powerpoint-presentatie - rug-netwerk.nl · de vragen, behoeften en waarden v.d. patiënt? wat gaat...
Post on 26-Feb-2019
213 Views
Preview:
TRANSCRIPT
29-9-2017
1
18 oktober 2017 Basis scholing
Programma
15.00-15.30 kennismaking met het netwerk
15.30-16.00 Werkwijze: hoe waarborgen we de kwaliteit? Richtlijngebruik, werkprotocol, klinimetrie en toetsing.
16.00-16.15 Pauze16.15-16.45 Hoe doe ik het nu? Peer assessment.
16.45-17.00 Demonstratie voorbeelddossier en nabespreking.
Doelen
• De cursist kent de missie, visie en doelstelling van het netwerk;
• De cursist heeft inzicht in de werkwijze van het netwerk;
• De cursist is op de hoogte van de samenwerkingsrelaties binnen en buiten het netwerk;
• De cursist kent het protocollen aspecifieke lage rugpijn en osteoporotische inzakkingsfracturen en kan dit toepassen in de praktijk;
• De cursist kan met behulp van een dossier aantonen dat hij/zij adequaat de richtlijn en het werkprotocol gebruikt;
• De cursist is in staat zelfreflectie toe te passen aan de hand van de prestatie-indicatoren;
• De cursist past de geselecteerde klinimetrie toe en registreert dit adequaat;
• De cursist heeft kennis van de visitatiecriteria.
Wie zijn wij?
- Mariska Mooren
- Anneke Ursem
- Bob van den Meiracker
- Divera Twisk
- Jacco Walta
• De Coöperatie • Van links naar rechts:
Wie zijn wij?
• Initiatiefnemers:Mariska Mooren (OT) en Bob van den Meiracker (FT/MT)
• Kartrekkers:Bestuur:– Voorzitter: Mariska Mooren– Secretaris: Jacco Walta– Penningmeester: Divera TwiskCommissies:– Scholing: Bob van den Meiracker– Kwaliteit: Nienke Dokter en Marjolein van Schijndel– PR: Anneke Ursem en Luz Gallego
– Visitatie: Divera Twisk
Informatiebijeenkomst Rug-netwerk ZW mei 2017
organogram
Coöperatie leden
Bestuur
voorzitter, secretaris, penningmeester
Commissiedeskundigheid
Commissievisitatie
CommissiePR/comm.
Commissiekwaliteit
netwerktherapeuten
Universiteiten(VU, Radboud) Heliomare
MCA/Gemini/WFGorthopedie
Onderwijsinstellingen(HvA, SOMT )
MCA/Gemini/WFGrevalidatie
29-9-2017
2
Commissie Scholing
Informatiebijeenkomst Rug-netwerk ZW mei 2017
Patrick Koekenbier Getske Buis
François Raymakers Bob van den Meiracker (coördinator)
Rug-netwerk scholingsaanbod
1: Basisscholing
2: Pijneducatie
3: Verbeterplan maken n.a.v. visitatie
4: Refreshment Pijneducatie
5: Implementatie nieuw protocol
a) Profiel 2
b) Profiel 3
c) Profiel 1
6: protocol voor specifieke rugklacht: status na wervelfractuur bij osteoporose
7: protocol voor specifieke rugklachten: stenose
Rug-netwerk
• Waarom een netwerk?
Meerwaarde netwerk
• Krachtenbundeling
• Kennisoverdracht en kennisverdieping
• Beter inspelen actualiteiten en innovaties
• Scholing door gerenommeerde docenten en sprekers, samen met bekende collega’s en in eigen regio.
• Netwerk met aantoonbare kwaliteit van zorg
• Relaties met universiteiten, andere 1e lijns zorgverleners, medisch specialisten en revalidatiecentra.
• Samenwerking op bestuurlijk niveau met beroepsverenigingen, wetenschappelijke instellingen en verzekeraars.
Wat gaat er mis?
• Chroniciteit:
Deyo RA et al., Overtreating chronic back pain: time to back off?J Am Board Fam Med. 2009;22(1);62-8
Wat gaat er mis?
