gelderse natuur en milieufederatie · inhoud presentatie doel: globaal beeld schetsen van de...

Post on 27-Sep-2020

1 Views

Category:

Documents

0 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

Introductie OmgevingswetGelderse Natuur en Milieufederatie

Juul OsingaDecember 2019

Even voorstellen

Juul Osinga

• Planologie (MSc) – Radboud Universiteit Nijmegen

• 2012 – 2018 = Adviseur bodem en ondergrond

• Sinds 2018 adviseur leefomgeving / planoloog – Aveco de Bondt

• Advies- en ingenieursbureau op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, water, energie en duurzaamheid, gebouwen, mobiliteit en infrastructuur, industrie

• Sinds 2012 voorzitter van Netwerk Jong Leefomgeving

• Netwerk voor én door jonge professionals over de Omgevingwet

312/

Inhoud presentatie

Doel: globaal beeld schetsen van de veranderingen die de Omgevingswet brengt en

wat de impact daarvan is op natuur en milieu

Programma:

• Aanleiding, doel en uitgangspunten van de Omgevingswet

• Kerninstrumenten van de Omgevingswet

• Digitaal Stelsel Omgevingswet en ‘anders werken’

• Impact op Natuur en Milieu

313/

1

4/31

Iedere opgave heeft geleid tot wetten, regels en beleid

4/

En dus het ontstaan van sectoren me eigen:

- Regels

- Kennis

- Instituties

- Middelen

- Doelen

- Afspraken

- .. enzovoort

Wat willen we bereiken?

Wie hebben we daarvoor

nodig?

Wat hebben we daarvoor

nodig?

Welke kaders gelden daar

bij?

Omgevingswet – de aanleiding1

5/31

• 23 maart 2011: Minister Schultz stuurt brief aan kamer over herziening

Omgevingsrecht

• Omgevingsrecht is complex, versnipperd en sluit niet aan op behoeften uit

praktijk

- Verschillende wetten kennen allen hun eigen procedures en regels

- Behoefte aan integrale benadering leefomgeving

- Duurzame ontwikkeling onvoldoende onderdeel

- Geen ruimte om rekening te houden met regionale verschillen

- Behoefte aan maatwerk in concrete projecten

- Groeiend belang van vroegtijdig betrekken belanghebbenden bij besluitvorming

- Balans ligt teveel bij zekerheid en te weinig bij flexibiliteit

Verbeterdoelen en uitgangspunten Omgevingswet1

316/

Verbeterdoelen Omgevingswet Uitgangspunten:• Deregulering

• Decentralisatie van taken en bevoegdheden

• Van vergunningen naar algemene regels

• Van ‘nee tenzij’ naar ‘ja, mits’

• Gelijkwaardig beschermingsniveau

• Meer participatie(mogelijkheden)

Ambitie van de Omgevingswet1

7/31

één samenhangende wet over de fysieke leefomgeving

Die ontwikkeling stimuleert

En die de kwaliteit van de leefomgeving waarborgt

De fysiekeleefomgeving omvat in ieder geval:

a. bouwwerken,

b. infrastructuur,

c. watersystemen,

d. water,

e. bodem,

f. lucht,

g. landschappen,

h. natuur,

i. cultureel erfgoed,

j. werelderfgoed.

Wat gaat/moet er op hoofdlijnen veranderen?1

8/31

Melanie Schultz (oud minister verantwoordelijk voor Omgevingswet): Het succes van de Omgevingswet is voor 80% afhankelijk van het ‘anders werken’

Resume..1

9/ 31

• De Omgevingswet gaat dus over:

Actoren: taken, bevoegdheden en rollen

Spelregels: wet- en regelgeving

Hulpmiddelen: instrumentarium, kennis, macht, geld, digitaal

• Met als doel (discours):

- ruimte voor ontwikkeling fysieke leefomgeving

- waarborgen van kwaliteit fysieke leefomgeving

De 80% waar de minister over spreekt

De Omgevingswet, 20%

De wet: omvat..

