praktijkfiches korfbal ~ 3 · 2018-10-04 · praktijkfiches korfbal ~ 2 ~ korfbal verdient meer dan...
Post on 26-Jul-2020
4 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Praktijkfiches korfbal ~ 2 ~
Korfbal verdient meer dan zijn plaats in ons huidige onderwijslandschap. Door het
gemengde karakter van de sport en de specifieke spelregels (niet lopen met de bal in
de handen, bal niet uit de handen slaan,… ) is korfbal er voornamelijk op gericht om
doelpunten te maken en ook dit te voorkomen.
Bij korfbal kunnen alle leerlingen, meisjes en jongens, getalenteerd en minder
getalenteerd,… samen deelnemen aan het spel.
De Koninklijke Belgische Korfbalbond– Vlaamse Liga vindt het belangrijk dat
leerlingen op een leuke en uitdagende manier kennis kunnen maken met korfbal en
dat beginnende korfballers bij een club snel de basisbeginselen van het spel leren
kennen.
De aangeboden oefenstof heeft zijn degelijkheid al bewezen in de tientallen
initiaties en naschoolse activiteiten (ism Stichting Vlaamse Schoolsport) die
jaarlijks gegeven worden door de gekwalificeerde medewerkers van de federatie en
de trainers van de clubs. In samenwerking met SVS hopen we deze activiteiten nog
uit te breiden.
We hopen aan de hand van deze brochure de drempel naar het geven van korfbal in
scholen te verlagen en de (beginnende – jonge) clubs een werkdocument aan te
bieden om kinderen op een leuke manier kennis te laten maken met korfbal.
Uit naam van de KBKB,
Veel succes
Praktijkfiches korfbal ~ 3 ~
Praktijkfiches korfbal ~ 4 ~
1. Inhoudstabel
1. Woord van de voorzitster ................................................................ 5
2. Handleiding High 5 coaches ............................................................. 6
3. Introductie van korfbal in het basisonderwijs en bij de clubs ...................... 9
Het doel van deze brochure is: ............................................................ 9
De lesfiches zijn bedoeld voor: ............................................................ 9
4. Uitgangspunten ........................................................................... 10
Het belangrijkste materiaal ............................................................... 10
De belangrijkste spelregels zijn .......................................................... 11
5. Tips & samenspel ......................................................................... 12
Tips en opbouw ............................................................................. 12
Scoren ........................................................................................ 12
Samenspelen (korfbal of ander balspel) ................................................. 12
6. Techniek beschrijving ................................................................... 13
Strekworp met 2 handen .................................................................. 13
Strekworp met 1 hand ..................................................................... 14
7. Afstandsschot bovenhands of schot uit stand ........................................ 15
8. Strafworp .................................................................................. 17
9. Doorloopbal ............................................................................... 18
10. Lesfiches ................................................................................ 20
Praktijkfiches korfbal ~ 5 ~
2. Woord van de voorzitster
Beste Sportvrienden,
Dat jullie begeesterd zijn door sport is duidelijk. Maar waarom “korfbal”?
In onze huidige maatschappij blijkt korfbal alle aspecten te hebben om samen te
sporten!
Het gemengde karakter is uniek in de sportwereld.
Jongens, meisjes, eender welke afkomst of cultuur spelen op hetzelfde niveau. De
ene kan niet zonder de andere.
Met de bal lopen mag niet, dus samenspel en veel bewegen, is de enige manier om
het doel te bereiken, scoren!!
Contact is strikt beperkt, dus ruw spel is uit den boze!
Met deze basisprincipes in het achterhoofd heeft de Koninklijke Belgische
Korfbalbond besloten om korfbal te introduceren in (alle) Vlaamse Scholen.
Dit begint natuurlijk op basis van een goede samenwerking en opleiding van de
(sport)leerkrachten. Vandaar dat we zeer trots zijn deze onmisbare tool aan jullie
te mogen voorstellen.
We hopen dat door deze samenwerking onze sport een meerwaarde kan brengen in
de opvoeding van onze jeugd.
TOGETHER FOR KORFBALL
Danielle Ruts
Voorzitter KBKB
Praktijkfiches korfbal ~ 6 ~
3. High 5 coaches
Deze handleiding wil de High 5 coaches ondersteunen bij het geven van een
initiatie High 5.
Doelstelling
- Kinderen op een speelse en aangename manier laten kennismaken met
korfbal
- Kinderen veel laten scoren in samenspel en tegenspel
- Dit allemaal op een sportieve manier (High 5)
Materiaal
- De High 5 toolboxen (2 tassen)
- 4 korfbalpalen
Opzet
De tijdspanne is 40 tot 45 minuten
Verdeel de kinderen in 4 ploegen, elke ploeg krijgt een kleur van hesjes en binnen
elke ploeg duidt men een kapitein aan. Elke ploeg krijgt één korf en 4 ballen.
Laat de kinderen veel gooien, korte en duidelijke uitleg zodat ze snel aan de slag
kunnen. Ook op rustmomenten mogen de kinderen scoren (oefenen).
Praktijkfiches korfbal ~ 7 ~
Start met samenspel: kinderen proberen om zo veel mogelijk doelpunten samen te
scoren. Na de verstreken tijd (anderhalve tot 2 minuten) geven de kinderen elkaar
een High 5 en komen de kapiteins de score meedelen om het scorebord aan te
vullen.
Daarna tegenspel: waar de tegenoverliggende korven tegen elkaar een wedstrijd
spelen. Beperk de regels tot niet lopen, geen contact, bal niet uit de handen slaan
(en eventueel verdedigd doelen, maar dit is niet altijd noodzakelijk). Na de
wedstrijd (ongeveer 4 minuten) geven de tegenstanders elkaar een High 5 en
komen de kapiteins hun gemaakte doelpunten meedelen om het scorebord aan te
vullen.
Dit herhalen we nog 3 keer (samenspel – tegenspel *3) zodat elk team tegen elkaar
gespeeld heeft. Op het einde komen we allemaal samen om onze totaalscore te
berekenen en kan er een foto van de ganse groep genomen worden.
Praktijkfiches korfbal ~ 8 ~
Tips en trics voor de High 5 coach
- Oneven aantallen kunnen bij het samenspel geen probleem geven, elke
ploeg heeft evenveel ballen. Voor het tegenspel kan je met een
reservespeler werken die er bijvoorbeeld in komt wanneer iemand een
doelpunt maakt.
- Bij een te kleine ruimte voor 2 velden kan je het samenspel wel laten
doorgaan op de normale manier en kan je bijvoorbeeld de wedstrijden om
de beurt laten spelen.
Eerst ploeg 1 tegen 2 (met 3 en 4 als supporters) en dan de andere
wedstrijd.
Of 2 ploegen de wedstrijd laten spelen en 2 ploegen het samenspel op
hetzelfde moment.
- Als je genoeg ballen kan voorzien, geef dan elk kind een bal.
- Bij langere tijdsduur dan een lesuur, start met een tikspel. Kinderen die
getikt zijn moeten gaan scoren in één van de korven en zijn dan terug vrij.
Ook het passen geven of balbehandeling kan je op allerlei leuke manieren
aanleren alvorens tot High5 over te gaan.
Succes!!
Praktijkfiches korfbal ~ 9 ~
4. Introductie van korfbal in het basisonderwijs en
bij de clubs
Het doel van deze brochure is
- Het aanbieden van oefen– en spelvormen om korfbal te introduceren op
school.
- Het aanbieden van een overzichtelijk geheel van lesfiches die in een school
of bij elke club met beginnende korfballers gebruikt kunnen worden. De
leerkracht/ trainer kan zelf aanvoelen wat wel en niet haalbaar is met een
bepaalde groep van kinderen (afhankelijk van de leeftijd, talent, tijdsduur,
materiaal,…).
