praktijkonderzoek extern wilma oosterhuis
Post on 11-Jul-2015
104 Views
Preview:
TRANSCRIPT
OMZ I EN NAAR E L K AAR ? Praktijkonderzoek in opdracht van Present Amersfoort
Naam Wilma Oosterhuis-‐Verweij | Studentnummer 1631825 | Opleiding Social Management Deeltijd | Werkstuk Praktijkonderzoek | Programma ACMA-‐D3SOMPO-‐10 | Datum 24 juni 2014 | Docent Sandra Geelhoed | SLB’er Hannie Nanlohy-‐Sniphout | Gelegenheid Eerste
1
Voorwoord
Dinsdag 24 juni 2014
Hierbij presenteer ik het onderzoek ‘Omzien naar elkaar’ dat ik heb uitgevoerd vanuit mijn functie als Algemeen Coördinator bij Present Amersfoort én als student Social Management op de Hogeschool van Utrecht. Het onderwerp van dit praktijkonderzoek is niet alleen relevant voor de ontwikkeling van Present Amersfoort maar heeft ook mijn persoonlijke interesse. Hoe gaan mensen met elkaar om? Wat zijn belemmerende factoren in het klaar staan voor een ander en zijn deze te beïnvloeden? Ik vond het interessant om door middel van deze studie opdracht veel uren te kunnen besteden aan dit onderzoek als verdieping van ons werk bij Present. Ik ben blij met het eindresultaat en zie veel mogelijkheden voor vervolgonderzoek.
Ik ben benieuwd naar reacties en feedback. Alvast bedankt!
Wilma Oosterhuis wilma.oosterhuis@presentamersfoort.nl
2
Inhoudsopgave Voorwoord 1
Inhoudsopgave 2
Inleiding 3
1. Probleemstelling 4 1.1. Ontwikkeling van een samenleving 4 1.2 ‘Omzien naar elkaar’, een verkenning 4 1.3 Organiseren van ‘omzien naar elkaar’ 5 1.4 Wie zien om naar wie? 6 1.5 Ervaren van ‘omzien naar elkaar’ 7 1.6 Onderzoeksvraag 7 1.7 Doelstelling 8 1.8 Uitleg en begrippendefinitie 8
2. Onderzoeksontwerp 9 2.1 Opzet 9 2.2 Databronnen en dataverzamelingstechnieken 9 2.3 Uitvoering onderzoek 9 2.4 Vorming focusgroepen 11
3. Resultaten 12 3.1 Motivatie voor deelname aan Present vrijwilligersproject 12 3.2 Belangrijke ervaringen tijdens Present vrijwilligersproject 13 3.3 Effect op persoonlijke ontwikkeling 14 3.4 Andere opvallende uitkomsten 15
4. Conclusie 17 4.1 Welke verwachtingspatroon (doelstellingen) hebben deelnemers voor aanvang van hun Present vrijwilligersproject van het project? 17 4.2 Wat noemen deelnemers van een Present project als belangrijke ervaringen in dit vrijwilligersproject? 17 4.3 Hoe heeft deelname aan het Present vrijwilligersproject de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers beïnvloedt? 18 4.4 Hoe ervaren vrijwilligers één jaar na deelname aan hun eerste Present vrijwilligersproject georganiseerd door Present Amersfoort de impact van dit project op hun betrokkenheid op kwetsbare medeburgers? 18
5. Aanbevelingen 19
6. Literatuurlijst 20
3
Inleiding
Dit praktijkonderzoek vindt plaats binnen de opleiding Social Management (CMV) aan de Hogeschool van Utrecht te Amersfoort. De cursus heeft als doel studenten in staat te stellen op een juiste manier onderzoek te doen en zich de onderzoekstechnieken eigen te maken. Dit als voorbereiding op het afstudeeronderzoek van het vierde jaar.
De legitimering van deze cursus vindt zijn oorsprong in het landelijke opleidingsprofiel van CMV waarin de competentie ‘verkennen, onderzoeken en analyseren’ één van de competenties is die professionals in deze sector zich eigen moeten maken.
