petrus (derde paaszondag c)
Post on 03-Jul-2015
244 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Gekomen uit de nacht
van dood en eenzaamheid
de donk're overmacht
de woorden en de strijd
zien wij een spoor van licht
in mensen om ons heen
hoe weinig ook het zicht,
wij hebben kracht gemeen
Verzameld in het licht
gaan wij de toekomst in
bevrijd van slavenplicht
zijn wij een nieuw begin.
Wij zijn op vaste grond -
geen macht die tegenstreeft
het volk van Gods verbond
dat leeft en leven geeft
(Werk
gro
ep
Mir
jam
/ ’G
elu
kkig
is h
et la
nd
’)
(Hofland Jan / van de velde Jan-Willem)
E e r t G o d d i e o n z e V a d e r i s ;
w e e s t a l l e n w e l g e m o e d .
L o o f t H e m , g i j z u l t i n v r e d e z i j n .
A a n b i d t a l w a t H i j d o e t .
U , H e e r , k o m t a l l e l e v e n t o e
e n w i e o f w a a r G i j z i j t ,
U i s d e m a c h t , U z i n g e n w i j
d a n k v o o r u w h e e r l i j k h e i d .
L a m G o d s d a t o n z e z o n d e n d r a a g t ,
n e e m d e z e l o f z a n g a a n .
G e d e n k o n s i n u w k o n i n k r i j k ,
w a n t J e z u s i s u w n a a m .
G i j d i e v o o r o n s t e n b e s t e s p r e e k t ,
M e s s i a s , o n z e H e e r .
O , é é n g e b o r e n Z o o n v a n G o d ,
k o m h a a s t i g t o t o n s w e e r .
(Oosterhuis / ZJ 512)(((Bouma Hans / ‘Al heb ik hoge woorden’ Mehrtens)
1..De visser ging uit vissen,
hij deed wat Jezus zei,
de visser ging uit vissen en netten vol ving hij.
2..De visser is gevangen,
hij hapte naar het Woord,
de visser is gevangen,
de Heer heeft hem aan boord.
(mel. A)
3. De visser spartelt tegen,
de Heer heeft hem verrast,
de visser spartelt tegen
maar Jezus houdt hem vast.
(mel. B)
4. Hij kan hem goed gebruiken,
de grote visserman,
Hij kan hem goed gebruiken,
de vis die vissen kan.
(mel. A)
5. Daar is een zee van mensen
ze snakken naar het Woord,
daar is een zee van mensen,
wie zet zijn arbeid voort?
(mel. B)
6. Zijn naam is Simon Petrus,
hij zet zijn schip aan kant,
zijn naam is Simon Petrus,
een visser op het land.
I k g e l o o f i n G o d d e V a d e r , o n z e V a d e r , o n z e H e e r
d i e d e h e m e l e n d e a a r d e , d i e o o k m i j g e s c h a p e n h e e f t
I k g e l o o f i n G o d d e V a d e r , H e m z i j g l o r i e , l o f e n e e r
I k g e l o o f i n J e z u s C h r i s t u s , Z o o n v a n G o d e n M e n s e n z o o n ,
d i e , v e r r e z e n u i t d e d o d e n , o n s b e v r i j d t u i t a l l e d o o d .
I k g e l o o f i n J e z u s C h r i s t u s : l e v e n d W o o r d e n l e v e n d B r o o d .
I k g e l o o f d a t G o d d o o r J e z u s o n s z i j n G e e s t g e z o n d e n h e e f t ,
d i e o n s v r e u g d e , l i c h t e n w a r m t e , d i e o n s k r a c h t e n l i e f d e g e e f t .
I k g e l o o f i n G o d d e H e l p e r : G e e s t d i e l e v e n d i n m i j l e e f t .
(onbekend / Gauntlett H.J. )
Ik geloof dat God zijn Liefde voort laat leven in zijn kerk.
Wereldwijd werkt zijn genade in elk dienend mensenwerk.
Ik geloof dat ik ook kerk ben, door de doop daartoe gemerkt.
(Taizé)
Genade, vrede iedereen!
De Geest des Heren om u heen.
Neem plaats en zet u in de kring,
doet mee tot zijn herinnering.
S
A
M
E
N
Wij vieren hier wat nog niet is:
verzoening en verrijzenis;
dat wij tot rust gekomen zijn
verlost van doodsangst en van pijn.
D
A
M
E
S
Wij roepen in herinnering
de mens die onze wegen ging,
maar niet de weg van man en macht,
alleen de liefde was Zijn kracht
H
E
R
E
N
De mens die weerloos als een kind
de machtelozen heeft bemind;
die door de armsten werd vertrouwd,
op hen had Hij zijn hoop gebouwd.
D
A
M
E
S
Hij zei: wie leeft uit zelfbelang,
sterft voor zijn tijd, die leeft niet lang.
Maar wie steeds van het zijne geeft
zal zien dat hij het leven heeft.
H
E
R
E
N
Zo heeft hij zelf ons voorgedaan,
is tot de dood ons voorgedaan;
is niet gevlucht uit eigenbaat
en koos de dood als hoogste daad.
S
A
M
E
N
Gestorven gaat die mens ons voor
en leeft in onze wereld door.
Hij moet het winnen mettertijd,
zijn geest leeft tot in eeuwigheid
S
A
M
E
N
In alwat klein en nietig leeft,
in alwat nauw'lijks adem heeft,
kijkt hij ons aan en zegt: ik ben
de broer der armen, één van hen.
H
E
R
E
N
Laat ons nu bidden tot zijn Heer,
de Vader, Hem zij lof en eer:
laat komen hier die stad, uw rijk,
wij allen even arm en rijk.
D
A
M
E
S
Dat wij verdelen alle brood
en leren scheppen uit de nood,
tot alle kwaad verdwenen is,
herschapen tot verrijzenis.
S
A
M
E
N
Geef ons Uw vrede, geef vrede, aan wie op U vertrouwt.
Geef ons, geef ons Uw vrede, geef vrede. Geef ons Uw vrede
(Taizé)
1.
Nu wij uiteengaan,
vragen wij God
ga met uw licht
voor ons uit.
Nu wij uiteengaan
wens ik jou toe:
Ga met God
Vaya con Dios
en à Dieu
2.
Voor wie ons lief zijn
vragen wij God:
ga met uw licht
vóór hen uit!
Al onze vrienden
wensen wij vrede:
3.
Voor alle mensen
in deze stad:
Vrede en goeds
in elk huis!
Voor alwie kwamen
onder dit dak:
2. Voor wie ons lief zijn vragen wij God: ga met uw licht
voor hen uit! Al onze vrienden wensen wij vrede:
3. Voor alle mensen in deze stad: Vrede en goeds
in elk huis! Voor al wie kwamen onder dit dak
(de V
ries S
ytz
e /
Win
ter
Christiaan)
top related