inleiding: god in leuven? tussen aantrekking...
Post on 12-Aug-2020
1 Views
Preview:
TRANSCRIPT
1
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
GELOOF EN WETENSCHAP
Science without religion is lame, religion without science is blind." A. Einstein
1. INLEIDING: GOD IN LEUVEN? TUSSEN AANTREKKING EN
AFSTOTING.
Vijf miljoen Fransen zeggen zich verwant te voelen met het boeddhisme. Mijn nieuwe buurvrouw van tweeëntwintig
bewierookt haar huis om het kwade uit het verleden te verdrijven. Een groepje
studenten gaat voor de grap of half gemeend een avondje 'geesten oproepen'. Als je bij een zoekprogramma
op internet het woord 'religie' ingeeft, krijg je meteen een massa uiteenlopende
websites aangeboden.
Is religie bezig aan een revival? Ontstaat er vandaag een nieuw religieus verlangen bij jongeren? Wat leeft er bij de Leuvense
studenten? Hoe zal de kerk van de toekomst eruitzien? We vroegen het aan drie studenten. Pauline studeert Rechten en zit in eerste kan, Ellen zit in de tweede kandidatuur godsdienstwetenschappen en Francisca is afkomstig van Ridderkerk,
dichtbij Rotterdam en studeert evangelische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee.
De drie studenten namen in de lesvrije week deel aan een reis naar Taizé, een dorpje in Zuid-Frankrijk waar jaarlijks duizenden jongeren van overal samenkomen om te zingen, te bidden en ideeën uit te wisselen over hun leven
en geloof. Veto: Waarom heb jij gekozen voor rechten?
Pauline: «Ik ben in veel geïnteresseerd, in talen en wetenschappen. Ik wou een veelzijdige richting. Rechten is een domein dat ik nog niet kende en het is logisch maar tegelijk ook menselijk.»
Muziek
Veto: Waar ben je naast je studie mee bezig? Pauline: «Ik ben veel bezig met muziek. Ik speel cello. Vroeger speelde ik
badminton. Ik ben in zowat alles geïnteresseerd.» Veto: Ben je ook bezig met geloof?
Pauline: «Ik was vroeger heel cartesiaans. Ik geloofde lang alleen iets als ik het echt had gezien. Ik heb nogal moeite met een God die ik niet kan waarnemen. Ik was vooral geïnteresseerd in godsdienst bekeken vanuit wetenschappelijk
oogpunt, bijvoorbeeld exegese, het bestuderen van teksten. Maar ik kon me goed voorstellen dat geloof in iets transcendent steun kan bieden. Ik merk in
mijn leven dat mensen die geloven een heel evenwichtig leven leiden.»
2
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
Knieval
«Iemand heeft mij ooit gezegd dat geloof voor haar een soort overeenkomst met God is. Wat ze ervoor kreeg was de kracht, het vertrouwen dat ze uit haar
geloof haalde, en in ruil daarvoor gaf zij Gods boodschap van liefde door aan de mensen. Elke liefde onder mensen zag ze als de vertaling in mensentaal van de boodschap van God. Zoiets kan je onmogelijk bewijzen, maar je kan er pas de
energie uit halen als je eerst gelooft. In dat opzicht eist het een zekere bescheidenheid: geloof verplicht je om afstand te doen van het idee dat je overal
vat op hebt. Het gaat daarbij niet om het geloof, zonder dat je het kan bewijzen, want dan is het veel verleidelijker om niet te geloven, maar wel om de knieval,
de buiging die je maakt, de aanvaarding van je eigen grenzen. Misschien is het ook niet meer dan dat: als geloof niet meer is dan kracht putten uit een gedachteconstructie en de aanvaarding van iets boven ons, ja, dan denk ik wel
dat ik geloof.» Veto: Hoe zie jij de toekomst van de katholieke kerk?
Pauline: «Niet zo negatief als de meeste mensen misschien. We idealiseren nu gemakkelijk de geschiedenis. Vroeger begrepen mensen niet waar het in de Kerk om draaide. Ik denk dat mensen die nu naar de kerk gaan er echt voor gekozen
hebben. Vroeger ging men naar de Kerk uit traditie. Nu is het een eigen keuze. Ik vind dit een positieve evolutie.»
Flauw
«Het probleem is dat de Kerk niet uit zichzelf mensen aanspreekt. Van buitenaf lijkt het een saaie bedoening, elke week. Ook de vele mensen die zich
ervoor inzetten worden flauw gevonden, wel braaf, vriendelijk en waar je altijd bij terecht kan, maar toch flauw. Dat is niet wat jongeren zoeken. Maar zij die wel populair zijn, voelen zich al gauw te goed, te mooi of te intelligent om
gelovig te zijn. Het is jammer dat jongeren zich van de Kerk afkeren alleen omdat de mensen hun niet aanstaan, want ik ben ervan overtuigd dat een groot
deel van hen veel zou hebben aan rustpunten en bezinning in hun leven. Ik denk evenwel niet dat het zou volstaan om ze een keer te boeien door ze met overtuigde maar toffe en vlotte mensen te confronteren, omdat jongeren sterk
de groep volgen. Het zou dus eigenlijk een massale bekering moeten worden.» Veto: Stel dat jij adviseur was van de kardinaal, welke 'strategie' zou jij hem
dan aanraden? Pauline: «Strategie? Dat klinkt alsof ze mensen moeten lokken. Mensen willen zich concentreren op het essentiële. Vieringen mogen van mij een
stuk eenvoudiger. Pas op, dit wil niet zeggen korter! In Taizé zijn er weinig onnodige formaliteiten, maar je wordt je wel bewust van wat je aan het doen
bent. Voor mij is de kern de eucharistie (het laatste avondmaal, kh) en dat mensen daaruit sterkte putten.»
Spiegelen
Veto: Zijn Leuvense studenten volgens jou op één of andere manier begaan met religie of zingeving? Pauline: «Ik denk dat iedere mens op een bepaalde leeftijd nood heeft om zijn
identiteit te spiegelen aan iets religieus. Sommigen hebben hier meer nood aan dan anderen.»
3
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
«Vroeger waren er meer mensen die naar de kerk gingen omdat het moest,
dan uit echt geloof. Nu is er in Leuven een minderheid bewust en expliciet bezig met geloven. Dat dit maar een minderheid is, vind ik niet ongezond, niet
abnormaal.»
Spontaan
Veto: Waarom koos jij voor godsdienstwetenschappen?
Ellen: «Het was voor mij reeds vrij vlug duidelijk dat - wat ik ook ging studeren - het iets in de sociale sector zou worden, omdat ik iets met en ten dienste van mensen wil doen. Ik ging er dan ook van uit dat ik psychologie zou gaan
studeren. Daar kwam echter verandering in toen ik, mede dankzij de +13-werking van onze parochie, meer en meer in contact kwam met allerlei
initiatieven van jeugdpastoraal. De gedrevenheid en het enthousiasme van die medewerkers, alsook enkele gesprekken met godsdienstwetenschappers stimuleerden me om van 'mijn roeping' mijn beroep te maken.»
Veto: Zijn Leuvense studenten volgens jou op één of andere manier begaan met religie of zingeving?
