nu’91 magazine - november 2014 - 23e jaargang - nr · zorgannonummer 141 - 3 zorg anno nu is het...
Post on 25-Jun-2020
2 Views
Preview:
TRANSCRIPT
ZORGANNONUMMER 141 - 1ZORG
AN
NON
U
Formule voor
succesvolle VAR
Ervaar het zelf
Excellente zorg rond
overlijden
NU’91 MAGAZINE - November 2014 - 23e jaargang - Nr.141
Met Zorg overdragen
ZORGANNONUMMER 141 - 2
6
Inhoud
Stand van
zaken cao’s
In de VVT sector lag er eind september dan eindelijk een onderhandelaarsakkoord. De cao onderhandelingen voor de GGz en de Ziekenhuizen slepen zich nog steeds voort.
Excellente zorg rond overlijden
Formule voor succesvolle VAR8
Het is niet vanzelfsprekend dat een VAR succesvol is en daadwerkelijk invloed kan uitoefenen binnen een zorg-
organisatie. Dat vereist enthousiasme, inspanning en inzicht.
14 10 Met zorg overgedragen
16In de praktijk is er weinig samenwerking tussen zorgverleners en uitvaartverzorgers, ondanks dat de door hen geleverde zorg in elkaar overloopt.
Ervaar het zelf
Niet de zorgverlener bepaalt wat goede zorg is. Goede zorgis zorg die als goed ervaren wordt door degene die de zorg ontvangt.
Een soepele overgang van het ziekenhuis naar een thuissituatie waarin de patiënt professionele zorg nodig heeft, vraagt om zorgvuldigheid van met name de instelling die de patiënt ontslaat.
16
ZORGANNONUMMER 141 - 3
Zorg anno NU is het verenigingsblad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging. Hoofdredactie en eindredactie: Yvonne Sturkenboom
Redactie: Ruth Heiligers, Jos Kaldenhoven, Redactieadres: Bernadottelaan 11, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht, Tel. 030 - 296 41 44, Fax. 030 - 296 39 04, communicatie@nu91.nl
Bladmanager: Yvonne Sturkenboom. Vormgeving en productie: Meneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdam www.flickr.com/eriksetalge,
Advertentie-exploitatie: NU’91, Utrecht, T 030-2964144, communicatie@nu91.nl. Uitgever NU’91, Utrecht, ISSN 0927 - 4774.
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk de standpunten
en menigen van NU’91.
Hoofdkantoor NU’91 en regio’s: Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. T 030-296 41 44, F 030-2963904, Groningen, Friesland, Drenthe: Richard Wisman, Overijssel, Gelderland:
Gorrit Smit, Utrecht, Flevoland: Ymke Hylkema Noord-Holland: Esther Tibbe, Limburg, Noord-Brabant: Peer Meesters, Zeeland, Zuid-Holland: Mark Froklage
Telefonische spreekuren Serviceloket NU’91: Maandag t/m donderdag van 9.00 - 17.00 uur en vrijdag van 9.00 - 13.00 uur. Tel. 030 - 296 41 44 of serviceloket@nu91.nl. Graag lidmaat-
schapnummer vermelden. Zowel voor beroepsinhoudelijke als juridische zaken. NU’91 online: www.nu91.nl
Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kan halfjaarlijks. Dit dient schriftelijk te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of 1 januari in.
U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. NU’91 ledenadministratie, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. Of kijk eerst even op www.blijfbetrokken.nl colo
fon
Voorzitter NU’91
Column
24 september j.l rond 7.00 uur ging de wekker. Althans dat dacht ik even. Het bleek mijn telefoon te zijn. Rond midder-nacht had ik de cao onderhandelaar nog gesproken, waarbij hij vertelde dat - na uren schorsing - het overleg voor de cao VVT toch echt voortgezet zou worden die nacht. En dat er dan zo’n zes uur later een onderhandelaarsakkoord blijkt te zijn, mag een klein wonder heten. Met álle werknemers- en werkgeverspartijen een onderhandelaarsakkoord sluiten is niet alleen goed voor onze achterban, maar voor de hele branche. Met overgrote meerderheid hebben inmiddels onze leden die werkzaam zijn in deze sector ingestemd met de nieuwe cao.Jaren geleden stond ik in het ziekenhuis waar ik toen werkte aan de wieg van een Verpleegkundige Adviesraad (VAR) in wording. Het mocht beslist geen tweede OR worden, de VAR moest zich bezig houden met de inhoud van het vak. In deze editie van Zorg anno NU vertelt een actief NU’91 lid over het reilen en zeilen van de VAR in zijn organisatie. Ik ben benieuwd of de ideeën die er waren bij de oprichting, zijn waargemaakt.Een andere verpleegkundige, die ook trainer is bij een zorg-ethisch lab, vertelt hoe dit lab met haar activiteiten gezond-heidszorgers wil laten nadenken over de dagelijkse zorg die zij geven, door hen te confronteren met hun eigen gedrag. Ook komt een transferverpleegkundige aan het woord over het belang van een goede overdracht tussen het ziekenhuis en de thuiszorg of het verzorgings-/verpleeghuis. Zeker nu de opnametijd in ziekenhuizen steeds korter wordt, is een goede overdracht van grote waarde voor de patiënten. Ik hoop natuurlijk zoveel mogelijk leden te ontmoeten in de NU’91 stand op NUrsing Experience. Tegen die tijd is het jaar alweer bijna om. Wij staan natuurlijk al in de startblokken voor 2015. Wil je met ons mee doen, meld je dan aan als redacteur. Maken we er samen ook volgend jaar weer een mooi blad van.
Klein wonder
Monique Kempff
Voorzitter NU’91
Column
ZORGANNONUMMER 141 - 4
NUinhet Nieuws!
Met het project Begeleiding zonder stempel willen Vereniging LFB,
COC Nederland en Vilans begeleiders in de zorg handvatten bieden
voor de ondersteuning van lesbische, homo-, bi- en transseksuele
(LHBT) mensen met een verstandelijke beperking. Met dit project
wordt begeleiders en instellingen een ‘roze bril’ opgezet. Het moet
hen (meer) bewust maken van het feit dat ook onder hun cliënten
LHBT’ers zijn. Dat bewustzijn moet leiden tot een meer homovrien-
delijke cultuur binnen zorgorganisaties.
