powerpoint-presentatie - vlaamse onderwijsraad · rapportering in het vlaamse rapport: • vanuit...
Post on 11-Oct-2020
3 Views
Preview:
TRANSCRIPT
PISA 2015SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN BIJ VLAAMSE 15-JARIGEN
VLOR – Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid – Brussel, 15 januari 2018
VAKGROEP ONDERWIJSKUNDE
ONDERZOEKSGROEP PISA
INLEIDING
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
Samenwerkend probleemoplossen wordt in PISA2015 voor het
eerst getest, maar werd gedeeltelijk gebaseerd op de definitie
van het domein probleemoplossend vermogen uit PISA2012
Aan deze optie nemen internationaal 52 landen deel en in al
deze landen wordt de bevraging louter op computer
afgenomen
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
PISA: PROGRAMME FOR INTERNATIONAL STUDENT ASSESSMENT
Het teamaspect wordt getest door in de vragen voorgeprogrammeerde
actoren (de zgn. “digitale simulantdeelnemers”) die reageren op de
antwoorden die een leerling geeft
De cognitieve test bij dit domein bevat enkel multiple choice
vragen. In de achtergrondvragenlijsten peilen verschillende
vragen naar aspecten die met dit domein samenhangen
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: TESTDESIGN
Steekproef: 150
scholen
42 lln per scchool
Wetenschappelijke geletterdheid en lezen: 33% (testversies 31-
42)
Wetenschappelijke en wiskundige geletterdheid: 33%
(testversies 43-54)
Wetenschappelijke, wiskundige geletterdheid en lezen: 4%
(testversies 55-66)
Wetenschappelijke, wiskundige geletterdheid en CPS: 4%
(testversies 67-78)
Wetenschappelijke geletterdheid, lezen en CPS: 4%
(testversies 79-90)
Wetenschappelijke geletterdheid en CPS: 22% (testversies 91-96)
30% van de leerlingen krijgt een
testversie waarin samenwerkend
probleemoplossen (CPS) wordt
bevraagd.
Bij 22% van die leerlingen bestaat hun
test louter uit vragen bij het
hoofddomein wetenschappelijke
geletterdheid en bij CPS (versies 91-
96). De overige 8% krijgt vragen uit drie
PISA-domeinen (versies 67-90).
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: DEFINITIE
“De mogelijkheid van een individu om zinvol deel te nemen aan
een proces waarbij twee of meer actoren een probleem
proberen op te lossen door hun kennis en inspanningen die
nodig zijn om tot een oplossing te komen, te delen en hun
kennis, vaardigheden en inspanningen te bundelen om die
oplossing te bereiken.”
Drie kerncompetenties:
• gedeeld begrip bewerkstelligen en behouden;
• gepaste actie ondernemen om een probleem op te lossen; en
• organisatie van het team bewerkstelligen en behouden.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15
jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RAAMWERK
AARD VAN HET PROBLEEM
▪ Statisch (alle info is aanwezig)
▪ Interactief
COGNITIEVE PROCESSEN TOEPASSEN
▪ verkennen en begrijpen van het probleem
▪ weergeven en formuleren van het probleem
▪ plannen en uitvoeren van een oplossing
▪ opvolgen en evalueren van een oplossing
ATTITUDES
▪ waarderen van relaties bij
samenwerken
▪ waarderen van teamwerk
CONTEXT
▪ Omgeving waarin het
probleem is ingebed
(technologisch vs niet-
technologisch, school vs
thuisomgeving, persoonlijk
vs openbaar, enz.)
▪ Inhoudelijk domein
(wetenschappelijk,
wiskundig, financieel,
sportief, politiek, enz.)
verwacht dat
leerlingen:
hoe men dit
doet, wordt
beïnvloed
door:
▪ gedeeld begrip bewerkstelligen en behouden
▪ gepaste actie ondernemen om een probleem op te lossen
▪ organisatie van het team bewerkstelligen en behouden
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RAAMWERK
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RAAMWERK
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15
jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RAAMWERK
Kenmerk PISA-raamwerk Taak 1 Vraag 1 “XANDAR”
Doel vraag communiceren met de groepsleden
over de te ondernemen actie
Probleemoplossende
vaardigheid
plannen en uitvoeren
Samenwerkingsvaardigheid gedeeld begrip bewerkstelligen en
behouden
Context Schools / wetenschappelijk &
economisch
Moeilijkheidsgraad score:502 - niveau 2
RESULTATEN
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
Rapportering in het Vlaamse rapport:
• Vanuit Vlaams perspectief- Landen die significant hoger presteren
- Landen die niet significant verschillend presteren
- Landen die significant lager presteren
• Alle landen die een hogere gemiddelde score behalen
voor samenwerkend probleemoplossen dan het laagst
presterende OESO-land (Turkije) – 47 landen
(waaronder België) + de Belgische Gemeenschappen
+ het OESO-gemiddelde
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
Vlaanderen bekleedt tussen de 12-de en de 17-de plaats
in de rangschikking volgens gemiddelde prestatie voor
samenwerkend probleemoplossen
Een groep van 11 landen presteert significant beter dan
Vlaanderen. Tot deze groep behoren 6 Aziatische landen,
2 Europese (Estland en Finland) en Australië, Nieuw-
Zeeland en Canada.
