fatum en algemene voorwaarden
Post on 28-Jan-2018
257 Views
Preview:
TRANSCRIPT
1
Algemene voorwaarden van
Fatum Schadeverzekeringen De “kleine lettertjes” van vier gangbare
schadeverzekeringen van Fatum, beschouwd vanuit
het perspectief van de wet.
Richeline C. Joe
Faculteit der Rechtsgeleerdheid, UNA
Datum verdediging: 7 maart 2012
Bachelor scriptie
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
2
Algemene voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
De “kleine lettertjes” van vier gangbare Fatum schadeverzekeringen
beschouwd vanuit het perspectief van de wet.
Richeline C. Joe
Faculteit der Rechtsgeleerdheid, UNA
Datum verdediging: 7 maart 2012
Bachelor scriptie
Aantal woorden: 12.428
Begeleider: Mr. Shanti Mohamed Jousuf en Dr. Peter Klik
Verdedigd ten overstaan van: Dr. Peter Klik en Mr. Ingeborg Meijer
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
3
Inhoudsopgave Pagina
Overzicht van gehanteerde afkortingen 4
Inleiding 5
1 De functie en betekenis van algemene voorwaarden 6
1.1. Algemene voorwaarden: Een algemene beschouwing 6
1.1.1. Aanbod en aanvaarding 6
1.1.2. De van kracht zijnde wetgeving 7
1.1.3. De informatieplicht 7
1.1.4. Kernbedingen 9
1.1.5. De uitleg van algemene voorwaarden 10
1.1.6. Het toetsingskader 11
1.2. Algemene voorwaarden en schadeverzekeringen 11
1.2.1 De dekkingsomschrijving bij de verzekeringsovereenkomst 13
1.2.2 Juridische facetten van de schadeverzekering 13
2 Het nieuwe verzekeringsrecht van Curaçao 14
2.1 Een korte uitwijding over het nieuwe verzekeringsrecht van Curaçao 14
2.1.1 Schade- en sommenverzekeringen 14
2.1.2 Een overzicht van een aantal belangrijke wijzigingen in het nieuwe 14
Verzekeringsrecht
2.1.3 De mededelingsplicht in het nieuwe verzekeringsrecht 15
2.1.4 Wijziging van de dekking, opzegging van de overeenkomst en 16
verjaring in het nieuwe verzekeringsrecht
2.2 Standaardbedingen in algemene voorwaarden van verzekeringen 17
3 De algemene voorwaarden van Fatum schadeverzekeringen
3.1. Een overzicht van de Fatum schadeverzekeringen
3.2. Toetsing van de algemene voorwaarden van vier gangbare
Fatum schadeverzekeringen aan de wettelijke bepalingen
3.2.1 Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering
3.2.2 Fatum Perfect Woonhuisverzekering
3.2.3 Fatum Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven en Beroepen
3.2.4 Fatum Perfect Combinatieverzekering voor Zaken
Conclusies en aanbevelingen
Overzicht van geraadpleegde jurisprudentie
Literatuur overzicht
Bijlagen:
Algemene Voorwaarden van Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering,
Fatum Perfect Woonhuisverzekering, Fatum Aansprakelijkheidsverzekering
voor Bedrijven en Beroepen, Fatum Perfect Combinatieverzekering voor Zaken
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
4
Overzicht van gehanteerde afkortingen
AV&S : Tijdschrift voor aansprakelijkheidsverzekering en schade
BW : Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen
BW-Nl. : Burgerlijk Wetboek van Nederland
GHVJ : Gemeenschappelijk Hof van Justitie
HR : Hoge Raad
NAVV : Nationale Associatie van Verzekeraars Curaçao
NBW : Nieuw Burgerlijk Wetboek
RvdW : Rechtspraak van de Week
WAM : Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen
WA : Wettelijke Aansprakelijkheid
WvK : Wetboek van Koophandel
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
5
Inleiding
Tot de elementen die de overeenkomst van verzekering een eigen karakter geven, behoren de risico
functie van verzekering en het vertrouwensbeginsel. Voor wat betreft de risico functie biedt een
verzekering financiële zekerheid door risico’s te verzekeren die een verzekeringnemer niet zelf kan
danwel wil dragen. In het vertrouwensbeginsel komt tot uitdrukking dat zowel de verzekeraar als de
verzekeringnemer moet kunnen vertrouwen op de juistheid van de wederzijds verstrekte informatie.
Daarnaast dient de verzekeringnemer erop te kunnen vertrouwen dat de verzekeraar de toegezegde
prestatie zal leveren op het moment dat dit nodig blijkt te zijn. De algemene voorwaarden die standaard
deel uitmaken van de verzekeringsovereenkomst, worden eenzijdig door de verzekeraar opgesteld en in
de regel ongelezen door de verzekeringnemer aanvaard bij het tekenen van de
verzekeringsovereenkomst. De verzekeringnemer wordt overigens wel geacht op de hoogte te zijn van
de algemene voorwaarden bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst. Doch vaak blijkt dat men
zich pas bij een schade-incident bewust wordt van belangrijke beperkende clausules die in de algemene
voorwaarden zijn weergegeven. Deze beperkende clausules kunnen al dan niet onredelijk bezwarend
zijn voor de verzekeringnemer. De wetgever heeft in 6.5.3 BW onder meer vastgelegd in welke
gevallen sprake is van onredelijk bezwarende of vermoedelijk onredelijk bezwarende clausules in de
algemene voorwaarden. Het gevolg hiervan is nietigheid van het betreffende beding.
Centraal in dit onderzoek stond de vraag, in hoeverre er in de algemene voorwaarden van vier gangbare
Fatum schadeverzekeringen, sprake is van onredelijk bezwarende danwel vermoedelijk onredelijk
bezwarende bedingen. Er bleek inderdaad sprake te zijn van een aantal bedingen die de toets der
onredelijke bezwaardheid op grond van artikels 6:236 en 6:237 BW niet kunnen doorstaan. In
navolging van de recente introductie van het nieuwe verzekeringsrecht op Curaçao waarin onder meer
de consumentenbelangen zijn aangescherpt, is het zaak om de Fatum algemene voorwaarden binnen
afzienbare termijn te evalueren.
In het eerste hoofdstuk van deze scriptie wordt een algemene beschouwing gegeven met betrekking tot
algemene voorwaarden. Hoofdstuk 2 gaat in op relevante kenmerken van het nieuwe verzekeringsrecht
zoals dat sinds 1 januari 2012 van kracht is op Curaçao. Hoofdstuk 3 wijdt uit over de toetsing van de
algemene voorwaarden van vier Fatum schadeverzekeringen aan de mate van onredelijke bezwaardheid.
Tot slot worden concluderende beschouwingen beschreven alsmede aanbevelingen voor het
optimaliseren van de rechtsbescherming van de verzekeringnemer
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
6
1. De functie en betekenis van algemene voorwaarden
1.1. Algemene voorwaarden: een algemene beschouwing
1.1.1 Aanbod en aanvaarding
Algemene voorwaarden kunnen worden gedefinieerd als door de gebruiker voor veelvuldig gebruik
opgestelde algemene bedingen met een eenzijdig vastgestelde inhoud die worden toegevoegd aan een
overeenkomst met een wederpartij waarbij die wederpartij op de inhoud van de algemene
voorwaarden geen invloed heeft.1 Hierbij is de gebruiker degene die de algemene voorwaarden in een
overeenkomst gebruikt (artikel 6:231 sub b BW) terwijl de wederpartij degene is die door
ondertekening van een geschrift of op andere wijze de gelding van algemene voorwaarden heeft
aanvaard (artikel 6:231 sub c BW).
Algemene voorwaarden betreffen contractuele bedingen die dientengevolge deel uitmaken van het
contractenrecht.2 Het betreft over het algemeen regelend recht.
3 Vaak worden de algemene
voorwaarden onder een andere naam aan de wederpartij gepresenteerd, bijvoorbeeld als
polisvoorwaarden, bezorgvoorwaarden, reparatie-voorwaarden of garantiebepalingen.
Contractsvrijheid en partij autonomie zijn kenmerken van het contractenrecht.4 Het staat partijen vrij
een overeenkomst te sluiten met wie zij wensen, met de inhoud die zij wensen en op het moment dat
zij dat wensen. De contractsvrijheid vindt haar grens, waar de uitoefening ervan in een concrete
situatie in conflict komt met een belang van hogere orde. Als voorbeeld hiervan moge dienen artikel
3:40 BW, waarbij een overeenkomst nietig wordt verklaard indien het strijdig is met een dwingende
wetsbepaling, te weten de goede zeden of de openbare orde.
Het Nieuw Burgerlijk Wetboek (BW) van Curaçao is hetzelfde BW dat tot 10 oktober 2010 gold voor
de voormalige Nederlandse Antillen. Als gevolg van de staatkundige herstructurering van de
Nederlandse Antillen hield deze op te bestaan en verkreeg Curaçao een autonome status binnen het
Koninkrijk der Nederlanden. Op grond van het recht van het land Curaçao5 zijn algemene
voorwaarden van toepassing als de gelding ervan vóór of bij het totstandkomen van de overeenkomst
is aanvaard (artikel 3:33 BW, artikel 6:217 en verder BW).
Het vereiste van een aanbod betekent dat de gebruiker zijn wederpartij op enigerlei wijze moet
aangeven dat hij de algemene voorwaarden in de te sluiten overeenkomst wenst opgenomen te zien.
Dit kan gebeuren door middel van een mondelinge mededeling, een passage in een brief of een
aanduiding in het briefhoofd. Artikel 6:231 sub c BW stelt dat “de aanvaarding van de gelding kan
geschieden door ondertekening van een geschrift of op andere wijze”.
Artikel 6:232 BW bepaalt dat het feit dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden niet
kent, geen belemmering vormt voor gebondenheid aan die algemene voorwaarden. Gaat de
1 Hijma en Olthof, 2011, nr. 483-489. 2 Hartkamp en Sieburgh, 2010, nr. 8–14. 3 Hesselink, 2004, p. 187-221. 4 Hartkamp en Sieburgh, 2010, p. 38 e.v.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
7
wederpartij na bekendwording met de algemene voorwaarden de overeenkomst aan zonder nog over
de algemene voorwaarden te reppen, dan worden ze geacht stilzwijgend te zijn aanvaard. De
wederpartij heeft immers haar wil daartoe tot uitdrukking gebracht (artikel 3:33 BW), dan wel een
gedraging verricht waaruit de gebruiker een wil tot aanvaarding mag afleiden (artikel 3:35 BW).6
Bij de aanvaarding van de algemene voorwaarden worden alle individuele bedingen van toepassing
geacht. Eventuele onredelijk bezwarende voorwaarden kunnen met toepassing van artikel 6:233 sub a
BW ter zijde worden gesteld.
1.1.2 De van kracht zijnde wetgeving
De wettelijke regeling van de algemene voorwaarden wordt beschreven in Afdeling 6.5.3 van het BW.
Boek 6 NBW-Nl. is in Nederland in werking getreden op 1 januari 1992, gelijk met Boek 3 en 5. Het
Nieuw Burgerlijk Wetboek werd van kracht in de voormalige Nederlandse Antillen op 1 januari
2001.7
Bedingen worden opgesteld om in een veelvoud van vergelijkbare overeenkomsten te worden
opgenomen.8 Afdeling 6.5.3 BW heeft betrekking op alle obligatoire overeenkomsten
9 uitgezonderd
arbeidsovereenkomsten en collectieve arbeidsovereenkomsten (artikel 6:245 BW). Op andere
meerzijdige vermogensrechtelijke rechtshandelingen vinden de bepalingen van Afdeling 6.5.3 BW
overeenkomstige toepassing op grond van artikel 6:216 BW.
Aan Afdeling 6.5.3 liggen ten grondslag het versterken van de rechterlijke controle op de inhoud van
de algemene voorwaarden ter bescherming van de personen ten opzichte van wie de voorwaarden
worden aangewend en het verschaffen van rechtszekerheid, zowel ten aanzien van de ruime
omschrijving van de algemene voorwaarden (artikel 6:231 BW), de toepasselijkheid van algemene
voorwaarden (artikel 6:232 BW) als ten aanzien van de (on)geoorloofdheid van hun inhoud (artikel
6:233 BW) en de informatieplicht van de gebruiker van de algemene voorwaarden (artikel 6:234 BW).