Het tot nu toe verzamelde materiaal is ondergebracht in de
digitale instrumentenbox Begeleiden met een roze bril die nu
nog wordt uitgetest. Meer materialen en methodes zijn welkom
bij Hilair Balsters: h.balsters@vilans.nl.
kennispleingehandicaptensector.nl > LHBT-project
De bevoegdheden van gespe-
cialiseerde verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten
met betrekking tot het voorschrijven van medicijnen, lopen
nog niet altijd in de pas met de dagelijkse praktijk. Dat blijkt
uit het onderzoek Nurse prescribing waarop Marieke Kroezen
onlangs promoveerde.
In de dagelijkse praktijk blijken er grote verschillen te bestaan
in de mate waarin en de manier waarop wordt voorgeschreven
door verpleegkundigen. In het ene ziekenhuis schrijven zij voor
volgens afgebakende protocollen of louter in overleg met
een medisch specialist, in een ander ziekenhuis kunnen zij
hun bevoegdheid veel ruimer in de praktijk brengen.
Het promotieonderzoek van Kroezen toont aan dat de voor-
schrijfbevoegdheid een waardevolle aanvulling voor de
gezondheidszorg kan zijn, maar ook dat er nog een aantal
obstakels zijn. ‘De wettelijke bevoegdheid van verpleegkundig
specialisten om geneesmiddelen voor te schrijven is over het
algemeen breder dan hun zeggenschap daarover op de werk-
vloer’, stelt de onderzoeker.
nivel.nl > nieuws > verpleegkundige-geeft-zelfde-
recept-als-arts
Het Zorgportfolio - het gratis digitaal portfolio voor alle zorgprofessionals - is nu ook bereikbaar via een app. De app is gekoppeld aan Facebook, waardoor je makkelijk anderen kunt informeren over je portfolio. De inloggegevens voor de app zijn dezelfde als voor je Zorgportfolio. Als je nog geen account hebt, ga dan naar www.zorgportfolio.nl voor meer informatie en om een account aan te maken. Daarna kun je ook de app downloaden. gratis downloaden via de Apple Store of Google Play
Bevoegdheid enpraktijksituatie verschillen
Begeleiden met een roze bril
Zorgportfolio ook beschikbaar
via app
ZORGANNONUMMER 141 - 5
NU’91 wil met jonge verpleegkundigen
en verzorgenden op e-Safari gaan om
hun ideeën over de toekomst van de
zorg en hun wensen met betrekking tot
hun belangenvertegenwoordiging in
beeld te brengen.
We willen de generatie van NU beter be-
grijpen om de gezondheidszorgers van
straks optimaal te kunnen helpen.
Wat vinden jullie belangrijk, in je werk
én privé? Gedurende vijf dagen willen
we via een online community met acht
personen ‘in gesprek’. Het gaat je maxi-
maal 30 minuten per dag kosten - op
een moment die past in jouw agenda -
en als dank krijg je een bol.com
cadeaubon van € 30,-.
De e-Safariweek start medio november.
Wil je deelnemen? Laat het ons weten
via communicatie@nu91.nl
NU in het Nieuws
Het Platform Medicatieveiligheid heeft een addendum (aanvulling) uitgebracht bij de
Veilige principes in de medicatieketen VVT.
Deze aanvulling omvat:
• actualisatie en aanvulling op enkele onderdelen in de Veilige principes
• actualisatie van beschikbare richtlijnen en hulpmiddelen
Zorgmedewerkers hebben vaak vragen over het toepassen van de Veilige Principes in de
praktijk. Het platform geeft antwoord op veel gestelde vragen over bijvoorbeeld dubbele
controle, toedienlijsten, actuele medicatieoverzichten en het werken met distributiesystemen.
Ook kun je in de interactieve rubriek Stel een praktijkvraag direct een vraag stellen die
betrekking heeft op dit onderwerp. Of bekijk de vragen van andere verzorgenden.
Misschien kun je iemand met jouw praktijkkennis verder helpen!
zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg > aanvulling Veilige principes in de medicatieketen
Met NU’91 op e-Safari
Medicatieveiligheid
Kindermishandeling app voor zorgverleners
Blijf op de hoogte
Wil jij door NU’91 ook op een snelle en efficiënte manier op
de hoogte gehouden worden van ontwikkelingen rond jouw cao en van andere belang-
rijke werkgerelateerde zaken? Zorg er dan voor dat wij jouw e-mailadres hebben.
Stuur een mailtje naar ledenadministratie@nu91.nl en vermeld je naam, je lidmaatschaps-
nummer en het e-mailadres waarop je de informatie van NU’91 wilt ontvangen.
De overheid heeft in september de app Info Delen
gelanceerd. Deze app geeft spelregels voor het
zorgvuldig uitwisselen van informatie bij signalen
van kindermishandeling. tussen hulp- en zorgverleners
en het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kinder-
mishandeling (AMHK), de Gezinsvoogdij en de Raad voor
de Kinderbescherming. Deze app is een aanvulling op de
Meldcode-app, waarin de vijf stappen van de meldcode huiselijk
geweld en kindermishandeling worden uitgelegd.
gratis te downloaden via de Apple Store of Google Playstore
ZORGANNONUMMER 141 - 6
V&V2020
ZORGANNONUMMER 141 - 7
Stand van zaken cao’sCAO onderhandelingen
Update overleg cao GGz Na anderhalf jaar van onderhandelen is een nieuwe cao GGz nog niet in zicht. Dat is zeer zorgelijk, zeker gezien de nijpende situatie waarin de GGz zich op dit moment bevindt. GGz Nederland heeft een onoverkomelijk struikel-blok opgeworpen door de eis te stellen dat voor er verder gepraat wordt, de werknemersorgani-saties akkoord moeten gaan met het voorstel van de werkgeversdelegatie om de maximale duur van de wachtgeldvergoeding in één keer terug te brengen van 63 naar 24 maanden. Verder wil GGz Nederland de afspraken uit het sociaal akkoord niet nakomen, zoals beperking van flexwerk en behoud van banen. Het in één keer volledig terugbrengen van de vergoeding is voor de werknemersorganisaties onacceptabel. Zij zijn bereid na te denken over het eventuele geleidelijk terugbrengen van de duur van de wachtgeldvergoeding, mits daar goede ver-vangende regelingen (van werk naar werk en transitievergoedingen) tegenover staan.
