masterclass mmpi-2 / mmpi-a 2006

Post on 11-Jan-2017

507 Views

Category:

Documents

1 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

MMPI-2- MMPI-A: het gebruik anno 2006

Prof. Dr. Jan J.L. Derksenwww.jjlderksen.com

Methodiek van de psychodiagnostiek

Descriptieve en structurele diagnostiek

• Descriptief• Beschrijvend• Gedragsmatig• DSM-classificatie• Buiten- en bovenkant• Aansluiting op

klachtgerichte interventies

• Structureel• Analyserend• Onderliggend• Theoretische termen• Binnen- en onderkant• Aansluiting op allerlei

soorten interventies

Descriptief versus Structureel

• Functieanalyse van de klachten

• Inventarisatie van klachtgeschiedenis

• Onderzoek van egofuncties en afweermechanismen

• Onderzoek van bewust en onbewuste aspecten van de levensloop

Descriptief versus Structureel

• Vooral bij enkelvoudige symptomen

• Behandelplan na korte diagnostiek

• Indien mogelijk een protocolbehandeling

• Vooral bij comorbide persoonlijkheidsstoor-nis

• Meer uitgebreide onderzoeksgesprekken en heteroanamnese

• Openleggende of explorerende behandeling

Indicatiestelling voor descriptieve psychodiagnostiek:

• Bij een enkelvoudige klacht die recent en acuut is opgetreden;

• De patiënt reageert met een klacht op een duidelijk hieraan voorafgaande stressfactor in de sociale omgeving;

• Het symptoom past in een van de volgende DSM categorieën: angststoornis, stemmingsstoornis, somatoforme stoornis, aanpassingsstoornis, andere conditie.

Indicatie voor structurele diagnostiek:

• Enkelvoudige klacht maar sluipend begin, de rol van de stressor wordt niet zichtbaar;

• Meervoudige symptomatologie, tenminste een symptoom begint sluipend;

• Intake wijst op ernstige persoonlijkheidsstoornis of ontwikkelingsstoornis;

Indicatie voor structurele psychodiagnostiek (vervolg):

• Alle DSM-IV categorieën behalve: angststoornis, stemmingsstoornis, somatoforme stoornis, aanpassingsstoornis, andere condities;

• Herhaalde hulpvraag bij stoornis die geschikt is voor descriptieve diagnostiek;

• Burnout, chronische vermoeidheid;

Indicatie voor structurele psychodiagnostiek (vervolg):

• Forensische expertise;• Arbeids(on)geschiktheidsonderzoek,

andersoortige onderzoek ter beantwoording van een complexe vraagstelling;

• Patiënt die psychiatrisch wordt opgenomen.

Methoden descriptieve diagnostiek:

• Intakegesprek• Observatie• Eventueel een klachtenlijst

Methoden structurele diagnostiek:

• Onderzoeksgesprekken;• Heteroanamnese;• Observatie;• Testonderzoek met name met: WAIS-III,

MMPI-2, Rorschach, e.a.

Psychodiagnostiek als proces

• Stap 1: data verzamelen via observatie, gesprek en test

• Zo neutraal en objectief mogelijk (science)

• Stap 2: interpretatieproces, sprong van data naar theorie (rode draad), hypotheses

• Zo creatief mogelijk (art)

Wat is het doel van de psychodiagnostiek?

• Productie van:

• Een cluster van theorieën en daaruit afleidbare hypotheses over:

• 1. De werkzame mechanismen bij het tot stand komen en in stand houden van de stoornis(sen)

Wat is het doel van de psychodiagnostiek?

• Productie van:

• Cluster van theorieën en daaruit afleidbare hypotheses over:

• 2. De rol van de persoonlijkheid in relatie tot de klachten

• 3. De bijdrage van de intieme relaties en sociale omgeving aan de stoornis en persoon

• 4. De indicatiestelling voor interventie• 5. De verwachtingen van de interventie

Methodiek

• Hypothese constructie op basis van overlap in data:

• Observatie• Gesprek• Tests• Toetsing: in behandeling

Rapportage bij descriptieve diagnostiek

• Beknopte klachtbeschrijving in termen van functieanalyse;

• Eventuele belemmerende factoren bij de behandeling;

• DSM classificatie voor de communicatie;• Het behandelplan als werkhypothese;• De verwachtingen van de interventie.

