gram oktober 2015 def
Post on 24-Jul-2016
228 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Composteren en milieubelasting
Steeds meer duurzame festivals
Vervolg voor succesvol project 100-100-100
GRAM
Nederland loopt voorop in de aanpak van zwerfafval
JAA
RGA
NG
106 | NU
MM
ER Oktober 2015
VAKBLAD VAN DE 8
Oude banden, nieuw
leven.
Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...
…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden
…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland
…dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot
… daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen
…dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen
…op milieuverantwoorde wijze verwerkt
www.bandenmilieu.nl
Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt.
RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&M tot en met 2019 algemeen verbindend verklaard (AVV) Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.
BEM_NAJAAR 2015_210x297.indd 1 31-08-15 13:48
GRAM | oktober 2015 3
Vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
6
8
9
11
Loont belonen? Beloningssystemen om zwerfafval te bestrijden zijn er meer dan genoeg, maar de
vraag is of ze ook effectief zijn. In juni verscheen de handleiding ‘Schoon Belonen’ van
Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De handleiding biedt
inzicht in de werking van belonen en beloningssystemen.
BeestenBende zet bij kinderen de knop om Zakken tellen doen ze bij De BeestenBende liever niet. Het zwerfafvalproject voor
basisschoolkinderen is primair gericht op gedragsverandering. “Als je bij jonge
kinderen de knop om kunt zetten, heb je daar generaties lang plezier van”, aldus de
bedenker.
Schonere snoeproutes door voorlichting én handhaving Middelbare scholieren interesseer je niet zomaar voor zwerfafval. Maar voorlichting
gecombineerd met handhaving werkt toch best goed, hebben ze in de Betuwe
gemerkt. In Culemborg, Tiel en Geldermalsen zijn de snoeproutes weer een beetje
schoner. Dankzij een speciaal dienstverleningspakket van Avri.
Nederland gidsland schoon Nederland loopt Europees gezien voorop in de aanpak van zwerfafval als het gaat
om beleid, kennis en uitvoering. Dat blijkt uit een onlangs uitgevoerde studie van
MilieuCentraal, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bij het
verzilveren van de kansen die er liggen gaat het ministerie nu ook zelf meer een rol
spelen, zo blijkt uit een brief van de staatssecretaris aan de Kamer.
Foto voorplaat:
Hollandse Hoogte
lees verder op pag. 11
5 Bezem
14 Evenementensector zet serieus in op
Green-deal duurzame evenementen
16 "Een gemiddeld gezin heeft 113
batterijen in huis"
18 Sliedrecht trots op milieuwinst en
blijvend lage afvalstoffenheffing
19 Succesvol experiment 100-100-100
krijgt vervolg
20 Puzzelen met afvalbeheer
22 Branche maakt werk van
Arbeidsparticipatie, minder van de
Participatiewet
24 NVRD nieuws
25 Column Olaf Prinsen, directeur NVRD
27 Branchenieuws
3 Agenda en colofon
Lees verder op pag. 8
Oude banden, nieuw
leven.
Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...
…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden
…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland
…dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot
… daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen
…dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen
…op milieuverantwoorde wijze verwerkt
www.bandenmilieu.nl
Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt.
RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&M tot en met 2019 algemeen verbindend verklaard (AVV) Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.
BEM_NAJAAR 2015_210x297.indd 1 31-08-15 13:48
T
4 GRAM | oktober 2015
Introduceert: de ‘Bubble’
www.bubble360.nl | Voltastraat 28 | 7903 AB Hoogeveen | www.lune.nl | +31 (0) 528 263241 | info@lune.nl
Grootvolume
Afzuiging
Snelheid
Design
Anti graffiti
Degelijk
Repareerbaar
Kabelveilig
Circular economy
360L
BOL
Bovengronds
Logistiek
RVSAirflow
Efficiëntie
Ergonomie
Één persoon
Uniek
KeteninnovatieVerplaatsbaar
BEZEMbij. #oldschool. Maar als delen het nieuwe zenden is, dan rijmt dat niet. De @NVRD heeft als ledenvereniging een ongelooflijk mooi zendarsenaal. Eentje waar een gemid-delde provider jaloers op zal zijn. Open source voor en vooral door iedereen. Informatie moet gedeeld worden. Twitter is een heel mooi voorbeeld. Type #schoon of #af-val, maar ook actuele zaken als #statiegeld in, en je krijgt een razendsnel overzicht. Zeker als er ergens een con-gres is, loopt de tijdlijn lekker vol. En wees eens eerlijk: leest u een krant of scrolt u liever even snel door www.nu.nl? In uw mailbox kon u al de digigram vinden. Een voorbode. Delen is het nieuw adagium. De redactie gaat delen, u deelt al. Nu nog samen. Worden we homies of matties. En ja het is echt waar, zelfs uw oude vertrouwde Bezem is op Twitter, @DBezem. “Check dat”, zoals een bezempje zou zeggen.
DeelzenderDelen is het nieuwe zenden. Ja, laat dat maar even op u inwerken. Een eenvoudige Bezem als ik moest van ver komen om het door te hebben. Maar gelukkig had ik wat ondersteuning van mijn eigen kleine bezem-pjes. Die bleken niets te begrijpen van wat ik zei, maar toen ik naar ze keek, wist ik het wel direct. Zij zijn het in optima forma. Vastgeplakt aan een paar inches beeldscherm, gemaakt met enkele steeds zeldzamer wordende metalen wordt er gedeeld, ‘geretweet' en 'geappt’ dat het een lieve lust is. Een hele nieuwe multitaskende generatie is in aantocht. Muziek luisteren, tv kijken, een appje versturen en twitter bekijken, alles tegelijk. En alles direct zenden. “Heb je die goal gezien?” #messi. Het gaat snel, heel snel en een blad zoals nu voor uw neus ligt, is in de ogen van sommigen nog iets uit de oertijd. Iets van dinosauriërs. #kandatniet-sneller.
Informatie kon je vroeger - en dat is langer geleden dan gisteren - zenden via een folder. Keurig bezorgd in de brievenbus. Op schrift, in druk. Ligt lekker in de hand, bladert fijn en een vleugje drukinkt waait af en toe voor-
GRAM | oktober 2015 5
6 GRAM | oktober 2015
zelfs contraproductief zijn. De Goede: “Mensen die het
gewenste gedrag al van tevoren vertoonden, gaan daar
mee door als ze een beloning krijgen. Als de beloning
echter vervolgens stopt, loop je het risico dat sommige
mensen afhaken. Je bent dan dus slechter af dan van
tevoren.”
Een beloning mag niet te hoog zijn, maar wel zodanig
dat mensen er iets voor doen. De Goede: “De truc is
dus om de juiste balans te vinden. Ook is het belangrijk
om helder te hebben wat je wil bereiken. Als je wil dat
kinderen zwerfafval blijven opruimen, sla je de plank
mis als het gedrag stopt als de beloning stopt. Het doel
van een project kan echter ook zijn dat kinderen gedu-
rende een bepaalde tijd actief bezig zijn met zwerfafval
en zich daar meer van bewust worden. Dit specifieke
project is dan geslaagd als aan deze voorwaarde is vol-
daan.” Communicatie speelt een grote rol om mensen
te overtuigen van het belang van bepaald gedrag. De
Goede: “Een zwerfafvalproject of –actie op school kan
daarom het beste gecombineerd worden met een gast-
les, waarin kinderen uitleg krijgen over het probleem
van zwerfafval. Kennis is niet voldoende om gedrag
te veranderen, maar het is vaak wel een voorwaarde.”
Beloningen voor een groep werken beter dan voor een
individu. Kinderen doen eerder iets omdat hun klas bij-
voorbeeld een schoolreisje kan winnen dan wanneer
ze er zelf iets mee verdienen. Een ander advies van
De Goede is: laat mensen zelf nadenken hoe ze hun
doel kunnen bereiken. “Dat is al een beloning op zich.”
Een mooi voorbeeld hiervan vindt hij de zwerfafvalfiets
waarvoor kinderen van openbare basisschool De Zwa-
luw in Amstelveen het idee hadden bedacht. Deze fiets
heeft vier bakken, waarmee kinderen verschillende
soorten zwerfafval gescheiden kunnen inzamelen. De
gemeente gaf budget om de fiets te laten ontwikkelen.
Op vrijdagmiddag maken de kinderen op de fiets een
rondje door de buurt om zwerfafval te verzamelen. “Ze
vechten dan bijna om wie er op de fiets mag”, vertelt
De Goede lachend.
Lampjes
Allerlei elementen kunnen het succes van een actie
vergroten. Plezier in een actie leidt altijd tot betere
resultaten. Dingen in groepen doen, maken een pro-
ject leuker, zoals de TrashUre Hunts, waarbij groepen
ouders en kinderen stranden en natuurgebieden oprui-
men. Van het gevonden afval maken ze kunstwerken,
voordat het de afvalbak in gaat. De funfactor werkt
ONDERZOEK EFFECT BELONINGSSYSTEMEN
Beloningssystemen om zwerfafval te bestrijden zijn er meer dan genoeg, maar de vraag is of ze
ook effectief zijn. In juni verscheen de handleiding ‘Schoon Belonen’ van Rijkswaterstaat en het
ministerie van Infrastructuur en Milieu. De handleiding biedt inzicht in de werking van belonen en
beloningssystemen.
“Aanleiding voor het verschijnen van de handleiding
was de discussie die gaande was in de Tweede Kamer
over het al dan niet afschaffen van statiegeld op fris-
drankflessen en de mogelijke effecten daarvan”, vertelt
Kevin de Goede van onderzoeks- en adviesbureau d&b.
Voor het samenstellen van de handleiding deed d&b
literatuuronderzoek en zocht voor meer dan vijftig ver-
schillende projecten uit wat het effect is van belonen
bij het bestrijden van zwerfafval. Daarbij ging het om
statiegeldsystemen, maar ook om schone stranden-
wedstrijden of acties waarbij scholen tegen elkaar
strijden om zoveel mogelijk zwerfafval op te ruimen.
De vraag wanneer en hoe een beloningssysteem het
beste kan worden ingezet, blijkt niet eenvoudig te be-
antwoorden.
Plastic afval
Het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke moti-
vatie speelt bij belonen een grote rol. Mensen die intrin-
siek gemotiveerd zijn, doen iets omdat het goed voelt
of omdat ze het leuk vinden. Mensen die extrinsiek ge-
motiveerd zijn, vertonen bepaald gedrag vanwege de
beloning die ze daarvoor krijgen. De Goede: “Het beste
kun je inzetten op intrinsieke motivatie, omdat mensen
dan gewenst gedrag vertonen zonder dat ze er een be-
loning voor verwachten.” Soms is het echter nodig om
de extrinsieke motivatie aan te spreken. Belonen werkt
namelijk goed om mensen op gang te brengen en ze
de eerste stappen te laten zetten. “Dat geldt vooral
voor gedrag dat mensen normaal gesproken niet snel
uit zichzelf vertonen, zoals het inleveren van plastic
afval bij de supermarkt”, vertelt De Goede. Met belonen
moet je lang doorgaan, in ieder geval minstens drie
weken. Hoe langer je beloont, hoe groter de kans dat
gedrag een gewoonte wordt. “Dan beklijft het en kun je
een beloning ook weer af gaan bouwen. Stop je echter
in één keer abrupt met belonen, zonder een verklaring
te geven, dan is de kans groot dat het gedrag weer ver-
dwijnt. Mensen zien dan geen reden meer om door te
gaan.” Bij intrinsiek gemotiveerde mensen kan belonen
Loont belonen?
“Belonen werkt goed om mensen
op gang te brengen en ze de eerste
stappen te laten zetten.”
GRAM | oktober 2015 7
een systeem.” De Goede verwijst naar de proeven die
mogelijk van start gaan met het uitbreiden van het sta-
tiegeldsysteem voor kleine flesjes en blikjes. “Daar kun
je niet snel mee sjoemelen. Mensen kunnen blikjes en
plastic flesje verzamelen die op straat liggen en daar
geld voor incasseren, maar dat is alleen maar positief.”
Doelgedrag
Belonen is dus complex. De Goede: “We krijgen vaak de
vraag van gemeenten: 'wat kunnen we het beste doen:
wel of niet belonen?' Er is geen kant en klaar antwoord.
Per situatie is het weer anders. Daarbij draait het om
vragen als: Wat is het probleemgedrag? Wat is het
doelgedrag dat je wil bereiken? En: Leidt een bepaalde
beloning tot het doelgedrag? Als het antwoord op die
laatste vraag ‘nee’ is, moet je geen beloning geven. Is
het antwoord ‘ja’, dan doe je het wel.” Vervolgens is de
vraag hoe de beloning er uitziet. “Mensen die al gemo-
tiveerd zijn, kun je beter niet belonen, omdat dit een
averechts effect kan hebben. Zijn mensen niet gemoti-
veerd, dan beloon je ze om op gang te komen. Heb je
geen geld of middelen om op langere termijn te blijven
belonen, doe het dan niet. Beloon je toch voor een kor-
tere periode, bouw het dan zorgvuldig af.” Menselijke
gedrag zit nu eenmaal ingewikkeld in elkaar. De Goede:
“Mensen zullen hun flessen niet meer inleveren bij de
supermarkt als het statiegeld wordt afgeschaft. Maar
als je ze er direct naar vraagt, weten ze heel goed dat
het belangrijk is om dit wel te doen.”
De handleiding Schoon Belonen kwam tot stand via een
samenwerking van Rijkswaterstaat, Stichting Natuur
en Milieu, het ministerie van Infrastructuur en Milieu,
VNG, Nederland Schoon en NVRD.