1.1.3 De informatieplicht
Artikel 6:233 sub b BW bepaalt dat de gebruiker de wederpartij een redelijke mogelijkheid moet
bieden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Biedt de gebruiker deze mogelijkheid niet,
dan zijn alle betrokken bedingen vernietigbaar. De wet maakt het op deze wijze tot de
verantwoordelijkheid van de gebruiker van algemene voorwaarden om voor een voldoende
kenbaarheid ervan te zorgen (de informatieplicht). 10
Algemene voorwaarden kunnen op een schriftelijke, mondelinge of ook de elektronische wijze
worden aangeboden. Op 29 december 2000 is in de voormalige Nederlandse Antillen de
Landsverordening overeenkomsten langs elektronische weg van kracht geworden. Artikel 6 van deze
6 Hijma en Olthof, 2011, nr. 30 – 42. 7 De Boer, 2001, p. 293. 8 Jongeneel, 2010, p. 359-371. 9 Hijma en Olthof, 2011, nr. 452-463. 10 Wessels, 2010, p. 218-221 en 242-244.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
8
landsverordening stelt dat de aanbieder van commerciële communicatie de wederpartij de
voorwaarden die de door hem te sluiten overeenkomsten langs elektronische weg beheersen, met
inbegrip van eventuele algemene voorwaarden, langs elektronische weg ter beschikking stelt op een
wijze dat de wederpartij in staat is deze op te slaan en later weer te geven dan wel verstrekt hem deze
schriftelijk.
In het hierna volgende wordt een nadere toelichting gegeven van de verschillende mogelijkheden
waarop aan de informatieplicht van de gebruiker invulling kan worden gegeven:
Artikel 6:234 lid 1 sub a BW bepaalt dat de gebruiker vóór of bij het sluiten van de overeenkomst de
algemene voorwaarden aan de wederpartij heeft overhandigd. Hiertoe voldoet zowel de
daadwerkelijke overhandiging van een papier waarop de voorwaarden zijn weergegeven, als de
toezending daarvan. Het louter bieden van de mogelijkheid om de tekst via een website te downloaden
zal over het algemeen niet als terhandstelling worden aangemerkt; op deze wijze zou de gebruiker
van de algemene voorwaarden een bepaalde inspanning vereisen van de wederpartij welke niet met
artikel 6:234 lid 1 BW lijkt te verenigen.
Het vereiste van de terhandstelling vloeit voort uit de noodzaak ad artikel 6:233 sub b BW om de
wederpartij een redelijke mogelijkheid te bieden om kennis te nemen van de inhoud. Tevens dienen de
algemene voorwaarden qua grootte goed leesbaar zijn. Een gangbare vorm om de aanvaarding van de
algemene voorwaarden vast te leggen, het voor ontvangst laten tekenen door de wederpartij.
Indien de terhandstelling redelijkerwijs niet mogelijk is, biedt artikel 6:234 lid 1 sub b BW de
mogelijkheid om voordat de overeenkomst tot stand komt aan de wederpartij kenbaar te maken dat de
voorwaarden bij de gebruiker ter inzage liggen danwel bij een vestiging van de Kamer van
Koophandel of de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint
Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn gedeponeerd. Daarnaast kunnen de voorwaarden
desgewenst aan de wederpartij worden toegezonden. Deze mogelijkheid kan alleen gehanteerd
worden als de terhandstelling niet mogelijk is, zoals in geval van een telefonisch afgesloten
overeenkomst. In dit geval wordt de verplichting tot terhandstelling vervangen door een tweeledige
mededelingsplicht: enerzijds dient de gebruiker mee te delen dat en waar de voorwaarden kunnen
worden ingezien, anderzijds dient de gebruiker aan te geven dat hij de voorwaarden desgewenst zal
toezenden.11 Hoewel de voorwaarden dienen te worden toegezonden alvorens de overeenkomst wordt
afgesloten, blijkt uit de praktijk dat de wederpartij zelden geneigd is om het afsluiten van de
overeenkomst uit te stellen in afwachting van de ontvangst van de algemene voorwaarden. Als
gevolg hiervan wordt de overeenkomst vaak getekend zonder dat de voorwaarden bekend zijn bij
danwel ontvangen zijn door de wederpartij. Toch heeft het zin om ook dan de voorwaarden alsnog
toe te zenden na het ondertekenen van de overeenkomst, mede opdat de wederpartij zich alsnog een
beeld kan vormen van haar rechtspositie en ten behoeve van de dossiervorming. Mede om deze reden
bepaalt de wet dat als de wederpartij de gebruiker om toezending verzoekt, deze de algemene
voorwaarden onverwijld en op zijn kosten aan haar cliënt moet toesturen. Doet zij dat niet dan zijn de
voorwaarden vernietigbaar op grond van artikel 6:234 lid 2 BW.
11 Rinkes en Hendrikse, 2010, p. 153-191.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
9
Met “onverwijld” wordt bedoeld: zonder vertraging. Als vuistregel geldt dat nog sprake is van
onverwijld, als de algemene voorwaarden worden verstuurd op de tweede werkdag na binnenkomst
van het verzoek van de wederpartij.12
Het in artikel 6:234 lid 1 en 2 BW omtrent de verplichting tot toezending bepaalde is niet van
toepassing, voor zover deze toepassing redelijkerwijze niet van de gebruiker kan worden gevergd.
Dan kan worden volstaan met de mededeling dat de algemene voorwaarden bij de gebruiker ter
inzage liggen of bij een vestiging van de Kamer van Koophandel of de griffie zijn gedeponeerd.13
Bij een tussentijdse wijziging van de algemene voorwaarden zal de wederpartij de wijzigingen als
zodanig moeten accepteren, aangezien dit als een aanvullende overeenkomst wordt beschouwd.14 Uit
de jurisprudentie blijkt dat de Hoge Raad vooralsnog weinig voelt voor een versoepeling van de
informatieplicht.15
1.1.4 Kernbedingen
Artikel 6:231 BW stelt dat onder algemene voorwaarden niet worden verstaan de bedingen die de kern
(oftewel de essentialia) van de prestaties aangeven, voor zover deze bedingen duidelijk en begrijpelijk
zijn geformuleerd. Dit zijn de zogeheten kernbedingen.
De Hoge Raad heeft reeds in 1997 overwogen dat het begrip kernbeding zo beperkt mogelijk dient te
worden opgevat. Het betreft de bepalingen zonder welke een overeenkomst, bij gebreke van voldoende
bepaalbaarheid van de verbintenissen, niet tot stand komt. De prijs is logischerwijs altijd een
kernbeding. Ook de omschrijving van de dekking bij een verzekeringsovereenkomst alsook de
dekkingsuitsluitingsclausules worden aangemerkt als kernbedingen.16 De rechter mag kernbedingen
niet op hun mogelijk onredelijk bezwarend karakter toetsen omdat dit zou neerkomen op een
introductie van een “iustum pretium”17 regel in het contractenrecht wat niet als zodanig is aanvaard.
Deze regel komt hierop neer dat een rechtvaardige prijs (of ruimer: een zeker evenwicht tussen de
waarde van de prestaties die partijen over en weer verschuldigd zijn) geen voorwaarde is voor de
geldigheid van een overeenkomst.18 Een overeenkomst die inhoudelijk zeer onevenwichtig is
(bijvoorbeeld een prijs die als veel te hoog wordt ervaren), kan dus niet alleen op die grond vernietigd
worden, ook niet als er over die prijs niet afzonderlijk is onderhandeld. De gevolgen zijn hierbij voor
rekening van de wederpartij.
Overigens is een beding dat voor partijen erg belangrijk is, louter om die reden nog geen kernbeding; in
beginsel kunnen partijen dus niet zelf een bepaald beding tot kernbeding bestempelen. wel kan het mee
worden genomen in de afwegingen. Zo zou de wederpartij kunnen aangeven dat hij zonder een bepaald
12 Jongeneel, 2010, p. 111-120 en Rinkes en Hendrikse, 2010, p. 153-192.
13 Rinkes en Hendrikse, 2010, p. 174-178.
14 HR 12 januari 1996, NJ 1996, 683 (Kroymans/Sun Alliance) en HR 14 mei 2004, RvdW 2004, 74 (Witte/Alte Leipziger).
15 Loos, 2001, p.1-5 en Loos, 2006, p. 61—91.
16 Vriesekoop-van Seumeren 2002, p. 181-190.
17 Hesselink, 2004, p. 53
18 Grosheide, 1996 , p. 6227.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
10
beding de overeenkomst nooit zou hebben afgesloten. De rechter kan met deze omstandigheid rekening
houden bij een bewijslastverdeling.19
Ook al kunnen kernbedingen niet getoetst worden aan de norm onredelijk bezwarend, de toetsing aan
redelijkheid en billijkheid blijft uiteraard mogelijk (artikel 6:2 BW, artikel 6:248 BW). De Hoge Raad
heeft beslist dat met betrekking tot één feitencomplex artikel 6:233, aanhef en sub a BW (vernietiging
van een algemene voorwaarde op de grond dat de voorwaarde onredelijk bezwarend is) en artikel 6:248
lid 2 BW niet naast elkaar of tegelijkertijd kunnen worden toegepast. Het is wel mogelijk om voor een
van beide artikelen te kiezen. Er is tussen beide dus geen sprake van cumulatie of exclusiviteit maar
van alternativiteit.
1.1.5 De uitleg van algemene voorwaarden
Richtinggevend bij de uitleg van contractsbepalingen is de redelijkheid en billijkheid.20 De Hoge Raad
gaf in diverse arresten21 als overweging dat het bij uitleg van contractsbepalingen aankomt op de zin
die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten
toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Hieraan
werd toegevoegd dat mede van belang is de rechtskennis van de partijen. Verwezen wordt naar de
Haviltexnorm (zie tevens paragraaf 1.2.1), waarbij ook rekening wordt gehouden met wat partijen
gezien onder meer de maatschappelijke kring waartoe ze behoren mogen verwachten.22
Wanneer partijen een individuele afspraak hebben gemaakt die afwijkt van de algemene voorwaarden,
zal die afspraak de andersluidende algemene voorwaarden ter zijde stellen. Zinsneden die aan de
algemene voorwaarden zijn toegevoegd, zullen redelijkerwijs voorrang hebben boven de
standaardtekst. Mede om deze reden is in artikel 6:238 lid 2 BW-Nl. bepaald dat bij twijfel over de
betekenis, de voor de consument gunstigste interpretatie prevaleert, de zogenoemde uitleg contra-
proferentem.23 Overigens is deze bescherming alleen voor de consument wettelijk vastgelegd. Een
consument wordt gedefinieerd als een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een
beroep of bedrijf (artikel 6:236 - 6:238 BW).
1.1.6 Het toetsingskader
Het centrale toetsingsartikel in Afdeling 6.5.3 is artikel 6:233 BW. Op grond van die bepaling is een
beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien het onredelijk bezwarend is (artikel 6:233 a BW)
of de gebruiker van de voorwaarden de wederpartij geen redelijke mogelijkheid heeft geboden van die
19 Rinkes en Hendrikse, 2010, p. 174-177.
20 Van Rossum, 2010, p. 51.
21 Van Rossum, 2010, p. 51-82.
22 HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Ermes/Haviltex).
23 Van Rossum, 2010, p. 61-69 en Jongeneel, 2010, p. 359-371.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
11
voorwaarden kennis te nemen (artikel 6:233 b BW). De vernietigbaarheid kan ook buitengerechtelijk
worden ingeroepen (artikel 6:246 jo artikel 3:50 BW).24
Zoals aangegeven in paragraaf 1.1.4 en 1.1.5 mogen in algemene voorwaarden geen als onredelijk te
beschouwen bedingen voorkomen. De wetgever heeft twee lijsten opgesteld, waarmee de open norm
van artikel 6:233 sub a BW nader wordt ingevuld (artikel 6:236-238 BW). Deze lijsten gelden bij
overeenkomsten tussen een gebruiker en een consument.
Artikel 6:236 BW, bekend als de zwarte lijst, bevat bedingen die, indien opgenomen in algemene
voorwaarden, door de wet als onredelijk bezwarend worden aangemerkt. Tegenbewijs is niet nodig.
Indien een beding in artikel 6:236 BW voorkomt, is dat enkele feit al voldoende om tot een onredelijk
bezwarend karakter te concluderen, zodat het beding op grond van artikel 6:233 sub a BW kan
worden vernietigd.
Artikel 6:237 BW, bekend als de grijze lijst, wijkt van artikel 6:236 BW af in de zin dat de erop
staande bedingen niet als onredelijk bezwarend worden aangemerkt, maar slechts worden vermoed
onredelijk bezwarend te zijn. Dit geeft de gebruiker van de algemene voorwaarden de mogelijkheid
om tegenbewijs te leveren dat het beding dus geen onredelijk bezwarend karakter heeft. Artikel 6:237
BW schept dus niet zelf vernietigbaarheid, maar dient in samenhang met artikel 6:233 sub a BW te
worden beschouwd.
