moderne devotie
Post on 24-Jul-2016
224 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Terug naar de bron met Geert Grote (1340-1384) &
Thomas a Kempis (ca.1380-1471)
De Moderne Devotie in Deventer en Zwolle
DevotieModerne
“De menigte die het geloof hadaangenomen was één van hart en één
van ziel en er was niemand die iets vanzijn bezittingen zijn eigendom noemde;
integendeel, zij bezaten alles gemeenschappelijk.”
(Hand. 4:32)
INHOUD
Voorwoord 7
Geert Grote (1340-1384) 10
Thomas a Kempis (ca. 1380-1471) 16
Moderne Devotie Marjan Brouwer 23
De Navolging van Christus Mariska van Beusichem 67
Preken met de pen Bert de Vries 75
Moderne Devotie in jaartallen 98
Moderne Devotie in kaart – Deventer 106
Moderne Devotie in kaart – Zwolle 114
Geraadpleegde literatuur 124
Persoonsregister 125
VOORWOORD
‘Terug naar de bron’ – dat is door de geschiedenis heen heel vaakhet devies geweest van hervormingsbewegingen. Zo ook van deModerne Devotie: terug naar het geloof van de eerste christenen,samenlevend en -werkend als kuise, vrome en eenvoudige men-sen, zonder persoonlijke bezittingen of ijdel streven. Die bron isde idealistische bron. De geografische bron van de ModerneDevotie is de IJsselstreek en dan met name de steden Deventeren Zwolle. In de tijd waarover we hier spreken, beginnend aan heteind van de veertiende eeuw en eindigend zo ergens rond 1600,waren beide steden bruisende economische en culturele centra.Dat juist hier de bakermat ligt van de in heel Noordwest-Europaaangehangen Moderne Devotie is geen toeval. Niet alleen is voorhet ontstaan van nieuwe ideeën een levendige gemeenschapnodig, waar discussies worden gevoerd en interacties plaatsvin-den, zo’n zelfde gemeenschap is onontbeerlijk om die ideeën teverspreiden. Hoewel er ongetwijfeld ook andere factoren van ont-staan en verspreiding van de Moderne Devotie aanwijsbaar zijn,is het Hanzeverbond uit die bloeitijd van Deventer en Zwolle eenvan de vruchtbaarste voedingsbodems van de beweging geble-ken. De IJsselstreek stond ten tijde van de Hanze rechtstreeks incontact met de belangrijkste handelssteden van Europa, waarbijbehalve geld en goederen ook geestelijke ‘producten’ werden uit-gewisseld.
Inmiddels is het ruim een half millennium later en zijn we welva-render en Europeser dan ooit tevoren in onze geschiedenis,zonder meteen van een bloeitijd te kunnen spreken. Dat er nu, naafloop van het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw, inZwolle met een drietal tentoonstellingen – in Museum de Funda-tie, Stedelijk Museum Zwolle en Historisch Centrum Overijssel –aandacht wordt gevraagd voor de Moderne Devotie heeft geendirecte aanleiding. Of het zou moeten zijn dat Zwolle net als de
7
8 MODERNE DEVOTIE
rest van Nederland en Europa ernstig op zoek is naar de eigenidentiteit. In de eeuw van de globalisering wordt de plaatselijkegeschiedenis ineens iets om je aan te spiegelen. Het is alsof methet kleiner worden van de wereld de eigen vertrouwde omgevingsteeds belangrijker wordt geacht, alsof het perspectief zichomkeert en vergezichten worden ingeruild voor inzichten. Hoedan ook vonden wij als hoeders van het Zwolse erfgoed de tijdgekomen om de Moderne Devotie, die in het naburige Deventeral breed wordt uitgemeten, ook in Zwolle weer eens volop in deschijnwerpers te zetten. Deze publicatie, die weliswaar ter gele-genheid van de genoemde tentoonstellingen verschijnt maarzeker ook daarna haar werk zal doen, heeft tot doel het historischebelang van de Moderne Devotie, en de hoofdrollen die Deventeren Zwolle daarbij spelen, aan een zo groot en divers mogelijkpubliek kenbaar te maken.