De lesfiches zijn bedoeld voor
- Leerkrachten Lichamelijke Opvoeding van het basisonderwijs
- Vrijwilligers van clubs die korfbalinitiatie gaan geven op scholen
- Clubtrainers die beginnende korfballers op de training krijgen
De lesfiches zijn opgemaakt voor kinderen vanaf ongeveer 6 jaar. Het
uitgangspunt is dat de kinderen in staat zijn om allerlei spelvormen uit te voeren.
Ze zijn enigszins gewend om zelfstandig in groepjes activiteiten uit te voeren.
Afhankelijk van het motorische– en sociale niveau van de kinderen kunnen de
organisatie– en spelvormen gemakkelijk aangepast worden.
Op de pagina rond tips en uitbouw staan voldoende mogelijkheden om oefeningen
en spelvormen aan te passen aan de mogelijkheden van de kinderen.
Naast de lesfiches kunnen ook de belangrijkste techniekbeschrijvingen
teruggevonden worden in deze brochure.
De KBKB hoopt dat met het uitgeven van deze brochure de drempel om korfbal aan
te bieden in scholen verlaagd wordt. Het moet ook beginnende clubs en beginnende
trainers in staat stellen om op een leuke en eenvoudige manier kinderen te laten
kennismaken met korfbal. Uiteraard zijn er nog veel meer oefenvormen dan in
deze brochure vermeld staan.
De KBKB kan scholen en clubs bijstaan en ondersteuning bieden bij de uitvoer
van de initiaties. De gekwalificeerde sporttechnisch medewerkers van de KBKB
verzorgen jaarlijks tientallen initiaties op scholen en in clubs en hebben dus heel
wat ervaring.
Verdere informatie kan u vinden op de website www.korfbal.be of u kan een
bericht versturen naar promotie-recreatie@korfbal.be
Praktijkfiches korfbal ~ 10 ~
5. Uitgangspunten We hebben ervoor gekozen te werken met 2 x 5 lesfiches. 5 lessen korfbal voor 1e
tot 3e leerjaar en 5 lessen voor 4e tot 6e leerjaar. De lessen voor de hoogste jaren
kunnen ook gebruikt worden in het secundair onderwijs.
In de lessen komen specifieke korfbaltechnieken naar voor maar ook
balvaardigheden, samenspelen en het korfbalspel.
Er kunnen uiteraard aanpassingen gedaan worden afhankelijk van de mogelijkheden
in de lessen LO en het niveau van de groep. Er worden ook nog enkele tips
meegegeven op de volgende pagina.
Uit ervaring weten we dat de kans op een werkelijk leerresultaat groot is als er een
aantal lessen korfbal worden gegeven.
Het belangrijkste materiaal
- Liefst 4 korven, maar in de praktijk zien we dat er dikwijls met 2 korven en
2 baskets gewerkt wordt. Het kan gebeuren dat de basketringen niet op een
passende hoogte staan. Zorg er dan voor dat de grotere kinderen bij de
basketringen werken.
- Partijvestjes
- Kegels
- Ballen. Liefst korfballen maar voetballen of volleyballen kunnen ook perfect
gebruikt worden.
! Basketballen zijn te zwaar om naar de korven te gooien!
Op iedere leskaart staat ook aangegeven welk materiaal voor die specifieke les
nodig is.
Monokorfbal
Grootte van het terrein afhankelijk van de grootte van de zaal/veld. Er staan 2 korven recht tegenover elkaar met nog wat ruimte om achter de korven te spelen. 2 ploegen van 4 spelers spelen tegen elkaar. Ploegen spreken af wie naar welke korf gaat scoren.
Beachkorfbal
20x20 (of afhankelijk van de grootte van de zaal/veld) met 1 korf in het midden en 4 afgebakende hoeken waar bij onderschepping de bal naar toe gespeeld moet worden om te beginnen aanvallen.
Praktijkfiches korfbal ~ 11 ~
Tweevakskorfbal
Er wordt gespeeld op een terrein van 20x40m dat in 2 vakken wordt gedeeld. In ieder
vak staan 2 jongens en 2 meisjes. Eén vak valt aan en het andere verdedigt. Na een
bepaalde periode (kan bepaald worden door een bepaalde tijd of als er een
doelpunt gemaakt wordt) wordt er gewisseld van functie, dan worden aanvallers
verdedigers en de verdedigers worden aanvallers.
De belangrijkste spelregels zijn
- Er mag niet gelopen of gedribbeld worden met de bal in de handen
!! Pivoteren mag wel!!
- De bal mag niet uit de handen worden geslagen
- Geen lichamelijk contact
- Er mag maar een tegenstander tegelijk bij de balbezitter staan. Hij mag
hinderen en het moeilijk maken om een pas te geven maar hij mag het niet
onmogelijk maken.
- Je mag niet naar de bal duiken. Wie eerst hand op de bal legt, met beide
voeten op de grond krijgt de bal.
- Er mag niet gedoeld worden als de balbezitter verdedigd wordt. Verdedigd
wil zeggen: een tegenstander staat tussen de aanvaller en de korf en hij/zij
staat zo dicht dat de aanvaller kan geraakt worden en hij heeft één of twee
handen omhoog. Deze regel wordt zeer zelden toegepast in lessen op
school omdat er dan een goede korfbalkennis en vlotte balcirculatie moet
zijn om tot kansen te komen.
- Jongens spelen tegen jongens en meisjes tegen meisjes (tenzij er anders
wordt afgesproken in de les).
- Als iemand een doelpoging doet en een verdediger loopt hem aan of slaat de
bal uit de handen dan wordt er een strafworp toegekend. Een strafworp is een
vrije doelkans op 2,5 m voor de korf.
Praktijkfiches korfbal ~ 12 ~
6. Tips & samenspel Tips en opbouw
Scoren
- Probeer, indien mogelijk, voldoende korven (baskets) te voorzien zodat er
niet te veel leerlingen aan een korf staan.
- Zet de korven zeker niet te hoog, het is belangrijk dat er veel gescoord kan
worden.
- Probeer fouten in het doelen te verbeteren.
(zie meest voorkomende fouten bij techniekbeschrijvingen)
- Indien leerlingen bang zijn voor de bal, laat ze dan een zachte bal gebruiken.
- Probeer ervoor te zorgen dat leerlingen veel kunnen doelen naar de korven.
Per twee 1 bal is beter in plaats van per zes 1 bal.
- Men kan ook met afstand, plaats van waar gescoord wordt (achter de korf is
moeilijker dan ervoor),… gaan variëren om het makkelijker/moeilijker te
maken.
Nog enkele oefeningen
➢ Hoeveel doelpunten worden er door de klas gemaakt in 2 minuten. Aantal
keer herhalen wordt er meer gescoord?
➢ De korven worden op verschillende hoogtes gezet. Als het tweetal ieder 2 op
5 scoort mogen ze naar een hogere korf. Lukt dit niet dan scoren naar een
lagere korf of dezelfde hoogte.
Verdere oefeningen zie lesfiches. Alle oefeningen kunnen zowel bij bovenhands als
onderhands doelen gebruikt worden.
Samenspelen (korfbal of ander balspel)
- Probeer gelijkwaardige groepen qua spelniveau na te streven.
- Korfbal is een gemengde sport. Probeer ook in de lessen jongens en
meisjes samen te laten spelen.
- Terreinafbakening is belangrijk om ongelukken te voorkomen en
duidelijkheid naar de leerlingen toe.