Het onderwerp van dit onderzoek vindt zijn oorsprong in de werksetting bij Present Amersfoort. De uren die aan dit onderzoek zijn besteedt, zijn opleidingsuren. Vanuit de organisatie Present Amersfoort heeft bestuurslid Wouter van Oord-‐Jansen een adviserende rol ingenomen. De rol van onderzoeker is enerzijds student Social Management, anderzijds Algemeen Coördinator bij Present Amersfoort.
4
1. Probleemstelling
1.1. Ontwikkeling van een samenleving Nederland staat op z’n kop. Ons land is op weg om zich te ontwikkelen van een klassieke verzorgingsstaat naar een samenleving waarin burgers moeten leren gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen. De gevolgen van de beleidswijzigingen die dit moeten stimuleren, kunnen zelfs de deskundigen nog niet geheel overzien. Talloze organen zijn bezig met het ontwerpen van een samenleving waarin mensen leren verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en waar de overheid alleen ingrijpt wanneer nodig.
De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) waarschuwt het kabinet voor de misvatting van het zien van overheid en samenleving als communicerende vaten: wat de overheid los laat, neemt de burger vanzelf over. Hiervan is geen sprake. Integendeel, zo zegt het RMO, men moet rekening houden met verschillende vormen van solidariteit. Burgers zijn geneigd zich vooral solidair op te stellen naar gelijken: soortgenoten. Dit in tegenstelling tot de overheid die het solidariteitsbeginsel aanhangt dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. (RMO, 2013) Ook Klaas Mulder concludeert dat de uitwisseling tussen mensen met draagkracht en mensen met draaglast niet vanzelf gaat. In Buurtbewoners in Balans stelt hij dat actieve ondersteuning door instellingen daarbij niet kan ontbreken. (Mulder, 2009)
Present Amersfoort is één van de instellingen die een bijdrage poogt te leveren aan een samenleving waarin onderlinge solidariteit een grotere rol krijgt. De stichting gaat uit van een al bestaande aanwezigheid van bereidheid bij mensen om zich in te zetten ten behoeve van een ander. Omdat er echter vaak een kloof zit tussen deze bereidheid en het daadwerkelijk tot actie komen, biedt Stichting Present Amersfoort daarin een faciliterende rol. Ze slaat bruggen tussen hulpbieders en hen die daarmee geholpen worden vanuit de visie een beweging op gang te brengen in de samenleving waarbij steeds meer mensen het vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien. (Present Nederland, 2006) De stichting geeft vorm aan deze visie door het organiseren van (voornamelijk) eenmalige vrijwilligersprojecten voor groepen mensen. Op deze manier koppelt Present Amersfoort jaarlijks zo’n 100 projecten waar in totaal ruim 700 vrijwilligers aan deelnemen. (Present Amersfoort, 2014)
1.2 ‘Omzien naar elkaar’, een verkenning In de visie van Present wordt over haar hogere doel gesproken met de woorden: ‘naar elkaar omzien’. Wat betekent deze term? Kramers woordenboek geeft de volgende uitleg: ‘Omzien naar’ is: ‘Informeren en zoeken naar’ (Coenders, 1997). Omzien naar elkaar zou dan ‘informeren en zoeken naar elkaar’ betekenen. Omdat deze uitleg vrij smal is, is het onderzoek naar de betekenis van deze term daarom uitgebreid met woorden die dichtbij mijn opvatting van ‘omzien naar elkaar’ liggen, zoals ‘betrokkenheid’ en ‘solidariteit’.
In het tijdschrift ‘Pak de passie’ (Movisie, 2001) wordt de term ‘betrokkenheid’ omschreven als een begrip dat te maken heeft met hechting en empathie. Movisie onderscheid diverse bronnen van betrokkenheid, zoals een aangeboren betrokkenheid bij dat wat kwetsbaar is of betrokkenheid vanuit opvoeding. De schrijvers koppelen betrokkenheid ook aan zingeving: waar heb je zin in? Waar krijg je zin van? Naast deze bronnen definieert Movisie het hart van
5
betrokkenheid met het woord ‘passie’. Ze schetst dat betrokkenheid diverse vormen kan hebben en dat het een niveau dieper gaat dan tevredenheid of loyaliteit.
