heiztechnik atmon v - elco · 2014. 7. 31. · atmon vfi 2 heiztechnik overzicht geachte klant,...
Post on 06-Feb-2021
2 Views
Preview:
TRANSCRIPT
-
ATMON V®Heiztechnik
Richtlijnen inzake gas (90/396/CEE)Richtlijnen inzake rendement (92/42/CEE)
COD. 066490 ED. 01
Gebruiksaanwijzing voor degespecialiseerde vakman
-
ATMON V®
2
Heiztechnik
Overzicht
Geachte klant,
Wij danken u dat u voor een verwarmingsketel ATMON V® gekozen heeft. Wij garanderen u dat uvoor één van de beste toestellen die op de markt verkrijgbaar zijn gekozen heeft. Dit toestel kan tegelijk aluw behoeften inzake veiligheid tegemoet komen. U kunt tegelijk op een ruim net van installateurs met eenna-verkoopdienst rekenen, dat telkens optreedt wanneer u het nodig acht en om het regelmatig onderhoudvan uw toestel te verzekeren. Om uw ketel optimaal te gebruiken en om van alle voordelen ervan tegenieten, vragen wij u dit dokument aandachtig door te nemen en daarna te bewaren. Om het lezen ervante vergemakkelijken hebben we het in vier hoofdstukken ingedeeld: algemene informatie, instructies voorde gebruiker (beschrijving en gebruiksaanwijzing van het toestel), instructies voor de installateur (zijnaanpak) en instructies voor de na-verkoopdienst (opstart en onderhoud).
Overzicht1 - ALGEMENE AANDUIDINGEN .................................................................................................... 3
2 - BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL....................................................................................... 3
3 - TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATIE ............................................................. 4
3.1 Kenmerken en omvang ............................................................................................................................... 43.2 Afmetingen ................................................................................................................................................. 43.3 Voorzorgsmaatregelen voor de installatie .................................................................................................... 53.4 Elektrische aansluiting ..............................................................................................................................10
4 - ELEKTRISCHE SCHEMA'S..................................................................................................... 11
4.1 Uitvoering met elektronische ontsteking (standaard) .................................................................................. 114.2 Uitvoering met elektronische ontsteking (boilervoorrangschakeling RB-EM) ...............................................124.3 Uitvoering met elektronische ontsteking (weersafhankelijke regeling LOGON M) .......................................134.4 Uitvoering met elektronische ontsteking (weersafhankelijke regeling LOGON M Z1) ...................................144.5 Uitvoering met elektronische ontsteking (weersafhankelijke regeling LOGON M Z2) ...................................15
5 - BESCHRIJVING ....................................................................................................................... 17
5.1 Uitvoering met elektronische ontsteking ATMON V® .................................................................................17
6 - INGEBRUIKNAME.................................................................................................................... 19
6.1 Eerste inbedrijfstelling ...............................................................................................................................196.2 Elektrodenstand ........................................................................................................................................196.3 Gasblok ....................................................................................................................................................206.4 Branderautomaat .......................................................................................................................................20
7 - REGELING................................................................................................................................ 21
7.1 - Boilervoorrangschakeling RB-EM ............................................................................................................217.2 - Weersafhankelijke regeling ......................................................................................................................21
8 - KENMERKEN VAN DE CIRCULATIEPOMPEN ...................................................................... 25
8.1 Verwarmingspomp .....................................................................................................................................258.3 Onderhoud ................................................................................................................................................268.2 Schema van de hydraulische verbindingen ATMON V® ..............................................................................268.4 Eventuele problemen en oplossingen .........................................................................................................27
-
ATMON V®
3
Heiztechnik
Algemene inlichtingen
1 - ALGEMENE AANDUIDINGEN
Dit instruktieboekje maakt deel uit van het produkt; zorg erdus voor dat het bij het toestel blijft, zelfs in het geval vanverkoop en het naar een andere bezitter overgaat, ook bijeen eventuele verhuis zodat het ook door deze, alsook doorhet personeel van ELCO-KLÖCKNER nagelezen kan worden.
De installatie van het toestel en elke technische ingreep,ook bij onderhoud, moet door een bevoegd vakmanplaatsvinden. Men verstaat onder vakman, een persoon dieeen specifieke technische bevoegdheid heeft en die dezereeds bewezen heeft in de wereld van de verwarming enwarmwaterproduktie-technieken.
Gedurende het gebruik van het toestel mogen noch deveiligheden noch de automatische regelingen gewijzigdworden, tenzij dit door de bevoegde vakman gedaan wordt.
Een verkeerde installatie kan schade met zich meebrengenzowel voor personen, dieren en objekten. De fabrikant wijstalle kontraktuele verantwoordelijkheden af voor alle schadedie veroorzaakt zou zijn door een slecht onderhoud en/ofgebruik ervan en zeker ook door het niet naleven van demeegeleverde instrukties van de fabrikant.