De vernietigbaarheid van een beding in algemene voorwaarden leidt in het algemeen niet tot
vernietiging van de gehele overeenkomst.25 Op basis van de algemene regeling van de partiële
nietigheid (artikel 3:41 BW) wordt slechts dat deel van de rechtshandeling ongedaan gemaakt dat met
het nietige deel in onverbrekelijk verband staat.26 27
1.2. Algemene Voorwaarden en schadeverzekeringen
1.2.1 De dekkingsomschrijving in de verzekeringsovereenkomst
Om vast te stellen of een beding al dan niet als een kernbeding dient te worden aangemerkt bij
verzekeringen stelt Wansink28 voor om na te gaan of een beding de schadelast en derhalve de
premiestelling rechtstreeks beïnvloedt. Om een voorbeeld te geven: bij een opstalverzekering kunnen
als kernbedingen worden aangemerkt: de verzekerde som, de premie en de omschrijving van het
gevaarsobject alsook eventuele uitsluitingen. Deze zijn dan dus van rechterlijke toetsing uitgesloten.29
In de jurisprudentie komt men gevallen tegen waarbij tegen een beroep op een uitsluitingsclausule als
verweer wordt aangevoerd dat de clausule een algemene voorwaarde vormt, waarvan de vernietiging
wordt ingeroepen aangezien de klant niet vóór het afsluiten van de verzekering van de
24 Wessels en Wissink, 2010, p. 9.
25 Van den Brink, 2010, p. 83-91.
26 HR 17 december 1999, NJ 2000, 140 (Breg/Makelaardij Asper).
27 Hartkamp en Sieburgh 6-3, 2010 nr. 510 en 645 e.v.
28 Wansink, 2009, p. 19.
29 Hendrikse, 2008, p. 21-64 en Vriesendorp-Van Seumeren, 2002, p. 77-151.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
12
uitsluitingsclausule in kennis gesteld en de polis pas nadat zich een schade had voorgedaan. De clausule
werd dan geacht onredelijk bezwarend te zijn. 30
Voor wat de interpretatie van verzekeringsovereenkomsten en bijbehorende algemene voorwaarden
betreft, dient 31 in de eerste plaats te worden vastgesteld of de betrokken voorwaarde duidelijk en
begrijpelijk is en eenduidig uitgelegd kan worden. Indien de rechtbank oordeelt dat een clausule
onduidelijk is en dus voor meer dan één uitleg vatbaar is, wordt in de regel op grond van artikel 6:238
lid 2 BW-Nl. de voorkeur gegeven aan de interpretatie welke in het voordeel is van de consument,
mede uitgaande van de omstandigheden van het geval. 32 33 34 Staat bij de Haviltexnorm (zie 1.1.5)
centraal dat de omstandigheden van het geval mede bepalend zijn voor de interpretatie van een geval,
bij de CAO norm wordt ervan uitgegaan dat primair de bewoording van doorslaggevende betekenis is
voor de uitleg van een tekst. Heden ten dage worden beide gezichtspunten beschouwd als niet
tegengesteld aan elkaar maar een vloeiende overgang bevattende met een gemeenschappelijke
grondslag: de redelijkheid en billijkheid alsook de omstandigheden van he geval.
Indien de verzekeringnemer gebruik heeft gemaakt van de diensten van een onafhankelijke
verzekeringstussenpersoon35dan oordeelt de rechter dat die tussenpersoon de reikwijdte van de
polisvoorwaarden behoorde uit te leggen aan de verzekeringnemer. In Nederland werd met de in
werking treding van de Wet op het financieel toezicht in 200736 van de tussenpersoon een versterkte
voorlichtende rol verwacht aan de klanten voorafgaand aan het afsluiten van een verzekering.37 In
Curaçao is deze wet nog niet van kracht. Het handelen van de assurantietussenpersoon wordt op
Curaçao gereguleerd in de Landsverordening Assurantiebemiddeling (LAB). De onafhankelijke
verzekeringstussenpersoon heeft zowel een zorgplicht als een informatieplicht.38 Indien een consument
verzekerde en een verzekeraar een geschil hebben over de uitleg van een polisvoorwaarde, dient naar
analogie van artikel 6:238 lid 2 BW-Nl. gekozen te worden voor een uitleg ten nadele van de
verzekeraar (de reeds eerder genoemde contra- proferentem regel). 39
Een door de toezichthouder aangewezen beheerder van een verzekeringsportefeuille wordt beschouwd
als een verlengstuk van de verzekeringsmaatschappij waartoe de betreffende portefeuille behoort, en
kan zich naar de klanten toe er niet op beroepen niet op de hoogte te zijn van de vigerende algemene
voorwaarden. De rechter besliste in een dergelijk geval op Curaçao in het voordeel van de
verzekeringnemer.40 In een ander geval welke zich afspeelde op Bonaire, oordeelde de rechter dat de
30 HR 8 februari 2011, LJN BO9618 (Delphi N.V./Marine Specialty Management Inc.).
31 Hendrikse, 2008, p. 144-153.
32 HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Ermes/Haviltex).
33 HR 17 september 1993, NJ 1994, 173 (Gerritse/HAS), HR 28 juni 2002, NJ 2003, 111 (Buijsman en Elsenburg/ Motel
Akersloot) en HR 16 mei 2003, NJ 2003, 470 (London/Noordhollandsche). 34 HR 20 februari 2004, NJ 2005, 493 (Pensioenfonds DSM/Fox).
35 Landsverordening Assurantiebemiddeling Curaçao en de Wet Assurantiebemiddeling Nederland
36 Wet Financieel Toezicht Nederland, 1 januari 2007.
37 HR 17 december 1976, NJ 1977, 241 (Bunde / Erckens) en HR 28 april 1989, NJ 1990, 583 (Liszkay/Harman).
38 De Jong, 2008, p. 47-86.
39 HR10 december1993, RvdW 1993, 247 (Fräser/Bruinisse).
40 GHvJ 7 december 2010, LJN, BO7460 (C.A. de Seguros La Internacional).
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
13
verzekeringnemer door het voor ontvangst tekenen van de algemene voorwaarden, zich vervolgens
niet kan beroepen op het niet op de hoogte zijn van die algemene voorwaarden. 41
1.2.2 Juridische facetten van de schadeverzekering
Bij de schadeverzekering krijgt men voor wat de algemene voorwaarden betreft vaak te maken met
het aandachtspunt van de kwalitatieve rechten (artikel 6:251 BW). Zo wordt bijvoorbeeld bij een
brandverzekering vaak bepaald dat bij eigendomsoverdracht van het huis de verzekering eindigt. Ook
wordt soms bepaald dat de dekking na de overdracht nog 60 dagen voortduurt. Daarnaast wordt bij
een motorrijtuigenverzekering in de praktijk altijd overeengekomen dat bij eigendomsoverdracht de
verzekering eindigt.
Als een verzekeringnemer zich tegen de gevolgen van zijn wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan
derden toegebracht in verband met zijn motorvoertuig verplicht verzekert bij een verzekeraar, dan zal
degene die gewond raakt bij een aanrijding met dat motorvoertuig, aan de overeenkomst tussen de
verzekeringnemer en de verzekeraar als derde volgens de algemene beginselen van het recht geen
rechtstreekse aanspraak kunnen maken op dekking van de schade door de verzekeraar. De Curaçaose Wet
Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM),42waarbij aan de eigenaar van een motorrijtuig de
verplichting wordt opgelegd zijn motorrijtuigen voor schade aangericht aan derden (= wettelijke
aansprakelijkheid, WA) te verzekeren, kent echter aan de benadeelde een eigen recht toe op een
rechtstreekse vergoeding van zijn schade door de betreffende verzekeraar.
41 GHvJ 27 januari 2010, LJN: BL1968 (Royal Sun Alliance Bonaire).
42 Landsverordening Aansprakelijkheid Motorrijtuigen Curaçao.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
14
2 Het nieuwe verzekeringsrecht van Curaçao
2.1 Een korte uitwijding over het nieuwe verzekeringsrecht van Curaçao
Verzekeraars hebben een zekere mate van flexibiliteit om eigen regels op te nemen in hun
polisvoorwaarden.43 Deze vrijheid werd voor wat Curaçao betreft tot nu toe gereguleerd door de
wettelijke regeling aangaande algemene voorwaarden (artikel 6:231-247 BW). De Landsverordening
tot vaststelling van de titels 17 en 18 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Landsverordening
verzekering en lijfrente) is door de Staten van Curaçao aangenomen op 20 november 2011. Deze
verordening strekt tot hercodificatie in het nieuwe Burgerlijk Wetboek van het verouderde in het
Wetboek van Koophandel geregelde verzekeringsrecht. Het ontwerp is ontleend aan de Nederlandse
wet welke in werking is getreden op 1 januari 2006 (titel 7.17 BW-Nl.) en bouwt voort op de per 1
januari 2001 ingevoerde Boeken 3, 5 en 6 nieuw BW (voormalige Nederlandse Antillen).
2.1.1 Schade- en sommenverzekeringen
Voor wat betreft het nieuwe verzekeringsrecht van Curaçao is gekozen voor een opzet, waarbij
verzekering wordt onderscheiden in schade- en sommenverzekering waarbij een schadeverzekering
tot doel heeft vermogensschade te vergoeden, terwijl het bij sommenverzekering niet uitmaakt of, en
in hoeverre, met de uitkering schade wordt vergoed. Voortbordurende op dit onderscheid bevat titel
7.17 drie afdelingen. In de eerste afdeling zijn de bepalingen opgenomen die bij schade- en
sommenverzekering beide gelden. De tweede afdeling is aan schadeverzekering gewijd en de derde
aan sommenverzekering. Deze laatste afdeling bestaat op haar beurt uit twee paragrafen. De eerste
bevat de artikelen welke voor alle sommenverzekeringen gelden; de tweede heeft uitsluitend
betrekking op de levensverzekering.
2.1.2 Een overzicht van een aantal belangrijke wijzigingen in het nieuwe verzekeringsrecht
De Landsverordening verzekering en lijfrente geeft veel aandacht aan de consumentenbescherming,
mede in relatie tot de consumentenbescherming met betrekking tot algemene voorwaarden in afdeling
6.5.3. De bescherming van de particulier komt allereerst hierin tot uiting dat van verschillende
bepalingen niet ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde kan worden
afgeweken indien de verzekeringnemer een particulier is. In afzonderlijke slotartikelen wordt
aangegeven van welke bepalingen in één of meer opzichten niet mag worden afgeweken. Deze zijn
voor de afdelingen 1 en 2 de artikelen 7:943 BW en 7:963 BW, en voor de paragrafen van afdeling 3
de artikelen 7:974 BW en 7:986 BW.
De landsverordening brengt onder meer wijziging in de regeling van de mededelingsplicht (artikelen
7:928 BW tot en met 7:930 BW en artikel 7:977 BW), de mogelijkheid van bewijslevering door de
verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde (beperking daartoe ontbreekt), de elektronische polis
(artikel 7:932 BW juncto artikel 135a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering), de betaling door de
verzekeraar aan een tussenpersoon ter doorbetaling aan de tot uitkering gerechtigde (artikel 7:937), de
43 HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326 (Winterthur/Janssen).
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
15
opzegging (artikel 7:940 BW), het bedrog bij schadevaststelling (artikel 7:941 lid 5 BW), de verjaring
(artikelen 7:942 en 7:985 BW), de eigen roekeloosheid van de verzekerde (artikel 7:952 BW), de
‘directe actie’ van de benadeelde tegen de verzekeraar bij een aansprakelijkheidsverzekering (artikel
7:954), de subrogatie (artikel 7:962 BW), de sommenverzekering in het algemeen (artikelen 7:964 tot
en met 7:974 BW), de verzorgingsbescherming van de verzekeringnemer of begunstigde tegen
uitwinning van een levensverzekering in geval van faillissement of derdenbeslag (artikel 7:986, vierde
lid, en buiten titel 7.17 BW: artikel 4:215 BW, vijfde lid, artikel 479p Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en artikel 18a Faillissementsbesluit 1931).
Op een aantal van deze wijzigingen die essentieel zijn voor wat betreft de regulering van de algemene
voorwaarden wordt in het hiernavolgende afzonderlijk ingegaan, te weten de mededelingsplicht,
wijziging van de dekking, opzegging van de overeenkomst en verjaring.