• Zorguitgaven 2010 (RIVM, kosten van ziekten)
29-9-2017
3
zorgstelsel
• Marktwerking
– Hulpverlener = ondernemer
– Concurrentie
– Gunst patiënt
– Onderhandelingen
– Verzekeraar: goede en doelmatige zorg
– Uitkomst: prijs en kwaliteit
kwaliteitsnetwerk
KwaliteitPerspectief:
• Zorgverzekeraars
• Inspectie
• Beroepsgroep
• Patiënt
• Overheid – Effectiviteit
– Veiligheid
– Patiëntgerichtheid
kwaliteitsnetwerk
Kwaliteit
Definitie:
• De mate van overeenkomst tussen criteria van zorg (wenselijke zorg) en de praktijk
van die zorg (feitelijke zorg) (Donabedian A. 1980)
kwaliteitsnetwerk
Kwaliteit
Definitie:
• “doing the right thing, at the right time, in the right way, for the right person, and having the best possible results” (Institute of Medicine,
IOM 2001)
effectiviteit, veiligheid, tijdigheid en vraaggerichtheid
Wat doen wij?
Drie niveaus:
•Structuur
•Proces
•Uitkomst
Niveaus (A. Donebedain 1988)
Drie niveaus:
•Structuur: oa. competenties hulpverleners, faciliteiten, organisatie.
•Proces: welke zorg is gegeven en ontvangen?
•Uitkomst: wat zijn de effecten van de zorg?
29-9-2017
4
Niveaus (A. Donebedain 1988)
Drie niveaus:
•Structuur: gebouw, apparatuur, ICT, scholing en
specialisaties, toegankelijkheid, organisatie, visitatie, protocollen.
•Proces: dossiers, intercollegiale toetsing, gebruik
richtlijnen en protocol.
•Uitkomst: CQ, doeltreffendheid(verschilscores
klinimetrie), doelmatigheid (aantal behandelingen en behandelgemiddelde), GPE
Domeinen
Drie domeinen:
• Effectiviteit : is de patiënt beter geworden?
• Veiligheid: zijn er complicaties of bijwerkingen?
• Patiëntgerichtheid: sluit de zorg aan bij
de vragen, behoeften en waarden v.d. patiënt?
Wat gaat er mis? Vervolg
• 54% verschilt het diagnostisch proces van richtlijn.
• 65,7% van de fysio- en manueeltherapeuten handelen volgens de richtlijnen.
• Grotere adherence leidt tot betere behandelresultaten en geringere behandelingen.
Discrepantie richtlijn en praktijk(Arno Engers 2004)
Wat gaat er mis?
• Praktijkvariatie
– De prevalentie van het gebruik van interventies bij de behandeling van lagerugpijn met een sterke tot matigeevidentie is 68%.
– En 90 tot 96 % van de therapeutengebruikt ook interventies waarvanevidentie beperkt of afwezig is. (Mikhail C. 2005)
Wat gaat er mis?
• Praktijkvariatie
Freburger J.K. 2011
Relatie kwaliteit en ervaring
29-9-2017
5
Relatie kwaliteit en ervaring Evidence Based Practise
• Klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal
• David Sackett, 1996
Beroepscompetentie profiel
3.2.2 De competentiegebieden
Er worden zeven competentiegebieden onderscheiden:
1. Fysiotherapeutisch handelen: De fysiotherapeut biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig hulp aan cliënten
met een probleem met bewegen. Hij toont professioneel gedrag naar de stand van het vakgebied. Hij verzamelt en interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep. Hij verleent up-to-date, effectieve,curatieve en preventieve zorg op ethisch verantwoorde wijze.
2. Communiceren: Teneinde een hoge kwaliteit van hulp aan cliënten en een hoge mate van cliënttevredenheid te waarborgen, onderhoudt de fysiotherapeut een effectieve relatie met de cliënt en zijn naasten en/of andere betrokkenen. De fysiotherapeut communiceert op heldere,
transparante, effectieve en efficiënte wijze tijdens het fysiotherapeutisch handelen. Het gaat daarbij om zowel verbale als non-verbale communicatie.