Dit toestel moet warmwater produceren, het moet dusverbonden zijn aan een verwarmingsinstallatie die hetzelfdevemogen bezit.
Het is ten zeerste verboden dit toestel voor andere doeleindente gebruiken als deze vermeld in dit dokument.
Slechts de vervangingsstukken en onderdelen dieoorspronkelijk door ELCO-KLÖCKNER vervaardigd zijnmogen gebruikt worden.
Nadat u het toestel uit zijn verpakking genomen heeft, kijkt una of alle onderdelen aanwezig zijn en dat deze in eenonberispelijke staat zijn.
Laat geen verpakkingen zoals karton, plastieken zakken,polystyrene enz. in het bereik van kinderen. Deze kunnenongelukken veroorzaken.
2 - BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
De ATMON zijn gasketel met gesloten verbrandingskamerdie beantwoorden aan de behoeften van de huishoudelijkeverwarming. Het ketelblok bestaat uit meerderegebreveteerde gietÿzeren elementen.Deze ketels worden gebouwd volgens de CE normen enwaarborgen een optimale veiligheid.
Werking op gasDeze ketels zijn enkel verkrijgbaar met een elektronischeontsteking en de vlam wordt door een ionisatie elektrodegedetekteerd.
Hydraulische kringloopOp de hydraulische kringloop is één over-temperatuurbegrenzer voorzien. Deze thermostaat van hettype met ondergedompelde voeler, laat de ketel niet verderwerken wanneer de temperatuur van het ketelwater de vóór-ingestelde temperatuur overschrijdt. Deze thermostaat kanmet de hand ontgrendeld worden door op deontrgrendeldrukknop te duwen. Deze ontgrendeldrukknopbevindt zich op het schakelbord. Er kan en mag slechts naenkele minuten op deze knop gedrukt worden nadat detemperatuur van het ketelwater gedaald is.RookgasafvoerVia een concentrische buis (dubbelwandige buis) of via eentweevoudige buis gebeurt de rookgasafvoer en deluchtaanvoer.De rookgassen worden naar buiten geduwd met behulp vaneen ventilator welke zich na de vuurhaard bevindt.
Elektrisch bedieningspaneelHet bedieningspaneel is volledig uitgerust, overzichtelijk engoed bereikbaar.
Hydraulisch systeemVolgens het ketelmodel zijn alle componenten aanwezig.
-
ATMON V®
4
Heiztechnik
3.2 Afmetingen
MI
RI
AB
CI
G
3 - TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATIE
3.1 Kenmerken en omvang
- Maximale temperatuur 110° C
- Maximale werkdruk 4 bar
TYPE
Nuttigvermogen
Calorischdebiet op
PCI
Gasdebiet15°C 1013
mbar
Werkingsdrukbrander
Aantalbrander-lanzen
Spuitstukken DiafragmaDrukverlieswaterzijde
Gewicht Water-inhoud
kW kWG20m³/h
G20mbar
G25mbar
Aantal Aantal Ømm Aantal Ømm mbar kg l
ATMON V®
2025,8 28,5 2,99 11,8 14,8 2 2 3,10 1 5,70 20,8 140 15,1
ATMON V®
3031,7 34,86 3,66 11,1 14,1 2 2 3,45 1 6,10 23,8 155 16,8
RI - Retour C.V. kring 3/4" MMI - Vertrek C.V. kring 3/4" MCI - Vulleiding 1/2" MG - Gasaansluiting 1/2" MAB - Aansluiting boiler (optie) 1" M
MaattekeningTechnische kenmerken
-
ATMON V®
5
Heiztechnik
Installatie
3.3 Voorzorgsmaatregelen voor de installatie
Het thermische vermogen van de ATMON V® is in de fabriekafgeregeld en ingesteld overeenkomstig de voorschriftenvan de CE norm. Geen enkele andere regeling is toegestaan.N.B. Een gasafsluiter, met BGV-keurmerk dient geplaatst teworden tussen de gastoevoer en de ketel.
Het plaatsen van de ketel
Alvorens de nieuwe ATMON V® ketel te plaatsen dient debestaande C.V. kring gespoeld te worden omdat slibafzettingof vreemde elementen de goede werking of verstopping vande ketel niet in het gedrang zouden brengen. Zo zouden b.v.de pompen, ventielen of veiligheidskleppen beschadigdkunnen worden.Aangeraden wordt tussen de leidingen en ATMON V®
afsluitkranen te voorzien om deze te kunnen isoleren.
- De gasteller moet zodanig gekozen worden dat hijgelijktijdig het gasdebiet kan verwerken van de ATMONV® en andere gastoestellen.
- De aansluitingen zo uitvoeren dat op de gasleidingenvan de ketel geen spanning kan komen.