2.1.3 De mededelingsplicht in het nieuwe verzekeringsrecht
Artikel 7:928 BW regelt de mededelingsplicht. De verzekeraar kon zich tot de inwerkingtreding van
het nieuwe verzekeringsrecht op nietigheid van de overeenkomst beroepen indien de
verzekeringnemer hem onjuist of onvolledig had voorgelicht, zodat hij bij kennis van de ware feiten
de verzekering niet of slechts op andere voorwaarden zou hebben gesloten. De bezwaren hiertegen
zijn dat de nietigheid de verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde veelal te zwaar treft. Het
nieuwe verzekeringsrecht legt de verzekeringnemer een bijzondere mededelingsplicht op: in het eerste
lid van artikel 7:928 staat dat de verzekeringnemer steeds verplicht is de verzekeraar vóór het sluiten
van de overeenkomst in te lichten omtrent alle feiten die hij kent of behoort te kennen. Dit strekt zich
niet uit tot alles wat voor de verzekeraar van belang is, of van belang kan zijn, maar is beperkt tot de
feiten waarvan de verzekeringnemer weet, of waarvan hij behoort te weten, dat zij voor de verzekeraar
van belang zijn of kunnen zijn. Wat de verzekeringnemer weet of behoort te weten, kan worden
afgeleid uit de in het zesde lid genoemde vragenlijst. Ook moet rekening worden gehouden met wat
een persoon als de verzekeringnemer in deze weet of behoort te begrijpen.44
Feiten omtrent het strafrechtelijk verleden kunnen voor de verzekeraar van groot belang zijn voor de
beoordeling van het morele risico. Daartegenover staat het belang van de verzekeringnemer en de tot
uitkering gerechtigde, dat zij door hun strafrechtelijk verleden niet door de jaren heen vervolgd
blijven. De in het vijfde lid van artikel 7:928 BW voorgestelde bepaling – met een termijn van acht
jaren – tracht aan beide belangen tegemoet te komen. Indien in een vragenlijst niet naar het
strafrechtelijk verleden wordt gevraagd, behoeft de verzekeringnemer ingevolge het zesde lid
daarover ook geen mededelingen te doen. Alhoewel de verzekeraar de verzekeringnemer op de
mogelijke gevolgen van de niet-nakoming van de mededelingsplicht dient te wijzen, heeft het nieuwe
verzekeringsrecht de beslissing over het voortbestaan van de verzekering slechts in uiterste gevallen
in de handen van de verzekeraar gelegd om te voorkomen dat een verzekering op grond van minder
ernstige tekortkomingen kan worden opgezegd. In alle overige gevallen blijft de verzekering dus
44 HR 3 november 1978, NJ 1980, 500 (Maarnse broodbezorger).
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
16
bestaan, met ingevolge artikel 7:930 BW de mogelijkheid van een lagere uitkering. Daarentegen geeft
artikel 7:930 lid 3 BW de verzekeringnemer een recht tot opzegging van de polis.
Ingevolge artikel 6:233, onderdeel b, BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien
de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene
voorwaarden kennis te nemen door middel van de terhandstelling (6:234 lid 1 sub a BW). De
voordelen van het sluiten van overeenkomsten langs elektronische weg zouden echter grotendeels
teniet worden gedaan indien voor of bij het sluiten van die overeenkomst de algemene voorwaarden in
schriftelijke vorm ter beschikking moeten worden gesteld. Aan dit bezwaar wordt in het nieuwe
verzekeringsrecht in het aangepaste artikel 6:234 lid 2 BW tegemoetgekomen. Indien een
overeenkomst niet langs elektronische weg wordt gesloten, is het eveneens doelmatig om de gebruiker
toch de bevoegdheid te geven om de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de
overeenkomst langs elektronische weg ter beschikking te stellen. Ook diens wederpartij kan er de
voorkeur aan geven om de algemene voorwaarden bijvoorbeeld via e-mail te ontvangen.
2.1.4 Wijziging van de dekking, opzegging van de overeenkomst en verjaring in het nieuwe
verzekeringsrecht
De verzekeringspolis kan aan wanbetaling van de premie opschorting of beëindiging van de dekking
of van de verzekering verbinden. De wet beschermt de tot uitkering gerechtigde tegen het onthouden
worden van een recht op een uitkering of op dekking louter vanwege het achterwege blijven van de
premiebetaling. Naast een aanmaning zoals gesteld in artikel 7:934 BW voordat de verzekering of
dekking kan worden geschorst of beëindigd, dient de verzekeringnemer door de verzekeraar duidelijk
te worden gewezen op de gevolgen van het niet tijdig betalen van de premie.
Artikel 6:127 lid 2 BW staat toe dat premieschulden worden verrekend met een uitkering aan de
verzekeringnemer. Artikel 7:935 BW staat in aanvulling hierop ook verrekening van premies met een
uitkering toe indien niet de verzekeringnemer, maar een derde de tot uitkering gerechtigde is.
De artikels 7:936 en 7:937 BW dienen ter bescherming van de verzekeringnemer tegen het
onvermogen van de verzekeringstussenpersoon om de uitkering aan de verzekerde te voldoen. Hierbij
geldt dat de verzekeraar bij betaling aan de tussenpersoon pas is gekweten zodra de uitkering aan de
tot uitkering gerechtigde is voldaan.
Artikel 7:940 BW bevat enkele voorschriften omtrent opzegging van de overeenkomst. Het eerste lid
betreft verzekeringen die automatisch doorlopen zolang niet tijdig is opgezegd waarbij een
opzegtermijn van twee maanden als redelijk wordt beschouwd.
Artikel 7:941 BW gaat nader in op de meldingsplicht. Deze verplichting ontstaat zodra de
verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van het
schadevoorval. Voorwaarde is dat de mededeling zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is wordt
gedaan. De bepalingen omtrent verjaring, vervat in titel 11 van Boek 3, zijn van regelend recht.
Artikel 6:236 sub g BW plaatst een verjaringstermijn van minder dan een jaar op de zwarte lijst.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
17
In Artikel 7:952 BW wordt gesproken van opzet of roekeloosheid als uitsluitingsgrond. Partijen
kunnen overeenkomen om ook lichtere graden van schuld van de dekking uitsluiten. In hoeverre zij
dit kunnen uitbreiden zonder dat dit in strijd komt met de goede zeden en de openbare orde, dient
aan artikel 3:40 BW te worden getoetst.
2.2 Standaardbedingen in algemene voorwaarden van verzekeringen
Het Verbond van Verzekeraars in Nederland heeft ten behoeve van haar leden verschillende model
clausules opgesteld met als doel het standaardiseren van de gehanteerde clausules en per 1 januari
2010 een gedragscode ingevoerd voor wat betreft de geïnformeerde verlenging van en
contractstermijnen voor particuliere schadeverzekeringen.
In het hiernavolgende wordt ingegaan op een aantal bedingen die standaard worden opgenomen in
algemene voorwaarden van verzekeringen. Aan de hand hiervan zal vervolgens in hoofdstuk 3 de
huidige algemene voorwaarden van vier Fatum schadeverzekeringen worden getoetst aan de criteria
van onredelijke bezwaardheid.
De meldingvervalclausule is van belang bij de vraag of een verzekeraar zich te allen tijde zou kunnen
beroepen op het verval van recht op uitkering voor de verzekerde in geval van overschrijding van de
contractueel overeengekomen termijn voor het melden van een schade. Vastgesteld dient te worden
wanneer er sprake is van een redelijk belang in de zin van art. 7:941 lid 4 BW Nederland. Hiertoe
wordt gekeken naar het daadwerkelijk belang van de verzekeraar bij een late schademelding.
De fraudevervalclausule refereert naar het feit dat fraude, in welke mate dan ook, bij de vaststelling
van de omvang van de schade, leidt tot geheel verval van het recht op een verzekeringsuitkering. Tot
de invoering van het nieuwe verzekeringsrecht in Nederland bood de wet de verzekeraar weinig
bescherming tegen fraude bij de vaststelling van de omvang van de uitkering en hield de verzekerde
recht op het werkelijke uitkeringsbedrag. Op grond van het Benzol-arrest45 was reeds duidelijk
geworden dat de ontbindingsmogelijkheid niet gebruikt kon worden om de verzekerde ieder recht op
uitkering te ontzeggen. Het nieuwe verzekeringsrecht (artikel 7:941 lid 5 BW) bepaalt dat het recht op
uitkering vervalt indien een verplichting door de uitkeringsgerechtigde of de verzekeringnemer niet is
nagekomen met de opzet de assuradeur te misleiden, behoudens voorzover deze misleiding het verval
van het recht op uitkering niet rechtvaardigt. Deze bepaling is op grond van art. 7:943 lid 2 BW van
dwingend recht en schrijft voor wanneer de verzekeraar bij fraude de gehele uitkering mag weigeren
op grond van bijzondere omstandigheden.
De opzeggingsclausule geeft de verzekeraar de mogelijkheid de verzekeringsovereenkomst op te
zeggen indien zich een bepaalde in de polis beschreven situatie voordoet, bijvoorbeeld na een
schademelding van de verzekerde. Op grond van artikel 6:237 sub d BW worden clausules die de
verzekeraar de bevoegdheid geven zich aan zijn gebondenheid aan de overeenkomst te bevrijden
vermoed onredelijk bezwarend te zijn tenzij de clausules de gronden expliciet formuleren en tevens
45 HR 16-1-1959, NJ I960, 46, Benzol.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
18
van de verzekeraar niet kan worden gevergd dat hij in die in de clausule genoemde omstandigheden
de verzekeringskomst moet continueren. Met de invoering van titel 7.17 is de bescherming tegen
opzegging door de verzekeraar uitgebreid. Uitgaande van artikel 7:943 lid 2 BW Nederland kan een
verzekeraar de verzekeringsovereenkomst tussentijds slechts opzeggen bij een enkele schademelding
indien de verzekeraar aantoont dat continuering van de verzekeringsovereenkomst in het betrokken
geval niet meer van hem kan worden gevergd.
De schorsingsclausule wordt opgenomen met de bepaling dat in geval van te late premiebetaling de
dekking wordt geschorst en dat deze zonder terugwerkende kracht herleeft de dag nadat de
verschuldigde premie - inclusief de premie over de geschorste periode - en de kosten zijn voldaan.
Deze clausule kan worden geacht in strijd te zijn met artikel 6:236 sub c BW: het geeft namelijk aan
de verzekeraar een verdergaande bevoegdheid dan hem volgens de wet toe zou komen, aangezien het
alsnog betalen er niet toe zou leiden dat de verzekering met terugwerkende kracht in kracht wordt
hersteld. Dientengevolge werd de clausule als onredelijk bezwarend aangemerkt en was het derhalve
vernietigbaar. Voor wat betreft het nieuwe verzekeringsrecht spreekt artikel 7:934 BW-Nl. zich niet
expliciet uit over de toelaatbaarheid van de schorsingsclausule doch geeft alleen aan welke
zorgvuldigheidsvereisten de verzekeraar in acht moet nemen bij het overgaan tot beëindiging of
schorsing van de verzekeringsovereenkomst of de dekking (artikels 6:262 en 6:265 BW). Artikel
7:934 BW bepaalt in afwijking van artikel 6:83 sub a BW onder andere dat de te late premiebetaling
van vervolgpremie slechts kan leiden tot schorsing van de verzekeringsdekking nadat de schuldenaar
na de vervaldag onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van betaling zonder succes is
aangemaand tot betaling binnen een termijn van veertien dagen, aanvangende de dag na de aanmaning.
Er geldt dus een waarschuwingsplicht voor de verzekeraar.
De adresclausule geeft aan dat kennisgevingen aan de verzekerde rechtsgeldig aan het laatst bij de
verzekeraar bekende adres van de verzekerde of aan het adres van de tussenpersoon door wiens
bemiddeling de verzekering loopt dienen te worden gericht. Een dergelijk beding is conform artikel
6:236 lid 1 BW niet onredelijk bezwarend. In het nieuwe verzekeringsrecht (artikel 7:943 lid 2 BW
Nederland) is dit ongewijzigd gebleven.
De en bloc clausule geeft de verzekeraar de mogelijkheid om premie en/of voorwaarden van bepaalde
verzekeringen integraal en voor alle verzekerden op eenzelfde wijze te wijzigen. De verzekeringnemer
heeft hierbij de mogelijkheid om de verzekeringsovereenkomst te beëindigen na kennisneming van de
voorgenomen wijziging. Op grond van artikel 6:237 sub c BW geldt een vermoeden van onredelijk
bezwaardheid bij een wezenlijke wijziging van de dekking. In het nieuwe verzekeringsrecht in
Nederland (artikel 7:940 lid 4 jo artikel 7:943 lid 3 BW Nederland) is een dergelijke clausule niet
meer toegestaan in consumentenovereenkomsten. Daarentegen blijft de situatie voor
bedrijfsverzekeringsovereenkomsten ongewijzigd, mede op grond van artikel 6:233 sub a BW.