Ellen: «Als ik kijk naar onze faculteit - die overigens allesbehalve representatief is - zeg ik spontaan 'ja'. Maar men zou versteld staan over de diversiteit en pluriformiteit binnen deze richting. Toekomstige godsdienstwetenschappers
hebben immers uiteenlopende visies op religie, zingeving en levensbeschouwing, wat onvermijdelijk leidt tot verschillende houdingen daartegenover. Ik waag er
mij echter niet aan om van hieruit conclusies te trekken over de meerderheid van de Leuvense studenten. Jullie, bij de Universitaire Parochie, stellen inderdaad ook vast dat het aantal deelnemers aan bepaalde activiteiten beperkt
blijft, maar kan en mag men dat als uitgangspunt nemen om te besluiten dat studenten niet bezig zijn met religie? Ik vermoed dat er op dat gebied wel heel
wat leeft in Leuven, maar dat het niet steeds uitgesproken wordt of tot uiting komt.» Veto: Is er veel eenzaamheid in Leuven?
Ellen: «Hier heb ik eigenlijk geen goed zicht op en ik hoop van harte dat dit niet het geval is, maar ook hier denk ik dat er meer aan de hand is dan men op het
eerste gezicht zou vermoeden. Uit wat ik zelf ervaar op onze faculteit en hoor van anderen, leid ik wel af dat een kleinere faculteit een grotere kans heeft op
een snelle inburgering en integratie van haar studenten. De gedachte van 'iedereen kent er iedereen' zorgt er vrijwel automatisch voor dat je deel gaat uitmaken van een groep en belangrijker nog, dat je jezelf deel van die groep
voelt.»
Gang
Veto: Is er een tendens om te cocoonen, zo vlug mogelijk naar huis, of streven
studenten vooral naar zelfstandigheid? Ellen: «Aangezien een grote meerderheid van de studenten vijf dagen op zeven in Leuven zit, streeft iedere student er enigszins naar om van zijn kot een
tweede thuis te maken, meen ik. Ik heb dan ook het gevoel dat men graag in Leuven is, maar dat men in het weekend toch ook graag naar de echte thuis
terugkeert, zeker wanneer men daar nog allerlei engagementen opneemt of vrienden heeft, enz. Naarmate men ouder wordt, de studie bijna beëindigd heeft
en dus al enkele jaren in Leuven zit, wordt men wellicht stilaan zelfstandig, wat
4
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
de normaalste gang van zaken is, toch?»
Veto: Sociologisch onderzoek in Nederland stelt dat het aantal kerkgangers blijft dalen en de minderheid van kerkgebonden jongeren 'fundamentaliseren'. Baren
deze vaststellingen je zorgen? Ellen: «Dit verbaast mij, wanneer ik kijk naar wat er in mijn onmiddellijke omgeving leeft en gebeurt. Maar ik denk dat het noodzakelijk is dit beeld te
nuanceren: we stellen vast dat de pluralisering zich niet enkel op het algemene maatschappelijke niveau voltrekt, maar ook binnen de traditionele kerk. Het lijkt
mij dan ook voor de hand liggend dat er steeds een groepje zal zijn, ook onder jongeren, die het bij het oude willen laten, uit schrik hun identiteit te verliezen. Ik heb eerder de indruk dat heel wat jongeren die bezig zijn met geloof zich niet
afzetten van de traditionele kerk, maar wel denken van 'dit is niet meer van deze tijd' en dat zij eerder zullen nadenken over hoe ze mee de Kerk kunnen
vernieuwen.»
Zondagsrust
Veto: Ben je gelovig? Wat is jouw achtergrond?
Fransisca: «In Nederland heb je de hervormde Kerk (Vaderlandskerk, kh) en een aantal afsplitsingen. Vooral in mijn streek zijn er veel afsplitsingen. We zijn een protestants land. De Kerk waar ik uit kom heet Gereformeerde Gemeenten.
Dat is een behoorlijk strenge vorm. Zo onderhouden de mensen nog echt de zondagsrust en kijken ze gewoonlijk geen TV. Veel mensen gaan er naar de kerk
uit gewoonte en traditie. Verder lopen de kerken leeg. Jongeren blijven weg omdat ze niet vinden wat ze zoeken. De vrije groepen zoals de evangelische en de pinkstergemeenschappen groeien wel.»
Veto: Hoe vind je het in Leuven? Fransisca: «Gezellig. Supermooie stad. Je kan heel goedkoop iets drinken, eten,
sporten en naar de bibliotheek gaan. Dit alles is in Nederland duurder. Het is verrijkend om hier te studeren.» Veto: Waarom theologie?
Fransisca: «Ik heb interesse in de grote vragen van het leven. En theologie is een brede studie. Wij krijgen o.a. ook vakken uit de richtingen Pedagogie,
Psychologie en Oude Talen. En ook de betrokkenheid op mensen maakt deze studie voor mij zo interessant. En de Leuvense faculteit heeft een goede
reputatie in Nederland, dus dat is mooi meegenomen.» Veto: Zijn Leuvense studenten volgens jou op één of andere manier begaan met religie of zingeving?
Fransisca: «Je merkt het niet, maar het is wel zo. Zeker als student ben je bezig met nadenken. Als je met iemand spreekt merk je dat ze vaak niet weten
wat ze denken, dat ze hun mening nog verder moeten ontwikkelen.»
5
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
OPDRACHT
1. Lees bovenstaande tekst grondig door en verklaar de onderstreepte woorden. ( /8)
Cartesiaans: Enkel iets geloven als je het echt gezien hebt. Een manier van zoeken naar zekerheid door systematisch aan alles te twijfelen.
Exegese: Godsdienst vanuit wetenschappelijk oogpunt bekijken, met name door
het bestuderen van (Bijbel)teksten. Transcendent: Als je in staat van hoger, buitenzintuiglijk bewustzijn bent. De
grens van de zintuiglijke waarneming te boven gaand.
Diversiteit: Verscheidenheid
Pluriformiteit: Veelvormigheid
Fundamentaliseren: Zeer strenge godsdienstige richting die moderne inzichten afwijst.
Traditionele Kerk: Groep in de rooms-katholieke godsdienst die het bij het oude
wil laten, uit schrik hun identiteit te verliezen. Theologie: Wetenschap die God en de godsdienst bekijkt.
2. Duid één zin aan waarmee je al dan niet akkoord gaat en probeer ook uit te leggen waarom. ( /4)
Persoonlijk antwoord
6
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
‘WAAROM’
DOOR GERARD BODIFÉE
WAAROM IK EEN PLATONIST BEN
Plato beschrijft de wereld als een onvolkomen verschijningsvorm van een
volkomen werkelijkheid. De wereld is meer een 'worden' dan een 'zijn'. In
zoverre zij tot 'zijn' kwam, dat wil zeggen in zoverre zij bestaat, is de wereld
goed, maar haar onvolkomenheden en vergankelijkheid verraden haar
onvoltooide staat. De menselijke geest dient zich op de onvergankelijke,
volmaakte wereld van het 'zijn' te richten. Bij deze visie sluit ik me aan. Plato's
filosofie geeft een verantwoording (eerder dan een verklaring) voor het bestaan,
en zij biedt het een perspectief dat voorbij de begrenzingen van het eigen
persoonlijke leven reikt.