Tekst: Ans Aerts
goed bij kortdurende projecten. Zo ontwierp d&b
voor de Vierdaagsefeesten in Nijmegen een afvalbak,
waarop lampjes gaan knipperen en waaruit geluidjes
opklinken als mensen er iets ingooien. “Als zo’n bak
echter dag in, dag uit ergens staat, verliest hij zijn ef-
fect, omdat mensen er aan wennen. Tijdens de Vier-
daagse zagen we echter dat hij dubbel zo vaak werd
gebruikt als de gewone afvalbakken.” De beloning
moet uiteraard zijn afgestemd op de doelgroep, zoals
bij de Deventer Schoonfamilie. Inwoners die lid zijn
van de Schoonfamilie ontvangen cambi’s, lokale mun-
ten, voor het zwerfafval dat ze opruimen. De munten
kunnen ze inwisselen voor bijvoorbeeld spullen uit de
fanshop van voetbalclub Go Ahead Eagles. Wat voor de
één een beloning is, is dat voor iemand anders niet.
De Goede: “Mensen die veel geld hebben, zullen niet
geïnteresseerd zijn in een kleine financiële beloning,
maar staan waarschijnlijk wel open voor argumenten
op het gebied van milieu en duurzaamheid. Alterna-
tieve beloningssystemen kunnen voor deze doelgroep
ook interessant zijn, zoals de actie Afval Loont, waarbij
mensen het geld dat ze krijgen voor het inleveren van
afval kunnen doneren aan een goed doel.”
Vaak laten beloningsprojecten wel wat steekjes vallen,
is de ervaring van De Goede. “Er zijn weinig projec-
ten die gericht zijn op belonen op de lange termijn.
En sommige projecten hebben te veel verliezers, zo-
als schone strandenacties, waarbij meestal de mensen
winnen die het meest fanatiek opruimen. Het meest
vieze strand doet niet mee, omdat de kans om te win-
nen te klein is, terwijl het daar het hardst nodig is.”
Beloningssystemen kunnen leiden tot misbruik en frau-
de, zoals het inleveren van het eigen restafval om een
beloning voor zwerfafval te incasseren. “Ons advies is
om van tevoren goed na te denken over het effect van
Loont belonen?
De Vierdaagsebak van bureau d&b geeft licht en geluid bij gebruik.
8 GRAM | oktober 2015
Zakken tellen doen ze bij De BeestenBende liever niet. Het zwerfafvalproject voor basisschoolkinderen
is primair gericht op gedragsverandering. “Als je bij jonge kinderen de knop om kunt zetten, heb je
daar generaties lang plezier van”, aldus de bedenker.
BeestenBende zet bij kinderen de knop om
“We hebben er een onderzoek naar gedaan”, zegt Paul
Ubachs. “Jongvolwassenen die tien jaar geleden mee
hebben gedaan aan ons project De BeestenBende, heb-
ben nog steeds een sterke aversie tegen zwerfafval.
Dat gevoel houden ze waarschijnlijk heel hun leven
vast.” Een project als De Beestenbende wérkt, wil Ub-
achs maar zeggen.
Ubachs heeft een eigen bureau, dat projecten ontwik-
kelt die gericht zijn op gedragsverandering. Zo’n tien
jaar geleden zette hij het concept De BeestenBende
in de markt. Een project waarbij basisschoolkinde-
ren van zeven tot elf jaar verleid worden hun eigen
buurt schoon te houden. Op dit moment doen er tien
gemeenten aan mee, waaronder Cuijk, Doetinchem,
Hengelo en Leiden. “Ik was voorheen marketeer voor
onder meer Lego”, vertelt Ubachs over de aanleiding.
“Door een gemeente werd ik uitgedaagd iets te beden-
ken waardoor burgers zich meer betrokken voelen bij
zwerfafval. Toen kwam ik uit op De BeestenBende, een
gedragsveranderingsproject voor jonge kinderen. Die
doelgroep is natuurlijk bewust gekozen. Wat je jong
leert, hou je vast voor de rest van je leven. Plus je be-
reikt de ouders.”
Dieren beschermen
Inmiddels zijn zo’n 8000 kinderen lid of lid geweest.
Ze krijgen eerst een filmpje te zien op school, over een
dolfijn die een groepje BeestenBenders vraagt hem te
helpen. Grotere jongens hebben afval in het water van
het Dolfinarium gegooid en de dolfijn vertelt dat dat
gevaarlijk is voor de dieren. Na het spannende filmpje
mogen de kinderen zich zelf opgeven voor De Bees-
tenBende en volgens Ubachs wil gemiddeld 90 procent
dat inderdaad. Vervolgens gaan de kinderen eens per
maand de wijk in om zwerfafval op te ruimen. Samen
met zelfgekozen vriendjes en hun ouders. Het hele jaar
door zijn er allerlei aansprekende acties aan gekop-
peld, zoals een vip-show in het Dolfinarium, een loven-
de verjaardagskaart, bezoekjes aan politie, brandweer,
een afvalverwerkingsbedrijf. Want je moet er lol voor
terug krijgen, aldus Ubachs. “Belonen met geld werkt
Samen plezier maken en het gevoel dat je goed en verantwoordelijk bezig bent is het uitgangspunt van de BeestenBende.
Middelbare scholieren interesseer je niet zomaar voor zwerfafval. Maar voorlichting gecombineerd met handhaving
werkt toch best goed, hebben ze in de Betuwe gemerkt. In Culemborg, Tiel en Geldermalsen zijn de snoeproutes weer
een beetje schoner. Dankzij een speciaal dienstverleningspakket van Avri.
Schonere snoeproutes door voorlichting én handhaving
averechts als je de houding bij jonge kinderen blijvend
wil veranderen, dat is aangetoond. Wij geven ze het
gevoel dat ze heel speciaal werk doen. Ze beschermen
de dieren, dat doen ze goed, en daarom krijgen ze er
leuke dingen voor terug.”
De BeestenBende is gebaseerd op gedragswetenschap-
pelijk onderzoek. Vandaar dat het beschermen van die-
ren een hoofdrol speelt in het project. Ubachs: “Kinde-
ren zijn dol op dieren en vervullen graag een heldenrol.
Als je ze vraagt wat ze later willen worden, noemen
ze juist ook dierenverzorger omdat ze dat spannend
en verantwoordelijk werk vinden. Gedragsverandering
bereik je alleen als je inspeelt op wat kinderen raakt.
Uit zichzelf is een kind natuurlijk niet geïnteresseerd
in zwerfafval, en ook niet in partijen als gemeenten of
overheid. Je moet je dus verdiepen in wat ze wel en
niet willen. Bij De BeestenBende mogen ze de dieren
in hun eigen woonomgeving helpen, door zwerfafval
op te ruimen, in een opvallende outfit. En dat spreekt
ze enorm aan.” De BeestenBende speelt ook in op het
groepsgevoel. “Geen enkel kind valt graag buiten de
boot. Door samen zo goed herkenbaar afval op te rui-
men, en dat normaal te vinden, verleg je de norm. Zelfs
als de voormalige BeestenBende-kinderen in de puber-
teit zijn, een leeftijd waarop andere prikkels de over-
hand krijgen, blijven ze vasthouden aan een schone
omgeving. Het zit er in gebeiteld, als het ware.”
Inzamelresultaten
Hoewel De BeestenBende aantoonbaar effect heeft, is
Ubachs geen voorstander van het bijhouden van in-
zamelresultaten. “Wij gaan geen zakken tellen en kin-
deren belonen die toevallig het meeste afval geraapt
hebben. Je moet ze voortdurend, het hele jaar door, het
gevoel geven dat ze goed en verantwoordelijk bezig
zijn, dan bereik je veel meer.” Gemeenten overtuigen
van het nut van De BeestenBende, is niet altijd gemak-
kelijk. “Overheden willen vaak op korte termijn concre-
te resultaten zien. En al wordt de buurt er flink schoner
van, toch is De BeestenBende daar niet speciaal op ge-
richt. Wij brengen een structurele gedragsverandering
tot stand bij een jonge generatie. Daar heb je vooral in
de toekomst plezier van.”
Tekst: Hetty Dekkers
“Op de zogeheten snoeproutes, tussen scholen, win-
kelcentra en tankstations, vind je doorgaans veel
zwerfafval”, licht contractmanager Ivo Geerits van Avri
toe. “Maar middelbare scholieren zijn over het onder-
werp zwerfvuil niet de meest makkelijke doelgroep
om te bereiken. Daarom ontwikkelden wij voor onze
gemeenten een speciaal pluspakket, dat met name
gericht is op tweedeklassers. Zij zijn meestal de eer-
sten die van het schoolplein af mogen in de pauzes,
voor brugklassers geldt dat nog niet.” Het pluspakket
van Avri is gebaseerd op de combinatie voorlichting
en handhaving. Geerits: “In de les krijgen de leerlin-
gen eerst een powerpointpresentatie met interactieve
elementen. Die voorlichtingslessen zijn op het vmbo
anders dan op het gymnasium, om aan te sluiten bij
het niveau van de leerlingen. We laten een filmpje zien
van een meeuwenmaag die vol zit met plastic, wijzen
erop dat ze zelf ook plastic binnen kunnen krijgen door
bijvoorbeeld vis te eten. Verder laten we foto’s zien van
de eigen vervuilde schoolomgeving en nemen we na-
tuurlijk door wat zwerfafval is, hoe het gerecycled zou
kunnen worden als je het netjes weggooit.” Na de voorlichtingslessen
volgt een handhavingsactie in de omgeving van de betreffende school.
Geerits: “Onze handhavers gaan regelmatig controleren op de snoep-
routes en delen eerst waarschuwingen uit. Maar als het nog een keer
voorkomt, volgen er ook boetes. Voor jongeren onder de zestien jaar
is dat 70 euro, voor de oudere jeugd 140. Dat zijn landelijke tarieven,
zoals elke BOA ze hanteert. Het blijkt dat vooral die boetes heel ef-
fectief zijn. Het gaat als een lopend vuurtje rond zodra iemand van
de school beboet is.” Om de pakkans te vergroten, surveilleren de
handhavers vaak niet in uniform maar in gewone kleding. Ook wordt
de handhavingsperiode niet altijd bekend gemaakt. “Het aantal boetes
is voor ons op zich niet interessant”, zegt Geerits. “Maar ze maken wel
de grootste indruk en hebben dus een belangrijke functie.”
Gouden greep
Volgens Geerits is vooral de combinatie voorlichting en handhaving
een gouden greep. “Voor zover ik weet, zijn wij een van de weini-
gen die dit zo doen. We zorgen ook voor ondersteuning in de vorm
van posters, brieven aan de ouders en persberichten. Op dit moment
maken Culemborg, Geldermalsen en Tiel gebruik van deze pluspak-
ketdienst voor middelbare scholen. We zijn er vier jaar geleden mee
GRAM | oktober 2015 9
10 GRAM | oktober 2015
begonnen in Culemborg, daar was het meteen een succes. Scholen en
gemeente waren erg enthousiast en de snoeproutes waren duidelijk
schoner na afloop. Al moet ik toegeven dat de onderzoeksresultaten
destijds niet helemaal zuiver waren. Als de buitendienst net langs is
geweest, kan het ook daar aan liggen dat de straat schoner is. Dat
hebben we toen niet meegenomen in ons onderzoek.” Maar toch spre-
ken de meeste deelnemers nu van schonere snoeproutes. In Culemborg
werden vorig jaar negen boetes uitgedeeld, in 2011 waren dat er nog
negentien. “Met dezelfde handhaving, dus dat bewijst dat de actie suc-
cesvol is”, aldus Geerits.
Pluspunt
Avri spreekt van een pluspakket, omdat gemeenten zelf kunnen kie-
zen of ze deze dienstverlening afnemen. “Al onze tien gemeenten waar
wij de afvalinzameling verzorgen, hebben een basispakket. Daarnaast
kunnen ze kiezen voor een pluspakket, zoals extra inzameling van gft
in de zomermaanden, beheer openbare ruimte, of dit project voor mid-
delbare scholen. In Zaltbommel zijn onze handhavers ook actief, al-
leen verzorgt de gemeente daar zelf de voorlichting op de middelbare
scholen. Daarmee is ons hele verzorgingsgebied gedekt, want andere
gemeenten hebben geen voortgezet onderwijs binnen hun grenzen.”
Uitbreiding is dus onmogelijk, aldus Geerits. “Hoewel het principe best
breder toepasbaar is. Denk maar aan grote sportverenigingen, daar zou
je ook met voorlichting en handhaving aan de slag kunnen. Je maakt
jongeren in elk geval meer bewust van de negatieve gevolgen van
zwerfafval, dat is een belangrijk pluspunt.”
Tekst: Hetty Dekkers
Nil� sk Outdoor DivisionThe leader in compact outdoor cleaning
www.nil� sk-outdoor.nl
Alle taken. Alle seizoenen.Reken op uw Ranger voor integraal wijkbeheer.
Nil� sk veeg-/zuigmachines – een complete keuze uit e� ectieve mogelijkheden.Ongeacht het seizoen, er is altijd iets te doen in de wijk. Of het nu gaat om vegen, onkruidbeheersing, gladheidbestrijding of groenonderhoud. Gelukkig biedt Nil� sk een complete lijn Rangers aan met innovatieve oplossingen voor vrijwel alle onderhoudstaken in het buitengebied. Bijvoorbeeld vegen. Ontwikkeld om een perfect resultaat te garanderen. Uitgevoerd met nozzles op alle borstels om � jnstof onder controle te houden. De enige vraag: welk formaat past het beste bij u? Net als alle andere Nil� sk Outdoor werktuigen is de veeg-zuigunit eenvoudig te bedienen. Afhankelijk van het type machine kunt u de Ranger in maximaal 10 minuten aanpassen voor een andere taak.
Neem contact op met uw lokale dealer voor meer informatie of een demonstratie. Kijk voor meer intelligente oplossingen op www.nil� sk-outdoor.nl
Warranty
Warranty
CI T
Y R A N G E R 2 2 5 0
P A R K R A N G E R 2 1 5 02 years
Nilfisk_AllSeason_SuctionSweeper_LineUp_ALL-190x130mm-sep15.indd 1 23-09-15 12:18
Contractmanager Ivo Geerits van Avri: “Avri is een van
de weinigen die bij de aanpak van zwerfafval onder
middelbare scholieren een combinatie maakt van
voorlichting en handhaving.”
Nederland loopt Europees gezien voorop in de aanpak van zwerfafval als het gaat om beleid, kennis en uitvoering.