De verjaringsclausule en contractuele vervaltermijnen geven voor wat betreft de vordering tot het
doen van een verzekeringsuitkering op grond van artikel 3:307 lid 1 BW een tijdsperiode van vijf jaar.
Op grond van artikel 6:236 sub g BW gold dat een beding dat een verjaringstermijn verkort tot minder
dan een jaar, onredelijk bezwarend was. Het is verzekeraars op dit moment niet meer toegestaan om
verjaringstermijnen op te nemen die korter zijn dan drie jaar. Artikel 7:942 lid 2 en 3 BW bepalen dat
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
19
een nieuwe verjaringstermijn van een half jaar gaat lopen de dag volgende waarop de verzekeraar bij
aangetekende brief heeft medegedeeld de aanspraak af te wijzen waarbij er uitdrukkelijk op de
halfjaarstermijn moet zijn gewezen. Er mag niet ten nadele van de verzekeringnemer of de
uitkeringsgerechtigde van deze termijn worden afgeweken.
Voor wat betreft de Na-U-clausule geldt dat een verzekeraar een schade niet in behandeling neemt
wanneer hetzelfde evenement ook elders is verzekerd. Artikel 7:961 lid 1 BW bepaalt dat indien een
schade door twee verschillende verzekeringen wordt gedekt, de verzekerde met inachtneming van het
indemniteitsbeginsel, elk der verzekeraars kan aanspreken.De aangesproken verzekeraar wikkelt de
schade volledig af en kan vervolgens het betreffende deel van de schade-uitkering terugvorderen bij
de andere verzekeraar(s).
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
20
3.. De algemene voorwaarden van Fatum schadeverzekeringen
3.1 Een overzicht van de Fatum schadeverzekeringen
Fatum biedt een veelheid van schadeverzekeringen aan, zoals de motorrijtuigenverzekering, de
woonhuisverzekering, de inboedelverzekering, de kostbaarhedenverzekering, de
aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren, de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en
beroepen, de werkmaterieelverzekering, de geldvervoerverzekering, de combinatieverzekering voor
zaken, de brandverzekering de inbraakverzekering, de persoonlijke ongevallenverzekering voor
inzittenden en de ongevallenverzekering. De afzonderlijke schadeverzekeringen hebben elk hun eigen
algemene voorwaarden, weergegeven in de afzonderlijke polismantels die gedeponeerd zijn bij de
griffie van het land Curaçao. De voorwaarden van alle Fatum schadeverzekeringen geven een
beschrijving van de begripsomschrijvingen, dekking, uitsluitingen, verplichtingen bij schade,
schaderegeling, premie, aanpassing van de verzekering, duur van de verzekering, begin en einde van de
verzekering en nadere omschrijvingen.
Daarnaast zijn er in bepaalde gevallen een aantal additionele verzekering specifieke voorwaarden zoals
in het geval van de motorrijtuigenverzekering de aansprakelijkhied en de no claim opbouw en bij de
Woonhuisverzekering Perfect de herbouw- en verkoopwaarde en de onder- en oververzekering.
In het hiernavolgende worden de algemene voorwaarden van vier gangbare Fatum schadeverzekeringen
getoetst aan de onredelijk bezwarende status (artikel 6:236 BW) en de vermoedelijk onredelijk
bezwarende status (artikel 6:237 BW) teneinde vast te stellen of er voorwaarden zijn die als onredelijk
bezwarend danwel vermoedelijk onredelijk bezwarend kunnen worden aangemerkt.
De keuze voor deze vier schadeverzekeringen is gelegen in het feit dat deze de qua portefeuille grootste
groepen schade verzekeringen vormen bij Fatum, waarbij twee van de verzekeringen gericht zijn op de
particuliere polishouder (motorrijtuigenverzekering en woonhuisverzekering). De overige twee
verzekeringen zijn respectievelijk gericht op een groep personen (aansprakelijkheidsverzekering voor
bedrijven en beroepen) en op een onderneming (combinatieverzekering voor zaken).
In het geval van de twee laatstgenoemde verzekeringen is de verzekeringnemer geen natuurlijke
persoon, maar een rechtspersoon. Bij een dergelijke overeenkomst zijn de zwarte en de grijze lijst niet
dwingend. Maar als de verzekeringnemer stelt dat een bepaalde voorwaarde in zijn situatie onredelijk
bezwarend is, zal de rechter toch kunnen toetsen aan de hand van artikel 6:23 en 6:237 als de
verzekeringnemer een klein bedrijf betreft. Dit staat bekend als de reflexwerking van de zwarte en de
grijze lijst.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
21
3.2 Toetsing van de algemene voorwaarden van vier gangbare Fatum schadeverzekeringen aan de
wettelijke bepalingen.
3.2.1 Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering
De algemene voorwaarden van de Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering beslaan 20 artikelen
waarin wordt ingegaan op begripsomschrijvingen, de verplichtingen bij schade, de premie, de no-claim
regeling, de extra eigen risico, de aanpassing van de verzekering, de wijziging van het risico, het einde
van de verzekering, de samenloop met andere verzekeringen en buitenlandse vonnissen. Daarnaast
wordt afzonderlijk ingegaan op algemene voorwaarden die specifiek gelden voor de
aansprakelijkheidsverzekering tegenover derden zoals de omvang van de dekking, uitsluitingen, de
schaderegeling en het plegen van verhaal. Ook op de algemene voorwaarden die specifiek gelden voor
de cascoverzekering wordt afzonderlijk ingegaan, te weten de omvang van de dekking, uitsluitingen, de
aanpassing van de verzekerde som, de schaderegeling, de no-claim regeling en de afstand van
verhaalsrecht.
Artikel 2.1 van de algemene voorwaarden stelt dat zodra een verzekerde kennis draagt van een
gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting kan leiden, deze verplicht is op straffe van
verlies van rechten, de maatschappij zo spoedig mogelijk te informeren en de volle medewerking aan
de schaderegeling te verlenen. Op grond van artikel 6:237 sub h BW geldt een beding als vermoedelijk
onredelijk bezwarend indien er als sanctie op bepaalde gedragingen van de wederpartij, nalaten
daaronder begrepen, verval wordt gesteld van haar toekomende rechten of van de bevoegdheid
bepaalde verweren te voeren, behoudens voor zover deze gedragingen het verval van die rechten of
verweren rechtvaardigen. Artikel 2.1 van de algemene voorwaarden voldoet aan deze omschrijving en
kan derhalve als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij worden aangemerkt. Evenzo
kan artikel 2.2 van de algemene voorwaarden van de Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering dat
stelt dat in geval van een verkeersongeval een verzekerde verplicht is, op straffe van verlies van
rechten, terstond dit ongeval te laten registreren door de politie of de Curaçao Road Services, op grond
van artikel 6:237 sub h BW als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij worden
aangemerkt.
In artikel 3.3. van de algemene voorwaarden wordt aangegeven dat de verzekering niet van kracht is
voor gebeurtenissen, die plaatsvinden nadat de verzekeringnemer weigert de premie en de kosten te
voldoen, of de termijn van 30 dagen is verstreken zonder dat de premie en/of kosten zijn betaald. 46
Nadere ingebrekestelling door de maatschappij is daarbij niet nodig. De verzekeringnemer blijft
verplicht de premie en de kosten te voldoen. De verzekering wordt weer van kracht voor aanspraken of
omstandigheden die voortvloeien uit een handelen of nalaten dat plaats vindt na de dag waarop alle
46 GHvJ, 23 juni1998, NJ 1998, 918, LJN AD2900
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
22
onbetaald gebleven premies over de reeds verstreken termijnen, inclusief kosten door de maatschappij
zijn ontvangen. Conform artikel 6:236 sub c BW is een beding onredelijk bezwarend als het een de
wederpartij volgens de wet toekomende bevoegdheid tot opschorting van de nakoming uitsluit of
beperkt of de gebruiker een verdergaande bevoegdheid tot opschorting verleent dan hem volgens de
wet toekomt. In het onderhavige geval lijkt hiervan sprake te zijn. De voorwaarde verleende de
verzekeraar immers een verdergaande bevoegdheid dan hem volgens de wet toekwam, aangezien het
alsnog betalen er niet toe leidde dat de verzekering met terugwerkende kracht in kracht wordt hersteld.
Dit brengt met zich mee dat de betreffende algemene voorwaarde als onredelijk bezwarend dient te
worden aangemerkt en derhalve vernietigbaar is.
De algemene voorwaarden van Autoflex geven in 6.1 aan dat de maatschappij het recht heeft de
premies en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc te wijzigen. Behoort deze
verzekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze
verzekering in overeenstemming met de wijziging aan te passen. De verzekeringnemer wordt van de
wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij binnen de in de
mededeling genoemde termijn schriftelijk het tegendeel heeft bericht. In dit laatste geval eindigt de
verzekering op de datum die in de mededeling door de maatschappij is genoemd. De mogelijkheid van
opzegging door de verzekeringnemer geldt niet indien de wijziging van de premie en/of voorwaarden
voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen of de wijziging een verlaging van de premie en/of
een uitbreiding van de dekking inhoudt. Conform artikel 6:237 sub d BW geldt een beding als
vermoedelijk onredelijk bezwarend indien het de gebruiker van zijn gebondenheid aan de
overeenkomst bevrijdt of hem de bevoegdheid daartoe geeft, anders dan op in de overeenkomst
vermelde gronden die van dien aard zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden
gevergd. In de onderhavige algemene voorwaarde lijkt hiervan sprake te zijn, waardoor het als
vermoedelijk onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt. Een terughoudend hanteren door de
verzekeraar van zijn bevoegdheid tot tussentijdse opzegging van de verzekeringsovereenkomst lijkt op
zijn plaats. In geval van opzegging zal de verzekerde veelal behoefte hebben aan vervangende dekking
en het vinden daarvan zal door de eerdere opzegging worden bemoeilijkt: de eerdere opzegging zal in
veel gevallen voor een andere verzekeraar een reden zijn om de aangeboden post niet te accepteren.
In artikel 6.2 van de algemene voorwaarden wordt aangegeven dat de maatschappij het recht heeft de
verzekeringsovereenkomst te wijzigen indien binnen 30 dagen nadat de maatschappij een schadegeval,
dat voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, haar ter kennis is gekomen,
binnen 30 dagen nadat de maatschappij een onder deze verzekering gereclameerde uitkering heeft
verleend, dan wel heeft afgewezen. Conform artikel 6:237 sub d BW is een beding vermoedelijk
onredelijk bezwarend als het de gebruiker van zijn gebondenheid aan de overeenkomst bevrijdt of hem
de bevoegdheid daartoe geeft, anders dan op in de overeenkomst vermelde gronden die van dien aard
zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden gevergd. In het onderhavige geval is hiervan
sprake. Fatum heeft de bevoegdheid zich aan zijn gebondenheid aan de overeenkomst te bevrijden
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
23
zonder dat de gronden die dit zouden kunnen rechtvaardigen expliciet zijn aangegeven. Alhoewel niet
gezegd kan worden dat Fatum onder alle omstandigheden de verzekeringsovereenkomst moet
continueren na een schademelding van de verzekerde, zal een expliciet onderscheid dienen te worden
gemaakt tussen bijvoorbeeld wangedrag van de verzekerde zoals brandstichting, en een schadevoorval
buiten de beïnvloedingssfeer van de verzekerde om, zoals bijvoorbeeld een blikseminslag.
De algemene voorwaarden van Fatum Motorrijtuigenverzekering Autoflex vermelden in artikel 10 dat
de maatschappij niet gehouden is tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand voor buiten de
voormalige Nederlandse Antillen en Aruba gevoerde processen en evenmin gehouden is uitspraken en
dergelijke processen als maatgevend voor de aansprakelijkheid te beschouwen. De gebruiker is hier
geheel eenzijdig in het bepalen dat een deel van de contractueel overeen gekomen vergoeding van
schade gerelateerde kosten niet vergoed zal worden. Conform artikel 6:236 sub d BW is een beding
onredelijk bezwarend en dientengevolge nietig indien de beoordeling van de vraag of de gebruiker in de
nakoming van een of meer van zijn verbintenissen is tekortgeschoten aan hem zelf wordt overgelaten,
of dat de uitoefening van de rechten die de wederpartij ter zake van een zodanige tekortkoming volgens
de wet toekomen, afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat deze eerst een derde in rechte heeft
aangesproken. Artikel 10 van de algemene voorwaarden van de Fatum Autoflex verzekering laat het
aan Fatum zelf over om te bepalen of Fatum in de nakoming van zijn verbintenissen is tekortgeschoten
en kan bezien worden als een onredelijk bezwarend beding voor de wederpartij.