ZORGANNONUMMER 141 - 7
Nieuwe cao VVT Op 24 september heeft NU’91 samen met de andere vakbonden een onderhandelaarsakkoord bereikt met
Actiz en BTN voor een nieuwe cao VVT. Gezien de grote maatschappelijke onrust over de stelselwijzigingen in de langdurige zorg
was het meer dan ooit van belang dat dit keer - in tegenstelling tot de vorige twee cao’s in deze sector - wel een akkoord bereikt
zou worden, waarin álle werkgevers- en werknemerspartijen zich konden vinden.
De nieuwe cao bevat onder andere een loonsverhoging van ruim twee procent. Daarnaast zullen nul-urencontracten alleen in
uitzonderlijke situaties afgesloten worden. NU’91 is van mening dat de onderhandelingen tot een afgewogen pakket voor de
VVT hebben geleid. Het akkoord is dan ook met een positief advies voorgelegd aan de leden die werkzaam zijn in deze sector.
Met overgrote meerderheid hebben de leden inmiddels ingestemd met het door de onderhandelaars bereikte akkoord.
De nieuwe cao loopt van september 2014 tot 1 april 2016.
Update overleg cao Ziekenhuizen Ook de negende over-legronde cao Zie-kenhuizen heeft geen resultaat opgeleverd. De verbetering die de vakbonden willen bereiken voor de 190.000 werknemers in de ziekenhuizen, bleef ook tijdens deze overlegronde ver uit zicht.De werkgevers bieden een cao met een looptijd van 36 maanden waarin geen of slechts beperkt ruimte is voor loongroei. Ook willen ze een gedwongen inzet van het persoonlijke levensfase budget, versobering van het wachtgeld en afschaffing van de werkgeversbijdrage voor de aanvullende ziek-tekostenverzekering.De vakbonden zien daarnaast dat de werkge-vers onvoldoende oog hebben voor de vak-bondseisen rond doorgeschoten flexwerk, regionale toeleiding naar werk en verhoging van het scholingsbudget. Een volledig overzicht van de verschillen in inzet tussen werknemers - en werkgeversorganisatiesvind je op: nu91.nl > nieuws > geen resultaat cao ziekenhuizen.
De druk op werkgevers
wordt opgevoerd.We gaan
actie voeren!Houd onze website in de gaten.
Op nu’91.nl vind je ook alle informatie over de andere cao’s.
ZORGANNONUMMER 141 - 8
succesvolle VAR
Vijf jaar geleden hebben wij binnen GGz Breburg - in 2010 ontstaan uit de fusie tussen GGz Regio Breda
en GGz Midden-Brabant - de verpleegkundige en verzorgende adviesraad (VAR) opgericht.
Bij de oprichting werd een externe VAR deskundige, een interne adviseur en uiteraard de Raad van
Bestuur betrokken. De Raad kwam met het voorstel om de zetels te verdelen per nieuwe zorgeenheid.
De organisatie was immers flink veranderd. Dit leverde acht zetels op; elke zorggroep kreeg zijn VAR lid.
Daarnaast werd het oorspronkelijke reglement teruggebracht van drie-en-veertig naar drie A4-tjes met
kort en bondig de visie, missie, doelstelling en werkwijze van de VAR.
Formule voor Een verpleegkundige en verzorgende adviesraad (VAR) heeft als kerndoel
de kwaliteitsverbetering van de zorgverlening. Door haar adviserende rol
naar directie of Raad van Bestuur heeft de VAR vanuit de invalshoek van de
verpleging en verzorging een stem in het beleid van de organisatie. Daarnaast
stimuleert de VAR beroepsinhoudelijke ontwikkelingen.
Een enerverende en innoverende tocht met scherpe bochten en mooie kansen
Tekst: Peter Tieleman
Van de werkvloer
ZORGANNONUMMER 141 - 9
Van de werkvloer
Belangrijke elementen van de succesformule Het is niet vanzelfsprekend dat een VAR succesvol is en daad-
werkelijk invloed kan uitoefenen binnen de zorgorganisatie.
Wij denken een ‘formule’ te hebben ontwikkeld die de kans
op succes zeer reëel maakt.
• Nieuwe werkwijze; keep it simple
Een heikel en regelmatig terugkerend punt voor veel advies-
raden betreft de facilitering, vooral in tijd. Onze VAR vergadert
in principe elke maand, indien nodig meer of als het kan
minder. Elk VAR lid maakt een jaarplan, samen met zijn zorg-
groep directeur. Daarin worden ook de faciliteiten voor de
VAR-leden afgesproken. Dit werkt in de praktijk prima.
Raden van Bestuur vervullen steeds meer de rol van toezicht-
houder en procesbewaker. Ons doel is dan ook om lager in de
organisatie aansluiting te zoeken om zo de meerwaarde van
de VAR ook bij het management over het voetlicht te krijgen.
Om de verbinding met de Raad niet te verliezen is er minstens
eenmaal per jaar een gezamenlijk overleg en worden de cen-
trale VAR activiteiten, zoals adviesaanvragen en de organisatie
van mini symposia of studiebijeenkomsten, in overleg geor-
ganiseerd. Een van de raadsleden is contactpersoon voor de
VAR. Deze aanpak werkt uitstekend. Zowel op centraal als de-
centraal niveau wordt de VAR steeds vaker gezien en gehoord.
• Een goed begin: alvast het halve werk
De VAR is in mei 2010 - in het kader van de Dag van de
Verpleging - met een bus langs vrijwel alle locaties gereden
onder het motto: de VAR komt naar u toe. In de bus was via
diverse beeldschermen een presentatie over de VAR te zien.
Deze tour gaf ons de kans in gesprek te komen met verpleeg-
kundigen en verzorgenden over wat hen in hun werk vooral
bezig houdt en wat zij belangrijk vinden. Eén thema sprong
er direct uit: veiligheid. In de jaren daarna hebben we in nau-
we samenwerking met NU’91 - in de persoon van Jacqueline
den Engelsman - en met de lokale politie, op diverse locaties
met succes de workshop Aangifte doen aangeboden.
• Mini-symposium; een podium voor verpleegkundigen en verzorgenden
De VAR moet volgens ons - naast een formele adviesfunctie -
ook een voortrekkersrol vervullen. Elk jaar organiseren we
een mini-symposium waarin we een centraal thema als ambu-
lantisering, professionalisering (nieuwe beroepsprofielen),
veiligheid of herstel ondersteunende zorg aansnijden en waar
verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgen-
den een podium krijgen aangeboden om in de vorm van
workshops zelf iets onder de aandacht te brengen.