Alle wet- en regelgeving voor de fysieke leefomgeving

1

3110/

Huidig omgevingsrecht:• 26 wetten,• 60 AMvB’s en • 75 Ministeriële regelingen

Herziening Wet Natuurbescherming

De wet: bevat 6 instrumenten2

11/31

Instrument: Omgevingsvisie

• Verplicht voor alle bestuurslagen (behalve Waterschappen)

• Één strategische en integrale langetermijn visie voor de fysieke leefomgeving voor het gehele grondgebied van een bestuurslaag (gemeente, provincie of rijk)

• Alleen bindend voor de bestuurslaag die het vaststelt

• Formeel geen doorwerking of hiërarchie tussen visies van verschillende bestuurslagen

• Vormvrij

• Wel rekening houden met beginselen Europees milieubeleid (voorzorgsbeginsel, beginsel van preventief handelen, bronmaatregelen, vervuiler betaalt)

• Bevat in ieder geval: hoofdlijnen kwaliteit van de fysieke leefomgeving, hoofdlijnen van voorgenomen ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van het grondgebied en hoofdzaken van het beleid op de fysieke leefomgeving.

2

12/31

Omgevingswaarde (volgt vaak uit Omgevingsvisie)

• Omgevingswaarden zijn bedoeld voor het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. Ook ondersteunen ze bij het zorgen voor een goede omgevingskwaliteit.

• omgevingswaarde voor de fysieke leefomgeving of een onderdeel de volgende aspecten bepaalt:

de gewenste staat of kwaliteit op een bepaald moment op een bepaalde plaats

de toelaatbare belasting door activiteitende toelaatbare concentratie of depositie van stoffen

• Verplichte omgevingswaarden (vanuit o.a. EU-beleid): luchtkwaliteit, oppervlakte- en grondwater, zwemwater, veiligheid waterkeringen, overstromingen

• Overige omgevingswaarden: geur van veehouderijen, lichthinder, …

• Omgevingwaarde krijgt een plek in algemene regels (rijk), omgevingsverordening (provincie), omgevingsplan (gemeente).

• Een kwalitatieve omgevingswaarde is mogelijk als zo'n aspect met objectieve termen kan worden omschreven.

2

13/31

Instrumenten: algemene en decentrale regels2

14/31

Algemene regels

Instrument: Decentrale regels2

15/31

Instrument: Programma’s

• Instrument kent verschillende varianten (vrijwillig, verplicht vanuit EU, verplicht vanwege overschrijding omgevingswaarde en programmatische aanpak)

• Essentie: bevat de uitwerking van beleid of maatregelen om aan omgevingswaarden (gewenste kwaliteit) of andere doelstellingen te voldoen.

• Gebiedsgericht of themagericht

• Programma is totaalpakket aan maatregelen afspraken (juridisch en niet juridisch)

• Programmatische aanpak is ook een programma (zoals de PAS dus was)

• Beheerplan voor natura 2000-gebieden is een verplicht programma

2

16/31

Instrumenten: Omgevingsvergunning en projectbesluit

• Projectbesluit is bedoeld voor projecten van groot publiek belang (denk aan dijkversterkingen, infrastructurele werken, etc.)

• Omgevingsvergunning is een bestaand instrument dat wordt uitgebreid en op onderdelen wijzigt, denk aan vervallen onlosmakelijkheid en vaker reguliere (8 weken) procedure.

Ook natuurvergunning wordt straks dus een omgevingsvergunning ((Omgevingsvergunning voor flora- en fauna-activiteit en Natura 2000-activiteit (in plaats van bijvoorbeeld ontheffing Wet natuurbescherming)).

Bij enkelvoudige aanvraag is provincie bevoegd gezag, bij meervoudige aanvraagt de gemeente (met verplichte afstemming met provincie)

• In beide instrumenten krijgt participatie een grotere rol!