Dat blijkt uit een onlangs uitgevoerde studie van MilieuCentraal, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur
en Milieu. Veel partijen maken werk van schoon en de kennisinfrastructuur voor dit onderwerp is dik in orde. Bij het
verzilveren van de kansen die er liggen gaat het ministerie nu ook zelf meer een rol spelen, zo blijkt uit een brief van
18 juni van de staatssecretaris aan de Kamer.
Nederland gidsland schoon!
Schoon activiteiten in Nederland
Gemeenten besteden jaarlijks circa 100 miljoen euro
aan het schoonmaken en schoonhouden van de ge-
meentelijke openbare ruimte. Daarboven kunnen ze
elk jaar aanspraak maken op 20 miljoen euro van Het
Afvalfonds Verpakkingen voor vernieuwing en verbe-
tering van hun aanpak. Gemeenten werken graag aan
schoon omdat het sterk bijdraagt aan de leefbaarheid
en de veiligheidsbeleving. Ook wordt zwerfafval steeds
meer gezien als lekstroom in een circulaire economie,
een verlies aan secundaire grondstoffen. Naast de lo-
kale leefbaarheid speelt ook de plastic soep problema-
tiek een rol. Die speelt immers niet alleen mondiaal:
zwerfafval vormt ook lokaal een bedreiging voor bij-
voorbeeld vogels en vissen. Reden genoeg dus om er
iets aan te doen.
Gemeenten meten hoe schoon de leefomgeving is
(monitoring), gaan na hoe schoon ze het willen heb-
ben (doelstellingen), maken beleidsplannen en voeren
deze uit. Hierbij maken ze vaak gebruik van de on-
dersteunende kennispartijen die Nederland rijk is. Het
schoonmaken wordt vormgegeven door de reiniging:
vegen, zuigen en handmatige verwijdering van zwerf-
afval. Steeds vaker gebeurt dit in combinatie met ge-
dragsbeïnvloeding, bijvoorbeeld door goed zichtbaar
te zijn, de interactie aan te gaan met mensen en een
boodschap uit te zenden zoals ‘Samen houden we onze
gemeente schoon’. Daarnaast zijn er natuurlijk de voorzieningen, prul-
lenbakken en peukenpalen/bakken. Bij de optimalisering daarvan (lo-
catie, grootte, en dergelijke) worden ze ook steeds meer gebruikt als
communicatiekanaal om schoon gedrag in de hand te werken. Een ont-
wikkeling is ook om prullenbakken te laten adopteren door bewoners
(participatie). Andere manieren waarop gemeenten zwerfafval bestrij-
den zijn educatieprogramma’s op scholen, schonere afvalinzameling
(gesloten inzamelmiddelen, schone lediging, opruimen na lediging) en
het voorkomen van bijplaatsingen bij verzamelcontainers. Maar ook
het aanpassen van de inrichting zodat consumerende burgers min-
der snel afval achterlaten en er goed gereinigd kan worden, handha-
ving, gedragsbeïnvloeding door campagnes en boodschappen in de
openbare ruimte en ondersteuning bij participatie van burgers, scho-
len en bedrijven zijn geijkte middelen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door
‘schoonafspraken’ te maken met betrokkenen bij een bepaald evene-
ment of winkelcentrum. Maar ook door het organiseren en faciliteren
van opschoondagen, zoals de landelijke opschoondag in het voorjaar,
de 'Keep it clean-day' in september en de vuurwerkopruimactie begin
januari.
Kaderrichtlijn Mariene Strategie
Ook andere overheden hebben een schoontaak. Zo beheert Rijkswater-
staat het landelijk netwerk van rijkswegen, rivieren en de zee, waarbij
schoon ook een issue is. Dat wordt versterkt door de Europese Kader-
richtlijn Mariene Strategie (KRM), die aandacht en actie vraagt voor de
bestrijding van de plastic soep. Vanuit de KRM wordt in Nederland
gewerkt aan vermindering van (zwerf)afval op land en rivieren vanuit
de scheepvaart en visserij, en door te kijken wat er gedaan kan wor-
den via kunststof producten en verpakkingen. Samen met Nederland
Schoon heeft Rijkswaterstaat gekeken hoe je schone verzorgings-/
parkeerplaatsen kunt realiseren langs snelwegen. Het schoonhouden
van bermen en verzorgingsplaatsen is onderdeel van de contracten
die Rijkswaterstaat heeft met aannemers. Ook bij provincies en water-
schappen is men zich toenemend bewust van het belang van schoon.
Aandeel burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties
Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties nemen ook steeds
meer zelf het schoonheft in handen. Al dan niet aangemoedigd door
de Supporter van schoon-beweging of de zwerfie-actie van stichting
Klean, gooien mensen steeds minder afval op straat en ruimen steeds
vaker zwerfafval op. Een stichting als Stichting Vereniging Zwerfafval
Opruimers (SVZO) verenigt en ondersteunt vrijwilligers die zich inzet-
ten voor schoon. Woningbouwverenigingen motiveren en helpen hun
huurders om woonwijken schoon te houden. Evenementorganisatoren
zijn actief bezig met vergroening en verschoning van hun evenemen-
ten. Clubs als de Surf Riders Foundation en Stichting Noordzee orga-
niseren beach clean-ups waar veel vrijwilligers zich voor aanmelden.
Winkeliers zijn zich er steeds meer van bewust dat zij en hun omzet
GRAM | oktober 2015 11
12 GRAM | oktober 2015
baat hebben bij een schone uitstraling van hun gebied.
Door het plaatsen van bakken, vegen van de straten,
schone opslag van afval en materialen/producten en
ook beïnvloeding van het schoon-gedrag van hun klan-
ten nemen ze hun verantwoordelijkheid. Landelijke
wedstrijden zoals schoonste strand of winkelcentrum
spelen hierbij een aanjagende rol. In een dierentuin is
voor medewerkers inmiddels een ‘bukplicht’ ingesteld!
Kansen
De brief van de staatssecretaris geeft reden tot tevre-
denheid. Nederland scoort al geruime tijd een dikke
zeven. Er liggen echter ook nog kansen, met name
te benutten door een bundeling van krachten. Span-
nend is natuurlijk wat er gaat gebeuren in de pilots
voor flesjes en blikjes. Daarnaast is er een uitdaging
om met verse gedragskennis uit de wetenschap de
motivatie van mensen om schoon gedrag te vertonen
(bij je houden, in een bak gooien en iets opruimen van
een ander), versneld kan worden versterkt. Een andere
versnellingsactie is die van het maken van meer afspra-
ken (convenanten) tussen betrokkenen op landelijk en
lokaal niveau voor schone scholen en snoeproutes,
winkelstraten/-centra en OV-gebieden. Verder is een
vraag hoe we door slimmere verpakkingen en produc-
ten bij kunnen dragen aan minder zwerfafval. Hierbij
spelen naast de verpakkingsindustrie ook bijvoorbeeld
de kauwgom- en tabaksindustrie een rol. Tenslotte zal
ook aandacht worden besteed aan het verder optima-
liseren van de kennisinfrastructuur, onder andere door
de activiteiten van kenniscentra beter op elkaar af te
stemmen, goed te kijken wat we van andere landen
kunnen leren en de Nederlandse monitoring verder te
verfijnen. Dit jaar zal onder leiding van het ministerie
van Infrastructuur en Milieu voor bovenstaande punten
een plan worden gemaakt onder de noemer Landelijke
Aanpak Zwerfafval. Samen en in samenhang. Wordt
vervolgd!
Tekst: Addie Weenk
Kennisinfrastructuur
Nederland kent een dynamische kennisinfrastruc-
tuur als het gaat om het bestrijden van zwerfafval.
Een infrastructuur die er voor zorgt dat er in Ne-
derland zeer veel bekend is over omvang, voorko-
men en bestrijding van zwerfafval, en die wordt ge-
kenmerkt door een stevige verbondenheid tussen
wetenschap en praktijk. Ze bestaat uit organisaties
als:
• Kenniscentra met ondersteunende diensten, ac-
ties en hulpmiddelen voor gemeenten, bedrijven
en burgers. Voorbeelden hiervan zijn Nederland
Schoon, Gemeente Schoon (Rijkswaterstaat en
NVRD), CROW/De Levende Stad, Stadswerk en
KIDV. De twee eerstgenoemden beheren samen
de Kenniswijzer Zwerfafval, waarin zoveel mo-
gelijk de vastgelegde kennis over het meten en
aanpakken van zwerfafval voor iedereen be-
schikbaar wordt gemaakt. Rijkswaterstaat voert
de landelijke monitoring uit.
• Leveranciers van afvalbakken en andere voor-
zieningen en hulpmiddelen zijn continu op zoek
naar verbeteringen, waarbij ze ook steeds meer
gebruik maken van de kennis over gedragsbeïn-
vloeding.
• Gespecialiseerde opleidings- en adviesbureaus
die met name gemeenten bedienen als het gaat
om het beheer van de openbare ruimte.
• Bureaus die gespecialiseerd zijn in gedragsbeïn-
vloeding en overheidscommunicatie.
• Brancheverenigingen die hun leden motiveren en
helpen bij een schone bedrijfsvoering. Voorbeel-
den zijn Strand Nederland (paviljoenhouders) en
de Federatie Nederlandse Rubber– en Kunststof-
industrie NRK. Deze laatste heeft een online tool
voor de rubber- en kunststofsector ontwikkeld
om zwerfafval te voorkomen.
• Maatschappelijke organisaties die een belang-
rijke rol spelen in de bewustwording van bur-
gers en beïnvloeding van het lokale en landelijke
zwerfafvalbeleid, zoals KIMO, Stichting Noordzee
en de Plastic Soup Foundation.
GRAM | oktober 2015 13
Specialist in:zoutstrooiers l sneeuwploegen l rolbezems l zoutoplossers l zoutloodsen l winterdienstopleidingen
Meer informatie? Kijk op www.sr-schuitemaker.nl of mail naar sales@sr-schuitemaker.nl
Schuitemaker Industrial B.V. l Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 l sales@sr-schuitemaker.nl l www.sr-schuitemaker.nl
Consultancy Route optimalisatie Dynamisch legen Beheer openbare ruimte
Geavanceerde oplossingen voor route optimalisatie
www.routemanagement.nl
Zutphenseweg 42 • 7211 ED Eefde • E-mail info@routemanagement.nl • Telefoon 0570-796017
Bekijk online
de besparingen voor uw organisatie opwww.routemanagement.nl
NIEUW
‘Vroeger’, zoals dat zo mooi heet, maakten organisatoren van evenementen zich geen of in het beste geval
nauwelijks kopzorgen over de bergen afval, milieuonvriendelijke plastic bekers, programmaboekjes
en flyers die overbleven na festivals, wielerronden en wandeltochten. Anno 2015 komen ze daar niet
meer mee weg. Duurzaam festival-ondernemen is belangrijk en is vrijwel altijd een strikte voorwaarde
om een gemeentelijke vergunning te krijgen.
Organisatoren van evenementen hebben de afgelopen
jaren goed leren leven met duurzaam ondernemen.
In ieder draaiboek staat tegenwoordig een uitvoerig
hoofdstuk over duurzaamheid. De Vierdaagse van Nij-
megen - ’s werelds grootste wandelspektakel - geldt al
decennia als een mooi voorbeeld van een duurzaam
evenement. Bij deze Vierdaagse, die volgend jaar voor
de honderdste keer plaats vindt, wordt alle mogelijke
moeite gedaan ‘wandelzwerfafval' en afval van de vele
tienduizenden bezoekers die jaarlijks langs het par-
cours staan of de Zomerfeesten bezoeken, te voorko-
men.
Week vol afval
De leiding van het Vierdaagse spektakel stelt nadruk-
kelijk dat ze samen met haar projectpartners, zoals de
Nijmeegse reinigingsdienst Dar en afvalenergiecentrale
ARN elk jaar steeds verdere duurzame stappen wil zet-
ten bij de organisatie van deze wandeltocht. Als onder-
deel van de duurzame filosofie zijn horecaondernemers
tijdens de vierdaagse verplicht om op hun terrassen
alleen herbruikbare PET-plasticbekers te gebruiken en
dit gescheiden te houden van ander afval. PET is name-
lijk voor 99 procent recyclebaar. Met deze maatregel
wordt in Nijmegen bereikt dat 80 tot 90 procent van de
Evenementensector zet serieus in op Green Deal duurzame evenementen
700.000 tot 800.000 bekers gescheiden worden inge-
zameld. Dit materiaal wordt vervolgens gerecycled en
omgezet in nieuwe bekers en frietbakjes.
Ook inwoners en bezoekers van de Vierdaagse worden
opgeroepen hun afval te scheiden en aan te bieden bij
speciale afvaleilanden en overige containers. Om groen
gedrag op alle fronten te stimuleren, staan er langs het
hele parcours oranje containers voor PET-bekers en
paarse containers voor restafval. Bij de ambitie om Nij-
megen schoon te houden tijdens het wandelevenement
speelt de Dar een onmisbare rol. Tijdens de vierdaagse
geldt bij dit bedrijf dan ook een tropenrooster. Mede-
werkers van deze reinigingsdienst zijn dan elke dag
al vanaf 06.00 uur aan het werk om het afval van de
feestende bezoekers op te ruimen, zodat de stad om
10.00 uur spik en span is voor een nieuwe feestdag.
Tijdens de Vierdaagse zamelt de Dar ongeveer 400.000
kilo extra afval in. Het verplichte gebruik door de ho-
reca van PET-bekers zorgt volgens een woordvoerder
van het reinigingsbedrijf voor veel milieuwinst. Tijdens
de Vierdaagse van 2015 sprak de organisatie de hoop
uit volgend jaar al gebruik te kunnen maken van biolo-
gisch afbreekbare disposables. Nijmegen verwacht dat
de CO2-footprint van het jaarlijkse wandelspektakel,
14 GRAM | oktober 2015
GRAM | oktober 2015 15
dat al sinds 1909 wordt georganiseerd, de komende
jaren nog verder zal afnemen.