De werkelijke hoofdrollen zijn overigens weggelegd voor GeertGrote en Thomas a Kempis, zoals mag blijken uit de ondertitel vande publicatie. De eerste een geboren en getogen zoon vanDeventer, al woonde hij daar feitelijk gezien niet eens zo heellang. Hij begon de beweging uit onvrede met de in zijn ogen ver-derfelijke toestanden in Kerk en samenleving. De tweede eenaangenomen zoon van Zwolle, afkomstig uit Duitsland, maar lan-ger dan een gemiddeld mensenleven levend in het bij Zwollegelegen Agnietenbergklooster. In dit klooster schreef hij zijn boek
VOORWOORD 9
Over de navolging van Christus, dat het ideaal van de ModerneDevotie mede hielp verspreiden. Vanaf de eerste handgeschrevenkopieën, halverwege de vijftiende eeuw, groeide dit handboekvoor gelovigen uit tot – om het populair te zeggen – een absolutebestseller in de wereldliteratuur, zelfs tot op de dag van vandaag.De namen van deze beide voormannen van de Moderne Devotiezullen velen bekend in de oren klinken: van een straat of eenschool bijvoorbeeld. Maar wie ze zijn, dat is een ander verhaal.Een deel van dat verhaal staat in dit boek. Voor sommigen zal hetboek een begin zijn, een eerste kennismaking met dit zo bijzon-dere stukje geschiedenis van de IJsselstreek. Voor anderen dientde publicatie misschien als opzoekboek, om even snel na te kijkenhoe het ook al weer zat. Daarnaast hopen wij dat de publicatievoor de lezer een aanleiding zal vormen om aan de mooie histo-rische binnensteden van Deventer en Zwolle een keer een bezoekte brengen en zodoende de boeiende geschiedenis van deModerne Devotie, die hier overal zijn sporen heeft nagelaten, aanden lijve te ondervinden.
Ralph Keuning, directeur Museum de FundatieAdriaan de Regt, directeur Stedelijk Museum ZwolleBert de Vries, directeur Historisch Centrum Overijssel
Geert GroteDe kerkjurist en boeteprediker Geert Grote uit Deventer legde eind veer-tiende eeuw de basis voor de Moderne Devotie. In de daaropvolgendetwee eeuwen groeide deze religieuze vernieuwingsbeweging uit tot eenvan de belangrijkste geestelijke stromingen in Europa. Hoewel hij hetsucces van zijn hervormingsideaal zelf niet meemaakte, wist Grote zijn‘broeders’ en ‘zusters’ dermate te inspireren dat zij na zijn vroege doodvoortgingen op de door hem gewezen weg.
Portret van Geert Grote op de gevel van de voormalige Latijnse School in Deventer, in 1991 gemaakt door Ela Venbroek-Franczyk
10
Het leven dat Geert Grote tot aan
zijn bekering leefde, vatte hij later
samen met een citaat uit Jeremia
2:20: ‘Onder iedere groene boom en
op iedere hoge heuvel heb ik gehoe-
reerd.’ Hoewel het hier een literaire
stijlfiguur betreft, was hij in zijn
jongere jaren kennelijk bepaald
geen heilige. Hij werd op 16 oktober
1340 in Deventer geboren als zoon
van een lakenkoopman, die ook
korte tijd burgemeester was ge-
weest. Als enig kind groeide de
jonge Geert op in grote welstand. In
1350 sloeg echter het noodlot toe:
beide ouders stierven aan de pest.
Geert erfde het familiekapitaal en
kwam onder de hoede van een
oom. Het geld van zijn vader stelde
hem in de gelegenheid te gaan stu-
deren en carrière te maken.
Na eerst te zijn opgeleid aan de
Latijnse school van de Lebuïnus-
kerk in Deventer ging Geert Grote in
1355 naar de Sorbonne in Parijs.
Aan deze prestigieuze universiteit
studeerde hij geneeskunde, astrolo-
gie, theologie en kerkelijk recht. Al
na drie jaar studie kreeg hij op 18-
jarige leeftijd de meestertitel. Met
zijn voortgezette studie bereidde hij
zich voor op een carrière binnen de
Kerk. Het was niet de kerkelijke
moraal die hem hierin aantrok,
want daar viel in die tijd nogal wat
op aan te merken. Banen en titels
waren eenvoudigweg te koop en het
celibaat werd in sommige kringen
met een flinke korrel zout geno-
men. Geestelijken konden soms
amper lezen en waren vooral uit op
een zorgeloos bestaan met een
riant inkomen. Afgaande op zijn
eigen bekentenis was Grote, die in
1368 toetrad tot het kapittel van de
Dom van Aken en niet lang daarna
tot dat van de Dom van Utrecht,
geen uitzondering op de regel.