Ook Andries Baart spreekt over betrokkenheid in de ontwikkeling van zijn presentie-‐theorie. In deze theorie verkent hij het thema ‘aandachtige nabijheid’ in de professionele setting. De presentie-‐theorie vindt haar basis in het christelijke pastoraat zoals dit beoefend wordt vanuit kerken. Baart schrijft over de motivatie tot het beoefenen van pastoraat met de woorden ‘een sterke wil om mensen intens nabij te zijn’ (Baart, 2001, p43). Ook spreekt hij over ‘affectieve betrekkingen’ (p249), en
‘een concrete, verantwoordelijkheid nemende betrokkenheid bij wat zich concreet aanbiedt en vraagt om compassie, inzet, respect en zorg’ (p214).
Voor het begrip ‘solidariteit’ komen we uit bij RMO’s advies ‘Rondje voor de publieke zaak’ waarin de organisatie bij monde van De Beer, Van Oorschot en Meijs de volgende definitie formuleert:
“Solidariteit is de (bereidheid tot) overdracht van tijd, geld of andere middelen aan anderen, gebaseerd op een zeker gevoel van lotsverbondenheid”. (RMO, 2013, p45)
Het adviesrapport construeert een beeld van dit begrip aan de hand van vier dimensies: identiteit, belangen, kennis en organisatie:
“Met wie mensen solidair zijn (identiteit) is gebaseerd op opvattingen over diversiteit en gelijkheid. Wat mensen aan solidariteit hebben (belangen) hangt samen met afwegingen rond het eigen belang en het publieke belang. Hoeveel risico mensen delen (kennis) bepaalt de mate waarin mensen iets over ‘de ander’ weten. En hoe we solidariteit organiseren (organisatie) wordt gevat in een steeds weer veranderende verhouding tussen overheid en samenleving.” (RMO, 2013, p11)
De verkenning van de begrippen ‘betrokkenheid’ en ‘solidariteit’ biedt bruikbare handvatten om de term ‘omzien naar elkaar’ beter te kunnen duiden. Maar duiding alleen is voor de veranderende samenleving niet voldoende. Is het mogelijk om een toename van omzien naar elkaar, aandachtig nabij zijn, betrokkenheid of solidariteit te organiseren?
1.3 Organiseren van ‘omzien naar elkaar’ De RMO stelt dat daarvoor het verbinden van het individueel belang met het publiek belang nodig is. Solidariteit bestaat namelijk uit twee lagen. De eerste gaat het over de houding en het gedrag van mensen (directe solidariteit) en de tweede laag over de door de overheid georganiseerde solidariteit (indirecte vorm). Wanneer mensen begrijpen dat het publieke belang uiteindelijk ook in hun persoonlijk belang is, zullen zij eerder geneigd zijn zich solidair op te stellen. Dit zal uiteindelijk wederkerigheid tot gevolg hebben: het idee en vertrouwen dat er iets zal terugkomen voor de bijdrage die men doet. Maar, dat is niet het enige advies van de organisatie. Zij doet daarnaast de aanbeveling om solidariteit te vergroten door solidariteit te ervaren. Deze ervaring versterkt een gevoel van lotsverbondenheid met de ander. (RMO, 2013)
6
Ook de presentie-‐theorie schrijft over een exposure (onderdompeling in de werkelijkheid) die werkers vanuit deze theorie moeten ondergaan om zich de theorie en het ‘aandachtig nabij zijn’ eigen te kunnen maken. (Baart, 2001)
In deze exposure zijn verschillende fasen te onderscheiden:
- ‘De onderdrukking: beheersing van het zelf; - De zuivering: ruimte maken voor het vreemde / de ander; - De ontvankelijkheid: het toelaten van het vreemde/ de ander; - De toewijding aan het vreemde / de ander.’ (Baart, 2001, p212)
De diepe betekenis en grondige doelen die deze fasen in zich hebben, roepen de vraag op naar de duur van de exposure-‐ervaring. In dit kader moedigt Baart een langdurige en zelfs niet-‐voorbijgaande-‐ervaring aan die uiteindelijk uitloopt in een grondhouding van de professional. (Baart, 2001)
Professor Vrijwilligerswerk Lucas Meijs laat echter een ander geluid horen. Hij geeft een kijkje in een lopend onderzoek naar eenmalig vrijwilligerswerk waarin hij concludeert dat ook een eenmalige vrijwilligerservaring kan leiden tot duurzame inzet, solidariteit en het creëren van begrip. Mits er voldaan is aan de belangrijke succesfactor dat de vrijwilliger tevreden op de dag terugkijkt. Zowel de organisatie waar de vrijwilliger aan gekoppeld wordt, als de vrijwilliger zelf moet zich ‘beloond en erkent’ voelen om herhaling en duurzaamheid te bewerkstelligen.