Absolute koploper is Singapore, met een gemiddelde
score van 561 punten.
5 landen, waaronder onze buurlanden Nederland en
Duitsland, presteren op hetzelfde niveau als Vlaanderen;
alle andere deelnemende landen en regio’s presteren
significant lager.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
SAMENW PROBL OPL Gem WETENSCHAPPPEN Gem
Singapore 561 Singapore 556
Japan 552 Japan 538
Hongkong-China 541 Estland 534
Korea 538 Taipei China 532
Canada 535 Finland 531
Estland 535 Macao-China 529
Finland 534 Canada 528
Macao-China 534 Vietnam 525
Nieuw-Zeeland 533 Hongkong-China 523
Australië 531 B-S-J-G (China) 518
Taipei China 527 Korea 516
Duitsland 525 Vlaanderen 515
Verenigde Staten 520 Nieuw-Zeeland 513
Denemarken 520 Slovenië 513
Verenigd Koninkrijk 519 Australië 510
Vlaanderen 519 Verenigd Koninkrijk 509
Nederland 518 Duitsland 509
Zweden 510 Nederland 509
Oostenrijk 509 Zwitserland 506
Noorwegen 502 Duitstalige Gem. 505
Slovenië 502 Ierland 503
België 501 België 502
OESO-gemiddelde 500 Denemarken 502
IJsland 499 Polen 501
Tsjechische Republiek 499 Portugal 501
Portugal 498 Noorwegen 498
Spanje 496 Verenigde Staten 496
B-S-J-G (China) 496 Oostenrijk 495
Frankrijk 494 Frankrijk 495
Duitstalige gemeenschap 493 Zweden 493
Luxemburg 491 OESO Gem. 493
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
SAMENW PROBL OPL Gem WETENSCHAPPPEN Gem WISKUNDE Gem LEZEN Gem
Singapore 561 Singapore 556 Singapore 564 Singapore 535
Japan 552 Japan 538 Hongkong-China 548 Hongkong-China 527
Hongkong-China 541 Estland 534 Macao-China 544 Canada 527
Korea 538 Taipei China 532 Taipei China 542 Finland 526
Canada 535 Finland 531 Japan 532 Ierland 521
Estland 535 Macao-China 529 B-S-J-G China 531 Estland 519
Finland 534 Canada 528 Korea 524 Korea 517
Macao-China 534 Vietnam 525 Vlaanderen 521 Japan 516
Nieuw-Zeeland 533 Hongkong-China 523 Zwitserland 521 Noorwegen 513
Australië 531 B-S-J-G (China) 518 Estland 520 Vlaanderen 511
Taipei China 527 Korea 516 Canada 516 Nieuw-Zeeland 509
Duitsland 525 Vlaanderen 515 Nederland 512 Duitsland 509
Verenigde Staten 520 Nieuw-Zeeland 513 Denemarken 511 Macao-China 509
Denemarken 520 Slovenië 513 Finland 511 Polen 506
Verenigd Koninkrijk 519 Australië 510 Slovenië 510 Slovenië 505
Vlaanderen 519 Verenigd Koninkrijk 509 België 507 Nederland 503
Nederland 518 Duitsland 509 Duitsland 506 Australië 503
Zweden 510 Nederland 509 Polen 504 Duitstalige Gemeenschap 501
Oostenrijk 509 Zwitserland 506 Ierland 504 Zweden 500
Noorwegen 502 Duitstalige Gem. 505 Duitstalige Gem. 502 Denemarken 500
Slovenië 502 Ierland 503 Noorwegen 502 Frankrijk 499
België 501 België 502 Oostenrijk 497 België 499
OESO-gemiddelde 500 Denemarken 502 Nieuw-Zeeland 495 Portugal 498
IJsland 499 Polen 501 Vietnam 495 Verenigd Koninkrijk 498
Tsjechische Republiek 499 Portugal 501 Russische Federatie 494 Taipei China 497
Portugal 498 Noorwegen 498 Zweden 494 Verenigde Staten 497
Spanje 496 Verenigde Staten 496 Australië 494 Spanje 496
B-S-J-G (China) 496 Oostenrijk 495 Frankrijk 493 Russische Federatie 495
Frankrijk 494 Frankrijk 495 Verenigd Koninkrijk 492 B-S-J-G China 494
Duitstalige gemeenschap 493 Zweden 493 Tsjechische Republiek 492 OESO-gemiddelde 493
Luxemburg 491 OESO Gem. 493 Portugal 492 Zwitserland 492
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
OESO: Correlatie tussen de prestatie voor…
wiskundige gel. leesvaardigheid wetenschappelijke gel. … en de prestatie voor
0,70 0,74 0,77 samenwerkend probleemoplossen
0,80 0,88 wiskundige geletterdheid
0,87 leesvaardigheid
Zowel overheen de OESO-landen als in Vlaanderen hangen de prestaties voor samenwerkend
probleemoplossen samen met de prestaties op de andere domeinen, maar die samenhang is lager
dan die tussen de hoofddomeinen onderling.