Grotes houding ten opzichte van
de Kerk, en het leven in het alge-
meen, veranderde door een bijna
fatale ziekte in 1372. Hij kwam tot
inkeer en besloot zijn leven radicaal
om te gooien. Daartoe trok hij zich
enkele jaren terug in een kartuizer
klooster bij Arnhem, waar hij de
(Deventer 1340 – Deventer 1384)11
12 MODERNE DEVOTIE
spirituele traditie van de Kerk
leerde kennen. Hij ontwikkelde zich
gestaag tot een bevlogen om niet te
zeggen fanatieke hervormer van de
Kerk van zijn tijd. Hij bekritiseerde
niet alleen de uitwassen van het
kerkelijk instituut, onder andere
met een (overigens niet gepubli-
ceerd) geschrift tegen de geldver-
slindende bouw van de Domtoren
van Utrecht, ook het gelovige volk
sprak hij vermanend toe. Geert
Grote wees de mensen op hun diep
ingebakken zondigheid, maar bood
hen tegelijk een hoopvol perspec-
tief op een persoonlijk geestelijk
leven in navolging van Christus.
Het huwelijk, door de Kerk toch tra-
ditioneel gezien als een goddelijk
verbond, stelde hij voor als een
noodzakelijk kwaad, dat slechts
goed was om kinderen te krijgen en
ontucht in te perken. Vooral vrou-
wen behandelde hij zeer terughou-
dend. Hij riep de gelovigen op om
zelf voor hun zielenheil verant-
woordelijkheid te nemen in plaats
van te rekenen op de in zijn ogen
vaak veel te lakse geestelijken. Al-
leen door het besef van de eigen
zondigheid en de bereidheid hier-
voor continue boete te doen, zou-
den de mensen hun band met God
weer kunnen herstellen, zo luidde
Grotes boodschap.
Om ongehuwde vrome vrouwen
dekans te geven zich aan de verlok-
kingen van het aardse leven te ont-
trekken en een geestelijke weg in
navolging van Christus te gaan,
stelde Geert Grote hen in 1374 zijn
huis in de Bagijnenstraat in Deven-
ter ter beschikking via een schen-
king aan de stad. De vrouwen die
hier inderdaad hun thuis vonden,
werden bekend als de eerste Zus-
ters van het Gemene Leven en het
huis werd later Meester-Geertshuis
genoemd. In 1380 stichtte Grote in
het huis van zijn vriend en volge-
ling Florens Radewijns in de Enge-
straat eenzelfde leefgemeenschap
voor mannen, de zogeheten Broe-
ders van het Gemene Leven. Naast
bidden en mediteren hielden de
vrouwen zich voornamelijk bezig
met allerlei textiele werkvormen,
terwijl de mannen religieuze tek-
sten kopieerden en jongens van de
Latijnse school hielpen met hun
studie en geestelijke vorming. Op
die manier verspreidden zij hun
nieuwe levensideaal, dat overigens
pas na de dood van Grote zou wor-
GEERT GROTE 13
den aangeduid als de Moderne
Devotie.
Het aantal volgelingen van Geert
Grote nam snel toe. Om met kerke-
lijke goedkeuring te kunnen pre-
ken, was hij in 1379 door de
bisschop van Utrecht tot diaken ge-
wijd, waarna hij in heel Noord-Ne-
derland boetepreken hield voor het
volk. Hij vond een gretig gehoor. In
een tijd van economische malaise,
mislukte oogsten en vernietigende
ziektes was het zondebesef groot en
de behoefte aan een sterke leider
met een duidelijke boodschap na-
venant. Al gauw zagen sommige
kerkelijke autoriteiten in dat zij
zichzelf met de aanstelling van
Grote in de vingers hadden gesne-
den, vooral degenen onder hen die
het verplichte celibaat niet onder-
hielden. Om hem de mond te snoe-
ren, werd het in 1383 alle diakens
van het bisdom Utrecht verboden
om in het openbaar te preken.