Muziekfestivals
De organisatoren van de Nijmeegse Vierdaagse hebben
hun milieuzaakjes goed op orde. Anders ligt dat soms
nog bij grote muziekfestivals. Ondanks strikte regels
zijn die festivals soms nog schrikbarende milieuvervui-
lers. En dan gaat het niet alleen om de bergen afval die
na verloop van het feestje her en der overblijven. Maar
ook om het gebruik van energie voor bijvoorbeeld
geluidsinstallaties, koelsystemen en het verbruik van
water. In Amsterdam, waar veel festivals plaatsvinden,
heeft het gemeentebestuur onlangs besloten geen ver-
gunning meer te verlenen aan festivals als bezoekers
hun flesjes of bekers niet kosteloos kunnen vullen met
drinkwater. De gemeente wil zo voorkomen dat bezoe-
kers steeds weer flesjes moeten kopen, waarna de lege
flesjes veelal op de grond worden gegooid.
Drinkwaterbedrijf Vitens is blij met deze voortrekkers-
rol van de hoofdstad. Vitens beschouwt de Amster-
damse aanpak als een belangrijk signaal naar andere
gemeenten én naar organisatoren van festivals. Het
waterbedrijf hoopt dan ook dat het goede Amsterdam-
se voorbeeld elders in het land snel wordt gevolgd.
Vitens vindt het niet van deze tijd dat op festivals waar
veel wordt gedanst én gedronken, bezoekers vaak in
de brandende zon in de rij moeten staan om een voor-
verpakt flesje drank te kopen of dat het (na)vullen van
flesjes wordt ontmoedigd.
Green Deal festivals
De festivalwereld zit ondertussen zelf ook niet stil bij
het streven naar duurzamere evenementen. Zo maakte
het Platform Green Events Nederland onlangs bekend
in samenwerking met koplopers in de evenementen-
wereld, zoals Pinkpop, Mysteryland, Zwarte Cross,
Extrema Outdoor en Amsterdam Open Air te werken
aan een ‘Green Deal’ voor afvalvrije festivals. De initi-
atiefnemers willen daarmee bereiken dat de hoeveel-
heid festivalafval sterk wordt teruggedrongen en dat
het onvermijdelijk toch resterende afval zoveel mo-
gelijk wordt gerecycled. Of zoals Green Events stelt:
"Door met de meest innovatieve organisaties samen
te werken, kan echt het verschil worden gemaakt en
kunnen aantoonbare resultaten worden geboekt. Het
combineren van kennis, vertrouwen en transparantie
moet leiden tot een succesvol verbeteringsproject,
waarbij de afvalsector met al haar kennis uiteraard ook
een belangrijke rol kan spelen." Dat het streven naar
een Green Deal voor de Nederlandse evenementensec-
tor relevant is, blijkt overduidelijk uit het feit dat deze
sector per jaar tekent voor meer dan 700 festivals en
ruim 20 miljoen bezoekers.
Evenementen en festivals kunnen overigens nu al een
grote bijdrage leveren aan het terugdringen van de mi-
lieubelasting door kritisch te kijken naar onder andere
energie -en stroomverbruik, transport en logistiek, food
& beverage en afvalinzameling. Een mooi voorbeeld
daarvan is het Belgische muziekfestival Pukkelpop. Dit
grootste Belgische openluchtfestival maakt volledig ge-
bruik van groene energie. Om alles ook daadwerkelijk
tot in de puntjes in goede banen te leiden, heeft dit
festival op de loonlijst zelfs een manager duurzaam-
heid staan. Bezoekers van het festival kunnen euro's
verdienen door deel te nemen aan milieuvriendelijke
initiatieven. Een voorbeeld daarvan is dat de bezoekers
drank- en voedseltickets kunnen verdienen door lege
bekers en flesjes te verzamelen en op centrale punten
in te leveren.
Een ander aansprekend en mooi voorbeeld van 'groen-
festival-denken' is het drie dagen durende gigantische
muziekfestival in het Engelse Glastonbury. Jaarlijks
trekt dit festival 170.000 bezoekers, die veelal ook op
het festivalterrein blijven kamperen. De organisatoren
van dit festival benadrukken dat zij streven naar 're-
duce, reuse and recycle' van al het vrijkomend afval.
Om het scheiden van afval te bevorderen, staan overal
op het festivalterrein afvalbakken met een eigen kleur-
code voor papier, plastic e.d. Bezoekers worden ook
nadrukkelijk verzocht om naar het festival te reizen
met openbaar vervoer. Verder wordt zoveel mogelijk
gebruik gemaakt van zonne-energie. Mooi voorbeeld:
zelfs de douches werken op zonnewarmte. Op de site
van dit evenement staat letterlijk: "Wij willen dat onze
bezoekers zero-waste denken en als gekken hun afval
recyclen, waardoor het moet lukken om op een recy-
clingpercentage van 60% uit te komen."
Podium van pallets
Studenten van de faculteit Bouwkunde van de Tech-
nische Universiteit Eindhoven hebben een duurzaam
podium ontworpen voor het dans- en muziekfestival
Extrema Outdoor. Het podium is opgebouwd uit zes-
honderd pallets zonder enige staalconstructie. Het
is een duurzame, goedkope en innovatieve manier
om een podium te bouwen. De in juli dit jaar gehou-
den twintigste editie werd bezocht door vijfentwin-
tigduizend bezoekers.
Tekst: Laurent Chevalier
Festival-voetafdruk
Adviesbureau Ecofys in Utrecht heeft een model
ontwikkeld om de CO2-uitstoot van evenementen in
kaart te brengen. Het model berekent de CO2-uit-
stoot op zeven aspecten: energiegebruik ter plekke,
het reizen van bezoekers, het reizen van de organi-
satie en artiesten, catering, hotelgebruik, materialen
en afval. Het model geeft de organisatoren handva-
ten om de ecologische voetafdruk van hun evene-
ment te monitoren en te verduurzamen.
16 GRAM | oktober 2015
Stibat bestaat twintig jaar. De organisatie zamelde in die tijd maar liefst 2,5 miljard batterijen in. Hoe kijkt Stibat te-
rug op de afgelopen twee decennia en wat zijn de toekomstplannen? Een gesprek met directeur Jan Bartels van Stibat.
“Een gemiddeld gezin heeft 113 batterijen in huis”
Hoe is Stibat ontstaan?
In 1995 trad het productbesluit in werking. Batterijen waren het aller-
eerste product waarvoor de producentenverantwoordelijkheid in wer-
king trad. De industrie wilde zelf aan het roer blijven staan en daarom
werd het collectief Stibat opgericht. Statiegeld was voor ons ondenk-
baar, daarmee zou je een grens om Nederland trekken en de laagdrem-
peligheid van de inleverpunten bij gemeentelijke depots kwijtraken.
Overigens startten we destijds als een uitvoeringsorganisatie voor een
stuk of zes A-merken. We dachten dat dat aantal hoogstens uit zou
groeien tot een stuk of twintig, dertig producenten. Dat was een misre-
kening. Nu werken we met 900 producenten van batterijen. Het bleek
dat zelfs de importeur van een kerstkaart met een muziekje erin als
importeur van batterijen werd aangemerkt.
Wat is de doelstelling van Stibat?
We hebben vier taken. Onze inzameldoelstelling halen, ons recycleper-
centage halen, een landelijk dekkend netwerk verzorgen en voldoende
communicatie voor de consument. De doelen en percentages zijn in-
middels aangescherpt door Europese regelgeving, maar zoals ze nu
zijn, zorgen ze voor veel verwarring.
Hoezo dat?
Men wil dat we in 2016 minstens 45 procent van de batterijen heb-
ben ingezameld die dan de laatste drie jaar zijn verkocht. Dat is geen
logische rekenmethode, want batterijen kunnen veel langer mee gaan
dan drie jaar. Omdat ze eerst een tijd ongebruikt in de la liggen bijvoor-
beeld. Ook hebben de moderne lithiumbatterijen een steeds langere
levensduur. Wij zijn daarom voorstander van een andere rekenmetho-
de. Gebaseerd op de hoeveelheid afgedankte batterijen die nog in het
huishoudelijk restafval zit. In 2013 bleek dat te gaan om 14 procent.
We hebben dus 86 procent ingezameld en gerecycled, volgens onze
methode. Bij bruin- en witgoed hanteert men deze ge-
dachtelijn ook al, ‘what’s available for collection’.
Ook over de recyclingefficiency is verwarring. Europa
wil dat recyclers hun resultaten zelf gaan melden bij de
betreffende lidstaat. Dat willen wij niet, want dan zet
je Stibat buiten spel en bovendien loop je dan de kans
dat er uitsluitend gekeken wordt naar de goedkoopste
recycler. Voor je het weet, sleep je batterijen de hele
wereld over en verlies je controle over de kwaliteit ter-
wijl er een producentenverantwoordelijkheid geldt. Wij
als Stibat hebben daarom een ecotest voor batterijen-
recyclage ontwikkeld. Waar gaat het materiaal naartoe,
wat gebeurt er mee? We hebben de ecotest al bespro-
ken met het ministerie en de recyclingbedrijven. Zelf
waren we nog even bang dat de verwerkers negatief
zouden reageren, omdat we wel erg diep in de keuken
komen kijken bij ze. Maar het tegendeel bleek waar.
Recyclingbedrijven zijn juist blij met de ecotest. Door
alles goed in kaart te brengen, konden ze hun eigen
processen verbeteren. Er is een solide samenwerking
uit ontstaan, tussen ons en de recyclers.
Tevreden over het recyclingpercentage?
In twintig jaar tijd hebben we 2,5 miljard batterijen in-
gezameld. Toen we van start gingen, zaten we op ruim
duizend ton per jaar. Je moet bedenken dat daar nog
restvoorraden bij zaten, want gemeenten zamelden
destijds al langer in. Alles ging toen naar een opslag in
Rotterdam, er werd niets mee gedaan in die tijd. Nu zit-
ten we op zo’n 3200 ton per jaar. En het batterijgebruik
groeit nog steeds, het laatste decennium met ruim 60
procent. Elk Nederlands huishouden heeft nu gemid-
deld 113 batterijen in huis.
Aan de wettelijke recyclingdoelstelling, die per soort
batterij anders is, voldoen we ruimschoots. Voor lood-
batterijen geldt bijvoorbeeld een minimum van 65 pro-
cent, wij haalden vorig jaar maar liefst 85 procent.
Het landelijk dekkend netwerk, is dat gelukt?
De Europese wetgeving is in 2008 aangepast. Vanaf dat
moment is elke winkelier die batterijen in zijn assor-
timent heeft, verplicht om ze ook weer in te nemen.
Wij hebben bij al die winkeliers, maar ook op scholen
bijvoorbeeld, een inzamelmiddel gerealiseerd. Nu is er
voor elke 2000 inwoners per gemeente een inlever-
punt, dat is ruim voldoende.
INTERVIEW MET STIBAT-DIRECTEUR JAN BARTELS
GRAM | oktober 2015 17
En de communicatiedoelstelling?
Uit onderzoek blijkt dat ruim 90 procent van de men-
sen bereid is batterijen apart in te leveren. Maar men-
sen doen niet altijd wat ze zeggen, dus ook daarom
moet je blijven communiceren. Jarenlang hebben we
onze campagnes gevoerd via radio en tv. Sinds 2011
zijn we daarmee gestopt en zijn we in gaan zetten op
social media. Met succes. Op facebook hebben we in-
middels 54.000 echte volgers, volgens kenners bete-
kent dat een bereik van meer dan 3 miljoen mensen.
Omdat berichten gedeeld worden met facebookvrien-
den. Je moet natuurlijk wel zorgen dat zo’n facebook-
pagina een beetje leuk is. Dat doen we door actuele be-
richtjes, interessante weetjes, acties met bijvoorbeeld
een populaire dj. Dat werkt goed.
Batterijen zijn ‘schoner’ geworden, heeft
inzamelen nog nut?
Schadelijke stoffen als cadmium en kwik zijn vrijwel
uit de batterij verdwenen, dat klopt. Maar wij richten
ons in de eerste plaats op duurzaamheid en recycling.
Alle batterijen bevatten waardevolle grondstoffen, zo-
als staal, lood en zink, die je prima kunt hergebruiken.
Het metaal lithium wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de
productie van glas en keramische kookplaten.
Op dit moment is de lithiumbatterij erg in opkomst.
Omdat ze steeds krachtiger worden, moet je wel op-
passen bij de inzameling. Als de polen tegen elkaar ko-
men, kan er kortsluiting en dus brand ontstaan. Wij vragen inzamelaars
de polen af te plakken, dat roept soms discussie op maar het is veiliger
voor iedereen. Die brand kan immers al in hun eigen magazijn of win-
kel ontstaan. Producenten houden overigens al rekening met het kort-
sluitingsgevaar, in nieuwe batterijen liggen de polen soms verzonken
Plannen voor de toekomst?
We gaan ook industriële batterijen inzamelen. Voorheen regelde de
markt dat zelf, omdat de nikkelcadmium- en loodbatterijen goed geld
opbrachten. Met lithium is dat anders, dus we staan voor een grote
omslag en een voor ons nieuwe markt. We gaan kijken of we maatwerk
kunnen leveren aan de industrie, want je kunt niet toe met één col-
lectief systeem zoals bij huishoudelijke batterijen. De eerste stap is al
gezet. Voor de accu’s van elektrische fietsen hebben we inmiddels een
inzamelnetwerk opgezet. Alle fietsverkopers hebben hun eigen inza-
melsysteem. Accu’s van elektrische auto’s vallen onder de verantwoor-
delijkheid van Autorecycling Nederland. Maar we werken wel nauw met
die organisatie samen, bijvoorbeeld om de juiste recyclers te vinden.
Wie zijn de belangrijkste partners voor Stibat?
Inzamelpartners zoals gemeenten zijn voor ons heel belangrijk. De
gemeentelijke inleverpunten vormen een stabiel netwerk onder alles
wat wij verder doen. Wij proberen daarom iedereen zo goed mogelijk
te ondersteunen, zowel de consument als de inzamelaars. Volgens de
Europese rekenmethode zitten we nu op een inzamelpercentage van
44,6. Die 45 procent in 2016 verwachten we zeker te halen.