WAAROM IK EEN PACIFIST BEN
Oorlog is een grootschalig, georganiseerd geweld. Het uitvechten van conflicten
op deze manier verwoest niet alleen mensenlevens, maar de menselijkheid zelf.
Het mens-zijn is gebaseerd op het vermogen de dierlijke natuur te overstijgen
door een gedrag aan te nemen dat zich eerder laat leiden door humane
overwegingen dan door de oude biologische instincten. In de dierlijke natuur
(waarin de menselijke natuur haar oorsprong heeft) zetten natuurlijke instincten
aan tot agressie en verovering van macht en bezit. In een humaan leven worden
deze oude krachten vervangen door een streven naar wederzijdse redelijkheid en
de bekommernis om het welzijn van iedereen. Waar dat doel gerealiseerd wordt,
ontwikkelt zich een leven gebaseerd op mededogen, solidariteit en mildheid.
Oorlog is een gruwel uit een bestiaal verleden.
WAAROM IK OPTIMISTISCH BEN
Wat bestaat is goed. Het kwaad is de ervaring van wat ontbreekt aan het
bestaan. Dat is mijn overtuiging en die bepaalt mijn visie op de werkelijkheid.
Het goede verricht noodzakelijk het goede (zoniet zou het niet goed zijn) en het
behoort dus tot de natuurlijke dynamiek van het goede om zich te
vermeerderen. Dat betekent dat het 'zijn' zich van nature uitbreidt. De wereld
groeit en ontwikkelt zich. Het kwade is per definitie datgene wat ongewenst is.
Dat betekent dat het kwaad vanuit zijn eigen aard de tegenkrachten oproept die
het trachten weg te nemen. Een stelselmatige vermindering van het kwaad en
vermeerdering van het goede bepalen dus onvermijdelijk de ontwikkeling van de
wereld. Het goede vermeerdert zich uit zichzelf, het kwade bewerkt zijn eigen
vermindering.
7
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
WAAROM IK EEN CHRISTEN BEN
Geboren uit christelijke ouders en opgegroeid in een christelijke cultuur voel ik
mij erfgenaam van een groot goed. Ik neem de erfenis in dankbaarheid aan. Het
christendom vertegenwoordigt niet alleen een schat aan kunst, filosofie en
literatuur, het brengt vooral ook de religieuze gedachte tot uitdrukking van de
nauwe band die bestaat tussen God en mens. De mens is beeld van God, en God
is mens geworden. Dat is de kern van het christelijk geloof. God is het totale
'zijn'. De christen leeft in een vertrouwen op God, hetgeen betekent dat hij zijn
vertrouwen aan het bestaan zelf schenkt. Het beeld dat de christen zich van God
vormt is dat van een persoon, een allesomvattend, eeuwig 'ik'. Deze persoon
toont zich in de gedaante van Christus, de volkomen goede mens. Naar deze
goedheid verlangt de christen.
WAAROM IK ASTROFYSICUS BEN
Wetenschap is een vorm van zorgvuldig kijken naar de wereld waarin we ons
bevinden. Met de zintuigen observeren we de verschijnselen, met het verstand
interpreteren we wat we zien. Het resultaat is een fascinerend beeld van de
werkelijkheid, waarin waarheid en schoonheid samengaan. De astrofysica
bestudeert de sterren en sterrenstelsels en slaagt erin om deze te beschrijven en
(tot op zekere hoogte) te verklaren op basis van enkele fundamentele wetten
waaraan de hele natuur gehoorzaamt. Niets bevredigt de menselijke geest zo
intens, als het besef dat hij in staat is te begrijpen wat hij waarneemt.
OPDRACHT
1. Waarom noemt Gerard Bodifée zichzelf ‘christen’?
Omdat zijn ouders christelijk waren en hij opgegroeid is in een christelijke
cultuur. Hij neemt die christelijke erfenis in dankbaarheid aan.
2. Botst zijn ‘christen-zijn’ met zijn wetenschappelijke missie? Leg uit!
In de wetenschap maakt men gebruik van enkele fundamentele wetten waaraan
de hele natuur gehoorzaamt. Het gaat over het begrijpen van wat we
waarnemen.
Zijn “christen-zijn” gaat vooral over de relatie van God met de mens. De mens is
beeld van God, en God is mens geworden. De christen leeft in vertrouwen op
God. Hier spreekt men niet van waarnemen, maar van vertrouwen. Hier gaat het
niet over fundamentele weten, maar over een nauwe band met God.
8
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
2. ATHEÏSME, AGNOSTICISME, GELOOF (HERHALING EN
UITBREIDING)
Het is belangrijk om vooraf enkele begrippen kort uit te leggen:
1. Het atheïsme is een levensvisie dat het geloof in (een) God als uiteindelijke
zingever afwijst. Er bestaan verschillende soorten atheïsme:
Vooreerst is er het praktisch atheïsme. Dit is een atheïsme uit
onverschilligheid: leven zonder God omdat ze voor God en geloof geen
tijd of interesse hebben.
Ten tweede hebben we het beredeneerde atheïsme. Dit zijn atheïsten door hun manier van denken of door een diepe overtuiging. In het beredeneerde atheïsme maken we nog een onderverdeling in:
- het positivistisch atheïsme: (= positivisme) God bestaat niet
omdat je God niet kunt waarnemen met de zintuigen. - het deïstisch atheïsme: (= deïsme) God heeft in het verre
verleden de wereld geschapen maar bekommert zich verder niet
meer om de schepping.
2. Wat verstaan we onder agnosticisme? Het agnosticisme is die denkrichting die zegt dat de mens te klein en te eindig is om te weten of er nu al dan niet een god bestaat. Zij zeggen dat men het gewoon niet kan weten en dat je dus
eeuwig aan het bestaan van (een) God zal blijven twijfelen.
3. Wie is dan gelovig? Gelovig zijn wil dan zeggen dat je akkoord gaat met een bepaalde geloofstraditie en je achter een geloofsgemeenschap staat.
Bij het geloof onderscheiden we:
Religie: is in haar diepste kern altijd ergens sacraal (heilig): verbonden met iets wat van verder komt, ‘van boven’, los staat van mijn
subjectieve ‘ik’ en anders is. (niet noodzakelijk een God, dus!)
Godsdienst duidt deze religieuze verbondenheid als een band met het
goddelijke, met God. Daarbij is godsdienst ook altijd sociaal ingebed en gekoesterd binnen de beschermende omheining van een groep, van een
traditie en van een collectief geheugen. Godsdienst levert ook altijd een waardeschaal en een morele code.
4. We vermelden ook nog apart de humanistische levensbeschouwing. Deze is meer wijsgerig: de mens zoekt in zichzelf naar de zin van het
menselijke bestaan en naar waarden waarvan iedereen kan leven. Ze houdt ook een ethiek in waarin rechtvaardigheid, waarheid, wijsheid en solidariteit belangrijk zijn. Zij zoekt dit in verbondenheid met mensen te beleven. Zonder
God dus, maar niet zonder ethiek of moraal. In zeer ruime zin kun je een humanist dus gelovig noemen, maar dan zonder God of religie.