- Probeer bij vijfbal, matbal,… de spelregels van korfbal reeds te gebruiken.
- Maak de groepen niet te groot zodat ieder kind aan bod komt.
- Om het voor de aanvallende ploeg makkelijker te maken kan je iemand extra
aanduiden die altijd mee aanvalt. Zo wordt het voor de aanvallers
makkelijker (creëer een overtal). Bij onderschepping gaat de extra aanvaller
naar de andere ploeg. Doe deze leerling een partijvestje aan.
- Bij grote groepen kan je 3 ploegen maken waarbij er telkens 1 ploeg even
wacht.
- Om het spel sneller te laten verlopen, kan je tijd invoeren waarbinnen een
pas moet gegeven worden. Binnen de 5 sec. de bal doorspelen, anders bal
naar de andere ploeg.
Praktijkfiches korfbal ~ 13 ~
7. Techniek beschrijving
Strekworp met 2 handen
Beginhouding
- de voeten staan in een voorwaartse spreidstand
- de knieën zijn licht gebogen
- de romp helt iets voorover
- het lichaamsgewicht rust op het achterste been
- de armen zijn gebogen (met lage ontspannen ellebogen)
- de bal bevindt zich voor de borst (met de duimen achter de bal en de
vingers gespreid over de zijkant van de bal)
Verloop
- beide armen gelijktijdig krachtig strekken
- het lichaamsgewicht overbrengen naar het voorste been
- de bal wordt losgelaten vlak voordat de armen geheel gestrekt zijn
- de handpalmen draaien naar buiten bij het lossen van de bal (polsen
omklappen)
- lichaamsgewicht verplaatsen in de werprichting
Eindhouding
- de armen wijzen de bal na (gestrekte en licht gespreide vingers, handpalmen
en armen zijn iets naar buiten gedraaid)
Meest voorkomende fouten
- de armen worden onvoldoende gestrekt
de worp heeft te weinig kracht
- de bal wordt met één hand weggeduwd, de ene arm duwt sterker dan de
andere arm
- men gebruikt alleen de armen
werpen is een totale beweging van het hele lichaam
Praktijkfiches korfbal ~ 14 ~
Strekworp met 1 hand
Beginhouding
- de voeten staan in een lichte voorwaartse spreidstand met linkervoet voor
- licht gebogen knieën en heupen
- de bal ligt op de rechterhand en wordt naast en achter het hoofd
gebracht
- het lichaam draait ondertussen iets mee naar achter in de richting van de
werparm
- de rechterschouder draait mee naar achter
- het lichaamsgewicht rust op het rechterbeen
Verloop
- de romp, de rechterschouder en de rechterarm worden naar voor gebracht
- het lichaamsgewicht verplaatst zich van het achterste naar het voorste been
- de arm snel strekken
- de vingers duwen de bal weg tijdens de snelle polsslag
Eindhouding
- het lichaamsgewicht rust op het voorste been
- de romp helt voorover
- de arm is gestrekt en wijst in de richting van het doel
- de hand is omgeklapt
Meest voorkomende fouten
- het verkeerde been staat voor
- de bal wordt niet ver genoeg achter het lichaam gebracht
- de werparm is onvoldoende gestrekt
- de bal wordt in de beweging van achter naar voor te ver naast het hoofd
gebracht
Praktijkfiches korfbal ~ 15 ~
Afstandsschot bovenhands of schot uit stand
Beginhouding
- de voeten staan in een kleine zijwaartse spreidstand
- de knieën zijn licht gebogen
- de romp helt iets voorover
- de bal wordt met beide handen op schouderhoogte gebracht, waarbij de
duimen zich achter/ onder de bal bevinden en de vingers gespreid zijn over
de zijkanten van de bal
- de handpalmen raken de bal niet
- de armen zijn gebogen en de ellebogen wijzen schuin naar beneden
- men kijkt over de bal naar de korf en vormt zo de miklijn
Verloop
- de bal wordt voor de schouders gehouden terwijl de benen een lichte buiging
maken
- de benen dienen voldoende gebogen en weer uitgestrekt te worden
- de bal wordt van voor de borst langs het gezicht omhoog gebracht en boven
het hoofd losgelaten op het moment dat de armen bijna gestrekt zijn
- beide armen dienen even krachtig te worden gestrekt
- tevens worden de enkels, de knieën en de heupen gestrekt en wordt er een
kleine opwaartse sprong gemaakt
Eindhouding
- de voeten hebben geen contact met de grond
- het lichaam is volledig gestrekt
- de gestrekte armen en gespreide vingers wijzen de bal na en geven de juiste
richting aan
Praktijkfiches korfbal ~ 16 ~
Meest voorkomende fouten
- verkeerde beginhouding
- de duimen worden evenwijdig gehouden met de andere vingers
bij jonge leerlingen kan best een fantasierijke uitleg geformuleerd
worden opdat ze dit aandachtspunt gemakkelijker zouden onthouden
vb. “de vingers over de oortjes van de bal leggen”
- de duimen wijzen naar elkaar, waardoor de ellebogen ver zijwaarts geheven
worden
- de sterkere arm wordt krachtiger gestrekt, waardoor de bal van zijn
rechtlijnige baan afwijkt
- de bal wordt te ver voor het lichaam begeleid en losgelaten, zodat een te
vlak schot ontstaat
- de kracht uit de benen wordt niet gebruikt, maar alle kracht komt uit de
armen
- er wordt naar voor gesprongen in plaats van omhoog
hierdoor bestaat een grote kans op het opspringen tegen de verdediger
eventueel een mat leggen voor de voeten van de leerling, de leerling
mag niet op de mat springen bij het afstandsschot
- er wordt niet nagewezen na het schot
Praktijkfiches korfbal ~ 17 ~
Strafworp
Beginhouding
- lichte voorwaartse spreidstand
- de knieën zijn licht gebogen
- de bal wordt met beide handen vastgehouden voor het lichaam ter hoogte
van de heupen
- de vingers zijn gespreid rond de bal en wijzen naar beneden: de pinken zijn
naar beneden gericht, de duimen bevinden zich meer aan de zijkant van de
bal
Verloop
- het voorste been strekken en gelijktijdig met het lichaam vooroverhellen
- de armen omhoog brengen en de bal hierbij zo lang mogelijk begeleiden in de
baan naar de korf
- de bal moet de handen verlaten hebben vooraleer de voet van het achterste
been, dat als zwaaibeen gebruikt wordt, de grond raakt (loopregel!)
- actieve knie-inzet (cfr hoogspringen) met het zwaaibeen
Eindhouding
- de voeten hebben geen contact met de grond tijdens de sprong
- de landing gebeurt op het zwaaibeen
- het lichaam is volledig gestrekt
- de armen wijzen de bal na
Meest voorkomende fouten
- foutieve handenstand
de handen vormen als het ware een kommetje om de bal
- onvoldoende strekking en begeleiding door de armen
- overtreding van loopregel wanneer de afzetvoet terug de grond raakt
vooraleer men gegooid heeft
- overtreding van de loopregel wanneer het zwaaibeen de grond raakt vooraleer
de bal geworpen is
- één van de armen wordt krachtiger uitgestrekt waardoor de bal in schuine
baan wordt gebracht
- geen of onvoldoende knieheffing
Praktijkfiches korfbal ~ 18 ~
Doorloopbal
De doorloopbal wordt gebruikt wanneer een speler of een speelster in een snelle
ren naar de korf een pas krijgt van een medespeler. Hoewel de techniek van de
doorloopbal één geheel is, is er in de eindfase een sterke overeenkomst met de
techniek van de strafworp. De doorloopbal is echter geen eenvoudige techniek om
aan te leren. Het is dan ook aangewezen om de strafworp als startpunt te nemen
voor het aanleren van de doorloopbal.