3. Samenwerken: De fysiotherapeut werkt, indien nodig, samen met betrokken professionals, zorgverzekeraars, maatschappelijke en overheidsinstanties, participeert in een netwerk van samenwerkingsrelaties en maakt optimaal gebruik van beschikbare expertise om te
komen tot een hoge kwaliteit van hulpverlening.
4. Kennis delen en wetenschap beoefenen: De fysiotherapeut handelt volgens de principes van Evidence Based Practice, levert een
bijdrage aan de ontwikkeling van klinische expertise van zichzelf en anderen en levert een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek.
5. Maatschappelijk handelen: De fysiotherapeut weegt belangen van de cliënt af in relatie tot de belangen van andere hulpvragers en maatschappelijke belangen. Hij oefent op maatschappelijk verantwoorde wijze zijn beroep uit waarbij factoren als duurzaamheid, beroepsethiek, juridisch kader en de sociaal-culturele context een rol spelen.
6. Organiseren: Teneinde als fysiotherapeut efficiënt en effectief te functioneren, spant de fysiotherapeut zich in voor een goede organisatie. In feite functioneert de fysiotherapeut als manager van zijn eigen werkzaamheden, maar ook in relatie tot werkzaamheden van andere 25
zorgverleners treedt hij als manager op. De fysiotherapeut neemt besluiten met betrekking tot het gebruik of de inzet van middelen en medewerkers, het stellen van doelen en prioriteiten en het maken van beleid. Hij organiseert zijn eigen werk, waarbij hij balans houdt tussen
het beroepsmatig handelen en de behoefte aan verdere ontwikkeling van zichzelf en indien relevant, de zorgorganisatie waarin hij werkt.
7. Professioneel handelen: De fysiotherapeut levert hoogstaande cliëntenzorg op een integere, oprechte en betrokken wijze. Hij neemt
verantwoordelijkheid voor zijn handelen en bewaart weloverwogen een balans tussen persoonlijke en professionele rollen. Hij kent de grenzen van zijn competenties en handelt daarbinnen, of schakelt andere deskundigen in. Hij stelt zich toetsbaar en transparant op. Hij onderkent ethische dilemma’s, heeft inzicht in ethische normen en houdt zich aan de wetgeving.
Manuele therapie en EBP
Missie en visie Missie
Missie:Het rug-netwerk is een samenwerkings-
verband van eerstelijns oefentherapeuten (C/M) en fysiotherapeuten in de regio Noord-Holland Noord dat zich richt op het leveren van kwalitatief hoogwaardige preventieve en curatieve zorg voor mensen met aspecifieke lage rugklachten. Het netwerk wil door middel van zelfregulering de doelmatigheid en doeltreffendheid verbeteren van de zorg aan mensen met lage rugklachten in Noord-Holland Noord.
29-9-2017
6
Missie
Missie:Het rug-netwerk is een samenwerkings-
verband van eerstelijns oefentherapeuten (C/M) en fysiotherapeuten in de regio Noord-Kennemerland dat zich richt op het leveren van kwalitatief hoogwaardige preventieve en curatieve zorg voor mensen met aspecifieke lage rugklachten. Het netwerk wil door middel van zelfregulering de doelmatigheid en doeltreffendheid verbeteren van de zorg aan mensen met lage rugklachten in Noord-Holland Noord.
Visie
• Ons netwerk onderscheidt zich van niet aangesloten oefentherapeuten (C/M) en fysio-therapeuten, doordat het specifiek op het gebied van lage rugklachten de kwaliteit van zorg voor rug patiënten aantoonbaar maakt, beleid toepast om het te verbeteren en kostenefficiëntie stimuleert.
• Het netwerk is goed intern en extern georganiseerd. Het werkt nauw samen met huisartsen, andere relevante eerstelijnszorgverleners, bedrijfsartsen, de tweede lijn (MCA, Gemini,WFG) en de derde lijn (Heliomare).