9
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
OEFENING 1. Soorten ongeloof.
Kies uit: Praktisch atheïsme - positivistisch atheïsme - deïsme (of
deïstisch atheïsme) - agnosticisme
Uitspraak Welke strekking? + waarom.
God? Waar jij je mee bezig
houdt. Hier, nog een pintje!
Praktisch atheïsme
Vroeger tuurde ik soms
urenlang naar de hemel, in de hoop daar ergens God te zien.
Nu heb ik het opgegeven. Er valt niets te zien, dus God bestaat niet.
Positivistisch atheïsme
Ik wil gerust uren discussiëren over God, dat vind ik zelfs leuk. Maar veel
maakt het niet uit, hét antwoord zullen we nooit
vinden
Agnosticism
God is voor mij als een horlogemaker. Eenmaal het
horloge in gang, heeft hij er niets meer mee te maken.
Deïsme of deïstisch atheïsme
OEFENING 2. Geloof of ongeloof.
Kies uit:
Atheïsme – agnosticisme – religieus – godsdienstig – Humanistisch.
(soms zijn er meerdere antwoorden mogelijk, je hoeft er maar één te
geven.)
Uitspraak Welke strekking? + waarom.
God bestaat waarschijnlijk niet,
geniet van het leven.
- Atheïsme: wijst het geloof in God af. God bestaat
niet.
- Agnosticisme: we weten niet of er nu al dan niet
een God bestaat. We blijven er dus eeuwig aan
twijfelen.
- Humanistisch: de mens zoekt in zichzelf naar de
zin van het menselijke bestaan en naar waarden
waarvan iedereen kan leven.
God bestaat zeker. Word lid van
de Christelijke Partij
- Religieus: verbonden met iets wat van verder
komt, iets dat losstaat van mijn subjecitieve “ik”
- Godsdienstig: gaat over de band met God.
10
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
Boeddha toonde ons het pad van
de verlichting. Verlangens en
valse wensen staan in de weg.
- Religieus: verbonden met iets wat van verder
komt, iets dat losstaat van mijn subjecitieve “ik”
- Godsdienstig: gaat over de band met God (hier:
Boeddha). Het levert ook een waardeschaal en een
morele code.
Wie gelooft, kan een deel van de
zorgen uit handen geven.
Godsdienstig: godsdienst is sociaal ingebed en
gekoesterd binnen de beschermende omheining
van een groep, van een traditie en van een
collectief geheugen.
Ik vind alles zo verwarrend...
Wie weet wat het juiste
antwoord is? Niemand toch…
Agnosticisme: we weten niet of er nu al dan niet
een God bestaat. We blijven er dus eeuwig aan
twijfelen.
Ik ben gelovig, maar geloof niet
in God
Humanistisch: in zeer ruime zin kun je een
humanist gelovig noemen, maar dan zonder God of
religie.
Ik geloof dat de mens zelf moet
proberen een goede mens te
zijn. Niet uit angst voor God en
de hel, maar voor zijn
medemens.
Humanistisch: de mens zoekt in zichzelf naar de zin
van het menselijke bestaan en naar waarden
waarvan iedereen kan leven. Ze houdt ook een
ethiek in waarin rechtvaardigheid, waarheid,
wijsheid en solidariteit belangrijk zijn. Zij zoekt dit
in verbondenheid met mensen te beleven. Zonder
God dus, maar niet zonder ethiek of moraal.
Bij Jezus vind ik geen dood,
maar eeuwig leven.
- Religieus: verbonden met iets wat van verder
komt, iets dat losstaat van mijn subjecitieve “ik”
– Godsdienstig: duidt een band met het
goddelijke.
De mens heeft de aarde kapot
gemaakt en God laat ons in de
steek. Waarin kunnen wij nu nog
geloven?
Godsdienstig: duidt een band met God. Godsdienst
is ook gekoesterd binnen de beschermende
omheidning van een groep, van een traditie en van
een collectief geheugen. Het levert ook een
waardeschaal en morele code.
Het menselijke verstand zal op
den duur alles mogelijk maken
Atheïsme: God bestaat niet. Je kan God niet
waarnemen met je zintuigen.
Een wereld waar de helft in
armoede of oorlog leeft. Waar
kinderen sterven. Als er een God
is, wil ik niet geloven
Agnosticisme: we weten niet of er nu al dan niet
een God bestaat. We blijven er dus eeuwig aan
twijfelen.
11
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
3. OPDRACHT GELOOF EN WETENSCHAP
OPDRACHT:
We laten een aantal wetenschappers aan het woord.
Probeer aan de hand van de citaten af te leiden of ze atheïstisch, agnostisch,
gelovig,… zijn.
1. Albert Einstein
Albert Einstein (1879-1955) was een theoretisch natuurkundige
met aanzienlijke talenten in de toegepaste wiskunde. Hij wordt
gezien als een van de belangrijkste natuurkundigen uit de
geschiedenis en werd vooral bekend vanwege de speciale
relativiteitstheorie en de algemene relativiteitstheorie. E = mc2; de
formule van Einstein, die een verband geeft tussen energie en
massa, is zijn meest gekende verwezenlijking.
Uitspraken over God:
“Hoewel de gebieden van godsdienst en wetenschap duidelijk van elkaar zijn
afgebakend, bestaan er toch sterke onderlinge relaties en zijn ze afhankelijk van
elkaar.”
“Hoewel godsdienst de zin bepaalt, heeft het ook geleerd van wetenschap welk
middel bijdraagt tot het bereiken van het doel.”
“Aan de andere kant kan wetenschap alleen geschapen worden door lieden die
grondig zijn doortrokken van het streven naar waarheid en begrip. De bron voor
dit gevoel ligt in de godsdienst. Hiertoe behoort ook het geloof in de mogelijkheid
dat de regels waaraan deze wereld onderworpen is, rationeel zijn, d.w.z. voor
rede vatbaar zijn. Ik kan me geen ware wetenschapper indenken zonder deze
diepe overtuiging. Men zou het zo in beeldende vorm kunnen verwoorden:
wetenschap zonder godsdienst is kreupel, godsdienst zonder wetenschap is blind
(science without religion is lame, religion without science is blind).”
”Religie is ontstaan uit de ervaring van het mysterieuze, die echter was
vermengd met angst. Het besef dat er dingen zijn die wij niet kunnen
doorgronden, dat de volmaakte rede en de zuivere schoonheid zich tonen op een
wijze die slechts zeer beperkt toegankelijk is voor ons begrip - dat besef en
gevoel maken het wezen uit van de echt religieuze beleving. In die zin en in geen
enkele andere ben ik een diep-religieuze mens. Een God die de objecten van zijn
schepping beloont en straft, en die net als wij een wil heeft, kan ik me niet
indenken. Ook wil noch kan ik me een individu voorstellen dat de dood overleeft,
ondanks het feit dat dergelijke beelden worden bepleit door zwakke zielen, uit
angst of lachwekkend egoïsme. Ik ben tevreden met het mysterie van de
eeuwigheid van het leven en met het besef van, en de vermoedens omtrent de
12
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
wonderbaarlijke structuur van al wat is, met het opgeslokt zijn door het streven
tot in detail te begrijpen hoe de rede zich in de natuur manifesteert.”