VLAANDEREN: Correlatie tussen de prestatie voor…
wiskundige gel. leesvaardigheid wetenschappelijke gel. … en de prestatie voor
0,71 0,76 0,78 samenwerkend probleemoplossen
0,84 0,90 wiskundige geletterdheid
0,90 leesvaardigheid
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan
2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
Relatieve prestatie = de prestatie voor samenwerkend probleemoplossen, na controle voor de
prestatie voor lezen, wiskunde en wetenschappen.
Gemiddeld overheen de OESO-landen scoren leerlingen 3,3 punten hoger op samenwerkend
probleemoplossen dan verwacht wordt op basis van hun score voor wetenschappen, lezen en
wiskunde. Dit verschil is het grootst in Japan, Australië, Korea, de Verenigde Staten en Nieuw-
Zeeland waar de hoogste relatieve score voor samenwerkend probleemoplossen 20 punten of
meer hoger ligt dan verwacht wordt op basis van hun score voor de andere domeinen.
In Vlaanderen scoren leerlingen niet significant verschillend op samenwerkend probleemoplossen
dan verwacht wordt op basis van hun prestatie op de andere PISA-domeinen. Het verschil van 3
punten is niet significant.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
Relatieve prestatie = de prestatie voor samenwerkend probleemoplossen, na controle voor de
prestatie voor lezen, wiskunde en wetenschappen.
Gemiddeld overheen de OESO-landen scoren leerlingen 3,3 punten hoger op samenwerkend
probleemoplossen dan verwacht wordt op basis van hun score voor wetenschappen, lezen en
wiskunde. Dit verschil is het grootst in Japan, Australië, Korea, de Verenigde Staten en Nieuw-
Zeeland waar de hoogste relatieve score voor samenwerkend probleemoplossen 20 punten of
meer hoger ligt dan verwacht wordt op basis van hun score voor de andere domeinen.
In Vlaanderen scoren leerlingen niet significant verschillend op samenwerkend probleemoplossen
dan verwacht wordt op basis van hun prestatie op de andere PISA-domeinen. Het verschil van 3
punten is niet significant.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
• Op basis van de vragen die een leerling correct beantwoordde, kan hij/zij
toegewezen worden aan een bepaald vaardigheidsniveau dat beschrijft over welke
vaardigheden hij/zij beschikt.
• Er zijn 4 vaardigheidsniveaus voor samenwerkend probleemoplossen:
Niveau Scorepunten
4 640 of meer TOPPRESTEERDERS
3 540 – 639
2 440 - 539
1 340 - 339
<1 Minder dan 340
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
4 640 of meer
3 540 – 639
2 440 - 539
1 340 - 339
<1 Minder dan 340
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
Niveau Scorepunten OESO-gem. Vlaanderen
4 640 of meer 7,9 % 9,7 %
3 540 – 639 27,8 % 34,0 %
2 440 - 539 36,2 % 35,1 %
1 340 - 339 22,4 % 17,2 %
<1 Minder dan 340 5,7 % 3,9 %
Toppresteerders (niveau 4):
Vlaanderen: bijna 1 op 10
(15de positie)
Niveau 1: basis (“elementair”)
niveau van samenwerkend
probleemoplossend
OESO: 94% van de leerlingen
behaalt dit niveau
Vlaanderen: 96%
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
VAARDIGHEIDSNIVEAUS
In Vlaanderen presteert 21,1% van
de leerlingen onder niveau 2 (14e
plaats in de ranking ).
Ter vergelijking: overheen de
OESO-landen bedraagt dit
percentage 28,1%
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-
jarigen – Brussel, 15 jan 2018
Er is een sterke positieve
correlatie (0,85) tussen de
gemiddelde scores van beide
metingen.
Landen die goed scoorden
voor individueel
probleemoplossen in 2012
neigen ook goed te presteren
voor samenwerkend
probleemoplossen in 2015.
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
SAMENHANG TUSSEN INDIVIDUEEL PROBLEEMOPLOSSEN (PISA2012) EN SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN (PISA2015)
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-
jarigen – Brussel, 15 jan 2018
SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN: RESULTATEN
SAMENHANG TUSSEN INDIVIDUEEL PROBLEEMOPLOSSEN (PISA2012) EN SAMENWERKEND PROBLEEMOPLOSSEN (PISA2015)
Zweden
Bulgarije
Uruguay
VerenigdeStaten
Noorwegen
Chili
Denemarken
Hongarije
Italië
Tsjechische Rep.Australië
Turkije
Taipei China
PortugalRussische Federatie
Korea
Hongkong-China
Japan
België
Israël
Kroatië
Verenigde Arabische Emiraten
Franse gemeenschap
Colombia
Macao-China
SpanjeEstland
Nederland
Duitsland
Singapore
Slowaakse Rep. Oostenrijk
Canada
Slovenië
Frankrijk
Duitstalige gemeenschapFinland
Vlaanderen
OESO-gem
R² = 0,24
-60
-40
-20
0
20
40
-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25
Ge
mid
de
lde
re
lati
eve
pre
sta
tie
in
in
div
idu
ee
l p
rob
lee
mo
plo
ss
en
(P
ISA
20
12
)
Gemiddelde relatieve prestatie in samenwerkend probleemoplossen (PISA 2015)
De significante samenhang blijft
bestaan wanneer de relatieve scores
van de beide domeinen worden
vergeleken, maar verkleint wel
aanzienlijk (0,23).