• De kwaliteit wordt gewaarborgd door te werken volgens de richtlijnen en een eigen protocol, scholing, intercollegiale toetsing en visitatie. Tevens ontwikkelt het netwerk een eigen database. Door deze werkwijze maakt ons netwerk het therapeutisch handelen transparant en zijn wij in staat hierop kritisch te reflecteren.
Visie
• Naast adequate behandeling van rugklachten neemt preventie van chroniciteit een belangrijke plaats in. In de diagnostiek worden de prognostische factoren in kaart gebracht en indien noodzakelijk betrokken tijdens de uitvoering van de interventie.
• We werken vanuit het biopsychosociale model en zijn competent in het toepassen van de gedragsmatige benadering. De netwerktherapeuten richten zich bij het behandelen primair op het verminderen van ADL beperkingen en participatie-problemen en secundair op het verminderen van pijn.
• Wij zetten ons in voor de wetenschappelijke onder-bouwing van onze werkwijze door het verzamelen van data en de deelname aan wetenschappelijk onderzoek Het netwerk is in staat om uitkomsten uit weten-schappelijk onderzoek kritisch op waarde te schatten en innovaties daaruit voortvloeiend te implementeren in het klinisch handelen.
Onze werkwijze
richtlijnen, protocol, klinimetrie,
prestatie indicatoren
verbeterplan
visitatie, database
• voorwaarden voor deelname
scholing en
implementatie
In- en exclusiecriteria
Inclusiecriteria - Patiënten met aspecifieke lage rugpijn in de subacute en de chronische fase (rugklachten zonder onderliggende verklarende biomedische afwijkingen die langer aanwezig zijn dan 6 weken). Veelvoorkomende leeftijd gerelateerde degeneratieve kenmerken, zoals discopathie of spondylose, gelden niet als verklarende afwijkingen omdat deze geen specifieke relatie hebben tot de klachten;
- Ook aandoeningen als rugklachten bij fibromyalgie en persisterende klachten na adequaat behandelde hernia (al dan niet operatief) voldoen aan de inclusiecriteria; - Sterk recidiverende aspecifieke lage rugpijn in de acute fase.
Exclusiecriteria - Ernstige medische aandoeningen op lichamelijk en psychisch gebied die deelname onmogelijk maken. Hierbij valt te denken aan:
o recent doorgemaakt hartinfarct o kwaadaardige aandoeningen
o neurologische ziektebeelden o ernstige interne ziektebeelden o alcohol- en drugsverslavingen
- Patiënten met zwangerschapsgerelateerde lage rugklachten, waarbij de eerste klachtenepisode tijdens de zwangerschap of tijdens/na de bevalling is ontstaan; - Patiënten met specifieke lage rugklachten zoals een wervelfractuur, een spinale infectie het cauda equina syndroom, spondylitis ankylopoetica;
- Patiënten met overwegend psychopathologie (zoals schizofrenie, klinische depressie, verslaving); - Patiënten die geen van de talen spreken die de behandelend therapeut beheerst.
Relatieve exclusiecriteria - Minder ernstige aandoeningen zoals osteoporose, artrose en ‘non-serious’ specifieke lage rugpijn (bijvoorbeeld lumbosacraal radiculairsyndroom of inflammatoire verschijnselen);
- Arbeidsconflicten; - Het bestaan van juridische procedures die een relatie hebben met de rugklachten.
• Protocol
29-9-2017
7
StarT Back screening tool
DVStarT Back screening tool
•4 somatische items
•5 psychologische items
•3 subgroepen
-Weinig risico (geen beh.)
-Gemiddeld risico (FT)
-Hoog risico (FT met veel
aandacht voor psychische factoren)
Start Back (Hill et al. Lancet 2011) StarT Back (Hill et al. Lancet 2011)
• Economische evaluatie
kosteneffectiviteitsgrafiek
StarT Back (Hill et al. Lancet 2011)
• Economische evaluatie
Het visitatie proces
• Onderdeel van de PDCA cirkel
• Visiteren en gevisiteerd worden
• Terugkoppeling
• Leuk en interessant om te doen, leerzaam
Informatiebijeenkomst Rug-netwerk ZW mei 2017
29-9-2017
8
Feedback
Informatiebijeenkomst Rug-netwerk ZW mei 2017
Structuurindicatoren
Criterium Beoordeling (V/O ?)