“God dobbelt niet”
Bronnen:
EINSTEIN, A., 1941. Science, Philosophy and Religion, A Symposium [online]. New York:
Conference on Science, Philosophy and Religion in Their Relation to the Democratic Way of Life Inc.
Nederlandse vertaling beschikbaar op: http://www.kolumbus.fi/volwassengeloof/alberteinstein.htm
EINSTEIN, A., 1931. The world as I see it .[online]. (in het Engels) Beschikbaar op:
http://www.aip.org/history/einstein/essay.htm
2. Stephen Hawking
Stephen Hawking (°1942) is een Brits natuurkundige
en professor in Cambridge die vooral bekend is door
zijn werk op het gebied van zwarte gaten en
singulariteiten in de kosmologie. Hij heeft een zware
fysieke handicap waardoor hij in een rolstoel zit en
enkel kan praten door een computer, maar dat houdt
hem niet tegen om zijn wetenschappelijk werk voort te
zetten. Bij het grote publiek is hij, behalve door zijn
handicap, ook bekend door zijn boek “Het heelal”.
Uitspraken over God:
“Waarom doet het heelal eigenlijk al die moeite om te bestaan? Is de
geünificeerde theorie (theorie van alles) zo dwingend dat ze haar eigen bestaan
teweegbrengt? Of heeft ze een schepper nodig, en zo ja, heeft deze dan nog
andere gevolgen voor het heelal? En wie schiep de schepper?…Zodra we een
volledige theorie ontdekken zal deze na verloop van tijd voor iedereen
begrijpelijk zijn, niet alleen voor een handjevol geleerden. Dan kunnen allen,
filosofen, geleerden en gewone mensen, deelnemen aan de discussie over de
vraag waarom wij en het heelal bestaan. Wanneer we het antwoord op die vraag
kennen is dat de bekroning van het menselijk verstand – want dan kennen we de
geest van God.”
Bronnen
HAWKING, S.,1997. Het heelal. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
13
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
3. Richard Feynman
Richard Feynman (1918-1988) was een Amerikaans
natuurkundige. Hij deed belangrijk onderzoek op het gebied van
de kwantumelektrodynamica en won in 1965 de Nobelprijs voor
Natuurkunde. Hij was bovendien een heel kleurrijk figuur (hij gaf
bv. soms les terwijl hij op een stel bongotrommels speelde) en
een goed didacticus.
”Het lijkt mij niet dat dit fantastisch mooie universum, deze enorme
uitgestrektheid van ruimte en tijd en al die verschillende soorten dieren, al die
planeten en al die atomen met hun bewegingen, enzovoort, dat al deze
onnoemelijk gecompliceerde zaken op het toneel zijn gezet opdat God de
menselijke strijd voor goed en kwaad kan gadeslaan – wat toch de visie is die
godsdienst voorstaat. Het podium is te groot voor dat drama.”
”Kijk, ik kan nu eenmaal goed leven met twijfel en onzekerheid en niet-weten. Ik
denk dat het veel interessanter is om niet te weten dan om antwoorden te
hebben die verkeerd zouden kunnen zijn. Ik heb antwoorden bij benadering,
potentiële overtuigingen en diverse graden van zekerheid over verschillende
zaken, maar van niets ben ik helemaal zeker, en er zijn veel dingen waar ik
helemaal niets van weet, zoals bijvoorbeeld de vraag of het iets betekent om ons
af te vragen waarom we hier zijn... Ik hoef het antwoord niet te weten. Het
beangstigt me niet om dingen niet te weten, om verdwaald te zijn in een
mysterieus en doelloos universum, en ik denk dat dat echt het geval is. Ik ben er
niet bang voor.”
Bronnen
SIMMONS, J., 1997. De top-100 van wetenschappers. Utrecht: Het Spectrum
BAIS, F.A., 1998. Kan wetenschap de grote onbekenden elimineren? Tijdschrift In de Marge
[online], nr.1. Beschikbaar op:
www.bezinningscentrum.nl/indemarge/ssi_indemarge/pdf_indemarge_hor/marge198.pdf
14
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
4. Paul Davies
Paul Davies (°1946) is een Engels natuurkundige en doceert aan de
universiteit van Adelaide (Australië)waar hij professor is in de
natuurfilosofie. Hij doet onderzoek op het gebied van kosmologie en
astrobiologie en daarnaast schreef hij al meer dan 20 boeken,
waaronder een aantal over wetenschap en religie.
Uitspraken over God:
“Nu is het zo dat sommige van mijn collega’s dezelfde wetenschappelijke feiten
aanhangen als ik, maar elke diepere betekenis daarvan ontkennen. Ze schuiven
de adembenemende vindingrijkheid van de natuurwetten, de buitengewoon
gelukkige samenstelling van de natuur, en de verrassende begrijpelijkheid ervan
aan de kant en accepteren die als een verzameling wonderen die er nu eenmaal
zijn. Daartoe ben ik echter niet in staat. Voor mij is de vernuftigheid van het
natuurlijke bestaan simpelweg té wonderlijk om het zomaar als gegeven aan te
nemen. Alles pleit voor een diepere onderliggende betekenis. Sommigen noemen
dat een doel, anderen een ontwerp. Aan deze beladen woorden liggen menselijke
begrippen ten grondslag, en ze maken het slechts gedeeltelijk mogelijk te
bevatten waar het universum over gaat. Maar dát het ergens over gaat, daarover
heb ik geen enkele twijfel.”
Bronnen:
DAVIES, P., 1998. Is het universum absurd? Tijdschrift In de Marge [online], nr.1. Beschikbaar op:
www.bezinningscentrum.nl/indemarge/ssi_indemarge/pdf_indemarge_hor/marge198.pdf
5. Arthur Peacocke
Arthur Peacocke (°1924) is een Brits biochemicus en theoloog.
Hij was nauw betrokken bij het befaamde DNA-onderzoek van
Watson en Crick. Sinds 1971 is hij Anglicaans priester. Hij werd
professor aan de faculteit theologie van de universiteit van
Oxford en heeft heel wat gepubliceerd over de relatie tussen
wetenschap en religie.
Uitspraken over God:
“De evolutietheorie, die begonnen is bij Darwin, verbreedt eigenlijk ons begrip
van de wereld op een manier die volgens mij heel bemoedigend, versterkend en
verrijkend is voor het christelijk geloof. Het zegt ons, in tegenstelling tot het
gangbare idee dat de schepping 4000 jaar geleden of zelfs 4 of 20 miljard jaar
geleden gebeurde, dat de schepping nu nog doorgaat. Dus wat we ook bedoelen
met God als schepper, het was in elk geval niet iets dat God één keer deed in het
verleden – dat hij bij wijze van spreken alles in gang zette, de klok opwond,
15
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
wegging en het zijn gang liet gaan. Schepping is iets dat de hele tijd doorgaat.