Tekst: Hetty Dekkers
18 GRAM | oktober 2015
Sliedrecht is één van de twee gemeenten waar samen met afval- en energiebedrijf HVC, sinds juni 2011 de inzameling
van droog en herbruikbaar afval is getest. Een groot succes. En hoewel eerst zonder vervolg, wordt nu, sinds 2014,
door ‘het nieuwe inzamelen’ maar liefst vier keer zoveel aan kunststof verpakkingen ingezameld. Ook de hoeveelheid
gft-afval is, ondanks het koude en droge voorjaar, met tien kilogram per inwoner per jaar toegenomen.
Sliedrecht trots op milieuwinst en blijvend lage afvalstoffenheffing
Door het nieuwe beleid, waarbij kunststof verpakkin-
gen in de grijze container gaan en restafval op afstand
is gezet, is er een enorme winst geboekt. Sinds 1 janu-
ari 2015 gaan ook lege blikjes en drankenkartons in de
voormalige restafvalcontainer. De belangrijkste reden
voor Sliedrecht om te kiezen voor dit nieuwe systeem
(ten opzichte van andere inzamelsystemen) is dat dit
een duidelijk inzamelsysteem is met een verbetering
van de middelen om kunststof verpakkingen in te za-
melen. Tevens stimuleert het de afvalscheiding door
hoge service en is er een drempel opgeworpen voor
het aanbieden van restafval.
Eerste resultaten
Met het nieuwe beleid is de hoeveelheid ingezamelde
verpakkingen van plastic, blik en drankenkartons nu
gemiddeld 21 kilogram per inwoner per jaar. Dit is een
forse stijging ten opzichte van voorgaande jaren, toen
slechts vijf kilogram aan kunststof verpakkingen werd
ingezameld. In de maanden april tot en met oktober
wordt de groene container voor gft-afval wekelijks ge-
leegd. In de andere maanden is dit om de week. Om het
aanbieden van containers met grondstoffen te stimule-
Campagne inzameling verpakkingen van blik en drankenkartons bij
kunststof verpakkingen in samenwerking met theaterbureau Dees &
Gene.
ren, zijn alle aangeboden groene en grijze containers
éénmalig gratis gewassen. De hoeveelheid gft is nu al
gemiddeld met tien kilogram per inwoner per jaar toe-
genomen terwijl bij ruim 35 procent hoogbouw geen
voedselafval wordt ingezameld.
Het restafval wordt weggebracht naar een verzamel-
container op maximaal 150 meter. Op basis van het
eerste half jaar van 2015 is de hoeveelheid restafval
per inwoner, in vergelijking met voorgaande jaren, af-
genomen van zo'n 208 kilogram naar zo'n 182 kilo-
gram per jaar. Voor een gemeente met stedelijkheids-
klasse twee zonder diftar nu al een geweldig resultaat!
Maar er moeten nog wel stappen gezet worden richting
de landelijk ambitie van 100 kilogram per inwoner per
jaar.
Vanaf 1 januari 2014 wordt grofvuil eens per maand op
afspraak opgehaald in plaats van wekelijks. Hierdoor
wordt circa 5 kilogram minder grofvuil per inwoner per
jaar opgehaald en rechtstreeks naar het milieupark ge-
bracht waar het direct in meer stromen te sorteren is.
Afvalstoffenheffing
Sliedrecht behoort voor wat betreft de afvalstoffenhef-
fing nog steeds tot de goedkopere gemeenten.
De kosten van de ca. 100 extra ondergrondse contai-
ners, een nieuwe vuilniswagen én de extra inzamelron-
des, worden volledig terugverdiend door de besparing
op de toenemende kosten voor de verwerking van rest-
afval en de opbrengsten van grondstoffen.
Goede communicatie over de wijze van inzameling,
het doel van gescheiden afvalinzameling en over de
uiteindelijke verwerking en toepassing van de geschei-
den stromen, is van cruciaal belang voor het gedrag
van de inwoner om het afval te scheiden. Hiervoor zijn
verschillende middelen ingezet, onder andere een di-
gitale afvalwijzer, ‘Walking Bins’ bij grotere evenemen-
ten, deelname aan de landelijke campagne 'glas in het
bakkie', het organiseren van excursies voor bewoners
naar afvalverwerkers, en het opleiden van grondstof-
coaches.
Meer informatie
Wilt u meer weten over de afvalinzameling in Slied-
recht? Dan kunt u contact opnemen met beleidsadvi-
seur Jeroen Sakko: J.Sakko@sliedrecht.nl
GRAM | oktober 2015 19
gingsgebied gaat toepassen. Op 9 oktober, de Dag
van de Duurzaamheid, wordt het startschot in de regio
Apeldoorn gegeven. Hierbij kiest Circulus-Berkel ervoor
om de nadruk binnen de actie te leggen op thema’s die
voor haar gemeenten actueel en interessant zijn. Op
deze manier weet Circulus-Berkel een heel eigen versie
van 100-100-100 neer te zetten.
Meer weten?
Geïnteresseerden in het concept 100-100-100 kunnen
zich melden bij de NVRD via
Anne Telman – Oosterwijk (telman@nvrd.nl) of via het
algemene e-mailadres vang@nvrd.nl
Deelnemers van het experiment 100-100-100 in de regio Zwolle hebben laten zien dat het mogelijk is om
veel minder afval te produceren. Het succesvolle project 100-100-100 is daarom beschikbaar gemaakt
voor gemeenten en afvalbedrijven door VANG–Huishoudelijk Afval om de gemiddelde hoeveelheid
restafval in heel Nederland te verminderen.
Succesvol experiment 100-100-100 krijgt vervolg
Begin dit jaar daagde ROVA 100 huishoudens in haar
verzorgingsgebied uit om 100 dagen zonder afval
te leven. De actie bleek een groot succes. Niet alleen
meldden ruim 300 huishoudens zich aan voor de uit-
daging, ook het resultaat mocht er zijn. De deelne-
mende huishoudens produceerden aan het eind van de
100 dagen 89% minder restafval dan de gemiddelde
Nederlander. Omgerekend naar een jaar is de hoeveel-
heid restafval teruggebracht van gemiddeld 200 kilo
naar 22 kilo restafval per persoon. Daarbij gaven de
meeste deelnemers aan dat ze de uitdaging niet eens
heel moeilijk vonden!
Beschikbaar voor alle gemeenten
De actie creëerde door de gerichte aandacht op afval-
scheiding en afvalvermindering een grote mate van
bewustwording bij de deelnemende huishoudens: er
werd minder afval in huis gehaald en beter begrepen
welke materialen hergebruikt kunnen worden. 100-
100-100 is daarmee een sterk concept dat goed past
binnen de doelstellingen van het programma VANG-
Huishoudelijk Afval (VANG-HHA).
VANG-HHA heeft de ambitie om in 2020 het restafval
terug te brengen naar 100 kilo per inwoner per jaar.
Deelnemers aan 100-100-100 hebben laten zien dat
het mogelijk is nog veel minder restafval te produceren
dan deze ambitie. Daarom heeft VANG-HHA in samen-
spraak met ROVA besloten om het succesvolle concept
van 100-100-100 aan alle Nederlandse gemeenten en
afvalbedrijven beschikbaar te stellen. Documenten die
ROVA heeft gebruikt tijdens de eerste proef worden
openbaar en er is een draaiboek opgesteld om andere
gemeenten en afvalbedrijven te ondersteunen bij het
uitrollen van een eigen versie van 100-100-100. Daar-
naast is ook het online platform generiek gemaakt en
tegen zeer lage kosten aan te passen naar een eigen
‘look en feel’. Gemeenten die het concept van 100-100-
100 graag willen toepassen, worden gevraagd om een
licentie te ondertekenen met een aantal voorwaarden
(o.a. bewaking van het concept, gebruik logo en het
delen van resultaten en ervaringen). Na ondertekening
van deze licentie krijgt de licentienemer toegang tot
alle documenten, het draaiboek en logo’s in 100-100-
100 huisstijl.
Circulus-Berkel
Afvalinzamelaar Circulus-Berkel is de eerste die het
concept van 100-100-100 binnen haar eigen verzor-
20 GRAM | oktober 2015
BESLISMODEL VU BRENGT KEUZES AFVALINZAMELING IN KAART
Het Wastecosmart-programma brengt afvalprofessionals uit de EU bijeen om voor hen geschikte systemen voor
scheiding en recycling objectief op een rij te zetten. Het benodigde gereedschap is een door de Vrije Universiteit in
Amsterdam ontwikkeld beslismodel. De gemeente Amsterdam blijkt een tevreden deelnemer. De methode van de VU
brengt structuur in het hoofdstedelijke afvalvraagstuk.
In het licht van Wastecosmart-programma is in een aantal EU-landen
een proeftuin ingericht, waarin universiteiten en onderzoeksinstituten
met lokale overheden samenwerken aan ‘het optimaliseren van integra-
le afvalmanagementstrategieën voor het maximaliseren van hergebruik
van grondstoffen’, aldus de website van het EU-programma. In ons land
neemt een aantal afvalprofessionals van de gemeente Amsterdam deel,
werkzaam bij de stadsdelen, AEB Amsterdam en Amsterdam Economic
Board. Andere stedelijke clusters zitten in Engeland (Liverpool), Cyprus
(Paphos), Zweden (Stockholm), Italië (Turijn) en Hongarije (Boedapest).
De deelnemers werken met een door de Vrije Universiteit in Amsterdam
ontwikkeld beslismodel, waarmee ze de kansen in kaart kunnen bren-
gen hoe afvalscheiding en recycling in hun stad te stimuleren. “Mensen
uit de uitvoering zijn nadrukkelijk bij het programma betrokken. Het
beslismodel moet hen helpen de juiste keuzes te maken”, legt onder-
zoeker Ron Janssen van de VU uit. Janssen stond zelf mede aan de wieg
van het model, dat werkendeweg in het project verder is ontwikkeld.
“Het leuke voor mij is dat ik het beslismodel kan toetsen aan de prak-
tijk.” Om het proces te ondersteunen, ontwikkelde hij er in de loop der
tijd een softwareprogramma bij (Definite 3.1).
Wezenlijk is een fundamenteel en objectief debat over mogelijke in-
zamel- en verwerkingssystemen, aldus Janssen. “De bedoeling is de
deelnemers buiten de gebaande paden te voeren en in alternatieven te
laten denken. Er is een enorme spraakverwarring over wat het doel van
afvalbeleid is. Afval lijkt wel een geloof: tot elke prijs recycling maxima-
liseren. Men staart zich blind op een doelstelling van 65 of 75 procent
recycling. De focus verschuift dan te snel naar de techniek, zoals welke
auto’s en hoeveel containers moet je hoe vaak gebruiken? Wanneer zijn
de spullen afgeschreven en kunnen we nieuw gereedschap aanschaffen
om de recycling verder op te voeren?” Dat geneuzel over technische de-
tails is niet belangrijk, vindt Janssen. “De kern is dat je moet bedenken
wat je doel is en daaraan toetst. Als gemeente wil je zoveel mogelijk
grondstoffen hergebruiken, je streeft naar maximale preventie en naar
een zo schoon mogelijke stad en wilt daar zo weinig mogelijk kosten
aan hebben en de burger zo min mogelijk last bezorgen.”
Doelen
In voorbereidende workshops is voor heel Europa een longlist van doe-
len en criteria opgesteld. Voor elke stad wordt daar een keuze uit ge-
maakt. Op de longlist van Amsterdam staan vier doelen: het verbeteren
van recycling en hergebruik, de gevolgen voor de burger, kosten en
Puzzelen met afvalbeheer
baten voor scheiding en inzameling optimaliseren en
de gevolgen van afval op het milieu minimaliseren. “In
de workshops is intensief aan het scherp krijgen van
de doelen en criteria gewerkt”, vertelt Janssen. In de
Amsterdamse workshops werden daarop vier moge-
lijke afvalstrategieën vastgesteld: alleen monostromen
(glas, papier, gft en textiel) ophalen en restafval ver-
branden, glas apart ophalen en de andere monostro-
men in gekleurde zakken inzamelen in één container
(restafval naar de verbranding) en het combineren van
beide eerste stappen (in mono- en multi-variant) met
nascheiding van kunststof uit het restafval. Later is
daar nog een vijfde optie bijgekomen: het in de multi-
variant combineren van verschillende fracties in één
zak. Doel hiervan: het aantal zakken in huis terug te
brengen.
Hoe de verschillende strategieën scoren op de doelen
en criteria komt in een effectentabel overzichtelijk in
beeld. De VU-aanpak zet ook de cijfermatige kant (kos-
ten en baten) van de afvalinzameling op een rij. “Getal-
len worden door de experts in de workshop zelf gespe-
cificeerd. Wel stimuleer ik ze door vooraf zelf al wat
cijfers in de tabel te zetten op basis van de informatie
die ik heb gekregen. De verhoudingen kloppen wel,
maar de getallen zijn natuurlijk niet honderd procent
correct. De prikkel alles te corrigeren en ontbrekende
getallen in te vullen is groot. Bovendien wordt het zo
de tabel van de hele groep.”
Burger
Een belangrijk criterium is het scheidingsgedrag van
burgers verbeteren, om de inzameling van waarde-
volle fracties uit het restafval te bevorderen. De ‘social
impact’ van de gekozen mogelijke inzamelsystemen
drukken de workshopdeelnemers, als getallen ontbre-
ken, uit in plussen en minnen. “Met deze tabel krijg je
per systeem inzicht in het welbevinden van de burger”,
legt Janssen uit. In een rankinglijstje staan de scores
van de verschillende systemen in staafdiagrammen
naast elkaar op volgorde van belangrijkheid. Deze prio-
ritering maken de deelnemers zelf. De eindtabel in Am-
sterdam laat zien dat nascheiding iets beter scoort op
social impact. Zoveel mogelijk gescheiden inzamelen
pakt het beste uit voor de recyclingscore en de financi-
ele kant van de afvalinzameling. Niets doen (‘business
as ususal’, zonder het beleid aan te passen) is in elk
geval geen optie, als de gemeente meer grondstof-
fen uit het restafval wil trekken. “Zo’n tabel lijkt vaak
Ron Janssen: “We willen deelnemers
buiten de gebaande paden voeren en in
alternatieven laten denken.”