- De gasleidingen aansluiten volgens de geldenderichtlijnen. De diameter van de gastoevoer op de ATMONV® is niet het criterium voor de leidingdiameter. Dezewordt bepaald in funktie van het drukverlies en de lengtevan de leidingen.
- Indien de installatie uitgerust is met thermostatischekranen, dient tussen het vertrek en retour eenoverstortventiel geplaatst te worden. Deze vermindertgeluidshinder veroorzaakt door radiatorkranen die op hetpunt staan te sluiten.
Schoorsteen
De ATMON V® zijn staande gasketels, gebouwd met eengesloten verbrandingskamer, ook de gedwongenrookgasafvoer genoemd. De aan- en afvoer van deverbrandingslucht en verbrandingsgassen gebeurt via eenconcentrische of dubbele buis en met behulp van eenventilator en gecontroleerd door een pressiostaat. Deschoorsteenverbinding mag enkel uitgevoerd wordenvolgens de richtlijnen van ELCO-KLÖCKNER. Gebruik steedsde originele schoorsteenelementen van ELCO-KLÖCKNER.Deze moeten goed aangesloten worden.De verbrandingsgassen kunnen soms onder druk komen testaan; dat betekent dat de verschillende verbindingenhermetisch afgesloten moeten zijn.
-
ATMON V®
6
Heiztechnik
Installatie
Maximale lengte is 4 meter. Per bocht moet men met eenvermindering van 0,8 meter rekening houden.
TYPE: C12
Maximale lengte is 4 meter. Per bocht moet men met eenvermindering van 0,8 meter rekening houden.
TYPE: C32
De lengte van de aan- en afvoer is maximaal 23 meter. Perbocht moet men met een vermindering van 0,8 meterrekening houden.
TYPE: C42
De lengte van de aan- en afvoer is maximaal 23 meter. Perbocht moet men met een vermindering van 0,8 meterrekening houden.
TYPE: C52
-
ATMON V®
7
Heiztechnik
Configuratie van een tweevoudig evacuatiesysteem (opaanvraag),(twee buizen)Om het afvoergassensysteem te veranderen, m.a.w. van hetcoaxiale systeem naar het tweevoudig systeem over te gaan,handel zoals volgt:
- verwijder het deksel (A) dat de leiding van luchttoevoerbedekt (zie schema coaxiale evacuatie);
- plaats de plastieken deflector voor de luchtdeviatie in deopening van de luchttoevoer leiding. Let op het kleineplastieken pijltje dat zich op de deflector bevindt en datde juiste plaatsing aanduidt;
- bevestig de deflector met behulp van de drie parkervijzendie het afsluitdeksel bevestigden;
- plaats vervolgens de vernauwer van gasuitvoer in deopening van de leiding. Bevestig deze met behulp vaneen parkervijs;
- sluit vervolgens de verbrandingsgassenuitlaat en deluchttoevoer aan.
- Uitlaat van de verbrande gassen (60 mm)
- Verbrandingsluchttoevoer (100 mm)
- Uitlaat van de verbrande gassen (80 mm)
- Apport d verbrandingsluchttoevoer frais (125 mm)
Installatie
Configuratie van een coaxiaal evacuatiesysteem(ook concentrische of dubbele buis genoemd)
DEKSELLUCHTTOEVOER (A)
AFVOERVERBRANDINGSGASSEN
VERSE LUCHTTOEVOER
VERSE LUCHTTOEVOER
AFVOERVERBRANDINGSGASSEN
DEFLECTOR LUCHTTOEVOER
VERNAUWER VOORVERBRANDINGSGASSEN
-
ATMON V®
8
Heiztechnik
B
C
C D C
1
2
3
4
5
C
Installatie
Instelling van de afsluiting voor luchttoevoer
Bij de twee schoorsteenuitvoeringen, zijnde deconcentrische en de tweevoudige buis, kan men deverschillende lengten dankzij het systeem van instelbareafsluiting, dat zich op de bovenzijde van deverbrandingskamer bevindt, gaan inregelen.OPGELET: voor de goede werking van de ketel is het absoluutnoodzakelijk het afsluitsysteem zorgvuldig in te stellenvolgens de lengten van de leidingen. Gebruik hiervoor detabel E (concentrische of dubbele buis) of de tabel F(tweevoudige buis).Er zijn vijf voorboringen voorzien om het afsluitsysteem tebevestigen. Bij de fabrieksinstelling staat deze op stand 1.
Indien u deze wenst te veranderen handelt u als volgt:
- verwijder de 4 vijzen die het deksel op de verbrandingskamerbevestigen (B);
- verwijder de 2 vijzen (C) die het afsluitsysteem bevestigen (D);
- plaats het afsluitsysteem op de gewenste stand, van 1 tot 5,volgens de aanduidingen op de tabellen E en F;
- plaats het deksel opnieuw op de verbrandingskamer (B).