Meijs geeft drie factoren waar het eenmalige project in ieder geval aan moet voldoen: 1. Leg urgentie en noodzaak uit aan de deelnemers. 2. Zorg voor een goede organisatie met een duidelijke visie. 3. Geef erkenning en waardering, maar pas op voor overdaad. (Meijs, 2013)
Dichter bij huis trekken Geurts en Van Kessel een zelfde conclusie naar aanleiding van een impactmeting die collega organisatie Present Utrecht in 2013 liet uitvoeren. Uit dit onderzoek komt naar voren dat deelname aan een eenmalig Present project in Utrecht leidt tot: “bewustwording van de eigen mogelijkheden om iets voor anderen te kunnen betekenen en tot verbreding van kennis over de maatschappij en mensen uit andere (sociale) groepen.” (Geurts en Van Kessel, 2013, p31)
Geurts en Van Kessel komen tot de slotsom dat deelname aan een Present project de motivatie vergroot om meer vrijwilligerswerk te gaan doen en dat deelnemers hun ervaringen actief uitdragen naar anderen. Op deze manier is een aanzet tot ‘een beweging op gang brengen gegeven’, zo concluderen de onderzoekers.
1.4 Wie zien om naar wie? De vrijwilligersgroepen die zich bij Present Amersfoort aanmelden zijn voornamelijk bestaande groepen waarvan 70% zijn herkomst vindt in één van de Amersfoortse kerken. De resterende 30% is afkomstig uit bedrijven, scholen of verenigingen. Present Amersfoort gaat uit van het aanbod in talenten en beschikbaarheid van de vrijwilligersgroep en koppelt op basis daarvan aan een hulpvraag vanuit een maatschappelijke organisatie. Op deze manier komt een project tot stand waarin mensen elkaar ontmoeten en ondersteunen binnen een van te voren afgebakend tijdsbestek. (Present Amersfoort, 2014)
7
Een hulpontvanger is te zien als een (tijdelijk) kwetsbare medeburger. Een belangrijk criterium dat Present stelt voor het bieden van hulp door middel van een vrijwilligersgroep, is dat de hulpontvanger wordt begeleid en aangemeld door een hulpverlener. Op deze manier past de vrijwillige inzet binnen een hulpverlenings-‐ of zorgtraject en levert het een zinvolle impuls aan dit bestaande traject. Present hanteert de volgende criteria voor een hulpontvanger: onvoldoende geld, netwerk of gezondheid om de hulpvraag zelf te kunnen invullen. (Present Nederland, 2006)
De werkwijze van Present bestaat uit 7 fasen:
1. Een groep nodigt een medewerker van Present uit voor een presentatie. 2. De groep bepaalt wat ze wil doen en wanneer. 3. Present matcht het aanbod van de groep met de hulpvraag van een maatschappelijke
instelling. 4. Voorbereidend gesprek op locatie. 5. Uitvoering van het project. 6. Evaluatie en reflectie. 7. Mogelijke vervolginzet.
De laatste fase is het moment waarin een mogelijke toename (de beweging) plaats heeft van het ‘omzien naar elkaar’ uit de visie van de stichting. (Present Nederland, 2006)
1.5 Ervaren van ‘omzien naar elkaar’ Geurts en Van Kessel lijken de nadruk te leggen op de kwantiteit van de vrijwilligersactiviteiten. Hoe meer activiteiten, hoe groter de beweging. Ik wil de focus in dit onderzoek leggen op het doel van de beweging: het ‘omzien naar elkaar’. Deze visie van Present Amersfoort is gezien de ontwikkelingen in de samenleving zeer actueel. Maar de vraag is of de stichting in staat is dit doel te bereiken door middel van de eenmalige projecten die ze organiseert? Hoe wordt dit ervaren door de vrijwilligers die aan een dergelijk project deelnemen?
