleging NU/Zorg anno NU. Cees is vorige maand met pensioen gegaan en is daarom gestopt met een aantal
vrijwilligersfuncties binnen NU’91, waaronder vakbondsconsulent en redactielid.
Cees’ inzet werd gekenmerkt door een niet aflatende gedrevenheid als het ging om het uitdragen van de mooie kanten
van het vak, maar ook van d e vaak negatieve gevolgen voor zorgmedewerker én cliënt van de vele veranderingen
binnen de (gehandicapten)zorg. Als hoofdredacteur van Zorg anno NU wil ik Cees heel erg bedanken voor zijn inbreng
en loyaliteit gedurende al die jaren.
Er is niemand meer beschikbaar om eens iets samen met een cliënt te doen
ZORGANNONUMMER 128 - 16
Kader NU’91
Voor welke zaken kun je bij een vakbondsconsu-lent terecht? Wil je iets weten over je arbeidsovereen-
komst, de interpretatie van de cao, de arbeidstijdenwet of
welk arbeid gerelateerd onderwerp dan ook, de NU’91 vak-
bondsconsulent is het eerste aanspreekpunt voor alle mede-
werkers in de instelling. Ook mensen die geen lid zijn van
NU’91 of lid zijn van een andere vakbond kunnen bij de vak-
bondsconsulent terecht. Als de vakbondsconsulent je vraag
niet zelf kan beantwoorden dan word je doorverwezen naar
iemand die de benodigde kennis wel paraat heeft. Ook bij
een geschil met je leidinggevende is de vakbondsconsulent
de aangewezen persoon om het probleem in eerste instan-
tie mee te bespreken.
Vakbondsconsulenten helpen niet alleen bij individuele pro-
blemen, maar hebben ook als taak collectieve belangen te
behartigen. Dit doen zij door aansluiting te zoeken met de
OR, de afdeling P&O en - indien aanwezig - een VAR.
Via de vakbondsconsulent kun je ook door NU’91 aange-
boden workshops of evenementen naar de instelling halen.
Op de website vind je het meest actuele trainingsaanbod.
Op de website kun je ook de lijst vinden met zorginstellin-
gen waar een NU’91 vakbondsconsulent actief is.
Wat vind je leuk aan deze functie? Het leukste as-
pect vind ik de contacten die je opdoet. Om te beginnen het
contact met andere vakbondsconsulenten van NU’91.
Je bent ineens veel beter op de hoogte van wat er in andere
regio’s en andere zorgsectoren gebeurt. Daarnaast worden
de contacten binnen je instelling anders. Ik werk binnen een
grote organisatie voor de geestelijke gezondheidszorg.
Sinds ik vakbondsconsulent ben, heb ik veel mensen leren
kennen: uit de Raad van Bestuur en de centrale ondernemings-
raad en natuurlijk allerlei collega’s, zowel leden als niet-le-
den. Automatisch ga je je meer verdiepen in zaken en krijg je
steeds meer inzicht in het reilen en zeilen van de organisatie.
Hoe houd je als vakbondsconsulent je kennis up-to-date? Om te beginnen krijg je van NU’91 een basis-
scholing voor vakbondsconsulenten. Dit is een tweedaagse
cursus waarbij je geleerd wordt hoe je alles in gang moet
zetten en de basiskennis krijgt die je in staat stelt antwoord
te geven op de meest voorkomende vragen over de arbeids-
tijdenwet, contracten en de cao.
Vier á vijf keer per jaar komen alle vakbondsconsulenten van
NU’91 bij elkaar en bespreken verschillende onderwerpen.
Tekst Eveline Baarsma
Vraagbaak voor
collega’s
ZORGANNONUMMER 128 - 17
Kader NU’91
Regelmatig worden daarbij deskundigen uitgenodigd.
Tijdens de laatste scholingsdag stonden bijvoorbeeld twee
sterk uiteenlopende onderwerpen op het programma: Dwang
en Drang en Pensioenen. Ook wordt er regelmatig aandacht
besteed aan de juridische actualiteit.