-
ATMON V®
9
Heiztechnik
Tabel E,1coaxiale lengte (m) 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0
Instelling coaxiale uitlaatopening van de luchtleiding
(mm)9 x 132 12 x 132 18 x 132 30 x 132 40 x 132
Ø 60/100 mm stand van afsluitsysteem 1 2 3 4 5
Tabel Flengte (m) 0 - 14 14 - 23
Instelling dubbele buis,of, tweevoudiguitlaatsysteem
opening van de luchtle iding(mm)
9 x 132 40 x 132
stand van afsluitsysteem 1 5
Tabel E,2coaxiale lengte (m) 2 5 9 10-12
Instelling coaxiale uitlaatopening van de luchtleiding
(mm)9 x 132 12 x 132 18 x 132 40 x 132
Ø 80/125 mm stand van afsluitsysteem 1 2 3 5
Installatie
Analyse de gassen
N.B. De in de tabel gegeven lengten verwijzen naar een rechtlijnig traject: een bocht van 90° vermindert deze met 0,8 m.N.B. In het tweevoudig uitlaatsysteem verstaat men onder evenwijdige lengte het resultaat van de som van de lengte van deverbrandingsgassen + de lengte van de luchttoevoer.
De verbrandingskamer biedt de mogelijkheid om opeenvoudige wijze de verbrandingsgassen en/of de lucht tecontroleren. Om dit uit te voeren, verwijder de bovenplaat vande ketelmantel en de beschermdoppen.
MEETNIPPELVERBRANDINGSGASSEN
BESCHERMDOPPEN
MEETNIPPEL VERSELUCHTTOEVOER
-
ATMON V®
10
Heiztechnik
Installatie
3.4 Elektrische aansluiting
Kijk na of de elektrische installatie een degelijke aardingheeft waaraan de ketel verbonden zal worden. Dit is heelbelangrijk en verplicht. Bij twijfel moet de gehele elektrischeinstallatie door een bevoegde elektricien nagekeken worden.Nooit mogen de water- of gasleidingen als aarding dienen.Laat het vermogen van de elektrische installatie nakijkenopdat deze sterk genoeg zou zijn om de ketel en debijkomende apparaten aan te sluiten. De draadsektie moetjuist en goed worden bepaald voor het geïnstalleerdvermogen. Nooit mogen er aanpassingen, stekkers ofverlengsnoeren bijgeplaatst worden.Er moet gelet worden op het feit dat elk bijkomend elementdat elektriciteit gebruikt, aan bepaalde basisregels moetvoldoen:- raak nooit het toestel aan met natte of vochtige handen of
voeten;
- trek nooit aan de bedrading;
- stel nooit de apparatuur bloot aan weersafhankelijkeelementen;
- laat nooit kinderen of onbevoegden met elektrischetoestellen spelen.
De elektrische bedrading van de ketel mag nooit door degebruiker vervangen worden. Bij beschadiging moet hettoestel gestopt worden en beroep gedaan worden opbevoegd personeel.
Elektrische stroomtoevoerVoor de ATMON V® ketels worden geleverd met eenelektrische 3-polige voedingskabel.
KamerthermostaatDe aansluiting van de kamerthermostaat gebeurt via een 3-polige stekker welke onderaan het schakelbord geplaatstis. Verwijder de brug alvorens de kamerthermostaat aan tesluiten (aangeduid door een * symbool op het elektrischschema). De regelthermostaat moet op een voldoende hogetemperatuur geplaatst worden zodat de kamerthermostaatgoed kan werken.
-
AT
MO
N V
®
11
He
iztech
nik
Be
die
nin
gs
bo
rd
4 - EL
EK
TR
ISC
HE
SC
HE
MA
'S
4.1 Uitvo
ering
met elektro
nisch
e on
tsteking
(stand
aard)
IG Schakelaar AAN/UIT
F1 Zekering 6A
TR Regelaquastaat
TS Veiligheidsaquastaat
TSF Isolatietransfo
C1 Fiche stroomtoevoer
C2 Fiche kamerthermostaat
C3 Fiche boilerpomp
C4 Fiche C.V. pomp
VG Gasblok
LB LED rookgasveiligheid (rood)
LV LED werking (groen)
EA Ontstekingselektrode
ER ionisatieëlektrode
M AfzuigventilatorPA Veiligheids pressostaat* Opgelet: brug verwijderen Fiche C2
*
-
AT
MO
N V
®
12
He
iztech
nik
Opmerking RE-BM toestel:a. Brug te plaatsen tussen 1&2 indien
geen min. ketelsteuntemperatuurnodig.