Beginhouding
- de laatste looppassen zijn voorbereidend op de doorloopbal
- de vingers wijzen naar beneden en zijn gespreid om de bal, de pinken zijn
naar beneden gericht
- de duimen bevinden zich meer aan de zijkant van de bal
Verloop
- onmiddellijk na het vangen gaan de armen omhoog: dit gebeurt op het
ogenblik dat er één voetcontact is met de grond of tijdens de vluchtfase
- na het ontvangen komt men nog met de andere voet op de grond, waarmee
wordt afgezet voor de schotactie
- de armen zo hoog mogelijk en rechtlijnig opzwaaien waarbij de handen de
bal loslaten aan het einde van de zwaai
- de laatste pas (of de rempas) is een grotere pas om de voorwaartse snelheid
op te vangen en deels om te zetten in hoogte
Eindhouding
- het lichaam is gestrekt
- het afzetbeen is volledig gestrekt; het zwaaibeen is gebogen in een hoek van
90°
- de gestrekte armen en de handen wijzen de bal na
- men stopt niet met lopen wanneer men aan de korf is, na de beweging blijft
men immers doorlopen, dit doorlopen hoort bij het volledige
bewegingsverloop
Praktijkfiches korfbal ~ 19 ~
Meest voorkomend fouten
- de handen worden volledig onder de bal gebracht
- overtreding van de loopregel door verder te lopen met de bal in de handen
- de opsprong (om de bal zo dicht mogelijk bij de korf te brengen) wordt
onvoldoende benut
- de armen worden onvoldoende gestrekt zodat de bal niet lang genoeg
begeleid wordt
Praktijkfiches korfbal ~ 20 ~
8. Lesfiches
Lesfiches 1e tot 3e leerjaar
Praktijkfiches korfbal ~ 21 ~
Oefenstof les 1
1. Opwarming a. Tikspel met zachte bal b. Balvaardigheden
2. Kern c. Estafettes met doelen d. Aanleren afstandsschot e. Inoefenen afstandsschot
3. Slot f. Vijfbal
Oefenstof les 4
1. Opwarming a. Ballenregen
2. Kern b. Herhalen vangen en
werpen c. Doelspel:
dobbelsteendoelen 3. Slot
d. Matbal
Oefenstof les 2
1. Opwarming a. Tikkertje korfbal
2. Kern b. Herhalen aandachtspunten
afstandsschot c. Doelspel: streepjesdoelen d. Doelspel: reis rond de
wereld e. Inoefenen passen geven
3. Slot f. Passenspel met scoren
naar kegels
Oefenstof les 5
1. Opwarming a. Tikspel met bal
2. Kern b. Herhalen aandachtspunten
doeltechnieken c. Verschillende
doeltechnieken herhalen 3. Slot
d. Monokorfbal
Oefenstof les 3
1. Opwarming a. Dassenroof b. Variatie
2. Kern c. Balvaardigheid op
Zweedse banken d. Aanleren strafworp e. Inoefenen strafworp f. Doelspel waarbij alleen
onderhands mag gescoord worden
3. Slot g. Nummerdoelen h. Popcorn
Praktijkfiches korfbal ~ 22 ~
Lesfiches 4e tot 6e leerjaar
Oefenstof les 1
1. Opwarming a. Tikkertje Korfbal
2. Kern a. Vijfbal b. Aanleren afstandsschot c. Inoefenen Afstandsschot d. Doelspel: Kegels roven e. Doelspel: Plussen en
minnen 3. Slot
a. Monokorfbal 4-4
Oefenstof les 4
1. Opwarming a. Matbal
2. Kern a. Aanleren doorloopbal b. Doelspel: Dobbelsteendoelen
3. Aanleren tweevakskorfbal 8-8 a. Uitleg tweevakskorfbal
4. Slot a. Nummerdoelen
Oefenstof les 2
1. Opwarming a. Tikspel met de palen
2. Kern a. Herhalen
aandachtspunten afstandsschot
b. Doelspel: Streepjesdoelen c. Monokorfbal 5-4 d. Aanleren strafworp e. Inoefenen strafworp
f. Doelspel: Reis rond de wereld
3. Slot a. Beachkorfbal
Oefenstof les 5
1. Opwarming a. Driehoeksmonokorfbal
2. Kern a. Verschillende
doeltechnieken herhalen b. Tweevakskorfbal 8-8 spelen
Oefenstof les 3
1. Opwarming a. Korfoverloop
2. Kern a. Herhalen
aandachtspunten strafworp
b. Verschillende doeltechnieken herhalen
c. Doelspel: Scrabbledoelen d. Monokorfbal 4-4-4
3. Slot a. Popcor
Praktijkfiches korfbal ~ 23 ~
1e tot 3e leerjaar: Oefenstof les 1
Materiaal
- zachte bal(len)
- verschillende soorten ballen
- overgooiers
- korven ( 4 of 2 en 2
basketringen)
- kegels
1. Opwarming
Tikspel met zachte bal
1 tikker met zachte bal, de andere lln. lopen vrij rond door de zaal. De tikker
probeert de andere lln. aan te gooien met de bal.
Opmerking
- Leerlingen die getikt worden gaan aan de kant zitten of worden mee
ingeschakeld als tikker als er meerdere zachte ballen zijn.
- Bij veel leerlingen reeds met meerdere tikkers beginnen
Balvaardigheden
Elke lln. heeft 1 bal (gelijk welke bal: korfbal, voetbal, volleybal, basketbal,
tennisbal,….). Lln. voeren volgende oefeningen uit:
➢ Bal rollen (met l-hand en r-hand)
➢ Bal stuiten
➢ Bal dribbelen (eerst met r-hand dan l-hand)
➢ Bal rond lichaam draaien
➢ Bal opwerpen en vangen
➢ Idem maar in handen klappen alvorens bal terug op te vangen
➢ …
Opmerking
Op het fluitsignaal worden ballen neergelegd en wordt er een andere bal genomen.
Als dit vlot gaat wordt alles uitgevoerd als leerlingen in lichte looppas zijn.
Praktijkfiches korfbal ~ 24 ~
2. Kern
Estafettes met doelen
➢ Slalom tussen de kegels, 1 doelpoging nemen, bal pakken en doorgeven aan
de volgende
➢ Achterwaarts lopen tussen de kegels, dan idem vorige oef.
➢ Dribbelen tussen de kegels,…
➢ Springen tussen kegels met 2 voeten samen,…
➢ …
Aanleren afstandsschot
Techniekbeschrijving zie p7-8
Inoefenen afstandsschot
Per tweetal voorzien we 1 bal (moet geen korfbal zijn maar liefst geen basketbal
want deze is te zwaar). Leerlingen verspreiden zich over de verschillende korven
om het afstandsschot in te oefenen. Leerling 1 doelt en leerling 2 neemt de bal.
Na x- aantal keer wisselen.
3. Slot
Vijfbal
Leerlingen worden verdeeld in 2 (4 indien veel leerlingen) ploegen. Elke ploeg moet
proberen om 5 passen te geven binnen de ploeg zonder dat de andere ploeg de
bal kan onderscheppen. Lukt dit, dan verdient de ploeg 1 punt. Als de bal op de
grond valt, heeft deze ploeg terug 0 punten.
Opmerking
Indien blijkt dat vijfbal te gemakkelijk/moeilijk is, kan er overgeschakeld worden
op tien- of driebal.
Of er kunnen extra regels worden toegevoegd:
- Er mag niet gepast worden naar de speler waar je de bal van gekregen hebt.