een deel van het verband tussen de
scores van beide types van
probleemoplossen wordt veroorzaakt
door de gemeenschappelijke basis met
de cognitieve elementen die ook
gebruikt worden in wetenschappen,
lezen en wiskunde.
VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan
2018
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan
2018
STERKE VERSUS ZWAKKE LEERLINGEN
De spreiding in de scores toont het verschil tussen de prestatie van de 10% sterkste
leerlingen en de 10% zwakste leerlingen.
Overheen de OESO-landen behaalt de 10% laagst presterende leerlingen een
gemiddelde score van punten 375; de groep hoogst presterende leerlingen één van
621 punten. Dit levert een verschil op van 246 punten.
In Vlaanderen is de spreiding gelijkaardig. De 10% laagst presterende Vlaamse
leerlingen heeft een gemiddelde score van 387,4 punten; de groep hoogst
presterende leerlingen één van 638,6 punten. Goed voor een verschil van 251
punten.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
STERKE VERSUS ZWAKKE LEERLINGEN
De spreiding in de scores toont het verschil tussen de prestatie van de 10% sterkste
leerlingen en de 10% zwakste leerlingen.
Overheen de OESO-landen behaalt de 10% laagst presterende leerlingen een
gemiddelde score van punten 375; de groep hoogst presterende leerlingen één van
621 punten. Dit levert een verschil op van 246 punten.
In Vlaanderen is de spreiding gelijkaardig. De 10% laagst presterende Vlaamse leerlingen
heeft een gemiddelde score van 387,4 punten; de groep hoogst presterende leerlingen één
van 638,6 punten. Goed voor een verschil van 251 punten.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
STERKE VERSUS ZWAKKE LEERLINGENHet verschil in spreiding tussen
het land met de grootste spreiding
(VSA – 283 punten) en het land
met de kleinste spreiding (Costa
Rica – 199 punten) bedraagt bij
samenwerkend probleemoplossen
84 punten.
Dit is veel minder dan bij de
andere PISA-domeinen. Bij het
hoofddomein wetenschappelijke
geletterdheid bedraagt dit verschil
bijvoorbeeld 155 punten.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN TUSSEN JONGENS EN MEISJES
48
4241 41 40
39 38 38
36 3635
3433
31 31 3030 30
29 29 29 2827 27 27 27 26 26 26 26 26 26 26 25 25
24 24 23 2322 22 22
21 21 2019 18
17
14 14
12
87 7
-55
-50
-45
-40
-35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
Fin
lan
d
Zwed
en
Au
stra
lië
Nie
uw
-Ze
ela
nd
Letl
and
Can
ada
Mac
ao (
Ch
ina)
Ve
ren
igd
e A
rab
isch
e E
mir
aten
Slo
ven
ië
Ho
ng
Ko
ng
(Ch
ina)
Thai
lan
d
Ve
ren
igd
Ko
nin
krij
k
Ko
rea
Bu
lgar
ije
Gri
eke
nla
nd
No
orw
egen
Slo
waa
kse
Re
pu
blie
k
Du
itsl
and
OES
O G
emid
de
lde
Fran
krijk
Lito
uw
en
Ch
inee
se T
aip
ei
Ne
de
rlan
d
Ijsl
and
Kro
atië
Estl
and
Jap
an
Mo
nte
ne
gro
Du
itst
alig
e G
em
.
Tsje
chis
che
Re
pu
blie
k
Ve
ren
igd
e S
tate
n
Ho
nga
rije
Vla
and
ere
n
Ru
ssis
che
Fed
era
tie
Luxe
mb
urg
Fran
se G
em
.