b. Brug te plaatsen tussen 4&5 indienmen wenst dat de C.V. pomp en boilertegelijk draaien
Be
die
nin
gs
bo
rd
4.2 Uitvo
ering
met elektro
nisch
e on
tsteking
(bo
ilervoo
rrang
schakelin
g R
B-E
M)
IG Schakelaar AAN/UIT
F1 Zekering 6A
TR Regelaquastaat
TSF Isolatietransfo
C1 Fiche stroomtoevoer
C2 Fiche kamerthermostaat
C3 Fiche boilerpomp
C4 Fiche C.V. pomp
VG Gasblok
M Afzuigventilator
PA Veiligheids pressostaat
TB Voeler boiler
TK Voeler ketel
M1 Fiche stroom RB-EM
M2 Fiche voelers RB-EM
TS Veiligheidsthermostaat
LB LED rookgasveiligheid (rood)
LV LED werking (groen)
EA Ontstekingselektrode
ER ionisatieëlektrode * Opgelet: brug verwijderen Fiche C2
*
-
AT
MO
N V
®
13
He
iztech
nik
4.3 Uitvo
ering
met elektro
nisch
e on
tsteking
(weersafh
ankelijke reg
eling
LO
GO
N M
)
Be
die
nin
gs
bo
rd
IG Schakelaar AAN / UIT
F1 Zekering 6A
TS Veiligheidsaquastaat
TR Regelaquastaat
TSF Isolatietransfo
LB LED rookgasveiligheid (rood)
LV LED werking (groen)
EA Ontstekingselektrode
ER ionisatieëlektrode
C1 Fiche stroomtoevoer
C2 Fiche kamerthermostaat
C3 Fiche boilerpomp
C4 Fiche C.V. pomp
VG Gasblok
M Afzuigventilator
PA Veiligheids pressostaat
TA Buiten voeler
TV Vertrek voeler
TB Voeler boiler
TK Voeler ketel * Opgelet: brug verwijderen Fiche C2
*
-
AT
MO
N V
®
14
He
iztech
nik
4.4 Uitvo
ering
met elektro
nisch
e on
tsteking
(weersafh
ankelijke reg
eling
LO
GO
N M
Z1)
Be
die
nin
gs
bo
rd
IG Schakelaar AAN / UIT
F1 Zekering 6A
TS Veiligheidsaquastaat
TR Regelaquastaat
TSF Isolatietransfo
LB LED rookgasveiligheid (rood)
LV LED werking (groen)
EA Ontstekingselektrode
ER ionisatieëlektrode
C1 Fiche stroomtoevoer
C2 Fiche kamerthermostaat
C3 Fiche boilerpomp
C4 Fiche C.V. pomp
VG Gasblok
M Afzuigventilator
PA Veiligheids pressostaat
TA Buiten voeler
TV Vertrek voeler
TB Voeler boiler
TK Voeler ketel
* Opgelet: brug verwijderen Fiche C2
*
-
AT
MO
N V
®
15
He
iztech
nik
4.5 Uitvo
ering
met elektro
nisch
e on
tsteking
(weersafh
ankelijke reg
eling
LO
GO
N M
Z2)
Be
die
nin
gs
bo
rd
IG Schakelaar AAN / UIT
F1 Zekering 6A
TS Veiligheidsaquastaat
TR Regelaquastaat
TSF Isolatietransfo
LB LED rookgasveiligheid (rood)
LV LED werking (groen)
EA Ontstekingselektrode
ER ionisatieëlektrode
C1 Fiche stroomtoevoer
C2 Fiche kamerthermostaat
C3 Fiche boilerpomp
C4 Fiche C.V. pomp
VG Gasblok
M Afzuigventilator
PA Veiligheids pressostaat
TA Buiten voeler
TV Vertrek voeler
TB Voeler boiler
TK Voeler ketel* Opgelet: brug verwijderen Fiche C2
*
-
ATMON V®
16
Heiztechnik
Bedieningsbord
LegendeF1 beige/beigeF2 bruin/brunF3 groen/vertF4 grijs/grisF5 oranje/orangeF6 violet/violetF7 blauw/bleuF8 purperrood/pourpreF9 wit/blancF10 geel/jaune
-
ATMON V®
17
Heiztechnik
1 2 3 4 7
5 6
Werking met elektronische ontsteking
5 - BESCHRIJVING
5.1 Uitvoering met elektronische ontsteking ATMON V®
Legende
1 Schakelaar aan/uit2 Regelthermostaat van de ketel3 Ketelthemometer4 Rookgasthermostaat5 Led indicatie: werking (groen)6 Led indicatie: rookgasveiligheid (rood)7 Inbouwmogelijkheid: RB-EM of LOGON-MC1 Fiche "Stroomvoeding"C2 Fiche "Kamerthermostaat"C3 Fiche "Boilerpomp"C4 Fiche "C.V. pomp verwarming"
C1
C2
C3
C4
F1
C4
C3
C2
C1
-
ATMON V®
18
Heiztechnik
12
8
10
9
11
13
6
5
7
1
2
3
4
Legende
1 Verbindingskabel gasblok2 Ontgrendelkop3 Branderautomaat: controle van de vlam en onsteking4 Gasklep5 Dompelhuls6 Identificatieplaat7 Brander8 Veiligheidsklep9 Manometer10 Circulator11 Expansievat12 Vulkraan13 Purgeringskraan
Werking met elektronische ontsteking
-
ATMON V®
19
Heiztechnik
3,5 mm
Werking met elektronische ontstekingInbedrijfstelling
6 - INGEBRUIKNAME
6.1 Eerste inbedrijfstelling
Bij een eerste inbedrijfstelling dienen volgendevoorzorgsmaatregelen in acht genomen te worden:
- Nakijken of er water op de installatie staat en of deleidingen nergens lekken vertonen.