- Bal moet binnen de 3 sec. worden doorgespeeld
- Als bal op grond valt, gaat bal naar tegenpartij
- ……
Gebruik alle regels van korfbal (zie uitgangspunten)
Praktijkfiches korfbal ~ 25 ~
1e - 3e leerjaar: Oefenstof les 2
Materiaal
- Overgooiers
- Korfballen(+ eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Kegels/ grote kegels
- Korven (4 of 2 en 2 basketringen)
1. Opwarming
Tikkertje Korfbal
1 tikker of meerdere tikkers aanduiden, de andere leerlingen lopen vrij rond door
de zaal. Wanneer een leerling getikt is, moet hij/zij eerst 1 doelpunt gaan scoren
aan één van de korven alvorens terug mee te mogen spelen.
Opmerking
Duidelijke terreinafbakening waar de leerlingen mogen lopen voor het tikspel en
waar er gedoeld kan worden zodat dit niet door elkaar loopt en er ongelukken
gebeuren.
2. Kern
Herhalen aandachtspunten afstandsschot
Leergesprek: de aandachtspunten van afstandsschot opsommen. Daarna inoefenen
afstandsschot.
Doelspel: streepjesdoelen
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korfbalpalen. Voor de palen
staan verschillende streepjes met een tussenafstand van 1 meter (aantal zelf te
bepalen). Leerlingen staan op een rij achter elkaar voor de korf opgesteld achter
het eerste streepje. Leerlingen proberen om beurt een doelpunt te scoren. Scoort
de leerling, dan mag hij/zij bij de volgende beurt 1 streepje verder gaan staan en
van daar proberen scoren. Mislukt de doelpoging, dan moet de leerling bij de
volgende beurt terug vanachter hetzelfde streepje proberen doelen. De leerling
die het eerst gescoord heeft aan het laatste streepje is de winnaar.
Opmerking
Dit spel kan ook per ploeg gespeeld worden, om zo het teamaspect van korfbal meer te
benadrukken. Van zodra 1 leerling van de groep scoort, mag de volledige groep 1
Praktijkfiches korfbal ~ 26 ~
streepje naar achter. De groep die het eerst gescoord heeft aan het laatste
streepje is de winnaar
Doelspel: reis rond de wereld
Er staan 5 kegels op ongeveer 2,5 m rond de korfbalpaal. Leerlingen proberen om
beurt te doelen met een bovenhands schot aan de eerste kegel. Scoren betekent
doorschuiven naar de volgende kegel, missen is terug aansluiten aan dezelfde
kegel. De leerling die het eerst volledig rond is, is de winnaar.
Inoefenen passen geven
Leerlingen hebben per twee 1 bal:
In de zaal staan kegels tegenover elkaar maar de afstand tussen de kegels is
verschillend. Leerling 1 vertrekt aan de eerste kegel en geeft de pas naar leerling 2
die aan de overkant staat en loopt naar de kegel ernaast. Leerling 2 geeft de pas
terug en schuift ook een kegel op. De leerlingen leren door de verschillende
afstanden tussen de kegels afstanden inschatten.
Eerst worden passen met 2 handen gegeven daarna passen met 1 hand (l en r).
3. Slot
Passenspel met scoren naar kegels
Leerlingen worden verdeeld in 2 (4 indien veel leerlingen) ploegen. Elke ploeg moet
proberen om 5 passen te geven binnen de ploeg zonder dat de andere ploeg de
bal kan onderscheppen. Lukt dit, dan verdient de ploeg 1 punt. Als de bal op de
grond valt, heeft deze ploeg terug 0 punten.
Opmerking
Leerlingen spelen 4-4. Leerlingen kunnen scoren door tegen een grote kegel te
gooien die in een doelvrije zone staat. Aanvallers trachten door samenspel
zoveel mogelijk punten te scoren, verdedigers trachten dit te verhinderen. Als
verdedigers de bal kunnen onderscheppen kunnen ze naar hun eigen kegel een
punt proberen maken. Na een punt vertrekt de bal steeds van de kegel waar het
punt gescoord werd.
De spelregels van korfbal gelden( zie uitgangspunten)
Praktijkfiches korfbal ~ 27 ~
1e – 3e leerjaar: Oefenstof les 3
Materiaal
- Dassen
- Zweedse banken
- Overgooiers
- Korven (4 of
2 en 2 basketringen)
- Kegels
- Korfballen ( + eventueel andere
bruikbare ballen: voetballen,
volleyballen)
- Hoepels
1. Opwarming
Dassenroof
Alle leerlingen krijgen 1 das en steken deze achteraan in de broek. Er wordt een
tikker(s) aangeduid.
Deze proberen de das van de andere leerlingen weg te nemen. Wie zijn das kwijt is
gaat even aan de kant zitten
Variatie
Er wordt geen tikker aangeduid maar iedereen mag de das van iemand anders
nemen. Wie zijn das kwijt is gaat aan de kant zitten. Wie kan het hoogste aantal
dassen veroveren?
2. Kern
Balvaardigheid op Zweedse banken
Leerlingen stappen op/naast Zweedse bank en proberen volgende oef. uit te
voeren:
➢ Bal rollen over de bank( eerst rechts dan links), naast bank lopen
➢ Bal stuiten op bank, lopen op bank
➢ Bal rond lichaam draaien, lopen op bank
➢ Bal naast bank dribbelen( l en r), lopen op bank
➢ …
Aanleren strafworp
We hebben al bovenhands leren doelen, maar er bestaat ook een onderhandse
doeltechniek, nl strafworp. Deze wordt genomen 2,5 m voor de korf.
Zie Techniekbeschrijving
Praktijkfiches korfbal ~ 28 ~
Inoefenen strafworp
Leerlingen verspreiden zich over de verschillende korfbalpalen en stellen zich op
2,5m voor de paal. Per tweetal 1 bal (moet geen korfbal zijn maar liefst geen
basketbal want deze is te zwaar).
Doelspel waarbij alleen onderhands mag gescoord worden
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korven. Leerlingen staan 2,5m
voor de korf. De verschillende korven spelen tegen elkaar. Wie maakt eerst
x-aantal doelpunten.
Opmerking
Om het wat fysiek actiever te maken kan je altijd een kleine
b ewegingsomloop invoeren. Vb. achterwaarts lopen tot bank, op armkracht zich
over Zweedse bank trekken, schot nemen en bal terugleggen en terug vooraan
aansluiten. De mogelijkheden hier zijn eindeloos afhankelijk van materiaal en
ruimte.
3. Slot
Nummerdoelen
Leerlingen worden in 2 ploegen verdeeld. Binnen de ploeg krijgt iedereen een
nummer van 1 tot … afhankelijk van het aantal spelers. Beide ploegen gaan achter
een lijn staan op gelijke afstand van de korf. Leerkracht roept een nummer. De
beide nummers komen naar voor, nemen een bal en proberen zo snel mogelijk
een doelpunt te maken. Wie eerst scoort heeft een punt voor zijn ploeg. Nadien
bal terugleggen in hoepel.
Opmerking
Indien er veel leerlingen zijn 4 ploegen maken en werken aan 1 of 2 korven anders
komen de leerlingen te weinig aan bod.
Popcorn
Leerlingen staan in een rij voor de korf en doelen om beurt van 2,5m voor de korf.
De leerlingen kiezen zelf welke doeltechniek ze gebruiken, bovenhands schot of
strafworp. Scoort de voorgaande leerling, dan moet de volgende leerling ook scoren
of hij/zij valt uit. Scoort de voorgaande leerling niet, dan moet de volgende
Praktijkfiches korfbal ~ 29 ~
leerling ook niet scoren, maar het mag wel. Leerlingen die uitgevallen zijn,
beginnen met het opruimen van het gebruikte materiaal.