Artikel 9 van de algemene voorwaarden van de Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering stelt dat
wanneer blijkt dat de gevolgen van een schadegeval door een of meer elders gesloten verzekeringen
geehel of gedeeltelijk zijn gedekt of zouden zijn gedekt indien deze verzekering niet bestond, de
maatschappij slechts tot schadevergoeding verplicht is voor zover de schade het bedrag te boven gaat
dat uit hoofde van elders gesloten verzekeringen wordt vergoed of zou zijn vergoed indien deze
verzekering niet bestond. Conform artikel 6:237 sub b BW geldt een beding als vermoedelijk onredelijk
bezwarend als de inhoud van de verplichtingen van de gebruiker wezenlijk wordt beperkt ten opzichte
van hetgeen de wederpartij, mede gelet op de wettelijke regels die op de overeenkomst betrekking
hebben, zonder dat beding redelijkerwijs mocht verwachten. Vanuit dit kader belicht kan artikel 9 van
de algemene voorwaarden van de Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering als vermoedelijk
onredelijk bezwarend voor de wederpartij kunnen worden aangemerkt.
3.2.2 Fatum Perfect Woonhuisverzekering
De algemene voorwaarden van deze verzekering zijn weergegeven in tien artikelen en hebben
betrekking op de dekking, uitsluitingen, verplichtingen bij schade, de schaderegeling, de premie, de
aanpassing van de verzekering, de duur van de verzekering, het begin en einde van de verzekering en
de bekendheid met de verzekering. Tevens worden definities gegeven van de in de polis gehanteerde
begrippen.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
24
Voor wat betreft de Perfect Woonhuisverzekering geldt dat het verzekerde object een registergoed
betreft. De woonplaats van de wederpartij is niet geregeld in de algemene voorwaarden. Conform
artikel 6:236 sub m BW is een beding onredelijk bezwarend indien een wederpartij die bij het aangaan
van de overeenkomst werkelijke woonplaats hier te lande heeft, elders woonplaats kiest anders dan
voor het geval zij te eniger tijd geen bekende werkelijke woonplaats hier te lande zal hebben, tenzij de
overeenkomst betrekking heeft op een registergoed en woonplaats ten kantore van een notaris wordt
gekozen. De algemene voorwaarden kunnen derhalve in dit opzicht niet als onredelijk bezwarend voor
de wederpartij worden beschouwd.
Artikel 3 sub e en f van de algemene voorwaarden van de Fatum Perfect Woonhuisverzekering stellen
dat uitgesloten is schade aan enig belang van een ander dan de verzekerde waarvoor door de betrokken
eigenaar zelf een verzekering is gesloten en aan enig belang ten behoeve waarvan een speciale polis is.
Conform artikel 6:237 sub b BW kan een beding als vermoedelijk onredelijk bezwarend worden
aangemerkt als de inhoud van de verplichtingen van de gebruiker wezenlijk wordt beperkt ten opzichte
van hetgeen de wederpartij, mede gelet op de wettelijke regels die op de overeenkomst betrekking
hebben, zonder dat beding redelijkerwijs mocht verwachten. In het geval van deze algemene
voorwaarde lijkt hiervan sprake te zijn en derhalve kan deze algemene voorwaarde als vermoedelijk
onredelijk bezwarend voor de wederpartij worden aangemerkt op grond van artikel 6:237 sub b BW.
Artikel 7.1 van de algemene voorwaarden van de Fatum Perfect Woonhuisverzekering stelt dat de
maatschappij het recht heeft de premie en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en
bloc te wijzigen en de premie en/of voorwaarden van deze verzekeringen overeenkomstig de wijziging
aan te passen en wel op een door de maatschappij te bepalen datum. De verzekeringnemer wordt van de
wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij het tegendeel
bericht. In dat geval eindigt de verzekering op de datum die in de mededeling door de maatschappij is
genoemd. De mogelijkheid van opzegging door verzekeringnemer geldt niet indien de wijziging
voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen en/of de wijziging een verlaging van de premie en/of
een uitbreiding van de dekking inhoudt. Conform artikel 6:237 sub d BW geldt een beding als
vermoedelijk onredelijk bezwarend indien het de gebruiker van zijn gebondenheid aan de
overeenkomst bevrijdt of hem de bevoegdheid daartoe geeft, anders dan op in de overeenkomst
vermelde gronden die van dien aard zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden
gevergd. In de betreffende algemene voorwaarde lijkt hiervan sprake te zijn en derhalve kan die
algemene voorwaarde worden aangemerkt als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij
op grond van artikel 6:236 sub d BW.
Artikel 5.7 van de algemene voorwaarden van de Fatum Woonhuisverzekering stelt dat in afwijking
van het ter zake in de wet bepaalde, de maatschappij niet eerder in verzuim zal zijn en derhalve niet
eerder ter zake van wettelijke rente kunnen worden aangesproken dan een maand na de dag waarop de
omvang van de verschuldigde schadevergoeding is vastgesteld en aan de maatschappij bekend is of is
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
25
gemaakt. Op basis van artikel 6:237 sub f BW geldt een beding als vermoedelijk onredelijk bezwarend .
indien het de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot
schadevergoeding. In het onderhavige geval lijkt hiervan sprake te zijn. Derhalve kan deze algemene
voorwaarde als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij worden aangemerkt.
Artikel 4 sub a tot en met g van de algemene voorwaarden stelt dat zodra een verzekerde kennis draagt
van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting kan leiden, deze verplicht is op
straffe van verlies van rechten, de maatschappij zo spoedig mogelijk te informeren en de volle
medewerking aan de schaderegeling te verlenen en in geval van diefstal of poging daartoe vandalisme,
gewelddadige beroving en afpersing tot aangifte bij de politie over te gaan. Het recht op
schadevergoeding vervalt een jaar na de gebeurtenis. Conform artikel 6:237 sub h BW geldt een beding
als vermoedelijk onredelijk bezwarend als sanctie op bepaalde gedragingen van de wederpartij, nalaten
daaronder begrepen, verval stelt van haar toekomende rechten of van de bevoegdheid bepaalde
verweren te voeren, behoudens voor zover deze gedragingen het verval van die rechten of verweren
rechtvaardigen. In het geval van deze algemene voorwaarde lijkt hiervan sprake te zijn. Dientengevolge
kan dit beding als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij worden aangemerkt.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
26
3.2.3 Fatum Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven en Beroepen
De algemene voorwaarden van deze verzekering worden weergegeven in acht artikels en wijden uit
over de dekking, uitsluitingen, verplichtingen bij schade, de schaderegeling, de premie, de aanpassing
van de verzekering en het einde van de verzekering. Tevens wordt in de algemene voorwaarden een
overzicht gegeven van definities van de in de polis gehanteerde begrippen.
Artikel 1 van de algemene voorwaarden geeft aan dat het geldigheidsgebied de hele wereld is. Tenzij
anders is overeengekomen geeft de verzekering geen dekking voor schade door goederen die
geëxporteerd zijn naar landen buiten de voormalige Nederlandse Antillen of Aruba. Conform artikel
6:236 ex c BW geldt een beding als onredelijk bezwarend indien het de gebruiker een verdergaande
bevoegdheid tot opschorting verleent dan hem volgens de wet toekomt. In dit geval heeft de gebruiker
een vergaande bevoegdheid om geen dekking te verlenen voor schade buiten het hierboven aangegeven
gebied. De vraag is waarom de gebruiker niet heeft overwogen om deze wereld dekking tegen een
nader vast te stellen meerpremie mee te verzekeren. Derhalve kan de expliciete uitsluiting ervan
zonder een voor hande zijnde en redelijk alternatief te bieden, als onredelijk bezwarend voor de
wederpartij worden aangemerkt.
Voor wat betreft de geldigheidsduur van de verzekering geeft artikel 2.5 van de algemene voorwaarden
aan dat de geldigheidsduur de periode is gelegen tussen de datum van ingang en het einde van de
verzekeringsovereenkomst. Gebeurtenissen die zijn veroorzaakt vóór de ingangsdatum van deze
verzekering, maar waarvan de schade ontstaat tijdens de geldigheidsduur van de verzekering, zijn niet
verzekerd indien en voor zover hiervoor dekking is op een andere verzekering. De verzekeraar bepaalt
hier eenzijdig dat de wederpartij gedwongen is om eerst een andere verzekering (zo die bestaat_ aan te
spreken. De wederpartij kan niet zelf bepalen welke verzekering wordt aangesproken. Afhankelijk van
de voorwaarden van de andere verzekering kan dit de wederpartij benadelen. Conform artikel 6:236 sub
a BW geldt een beding als onredelijk bezwarend indien het de wederpartij geheel en onvoorwaardelijk
het recht ontneemt de door de gebruiker toegezegde prestatie op te eisen. Artikel 2.5 van de algemene
voorwaarden voldoen aan deze omschrijving en kan derhalve als onredelijk bezwarend worden
aangemerkt. Daarnaast kan worden gesteld dat hier sprake is van een kernbeding (dekking) wat niet
onder de algemene voorwaarden dient te worden gereguleerd (vide 1.1.4).
Artikel 2.5.2 van de algemene voorwaarden stelt dat indien de verzekering eindigt wegens beëindiging
van de verzekerde activiteiten van de verzekeringnemer, de dekking van kracht blijft voor
gebeurtenissen die zijn veroorzaakt vóór het einde van de verzekeringsovereenkomst. De aanspraken
op schadevergoeding moeten echter binnen één jaar na beëindiging van de verzekering ter kennis van
de maatschappij zijn gebracht. Opgemerkt kan worden dat dit in het nadeel van de wederpartij kan
werken indien om enigerlei reden de wederpartij niet binnen een jaar na beëindiging van de verzekering
erin slaagt om de schade te melden aan de verzekeraar. Conform artikel 6:236 sub a BW geldt een
beding als onredelijk bezwarend indien het de wederpartij geheel en onvoorwaardelijk het recht
ontneemt de door de gebruiker toegezegde prestatie op te eisen. Artikel 2.5.2 van de algemene
voorwaarden voldoen aan deze omschrijving en kan derhalve als onredelijk bezwarend worden
aangemerkt.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
27
Artikel 2.6 van de algemene voorwaarden geeft aan dat de maatschappij niet gehouden is tot
vergoeding van rechtsbijstand voor buiten het Koninkrijk der Nederlanden of Aruba gevoerde
processen en evenmin gehouden uitspraken in dergelijke processen als maatgevend voor de
aansprakelijkheid te beschouwen. Opgemerkt moge worden dat deze bepaling nadelig kan uitwerken
voor de wederpartij indien een evenement dat onder de dekking van de polis valt, buiten het koninkrijk
in rechte dient te worden gebracht. Conform artikel 6:236 sub d BW is een beding onredelijk
bezwarend en dientengevolge nietig indien de beoordeling van de vraag of de gebruiker in de nakoming
van een of meer van zijn verbintenissen is tekortgeschoten aan hem zelf wordt overgelaten, of dat de
uitoefening van de rechten die de wederpartij ter zake van een zodanige tekortkoming volgens de wet
toekomen, afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat deze eerst een derde in rechte heeft
aangesproken. Artikel 2.6 van de algemene voorwaarden kan derhalve bezien worden als een onredelijk
bezwarend beding voor de wederpartij.
Artikel 3 van de algemene voorwaarden geeft aan welke schade niet onder de dekking van de
verzekering valt. Onder meer is niet gedekt de aansprakelijkheid voor schade aan goederen die door of
onder verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer zijn geleverd alsmede schade en kosten die
verband houden met het terugroepen, vervangen, verbeteren of herstellen van de goederen die door of
onder verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer zijn geleverd en schade en kosten die verband
houden met het geheel of gedeeltelijk opnieuw verrichten van de werkzaamheden die door of onder
verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer zijn verricht; evenmin is gedekt de aansprakelijkheid
voor schade die verband houdt met een milieu-aantasting, of veroorzaakt of ontstaan uit gewapend
conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij, oorlog, oorlogsgeweld,
oorlogstuig en gewapende internationale actie of atoomkernreacties. Opgemerkt moge worden dat
gezien de mogelijke impact van een dergelijke schade en/of het feit dat de aanleiding tot de schade zich
buiten de beïnvloedingssfeer van de wederpartij bevindt, de vraag rijst in hoeverre deze uitsluitingen als
bezwarend kunnen worden aangemerkt. Conform artikel 6:237 sub b BW geldt een beding als
vermoedelijk onredelijk bezwarend als de inhoud van de verplichtingen van de gebruiker wezenlijk
wordt beperkt ten opzichte van hetgeen de wederpartij, mede gelet op de wettelijke regels die op de
overeenkomst betrekking hebben, zonder dat beding redelijkerwijs mocht verwachten. Vanuit dit kader
belicht dient artikel 3 van de algemene voorwaarden van de betreffende verzekering als vermoedelijk
onredelijk bezwarend voor de wederpartij te worden aangemerkt.