- Installatie ontluchten.
- De rookgasleiding en luchtaanvoerleiding nakijken.
- Dichtheid van de gasleidingen controleren d.m.v. eenoplossing met zeepwater.
- De hoofdschakelaar aanzetten teneinde het apparaatonder spanning te plaatsen.
- De ketelthermostaat op de gewenste temperatuurinstellen. Hierdoor wordt de brander in werking gestelden zal vervolgens automatisch geregeld worden.
6.2 Elektrodenstand
Voorzorgsmaatregelen voor de installatie
De thermische vermogens van de ATMON V® op aardgas zijnin de fabriek afgeregeld en ingesteld overeenkomstig devoorschriften van de C.E.-normen. Geen enkele andereregeling is toegestaan.
N.B.: Een gasafsluiter, met BGV-keurmerk dient geplaatst teworden tussen de gastoevoer en de ketel.
gascollector
spuitstuk
branderbed
ionisatieelektrode
ontstekingselektrode
-
ATMON V®
20
Heiztechnik
S
A
C
B
6.3 Gasblok
Bij de eerste opstart moet de aanwezige lucht in degasleiding verwijderd worden.Dit kan door het verwijderen van de stop (A).
Laatste nazicht
Start het systeem om na te kijken of alle handelingen goedzijn uitgevoerd; Laat het een volledige cyclus uitvoeren om zote kunnen vaststellen dat alle onderdelen goed werken.
6.4 Branderautomaat
Na een lange stilstand van de ketel kunnen er zich problemenvoordoen bij de ontsteking ten gevolge van luchtbellen in detoevoerleiding van het gas. Wanneer zich dit voordoet danvergrendelt de branderautomaat zich en zal het rode lampje(S) branden. Men kan ontgrendelen door op de S-knop tedrukken en de ketel zal opnieuw in bedrijf gesteld worden.Gebeurt dit niet, dan kan men deze handeling eventueel na10 à 15 seconden herhalen. Wanneer deze operatie niet luktdan neemt u kontakt op met de vakman.
Inbedrijfstelling
A Druk bij de ingang
B Regelaar ter bepaling van de snelheid waarmee eropgestart wordt
C Druk bij de uitgang
-
ATMON V®
21
Heiztechnik
BedieningRegelingen
7 - REGELING
7.1 - Boilervoorrangschakeling RB-EM
De RB-EM module is een elektronische boilervoorrangschakeling,uitgerust met lichtdioden die de sturing ven het apparaatvisualiseren en twee uitwendig instelbare potentiometers.Met deze potentiometers kan enerzijds de temperatuur van hetketelwater, (vertrek) ingesteld worden en anderzijds kan via detweede potentiometer de watertemperatuur van het warmwaterworden begrensd.Bij de boilerlading evenals bij de ketelwerking blijven deverwarminspompen nadraaien, behalve indien een andere kringwarmte vraagt. De nadraaitijd kan ingesteld worden.De module bezit de mogelijkheid beide verwarmingspompentegelijk te sturen en men kan al of niet de ketelsteuntemperatuurinschakelen.De mogelijkheid bestaat een analoge schakelklok SUL 184 in tebouwen en dit om de warmwaterproduktie in de tijd te begrenzen.
7.2 - Weersafhankelijke regeling
LOGON - M: de TOP MANAGER
Deze intelligente en computergestuurde weerssfhankelljkeregelaar stuurt op een rationele wljze in functie van debuitentemperatuur en de gewenste ruimtetemperatuur deverwarmingsketel zuiniger en milieubewuster. Hij is derasechte opvolger van de LOGON-PLUS en LOGON-E envervangt volwaardig de beide toestellen. Hij biedt demogelijkheid een digitale en ook analoge ruimtevoeler tegebruiken. De LOGON-M kan 9 kringen met mengkraan sturen.De LOGO-M modulaire regelaar kan naargelang detoegepaste verwarmingskringen, en op wens van de gelukkigebezitter ervan, van een basisuitvoering vervolledigd worden totde meest complete regeltechniek met externe melding viagsm, fax of PC. Dit laat een klokvaste verwerking toe van alleinformatie.