Praktijkfiches korfbal ~ 30 ~
1e -3e leerjaar: Oefenstof les 4
Materiaal
- Verschillende soorten ballen ( groot en klein, zwaar, licht,…)
- Dobbelsteen of kaarten
- Korven ( 4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
- Korfballen ( + eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Matten
- Mand( of deel van de plint,…)
1. Opwarming
Ballenregen (met veel en allerlei soorten ballen)
De leerkracht of een leerling werpt de ballen 1 voor 1 uit de mand, de andere
leerlingen brengen ze terug naar de mand.
Lukt het om de mand leeg te krijgen.
2. Kern
Herhalen vangen en werpen
Leerlingen worden in groepjes van 4 verdeeld en stellen zich op in een vierkant
verspreid over de zaal. Afstanden in functie van het niveau van de groep. Elk
viertal plaatst de bal door in wijzerzin.
Ander mogelijkheden:
➢ Passen geven in tegen-wijzerzin
➢ Passen vrij geven ( diagonaal, …)
De techniek van vangen met 2 handen, strekworp met 1 en/of 2 handen worden
herhaald en gedemonstreerd.
Na een oefenperiode voorzien we een spelvorm die de verschillende ploegen tegen
elkaar laat werpen. Bij voorbeeld welke ploeg haalt eerst 20 passen zonder dat de
bal valt,…
Doelspel: dobbelsteendoelendoelen
De lln worden verdeeld over de verschillende palen. Lln mogen om beurt proberen
scoren met een bovenhands schot/ strafworp (zelf te bepalen). Wie scoort, mag
Praktijkfiches korfbal ~ 31 ~
met de dobbelsteen werpen. Het aantal ogen bepaalt het aantal punten dat
gescoord wordt. De groep die het meeste punten scoort, is de winnaar!
Dit spel kan ook gespeeld worden met kaarten (kaart trekken), …
3. Slot
Matbal
Leerlingen worden verdeeld in 2 ploegen. Van elke ploeg staat 1 speler op de mat,
deze mag de mat niet verlaten en de andere leerlingen mogen de mat niet
betreden. Ploegen proberen door samenspel bal naar matspeler te spelen. Ploeg
krijgt 1 punt wanneer de matspeler de bal kan vangen. De matspeler moet
regelmatig vervangen worden!
Opmerking
Om samenspel te bevorderen kan je een verplicht aantal passen opleggen of er
voor zorgen dat iedere leerling de bal gehad heeft alvorens de matspeler
aangespeeld mag worden.
Praktijkfiches korfbal ~ 32 ~
1e – 3e leerjaar: Oefenstof les 5
Materiaal
- Verschillende soorten ballen (groot en klein, zwaar, licht,…)
- Overgooiers
- Korven ( 4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
- Korfballen ( + eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Hoepels
1. Opwarming
Tikspel met bal
De leerlingen worden in groepen verdeeld van 5-6 leerlingen. Iedere groep krijgt 1
bal. Er wordt 1 tikker aangeduid die gaat proberen de leerling met bal aan te
tikken. Lukt dit dan wordt de aangetikte de nieuwe tikker.
Er worden duidelijke afspraken gemaakt.
Vb. bal mag niet botsen/ 1 keer botsen afhankelijk van niveau van de leerlingen.)
Als je de bal weggooit naar nergens om hem weg te hebben, ben je er ook aan.
2. Kern
Herhalen aandachtspunten doeltechnieken
Leerkracht vraagt aan de leerlingen om de verschillende aandachtspunten van
de verschillende doeltechnieken op te sommen.
Verschillende doeltechnieken herhalen (afstandsschot, strafworp) Per twee 1 bal.
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korfbalpalen. Leerlingen
ondernemen om beurt een doelpoging, startend met het afstandsschot. Van zodra er
een leerling gescoord heeft ( met een afstandsschot proberen de leerlingen te scoren
met een strafworp. Is er gescoord met een strafworp, dan proberen de leerlingen
terug te scoren met een afstandsschot, … Per doelpunt krijgt de groep 1 punt. De
groep die het eerst 10 punten verzamelt, wint.
3. Slot
Monokorfbal
Herhalen spelregels + speelwijze monokorfbal ( zie uitgangspunten)
Praktijkfiches korfbal ~ 33 ~
4e – 6e leerjaar: Oefenstof les 1
Materiaal
- Korfballen ( + eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Overgooiers
- Korven ( 4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
1. Opwarming
Tikkertje Korfbal
1 tikker aanduiden, de andere leerlingen lopen vrij rond door de zaal. Wanneer een
leerling getikt is, moet hij/zij eerst 1 (of meer) doelpunten gaan scoren aan één
van de korven alvorens terug mee te mogen spelen.
Opmerking
Duidelijke terreinafbakening waar de leerlingen mogen lopen voor het tikspel en
waar er gedoeld kan worden zodat dit niet door elkaar loopt en er ongelukken
gebeuren.
2. Kern
Vijfbal
Leerlingen worden verdeeld in 2 (4 indien veel leerlingen) ploegen. Elke ploeg moet
proberen om 5 passen te geven binnen de ploeg zonder dat de andere ploeg de
bal kan onderscheppen. Lukt dit, dan verdient de ploeg 1 punt. Als de bal op de
grond valt, heeft deze ploeg terug 0 punten.
Opmerking
Indien blijkt dat vijfbal te gemakkelijk/moeilijk is, kan er overgeschakeld worden
op tien- of driebal.
Of er kunnen extra regels worden toegevoegd:
➢ Er mag niet gepast worden naar de speler waar je de bal van gekregen hebt.
➢ Bal moet binnen de 3 sec. worden doorgespeeld
➢ Als bal op grond valt gaat bal naar tegenpartij
➢ ……
Praktijkfiches korfbal ~ 34 ~
Gebruik alle regels van korfbal ( zie uitgangspunten)
Aanleren afstandsschot
Techniekbeschrijving zie p7-8
Inoefenen afstandsschot
Per tweetal 1 bal (moet geen korfbal zijn maar liefst geen basketbal want deze is te
zwaar). Leerlingen verspreiden zich over de verschillende korven om het
afstandsschot in te oefenen. Leerling 1 doelt en leerling 2 neemt de bal. Na
x- aantal keer wisselen.
Doelspel: Kegels roven
Leerlingen worden verdeeld in x aantal ploegen (afhankelijk van aantal korven en
aantal leerlingen) en stellen zich op aan de korven. Tussen de korven staan een
aantal kegels. De leerlingen van beide ploegen werpen om beurt naar de korf van
op 2,5m voor de korf. Als een leerling mist, geeft hij/ zij de bal door aan de
volgende leerling en sluit achteraan aan. Als een leerling scoort, mag hij/zij een
kegel gaan roven. Als de kegels die in het midden stonden op zijn, mag hij/zij een
kegel gaan roven bij een andere ploeg. De kegels mogen niet verdedigd worden en
moeten open staan zodat iedereen goed kan zien hoeveel kegels de ploegen
hebben. De ploeg met het meeste kegels op het eindsignaal wint!
Doelspel: Plussen en minnen
Per tweetal 1 bal. Elk duo tracht te scoren van op 2,5m voor de korf (1 leerling
doelt en de andere neemt de rebound, regelmatig wisselen). Scoort iemand een
doelpunt, dan krijgt hij/zij 2 punten; mist de leerling, dan moet hij/zij 1 punt
aftrekken. Men kan niet onder 0 gaan. Welk duo haalt het eerst 10 punten?