Oo
sten
rijk
Ital
ië
Turk
ije
Span
je
Isra
ël
B-S
-J-G
(C
hin
a)
Mal
eis
ië
Den
em
arke
n
Sin
gap
ore
Po
rtu
gal
Bra
zilië
Uru
guay
Ch
ili
Me
xico
Tun
esi
ë
Co
lom
bia
Co
sta
Ric
a
Pe
ru
Verschillen tussen jongens en meisjes voor samenwerkend probleemoplossen
Meisjes
presteren beter
In alle landen
presteren meisjes
significant hoger
voor samenwerkend
probleemoplossen
dan jongens
Dit genderverschil
blijft bestaan na
controle voor de
prestatie op de
andere PISA-
domeinen
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN SES
Sociaaleconomische thuissituatie: voorgesteld aan de hand van een
index (de PISA ESCS-index) die wordt samengesteld op basis van:
* het beroep van beide ouders
* het onderwijsniveau van beide ouders (i.h.b. het aantal jaar onderwijs dat ze genoten)
* de materiële, educatieve en culturele middelen thuis
* het aantal boeken thuis
Hoe groter het percentage van de variantie in de leerlingprestaties dat
verklaard wordt door SES, hoe groter de ongelijkheid in het onderwijs.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN SES
Overheen de OESO-landen wordt 7,9% van de variatie in de prestatie voor
samenwerkend probleemoplossen verklaard door SES. Dit is minder dan bij het
hoofddomein wetenschappelijke geletterdheid, waar 12,9% van de prestaties
verklaard wordt door SES.
De Vlaamse trend is dezelfde als internationaal: waar bij wetenschappen 17,6% van
de variantie in de prestaties verklaard werd door de sociaaleconomische thuissituatie,
is dit bij samenwerkend probleemoplossen 10,7%. Dit is niet verschillend dan het
internationaal percentage verklaarde variantie bij dit domein.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel,
15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN SES
Overheen de OESO-landen wordt 7,9% van de variatie in de prestatie voor
samenwerkend probleemoplossen verklaard door SES. Dit is minder dan bij het
hoofddomein wetenschappelijke geletterdheid, waar 12,9% van de prestaties
verklaard wordt door SES.
De Vlaamse trend is dezelfde als internationaal: waar bij wetenschappen 17,6% van
de variantie in de prestaties verklaard werd door de sociaaleconomische thuissituatie,
is dit bij samenwerkend probleemoplossen 10,7%. Dit is niet verschillend dan het
internationaal percentage verklaarde variantie bij dit domein.
0
5
10
15
20
25
30
Mac
ao-C
hin
a
IJsl
and
Ho
ngk
on
g-C
hin
a
Du
itst
alig
e G
em.
No
orw
ege
n
Cyp
rus
Ve
r. A
rab
isch
e E
mir
ate
n
Estl
and
Ko
rea
Jap
an
Can
ada
Letl
and
Fin
lan
d
Den
emar
ken
Ve
ren
igd
Ko
nin
krij
k
Ru
ssis
che
Fed
.
Ne
de
rlan
d
Au
stra
lië
Ital
ië
Span
je
Nie
uw
-Ze
elan
d
Ve
ren
igd
e S
tate
n
Taip
ei C
hin
a
Du
itsl
and
Zwe
de
n
Turk
ije
OES
O-g
em
idd
eld
e
Slo
ven
ië
Gri
eke
nla
nd
Lito
uw
en
Kro
atië
Po
rtu
gal
Oo
ste
nri
jk
Tun
esi
ë
Isra
ël
Bra
zilië
Thai
lan
d
Slo
waa
kse
Rep
.
Sin
gap
ore
Co
sta
Ric
a
VLA
AN
DER
EN
Me
xico
Tsje
chis
che
Rep
.
Ch
ili
Luxe
mb
urg
Fran
krij
k
Uru
guay
Be
lgië
Fran
se G
em.
Bu
lgar
ije
Co
lom
bia
B-S
-J-G
(C
hin
a)
Ho
nga
rije
Pe
ru
%Percentage van de variantie in prestatie dat verklaard wordt door de sociaaleconomische status van leerlingen
Samenwerkend probleemoplossen Wetenschappelijke geletterdheid
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN MIGRATIESTATUS
PISA operationaliseert de herkomst van leerlingen op basis van hun
geboorteland en dat van hun beide ouders (werden de leerlingen of één van hun
ouders geboren in een ander land?)
Autochtone leerlingenLeerlingen geboren in het land van de testafname en minstens één
van hun beide ouders ook.
Tweede-generatieleerlingenLeerlingen geboren in het land van de testafname, maar waarvan
beide ouders in een ander land zijn geboren.
Eerste-generatieleerlingenLeerlingen niet geboren in het land van de testafname, waarvan
beide ouders ook in een ander land zijn geboren.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN MIGRATIESTATUS
Overheen de OESO-landen:
12,5% leerlingen met een buitenlandse
herkomst:
• 7,1% tweede-generatie
• 5,4% eerste-generatie
Score autochtone leerlingen: 505 punten
Tweede-generatieleerlingen: 482 punten
Eerste-generatieleerlingen: 459 punten
Vlaamse steekproef:14% leerlingen met een buitenlandse
herkomst:
• 7,2% tweede-generatie
• 6,8% eerste-generatie
Score autochtone leerlingen: 529 punten
Tweede-generatieleerlingen: 461 punten
Eerste-generatieleerlingen: 471 punten
300
350
400
450
500
550
600
Ve
r. A
rab
isch
e E
m.
5
8
Co
sta
Ric
a
8
Gri
eke
nla
nd
11
Isra
ël
1
8
Ru
ssis
che
Fe
d.