GRAM | oktober 2015 21
abstract maar deze ordening maakt het heel tastbaar.
Je krijgt inzicht in hoe de inzamelsystemen zich ge-
dragen ten opzichte van de gestelde doelen. Aan het
eind van het proces heeft iedereen zich deze uitkomst
eigen gemaakt. Maar wat we doen is nadrukkelijk geen
uitkomstenfabriek maar een leerproces. Er is intensief
nagedacht over de verschillende inzamelsystemen en
het effect dat ze sorteren.”
Het doorspitten van de verschillende afvaloplossingen
lijkt een zinvolle oefening voor Amsterdam. De hoofd-
stad telt zo’n 400 duizend huishoudens die jaarlijks
gemiddeld 398 kilo afval produceren. Daarvan wordt
18 procent gerecycled. De reststromen worden met
energieterugwinning verbrand in de installatie van
AEB. Amsterdam is gestopt met het ophalen van gft,
omdat het van slechte kwaliteit is. In de grote steden
wordt immers minder goed gescheiden, omdat mensen
er krapper zijn behuisd. Amsterdam is dan ook op zoek
naar de beste keuze voor zijn afvalbeheer om tegelij-
kertijd recycling een slinger te geven. Maatwerk is ge-
boden. Het model van de VU biedt volgens strategisch
adviseur Sietse Agema van AEB een meer dan helpende
hand. De deelnemers komen zo tot de juiste inzichten
in de meest geschikte systemen om de waardevolle
fracties uit hun afval te halen. “Voor ambtenaren en be-
stuurders is dit een goed instrument om alle mogelijke
inzamelsystemen uit te pluizen en een vergelijkingsset
te creëren om de systemen op volwaardige wijze te be-
oordelen. Je bent geen appels en peren meer aan het
vergelijken. De lijst van criteria is erg waardevol. We
hebben nadrukkelijk in de keten gekeken hoe we de
verwerkers van het afval zo goed mogelijk kunnen faci-
literen.” Hoe het nu verder moet is aan college en raad.
“Er ligt nu een objectief samengesteld rapport”, zegt
Agema. Ook onderzoeker Janssen van de VU beseft dat
het politieke spel nog moet beginnen. “De vraag is of
de verantwoordelijke bestuurders het aandurven.” Heel
graag zou hij de resultaten uit de Amsterdamse work-
shops nog in een extra sessie met de wethouder toet-
sen. “Ik hoop dat ik daar de kans voor krijg.”
(netwerkinfo)
VU Amsterdam/Spatial Information Laboratory,
Ron Janssen, ron.janssen@vu.nl,
www.feweb.vu.nl/gis,
www.linkedin.com/ronjanssen.
AEB Amsterdam, Sietse Agema,
agema@afvalenergiebedrijf.nl, www.aebamsterdam.nl
www.linkedin.com/sietseagema.
Tekst: Pieter van den Brand
Workshop in Liverpool. Foto: Merseyside Recycling & Waste Authority
Sietse Agema: ”Dit is een goed
instrument om alle mogelijke
inzamelsystemen uit te pluizen.”
22 GRAM | oktober 2015
BRANCHE MAAKT WERK VAN ARBEIDSPARTICIPATIE, MINDER VAN DE PARTICIPATIEWET
Voor de leden van de NVRD is arbeidsparticipatie een belangrijk item. Mensen een kans bieden op de
arbeidsmarkt staat voor veel bedrijven en gemeenten hoog in het vaandel. Dit is ook de doelstelling
van de participatiewet: zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking aan het werk helpen. Hoe
gaat onze branche om met de participatiewet? Worden de doelstellingen om nieuwe banen te realiseren
behaald? Stout Groep deed in de zomer van 2015 een case onderzoek waarin deze vragen centraal
stonden. Een overzicht van de resultaten.
Het doel van de participatie is dat zoveel mogelijk
mensen met een arbeidsbeperking een baan krijgen
bij een reguliere werkgever. De wet voegt de WSW, Wa-
jong en WWB samen. Het streven is om tot en met 2026
125 duizend extra banen te realiseren (garantiebanen
markt en overheid). Als in 2016 blijkt dat in 2015 het
beoogde aantal banen niet is behaald, gaat vanaf 2017
de quotumwet is werking. Dan worden alle werkgevers
met meer dan 25 werknemers verplicht een deel van
hun werknemersbestand in te vullen met mensen uit
de doelgroep.
Om wie gaat het?
UWV houdt een doelgroepregister bij van mensen die
in aanmerking komen voor de quotumwet. Dit zijn
deels dezelfde doelgroepen als voor de banenafspraak.
De vierde groep vormt een aanvulling op de doelgroep
voor de baanafspraak. Deze groep bestaat uit men-
sen uit de Wajong (nieuwe gevallen), mensen met een
Wsw-indicatie (bestaande gevallen), mensen die niet in
staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen
en Participatiewetters die wel zelfstandig het wettelijk
minimumloon kunnen verdienen maar een structureel
functionele beperking hebben, die is ontstaan vóór
hun werkzame leven (tijdens de jeugd of studie).
Resultaten van case onderzoek in samenwerking met Stout Groep
Praktijk in de branche Afval en Beheer Openbare
Ruimte
In de zomer van 2015 heeft Stout Groep voor de NVRD
onderzoek gedaan naar de participatiewet. Bij een aan-
tal cases is onderzocht hoe invulling is gegeven aan de
doelstellingen uit de participatiewet. Onderzocht zijn
Irado, Road2Work, Tomin Groep en Gemeente Sittard-
Geleen. Het doel was om tot goede voorbeelden te ko-
men waar NVRD-leden hun voordeel mee kunnen doen
en wellicht een aanpak te ontdekken die anderen kun-
nen gebruiken. De belangrijkste conclusies op een rij.
Veel verschillende aanpakken en projecten met sterke
nadruk op leerwerktrajecten
We zien bij veel NVRD-leden trajecten waarbij mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt in een beperkte
tijd (zes maanden) werkervaring opdoen in een regu-
liere werkomgeving. Het doel van dit soort trajecten is
om de deelnemers ‘klaar te stomen’ voor de arbeids-
markt en om doorstroom mogelijk te maken. Dit lukt
met wisselend succes. Andere projecten richten zich
op het detacheren van mensen vanuit een SW-bedrijf
naar een regulier bedrijf. Het gaat daarbij vaak om
groepsdetachering waarbij de persoonlijke begeleiding
vanuit het SW-bedrijf wordt georganiseerd. Het is nog
onduidelijk hoe deze constructie zich gaat ontwikkelen
nu het SW-bedrijf langzaam worden afgebouwd.
De grootste kans op meer werk zit in Beheer Openbare
Ruimte (en minder in afval)
In de afvalinzameling en –verwerking is veel werk ge-
mechaniseerd. Daar is steeds meer behoefte aan goed
opgeleid personeel en is minder ruimte voor mensen
met weinig of geen opleiding en mensen met een ar-
beidsbeperking. Wel liggen er kansen in uitbreiding
van het werk van deze bedrijven door bijvoorbeeld re-
cycling van kleding of elektronica. In het beheer van de
openbare ruimte is meer ‘handjeswerk’ te doen, waar-
door hier meer mogelijkheden liggen om mensen aan
het werk te zetten. Daarbij is de uitdaging om in sa-
menwerking met private aannemers werk te verdelen
waarbij aannemers het meer complexe werk kunnen
doen.
GRAM | oktober 2015 23
De lokale situatie verschilt sterk waardoor aanpakken
lastig te kopiëren zijn
De afvalinzameling, -verwerking en het beheer van de
openbare ruimte is in Nederland op veel verschillende
manieren georganiseerd. Bovendien is de arbeidsmarkt
per regio erg verschillend en wordt per gemeente ver-
schillend omgegaan met loonwaardebepalingen. Dit
betekent dat een werkwijze niet zomaar te kopiëren is
voor een ander bedrijf. Wel is het goed kennis te blijven
delen zodat de verschillende gemeenten en bedrijven
inspiratie kunnen opdoen van elkaar en de mogelijkhe-
den voor hun eigen situatie kennen.
De branche richt zich meer op kwalitatieve dan op
kwantitatieve doelstellingen
De afval- en reinigingsbranche is vooral gericht op een
kwalitatieve aanpak waarbij kansen voor arbeidsbe-
perkten centraal staan. Men is nog weinig bezig met de
mogelijk komende quotumwet. Er wordt niet bijgehou-
den of en hoeveel nieuwe banen er zijn en dit wordt nu
ook niet zo belangrijk gevonden. NVRD gaat onderzoe-
ken of het mogelijk is het aantal banen te monitoren.
Verbinden fysiek en sociaal blijft dé uitdaging
De veronderstelling voor het onderzoek was dat een
gemeentelijke dienst gemakkelijker samen zou kunnen
werken met collega’s van sociale zaken dan een pu-
bliek bedrijf. Dit blijkt echter eerder tegenovergesteld.
Binnen gemeenten zijn het ‘sociale’ en het ‘fysieke’ do-
mein gescheiden werelden met eigen doelstellingen en
begrotingen. Als dit niet wordt losgetrokken blijkt het
erg lastig om écht stappen te kunnen zetten tot struc-
turele oplossingen.
Conclusie: het realiseren van echt nieuwe banen
gaat nog niet vanzelf
De afval- en reinigingsbranche is zeker gericht op het
bieden van kansen aan mensen met een arbeidsbeper-
king. Tegelijkertijd is er een zakelijkheid in de branche
gekomen waardoor diensten en bedrijven sterk be-
drijfsmatig zijn gaan denken: begrotingen moeten op
orde zijn en risico’s worden beperkt. Hierdoor lijkt het
erop dat ook in onze branche nog weinig écht nieuwe
banen worden gecreëerd. Wel bieden veel bedrijven
mensen de mogelijkheid om weer een stap te zetten
in de arbeidsmarkt. Dit creëert beweging en draagt bij
aan de doelstellingen van de participatiewet. Er is nog
meer mogelijk als partijen meer samen zoeken naar
gezamenlijke doelen en daar ook aan willen werken.
De NVRD vindt het belangrijk dat de branche een ste-
vige bijdrage levert aan de doelstellingen van de parti-
cipatiewet: het perspectief bieden aan arbeidsbeperk-
ten. Kansen bieden om werkervaring op te doen sluit
aan bij het gedachtegoed van de participatiewet. Maar
daarnaast is nodig dat in de branche echte banen voor
worden gecreëerd voor mensen met een achterstand
tot arbeidsmarkt. Hierin kan het sectorplan AMBOR
ondersteunen door een subsidie van 20 procent van
de loonkosten. Vanuit de overheid zijn er verschillende
regelingen die ondersteunen bij de participatiewet. Let
wel op dat de doelgroepen van de participatiewet/quo-
tumwet en het sectorplan verschillend zijn.
Heeft u vragen over wat uw bedrijf kan betekenen voor
arbeidsbeperkten of wilt u meer weten over het case
onderzoek? Neem dan contact op met de NVRD via
voorberg@nvrd.nl. We helpen u graag verder op weg
zodat we samen onze bijdrage kunnen leveren aan de
inclusieve arbeidsmarkt.
Tekst: Anneloes Voorberg (NVRD) en
Martine Stouten (Stout Groep)
24 GRAM | oktober 2015
nieuws
Nieuw EU pakket over circulaire
economie verwacht op 2 december
Volgens bronnen bij Municipal Waste Eu-
rope (MWE) heeft een vertegenwoordiger
van de Europese Commissie onlangs
aangekondigd dat het nieuwe pakket
over de circulaire economie zal worden
uitgebracht op 2 december 2015. Onder
druk van Commissaris Timmermans is
het eerdere voorstel van tafel gehaald.
Timmermans beloofde voor het einde
van 2015 met een ambitieuzer voor-
stel te zullen komen. Andere bronnen
bevestigen echter informeel dat ten op-
zichte van het oorspronkelijke voorstel
de recyclingdoelstellingen in het nieuwe
voorstel lager zullen zijn en de termijnen
voor het bereiken ervan langer zijn. Het
pakket bevat geen maatregelen om het
storten terug te dringen en ook aparte
doelstelling voor de scheiding van orga-
nisch afval ontbreken.
Brochure Vpb voor NVRD-leden
Rond de publicatie van deze GRAM zal
de NVRD een brochure ‘Vpb-plicht voor
het afvalbeheer en beheer van de open-
bare ruimte’ publiceren. Naast alle pu-
blicaties van de Belastingdienst, belas-
tingadviseurs en VNG, heeft de NVRD
aanvullend een brochure ontwikkeld die
richt op de activiteiten in het afvalbeheer
en het beheer van de openbare ruimte.
Hierbij worden de gemeentelijke dienst,
gemeenschappelijke regeling en de over-
heids NV in aparte hoofdstukken behan-
deld. Daarnaast worden aan de hand
van praktische voorbeelden en tips de
belangrijkste aandachtspunten doorgelo-
pen. De brochure is bedoeld voor zowel
de directeur als de financiële manager
van publieke bedrijven. Voor meer infor-
matie kunt u terecht bij Evelien Mertens:
mertens@nvrd.nl
Recyclingsymposium 4 november
Tijdens de Recyclingbeurs in de Evene-
mentenhal in Gorinchem, organiseren
BRBS, FHG, Envaqua en NVRD ook dit jaar
weer het Recyclingsymposium 2015.
Dagvoorzitter Marieke van der Werf
neemt u deze dag mee door het pro-
gramma met vooraanstaande sprekers
die hun ervaring met en ideeën over de
circulaire economie aan u presenteren.