Opmerking
Dit spel kan ook individueel (alle leerlingen hebben een bal en houden hun eigen
score bij) als per korfbalpaal (alle leerlingen aan een paal werken samen) gespeeld
worden.
3. Slot
Monokorfbal 4-4
Leerlingen spelen monokorfbal 4 – 4 en proberen de techniek van het afstandsschot
toe te passen in het spel.
Opmerking
Praktijkfiches korfbal ~ 35 ~
Monokorfbal kan ook 5-5 of 6-6 gespeeld worden. Probeer de groepen wel niet te
groot te maken want dan komen vooral de minder balvaardige leerlingen weinig aan
de bal.
Alles over monokorfbal en de reglementen: zie uitgangspunten
Praktijkfiches korfbal ~ 36 ~
4e – 6e leerjaar: Oefenstof les 2
Materiaal
- Korfballen( + eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Overgooiers
- Korven ( 4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
1. Opwarming
Tikspel met de palen
De korven staan verspreid in de zaal. Eén tikker aanduiden, deze probeert zoveel
mogelijk leerlingen te tikken. Leerlingen die aan een korf staan zijn veilig en
kunnen niet getikt worden. Er mogen maximaal 2 leerlingen per korf staan. Van
zodra er een 3de leerling bijkomt, moet de eerste leerling de korf verlaten. Getikte
leerlingen moeten eerst een doelpunt maken om terug mee te kunnen doen.
Opmerking
Duidelijke terreinafbakening waar de leerlingen mogen lopen voor het tikspel en
waar er gedoeld kan worden zodat dit niet door elkaar loopt en er ongelukken
gebeuren.
2. Kern
Herhalen aandachtspunten afstandsschot
Leergesprek: de aandachtspunten van afstandsschot opsommen. Daarna inoefenen
afstandsschot.
Doelspel: Streepjesdoelen
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korfbalpalen. Voor de palen
staan verschillende streepjes met een tussenafstand van 1 meter (aantal zelf te
bepalen). Leerlingen staan op een rij achter elkaar voor de korf opgesteld achter
het eerste streepje. Leerlingen proberen om beurt een doelpunt te scoren. Scoort
de leerling, dan mag hij/zij bij de volgende beurt 1 streepje verder gaan staan en
van daar proberen scoren. Mislukt de doelpoging, dan moet de leerling bij de
volgende beurt terug van achter hetzelfde streepje proberen doelen. De leerling
die het eerst gescoord heeft aan het laatste streepje is de winnaar.
Praktijkfiches korfbal ~ 37 ~
Opmerking
Dit spel kan ook per ploeg gespeeld worden om zo het teamaspect van korfbal
meer te benadrukken. Van zodra 1 leerling van de groep scoort, mag de volledige
groep 1 streepje naar achter. De groep die het eerst gescoord heeft aan het laatste
streepje is de winnaar
Monokorfbal 5-4
Er wordt 5 tegen 4 gespeeld. Er zijn 5 aanvallers, 4 aanvallers kunnen zich vrij
verplaatsen op het terrein en 1 aanvaller stelt zich op ter hoogte van één van de
zijlijnen. Deze aanvaller mag zich vrij verplaatsen langs deze zijlijn, hij/ zij mag
niet in het terrein komen maar mag wel scoren van afstand. De 4 verdedigers
trachten het samenspel van de aanvallers te verhinderen. Leerlingen trachten het
afstandsschot toe te passen tijdens de wedstrijd.
Opmerking
De speler langs de zijlijn blijft steeds bij de aanvallende ploeg.
We gebruiken dit om het speelveld breed te houden en de aanvallende ploeg een
extra persoon te geven zodat het aanvallen makkelijker gaat.
Aanleren strafworp
We hebben al bovenhands leren doelen, maar er bestaat ook een onderhandse
doeltechniek, nl strafworp. Deze wordt genomen 2,5m voor de korf.
Techniekbeschrijving zie p7-8
Inoefenen strafworp
Leerlingen verspreiden zich over de verschillende korfbalpalen en stellen zich op
2,5m voor de paal. Per tweetal 1 bal (moet geen korfbal zijn maar liefst geen
basketbal want deze is te zwaar).
Doelspel waarbij alleen onderhands mag gescoord worden
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korven. Leerlingen staan 2,5m
voor de korf. De verschillende korven spelen tegen elkaar. Wie maakt eerst
x-aantal doelpunten.
Doelspel: Reis rond de wereld
Er staan 4 kegels op ongeveer 2,5m rond de korfbalpaal. Leerlingen proberen om
beurt te doelen met een strafworp aan de eerste kegel. Scoren betekent
Praktijkfiches korfbal ~ 38 ~
doorschuiven naar de volgende kegel, missen is terug aansluiten aan dezelfde kegel.
De leerling die het eerst volledig rond is, is de winnaar.
3. Slot
Beachkorfbal
Leerlingen spelen terug Beachkorfbal 4 – 4 en proberen de techniek van het
afstandsschot en de strafworp toe te passen in het spel. Beachkorfbal wordt iets
anders gespeeld dan monokorfbal. Er staat maar 1 korf in het midden van het
terrein (vierkant van 20x20). Als de bal onderschept wordt moet deze eerst
uitgewerkt worden naar 1 van de hoeken alvorens de ploeg die de bal onderschept
heeft mag beginnen aanvallen.
Opmerking
Beachkorfbal kan ook 5-5 of 6-6 gespeeld worden. Probeer de groepen wel niet te
groot te maken want dan komen vooral de minder balvaardige leerlingen weinig aan
de bal.
Alles over Beachkorfbal en de reglementen: zie uitgangspunten
Praktijkfiches korfbal ~ 39 ~
4e – 6e leerjaar: Oefenstof les 3
Materiaal
- Korfballen (+ eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Overgooiers
- Korven (4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
- Hoepels
- Scrabblespel
1. Opwarming
Korfoverloop
In elke hoek van het veld staat een korfbalpaal (hoepel). Leerlingen worden
verdeeld over de 4 palen (hoepels). In het midden van het veld staat een tikker.
Na het startsignaal moeten leerlingen telkens overlopen naar andere korfbalpaal
(hoepel) zonder getikt te worden. Getikte leerlingen worden zelf ook tikker (en
trekken ook een partijvestje aan). Tikkers vertrekken steeds vanuit het midden
van het veld. Leerlingen die het langst overblijven, winnen.
2. Kern
Herhalen aandachtspunten strafschot
Leerkracht vraagt aan de leerlingen om de verschillende aandachtspunten van de
strafworp op te sommen
Verschillende doeltechnieken herhalen (afstandsschot, strafworp) Per tweetal 1 bal.
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korfbalpalen. Leerlingen
ondernemen om beurt een doelpoging, startend met het afstandsschot. Van zodra
er een leerling gescoord heeft met een afstandsschot proberen de leerlingen te
scoren met een strafworp. Is er gescoord met een strafworp, dan proberen de
leerlingen terug te scoren met een afstandsschot, … Per doelpunt krijgt de groep 1
punt. De groep die het eerst 10 punten verzamelt, wint.