7
Kro
atië
11
Ital
ië
8
Po
rtu
gal
7
Span
je
1
1
Fran
krij
k
1
3
OES
O-g
em
.
12
Luxe
mb
urg
52
Slo
ven
ië
8
No
orw
ege
n
1
2
Be
lgië
18
Oo
ste
nri
jk
2
0
Zwe
de
n
1
7
Ne
de
rlan
d
1
1
Mac
ao-C
hin
a
6
2
Ve
r. K
on
inkr
ijk
17
De
ne
mar
ken
11
Ve
r. S
tate
n
2
3
VLA
AN
DER
EN
1
4
Au
stra
lië
2
5
Nie
uw
-Ze
ela
nd
27
Can
ada
30
Du
itsl
and
17
Estl
and
10
Ho
ngk
on
g-C
hin
a
3
5
Sin
gap
ore
21
Autochtoon Tweede-generatie Eerste-generatie
Pe
rce
nta
ge
le
erl
ing
en
met
een
bu
ite
nla
nd
se
he
rko
ms
t
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN MIGRATIESTATUS
Na controle voor SES verkleint
het prestatieverschil tussen
autochtone leerlingen en
leerlingen met een buitenlandse
herkomst in de meeste landen,
maar het blijft meestal wel nog
significant.
In Vlaanderen verkleint het
prestatieverschil met ongeveer
30% (van 63 punten naar 46),
maar het verschil is nog steeds
één van de grootste van alle
deelnemende landen.
-61-63
-49
-59
-48
-52-49 -50 -51
-43
-36-40 -40
-20
-29
-13
-23
-10
-13 -14
-25
-16
-3
-13
16
0
-20
3
-4
17
60
-48-46 -46 -43
-36 -34 -32-30 -28 -27
-26 -22-21
-19-19
-16-14
-10 -10-7
-4 -3 -3 -1
02 3
68
19
61
-70
-60
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
50
60
70
De
ne
ma
rke
n (
11)
Vla
an
de
ren (
14)
Estla
nd
(1
0)
Zw
ede
n (
17)
No
orw
ege
n (
12)
Oo
ste
nrijk
(2
0)
Du
itsla
nd
(1
7)
Slo
ve
nië
(8
)
Fra
nkrijk
(1
3)
Fra
nse
ge
me
en
scha
p (
22)
OE
SO
-gem
idde
lde (
12)
Ne
de
rlan
d (
11)
Grie
ken
land
(1
1)
Po
rtu
ga
l (7
)
Sp
an
je (
11)
Du
itsta
lige g
em
een
scha
p (
22)
Kro
atië
(1
1)
Nie
uw
-Zee
land
(2
7)
Ve
ren
igd K
onin
krijk
(1
7)
Ho
ng
kon
g-C
hin
a (
35)
Luxe
mb
urg
(5
2)
Co
sta
Ric
a (
8)
Ca
na
da
(3
0)
Ita
lië (
8)
Sin
ga
po
re (
21)
Au
str
alië
(2
5)
Ve
ren
igde
Sta
ten
(2
3)
Ru
ssis
ch
e F
ed
era
tie
(7
)
Isra
ël (1
8)
Ma
cao
-Chin
a (
62)
Ve
ren
igde
Ara
bis
ch
e E
mira
ten
(5
8)
Verschil in prestaties voor samenwerkend probleemoplossen tussen leerlingen van buitenlandse herkomst en autochtone leerlingen
Verschil in samenwerkend probleemoplossen tussen autochtone leerlingen en leerlingen van buitenlandse herkomst
Verschil in samenwerkend probleemoplossen tussen autochtone leerlingen en leerlingen van buitenlandse herkomst na controle voor geslacht en sociaal-economische status
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN THUISTAAL
Vlaamse PISA2015-steekproef: 67% van de leerlingen spreekt thuis de instructietaal
(Nederlands) en nog eens 18% spreekt een Vlaams dialect
Van zodra leerlingen thuis een andere taal spreken dan Nederlands (of een Vlaams dialect),
heeft dit een invloed op hun gemiddelde score voor samenwerkend probleemoplossen, maar het
puntenverschil voor de anderstalige groepen is kleiner dan bij het hoofddomein (significante
verschillen t.o.v. Nederlands thuis staan in het geel).
N % van steekproefSAMENWERKEND
PROBLEEMOPLOSSEN
Nederlands 3775 67% 531,0 (2,7)
Frans 257 5% 490,1 (15,9)
Een Vlaams dialect 1013 18% 528,5 (3,9)
Een Europese taal 158 3% 473,5 (13,7)
Arabisch 111 2% 439,8 (12,3)
Turks 118 2% 410,6 (10,2)
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN THUISTAAL
Vlaamse PISA2015-steekproef: 67% van de leerlingen spreekt thuis de instructietaal
(Nederlands) en nog eens 18% spreekt een Vlaams dialect
Van zodra leerlingen thuis een andere taal spreken dan Nederlands (of een Vlaams dialect),
heeft dit een invloed op hun gemiddelde score voor samenwerkend probleemoplossen, maar het
puntenverschil voor de anderstalige groepen is kleiner dan bij het hoofddomein (significante
verschillen t.o.v. Nederlands thuis staan in het geel).