God is voortdurend schepper, God is voortdurend aan het scheppen.”
Bronnen:
PEACOCKE, A., 1998. Interview. In: Faith and Reason.[online], PBS. Beschikbaar op
http://www.pbs.org/faithandreason/ PEACOCKE, A., 1998. Interview. In: Faith and
Reason.[online], PBS. Beschikbaar op http://www.pbs.org/faithandreason/
6. Richard Dawkins
Richard Dawkins (°1941) is een Brits bioloog. Hij is professor in
Oxford en schrijver van populair wetenschappelijke boeken.
Eén van zijn bekendste boeken is “Het zelfzuchtige gen” waarin
hij uitlegt hoe natuurlijke selectie werkt op niveau van de
genen. Hij is een onvermoeibare verspreider van het
evolutionaire denken, een neodarwinist.
“Ik heb veel sympathie voor mensen die zijn opgegroeid met onwaarheden. Maar
ik wil hen daaruit redden, omdat ze hun leven aan het weggooien zijn. En we
hebben maar één leven. We hebben de gelegenheid om voor onze dood een
aantal zaken echt te begrijpen. Ik vind het tragisch als mensen die gelegenheid
verspillen aan Jehova, Allah of de God van de christenen. Al vind ik wel dat
kinderen de godsdienst van hun voorouders moeten leren, dat maakt deel uit
van hun culturele opvoeding.”
"Sommige mensen zijn van mening, dat er wel wat voor religie te zeggen is,
omdat ze zichzelf onderzoeken en zichzelf beschouwen als, goed, altruïstisch,
liefhebbend en dan denken, dat de evolutietheorie dat niet kan verklaren. Ze
zien dat als een zwakte van de wetenschap. Als de wetenschap tekortschiet,
moet God eraan te pas komen om een verklaring te geven" (..) Maar het kan ook
zijn, dat als de wetenschap geen verklaring kan geven, dat niets het kan
verklaren..Of het kan ook zijn, en dat is mijn overtuiging,dat als de wetenschap
het niet kan verklaren, dat we dan beter ons best moeten doen om er wel achter
te komen".
Bronnen:
DE CEULAER, J., 2005. Grote vragen. De Canvas-tapes & de Knack-interviews. Brussel: Globe
16
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
7. Gerard Bodifée
Gerard Bodifée (°1946) is een Vlaams doctor in de astrofysica.
Hij deed onderzoek op het gebied van het ontstaan van sterren
en de evolutie van sterrenstelsels. Hij was wetenschapsjournalist
bij De Standaard, medewerker van de VRT, schrijft columns in
Knack en schrijft boeken. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar
de fundamentele wetenschappelijke en filosofische vragen die de
mens zich stelt: Wat is de oorsprong en wat is de bestemming
van het bestaan? Hoe verhouden wetenschap en religie zich?
Uitspraken over God:
“God is de alles omvattende aandacht die nodig is om de werkelijkheid structuur
en zin te geven. De wereld die wij bewonen is geen willekeurig conglomeraat, zij
is geordend, gewild. Die gewildheid is voor mij God. Hij is het willende, het
aandacht schenkende, het goede, want aandacht schenken is iets goeds. (..) Ik
denk dat iets dat aandacht schenkt een wezen is. En dat daarom het christelijke
beeld van God als een persoon adequaat is. Onze verhouding tot God is als die
tot een persoon. De menselijke persoon is het meest nabij aan het goddelijke op
aarde. Als we ons van God een beeld willen vormen, zien we dat naar mijn
overtuiging het duidelijkst in de menselijke persoon. Niet zozeer in sterren of in
atomen of in bloemen, maar veel duidelijker, hoewel nog zeer onvolkomen, in
een menselijke persoon.”
”De wetenschapper die gehecht is aan zijn nuchtere en vruchtbare methode,
houdt meestal niet van deze beschouwingen. Maar als hij dan afhaakt, en zich
tot zijn wetenschap bepaalt, sluit hij zich op in iets dat weliswaar mooi is, maar
beperkt. Ik kan dat niet. Ik kan moeilijk muren rondom me verdragen. Metsel
een muur rond mij en ik breek hem af of klim erover. Ik denk dat het voor
niemand gezond is zich op te sluiten in een hokje, of het nu dat van de
wetenschap is, of een ander. Mensen passen niet in hokjes.”
Bronnen:
VERLEYEN, F., 1993. Op de rand van een vulkaan. Gesprekken met Gerard Bodifée.
Kapellen:Pelckmans.
17
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
GROEPSWERK:
Je maakt deze opdrachten schriftelijk. Je dient per groep 1 blad in met
de antwoorden.
1. Probeer aan de hand van de citaten af te leiden of de wetenschapper in
kwestie atheïstisch, agnostisch of gelovig is. Vul onderstaande tabel in.
Naam Atheïst agnost gelovig
Albert Einstein Voor Einstein vallen argumenten te verzinnen voor elke
vorm van geloof/ongeloof. Hangt dus af van persoonlijk
aanvoelen en eigen argumentatie.
Stephen Eerder atheïstisch. Hij gebruikt woorden uit religie en
Hawking geloof als symbolen, niet omdat hij erin gelooft.
Ook hier geldt dat je argumenten kan verzinnen voor de
andere twee vormen van geloof/ongeloof.
Richard
Feynman
X
Paul Davies
X
Arthur Peacocke
X
Richard
Dawkins
X
Gerard Bodifée
X
18
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
2. Hieronder vind je telkens een korte samenvatting van de citaten. Zet
bij de samenvatting de juiste wetenschapper.
a) Ons universum zit zo vernuftig in elkaar dat er volgens mij een diepere
betekenis, een ontwerp, achter zit.
Paul Davies
b) God is aandacht, daarom vind ik God niet zozeer in de natuur, maar wel in
mensen. Wetenschappers die zich enkel met hun wetenschap bezighouden (en
niet met religie) sluiten zich op in een hokje. Ik kan dat niet.
Gerard Bodifée
c) De evolutietheorie zegt ons dat God nu nog voortdurend aan het scheppen is
en dat hij de wereld niet op één welbepaald moment geschapen heeft.
Peacocke
d) Ook al zijn wetenschap en religie heel verschillend, toch kan religie niet
zonder wetenschap en wetenschap niet zonder religie. Ik besef dat er veel
dingen zijn die we niet kunnen begrijpen en in die zin ben ik een religieus mens,
maar ik geloof niet in een persoonlijke God.
Einstein
e) Dit prachtige heelal is te groot om geschapen te zijn opdat God de strijd
tussen goed en kwaad zou kunnen bekijken. Er zijn veel dingen die ik niet weet
of waar ik niet zeker van ben, maar ik kan leven met onzekerheid en twijfel.
Feynman
f) Mensen die zich bezighouden met God, houden zich volgens mij met
onwaarheden bezig. Als de wetenschap geen verklaring kan geven, dan kan niets
het verklaren. God hoeft daar niet aan te pas te komen.
Dawkins
g) Zodra we de “Theorie van Alles” kennen, zullen we het antwoord kennen op
de vraag waarom wij en het heelal bestaan. Dan kennen we de geest van God.