TOESTEL VOOR INBOUW
1 LED groen: onder spanning2 LED geel: brander in werking3 LED geel: C.V. pomp in werking4 LED geel: Boiler pomp in werking5 Instel potentiometer keteltemperatuur6 Instel potentiometer boilertemperatuur7 Uurwerk SUL 184
LeveringsomvangModule met aansluitstekkers, inbegrepen de twee voelers TKen TB.
TK: ketelvoelerTB: boilervoelerNiet inbegrepen: analoge schakelklok.
Logon - M (MODULAIRE REGELAAR)
1
2
3
4
567
-
ATMON V®
22
Heiztechnik
DFW DIGITALE AFSTANDSBEDIENINGDe digitale ruimtevoeler en afstandsbediening DFW biedteen overzichtelijke aflezing van de aanduidingen van detoestand en de werking.De verbinding ervan gebeurt via een twee-draadsaansluiting.
AFW ANALOGE RUIMTEVOELERDe analoge ruimtevoeler AFW, eenvoudig in gebruik, beperktin mogelijkheden, beschlkt over twee comfortpotentiometersen een keuzcschakelaar.De verbinding ervan gebeurt via een 4-draadsaansluiting.
BASISINSTALLATIE LOGON - M
LOGON - M, basisregelaar voor sturing van één- of tweetrapbrander, cascadesturing van twee ketels, 1 verwarmingskring(zonder mengkraan), 1 laadpomp voor boiler en mogelijk aansluiten van 1 sanitair circulatiepomp en 1 shuntpomp.
BR1 Brander 1RR2 Brander 2 (2de trap)TB BoilervoelerTK KetelvoelerVP VerwarmingspompBP BoilerpompCP Sanitaire Circulatiepomp (optie)T TapwaterpuntV Verwarmingselement
BedieningRegelingen
-
ATMON V®
23
Heiztechnik
Hydraulische installatie
De vakman, installateur in centrale verwarming, dient hetprincipeschema verplicht te vetvolledigen met de nodigeafsluiters, flow-valven, overdrukbeveiligings systemen,expansievaten, vulleiding,... enz.Geen enkele klacht wordt aanvaard indien dit niet is voorzienen of uitgevoerd volgens de geldende voorschriften ennormen evenals de regels van het goede vakmanschap.
Beveiliging tegen overtemperatuur
Het is absoluut verplicht een beveiliging tegenovertemperatuur (bij vloerverwarming) in te bouwen. Geenenkele klacht wordt aanvaard indien dit niet is voorzien. Debeveiliging kan op volgende manieren gebeuren.
1) Elektrische beveiliging: op de voorloop van devloerverwarming moet een veiligheidsaquastaat zijnaangebracht die, ofwel de circulatiepomp, ofwel debrander doet stilvallen.
2) Hydraulische beveiliqing: de by-passkraan moet zodanigworden ingesteld dat bij een volledig opengestuurde 3 of4 wegmengkraan de berekende maximalevoorlooptemperatuur naar de vloerverwarming niet kanworden overschreden en dit bij een maximaleketeltemperatuur.
LOGON - M + Z1, regelaar voor sturing van één- of tweetrapbrander, cascadesturing van twee ketels, 1 verwarmingskring metmengkraan, 1 laadpomp voor boiler en mogelijk aansluiten van 1 sanitair circulatiepomp en 1 shuntpomp.
BR1 Brander 1BR2 Brander 2 (2de trap)TB BoilervoelerTK KetelvoelerVP VeewarmingspompBP BoilerpompCP Sanitaire Circulatiepomp (optie)SP Shuntpomp (optie)T TapwaterpuntV VerwarmingselementTV VertrekvoelerM Mengkraan
REGELAAR LOGON-M met Z1 module
BedieningRegelingen
-
ATMON V®
24
Heiztechnik
COMPUTERGESTUURDE WEERSAFHANKELIJKEREGELAAR LOGON-M met Z1 module
BR1 Brander 1BR2 Brander 2 (2de trap)TB BoilervoelerTK KetelvoelerVP VerwarmingspompBP BoilerpompCP Circulatiepomp (optie)SP Shuntpomp (optie)T TapwaterpuntV VerwarmingselementTV VertrekvoelerM Mengkraan
LOGON - M + Z1, regelaar voor sturing vanéén- of tweetrapbrander, cascadesturing voortwee ketels, 2 verwarmingskringen (zondermengkraan), 1 laadpomp voor boiler enmogelijk aansluiten voor 1 sanitaircirculatiepomp en 1 shuntpomp.