N % van steekproefSAMENWERKEND
PROBLEEMOPLOSSEN
WETENSCHAPPELIJKE
GELETTERDHEID
Nederlands 3775 67% 531,0 (2,7) 528,4 (2,7)
Frans 257 5% 490,1 (15,9) 494,8 (15,9)
Een Vlaams dialect 1013 18% 528,5 (3,9) 526,1 (3,9)
Een Europese taal 158 3% 473,5 (13,7) 452,0 (13,7)
Arabisch 111 2% 439,8 (12,3) 427,1 (12,3)
Turks 132 2% 410,6 (10,2) 399,5 (10,2)
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN THUISTAAL
Het Vlaamse puntenverschil
tussen leerlingen die thuis de
testtaal spreken en zij die thuis
een andere taal spreken (71
punten) is het tweede grootste
van alle landen.
Na controle voor SES verkleint
het prestatieverschil tussen de
twee groepen, maar het blijft in
de meeste landen wel nog
significant.
In Vlaanderen verkleint het
prestatieverschil van 71 punten
naar 58 (<20%). Dit
gecontroleerde puntenverschil is
het grootste van alle
deelnemende landen.
-71
-45
-65-67
-56-58
-74
-52
-60
-56
-45
-51 -51 -55
-47
-34
-43
-30
-25
-33-29
-19
-34
-15-15 -14
-34
29
-58
-54
-49-47 -46 -45 -44 -42 -42
-37 -37
-33 -33 -33-31 -30
-27 -25-22 -21 -20
-15 -13 -13-11 -11
-7
24
-80
-70
-60
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
Vla
and
eren
(1
5)
Mac
ao-C
hin
a (1
8)
Du
itsl
and
(1
2)
Slo
waa
kse
Rep
ub
liek
(8)
Den
emar
ken
(8
)
Zwe
de
n (
15
)
Bu
lgar
ije (
8)
No
orw
ege
n (
9)
Oo
sten
rijk
(1
9)
Slo
ven
ië (
7)
OES
O-g
em
idd
eld
e (
11)
Fran
se g
eme
ensc
hap
(1
8)
Luxe
mb
urg
(85
)
Fran
krijk
(8
)
Turk
ije (
7)
Nie
uw
-Ze
elan
d (
13
)
Ne
de
rlan
d (
7)
Letl
and
(1
0)
Isra
ël (
12
)
Ital
ië (
16
)
Au
stra
lië (
11
)
Ver
enig
d K
on
inkr
ijk (
9)
Sin
gap
ore
(4
9)
Du
itst
alig
e g
eme
ensc
hap
(3
2)
Span
je (
18)
Can
ada
(18
)
Ver
enig
de
Stat
en
(1
8)
Ver
enig
de
Ara
bis
che
Emir
ate
n (
37)
Verschil in prestatie voor samenwerkend probleemoplossen tussen leerlingen die thuis de testtaal spreken en leerlingen die thuis een andere taal spreken
Verschil in samenwerkend probleemoplossen tussen leerlingen die thuis de testtaal spreken en leerlingen die thuis een andere taal spreken dan de testtaal
Verschil in samenwerkend probleemoplossen tussen leerlingen die thuis de testtaal spreken en leerlingen die thuis een andere taal spreken dan de testtaal na controle voor sociaal-economische status
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN OP BASIS VAN THUISTAAL
In Vlaanderen heeft de thuistaal zowel voor autochtone leerlingen als voor leerlingen van
buitenlandse herkomst een significant effect op hun prestatie voor samenwerkend
probleemoplossen.
Leerlingen die thuis Nederlands of
een Vlaams dialect spreken
Leerlingen die thuis een
andere taal spreken
Autochtone leerlingen 533,28 (2,6) 483,77 (10,0)
Leerlingen met een buitenlandse
herkomst496,16 (8,1) 445,92 (8,0)
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
VERSCHILLEN VOLGENS ONDERWIJSVORM
SAMENWERKENDPROBLEEMOPLOSSEN
WETENSCHAPPELIJKE GELETTERDHEID
ASO 569(3,5)
582(3,1)
TSO 516(3,9)
508(3,8)
KSO 557(13,5)
523(11,4)
BSO 425(4,9)
402(3,8)
Effectgrootte ond.vorm(ASO-BSO)
1,48 1,76
De verschillen tussen
onderwijsvorm zijn kleiner voor
samenwerkend probleemoplossen
dan bij het hoofddomein
wetenschappelijke geletterdheid.