Verder komt één keer in de twee á drie maanden de klank-
bordgroep van de cao waar je onder valt, bij elkaar. Tijdens
deze bijeenkomsten worden de actuele ontwikkelingen
binnen die cao besproken en fungeer je als klankbord voor
de cao-onderhandelaars.
Welke faciliteiten krijgen kaderleden? De functie
van vakbondsconsulent is formeel opgenomen in de cao.
De werkgever moet de vakbondsconsulent dus in staat stel-
len om zijn/haar functie uit te voeren. In de meeste cao’s is
een vrijstelling van je reguliere zorgwerkzaamheden opge-
nomen van minimaal vier uur per week. Die uren dien je te
besteden aan activiteiten in het kader van je functie als vak-
bondsconsulent. Dat kan bijvoorbeeld zijn het bijwonen van
een door NU’91 georganiseerde scholingsdag of het beant-
woorden van vragen van collega’s. Verder dient de instelling
ruimte beschikbaar te stellen voor bijeenkomsten of gesprek-
ken, en je moet de beschikking krijgen over een telefoon en
gebruik kunnen maken van internet en e-mail.
Waarin ondersteunt NU’91 de vakbondsconsulent?
Vakbondsconsulenten kunnen met vragen altijd direct te-
recht bij het NU’91 serviceloket. Ook kan ondersteuning
gevraagd worden van de belangenbehartiger in jouw regio.
Verder helpt de vrijwilligerscoördinator je met alle praktische
zaken rondom de functie en organiseert zij de bijscholings-
dagen. En er is allerlei promotiemateriaal zoals folders en
leuke gadgets beschikbaar om onder je collega’s te verspreiden.
Je hebt vast wel eens gehoord van de vak-
bondsconsulent, maar je weet misschien niet
precies wat die doet. Daarom
hebben we José van Voorthuizen,
gedifferentieerd verpleegkundige bij Lentis in
Zuidlaren en vakbondsconsulent voor NU’91,
een aantal vragen voorgelegd.
Meld je aan
Is de functie van vakbondsconsulent ook iets voor jou? Laat het ons weten, want er zijn nog te veel organisaties waar geen vakbonds-consulent is. Vrijwilligerscoördinator Eveline Baarsma kan je nog veel meer ver-tellen over deze functie: e.baarsma@nu91.nl of bel 030-2964144. Mocht er binnen jouw organisatie al een NU’91 vakbondconsulent - of van een andere bond - actief zijn, neem ook dan gerustcontact op. Misschien is er voor jou een ander manier om actief te zijn.
ZORGANNONUMMER 128 - 18
Column
‘Ineens wist ik het: zo kan het echt niet langer, ik heb ’s nachts een zuster nodig. De dokters hadden gezegd ‘nog een maand of twee’, nou en dat is inmiddels al ruim vijf maanden geleden. Natuurlijk ben je dankbaar voor de tijd die je nog samen hebt, maar ik ben ook in de negentig.’ De kleine vrouw schommelt voor me uit naarde keuken. Ze zet thee voor ons en doet haar verhaal.
Haar man roept haar vanuit de slaapkamer. Achter de vrouw
aan loop ik naar het bed om me voor te stellen: ‘Mijn naam
is Lize, ik ben de nachtzuster.’ Zijn reactie is anders dan ver-
wacht: ‘Nee, ik hoef niet te piesen. Hoe heet je eigenlijk?’
Hij kijkt naar zijn vrouw: ‘Het is toch ook niet te geloven dat
ze zich niet eens meer voorstellen.’ Mevrouw probeert de
gemoederen wat tot rust te brengen en begint uit te leggen
dat hij mij verkeerd moet hebben verstaan. Waarop hij rea-
geert: ‘Ja, precies, anders kunnen ze net zo goed meteen
gaan!’
Vele misverstanden later zit ik weer met mevrouw in de keu-
ken en zegt ze ter verontschuldiging nog dat haar man nogal
hardhorend is. Even later gaan alle lampen uit, op één na.