Hawking
3. Welke uitspraak vind jij persoonlijk de mooiste? En waarom? (Per groepslid
een eigen persoonlijke mening op een apart blad)
Persoonlijk antwoord
19
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
4. Hoe staat Peacocke tegenover deïstisch atheïsme? Leg uit of hij akkoord is
met deze strekking of niet en waarom.
Niet akkoord. De schepping blijft volgens Peacocke altijd maar doorgaan. God
blijft dus betrokken bij het aardse gebeuren.
5. Wat bedoelt Einstein volgens jou met zijn uitspraak ‘god dobbelt niet’?
Je legt uit wat hij bedoelt volgens jou ( /2) en je geeft een CONCREET Voorbeeld
( /2) waar je jouw uitleg mee illustreert.
Persoonlijk antwoord
6. PRESENTATIE:
Met welke van de geciteerde wetenschappers ga je het meest akkoord ? Leg uit
waarom je akkoord gaat. Je werkt in groep, dus je zult een consensus (desnoods
een compromis) moeten bereiken.
CONCREET:
Je geeft me ten minste 3 argumenten die uitleggen waarom jullie met de
geloofsvisie van die bepaalde wetenschapper akkoord gaan. ( /6)
Je geeft 1 volledig nieuwe uitspraak van deze wetenschapper. Je zorgt
er met andere woorden voor dat we ook eens iets horen dat we nog niet
wisten over deze wetenschapper. ( /3)
Je zorgt voor een creatieve verwerking. Je illustreert de geloofsvisie van
jouw wetenschapper aan de hand van iets creatiefs. Je mag zelf iets
maken, een toneeltje opvoeren, een interview zoeken of zelf afnemen, een
kunstwerk kiezen dat erbij hoort, een grappig filmpje… Let op twee
dingen: ten eerste of deze uitwerking wel relevant is, m.a.w. of die wel
past bij de geloofsvisie ( /3), ten tweede of je verwerking goed uitgevoerd
is, origineel uitgewerkt… ( /3)
20
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
4. EEN BEDENKING, BLAISE PASCAL
‘Enkel de God van de filosofen is dood’
Vanaf het ogenblik dat wetenschap een hoge vlucht nam, is de tweedeling
geloof/wetenschap begonnen. Niet alle wetenschappers en filosofen waren daar
zo gelukkig mee. Blaise Pascal bijvoorbeeld, zelf een vooraanstaand wis- en
natuurkundige, maar ook een christelijke filosoof uit de 17de eeuw, had daar
moeite mee.
Het hart heeft zijn redenen, die de rede niet kent (Le coeur a ses raisons, que la
raison ne connaît point) is een van de meest beroemde uitspraken van Pascal.
Nog een bekende uitspraak van Pascal (opgenomen in de Pensées), is dat men
volgens de kansrekening wel in God moet geloven: als deze namelijk bestaat, is
de winst voor de gelovige oneindig. Bestaat God niet, dan verliest men niets (Le
pari, de gok). Deze redenering staat bekend als de gok van Pascal.
Pascal had geen moeite met wetenschap, maar wel met de gedachte dat
wetenschap God probeerde uit te leggen en beredeneren. Dat maakte dat ‘de
God van de filosofen stierf’. God valt niet uit te leggen, God staat immers boven
en buiten de wetenschap. Als je hem probeert uit te leggen, wordt hij een
levenloos voorwerp, een studie-object...
21
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
Mémorial
Na zijn dood vond men in de voering van een kledingstuk van Pascal,
handschriften van hem. Het was een getuigenis in tweevoud op perkament en
papier dat zo begint:
'Het genadejaar 1654
Maandag 23 november (...) vanaf ongeveer half elf 's avonds tot ongeveer half één 's nachts.
VUUR
God van Abraham, God van Isaak, God van Jakob. Niet de God van filosofen en geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van 'Jezus
Christus' (.....)
OPDRACHT:
Leg in je eigen woorden volgende uitspraken uit:
a. “Enkel de God van de filosofen is dood”
Persoonlijk antwoord.
b. “Het hart heeft zijn redenen, die de rede niet kent”
Persoonlijk antwoord.
c. “De gok van Pascal”
Persoonlijk antwoord
(Volgens de kansrekening moet je wel in God geloven: als deze namelijk bestaat,
is de winst voor de gelovige oneindig. Bestaat God niet, dan verlies men niets)
22
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
5. PSEUDO-WETENSCHAPPEN
Wat is pseudo-wetenschap?
TED-Talk Michael Shermer. (hoofdredacteur ‘Skeptic Magazine’). Why people believe weird things. (http://www.ted.com/talks/michael_shermer_on_believing_strange_things)
Bekijk aandachtig de TED-talk. Beantwoord daarna de vragen.
1. Haal uit de TED-talk de eigenschappen van pseudo-wetenschap. M. Shermer vertelt dit aan de hand van een voorbeeld: de Quadro 2000
Wichelroede. Dit is een wichelroede om marihuana in lockers van studenten te vinden…
- Pseudo-wetenschap kijkt enkel naar de treffers en niet naar de missers. - De data van onderzoek wordt niet bijgehouden zoals in de wetenschap. Het
wordt dus niet ondersteund door precieze metingen. - Als men de Wichelroede testte kwam dit uit op 50% juist en 50% fout. Dit is
wat je zou verwachten bij tossen…
- Het begint met een hypothese. Vervolgens zoekt men alleen naar feiten die de hypothese steunen.
- Pseudo-wetenschap baseert zich niet op de algemeen aanvaarde wetenschappelijke methodes en op gangbare natuurwetenschappelijke theorieën
2. Welke voorbeelden van pseudo-wetenschap komen aan bod in de TED-
talk? Astrologie, tarrotkaartlezen, intelligent design creationisten, buitenaards leven, overal gezichten/patronen in zien, spreken met doden…
3. Hoe verklaart M. Shermer dat mensen in rare dingen geloven?
Dat komt doordat we vaak met dingen te maken hebben op een eenvoudig niveau.
4. Vergelijk met wetenschap: wat is het verschil tussen een pseudo-
wetenschap en echte wetenschap? Met wat houdt de wetenschap ook
rekening? Wat is een belangrijke vraag die wetenschap stelt? De wetenschap houdt niet enkel rekening met treffers, maar ook met de missers
tijdens het onderzoek. Zij houden alle data precies bij. Zij stellen zich de vraag: wat is het meest waarschijnlijk?
5. Waarom is geloof geen pseudo-wetenschap? Geloof claimt niet dat ze wetenschappelijk zijn en gaan geen gevestigde
wetenschappelijke inzichten omverwerpen.
Vul aan in de rode tabel: Wat is het mens- en wereldbeeld van Michael Shermer in deze TED-talk?
23
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
Bekijk het filmpje “Johan Braeckman vs. Nordine Taouil (part 1/2)”.
Dit toont een debat tussen Johan Braeckman en Nordine Taouil over evolutie en creationisme (De Zevende Dag, 03/02/2008) (https://www.youtube.com/watch?v=4MMpxlN-TdQ)
Beantwoord deze vragen:
1. Hoe legt N. Taouil het creationisme uit a.d.h.v. de Koran?
God heeft ons geschapen. Het scheppingsverhaal staat in de Koran. Het is onmogelijk dat de schepping zich in etappes heeft voltooid. God heeft ons geschapen door klei en in die klei heeft hij het leven ingeblazen.