Onze organisatie bestaat uit ruim 2000 medewerkers waar-
van bijna de helft bestaat uit verpleegkundigen en verzorgen-
den. Elk jaar weer zijn er mensen bereid om vanuit hun eigen
enthousiasme hun collega’s deelgenoot te maken van nieuwe
ontwikkelingen binnen hun werk. De feedback die zij op deze
manier krijgen kan zeer waardevol zijn.
De steeds beter bezochte symposia blijken een bron van in-
spiratie te zijn. We verwelkomen ook steeds vaker medewer-
kers uit andere disciplines en managers, die benieuwd zijn
naar wat verpleegkundigen en verzorgenden bezighoudt.
Een volgende stap is om de symposia ook toegankelijk te
maken voor verpleegkundigen van buiten onze eigen organi-
satie. Zo bevorderen we niet alleen de mogelijkheid in elkaars
keuken te kijken maar ook om nog meer samen ‘te koken
en te eten’.
• Samen, samen en nog eens samen
Een VAR die louter bezig is met adviesaanvragen kan snel
verzanden in de rol van vergadertijger. Om gerichter en doel-
matiger te kunnen werken hebben de VAR en de OR een
convenant gesloten. Wij informeren elkaar en kunnen zo een
duidelijke scheiding aanbrengen tussen de zaken die onder
de verschillende gremia vallen. Grofweg: individuele zaken
liggen bij de vakbondsconsulenten, algemene arbeidsvoor-
waardelijke en bedrijfstechnische zaken bij de OR en beroeps-
inhoudelijke zaken bij de VAR. Waar nodig zullen we onze
adviezen op elkaar afstemmen maar altijd gescheiden indienen.
Sinds vorig jaar vormt ook de vakgroep verpleegkundig
specialisten een onderdeel van de VAR en is hiermee een
officieel erkend overlegorgaan geworden met bijhorende
faciliteiten.
Het blijft echter goed opletten en hard werken om de onder-
linge communicatie en de afstemming zo optimaal mogelijk
te houden. De bereidheid om goed samen te werken is echter
steeds aanwezig. Deze vorm helpt en voorkomt versplintering
en verwarring bij alle betrokkenen.
• Zonder ‘goede Raad’, geen VAR
Het belang van de VAR wordt van harte onderschreven door
onze Raad van Bestuur. Wij krijgen hulp bij het organiseren
van bijeenkomsten, waarbij de Raad ook altijd vertegenwoor-
digd is. De Raad ziet dat verpleegkundigen en verzorgenden
een belangrijke rol vervullen in de organisatie. Het betrekken
van verpleegkundigen en verzorgenden bij inhoudelijke ver-
anderingen en innovaties is de laatste jaren dan ook flink toe-
genomen. Wij zien dat als een mooie kroon op ons eerste
jubileum.
NOOT: Peter Tieleman is verpleegkundige en lid van de VAR bij GGz Breburg.
Heikel punt voor veel verpleegkundig adviesraden is de facilitering
ZORGANNONUMMER 141 - 10
In de praktijk
Ontslag uit het ziekenhuis binnen 24 uur na een liesbreukoperatie is
gemakkelijk te regelen. Geen thuiszorg nodig; een ontslagbrief van de
specialist aan de huisarts volstaat. Ontslag verlenen wordt een stuk
complexer wanneer een patiënt ook thuis afhankelijk is van professio-
nele hulp. Bijvoorbeeld als er sprake is van sondevoeding, pijnbestrijding,
terminale zorg of intraveneuze medicatie.
De dagen dat je in het ziekenhuis
kon uitzieken zijn lang voorbij.
Zo snel mogelijk naar huis, dat ziet
het ziekenhuis graag en het heeft
ook de voorkeur van de meeste
patiënten. Weer naar huis gaan als
je thuis geen zorg meer nodig hebt,
kan zonder problemen.
Minder vanzelfsprekend wordt het
wanneer in de thuissituatie wel
ondersteuning van professionele
zorgverleners nodig is.
Tekst: Jos Kaldenhoven
Met zorg overdragen
Een goede transfer van de zorg is mogelijk, maar er zijn zwakke schakels in de keten
ZORGANNONUMMER 141 - 11
Lees verder op pagina 12
In de praktijk
Ontslag van patiënt met complexe zorgvraag moet goed worden begeleid
Mevrouw Maarsman (48) ligt op de afdeling chirurgie van het
Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Zij heeft een maagverkleining
ondergaan. Postoperatief zijn er complicaties opgetreden.
Mevrouw kan tijdelijk niet eten, moet intraveneus gevoed wor-
den en heeft ondersteuning nodig bij alledaagse handelingen,
de zogenaamde algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL).
Mevrouw woont samen met haar man in een rijtjeshuis, in een
Brabants dorp. Zij hebben twee kinderen die beiden in het bui-
tenland wonen en werken. Er is weinig contact met de buren.
De betrokken chirurg vindt dat mevrouw naar huis kan, omdat
de volgende chirurgische ingreep pas over een week of vijf zal
plaatsvinden. Daarop belt de verpleegkundige van de afdeling
het transferpunt van het ziekenhuis, een intern bureau dat als
liaison fungeert tussen ziekenhuis en de thuiszorgorganisaties.
Transferpunt Wietske van Hal werkt als verpleeg-
kundige bij het transferpunt van het JBZ in ’s-Hertogen-
bosch. Het in juni 2011 officieel geopende ziekenhuis
heeft 730 bedden. Met 65.000 operatieve verrichtingen
en ruim 38.000 klinische opnames per jaar is het JBZ een
groot ziekenhuis. Met een duidelijk manco: het zieken-
huis beschikt nog niet over een Elektronisch Patiënten
Dossier (EPD). Een conflict met het softwarebedrijf dat
het EPD zou ontwikkelen is daar debet aan.
Van Hal ziet per dag acht tot tien aanmeldingen bij het
transferpunt binnenkomen. Voor elk van deze patiën-
ten moeten dingen geregeld worden. ‘Op het moment
dat op de verpleegafdeling de ontslagdatum bekend
is, gaat er een seintje naar het transferpunt.
ZORGANNONUMMER 141 - 12
In de praktijk
Vervolg van pagina 11
Verpleegkundige overdracht En juist die informa-
tieoverdracht is (te) vaak onvoldoende. Dat roept niet alleen
irritatie op bij zorgverleners die daarvan afhankelijk zijn, maar
brengt ook grote risico´s met zich mee voor de patiënt.