Daar ga ik theedrinkend en lezend de nacht bij doorbrengen.
Meneer en mevrouw vallen rustig in slaap, terwijl ik me in-
wendig een kriek lach om Simon Carmiggelt.
De grote hoeveelheid thee vereist halverwege de nacht een
bezoek aan de badkamer. Mocht je de kans lopen ooit in
Tekst Lize Schellevis
Weekend miljonairs een fortuin te kunnen winnen met de
vraag Waar herken je een seniorenflat aan?, let dan nu even
goed op. Het draait namelijk allemaal om die badkamer. Die
heeft namelijk drie belangrijke kenmerken: twee deuren,
één naar de gang en de andere naar de slaapkamer, een
verhoogd toilet - het zogenaamde seniorentoilet - en beugels,
veel beugels.
Ik sluip via de gang naar de badkamer en sluit geruisloos de
deur tussen de badkamer en de slaapkamer, laat mijn broek
zakken en klauter op het toilet. Op dat moment begint me-
neer tegen zijn vrouw te praten. Zij wordt wakker en vraagt
slaapdronken: ‘Wat is er?’. Het is even stil. Dan hoor ik zacht-
jes snikken. Het snikken wordt heviger en dan zegt de man:
‘Ik hou, ik hou, ik hou toch zoveel van jou…’. Ook mevrouw
begint nu te snikken.
Ik heb er zeker een kwartier gezeten, met mijn broek op mijn
enkels, bungelende beentjes op een veel te hoog toilet.
Diep geraakt.
Nachtelijke liefdes-verklaring
ZORGANNONUMMER 128 - 19
is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin vind je het laatste nieuws over
NU’91 en over de ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo ontvangen?
Ga dan naar www.nu91.nl en log in via Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan. NUfoIkben
Geef het ons op tijd door wanneer je van adres verandert of van werkgever. Vul de nieuwe gegevens in en stuur de bon -zonder postzegel - naar:
NU’91 Ledenadministratie Antwoordnummer 9331 3500 ZC UtrechtJe kunt de wijzigingen natuurlijk ook per email doorgeven: ledenadministratie@nu91.nl
NU lid
naam
lidnr.
Nieuw adres adres
postcode woonplaats
tel. nr.
oude postcode rekeningnr.
Nieuwe werkgever
naam instelling
adres
postcode plaats
ingangsdatum
email werk
Op 13 november organiseert Nursing in samenwerking met NU’91 het 1e Jaarcongres:
Veilig Werken in de Zorg. Voel jij je niet altijd even veilig op de werkvloer? Lijkt agressie een
terugkerend aspect van je werk te worden in plaats van een incident? Ooit het gevoel gehad
handelingen te moeten uitvoeren die eigenlijk tegen je principes ingaan? Onderwerpen als
agressie, seksuele intimidatie en ethiek op de werkvloer zullen deze dag uitgebreid aan de orde
komen. Met als doel zorgprofessionals een aantal handvatten te bieden aan de hand van de
vraag Welke methoden kunnen bijdragen aan een prettige én veiligere werkplek?
Interactie staat centraal tijdens dit congres. Met behulp van prikkelende stellingen
tussendoor, wordt gepeild of de mening van de deelnemers wijzigt door de presentaties en
discussies. Op deze manier kunnen ook de verschillen tussen de verschillende zorgsectoren
zichtbaar worden. ‘s Middag zijn er drie workshoprondes, waarbij er nog dieper kan worden
ingegaan op de grootste dilemma’s voor zorgprofessionals. Kijk voor meer informatie en het
volledige programma op www.reedbusinessevents.nl/veiligwerken
De grootste dilemma’s voor zorgprofessionals
Jaarcongres
ZORGANNONUMMER 128 - 20
Ouderenzorg
werkt voor de zorg
BEROEPSORGANISATIE VOOR DE VERPLEGING EN VERZORGING
...zorgen dat je zorgvuldig kiest!
top related