Uit de impactmeting van Present Utrecht blijkt dat de ondervraagde Present vrijwilligers vooral deelnemen aan een project met als doel iets voor een ander te betekenen. Hun eigen bewustwordingsproces in het kader van ‘omzien naar elkaar’ komt slechts summier aan bod. Is dat voldoende voor het creëren van een beweging waarin mensen het vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien? Of is hier meer voor nodig?
1.6 Onderzoeksvraag Dat wil ik onderzoeken door middel van de volgende onderzoeksvraagstelling:
Hoe ervaren vrijwilligers één jaar na deelname aan hun eerste Present vrijwilligersproject georganiseerd door Present Amersfoort de impact van dit project op hun betrokkenheid op kwetsbare medeburgers?
Hierbij komen de volgende drie deelvragen aan bod:
1. Welke verwachtingspatroon (doelstellingen) hebben deelnemers voor aanvang van hun Present vrijwilligersproject van het project?
2. Wat noemen deelnemers van een Present project als belangrijke ervaringen van dit vrijwilligersproject?
8
3. Hoe heeft deelname aan het Present vrijwilligersproject de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers beïnvloedt?
1.7 Doelstelling De antwoorden op deze vragen fungeren als een effectenanalyse van de werkzaamheden van Present Amersfoort. Met de resultaten kan de organisatie een verdiepingsslag maken in de benadering van haar vrijwilligers en de manier van het organiseren van de projecten. Uiteindelijk zal dit kunnen leiden tot het vergroten van het effect van deelname aan een Present project voor de deelnemers. En daarmee tot het vergroten van de beweging van omzien naar elkaar die Present beoogt op gang te brengen.
1.8 Uitleg en begrippendefinitie De keuze voor de termijn van één jaar na deelname is gemaakt omdat pas na verloop van tijd te zeggen is of deelname aan het vrijwilligersproject zin heeft gehad. De termijn van één jaar is lang genoeg om anders te gaan voelen/handelen/denken en het is kort genoeg om de ervaring zich nog te kunnen herinneren. De reden van de keuze voor deelnemers van een eerste Present project heeft als doel om de onderzoeksresultaten zo zuiver mogelijk te houden. Naar verwachting heeft het doen van meerdere Present-‐projecten (bijvoorbeeld drie jaar lang één project per jaar) meer effect dan het doen van één project. Wat is de ervaring van mensen die voor het eerst kennis hebben gemaakt met deelname aan een Present project?
Hieronder volgt een uitleg van de begrippen uit de onderzoeksvraag.
Vrijwilligers | De vrijwilligersgroepen die zich via Present inzetten worden in dit onderdeel aangeduid met ‘vrijwilligers’. Ze worden ook wel deelnemers genoemd.
Present vrijwilligersproject | In dit kader ligt de focus op een eenmalige vrijwilligersproject georganiseerd door Present Amersfoort.
Impact | De impact die het doen van een Present vrijwilligersproject heeft op de vrijwilligers.
Betrokkenheid | Zie uiteenzetting onder hoofdstuk 1.3.
Kwetsbare medeburgers | Present koppelt haar vrijwilligersgroepen aan mensen die onvoldoende geld, netwerk of gezondheid hebben om zelf de gewenste situatie te bereiken. Stichting Present gaat uit van de tijdelijkheid van deze kwetsbaarheid.
9
2. Onderzoeksontwerp
2.1 Opzet Dit onderzoek is opgesteld als een effectenevaluatie. Het referentiekader waar de uitkomst van het onderzoek mee wordt vergeleken, schrijft een toenemende betrokkenheid op kwetsbare medeburgers voor zoals beschreven in de probleemstelling. Met het onderzoek wordt beoogt te meten of de doelstelling van de stichting ‘het op gang brengen van een beweging waarbij mensen het steeds meer vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien’ wordt behaald met het organiseren van de eenmalige vrijwilligersprojecten.
2.2 Databronnen en dataverzamelingstechnieken De databonnen die voor dit onderzoek ingezet zijn:
• Documentatie projecten Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van documenten rondom de projecten zoals te vinden in de administratie van Present Amersfoort. Deze documentatie is gebruikt om te achterhalen welke groepen vrijwilligers vorig jaar voor het eerst aan een Present project hebben deelgenomen. Present Amersfoort heeft contactgegevens van de contactpersoon van iedere groep gedocumenteerd. Deze zijn voor het onderzoek vrijgegeven.