Ruim 800 (transfer)verpleegkundigen, verzorgenden, afde-
lingshoofden, teamleiders en zorgcoördinatoren uit zieken-
huizen en andere zorginstellingen reageerden op de oproep
deel te nemen aan een onderzoek (mei 2014) over verpleeg-
kundige overdracht. Het onderzoeksrapport: Verpleegkun-
dige overdracht, een geoliede machine? van het Nictiz dat in
september 2014 werd gepubliceerd, legt een reeks van te-
kortkomingen bloot: de overdacht is onvolledige, niet-een-
duidige, niet op tijd aangeleverd, niet up-to-date en er wordt
veel te weinig elektronisch overgedragen.
In de richtlijn van NU’91 en V&VN Verpleegkundig en verzor-
gende verslaglegging van september 2011 staat een hele reeks
voorwaarden waaraan de rapportage en een overdracht zou
moeten voldoen:
Een verpleegkundige of verzorgende overdracht is een schrif-
telijke eindevaluatie van het zorgproces. De zorgprofessional
stelt de overdracht op bij overplaatsing van de cliënt naar een
andere afdeling of zorgsetting, of naar de thuiszorgmedewer-
kers en andere disciplines bij ontslag naar huis. De overdracht
moet de continuïteit en de kwaliteit van de zorg waarborgen
door die informatie door te geven die nodig is om het zorg-
proces na overplaatsing voort te zetten. Bij het opstellen van
een schriftelijke overdracht moet een zorgprofessional reke-
ning houden met de kennis en de kunde van de ontvanger.
Het heeft onze voorkeur om elke aangemelde patiënt te be-
zoeken op de verpleegafdeling. In een persoonlijk gesprek,
waarbij ook de contactpersoon van de patiënt aanwezig is,
kun je de zorgvraag het beste inventariseren. Als de patiënt
een voorkeur uitspreekt voor een bepaalde zorgaanbieder,
dan gaat de aanvraag daar automatisch naar toe. Is er geen
voorkeur, dan wordt de minder complexe zorg geplaatst op
Zorgwissel, een online marktplaats voor zorglevering. Elke
organisatie die is aangesloten bij Zorgwissel kan reageren
op de geplaatste zorgvraag. Wie het eerste reageert, krijgt
de toewijzing.’Op dit moment heeft de patiënt inderdaad de
mogelijkheid aan te geven welke zorgaanbieder hij over de
vloer wil hebben, maar of die keuzevrijheid er vanaf januari
2015 ook nog is, is maar de vraag. Veel zal afhangen van de
zorg die nodig is, en of die valt onder de WMO of de zorg-
verzekeringswet.
Bij complexe zorgvragen moet er uiteraard meer geregeld
worden. Van Hal: ‘Bij een complexe zorgvraag moet je denken
aan infuusvoeding, langdurig intraveneus antibioticumgebruik
en terminale zorg. Dat betekent: bestellen van medicijnen,
regelen van de indicatie en aanvragen van apparatuur zoals
infuuspompen. Voor de zorg thuis wordt gebruik gemaakt
van zorgorganisaties die over een medisch-technisch-hande-
len (mth) team beschikken.’
De bemoeienis van het transferpunt houdt op als de boven-
staande zaken geregeld zijn. ‘Een adequate overdracht naar
de thuiszorgorganisatie of naar het verpleeghuis is een taak
van de afdeling’, stelt Van Hal. Bij het transferpunt wordt wel
al rekening gehouden met de wijzigingen voor toewijzing van
zorg die vanaf 2015 gaan gelden. ‘Wij vragen aan de patiënt
en de contactpersoon naar de mogelijkheden voor mantel-
zorg. Daar besteedden we vroeger veel minder aandacht aan.’
Het gesprek met mevrouw Maarsman heeft plaatsgevonden.
Zij heeft haar voorkeur uitgesproken voor de thuiszorgorga-
nisatie in haar dorp. Maar die beschikt helaas niet over een
mth-team. Daarvoor wordt contact gelegd met een andere
zorgorganisatie. In dit geval zorgt de specialist voor een
MSVT-formulier. Dit formulier regelt de Medisch Specialisti-
sche Verpleging Thuis en bevat gegevens over de zorg die
nodig is, hoeveel tijd daarvoor mag worden gedeclareerd en
wie er gebeld moet worden bij problemen.
Op de verpleegafdeling wordt vervolgens toegewerkt naar
het ontslag. Een goede informatieoverdracht naar de thuis-
zorg is daarbij essentieel. Zeker nu er twee organisaties bij
zijn betrokken.
ZORGANNONUMMER 141 - 13
In de praktijk
De richtlijn geeft ook aan dat de overdracht zo mogelijk in
overleg met de patiënt wordt opgesteld en tenminste de
volgende elementen moet bevatten:
• actuele ondersteuningsvragen, zorgproblemen en
verpleegkundige diagnoses
• beoogde resultaten en doelen
• redenen voor de voortzetting van de zorg
• met de cliënt gemaakte afspraken
• persoon bij wie de cliënt na ontslag terecht kan met
eventuele vragen.
Overdracht opstellen niet eenvoudig Omdat de
informatie over een patiënt onvolledig en vaak versnipperd
wordt vastgelegd binnen een zorginstelling, kost het opstel-
len van een overdracht ongeveer 25 minuten. Dit is een zware
aanslag op de schaarse tijd van zorgverleners. Door de on-
volledigheid van de informatie, de tijdsdruk en dubbele admi-
nistratieve lasten, wordt de overdracht door zorgverleners als
een lastige klus ervaren. Het resultaat is daar ook regelmatig
naar. Onvolledige en te late overdrachten leggen een grotere
druk op de ontvangende organisaties. Patiëntenzorg kan niet
tijdig worden georganiseerd en het levert extra risico’s op
voor de patiënt. En als overdrachten onvolledig zijn, moet de
patiënt zelf veel informatie ophoesten, en dat verhoogt de
kans op fouten.
Om de verpleegkundige overdracht te verbeteren, is een lan-
delijke standaard opgesteld op basis van de bovengenoemde
richtlijn: de eOverdracht . Deze standaard kan helpen bij het
oplossen van de knelpunten die uit het Nictiz onderzoek naar
voren kwamen. Het biedt de mogelijkheid informatie een-
duidig, volledig en digitaal over te dragen en de medische en
verpleegkundige gegevens kunnen worden ingelezen vóór
de anamnese. Daardoor kan veiliger worden gewerk, met
minder kans op fouten. Op www.elektronischeoverdracht.nl
vind je een demotool.