Voor het volledige programma kunt u te-
rechtop www.recyclingsymposium.nl. De
volgende vragen zullen aan bod komen:
De stad als grondstoffenbron? Wat kun-
nen we in het huishoudelijk afval leren
van het succes van het bouw- en sloopaf-
val? Hoe vertaalt zich het succes van de
gescheiden inzameling naar de buiten-
ruimte? Wat is er voor nodig om circulai-
re grondstoffen inzetbaar te krijgen voor
primaire productie? Wat is de rol van de
opdrachtgever en de ontwerper? Kan de
(Europese) overheid een stimulans zijn?
Voor leden van de NVRD, BRBS, FHG en
Envaqua is het symposium gratis. Aan-
sluitend aan het symposium hebben
deelnemers uiteraard toegang tot de Re-
cyclingbeurs.
Aanmeldtermijn zwerfafvalvergoe-
ding verplaatst naar 1 november
Om in aanmerking te komen voor een
bevoorschotting op de zwerfafvalver-
goeding voor het komende jaar, kunt u
uw jaarplan vanaf 1 november indienen
in Wastetool. U heeft hiervoor dan 4
maanden de tijd. Dit is een maand later
dan voorheen. Houd deze datum dus in
de gaten. U heeft tot 1 maart 2016 de
tijd om uw jaarplan in te dienen.
Themadag Waardevolle Ketens 24
november
Op dinsdag 24 november organiseert de
NVRD een themadag met als titel ‘Waar-
devolle Ketens’. Om waardevolle grond-
stoffen terug te winnen en veilig te stel-
len, wordt het steeds belangrijker om de
ketens te sluiten. Maar hoe doe je dat?
En op welke manier kun je daar als ge-
meente een bijdrage aan leveren? En wat
zijn de grootste kansen en welke ketens
moet je dan als eerste aanpakken? Wel-
ke belemmeringen kom je tegen en hoe
kun je die oplossen? Tijdens het plenaire
ochtendprogramma wordt het belang
van een ketenaanpak in onze branche
geschetst, de kansen en belemmeringen
die dit biedt en worden een tweetal be-
langrijke ketens gepresenteerd. Tijdens
het middagprogramma zullen in deelses-
sies een zestal ketens aan de orde komen
die verder uitgediept worden. Het volle-
dige programma van de themadag is te
vinden op www.nvrd.nl/bijeenkomsten.
De themadag vindt plaats in de Verkade-
fabriek in ’s-Hertogenbosch.
Trainingen ‘omgekeerd inzamelen’
en ‘diftar’
In het kader van het uitvoeringspro-
gramma VANG-HHA organiseert de
NVRD twee trainingen. Zowel ‘omge-
keerd inzamelen’ als ‘diftar’ zijn on-
derwerp van een tweedaagse training.
Doel van trainingen is inzicht en gevoel
krijgen bij wat er komt kijken bij een
overstap naar omgekeerd inzamelen
dan wel diftar. Zaken als besluitvor-
ming, draagvlak, implementatie, com-
municatie en uitvoering komen hierbij
uitgebreid aan bod. Ook moeten deel-
nemers zelf aan de slag. De trainingen
zijn bedoeld voor beleidsambtenaren.
De data voor ‘omgekeerd inzamelen’
zijn 3 december 2015 en 19 januari
2016 en voor ‘diftar’ 10 december 2015
en 28 januari 2016. Nadere informatie
volgt eind oktober.
Financiële ondersteuning pilots
Gemeenten kunnen voorstellen indienen
voor de uitvoering van nieuwe en ver-
nieuwende initiatieven voor afvalschei-
ding en afvalpreventie. De regeling is
onderdeel van het programma VANG –
Huishoudelijk Afval en is bedoeld voor
pilots, onderzoek en ondersteuning door
of voor gemeenten. Kijk voor meer infor-
matie op www.vang-hha.nl.
GRAM | oktober 2015 25
column
Een van de eerste grote dingen waar ik mij mee bezig ga houden, is het ontwikkelen van de nieuwe verenigingsstrategie voor de NVRD. Het is de bedoeling om deze op de ALV in Alphen komend jaar mei vast te laten stellen. De start hebben we al gemaakt op het bureau in de afgelopen weken. De vraag die ik daar heb gesteld, heeft te maken met het ontstaan van onze vereniging: Wat nu als ‘de heren van de reiniging’ elkaar in 1907 niet hadden opgezocht? Zou er in 2015 dan alsnog een soort van vereniging ontstaan, wie zouden deze dan beginnen en wat zouden ze doen? De antwoorden die we hierop in Arnhem hebben geformuleerd vormen de aftrap voor een gang langs de leden. In mijn eerste maanden ben ik al met een toer langs de achterban bezig. En als me hierin iets duidelijk wordt, dan is het wel dat we een erg diverse achterban hebben met een gedeelde passie. Want afval, reiniging en de publieke zaak mogen zeker een passie genoemd worden.
Ook helder is dat er heel wat is veranderd. Onze leden zijn 'verschillender' geworden, met elk hun eigen behoeften bij een lidmaatschap. Sommigen zijn zich blijven concentreren op afval, anderen hebben er taken in de openbare ruimte bij gekregen of kijken zelfs nog breder en steeds meer verbinden ze de rol in het fysieke domein met een sociale opgave. En de rol van de gemeente, die in veel gevallen regie is gaan voeren, is ook enorm veranderd waarbij de ene regievoerende gemeente de andere niet is.
De NVRD heeft de schone taak om de toegevoegde waarde voor al deze groepen helder te maken. Niet altijd een makkelijke taak, maar wel een die ons past. Ik ben blij om te horen hoe belangrijk de leden de vereniging vinden. Vind het fantastisch om de toewijding op kantoor van alle medewerkers te zien. En weet zeker dat met een krachtige, nieuwe strategische visie we nog meer verschil kunnen maken. Bij het maken ervan zoeken we u uiteraard op, de planning is om begin volgens jaar sessies met leden te plannen. Maar wilt u mij nu al iets meegeven? U weet me te vinden: prinsen@nvrd.nl.
NVRD Agenda
22 oktober Commissie Gladheid
4 november Recyclingsymposium 2015
5 november VANG workshop Afvalbeleidsplanning
5 november Regiobijeenkomst Zuid Nederland
10 november VANG workshop Milieustraat
12 november Regiobijeenkomst Noord Nederland
12 november Commissie Inzameling & Recycling
17 november Redactiecommissie GRAM
17 november Commissie Beheer Openbare Ruimte
18 november Werkgroep STOSAG
19 november Benchmarkbijeenkomst Huishoudelijk Afval
24 November NVRD Themadag Afval en Grondstoffen
18 november Zwerfafvalcongres Het Rendement van Schoon
Nieuwe medewerker
Anne Telman-Oosterwijk is sinds kort werkzaam bij de NVRD als beleidsmedewerker
bij het programma VANG. Zij richt zich met name op het ontwikkelen en opstarten
van een online kennisplatform voor beleidsmedewerkers bij gemeenten en afvalbe-
drijven. Anne heeft ervaring met online communities door haar werk als projectse-
cretaris bij ROVA en haar huidige werkzaamheden voor Circulus-Berkel. Voor beide
werkgevers is Anne betrokken bij het project 100-100-100. Vanuit het VANG pro-
gramma zal zij het concept van 100-100-100 tevens coördineren en verder uitrollen.
Afvalconferentie 2015
Op 1 oktober organiseerden Vereniging Afvalbedrijven, het ministerie van Infra-
structuur en Milieu en NVRD de Afvalconferentie 2015 in het World Forum in Den
Haag. Centraal thema van deze Afvalconferentie was de transitie naar een circulaire
economie. Femke Halsema was dagvoorzitter. Hoe gaan we de circulaire economie
met elkaar realiseren? Wat kan en doet de afval- en recyclingsector in dit proces?
Welke partijen in de keten spelen hierbij een rol en waarom is samenwerking in de
keten zo belangrijk? Deze en vele andere aspecten kwamen aan bod tijdens presen-
taties, debatten en deelsessies. Op onderstaande foto zijn Richard Kooloos, Marc
Zwaaneveld, Marjan Minnesma en John Vernooij met elkaar in debat.
26 GRAM | oktober 2015
Zout wegenper m2
Voor vragen: wegenzout@akzonobel.comVoor informatie: www.wegenzout.nl
Vacuümzout van AkzoNobel stuitert bij strooiacties minder op het wegdek dan grovere soorten wegenzout. Het komt dus terecht waar het moet: op de weg en niet ernaast. Voor een gelijk resultaat is er daardoor minder van nodig. Dat komt doordat AkzoNobel vacuümzout vochtig is en een f i jnere korrelgrootte heeft. Het plakt als het ware aan het wegdek. Om de gewenste dosering te bereiken zijn er dus minder grammen wegenzout nodig per m2. Oftewel: met dezelfde hoeveel-heid AkzoNobel vacuümzout kunnen méér vierkante meters wegdek effectief worden gestrooid. Kortom: een perfect resultaat met minder zout.
AN_200
932_26
0814
Het is tijd voor meer met minder!
GRAM | oktober 2015 27
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Zout wegenper m2
Voor vragen: wegenzout@akzonobel.comVoor informatie: www.wegenzout.nl
Vacuümzout van AkzoNobel stuitert bij strooiacties minder op het wegdek dan grovere soorten wegenzout. Het komt dus terecht waar het moet: op de weg en niet ernaast. Voor een gelijk resultaat is er daardoor minder van nodig. Dat komt doordat AkzoNobel vacuümzout vochtig is en een f i jnere korrelgrootte heeft. Het plakt als het ware aan het wegdek. Om de gewenste dosering te bereiken zijn er dus minder grammen wegenzout nodig per m2. Oftewel: met dezelfde hoeveel-heid AkzoNobel vacuümzout kunnen méér vierkante meters wegdek effectief worden gestrooid. Kortom: een perfect resultaat met minder zout.
AN_200
932_26
0814
Het is tijd voor meer met minder!
Vakbeurs Recycling 2015Van 3 tot en met 5 november 2015 exposeren zo’n 200 bedrijven gespecialiseerd in recy-
cling in Evenementenhal Gorinchem. Onder het thema ‘Van Afval Naar Grondstof’ bieden
zij een podium voor de gehele recyclingbranche. De Nederlandse recyclingindustrie staat
bekend om haar hoogwaardige installaties en instrumenten. Tijdens de zesde editie van
de vakbeurs Recycling komt al die innovatieve technologie samen.
Samenwerking met InfraPro
Dit jaar zijn er enkele nieuwe elementen toegevoegd aan de vertrouwde beursformule,
zoals de ‘Van Afval Naar Grondstof Netwerkstraat’. Van grotere impact is de samenwerk-
ing met InfraPro, de vakbeurs voor grond-, weg- en waterbouw. Bouw- en sloopafval
uit infra-gerelateerde werkzaamheden wordt door de recyclingindustrie ingezameld om
vervolgens te verwerken en te recyclen tot grondstoffen. In de praktijk is de samenwerk-
ing tussen beide branches al volop terug te vinden. Er is op de beurs een gezamenlijk
bouw- en sloopafvalplein waar bedrijven die zich bezighouden met dit proces zich pre-
senteren. De drie beursdagen stimuleren kennisuitwisseling tussen de recyclingbranche
en de infrasector. De organisatie spreekt van “een vertrouwde formule, maar in een ge-
recycled jasje.”
Internationale themaveiling
Troostwijk Veilingen organiseert tijdens de beurs een internationale themaverkoop. Deze
is gericht op de recycling- en infrasector. Materieel, machines en hulpstukken worden
door Troostwijk verzameld en op het buitenterrein uitgestald. Hierbij valt te denken aan
zeef-, recycling-, en scheidingsinstallaties, pompen, grondverzetmachines, graafbakken,
brekerinstallaties, generatoren, dumpers, lichtmasten, tractoren en opleggers. De vei-
lingkavels zijn tijdens de drie beursdagen te bezichtigen. De online veiling sluit de laatste
beursdag om 19.00 uur.
Recycling 2015 en InfraPro zijn alle drie de dagen geopend van 13.00 tot 21.00 uur. Met
één e-ticket is het mogelijk om zowel Recycling als InfraPro te bezoeken.
Voor meer informatie: www.evenementenhal.nl/recycling
Aanvragen van gratis e-tickets: www.evenementenhal.nl/recycling
HVC en Rotie gaan CO2-uitstoot te lijf met inzameling frituurvetSinds april dit jaar hebben HVC en inza-
melaar en verwerker van frituurvet Rotie
de krachten gebundeld. In het kader van
de campagne ‘VET GOED - wat je ermee
doet’ kan voortaan bij alle afvalbrengsta-
tions van HVC het oude frituurvet van
thuis worden ingeleverd voor recycling.
Rotie haalt het oude frituurvet op en
geeft het een tweede leven.
In de moderne verwerkingshal in Am-
sterdam wordt de verpakking van het fri-
tuurvet gescheiden. Vervolgens worden
de oliën en vetten via een bewerkings-
proces overgepompt naar de biodiesel-
fabriek van Biodiesel Amsterdam. In de
biodieselfabriek wordt het oude frituur-
vet omgezet in tweede generatie biodie-
sel. Deze biodiesel legt geen belasting op
het milieu en heeft een gunstige werking
op de prestaties van de motor. De grotere
oliemaatschappijen mengen de biodiesel
(+/- 5%) met fossiele diesel, die bij de
reguliere tankstations verkrijgbaar is. Het
gebruik van biodiesel reduceert de uit-
stoot van broeikasgassen tot meer dan
85% in vergelijking tot fossiele brandstof.
Met de vrijkomende 200.000 liter oud fri-
tuurvet kunnen HVC en Rotie samen een
CO2-reductie van 65% realiseren. Vandaar:
‘VET GOED - wat je ermee doet’.
Op de website van de campagne
(www.vetgoedbezig.nl) kun je zien welke
oliën en vetten wel en niet ingeleverd mo-
gen worden. Ook kun je op de website op
zoek naar jouw dichtstbijzijnde frituurvet
inzamelpunt. Naast HVC zijn ook onder
andere Gemeente Amsterdam, Gemeente
Amstelveen en Rd4 partners van de cam-
pagne ‘VET GOED - wat je ermee doet’.