• Focusgroep met respondenten Er zijn twee focusgroepen samengesteld met willekeurige vrijwilligers uit groepen die vorig jaar deelnamen aan hun eerste Present project. De gesprekken in deze focusgroepen duurden 1,5 uur en vonden plaats middels een open interview waarin de gespreksthema’s bepaald werden aan de hand van een topiclijst. De vorm van de focusgroep is ingezet vanwege de dynamiek die optreedt in een groepsinterview waarin mensen ook elkaar kunnen ondervragen op de thema’s. Op deze manier werd het mogelijk om in korte tijd het onderwerp uit te diepen.
• Impactmeting Present Utrecht Deze impactmeting heeft interessant vooronderzoek verricht in een vergelijkbare omgeving. De uitkomsten en conclusies van dit onderzoek zijn meegenomen in het ontwerp van het onderzoek in Amersfoort.
De belangrijkste dataverzamelingstechniek waar in dit onderzoek gebruik van is gemaakt, is die van de ondervraging. Deze techniek is ingezet in de vorm van een open interview in de twee focusgroepen. De interviews zijn vormgegeven middels een topiclijst en een vaste startvraag.
2.3 Uitvoering onderzoek Selecteren respondenten Uit de projectadministratie van Present Amersfoort zijn groepen gefilterd die vorig jaar hebben deelgenomen aan hun eerste Present project. Projecten die plaatsvonden tussen negen en zestien maanden voor het moment van interview, kwamen voor deelname in aanmerking. Er waren 28 groepen met een eerste project dat binnen deze termijn plaatsvond. Hiervan bestonden zeven groepen uit deelnemers die niet uit Amersfoort of omgeving kwamen. Deze groepen zijn niet benaderd. Met de contactpersonen van de overige 21 groepen is telefonisch contact gezocht. Wanneer een contactpersoon op deze
10
manier niet bereikbaar bleek, is er via e-‐mail contact gelegd. Met 18 van deze groepen is contact tot stand gekomen. In dit contact, met veelal de oorspronkelijke contactpersoon van de groep, is de doelstelling van het onderzoek uitgelegd en de vraag gesteld of het klopt dat deze persoon niet eerder aan een Present project heeft deelgenomen. Ook is gevraagd of deze persoon of één van zijn groepsgenoten bereid was aan het onderzoek mee te werken. Vanuit tien groepen is positief op deze vraag gereageerd. In sommige gevallen heeft men ook anderen uit de groep uitgenodigd te participeren waardoor er uiteindelijk veertien respondenten deel wilden nemen. Hiervan heeft nog één respondent zich vanwege privé omstandigheden afgemeld.
Uitvoering interviews De respondenten bestonden voor een deel uit de oorspronkelijke contactpersonen (initiatiefnemers) van de groep vrijwilligers. In overleg met de respondenten zijn er twee interviewmomenten gepland. De verdeling van respondenten over de twee focusgroepen vond plaats op basis van beschikbaarheid van de betreffende respondent. Waar mogelijk is gestuurd in het creëren van diversiteit van de focusgroep.
De interviews vonden plaats in een huiselijke setting. Bij ieder interview waren zes tot zeven respondenten aanwezig. Het interview startte met een vaste openingsvraag. Aan de hand van deze ronde ontstond een gesprek waarin de interviewer zorgde dat onderstaande thema’s aan bod kwamen.
Openingsvraag interview Wil je je voorstellen aan de groep en meteen iets vertellen over je ervaringen in het Present project waar je vorig jaar aan hebt deelgenomen?
Itemlijst interview
1. Welk verwachtingspatroon (doelstellingen) hebben deelnemers voor aanvang van hun Present vrijwilligersproject van het project?
• Bekendheid met Present • Voorbereiding project • Motivatie • Verwachtingen vooraf m.b.t. situatie, activiteit, ontmoeting doelgroep en
betrokkenheid
2. Wat noemen deelnemers van een Present project als belangrijke ervaringen in dit vrijwilligersproject?
• Omschrijving project • Situatie • Activiteit • Betrokkenheid • Ontmoeting
3. Hoe heeft deelname aan het Present vrijwilligersproject de persoonlijke
ontwikkeling van deelnemers beïnvloed? • Effect • Hoe komt het effect tot stand
11
• Betekenisgeving (waarom) • Betrokkenheid, solidariteit, verbondenheid • Betekenis van omzien naar elkaar? • Anders dan voorheen?