Artikel 4 van de algemene voorwaarden geeft aan dat zodra een verzekerde kennis draagt van een
gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, deze verplicht is, op
straffe van verlies van rechten de maatschappij zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 3 dagen na de
gebeurtenis, die gebeurtenis te melden, de maatschappij zo spoedig mogelijk alle gegevens te
verstrekken die van belang zijn, alle ontvangen bescheiden, waaronder de dagvaardingen onmiddellijk
aan de maatschappij door te zenden, de aanwijzingen van de maatschappij stipt op te volgen en zijn
volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen en zich te onthouden van alles wat de belangen
van de maatschappij zou kunnen schaden en aan de maatschappij een ingevuld en ondertekend
schadeaangifteformulier te zenden. Opgemerkt moge worden dat de wederpartij door onvoorziene
omstandigheden in een situatie kan verkeren waarbij de schade niet binnen de aangegeven periode kan
worden gemeld, met als gevolg het verlies van rechten.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
28
Daarnaast zou, wanneer de wederpartij alvorens de maatschappij te informeren de aansprakelijkheid
erkent van een anderszins feiten rondom het schadegeval kenbaar maakt, de verzekeraar zich ten
onrechte kunnen beroepen op de verplichting van de wederpatij zich te onthouden van alles wat de
belangen van de maatschappij zouden kunnen schaden, met als sanctie het verval van het recht op
uitkering. Deze bedingen kunnen als bezwarend worden aangemerkt voor de wederpartij. Op grond van
artikel 6:237 sub h BW geldt een beding als vermoedelijk onredelijk bezwarend indien er als sanctie op
bepaalde gedragingen van de wederpartij, nalaten daaronder begrepen, verval wordt gesteld van haar
toekomende rechten of van de bevoegdheid bepaalde verweren te voeren, behoudens voor zover deze
gedragingen het verval van die rechten of verweren rechtvaardigen. Artikel 4 van de algemene
voorwaarden blijkt aan deze omschrijving te voldoen en kan derhalve als vermoedelijk onredelijk
bezwarend voor de wederpartij worden aangemerkt.
Artikel 7 van de algemene voorwaarden geeft aan dat de maatschappij het recht heeft de premies en/of
de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot
die groep, dan is de maatschappij gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze verzekering
overeenkomstig de wijziging aan te passen en wel op een door haar te bepalen datum. De
verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben
ingestemd, tenzij hij binnen de in de mededeling genoemde termijn schriftelijk het tegendeel heeft
bericht. In dat laatste geval eindigt de verzekering op de datum die in de mededeling door de
maatschappij is genoemd. De mogelijkheid van opzegging door de verzekeringnemer geldt niet indien
de wijziging van premie en/of voorwaarden voortvloeit uit de wettelijke bepalingen en/of de wijziging
een verlaging van de premie en/of uitbreiding van de dekking inhoudt. Opgemerkt moge worden dat dit
beding onredelijk bezwarend kan zijn voor de wederpartij gezien het feit dat bij het niet eens zijn met
de en bloc wijziging, de verzekering wordt beëindigd terwijl de wederpartij hierdoor in een nadelige
positie kan komen te verkeren. Conform artikel 6:237 sub d BW wordt als vermoedelijk onredelijk
bezwarend aangemerkt een beding dat de gebruiker van zijn gebondenheid aan de overeenkomst
bevrijdt of hem de bevoegdheid daartoe geeft, anders dan op in de overeenkomst vermelde gronden die
van dien aard zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden gevergd; artikel 7 van de
algemene voorwaarden bevrijdt de gebruiker ten onrechte van zijn gebondenheid aan de overeenkomst
door de mogelijkheid tot eenzijdige aanpassing van de inhoud ervan en kan derhalve op grond van
artikel 6:237 sub d BW als vermoedelijk onredelijk bezwarend worden aangemerkt.
3.2.4 Fatum Perfect Combinatieverzekering voor Zaken
De algemene voorwaarden van deze verzekering zijn weergegeven in tien artikelen en hebben
betrekking op de dekking, uitsluitingen, verplichtingen bij schade, de schaderegeling, de premie, de
aanpassing van de verzekering, de duur van de verzekering, het begin en einde van de verzekering en
de bekendheid met de verzekering. Tevens worden definities gegeven van de in polis gehanteerde
begrippen.
Artikel 3 van de algemene voorwaarden geeft aan dat uitgesloten is schade door atoomkernreacties,
molest, aan enig belang ten behoeve waarvan een speciale polis is gesloten, ongeacht op welk tijdstip,
aan enig belang van een ander dan de verzekerde waarvoor door de betrokken eigenaar zelf een
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
29
verzekering is gesloten, in geval van uitstromen van water uit de sprinklerinstallaties en aan
zonweringen, antennes, uithangborden, lichtreclames en solar installaties, tenzij uitdrukkelijk
meeverzekerd. Opgemerkt moge worden dat uitsluitingen tenzij uitdrukkelijk meeverzekerd, bezwarend
kan worden geacht voor de wederpartij. De vraag is in hoeverre de wederpartij in de gelegenheid dient
te worden gesteld om ook dekkingen die op dit moment niet uitdrukkelijk kunnen worden
meeverzekerd, mee te verzekeren tegen additionele premie. De mogelijkheid van meeverzekeren is
uitsluitend aanwezig voor wat betreft zonweringen en dergelijke en bijvoorbeeld niet voor het
uitstromen van water uit sprinklerinstallaties. Conform artikel 6:237 sub f BW is een beding
vermoedelijk onredelijk bezwarend als de gebruiker of een derde geheel of ten dele wordt bevrijd van
een wettelijke verplichting tot schadevergoeding; de onderhavige algemene voorwaarde lijkt hieraan te
voldoen en kan derhalve worden aangemerkt als vermoedelijk onredelijk bezwarend.
Artikel 4 van de algemene voorwaarden geven aan dat zodra een verzekerde kennis draagt van een
gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, deze verplicht is, op
straffe van verlies van rechten de maatschappij zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 3 dagen na de
gebeurtenis, die gebeurtenis te melden, de maatschappij zo spoedig mogelijk alle gegevens te
verstrekken die van belang zijn, alle ontvangen bescheiden, waaronder de dagvaardingen onmiddellijk
aan de maatschappij door te zenden, de aanwijzingen van de maatschappij stipt op te volgen en zijn
volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen en zich te onthouden van alles wat de belangen
van de maatschappij zou kunnen schaden en aan de maatschappij een ingevuld en ondertekend
schadeaangifteformulier te zenden. In geval van diefstal of poging daartoe, vandalisme, gewelddadige
beroving en afpersing dient de wederpartij tot aangifte bij de politie over te gaan. Artikel 4 bepaalt dat
het recht op schadevergoeding een jaar na de gebeurtenis vervalt; na verloop van een jaar kan de
verzekeringnemer dus geen aanspraak meer maken op een schadevergoeding.Opgemerkt moge worden
dat de wederpartij door onvoorziene omstandigheden in een situatie kan verkeren waarbij de schade
niet binnen de aangegeven periode kan worden gemeld, met als gevolg het verlies van rechten. Dit kan
als bezwarend worden aangemerkt voor de wederpartij. Op grond van artikel 6:237 sub h BW geldt een
beding als vermoedelijk onredelijk bezwarend indien er als sanctie op bepaalde gedragingen van de
wederpartij, nalaten daaronder begrepen, verval wordt gesteld van haar toekomende rechten of van de
bevoegdheid bepaalde verweren te voeren, behoudens voor zover deze gedragingen het verval van die
rechten of verweren rechtvaardigen. Artikel 4 van de algemene voorwaarden blijkt aan deze
omschrijving te voldoen en kan derhalve als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij
worden aangemerkt.
Artikel 5.9 van de algemene voorwaarden geeft aan dat in afwijking van het ter zake in de wet
bepaalde, de maatschappij niet eerder in verzuim zal zijn en derhalve niet eerder ter zake van wettelijke
rente kan worden aangesproken dan één maand na de dag waarop de omvang van de verschuldigde
schadevergoeding is vastgesteld en aan de maatschappij bekend is of is gemaakt. Opgemerkt moge
worden dat dit beding bezwarend lijkt voor de wederpartij met name gezien het feit dat de wettelijke
bepalingen terzijde worden geschoven. Wettelijke rente mag worden aangemerkt als dwingend recht
(artikels 6:119 en 6:120 BW).Op basis van artikel 6:237 sub f BW geldt een beding als vermoedelijk
onredelijk bezwarend indien het de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke
verplichting tot schadevergoeding. In het onderhavige geval lijkt hiervan sprake te zijn. Derhalve kan
deze algemene voorwaarde als vermoedelijk onredelijk bezwarend voor de wederpartij worden
aangemerkt.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
30
Artikel 7.1 van de algemene voorwaarden geeft aan dat de maatschappij het recht heeft de premies
en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc te wijzigen. Behoort deze
verzekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze
verzekering overeenkomstig de wijziging aan te passen en wel op een door haar te bepalen datum. De
verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben
ingestemd, tenzij hij binnen de in de mededeling genoemde termijn schriftelijk het tegendeel heeft
bericht. In dat laatste geval eindigt de verzekering op de datum die in de mededeling door de
maatschappij is genoemd. De mogelijkheid van opzegging door de verzekeringnemer geldt niet indien
de wijziging van premie en/of voorwaarden voortvloeit uit de wettelijke bepalingen en/of de wijziging
een verlaging van de premie en/of uitbreiding van de dekking inhoudt. Opgemerkt moge worden dat dit
beding onredelijk bezwarend kan zijn voor de wederpartij gezien het feit dat bij het niet eens zijn met
de en bloc wijziging, de verzekering wordt beëindigd terwijl de wederpartij hierdoor in een nadelige
positie kan komen te verkeren. Conform artikel 6:237 sub d BW wordt als vermoedelijk onredelijk
bezwarend aangemerkt een beding dat de gebruiker van zijn gebondenheid aan de overeenkomst
bevrijdt of hem de bevoegdheid daartoe geeft, anders dan op in de overeenkomst vermelde gronden die
van dien aard zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden gevergd; artikel 7 van de
algemene voorwaarden bevrijdt de gebruiker ten onrechte van zijn gebondenheid aan de overeenkomst
door de mogelijkheid tot eenzijdige aanpassing van de inhoud ervan en kan derhalve op grond van
artikel 6:237 sub d BW als vermoedelijk onredelijk bezwarend worden aangemerkt.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
31
Conclusies en aanbevelingen
Uit de toetsing van de algemene voorwaarden van vier Fatum schadeverzekeringen aan de wettelijke
bepalingen van onredelijke bezwarendheid blijkt dat dergelijke bedingen inderdaad voorkomen in de
algemene voorwaarden. Bepaalde onredelijk bezwarende bedingen zien wij bij alle vier de
onderzochte schadeverzekeringen terugkomen, zoals het verval van recht op uitkering voor de
verzekerde in geval van overschrijding van de contractueel overeengekomen meldingstermijn en de
mogelijkheid tot opzegging van de verzekering door de verzekeraar. Daarnaast zijn er onredelijk
bezwarende bedingen die specifiek zijn voor een bepaalde schadeverzekering. De betreffende
bedingen in de algemene voorwaarden zijn nietig danwel vernietigbaar op grond van artikel 6:233
BW juncto 6.236 en 6:237 BW.
In de hierna volgende tabel wordt weergegeven welke onredelijk bezwarende danwel vermoedelijk
onredelijk bezwarende bedingen zijn aangetroffen in de vier Fatum schadeverzekeringen.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
32
Tabel: Onredelijk bezwarende en vermoedelijk onredelijk bezwarende bedingen in vier Fatum
schadeverzekeringen. Verzekering Onredelijk bezwarende bedingen
(6:236 BW)
Vermoedelijk onredelijk
bezwarende bedingen (6:237 BW)
Autoflex
Motorrijtuigenverzekering
Art. 3.3: Opschorting van rechten bij
verzuim premiebetaling (6:236 c)
Art 10: Beperking van het
werkingsgebied van de verzekering
(6:236 d).