Praktijkfiches korfbal ~ 40 ~
Doelspel: Scrabbledoelen
In de zaal staat een doos met letters. De leerlingen verspreiden zich over de
verschillende korven en proberen om beurt een doelpunt te scoren met de
strafworpbeweging. Wanneer een leerling scoort, mag hij/zij een letter uit de
doos nemen en bij zijn/haar korf leggen. Wanneer de leerkracht fluit, stoppen de
leerlingen met doelen en krijgen ze even bedenktijd om een zo lang mogelijk
woord te vormen met de letters van de groep. De groep die het langste bestaande
woord kan vormen, wint. Dit spel kan ook met kaarten (het hoogst aantal kaarten
of zo veel mogelijk kwartetten,…)
Monokorfbal 4 – 4 – 4
Er wordt met 3 ploegen van 4 spelers gespeeld naar 2 korven. Men speelt dus
4 – 4 – 4. Het terrein is verdeeld in 2 vakken. Op het ene vak speelt ploeg A tegen
ploeg B terwijl ploeg C wacht op de middellijn. Als ploeg A scoort, blijft ploeg B
op dezelfde speelhelft staan en vertrekt ploeg A onmiddellijk naar de andere
speelhelft om daar te gaan aanvallen tegen ploeg C, die start als verdedigende ploeg.
Als ploeg C daar de bal kan onderscheppen, mag deze ploeg op de andere
speelhelft gaan aanvallen tegen ploeg B en moet ploeg A op dezelfde speelhelft
blijven staan. Scoort echter ploeg A, dan mag deze ploeg (A) opnieuw gaan
aanvallen tegen ploeg B op de andere speelhelft en moet ploeg C blijven staan. Met
andere woorden: scoren betekent dus blijven aanvallen!!
3. Slot
Popcorn
Leerlingen staan in een rij voor de korf en doelen om beurt van 2,5m voor de korf.
De leerlingen kiezen zelf welke doeltechniek ze gebruiken: bovenhands schot of
strafworp. Scoort de voorgaande leerling, dan moet de volgende leerling ook
scoren of hij/zij valt uit. Scoort de voorgaande leerling niet, dan moet de
volgende leerling ook niet scoren, maar het mag wel. Leerlingen die uitgevallen
zijn, beginnen met het opruimen van het gebruikte materiaal.
Praktijkfiches korfbal ~ 41 ~
4e – 6e leerjaar: Oefenstof les 4
Materiaal
- Korfballen (+ eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Overgooiers
- Korven ( 4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
1. Opwarming
Matbal
Leerlingen worden verdeeld in 2 ploegen. Van elke ploeg staat 1 speler op de
mat, deze leerling mag de mat niet verlaten en de andere leerlingen mogen de
mat niet betreden. Ploegen proberen door samenspel de bal naar de matspeler te
spelen. Ploeg krijgt 1 punt wanneer de matspeler de bal kan vangen. De matspeler
moet regelmatig vervangen worden!
Opmerking
Om samenspel te bevorderen kan je een verplicht aantal passen opleggen of er
voor zorgen dat iedere leerling de bal gehad heeft alvorens de matspeler
aangespeeld mag worden.
2. Kern
Aanleren doorloopbal
Er staat een aangever op 2,5m voor de korf. De aangever houdt de bal met 1 hand
vast op heuphoogte. Volgende opdrachten worden uitgevoerd:
➢ Naar de korf toe stappen, bal uit de handen van de aangever nemen en
strafworp uitvoeren
➢ In lichte looppas naar de korf toelopen, bal uit de handen van de aangever
nemen en strafworp uitvoeren
➢ In lichte looppas naar de korf toelopen, kleine pas krijgen van de aangever,
bal vangen en strafworp uitvoeren
De aangever staat nu onder de korf (timing en plaatsing van pasgave zijn heel
belangrijk om een goede doorloopbal te kunnen uitvoeren!!):
➢ In lichte looppas naar de korf toelopen, pas krijgen van de aangever, bal
vangen en strafworp uitvoeren
➢ Naar de korf toe sprinten, pas krijgen van de aangever, bal vangen en
strafworp uitvoeren
Praktijkfiches korfbal ~ 42 ~
Techniekbeschrijving zie p7-8
Doelspel: Dobbelsteen doelen
De leerlingen worden verdeeld over de verschillende palen. Ze mogen om beurt
proberen scoren met een doorloopbal. Wie scoort, mag met de dobbelsteen
werpen. Het aantal ogen bepaalt het aantal punten dat gescoord wordt. De groep
die het meeste doelpunten scoort is de winnaar!
3. Aanleren tweevakskorfbal 8 – 8
Uitleg tweevakskorfbal
Er wordt tweevakskorfbal 8 tegen 8 gespeeld. Een ploeg van 8 bestaat telkens uit
4 jongens en 4 meisjes (in de mate van het mogelijke). Het veld is verdeeld in 2
vakken, in ieder vak spelen 2 meisjes en 2 jongens van het ene team tegen 2 jongens
en 2 meisjes van het andere team. Het aanvallen is gescheiden van het verdedigen
door de verdeling van het veld in 2 vakken, een aanvallend vak en een verdedigend
vak. Als de bal wordt onderschept door de verdediging in een bepaald vak brengt
deze de bal over naar het aanvallende gedeelte van de ploeg die in het andere vak
staan, dan kunnen deze beginnen aanvallen tot er gescoord wordt of de bal
onderschept wordt door de andere ploeg die dan op hun beurt de bal naar hun
aanval in het andere vak brengen.
Opmerking
Voor verdere uitleg zie uitgangspunten.
Wisselen van functie aanval/verdediging kan na een bepaalde periode of na het
maken van 2 doelpunten.
4. Slot
Nummerdoelen
Leerlingen worden in 2 ploegen verdeeld. Binnen de ploeg krijgt iedereen een
nummer van 1 tot … afhankelijk van het aantal spelers. Beide ploegen gaan achter
een lijn staan op gelijke afstand van de korf. Leerkracht roept een nummer. De
beide nummers komen naar voor, nemen een bal en proberen zo snel mogelijk
een doelpunt te maken. Wie eerst scoort heeft een punt voor zijn ploeg. Nadien
bal terugleggen in hoepel.
Opmerking
Indien er veel leerlingen zijn 4 ploegen maken en werken aan 1 of 2 korven anders
komen de leerlingen te weinig aan bod.
Praktijkfiches korfbal ~ 43 ~
Praktijkfiches korfbal ~ 44 ~
4e – 6e leerjaar: Oefenstof les 5
Materiaal
- Korfballen (+ eventueel andere bruikbare ballen: voetballen, volleyballen)
- Overgooiers
- Korven (4 of 2 en 2 basketringen)
- Kegels
1. Opwarming
Driehoeksmonokorfbal
Dit is eigenlijk monokorfbal met 3 ploegen. Er staan 3 korfbalpalen opgesteld in een
driehoek. De lln. worden in 3 groepen van 4 lln verdeeld (gebruik partijvestjes!).
Ploeg A verdedigt korf 1 en mag doelen op korf 2 en korf 3. Ploeg B verdedigt korf
2 en mag aanvallen op korf 1 en korf 3. Ploeg C verdedigt korf 3 en mag aanvallen
naar korf 1 en korf 2.
2. Kern
Verschillende doeltechnieken herhalen (afstandsschot,
strafworp, doorloopbal)
Leerlingen worden verdeeld over de verschillende korfbalpalen. Leerlingen
ondernemen om beurt een doelpoging, startend met het afstandsschot. Van zodra
er een leerling gescoord heeft met een afstandsschot proberen de leerlingen te
scoren met een strafworp. Is er gescoord met een strafworp, dan proberen de
leerlingen te scoren met een doorloopbal, enz. Per doelpunt krijgt de groep 1
punt. De groep die het eerst 10 punten verzamelt, wint.
Alle andere spelletjes met doelen kunnen hier ook herhaald worden.
Tweevakskorfbal 8 – 8 spelen
Leerlingen worden verdeeld in groepjes van 8 en spelen tweevakskorfbal.
Wachtende leerlingen oefenen de doeltechnieken verder in.
top related