Nieuwe directeur ReinisMark Vaal is per 1 september de nieuwe directeur van NV Reinis, reiniging en inza-
meling. De 54-jarige Vaal volgt Hans van Kruijl op, die eind augustus met pensioen
is gegaan.
Reinis wil een grote stap zetten op het gebied van recycling van huishoudelijk afval
en de hoeveelheid restafval per inwoner halveren. Aan Mark Vaal de eervolle taak om
hier verder invulling aan te geven, onder andere door implementatie van het plan
van aanpak doorontwikkeling Reinis en een bijdrage te leveren aan het uitvoeren van
het grondstoffenbeleid dat nu in voorbereiding is.
Mark heeft een achtergrond in de afvalbranche. Na een loopbaan bij de provincie
Zuid-Holland, runde hij zijn eigen milieubedrijf. Hij was daarna plaatsvervangend di-
recteur van Sita regio West en actief als interimmanager bij o.a. Cyclus NV in Gouda,
de Haagse Milieu Service NV, DAR NV in Nijmegen en Sortiva Papier en Kunststoffen
BV.
28 GRAM | oktober 2015
binnen AMBOR. De ontwikkeling die de
branche op dit moment doormaakt wordt
tevens ondersteund door de NVRD. Zo
was NVRD directeur Olaf Prinsen onlangs
aanwezig bij de start van de eerste MBO
2 AMBOR-opleiding bij SPA Groep in Bode-
graven. Daar heeft hij het officiële kwali-
ficatiedossier in ontvangst genomen en
heeft hij uitgesproken hoe belangrijk
deze beroepskwalificatie is voor verdere
ontwikkeling van de branche.
Wilt u meer weten over de opleidings-
mogelijkheden binnen het beroepskwali-
ficatiedossier MBO AMBOR dan kunt u
contact opnemen met SPA Groep, 0172-
200000.
nieuwe kwalificatiedossier AMBOR. Een
van de organisaties die de komende jaren
haar medewerkers een MBO opleiding
aanbiedt is ROVA. ROVA biedt 110 van
haar medewerkers de mogelijkheid om
op zowel MBO 1 als MBO 2 niveau een
opleiding te volgen binnen het vakge-
bied. Middels inventarisatie, uitgebreide
voorlichting en persoonlijke intakes met
de medewerkers zijn groepen gevormd
die de komende jaren gaan werken aan
hun persoonlijke opleiding en de verdere
ontwikkeling en professionalisering van
ROVA.
ROVA is één van de publieke diensten en
gemeenten die aan SPA Groep hebben
gevraagd de medewerkers op te leiden
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Nieuwe MBO-beroepskwalificatie Vanaf augustus 2015 is het mogelijk om
binnen het nieuwe beroepskwalificatie-
dossier AMBOR een erkend MBO niveau 1
of 2 te behalen. AMBOR staat voor Afval,
Milieu, Beheer Openbare Ruimte. Voor
zowel MBO -1 als MBO- 2 zijn de pro-
fielen Afvalinzameling, Schone leefom-
geving, Milieustraat en IBOR vertegen-
woordigd. Een professionele sector heeft
goed opgeleide medewerkers nodig die
in het bezit zijn van een erkend beroeps-
diploma. Er wordt steeds meer verwacht
vanuit zowel opdrachtgevers als burg-
ers en organisaties. Deze vragen meer
kwaliteit en efficiëntie op de uitvoerende
afdelingen. Door scholing en (persoon-
lijke) ontwikkeling wordt hieraan gewerkt.
De inhoud van het MBO bestaat uit
specifieke vakinhoudelijke opleidingen,
Arbo en veiligheid, communicatie en al-
gemene ontwikkeling. Daarnaast spelen
kernwaarden voor een professional een
grote rol in de opleidingen. Voorbeelden
hiervan zijn houding en gedrag, samen-
werken, professioneel handelen, service-
gerichtheid en aanpassingsvermogen.
SPA Groep heeft inmiddels bij verschil-
lende organisaties medewerkers op-
geleid voor MBO AMBOR 1. Voor de ko-
mende jaren staat SPA Groep voor de
opdracht om nogmaals enkele honderden
medewerkers op te leiden binnen het
GRAM | oktober 2015 29
• Consultancy en advisering om organ-
isaties te begeleiden in het gehele
route optimalisatie proces.
• Elektronica, sensoren en bijbehorende
optimalisatiesoftware voor elk denk-
baar inzamelmiddel
• Route optimalisatie software voor de
inzameling van huisvuil, afval uit de
openbare ruimte, veegdiensten en
strooidiensten, waarbij we in staat
zijn om statische routes dynamisch te
maken.
• Een ‘Route Service Bureau’ om organ-
isaties compleet te ontzorgen m.b.t de
uit te voeren optimalisaties.
Uniek is dat Route Management Solutions
elk afvalinzameling-optimalisatievoorstel
onderbouwt met een business case die
inzicht geeft in de optimalisatie-moge-
lijkheden, de investeringen, de verbeter-
ingen op het gebied van kwaliteit van
dienstverlening en de besparingen (ook
op het gebied van CO2-uitstoot). De fi-
nanciële besparingen van het dynamisch
inzamelen van verzamelcontainers en
het optimaliseren van statische routes
kan oplopen tot wel 30%. Mokveld: “Op
deze wijze heeft elke organisatie vooraf-
gaand aan de investering een goed beeld
van de risico’s en resultaten die verbon-
den zijn aan het project, plus de stappen
die ondernomen moeten worden om een
goede implementatie te bewerkstelligen.”
Abonnement
Route Management Solutions werkt met
software en elektronica die in abonne-
mentsvorm is af te sluiten. Bewezen
route optimalisatie software die speciaal
ontworpen is voor de afvalmarkt. “Inmid-
dels hebben diverse inzamelorganisaties
kennis gemaakt met Route Management
Solutions en konden we direct aan de
slag om hen te helpen een efficiëntere,
duurzamere en kwalitatief betere dienst-
verlening uit te voeren.”
Meer informatie:
www.routemanagement.nl
N I E U W S U I T D E B R A N C H E
Route Management Solutions intro-
duceert een uniek en vernieuwend con-
cept voor routerings-vraagstukken in de
afvalbranche: een one-stop-shopping ad-
viesbureau op het gebied van innovatieve
route optimalisatie.
Directeur en oprichter van Route Manage-
ment Solutions, Frank Mokveld, werkte
de afgelopen 15 jaar voor verschillende
commerciële en overheids-gedomineerde
inzamelorganisaties. De laatste jaren had
Mokveld veel te maken met de inzame-
ling van huishoudelijk afval waarbij hij
verantwoordelijk was voor een grote
operationele organisatie: “In die periode
ben ik op zoek gegaan naar ‘nieuwe’ mo-
gelijkheden om de dienstverlening ef-
ficiënter, duurzamer en met een hoger
kwaliteitsniveau uit te voeren. Uitein-
delijk hebben we hiermee geweldige re-
sultaten behaald door te starten met het
dynamisch inzamelen van verzamelcon-
tainers, het optimaliseren van statische
routes en het digitaal begeleiden van
chauffeurs tijdens de uitvoering van de
werkzaamheden”, aldus Frank Mokveld.
“Wat ik in die tijd echter miste was speci-
fieke kennis vanuit leveranciers met be-
trekking tot de afvalmarkt. Wat wordt
onze Return On Investment, wat zijn de
risico’s en waar gaan we tegenaan lopen
tijdens de implementatie? Belangrijke
vraagstukken die je vooraf afgedekt wil
hebben voordat je ergens aan begint.
Daarnaast dekte de beschikbare software
en elektronica niet voldoende of op juiste
wijze mijn behoefte. Op dat moment heb
ik gedacht: Als ik dit probleem heb, dan
heeft iedereen in onze branche te maken
met deze uitdaging. En dan is er maar
één conclusie: ik ga Route Management
Solutions starten. Mijn inziens een uniek
en innovatief concept met betrekking tot
het efficiënter inrichten van de dienstver-
lening voor de inzameling van afval en
beheer in de openbare ruimte.”
Inzicht in risico’s en resultaten
Route Management Solutions biedt:
“Dynamisch inzamelen en route optimalisatie zijn de toekomst” 5 jaar RWM
Op 19 september vierde RWM haar 5
jarig bestaan met een open dag. In
2009 richtten de gemeenten Beek,
Schinnen, Sittard-Geleen en Stein een
eigen bedrijf op voor de afvalinzame-
ling en reiniging: RWM. Het verzor-
gingsgebied telt 148.104 inwoners
in zowel hoog- als laagbouw. Voor de
huis-aan-huis inzameling van restaf-
val betalen burgers op basis van fre-
quentie en gewicht. Kunststof afval is
erg licht en RWM wilt voorkomen dat
burgers grote hoeveelheden kunststof
(gratis) bij het restafval aanbieden.
Voor gft-afval betalen burgers alleen
de aangeboden kilogrammen. Het ge-
voerde beleid heeft er toe geleid dat
per inwoner 123 kg rest- en 60 kg gft-
afval wordt aangeboden. Gezien deze
score blijft het de vraag, hoe de lande-
lijke doelstelling van minder dan 100
kg, gerealiseerd kan worden. Om dit
te bereiken, zal de focus met name op
de afvalstoffen gft (in het bijzonder
de t-fractie), kunststof verpakkingen
en textiel liggen. Een vergaande sys-
teemwijziging van de afvalinzameling
is hierbij niet nodig. Wel wordt gebruik
gemaakt van de zogeheten wortel en
de stok. Als positieve prikkel (de wor-
tel) worden de kosten per kg gft ver-
laagd (van €0,12 naar € 0,10), de huis
aan huis inzameling van grof tuinafval
geïntensiveerd, het aanbieden op de
milieuparken van tuinafval gratis en
worden de wijk-brengvoorzieningen
versterkt. Daarnaast hopen de ge-
meenten met meer voorlichting het
nut van scheiding verder te verduide-
lijken. Als prikkel (de stok) wordt een
hoger tarief voor restafval ingevoerd
(van € 0,19 naar €0,26).
30 GRAM | oktober 2015
Agenda3 – 5 november
Vakbeurs Recycling 2015, Evenementenhal Gorinchem
18 november
Landelijk Zwerfafvalcongres ‘Het Rendement van Schoon’,
MediaPlaza Utrecht. Organisatie: Gemeente Schoon en NederlandSchoon
Inl. www.hetrendementvanschoon.nl
19 november
Benchmarkbijeenkomst Huishoudelijk Afval, Utrecht
24 november
NVRD Themadag Afval en Grondstoffen
Reehorst, Ede
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail post@nvrd.nlI-net www.nvrd.nl
RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenFabienne Mantes, AvalexRaymond van der Sluijs, gemeente NissewaardDico Kuiper, gemeente Alphen aan den RijnMarianne Zegwaard, MWH GlobalIlse van der Grift, NVRD
EindredactieKarin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: hegeman@nvrd.nl
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: M.dewit@bureauvanvliet.com
Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl
Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de
AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad €103,96. België €122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
RECYCLINGvan afval naar grondstof
VRAAG E-TICKETS AAN VIAEVENEMENTENHAL.NL/RECYCLING-GO
evenementenhal gorinchem 3, 4 en 5 november 2015
de enige vakbeurs voor de totale recyclingbranche
Recycling bundelthaar krachten metInfraPro: een nieuwevakbeurs voorinfrapioniers.
GRAM | oktober 2015 31
Stichting HEDRA is de Nederlandse brancheorganisatie van drankenkartonproducenten, Elopak, Tetra Pak en SIG Combibloc. Wij werken voortdurend aan de verduurzaming van onze verpakking. Daarom streven we naar een landelijke, effi ciënte inzameling en recycling van drankenkartons in Nederland.
Vraag HEDRA om advies bij de gescheiden inzameling en recycling van drankenkartons > Gebruik onze communicatiemiddelen bij de ontwikkeling van uw voorlichting. > Vind feitelijke informatie over drankenkartons, inzameling en recycling. > Blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen met onze maandelijkse nieuwsbrief > Neem contact met ons op voor advies via info@hedra.nl, of bezoek onze website hedra.nl
SUEZ heeft zijn Rotterdamse sorteerinstallatie voor kunststofverpakkingsafval uitgebreid, zodat deze naast blik en kunststof ook drankenkartons scheidt. “Wij pakken onze rol binnen een kringloopeconomie waarin de grondstoffen die we leveren aan recyclers hoogwaardig worden hergebruikt. Zo leveren we een deel van de uitgesorteerde drankenkartons aan papierfabriek Van Houtum, die ze verwerkt tot hygiënepapier”, aldus Herman Snellink, COO Materials Resource Management BeNeLux en Duitsland van SUEZ.
Papierfabriek Van Houtum in Swalmen heeft de afgelopen jareneen unieke techniek ontwikkeld voor de recycling van drankenkartons. “We zuiveren de materialen zonder inzet van chemicaliën en reinigen het plastic zodat het als grondstof kan dienen in een volgend proces”, aldus algemeen directeur Bas Gehlen. Hiermee is Van Houtum de eerste partij in Nederland die gebruikte drankenkartons volledig omzet in nieuwe grondstoffen. Naast de werkgelegenheid die dit creëert is het een mooie bijdrage aan Nederland als Circulaire Hotspot.
SUEZ
Uitbreiding sorteerinstallatie voor drankenkartons
Nederlandse innovaties rondom recycling van drankenkartons
(advertorial)
Nederland heeft de ambitie een Circulaire Hotspot te worden. Een belangrijk onderdeel hiervan is het optimaal gebruik maken van waardevolle grondstoff en. “Stichting HEDRA
zet zich in voor de gescheiden inzameling en recycling van drankenkartons. Die inzameling neemt dit jaar een enorme vlucht. We zien dat dit nu al mooie innovaties en samenwerking
tussen Nederlandse partijen teweeg brengt, wat ons een stap dichter bij deze ambitie brengt,” aldus Inge Eggermont, Directeur van Stichting HEDRA.
Papierfabriek Van Houtum
Hygiënepapier van drankenkartons
powered by &
top related