Rapportage bij structurele diagnostiek

• 1. Vraagstelling inclusief analyse van de vraagstelling;

• 2. Observatiegegevens gedurende de onderzoeksgesprekken en het testpsychologisch onderzoek;

• 3. Samenvatting bevindingen uit onderzoeksgesprekken en heteroanamnese;

Rapportage…vervolg

• 4. Vraagstellingen bij het testpsychologisch onderzoek en specificatie van de gebruikte tests;

• 5. Kwantitatieve en kwalitatieve bevindingen n.a.v. het testonderzoek;

• 6. Invulling van de doelen van de diagnostiek in de vorm van werkhypotheses;

Rapportage..vervolg

• 7. Specificatie van het type interventie in de zin van theorie, technieken en praktische aspecten in aansluiting van typische trekken en symptomen van de patiënt;

• 8. Aanbevelingen voor de vereisten aan de zijde van de behandelaar;

• 8.Opstellen van de verwachtingen van de interventie in de vorm van een hypothese.

Valkuilen in de rapportage

• Verslag van de gesprekken, beschrijving van veel tests en een indicatie voor steungevende en/of toedekkende behandeling;

• Idem en dan een indicatie voor cognitieve therapie.

• Dat kan ook zonder de omweg van uitgebreid onderzoek.

Vermijd deze valkuilen.

• Wees precies:• Welke aanpak bij welke kwetsbaarheden

van de patiënt?• Hoe gaan we om de typische afhankelijke,

narcistische, paranoïde, ontremde, dwangmatige, vermijdende, dissociatieve, schizotypische trekken van deze patiënt?

Problemen met de dynamische profielinterpretatie

T-waarden, schalen en itemsT-waarden en empirisch onderzoekT-waarden en theorie

Wanneer gebruik je theorie?Casus: Lucia de B.

Vergeet dit nooit

• Archimedes sprong 250 jaar voor Christus uit bad en vestigde zijn wet

• De psychologie bestaat pas net en de psychodiagnostiek is nog fragiel en kwetsbaar

Wanneer en hoe gebruik je deze test?

• Patiënten versus normalen• Structurele versus descriptieve diagnostiek• Hypothesetoetsing versus hypothese

vorming• Testbaarheid van de patiënt: stoornis en

cognitieve kanten• Wijze van afnemen: paper & pencil,

computer, internet, thuis

Kwalificaties van de testgebruiker

• GZ- en klinisch psychologen• Psychiater, artsen en maatschappelijk

werkers?• Wijze van introductie van de test• Wijze van feedback geven aan de patiënt

Psychometrische aspecten

• Normen, betrouwbaarheid en validiteit• Oordeel van de Cotan• Dissertaties van Vendrig, Egger, van Balen,

van der Heiden• Nieuwe handleiding

Interpretatiestrategie

• Validiteit van de profielen:• ? Fp• Trin K• Vrin F-K• L• F• Fb

Niet beantwoorde items

• ? Schaal niet beantwoorde items:• niet mogelijk (wees), defensief, niet

coöperatief, ernstige psychopathologie, obsessieve trekken

• grens van 20 in computerprogramma, zie uitdraai

Maten voor inconsistent antwoorden

• TRIN, VRIN

• grens van 80• 65 -79 enige neiging tot een responsset• VRIN: 30-39 erg voorzichtig en op zijn

hoede

Maten voor defensiviteit

• L, controleer de TRIN• K, VRIN• S• F-K index: ruwe scores +15 overdrijven

Maten voor infrequent antwoorden

• Infrequency F: controleer VRIN: 90• F-back: 90, controleer VRIN• F-psychopathology: VRIN TRIN, 100

Klinische hoofdschalen

• 1 Hs 7 Pa• 2 D 8 Sc• 3 Hy 9 Ma• 4 Pd 0 Si• 5 Mf• 6 Pa

Overige schalen

• Harris-Lingoes• Inhoudsschalen• Componenten van de inhoudsschalen• Supplementaire schalen• psychopathology-five• Codetypes