2

17/31

Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) als fundament

• 2021: DSO wordt één digitaal loket, met alle functionaliteiten (en meer) uit:

Omgevingsloket Online (OLO), de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM),

ruimtelijkeplannen.nl

• Ambitie (2024): met één druk op de knop kunnen zien:

Wat je mag en kan op een locatie

Welke regels op deze locatie voor een activiteit van toepassing zijn

• Dus alle regels en gegevens (van alle bestuurslagen) integraal inzichtelijk

2

18/31

Omgevingswet vraagt andere manier van werken

• Denk aan: meer integraal, meer (regionale) samenwerking, meer/vroegtijdige

participatie van belanghebbenden, meer flexibiliteit (en daarmee vertrouwen)

• Integraal werken: verschillende disciplines vroegtijdig bij elkaar brengen en in

samenhang afwegingen maken

• Regionale samenwerking: tussen overheden (in de keten), maar ook in de regio

met andere overheden en externe partijen (gebiedsgericht)

• Participatie: bewoners, bedrijven en andere belanghebbenden betrekken zodat

goede ideeën meteen op tafel komen, men betere besluiten nemen en

initiatieven uit de samenleving een plek krijgen

• Meer vertrouwen tussen overheden, samenleving, bedrijven

2

19/31

Samenwerken2

20/31

Afwegen2

21/31

Instructieregels vanuit het Rijk of de Provincie

Vrije regelruimte voor decentrale overheden (is er

nu ook al!)

Uitgangspuntzorgendragen

voor een evenwichtige toedeling van functies aan

locaties.

Participeren

• Participatie verplicht, maar vormvrij/maatwerk

• Wijze van participatie verschilt per instrument

• Bij omgevingsvisie, programma en

omgevingsplan geldt een motiveringsplicht

• Bij omgevingsvergunning dient initiatiefnemer

aan te geven of – en hoe- er overleg is geweest

met belanghebbenden.

• Bij projectbesluit is participatie onderdeel van

voortraject om te komen tot een besluit

2

22/31

Participatie

• Motiveringsplicht houdt in dat bij besluitvorming moet worden aangegeven hoe burgers,

bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn

betrokken en wat de resultaten daarvan zijn.

• Burgerparticipatie:

- overheidsinitiatief of particulier initiatief staat centraal

- burger kan meepraten, meedenken, meebeslissen

• Overheidsparticipatie:

- algemeen belang, initiatief komt uit de wijk/ buurt

- gemeente kan de initiatiefnemer ondersteunen (denk aan informatievoorziening,

financiële/ ambtelijke ondersteuning, begeleiding bij besluitvorming)

2

23/31

Planning – inwerkingtreding op 1 januari 20212

24/31

Natuur / Landschap in de Omgevingswet3

25/31

• Inpassing Wet natuurbescherming (beleidsneutraal) via aanvullingsspoor

• Natuur, Landschappen, Cultureel Erfgoed is onderdeel van fysieke leefomgeving (art. 1.2)

• EU regelgeving centraal, dus Europese richtlijnen (zoals vogel en habitat) e.d. blijven gehandhaafd

• Besluit kwaliteit leefomgeving: Instructieregels NNN en landschap (decentralisatie rijk naar provincie)

• Instructieregels NNN (omgevingsverordening van provincie) waarborgen bescherming, instandhouding, verbetering en ontwikkeling van natuur en moeten onder meer achteruitgang voorkomen, behoud en samenhang verzekeren en evt. compensatie verzekeren.

• Instructieregels Landschap, gemeenten moeten cultuureel erfgoed inventariseren en waar nodig beschermen (in omgevingsplan). Landschapsbeleid is autonome taak provincie. Verantwoordelijkheid voor overige landschappelijke waarden ligt bij decentraal bestuur (gemeente).

Kamerbrief over aanvullingswet natuur3

26/31

• Gepubliceerd op 9 december 2019, betreft beantwoording van Kamervragen door Minister.

• Hoe verhoudt het integrale karakter van de Omgevingswet zich met het sectorale belang van natuurbescherming.

Botst dat? Wat betekent dat voor afwegingsruimte?