Art. 2.1: Verval van rechten bij niet
voldoen aan informatieplicht (6:237 h)
Art. 6.1: Bij toepassing en-bloc
bepaling is enige optie voor de
verzekeringnemer het opzeggen van
de verzekering (6:237 d).
Art. 6.2: Recht op aanpassing
voorwaarden na een schade (6:237 d).
Art. 9: Elders afgesloten
verzekeringen dienen eerst te worden
aangesproken (6:237 b).
Perfect
Woonhuisverzekering
Art. 3: beperking van de
verplichtingen van de verzekeraar
(6:237 b).
Art. 7.1: Bij toepassing en-bloc
bepaling is enige optie voor de
verzekeringnemer het opzeggen van
de verzekering (6:237 d).
Art. 5.7: Bevrijding van de
verzekeraar van wettelijke
verplichting (6:237 f).
Art. 4: Verval van rechten bij niet
voldoen aan informatieplicht (6:237 h)
Aansprakelijkheidsverzekering
voor bedrijven en beroepen
Art 1: Opschorting van rechten buiten
werkingsgebied van de verzekering
(6:236 c).
Art. 2.5: Het recht wordt ontnomen om
de toegezegde prestatie op te eisen
(6:236 a).
Art. 2.6: Tekortkoming van de
verzekeraar wordt geconditioneerd
(6:236 d).
Art. 3: beperking van de
verplichtingen van de verzekeraar
(6:237 b).
Art. 4: Verval van rechten bij niet
voldoen aan informatieplicht (6:237 h)
Art. 7.1: Bij toepassing en-bloc
bepaling is enige optie voor de
verzekeringnemer het opzeggen van
de verzekering (6:237 d).
Perfect Combinatie-verzekering
voor zaken
Art. 3 + 5.9: Bevrijding van de
verzekeraar van wettelijke
verplichting (6:237 f).
Art. 4: Verval van rechten bij niet
voldoen aan informatieplicht (6:237 h)
Art. 7.1: Bij toepassing en-bloc
bepaling is enige optie voor de
verzekeringnemer het opzeggen van
de verzekering (6:237 d).
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
33
Met het van kracht worden van de Landsverordening verzekering en lijfrente per 1 januari 2012 is het
wettelijk kader voor algemene voorwaarden van verzekeringen aangescherpt en verduidelijkt. Fatum
alsook de overige lokaal opererende verzekeraars zal dienen zorg te dragen voor een revisie van de
algemene voorwaarden teneinde te voldoen aan de nieuwe regelgeving.
In navolging van de recente introductie van het nieuwe verzekeringsrecht op Curaçao waarin onder
meer de consumentenbelangen zijn aangescherpt, is het zaak om de Fatum algemene voorwaarden
binnen afzienbare termijn te evalueren.
Overwogen dient te worden om voor de duidelijkheid naar de consument toe zoveel mogelijk te
werken met standaard algemene voorwaarden en clausules voor alle lokale verzekeraars, naar
amnalogie van de Nederlandse situatie. In Nederland heeft het Verbond van Verzekeraars haar leden
geadviseerd om gebruik te maken van door het verbond voorgestelde standaard algemene
voorwaarden. Alle leden hebben gevolg gegeven aan dit verzoek.
Voor wat betreft Curaçao zal de Nationale Associatie van Verzekeraars Curaçao (NAVV) worden
benaderd om hierin het initiatief te nemen.
Een tweetal zaken die het onderwerp algemene voorwaarden zijdelings raken, worden hier nog
vermeld. In de eerste plaats het feit dat verzekeringnemers op Curaçao die een klacht hebben met
betrekking tot algemene voorwaarden van een door hen afgesloten verzekering, zich in de regel
slechts kunnen wenden tot het gerecht. Curaçao kent nog geen formele instituten waar klanten van
verzekeringsmaatschappijen en/of assurantietussenpersonen zich kunnen wenden met een klacht. Ter
optimalisatie van de rechtsbescherming is het aan te bevelen om een lokale infrastructuur voor een
dergelijke verzekering gerelateerde geschillenbeslechting op te zetten.
Daarnaast kan worden aangenomen dat een optimale informatieverstrekking aan klanten, bijdraagt
aan het voorkomen van klachten achteraf. De figuurlijke en letterlijke “kleine lettertjes” die zo
typerend lijken te zijn voor verzekeringen, dienen duidelijker onder de aandacht te worden gebracht
op het moment dat een verzekering wordt afgesloten. Dit draagt zeker ook bij aan een optimalisatie
van het imago van de verzekeringsindustrie.
Informatieverstrekking aan klanten is tevens genoodzaakt als uitvloeisel van de nieuwe
landsverordening, gezien de vele wijzigingen in het nieuwe verzekeringsrecht.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
34
Overzicht van geraadpleegde Jurisprudentie
GHvJ, 23 juni 1998, NJ 1998, 918, LJN AD2900.
GHvJ 27 januari 2010, LJN: BL1968 (Royal Sun Alliance Bonaire).
GHvJ 7 december 2010, LJN, BO7460 (C.A. de Seguros La Internacional).
HR 16-1-1959, NJ I960, 46 (Benzol).
HR 17 december 1976, NJ 1977, 241 (Bunde/Erckens).
HR 3 november 1978, NJ 1980, 500 (Maarnse broodbezorger).
HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Ermes/Haviltex).
HR 28 april 1989, NJ 1990, 583 (Liszkay/Harman).
HR 17 september 1993, NJ 1994, 173 (Gerritse/HAS).
HR 10 december 1993, RvdW 1993/247 (Fraser/Bruinisse).
HR 10 maart 1995, NJ 1995, 580 (NN/Royal-Van der Lee).
HR 12 januari 1996, NJ 1996, 683 (Kroymans/Sun Alliance).
HR 17 december 1999, NJ 2000, 140 (Breg/Makelaardij Asper).
HR 28 juni 2002, NJ 2003, 111 (Buijsman en Elsenburg/ Motel Akersloot).
HR 16 mei 2003, NJ 2003, 470 (London/Noordhollandsche).
HR 20 februari 2004, NJ 2005, 493 (Pensioenfonds DSM/Fox).
HR 14 mei 2004, RvdW 2004, 74 (Witte/Alte Leipziger).
HR 3 december 2004, NJ 2005, 160 (A./London Verzekeringen).
HR 13 januari 2006, NJ 2006, 282 (London Verzekeringen/Aegon Schadeverzekering).
HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326 (Winterthur/Janssen).
HR 5 oktober 2007, NJ 2008, 57 (Winterthur/Tros).
HR 8 februari 2011, LJN BO9618 (Delphi N.V./Marine Specialty Management Inc.).
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
35
Literatuur overzicht
J. de Boer, Het NBW in de West, NJB 2001, p. 293 e.v.
P. Clausing en J.H. Wansink, Mr. C. Asser’s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands
Burgerlijk Recht, Bijzondere overeenkomsten, deel 5-V, De verzekeringsovereenkomst, Deventer:
Kluwer 2007.
F.W. Grosheide, “Iustum Pretium”, Enkele opmerkingen over de contractuele gebondenheid, WPNR
1996, 6227.
A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser’s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands
Burgerlijk Recht, Verbintenissenrecht, deel 3, Algemeen Overeenkomstenrecht, Deventer: Kluwer 2010.
A.S. Hartkamp, Compendium van het vermogensrecht voor de rechtspraktijk, Deventer: Kluwer 2010.
M.L. Hendrikse, Verzekeringsrecht en algemene voorwaarden. In: M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van
Huizen, J.G.J. Rinkes (eds), Verzekeringsrecht praktisch belicht, Deventer: Kluwer 2008.
M.W. Hesselink, Contractenrecht in perspectief, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2004.
M.L. Hendrikse, De invloed van de invoering van titel 7.17 op enkele, veel voorkomende clausules in
verzekeringsvoorwaarden, AV&S 2006, 12.
M.L. Hendrikse, Algemene voorwaarden en verzekering. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L.
Hendrikse (eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
M.L. Hendrikse, Uitleg van verzekeringsvoorwaarden, NTHR 2008-4.
J. Hijma, Partiële vernietigbaarheid van algemene voorwaarden, WPNR 1997, 6253.
J. Hijma en M.M. Olthof, Compendium Nederlands Vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2011 , nr. 30 –
42.
C.J. de Jong. De spelers en het toezicht. In: M.L. Hendrikse, Ph.H.J.G. van Huizen, J.G.J. Rinkes (eds),
Verzekeringsrecht praktisch belicht, Deventer: Kluwer 2008.
R.H.C. Jongeneel, Duidelijkheid en begrijpelijkheid van algemene voorwaarden. In: B. Wessels, R.H.C.
Jongeneel, M.L. Hendrikse (eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
R.H.C. Jongeneel, Gebondenheid. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L. Hendrikse (eds.), Algemene
Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
R.H.C. Jongeneel, Reflexwerking. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L. Hendrikse (eds.), Algemene
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
36
Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
R.H.C. Jongeneel, Werkingssfeer afdeling 6.5.3. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L. Hendrikse
(eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
J.G.C. Kamphuisen, De gevolgen van ongeregeld gedrag in het verzekeringsrecht, Deventer: W.E.J.
Tjeenk Willink 2001.
J.G.C. Kamphuisen, Geschillenbeslechting bij verzekeringsovereenkomsten, AV&S, 2008, 11.
J.G.C. Kamphuisen, AV&S 2005, 7.
C.J.M. Klaassen, Enkele opmerkingen over aansprakelijkheid en verzekering op Curaçao, AV&S, 2010,
28.
P.M. Leerink, Premiebetaling in het verzekeringsrecht, Zutphen: Paris 2011.
M.B.M. Loos, Algemene voorwaarden, Beschouwingen over het huidige recht en mogelijke
toekomstige ontwikkelingen, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2001.
M.B.M. Loos, Algemene voorwaarden. In: E.H. Hondius en G.J. Rijken, Handboek Consumentenrecht,
Zutphen: Uitgeverij Paris 2006.
N.H. Margetson & N.J. Margetson, Opzegging en tussentijdse beëindiging van de
verzekeringsovereenkomst, in: Nieuw verzekeringsrecht praktisch belicht, Deventer: Kluwer 2005.
J.G.J. Rinkes, Te late premiebetaling, in: Nieuw verzekeringsrecht praktisch belicht, Deventer: Kluwer
2005.
J.G.J. Rinkes en M.L. Hendrikse, Algemene vernietigingsgronden: de informatieplicht. In: B. Wessels,
R.H.C. Jongeneel, M.L. Hendrikse (eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
M.M. van Rossum, Uitleg van algemene voorwaarden. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L.
Hendrikse (eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
F. Stadermann, De verplichtingen van de verzekerde na het ontstaan van de schade, in: Het nieuwe
verzekeringsrecht Titel 7.17 BW belicht, Deventer: Kluwer 2005.
H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen, G.J. Meijer, Nederlands Burgerlijk Procesrecht, Deventer: Kluwer
2007.
N. van Tiggele-van der Velde, Bewijsrechtelijke verhoudingen in het verzekeringsrecht, Deventer:
Kluwer 2008.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
37
M.J. Tolman, De uitleg van de dekking onder de polis. AV&S 2008-2.
V. van den Brink, Dwingend karakter van afd. 6.5.3., de vernietigbaarheid van bedingen. In: B.
Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L. Hendrikse (eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
R.M. Vriesendorp-Van Seumeren, Algemene voorwaarden en verzekeringsrecht, Deventer: W.E.J.
Tjeenk-Willink 2002.
J.H. Wansink, Polisclausules: Kernbeding of niet?, Kroniek Polisrecht, AV&S 2009, 19.
B. Wessels en M.H. Wissink, Inleiding algemene voorwaarden. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L.
Hendrikse (eds.), Algemene Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
B. Wessels, De zwarte lijst. In: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel, M.L. Hendrikse (eds.), Algemene
Voorwaarden, Deventer: Kluwer 2010.
R. Zimmermann, The law of obligations, Oxford: Oxford University Press 1996.
Bachelor skriptie R. Joe, Algemene Voorwaarden van Fatum Schadeverzekeringen
38
Bijlagen:
Algemene Voorwaarden van Fatum Autoflex Motorrijtuigenverzekering
Algemene Voorwaarden van Fatum Perfect Woonhuisverzekering
Algemene Voorwaarden van Fatum Perfect Combinatieverzekering voor Zaken
Algemene Voorwaarden van Fatum Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen
top related