Harris-Lingoes schalen

• T-waarden• Niet gebruiken bij een T-waarde van de

klinische hoofdschaal beneden de 65

Inhoudsschalen

• Rationele constructie• Vier clusters: intrapsychische symptomen

(anx frs, obs, dep, hea, biz), naar buiten gerichte agressie(ang, cyn, asp, tpa), negatief zelfbeeld (lse), algemene probleemgebieden (sod, fam, wrk, trt)

Componenten van de inhoudsschalen

• Constructie via combinatie van rationele en empirische methoden

• Gebruiken op basis van iteminhoud

Supplementaire schalen

• Angst, algemene onaangepastheid• Verdringing, traag en voorzichtig• Ik-sterkte, hogere score erkennen

problemen beter uitkomst• MAC-R, extravert, risicogedrag, exhi.• Vijandigheid, hartziekte, cynisme• O-H, rigide, remming

Supplementaire schalen

• Dominantie, leiderschap, sociaal gemak• Sociale verantwoordelijkheid, ethische en

morele thema’s• Slechte aanpassing, studenten• GM en GF• PTSD-PK, Vietnamveteranen• MDS,

Supplementaire schalen

• AAS, T groter dan 60• APS• Superlatieve zelfbeoordelingsschaal

Overige testaspecten

• NRI’s: traumatisch hersenletsel, CVA whiplash

• Prorated• Carlton Gass

Psy-5

• Psychopathology Five: agressiviteit, psychoticisme, ontremming, negatieve emotionaliteit/neuroticisme, introversie/positieve emotionaliteit

Psy-5

• Agressiviteit, agressie als middel tot en doel,lichamelijk geweld in geschiedenis, dominantie, haat

• Psychoticisme, psychotische symptomen, laag niveau van functioneren

Psy-5

• Ontremming, risico zoeken impulsief gedrag, middelenmisbruik, antisociaal

• Negatieve emotionaliteit/neuroticisme, anticiperen op het slechtste scenario, zelfkritiek

• Introversie/lage positieve emotionaliteit, onvermogen te genieten, somber

De SLGBS

• Stress• Lichamelijke expressie• Geremdheid• Betrekkingsideeën• Sociabiliteit

Nieuwe schalen

• De eerste stap van de ontwerpers was het ontwikkelen van een maat voor ‘demoralisatie’. Deze brede, affectief gekleurde dimensie komt in verschillende mate in alle klinische hoofdschalen terug en is nu de eerste RC schaal RCd genoemd. Met uitsluiting van schaal 5 en 0 (als niet klinische schalen) werden vervolgens 8 RC schalen gemaakt. De schalen 5 en 0 komen wellicht later nog aan de beurt.

De geherstructureerde klinische schalen

• RCd (DEM) Demoralisatie• RC1 (SOM) Somatische Klachten• RC2 (LPE) Lage positieve Emoties• RC3 (CYN) Cynisme

Onderzoek en interpretatie

• De RC-schalen bieden inzicht in de verhogingen op de 8 klinische hoofdschalen: zijn deze het gevolg van de demoralisatie items of worden ze veroorzaakt door scores op de kernconstructen? De interpretatie begint vanaf een T-waarde van 65, dit komt ruwweg overeen met het 92e percentiel.

RC schalen: vervolg• RC4 (ASG) Antisociaal Gedrag• RC6 (BET) Betrekkingsideeën• RC7 (DNE) Disfunctionele Negatieve

Emoties• RC8 (AER) Afwijkende Ervaringen• RC9 (HPA) Hypomane Activering

Enkele andere kwesties• Non-gender normen• K-correctie• Adaptief testen• Nieuwe items• Kortere versie?

MMPI-A

• 478 items• 14-18 jaar• Verschillen:

» F, F1 en F2 schalen

• A-con, A-lage ambitie (las), A-sch• Supp: Imm (onvolwassenheid)

Problemen MMPI-A

• Lengte• Lage scores• T-60• onderzoek nodig

De toekomst

• Vragenlijstmethoden en andere technieken• Veel plezier met jullie klinisch werk

top related