Een integrale afweging mag evenwel nooit afbreuk doen aan het beoordelingskader van de vogel- en habitatrichtlijn voor Natura 2000 en voor soortenbescherming. Anders passende beoordeling en voor bepaald activiteiten omgevingsvergunning

• Hoe verhoudt de bevoegdheidsverdeling tussen Rijk en Provincie zich wanneer een provincie zijn

verantwoordelijkheid niet neemt?

Verantwoordelijkheid van provincie gaat uit van medebewindstaken

• Hoe wordt participatie van directe belanghebbende vormgegeven bij realiseren instandhoudingsdoelstellingen?

Beheerplan is programma onder omgevignswet waarbij participatie verplicht is (motiveringsplicht)

Kamerbrief over aanvullingswet natuur3

27/31

• Hoe vind ter bestuurlijke afstemming plaats en hoe verhoudt zich dat tot uitgangspunt ‘vertrouwen’Geen wettelijke bepaling: Overheden worden geacht in staat te zijn belangen af te wegen, waarbij afstemming en samenwerking met andere overheden vanzelfsprekend is. Bestaande bestuurlijke afspraken blijven gehandhaafd.

• Bevoegd gezag bij enkelvoudige aanvraag is GS of minister, bij meervoudige aanvraag collega van

B&W. Waarom is deze keuze gemaakt?Decentralisatie, één loket gedachte en recht van advies en instemming

• Wat is de consequentie van het uiteentrekken van de Wet natuurbescherming dat nodig is voor de

integratie daarvan in de Omgevingswet? Wat zijn de gevolgen daarvan van natuurbescherming?De overgang naar de Omgevingswet zal leiden tot een andere ordening, maar niet tot een wijziging van het niveau van bescherming van de natuur, tot wezenlijk andere instrumenten of tot andere bevoegdheden.Een periode van gewenning is onvermijdelijk

Kamerbrief over aanvullingswet natuur3

28/31

• Rol van de belanghebbende, verandert die? Relativiteitsbeginsel?

In reactie daarop kan de minister opmerken dat het relativiteitsvereiste moet worden onderscheiden van de vraag of een organisatie als belanghebbende kan worden aangemerkt. Als bijvoorbeeld een natuur- of milieuorganisatie rechtstreeks in haar belang wordt geraakt door het bestreden besluit, dan zal de organisatie worden aangemerkt als belanghebbende. Als de belangen van organisaties worden de algemene en collectieve belangen beschouwd die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen. Het relativiteitsvereiste is sinds 1 januari 2013 onderdeel van de Algemene wet bestuursrecht; dit is een gevolg van de op die datum in werking getreden Wet aanpassing bestuursprocesrecht. Het stelsel van de Omgevingswet sluit aan bij het algemene bestuursrechtelijke rechtsbeschermingsregime en brengt daar ook op dit punt geen wijzigingen in aan.

Impact op natuur en milieu, zorgen en kansen?3

29/31

• Meer beleidsvrijheid en afwegingsruimte voor gemeentes en provincies

Toenemende (bestuurlijke) afwegingsruimte leidt tot grotere verschillen bij lokale overheden

Geeft meer ruimte voor lokale ambitie!

• Ook expliciet ruimte voor thema’s als ‘gezondheid’

• Buiten de wettelijke bescherming (vanuit EU) wordt natuur onderdeel van fysieke leefomgeving, en

daarmee en van de af te wegen belangen naast alle andere belangen.

• Integraal denken en werken wordt gestimuleerd, leidt dit tot ‘slimme’ oplossingen

• Vroegtijdige participatie kan tot betere plannen leiden, mits goed ingezet door initiatiefnemer

• Kennis en kunde (‘anders werken’) bepaalt of we het ook echt anders/beter gaan doen

Vragen>

30/31

Vragen

Meer informatie over de Omgevingswet:

www.omgevingswetportaal.nl

www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl

3

31/31

Of mail mij:

josinga@avecodebondt.nl

top related