1 Heeft de praktijk een zodanige behandel/ oefenruimte dat de ADL activiteiten tillen/
dragen,duwen/ trekken, (gaan)zitten/ (gaan)staan, (trap)lopen en springen kunnen worden
geoefend?
2 Heeft de praktijk een zodanig geoutilleerde behandel/ oefenruimte dat uithoudingsvermogen
en kracht kan worden getest en getraind?
3 Wordt er bij afwezigheid van een netwerktherapeut waargenomen door een andere
netwerktherapeut binnen zo nodig buiten de praktijk waardoor de continuïteit van de
behandeling en neventaken volgens het protocol zijn gewaarborgd?
4 Vindt er registratie plaats hoeveel geïncludeerde lage rugklachten patiënten behandeld
worden?
5 Is tenminste één netwerktherapeut per praktijk aanwezig geweest bij de verplichte
bijeenkomsten/ scholingsdagen?
6 Vindt verslaglegging plaats via het EPD?
Proces indicatoren
Proces indicatoren Beoordeling
(V/O/?)
Zijn de verwijsgegevens aanwezig in het dossier?
Is de verwijzing gecontroleerd aan de hand van de in/ exclusiecriteria?
Is het STarT Back afgenomen en de uitslag beoordeeld/ genoteerd?
Is de hulpvraag van de patiënt vastgelegd?
Is de conclusie van de screening aanwezig?
Zijn de ervaren problemen in het dagelijks functioneren vastgelegd?
Zijn de diagnostische verrichtingen met de daaraan gekoppelde bevindingen vastgelegd?
Is de oefen/ fysiotherapeutische diagnose aanwezig?
Is er een behandelplan met doelen (hoofd/sub) vastgelegd? (SMART)
Is er sprake van een tijdsgebonden prognose i.r.t. het gestelde behandeldoel?
Wordt het (oefen)therapeutisch handelen gekoppeld aan de gestelde behandeldoelen?
Is er tijdens de intake en het verdere behandelproces, sprake van een logische, volgbare en consistente lijn? Zo nee,
wordt daar dan argumentatie voor gegeven?
Voldoen deze dagjournaals aan de SOEP methode?
Is er, kijkend naar de dagjournaals, een systematiek in het handelen terug te vinden?
Zijn de behandelfases volgens het protocol terug te vinden in de dagjournaals?
Voldoet het dossier aan de minimale klinimetrie eisen?
Wordt er op systematische wijze gebruik gemaakt van klinimetrie?
Is er sprake van evaluaties i.r.t. de gestelde behandeldoelen?
Is er een eindevaluatie bij beëindiging van het behandelproces?
Wordt er in de getoonde dossiers bij beëindiging van het zorgproces een eindrapportage gemaakt?
Heeft er patiënttevredenheidsonderzoek plaats gevonden?
Prestatie indicatoren
• Uitkomst indicatoren
– Aantal verrichte behandelingen
– Uitkomst klinimetrie (SBT, VAS-P, QBPDS, PSK, GPE)
• GPE:
Structuur indicatoren
Praktijkorganisatie
100%
100%
100%
83%
83%
100%
100%
83%
100%
83%
100%
83%
100%
83%
83%
100%
100%
100%
100%
83%
100%
83%
100%
100%
Totaal: 89,5Range: 83-100%
2013
Proces indicatoren
Dossiertoets
43%
47%
17%
70%
72%
87%
68%
36%
92%
46%
70%
0%
92%
60%
56%
95%
89%
9%
16%
81%
13%
98%
69%
Totaal: 58,2 %Range: 0-98 %
29-9-2017
9
Prestatie indicatoren
• Uitkomst indicatoren
– Aantal verrichte behandelingen
– Verschilscores VAS, QBPDS en PSK
– Uitkomsten SBT en GPE
Kwalitatief: matig
Kwantitatief: niet of nauwelijks mogelijk
Je kunt dingen niet begrijpen als je er niet over struikelt
(Talmoed)
Uitkomst indicatoren Prestatie indicatoren
uitkomstindicatoren
• VAS:
– Variatie tussen range 0-10 en 0-100
– Meestal geen VAS max. en min., wel gem.