Mevrouw Maarsman wordt met de ambulance naar huis ge-
bracht. De familie neemt de materialen mee die door het
ziekenhuis zijn geleverd, zoals infuuszakken en materialen
voor het verzorgen van de insteekopening van het infuus.
De transferverpleegkundige heeft via het facilitair bedrijf de
infuuspomp, de infuussystemen, spuiten en naalden geregeld.
Het mth team dat het infuus regelt, komt een uur nadat me-
vrouw thuis is gekomen het infuus aansluiten. De zorgorga-
nisatie die verantwoordelijk is voor de ADL volgt een half
uurtje later.
De zorgvragen van mevrouw Maarsman en haar mantelzor-
gers blijken weliswaar af te wijken van wat er in de overdracht
is aangegeven, maar gelukkig is het mogelijk om in goed
overleg met betrokken partijen de gewenste zorg toch te
leveren.
Oplossing Een soepele overgang van het ziekenhuis naar
een thuissituatie waarin de patiënt professionele zorg nodig
heeft, gaat niet vanzelf en vraagt om zorgvuldigheid van met
name de instelling die de patiënt ontslaat. Een goede trans-
fer van de zorg is mogelijk, maar er zijn zwakke schakels in
de keten. De verpleegkundige overdracht is er daar één van.
Een (deel van de) oplossing zou zijn om de thuiszorgorgani-
satie al in het ziekenhuis contact te laten leggen met de
afdeling, de patiënt en de mantelzorger. Op die manier kan
de zorgvraag rustig en met alle betrokkenen besproken wor-
den en kan de thuiszorgorganisatie vroegtijdig de mogelijk-
heden en onmogelijkheden aangeven. De overdracht kan
daarmee al voor een groot deel geregeld zijn. De vraag is nu
alleen nog: wie betaalt de tijd die de thuiszorgorganisatie
daaraan kwijt is?
NOOT: In de beschreven zorgsituatie figureert een fictieve patiënt.Bronnen: zorgwissel.nl; jbz..nl; nictiz.nl; venvn.nl/Dossiers/EZorg; actiz.nl
ZORGANNONUMMER 141 - 14
Bijscholing
Ervaar hetzelfGoede zorg is zorg die als goed ervaren
wordt door degene die de zorg ontvangt.
Het zorg-ethisch lab sTimul staat voor
reflectie op goede zorg door middel van
simulatie en ervaringsleren. Het doel van
alle activiteiten is de kwaliteit van de zorg
te verbeteren, waarbij het accent ligt op het
relationele aspect van een zorgrelatie.
sTimul Nederland is onderdeel van Zorg-
Saam Zeeuws-Vlaanderen.
Geïnspireerd door een uitspraak van de
Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry
wil sTimul mensen die afhankelijk zijn van
zorg veel meer zelf aan het woord worden
gelaten, in plaats van dat hen verteld wordt
wat te doen en hoe te leven.
Saint Exupéry: ‘Wanneer je een schip wilt
bouwen, breng de mensen dan niet bij-
een om hout te sjouwen of het werk voor
te bereiden. Geef hen geen taken en deel
geen plannen mee, maar leer hen eerst te
verlangen naar de eindeloze zee.’
Dat betekent dat je als zorgverlener van-
uit je professionaliteit naar mensen moet
luisteren en moet proberen aan te sluiten
bij hún verhaal. Door hun gevoel van ei-
genwaarde te onderstrepen en waar nodig
te herstellen of te vergroten, schep je de
voorwaarden om bij mensen die op eni-
gerlei wijze aangewezen zijn op zorg van
anderen, het gevoel van afhankelijkheid
te verminderen. Nu wordt er in de aanpak
van fysieke, psychische of sociale problemen
vaak nog te weinig rekening gehouden met
de dagelijkse leefwereld en beslommer-
ingen van de cliënt.
Herontdekking van ‘goede zorg’ Om in een veilige omgeving te kunnen
reflecteren op de eigen manier van zorg
verlenen, maakt sTimul gebruik van erva-
ringsgericht leren in de vorm van inleefses-
sies, workshops en leertrajecten op de
werkvloer Als je zelf ervaart hoe iemand
anders een bepaalde situatie ervaart, leer
je meer dan wanneer het je verteld wordt.
Aandacht en oprechte betrokken-
heid zijn een essentieel onderdeel
van zorg verlenen, maar blijken
door diverse oorzaken toch vaak
moeizaam overeind te blijven in de
dagelijkse praktijk.
Tijdsdruk, onderbezetting, verkeerde
of gebrekkige competenties en vooral
routine zijn daar debet aan.
Tekst: Trees Coucke & Heini van Baaren Illustratie: Meneer E.
sTimul confronteert zorgverleners met hun eigen gedrag
ZORGANNONUMMER 141 - 15
Bijscholing
Tijdens een inleef-tweedaagse nemen ge-
routineerde zorgverleners gedurende twee
dagen en een nacht de rol en het gedrag
van een zorgafhankelijk persoon aan.
In een gesimuleerde omgeving - vergelijk-
baar met de afdeling van een ziekenhuis,
van een woonzorgcentrum of een resocia-
lisatieafdeling in de psychiatrie - onder-
gaan ze het afhankelijk zijn van zorgver-
leners. Ze worden verzorgd door studenten
van uiteenlopende zorgopleidingen die het
als een uitdaging zien de acht tot tien si-
mulanten op een zo goed mogelijke manier
te verzorgen.
Na het kiezen van een profiel met een
bepaalde graad van zorgafhankelijkheid
duiken de ‘zorgvragers’ in de leefwereld
van de persoon die ze steeds voor ogen
houden. Dat is vaak iemand uit hun dage-
lijkse praktijk bij wie de zorg moeizaam
verloopt of iemand bij wie ze zich afvra-
gen hoe je in de situatie waarin hij of zij
zit, door kan met het leven. Bijvoorbeeld
mensen met spraak- en slikproblemen na
een ernstige beroerte, mensen met slecht
of geen zicht of mensen in een gevorder-
de fase van dementie.
Reflectie Na deze intense ervaring van
zich laten wassen, voeden, tillen, animeren
en activeren - die voldoende lang duurt
om te verlangen naar verlossing - is er tijd
voor een grondige reflectie. Onder leiding
van een trainer van sTimul wordt nage-
gaan wat hen is overkomen, wordt hen
gevraagd hoe zij het hebben ervaren en
welke elementen in het gedrag van hun
zorgverleners (de studenten) zij herken-
nen als eigen gedrag.