ATTITUDES
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan
2018
ATTITUDES TEGENOVER SAMENWERKEN
Index Voorbeeldstelling Samenvatting reacties Vlaamse leerlingen
Waarderen van relaties
bij samenwerking (R)
De stellingen die peilen naar samenwerken,
maar niet uit eigenbelang. (“Altruïstische
interactie” - groepsgericht)
Bijvoorbeeld: ‘Ik ben blij als mijn klasgenoten
slagen’
In vergelijking met andere landen gaat een
groot aantal Vlaamse leerlingen akkoord
Waarderen van
teamwerk (T)
De stellingen die peilen naar wat teamwerk, in
tegenstelling tot individueel werk, kan opleveren.
(Taakgericht - resultaatsgericht)
Bijvoorbeeld: ‘Ik vind dat een groep betere
beslissingen neemt dan alleen’
In vergelijking met andere landen gaan
Vlaamse leerlingen minder vaak akkoord met
deze stellingen
8 stellingen index 4 antwoordcategorieën
Ik werk liever in groep dan alleen.
Ik kan goed luisteren.
Ik ben blij als mijn klasgenoten slagen.
Ik hou rekening met wat anderen interesseert.
Ik vind dat een groep betere beslissingen maakt dan een persoon alleen.
Ik hou graag rekening met verschillende standpunten.
Ik vind dat ik efficiënter werk in groep.
Ik werk graag samen met medeleerlingen.
T
R
R
R
T
R
T
T
helemaal akkoord
akkoord
niet akkoord
helemaal niet akkoord
2 indexen:
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
ANTWOORDEN OP ALLE STELLINGEN BIJ DE INDEXEN
Stelling Percentage leerlingen dat (helemaal) akkoord gaat
OESO gemiddelde Vlaanderen
Ik werk liever in groep dan alleen (T) 67,3% (0.1) 63,9% (0.7)
Ik kan goed luisteren (R) 87,0% (0.1) 88,2% (0.5)
Ik ben blij als mijn klasgenoten slagen (R) 87,8% (0.1) 92,0% (0.4)
Ik hou rekening met wat anderen interesseert (R) 86,3% (0.1) 89,5% (0.5)
Ik vind dat een groep betere beslissingen maakt dan een
persoon alleen (T)73,5% (0.1) 70,3% (0.7)
Ik hou graag rekening met verschillende standpunten (R) 86,8% (0.1) 91,0% (0.4)
Ik vind dat ik efficiënter werk in groep (T) 69,8% (0.1) 57,3% (0.8)
Ik werk graag samen met medeleerlingen (T) 87,0% (0.1) 86,5% (0.5)
Significant meer Vlaamse leerlingen gaan (helemaal) akkoord
Significant minder Vlaamse leerlingen gaan (helemaal) akkoord
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
ATTITUDES TEGENOVER SAMENWERKEN
SAMENHANG MET GENDER
Meisjes waarderen de relaties bij samenwerken meer dan jongens. Daarentegen waarderen
jongens teamwerk positiever dan meisjes. Jongens staan dus positiever tegenover wat
teamwerk kan opleveren in vergelijking met individueel werk.
Deze Vlaamse resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten in de meeste PISA-landen.
SAMENHANG MET SES (Sociaaleconomische thuissituatie)
Socio-economisch minder bevoorrechte Vlaamse leerlingen rapporteren minder positieve
waardering voor relaties bij samenwerken dan socio-economisch bevoorrechte leerlingen.
Maar socio-economisch minder bevoorrechte Vlaamse leerlingen waarderen teamwerk
positiever dan meer bevoorrechte Vlaamse leerlingen.
Deze Vlaamse resultaten zijn vergelijkbaar met de resultaten gemiddeld over de OESO-landen.
Commissie Internationaal Onderwijs- en Vormingsbeleid VLOR – Samenwerkend probleemoplossen bij Vlaamse 15-jarigen – Brussel, 15 jan 2018
ATTITUDES TEGENOVER SAMENWERKEN
SAMENHANG MET DE PRESTATIE VOOR SAMENWERKEND
PROBLEEMOPLOSSEN
➢ Leerlingen die meer waardering voor relaties bij samenwerken rapporteren, behalen
gemiddeld een hogere prestatie voor samenwerkend probleemoplossen.
➢ 15-jarigen die teamwerk positiever waarderen, behalen daarentegen een lagere prestatie
voor samenwerkend probleemoplossen.
➢ Na controle voor geslacht en voor de socio-economische achtergrond van leerlingen, blijft
deze samenhang bestaan.
➢ Leerlingen die een gelijkaardige score behalen voor lezen, wiskunde en wetenschappen
scoren gemiddeld hoger voor samenwerkend probleemoplossen als ze positievere attitudes
rapporteren ten opzichte van samenwerken.
Ghent University
@ugent
Ghent University
Inge De Meyer / Nele Warlop / Annelore Blondeel / Kaat MoensPISA-team UGent
Martin Valcke / Bram De Wever / Hilde Van Keer / Johan van Braak Promotor en copromotoren PISA2015
VAKGROEP ONDERWIJSKUNDE
E pisa@ugent.be
T +32 9 264 86 66
www.pisa.ugent.be
www.ugent.be
top related