– Vaak wel begin- maar geen eindmeting
• QBPDS: wordt redelijk ingevuld
• PSK: regelmatig maar 2 activiteiten
Prestatie indicatoren
• Aantal behandelingen: gem. 10,6 en range 3-26.
• SBT– wordt voldoende toegepast.
• GPE– wordt onvoldoende toegepast.– van de 35 dossiers is gem. score: (5,6) tussen enigszins en
veel verbeterd.
Verder:• Niet altijd worden 5 dossier getoetst• Zomerperiode 1e visitatie niet handig, nu april/mei• Voorstel visitatiecommissie:
• omdraaien rollen, praktijkkoppels gelijk houden• van te voren visitatieformat invullen bij visitatie.
Visitatie 2014
29-9-2017
10
2016 2016
2016Publieke indicatoren voor
kwaliteit van curatieve zorg
• De stand van de discussie
Gezondheidsraad dec. 2013
uitkomstindicatoren
• HSMR
Kwaliteit in beweging (MKIB)
29-9-2017
11
PILOT PROMS
Data opbouw
Jun 2015 Aug 2015 Rugnetwerk
Aantal praktijken 111 111 57
Aanlevering praktijken 104 104 38
Behandelepisodes 74.360 75.809 (96.811*)
14.710 (23.311*)
Aantal rugklachtendossiers
16.110 17.031 3.493
Welke PROMs worden
ingevuld (n=75.809)
Pagina 63
PROM N (patiënten) N (metingen)
NPRS/VAS 24.483 40.993
PSK 14.443 19.408
ODI 395 536
QBPDS 3.756 5.420
GPE 4.315 4.722
PROM % Enkele metingen (Landelijk)
% Herhaalde metingen (Landelijk)
NPRS/VAS 14,7 (34,6) 7,3 (15,9)
QBPDS 12,7 (18,0) 6,3 (6,9)
ODI 2,8 (0,3) 0,3 (0,0)
GPE 4,5 (6,5) n.v.t.
Uitgevoerde PROM metingen, enkel &
herhaald (n=1.485)
QBPDS acute en
chronische klachten
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
begin eind
Sco
re Q
BP
DS
QBPDS (alle pilots)
acuut
chronisch
gemiddeld
QBPDS acute en
chronische klachten
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
begin eind
Sco
re Q
BP
DS
QBPDS (Rug-netwerk)
acuut
chronisch
gemiddeld
29-9-2017
12
Verschillen tussen
praktijken (QBPDS)
-10,00
0,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
1 3 4 10 16 20 25 26 27 33 35 37 38
QBPDS
Verschilscore
Pagina 67
Verschillen tussen
praktijken (ODI)
-10,00
0,00
10,00
20,00
30,00
40,00
50,00
60,00
1 6 10 13 15 18 23 26 35 38
ODI
Verschilscore
Pagina 68
Verschillen tussen
praktijken (NPRS)
1 4 6 8 10 15 16 18 20 25 26 33 35 37 38
NPRS
Verschilscore
Pagina 69
Verschillen tussen
praktijken (NPRS)
NPRS (acuut/chronisch)
Verschilscore acuut
Verschilscore chronisch
Minimale dataset
rugklachtenVoorbeeld dossier
Korte beschrijving:
• 32 jarige front office medewerkster, samenwonend, komt met verwijzing van de huisarts: subacute lumbago. Gaarne uw hulp.
• StarT Back: 5 totaal, subtotaal 1 gemiddeld risico
29-9-2017
13
Voorbeeld dossier
Anamnese (fase 1)
• Hulpvraag: hulp bij vermindering van de pijn en herstel van het ADL-functioneren
• Localisatie en aard: laag lumbale pijn, VAS max: 70-80, gem. 60 en min: 20. Ze heeft veel moeite met bukken en tillen en is gestopt met sporten. Ze heeft hulp nodig bij het huishouden. Er is sprake van distress a.g.v. een arbeidsconflict.