Een inleefervaring geeft zorgverleners de
kans om op een andere manier naar hun
werk te kijken. Als leidinggevenden vol-
doende het belang zien van deze ervaring -
en liefst die zelf doormaken - kan er een
goed klimaat ontstaan voor reflectie,
moreel beraad en intervisie met als doel
de kwaliteit van de zorg(relatie) te opti-
maliseren.
Ervaring van een simulant
‘Mijn doen en laten wordt door de
zorgverleners bepaald: eten, drinken,
beweging, slapen... Er wordt me een
structuur opgelegd zonder verdere
uitleg. Ik heb honger en dorst.
De warme maaltijden zijn niet lekker.
Privacy is er niet. ‘s Nachts gaat mijn
kamergenote naar het toilet, ik krijg het
van heel dichtbij mee.
Ik wil vroeg opstaan maar dat kan niet
omdat ik dan mijn kamergenote wakker
maak. Ik ben voor de verpleging een
‘lastige’ tante omdat ik wil meedenken,
gehoord wil worden. Ik voel de negatieve
reacties, ik zie het aan hun gezicht.
En ik ben afhankelijk ...’
Dignity in CareZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen neemt
deel aan het internationale
Dignity in Care project (2011). Partners
uit Lille, Dorset, Zeeland en Vlaanderen
bundelden hun expertise om - samen
met het University College KAHO
Sint Lieven als hoofdpartner - de
deskundigheid in ethische reflectie
te bevorderen bij (aankomend)
zorgverleners. Het gaat daarbij om de
manier waarop zorg wordt verleend
en dus niet om technische en klinische
vaardigheden die als vanzelfsprekend
worden beschouwd.
De uitwisseling van opgedane ervaringen
en expertise van de internationale
partners in dit project heeft geleid tot
het zorg-ethisch lab sTimul Nederland in
Terneuzen en tot het verder ontwikkelen
van het sTimul-concept.
Meer informatie: dignity-in-care.eu
NOOT: Trees Coucke is stafmedewerker sTimul Nederland, Heini van Baaren is trainer sTimul Nederland. Meer informatie: sTimulnederland.nl
ZORGANNONUMMER 141 - 16
Bijscholing
ZORGANNONUMMER 140 - 16
Mensen die weten dat hun leven ten einde loopt, hebben
recht op excellente zorg. De periode waarin zij beseffen dat
hun overlijden nabij is, kan gepaard gaan met heftige emoties
die kunnen variëren van angst en opstandigheid tot berusting.
Ook wordt de patiënt meestal geconfronteerd met sterke
fysieke achteruitgang. Steeds minder kunnen, steeds meer
uitval van functies die altijd als ‘vanzelfsprekend’ werden ge-
zien én de pijn, soms heel veel pijn.
Ook excellente zorg kan in dit stadium geen genezing meer
bieden en is niet levensverlengend, maar kan wel verlichting
geven. Het kan de kwaliteit van leven verbeteren en dat is
iets wat patiënten en hun naasten in de palliatieve, terminale
en stervensfase steunt. Het maakt hun situatie draaglijker.
Excellente zorg rond overlijden
Goede zorg rond een overlijden draagt bij aan het dragelijker
maken van de situatie voor alle betrokkenen, en ondersteunt
daarmee het verwerkingsproces van de nabestaanden.
Deze vorm van zorg is een onderbelicht en vaak
onderschat onderdeel in het proces van overlijden.
Om die speciale zorg te kunnen verlenen is kennis en meer
samenwerking nodig.
Nog weinig samenwerking tussen gezondheidszorgmedewerkers en de uitvaartzorg
ZORGANNONUMMER 141 - 17ZORGANNONUMMER 140 - 17
Bijscholing
Advance Care Planning Zorg in de laatste levensfase
brengt hoge kosten met zich mee, maar leidt niet altijd tot
een optimale kwaliteit van leven en optimale patiënt gerichte
zorg. Advance Care Planning is een geformaliseerd proces
van communicatie waarbij de wensen rondom het ziektepro-
ces en het levenseinde bespreekbaar worden gemaakt.
Uit Australisch onderzoek (Karen Detering c.s. , Melbourne
2010), blijkt dat advance care planning zorgt voor minder
stress, angst en depressie bij de oudere patiënt en zijn of haar
familie. Patiënten konden in overleg vast laten leggen wat
hun wensen zijn ten aanzien van levensverlengende behan-
delingen en palliatieve zorg. De patiënt wees een vertegen-
woordiger aan die zijn belangen kon behartigen voor het
geval hij daar zelf niet meer toe in staat zou zijn.
Tegen deze achtergrond ontwikkelde Maatschap Goed Zorgen
Tiel* samen met opleidingsinstituut Docendo* uit Geldermal-
sen de themabijeenkomst Excellente zorg rondom verwacht
overlijden, waarin de expertise op het gebied van zorg in de
Advance care planning helpt wensen rondom het ziekteproces en levenseinde bespreekbaar te maken
palliatieve, terminale en stervensfase gekoppeld wordt aan
de expertise op het gebied van postmortale zorg. Een ver-
nieuwende combinatie van kennisverwerving. In de praktijk
is er weinig samenwerking tussen zorgverleners en uitvaartver-
zorgers, ondanks dat de door hen geleverde zorg in elkaar
overloopt. Deze themabijeenkomst beoogt een bijdrage te
leveren aan een betere samenwerking tussen deze vakge-
bieden.
Themabijeenkomst Tijdens de themabijeenkomst
wordt aan de hand van theoretische modellen en casuïstiek
gekeken hoe er in de verschillende levensfasen methodisch
gewerkt kan worden. Advanced care planning, een aantal
signaleringsinstrumenten en het Zorgpad Stervensfase - een
instrument voor het leveren van goede palliatieve zorg - komen
daarbij aan bod. Daarna zullen deelnemers door een trainer
van Docendo worden bijgepraat over de ontwikkelingen op
het postmortale zorggebied. Er wordt ingegaan op vragen
van zorgverleners rondom overlijden van patiënten.
Relevante wettelijke bepalingen worden besproken en er wordt
ingegaan op infectiepreventie na het overlijden. Verder is er
aandacht voor richtlijnen met betrekking tot begraven en
cremeren en voor zaken als donatie, obductie en het ‘ ter
beschikking stellen van de wetenschap’. En er zal ingegaan
worden op de mogelijkheden van thanatopraxie, een lichte
vorm van balseming die sinds 2010 in Nederland uitgevoerd
mag worden.