Grote was echter vastberaden. Hij
trok zich weliswaar terug in Wou-
drichem, maar benutte daar zijn
tijd om teksten van zijn geestver-
want Jan van Ruusbroec naar het
Latijn te vertalen en juist in de
volkstaal een op de Moderne Devo-
tie gebaseerd getijdenboek samen
te stellen. Zodoende wilde hij zowel
de wetenschappelijke elite als het
gewone volk voor zijn ideaal van in-
nerlijke hervorming winnen.
Ook op andere manieren bleef
Geert Grote gewoon actief. In 1384
kocht hij een huis in de Begijnen-
straat (nu Praubstraat) in Zwolle,
dat werd ingericht als broederhuis
van de Moderne Devotie. Een van
zijn beste vrienden was Johannes
Cele, die in Zwolle woonde. Als rec-
tor van de stadsschool had Cele een
groot aandeel in het verspreiden
van Grotes ideaal in Zwolle, vooral
door reorganisatie van het middel-
baar onderwijs in de geest van de
Moderne Devotie. Grote zelf zou de
verdere ontwikkeling van zijn be-
weging niet meer meemaken. Na
een bezoek aan een zieke vriend in
Deventer stierf hij op 20 augustus
1384 aan de pest. Hij werd onder
grote belangstelling begraven in de
kerk van Onze Lieve Vrouw in De-
venter. Later werden zijn overblijf-
selen weer opgegraven, om na
enkele omzwervingen samen met
die van zijn opvolger Radewijns uit-
eindelijk te belanden in het Histo-
risch Museum in Deventer.
Van Geert Grote bestaat geen portret dat bij het leven isgemaakt. Hij stierf betrekkelijk jong en zou waarschijn-lijk ook nooit toestemming hebben gegeven voor eenportret. Hij predikte juist de nederigheid en dienstbaar-heid van het individu aan de gemeenschap. Zijn persoonvond hij niet belangrijk. Een geschilderd of gebeeld-houwd portret is daarmee in tegenspraak. Toch bestaaner inmiddels wel degelijk portretten van de grondleggervan de Moderne Devotie. In 1885 maakte Antoon Derkin-deren een schildering van Geert Grote temidden van zijnvolgelingen. Dit portret diende vervolgens als model voorde afbeelding van Geert Grote op de ‘Ecu der Nederlan-den’, een Europese gelegenheidsmunt die in 1990 werd
HET PORTRET VAN GEERT GROTE
Antoon Derkinderen, Geert Grote temidden van zijn leerlingen, 1885,aquarel
uitgegeven en werd ontworpen door Willem Vis. In1991 maakte Ela Venbroek-Franczyk een vrije verta-ling van hetzelfde portret en profil voor de gevel vande Latijnse School in Deventer. Dit medaillonportretgeldt sindsdien als hét portret van Geert Grote. Het laatniet zozeer zien hoe hij er daadwerkelijk uitzag als welhoe wij meer dan zeshonderd jaar na zijn dood overhem denken, namelijk als een strenge en standvastigeman. Overigens is de schedel van Geert Grote, alsookdie van zijn vriend en opvolger Florens Radewijns, ingoede conditie bewaard gebleven. Beide bevinden zichin het Historisch Museum Deventer. Met moderne forensische technieken zou dus een reconstructie vanGrotes gezicht kunnen worden gemaakt.
De schedels van Geert Grote en zijnopvolger Florens Radewijns (collec-tie Historisch Museum Deventer).
‘Ecu der Nederlanden 1990’ met het portret van GeertGrote, gewijd aan de Internationale Hanzedagen inDeventer en Zutphen (ontwerp Willem Vis).
16
Thomas a KempisAls auteur van De imitatione Christi heeft Thomas a Kempis mede aande wieg gestaan van het grote succes van de Moderne Devotie in de15de en 16de eeuw in Noordwest-Europa. Tot op de dag van vandaagheeft dit handboek voor gelovigen, geschreven in het Agnietenkloosterbij Zwolle, menigeen geïnspireerd. Na de Bijbel is De imitatione Christivolgens sommige berekeningen zelfs het meest verspreide boek in dechristelijke wereld.
Portret van Thomas a Kempis op de gevel van de voormalige Latijnse Schoolin Deventer, in 1991 gemaakt door Ela Venbroek-Franczyk
top related