2.4 Vorming focusgroepen De vorming van de focusgroepen behoeft nog enige aandacht. Bij uitnodigen van vrijwilligers om medewerking aan het onderzoek te verlenen waren er een aantal opvallende zaken.
1. In de gestelde termijn waarin de projecten plaatsvonden die in aanmerking kwamen voor deelname, bleken er veel groepen afkomstig uit één kerkgemeenschap. In deze gemeenschap was rond deze periode een diaconaal project gaande waarin groepen werden gestimuleerd deel te nemen aan een Present project. Deze kerk was dus meer dan gemiddeld vertegenwoordigd met groepen in deze periode. In de eerste focusgroep waren drie van de zeven deelnemers afkomstig uit deze kerk. In de tweede focusgroep vier van de zes deelnemers. Dit heeft mogelijk invloed op de uitkomsten van het onderzoek.
2. Een tweede aandachtspunt is dat bij het uitnodigen van vrijwilligers voor deelname aan een focusgroep interview de indruk werd gewekt dat mensen die al ‘iets hebben met het thema omzien naar elkaar’ of de interviewer persoonlijk kenden, eerder geneigd waren hun medewerking aan het onderzoek te verlenen. De vorm van een focusgroep interview werkt belemmerend voor mensen die deze betrokkenheid bij het thema of de interviewer niet hadden. De vraag moet dus gesteld worden of de deelnemers aan de focusgroep interviews een reële afspiegeling vormen van alle personen die omstreeks die periode aan een Present project deelnamen.
3. En als laatste is het van belang te vermelden dat de contacten met de groep vrijwilligers vanuit Present altijd plaatsvindt middels de opgegeven contactpersoon van de groep. Dit is vaak de initiatiefnemer van de groep vrijwilligers. Ook in het kader van dit onderzoek is het contact met de groep middels deze persoon opgenomen. Zes van deze contactpersonen gaven aan zelf te willen deelnemen aan de focusgroep interviews. Dit is ongeveer de helft van de respondenten. Naar alle waarschijnlijkheid hebben zij een andere betrokkenheid bij de organisatie Present Amersfoort en wellicht ook met het thema, dan de leden van de groep die door hen zijn ‘meegenomen’ in het Present project.
4. De verscheidenheid van de respondenten was in de eerste focusgroep groter dan in de tweede groep. Daarin waren meer mensen die elkaar al kenden. Mogelijk leidde dit ertoe dat in dit interview mensen eerder geneigd werden met elkaar mee te praten terwijl in de eerste groep meer afzonderlijke ervaringen werden gedeeld.
12
3. Resultaten
3.1 Motivatie voor deelname aan Present vrijwilligersproject Uit de gesprekken met de respondenten in de focusgroepen komt naar voren dat er verschillende motieven zijn die mensen tot het doen van een Present project stimuleren. In dit onderzoek onderscheiden we er zes.
Meedoen met anderen Verschillende respondenten geven aan deel te nemen aan een Present project omdat ze gestimuleerd worden of meegenomen worden door anderen. In een voorbeeld dat een aantal van de respondenten noemden, was er een overkoepelend project georganiseerd in de kerkgemeenschap waar deze personen deel van uit maken. In dit project werden ze gestimuleerd deel te nemen aan een Present project.
Morele overtuiging Ook de motivatie vanuit een morele overtuiging werd een aantal keren genoemd. Respondenten gaven aan dat ‘het zo hoort om af en toe iets voor een ander te betekenen’. Respondenten die vanuit deze overtuiging deel hebben genomen, gaven aan dat het een kleine moeite was om op deze manier iets voor een ander te doen. Over het algemeen bleek uit hun verhaal niet dat ze er heel veel plezier aan hebben beleefd.