Begin oktober vond de eerste bijeenkomst plaats. De infor-
matie over de verschillende fasen van leven en sterven inspi-
reerde deelnemers na te denken over hun specifieke rol
daarin en over de vraag of hun vakkennis met betrekking tot
deze processen toereikend is. Hoewel zorgverleners veelal
niet zelf de laatste verzorging hoeven te geven, vonden deel-
nemers het goed om te weten wat er tegenwoordig allemaal
mogelijk is zodat zij hun patiënten en naasten goed kunnen
informeren gedurende elke fase.
NOOT: De eerstvolgende bijeenkomst staat gepland voor 22 januari 2015. Meer informatie: goedzorgen.nl > scholingsbijeenkomsten
(*) Maatschap Goed Zorgen Tiel levert bij- en nascholingen voor mensen die beroepshalve, vrijwillig of als mantelzorger zorg verlenen. (*) Docendo is onderdeel van de Zorg Diensten Groep (ZDG), dienstverlener voor instanties die te maken hebben of kunnen krijgen met het levenseinde. Docendo ontwikkelt en verzorgt opleidingen voor de uitvaartzorg en postmortale zorg.
ZORGANNONUMMER 141 - 17
ZORGANNONUMMER 141 - 18
NU’91 is met een interactieve stand aanwezig op Nursing Experience 2014.NU’91 leden kunnen kennismaken met de medewerkers en krijgen een leuke attentie. Verpleegkundigen en verzorgenden die nog geen lid zijn, informeren wij graag over nut en noodzaak van het NU’91 lidmaatschap. In het NU’91 skillslab word je uitgedaagd te checken hoe handig je bent met voorbehouden handelingen. Ook kun je komen speeddaten met een NU’91 jurist. Of…. laat je verleiden op de foto te gaan met Jackson Avery (Greys Anatomy) óf met dokter Corrie (SchoolTV).
NU’91 verzorgt ook een tweetal workshops tijdens Nursing Experience:
Tuchtrecht in beweging - Mr. Carel van den Bergh, NU’91 jurist2 en 3 december: 10.00 - 11.00 uur In deze workshop wordt het tuchtrecht en de actuele jurisprudentie besproken. De centrale vraag is: Wat kan nog wel en wat kan niet meer volgens het tuchtrecht voor verpleegkundigen? Je krijgt handvatten aangereikt die direct in de praktijk toepasbaar zijn. waardoor je met meer vertrouwen je werkt kunt doen.
Meer werkplezier - Anja Cremers, NU’91 beleids medewerker2 en 3 decembe: 11.45 - 12.45 uur
Tijdens deze interactieve workshop word je uitgedaagd om zelf het initiatief te nemen als het gaat om het verhogen van het werkplezier en laten we zien hoe meer werkplezier leidt tot meer invloed op de werkvloer én betere zorg. Pecha Kucha is een laagdrempelige presentatie aan de hand van 20 afbeeldingen van elk 20 seconden. De uitdaging is de deelnemers in dit korte tijdsbestek zodanig te inspireren dat zij zelf met snel te verwezenlijken ideeën komen om het werkplezier te verhogen. Daarna gaan we ook fysiek actief aan de slag met onder meer een mini Bollywood workshop en een oefening om je te laten ervaren dat je lef hebt. De energie zal gaan stromen en deelnemers zullen met een glimlach en geïnspireerd de zaal verlaten.
NU’91 op Nursing Experience 2014
Wij hopen je te ontmoeten op 2 of 3 december
Bijscholing
ZORGANNONUMMER 141 - 19
Boeken
is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin vind je het laatste nieuws over
NU’91 en over de ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo ontvangen?
Ga dan naar www.nu91.nl en log in via Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan. NUfoIkben
Geef het ons op tijd door wanneer je van adres verandert of van werkgever. Vul de nieuwe gegevens in en stuur de bon -zonder postzegel - naar:
NU’91 Ledenadministratie Antwoordnummer 9331 3500 ZC UtrechtJe kunt de wijzigingen natuurlijk ook per email doorgeven: ledenadministratie@nu91.nl
NU lidnaam
lidnr.
Nieuw adres adres
postcode woonplaats
tel. nr.
oude postcode rekeningnr.
Nieuwe werkgever
naam instelling
adres
postcode plaats
ingangsdatum
email werk
Wij hopen je te ontmoeten op 2 of 3 december
“Er kwam een nieuwe bewoner die dezelf-de week jarig was. Ik wist door KEN MIJ gelijk met welke cadeautjes we haar blij konden maken.”” -begeleidster
KEN MIJ is een product van Abrona medezeggenschap en cliëntenparticipatie
t. 088 201 99 11e. kenmij@abrona.nli. www.abrona.nl
Sommige mensen met een verstandelijke beperking hebben extra
ondersteuning nodig bij het communiceren over hun meest elementaire
wensen en keuzes. Abrona Medezeggenschap heeft speciaal voor deze
cliënten KEN MIJ ontwikkeld. Met KEN MIJ kunnen zij laten zien wie ze
zijn en wat ze belangrijk vinden.
KEN MIJ maakt het voor de mensen rondom de cliënt makkelijker om
een gesprek aan te gaan over zijn keuzes, wensen en behoeften, die
zichtbaar worden gemaakt met afbeeldingen en foto’s in een boekje
en op een poster. Bijvoorbeeld: wat eet ik het liefst, van welke muziek
houd ik en hoe wil ik dat andere mensen met mij omgaan? Op deze
manier kan de eigen regie bevorderd worden.
Abrona wil ook aan andere zorgorganisaties de mogelijkheid bieden dit
instrument in te zetten. Meer informatie vind je in de folder KEN MIJ.
abrona.nl > medezeggenschap voor cliënten > download folder
KEN MIJ brengt eigenheid cliënten in beeld
Stapt u ook over naarZilveren Kruis?
Als eerste op de hoogte van de premie 2015
In 2015 ziet de zorgverzekering er ook weer anders uit dan dit jaar. Zo heeft de overheid een aantal veranderingen aangekondigd. Meld u aan op zk.nl/zorg2015 en wij brengen u als eerste op de hoogte van alle veranderingen in de zorgverzekering. Bovendien informeren wij u direct over onze nieuwe premies zodra deze bekend zijn. Zilveren Kruis staat u bij met raad en daad.
95870-1410_NU91.indd 1 17-10-14 15:06
Voordeel voor ZZP-ers
via NU’91
Meer informatie: www.zk.nl/nu91
top related