• Beloop: sinds 7 weken heeft ze deze spontaan ontstane klachten die zonder aanwijsbare oorzaak geleidelijk toenemen.
• Gezondheidstoestand: er is geen relevante nevenpathologie en eerder doorgemaakte ziekten.
Voorbeeld dossier
Onderzoek (fase 1)
• Diagnostische verrichtingen:
– Inspectie: afgevlakte lendelordose, verder g.d.a..
– Bewegingsonderzoek: actieve flexie in stand: volledige AROM, discontinu bewegen. Andere richtingen gda.
– Toegevoegd onderzoek: Prone stability test (PIT) + en stablizortest +.
– Meetinstrumenten: QBDS 36 en PSK: 1. tillen: 70, 2. huishoudelijk functioneren: 55, 3. sporten: 100. StartTback:5. 4 DKL: matig afwijkend op distress.
Voorbeeld dossier
• Analyse– 32 jarige gezonde vrouw, werkzaam als full
time front office medeweker met subacute aspecifiek lage rugpijn, profiel 2 (en inclusie rug-netwerk). Ze heeft matige lage rugpijn en matige beperkingen in haar activiteiten. Ze is volledig gestopt met haar sport. Uit het lichamelijk onderzoek blijkt een beeld conform lumbale segmentale instabiliteit. Er is geen medische comorbiditeit. Er is sprake van matige distress. Het beloop is afwijkend. Ze wil hulp bij vermindering van de pijn en herstel van het ADL-functioneren . Er is een indicatie voor FT. Ik verwacht een volledig herstel.
Voorbeeld dossier
• Behandelplan– Doelen: Mevrouw J. haar lage rugpijn is
gereduceerd tot VAS 0. Haar beperkingen in haarADL zijn zo goed als opgeheven (QBPDS <10 en PSK < 75) en zij heeft haar sport weer hervat. Ditwordt bereikt binnen 3 maanden.
– Verrichtingen: informeren, adviseren en het oefenen en sturen van bewegingsfuncties. Aantal6-8, 1x p/w.
– Behandeling vlgs. KNGF richtlijn LRK en protocol Rugnetwerk.
– Betrokkene is akkoord gegaan met het behandel-plan.
Voorbeeld dossier
• Behandeling– 210514: fase 1: intake, informeren en adviseren, start fase 2:
oefentherapie: aanleren aanspannen trans. abd..P: uitbreiden stab. training.
– 040614: klachten stabiel, pte. heeft moeite met thuis oefenen , O: propriocepsis tekort, accent hierop bij instructies. Uitbreiding naar lat. bent knee fall out. P: bruggetje.
– 10614: goede week gehad, oefeningen gaan beter en voldoendecompliance. Gestart met bruggetje en Sisselbal. E: gunstig beloop. P: naarfase 3.
– 180614: klachten verminderen, ze oefent nu elke dag op correcte wijze. Fase 3: Oefeningen zijn verzwaard en start ADL training. TT-evaluatie: gunstig beloop, sneller dan prognose.
– 250614: pte. heeft zich overschat, lichte terugval qua pijn. ADL training uitgebreid en advies lichte sporttraining. Beh. freq. naar 1x 2 wkn. (van fase 3 naar 4)
– 090714: pte. tevreden over beloop. Ze beheerst de oefeningen goed. Bijaktief functie onderzoek geen discontinu bewegen meer en PIT test is negatief. Hardlopen ging tot 20 minuten goed. Over 3 wkn. eindevaluatieindien beloop gunstig is.
– 300714; eindevaluatie(fase 5)
Voorbeeld dossier
• Eindevaluatie
– De doelen zijn volledig behaald. Betrokkene is erg tevreden over het resultaat. De VAS is 0, de PSK totaal is 55 en de QBPDS is 8. Tijdens het bewegings-onderzoek is geen discontinu bewegentijdens de flexie waarneembaar en de PIT test is negatief. Er was sprake van een goede compliance. Ik heb haar Pilatestraining aangeraden om terugvalte voorkomen.
• Verslag aan huisarts is gemaakt en verstuurd.
• CQ index is verstuurd
top related