LOGON - M + Z1, regelaar voor sturing vanéén- of tweetrapbrander, cascadesturing voortwee ketels, 1 verwarmingskring met meng-kraan, 2de verwarmingskring (zondermengkraan), 1 laadpomp voor boiler enmogelijk aansluiten van 1 sanitaircirculatiepomp en 1 shuntpomp.
BedieningRegelingen
ANDERE TOEPASSINGEN
-
ATMON V®
25
Heiztechnik
Werking
8 - KENMERKEN VAN DE CIRCULATIEPOMPEN
8.1 Verwarmingspomp
De circulatiepomp deblokkeren
De circulatiepomp heeft 3 bedrijfssnelheden diehet mogelijk maken de optimalisering te verkrijgen die doorde 3 curven op de grafiek weergegeven worden.
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
4,5
5
200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400
GHELHW��O�K�
0DQRPHWULVFK
H�RSYR
HUKRRJWH�LQ�P
:.
Snelheid III
Snelheid IISnelheid I
-
ATMON V®
26
Heiztechnik
1 - Vurkhaard van de ketel2 - Afzuigventilator voor verbrande gassen3 - Brander4 - Gasloten verbrandingskamer5 - Gascollector6 - Aflaatkraan7 - Manometer8 - Elektrische gasklep9 - Vulkraan
10 - Circulatiepomp11 - Expantievat12 - VeiligheidsklepRI - TerugloopCI - VullingMI - VertrekAB - Aansluiting boilerG - Gastoevoer
AB
MI
G
6
RI
CI
7
9
10
11
1
2
3
4 5
8
12
WerkingOnderhoud en Reiniging
8.2 Schema van de hydraulische verbindingen ATMON V®
8.3 Onderhoud
Om een goede werking van de het toestel te verzekeren,tevens haar levensduur te verlengen en om de veiligheidoptimaal te garanderen, moet het toestel bij het begin vanelk seizoen door een bevoegde technieker wordennagekeken; Volgende handelingen zullen uitgevoerd moetenworden:- wegwerken van eventuele oxydatie op de gasbranders- verwijdering van eventuele kalkaanslag op de elektroden- het reinigen van de stookruimte van de ketel- nazicht van de ontsteking, de goede werking van het
toestel- nazicht van de dichtheid van de verbindingen en van de
gas- en waterleidingen- nazicht van het verbrandingsgassenuitvoersysteem.
Beveiliging tegen vorst en ledigen van de installatie
Bij een langdurige afwezigheid en/of bij vorst, ledig deinstallatie of voeg antivries toe in het water van de installatie.Om de boiler te ledigen handel als volgt:
- sluit de hoofdkraan van de waterleiding
- open alle kranen (warm en koud water)
- ledig de installatie eerst onderaan
- ledig de boiler
-
ATMON V®
27
Heiztechnik
Onderhoud en reiniging
8.4 Eventuele problemen en oplossingen
PROBLEMEN OPLOSSINGEN
Gasreuk:Dit wordt veroorzaakt door lekken in de gasleiding. Kijk alleleidingen na (in en rond de ketel) om de oorzaak van het lek teop te sporen.
Onverbrande gasreuk:
Dit kan veroorzaakt zijn door een opstopping van de leidingwaarin de warme gassen zich bevinden. Reinig deverschillende doorgangen in de ketel. Ontstop de rookkanalenof kijk na of de hoogte en de diameter van de leidingovereenkomen met het keteltype. Kijk na of het gasverbruik niette hoog ligt. Kijk de regelmatigheid van de vebranding na.
Condensatie in de ketel:
Dit kan veroorzaakt worden door een stop in de schoorsteen.of door een niet passende diameter van het rookkanaal. Kijk ofde ketel niet op een te lage temperatuur werkt. Kijk deregelmatigheid van de vlam van de brander en de gasdruk na.
Onregelmatige verbranding:
Dit gebeurt wanneer de vlammen te hoog of te laag zijn, of gelepunten vertonen. In de twee eerste gevallen, kijk de gasdruk naop de hoogte van de brander alsook de diameter van deinjectoren. In het derde geval, kijk of de brander proper is.
Te langzame ontsteking en ontploffingen in debrander:
Kijk de gasdruk na. Is de vuurhaard van de ketel niet verstoptKijk de ontstekingselektroden en de verklikkers na.
De ketel wordt vlug vuil:Kijk de verbranding na (kijk of er geen gele punten zijn). Kijk ofhet gasvervruik overeenkomt met de bijgeleverde tabel. Kijk degoede werking van het rookkanaal na.
-
ResearchparkPontbeeklaan 53B - 1731 ZELLIK
TEL. : 02/463.19.05FAX : 02/463.17.05
Internet: http://www.elcomat.bee-mail: info@elcomat.be
S.A.N.V.
top related