2. Wat is volgens J. Braeckman een negatief gevolg van dit denken?
Het gaat niet enkel over de evolutietheorie, maar over wetenschappen in het algemeen. Creationisten verwerpen daardoor ook de wetenschappelijk attitude in het algemeen. Er zijn reeds problemen met marginalisering van die mensen. Zij
vinden moeilijk jobs en stromen niet door naar hogere studies. Mensen die een letterlijke interpretatie willen aanhouden van een geloofsboek (bv. de Koran),
hebben moeite om wetenschappen verder te studeren na het middelbaar.
3. Hoe kan dit negatief gevolg volgens J. Braeckman opgelost worden?
De verantwoordelijkheid ligt bij iedereen die daar een rol in kan spelen om die mensen duidelijk te maken dat het aanvaarden van wetenschappelijke theorieën
niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat men het belang van de tradities in de islam of in het christendom etc verwerpt.
4. Wat is volgens N. Taouil het probleem voor wetenschappers? Veel wetenschappers zijn bang dat ze niet geaccepteerd zullen worden door
wetenschappelijke tijdschriften, door academische erkenningen enz. Hierdoor komen ze niet naar buiten met hun studies en hierdoor kunnen ze niet promoveren naar een hoger niveau.
5. Waarom kan je creationisme een pseudo-wetenschap noemen?
Creationisten baseren zich niet op de algemeen aanvaarde wetenschappelijke methodes en op gangbare natuurwetenschappelijke theorieën. In dit geval zet men zich zelfs af tegen de evolutieleer.
Bovendien is de Koran geen wetenschappelijke bron ook al zegt N. Taouil dat er wetenschappelijke verklaringen in te vinden zijn. Het is een geloofsboek waarbij
letterlijke interpretatie niet van toepassing is.
Vul aan in de rode tabel: Hoe zou je N. Taouil zijn godsbeeld omschrijven?
24
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
6. GELOOF EN WETENSCHAP: EEN WORSTELING OM GELIJKHEID
VAN DE NEDERLANDSE WETENSCHAPPELIJKE SITE ‘SCIENTIAS’:
NIET OVERLAPPENDE MAGISTERIA: WAARDERING VOOR RELIGIE
ÉN WETENSCHAP
Sinds de opkomst van de evolutietheorie
passen religie en wetenschap niet meer samen
door één deur. Maar waarom eigenlijk? Is dat
wel nodig? Nee, vindt auteur Stephen Jay
Gould, auteur van het boek ‘God en Darwin’.
“Ik weet niet hoe natuurwetenschap en religie
binnen een gemeenschappelijk stelsel van
analyse of verklaring verenigd of zelfs tot één
geheel gemaakt zouden kunnen worden, maar
evenmin waarom die twee ondernemingen een
onderling conflict zouden moeten voelen”, zegt
agnost Gould in de inleiding. “De
natuurwetenschappen streven ernaar de
werkelijkheid van de natuur in kaart te brengen
en theorieën op te stellen die de aangetroffen
feiten met elkaar in verband brengen en
verklaren. De religie beweegt zich daarentegen
op het even belangrijke, maar geheel verschillende terrein van de menselijke strevingen,
zingeving en waarden. Onderwerpen die binnen het feitelijk domein van de
natuurwetenschappen wel verhelderd, maar nooit opgelost worden.”
25
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
Gould heeft een benaming voor het principe dat hij aanhangt: het NOMA-principe. NOMA
staat voor ‘Niet Overlappende Magisteria’. Oftewel: natuurwetenschappen en religie
hebben een eigen bereik (magisterium) waarbinnen ze uitspraken mogen doen. De twee
partijen overlappen elkaar niet, want dan houdt één van de twee zich niet aan het
magisterium.
Wat houdt dit precies in? Een simpel voorbeeld: wetenschappers vinden het bot van een
dinosaurus. Volgens de natuurwetenschap is dit bot 65 miljoen jaar oud. Gould meent dat
christenen hier niet tegenin mogen gaan zonder hard bewijs. De wetenschappers hebben
immers gedegen onderzoek verricht. Stel, christenen gaan er wel tegenin, dan botsen
magisteria. Andersom geldt het ook: christen geloven in één God. Wetenschappers mogen
niet beweren dat God niet bestaat, omdat er geen bewijs is. De natuur is wat zij is en kan
per definitie geen antwoord geven op religieuze vragen over God, zin en ethische waarden.
Stel, christenen, moslims, atheïsten, wetenschappers en agnosten kiezen geen gulden
middenweg en kennen geen aanzien toe aan beide zaken, dan zijn er volgens Gould twee
mogelijke uitwegen: 1. de oorlog tussen wetenschap en religie breekt uit: één van de twee
wint; of 2. wetenschap en religie staan voor dezelfde zoektocht en kunnen volledig en
soepel in één grootse synthese verenigd worden, net als een grote wassen bal zonder
scherpe kanten of uitstekende punten.
OPDRACHTEN BIJ DE TEKST:
1. Wat denkt Gould over de combinatie wetenschap en religie? Leg voldoende
uit. Geloof en wetenschap moeten niet in onderling conflict staan. Beide handelen op verschillende terreinen.
De natuurwetenschappen streven ernaar de werkelijkheid van de natuur in kaart te brengen en theorieën op te stellen die de aangetroffen feiten met elkaar in
verband brengen en verklaren. De religie beweegt zich daarentegen op het even belangrijke, maar geheel
verschillende terrein van de menselijke strevingen, zingeving en waarden. Onderwerpen die binnen het feitelijk domein van de natuurwetenschappen wel verhelderd, maar nooit opgelost worden.
2. Gould heeft het over het ‘NOMA-principe’. Leg in eigen woorden uit wat
het NOMA-principe betekent! NOMA staat voor “Niet Overlappende Magisteria”. Oftewel: natuurwetenschappen en religie hebben een eigen bereik (magisterium) waarbinnen ze uitspraken
mogen doen. De twee partijen overlappen elkaar niet, want dan houdt één van de twee zich niet aan het magisterium.
3. Wat zijn volgens Gould de twee mogelijke uitwegen als christenen,
moslims, atheïsten, wetenschappers en agnosten geen gulden middenweg
kiezen? De oorlog tussen wetenschap en religie breekt uit: één van de twee wint
Wetenschap en religie staan voor dezelfde zoektocht en kunnen volledig en soepel in één grote synthese verenigd worden, net als een grote wassen bal zonder scherpe kanten of uitstekende punten.
26
Cursus godsdienst 2015-2016 Geloof en wetenschap
AANVULLINGEN GROENE TABEL:
Agnosticisme
Atheïsme
Creationisme
Deïsme
Diversiteit
Exegese
Fundamentalisme
De gok van Pascal
Humanisme
NOMA-principe
Pacifist
Platonist
Pluriformiteit
Positivisme
Pseudo-wetenschap
Theologie
Traditionele kerk
Transcendent
top related