Wens om bewustwording te vergroten Andere respondenten gaven aan dat ze de wens hadden om de eigen, maar vaak ook andermans bewustwording te vergroten. Respondenten die deze reden gaven als motivatie voor hun deelname, waren de initiatiefnemers van een groep collega’s, een groep jongeren of anderen voor wie ze zich verantwoordelijk voelden. De focus van de motivatie van deze deelnemers lijkt te liggen op de ontwikkeling van de anderen uit de groep.
Wens om iets aan anderen te geven Een veelgehoorde motivatie voor deelname aan een Present project is de wens om iets aan een ander te geven. Deelnemers verwoorden dit als wens om een ander bij te staan, of bij te dragen aan een rechtvaardige wereld. Ze zeggen Present te zien als een mogelijkheid om deze wens om te zetten in daden. Ze geven daarbij aan dat het van belang is dat de situatie waarin ze iets gaan geven, wel relevant moet zijn. De hulp moet op de goede plek terecht komen. Een aantal keren worden de kaders die Present biedt genoemd als helpend voor het afbakenen van de hulp die de vrijwilliger biedt. Er waren ook twee deelnemers die heel duidelijk aangaven een wens te hebben om van betekenis te zijn tegen onrecht op deze wereld. Naar aanleiding van een documentaire, reis naar een ontwikkelingsland of een boek waren ze geraakt en bevlogen geraakt om in de eigen omgeving iets te gaan betekenen. Deze deelnemers gaven aan dat Present hen een manier bood om deze wens invulling te geven. Ze namen hierin anderen mee en stimuleerden hen ook tot deelnemen aan een vrijwilligersproject.
Wens om een andere activiteit dan normaal te doen Verschillende respondenten gaven aan dat het doen van een Present project voor hen ook een manier was ‘om eens iets anders dan anders’ te doen. Dit was vooral het geval bij groepen uit kerken die normaal gesproken samenkomen rondom een verbale activiteit zoals een gespreksgroep of studiegroep. De focus lijkt hierbij te liggen op de behoefte van de
13
groep zelf. Het feit dat ze daarnaast ook nog iets goeds doen voor een ander is hierin heel mooi meegenomen.
Wens om zichtbaar te zijn naar buiten Vanuit verschillende groepen werd de wens uitgesproken om als groep of als kerk zichtbaar te zijn naar buiten. Een van de respondenten geeft aan dat Present één van de weinige methodes is om dat te doen.
3.2 Belangrijke ervaringen tijdens Present vrijwilligersproject Wanneer gevraagd wordt naar belangrijke ervaringen die deelnemers hebben meegemaakt in hun Present project worden verschillende antwoorden genoemd. Vanuit de antwoorden is een onderverdeling te maken in vijf soorten ervaringen.
Contact hulpverlener Allereerst noemen opvallend veel respondenten de contacten met de hulpverlener als belangrijke ervaring in deelname aan het Present project. Niet in alle gevallen wordt dit contact direct als antwoord gegeven op de vraag naar een belangrijke ervaring. Maar tijdens het gesprek ontstaat het besef van het belang van dit contact of terugkijkend kan deze conclusie getrokken worden uit het antwoord dat respondenten gaven. Het contact met de hulpverlener kan veel goed doen, bijvoorbeeld wanneer de hulpverlener zich opstelt als voorbeeld voor het contact met de hulpontvanger(s). Ook kan de hulpverlener waardevolle instructies geven voor het contact met de hulpontvanger(s), vragen beantwoorden of enthousiasme creëren door meer te vertellen of uitleg te geven over de hulpontvanger. Respondenten laten echter weten dat de rol van de hulpverlener ook heel storend kan zijn wanneer deze te dicht op de hulpontvanger zit en geen ruimte laat voor contact tussen vrijwilligers en hulpontvanger. Ook werd er gesproken over situaties waarin verschillende onbeantwoorde vragen leefden over de begeleiding van de hulpverlener. Wanneer deelnemers deze ervaring opdeden, was dit vaak niet bevorderlijk voor de manier waarop ze terugkeken op het project.
Contact hulpontvanger Een tweede veelgenoemde belangrijke ervaring van de deelnemers aan een Present project was het contact dat ontstond met de hulpontvanger. Aan de ene kant werd het als heel bijzonder ervaren door de deelnemers om iets terug te ontvangen van de hulpontvangers. Dit ontvangen kon in verschillende vormen voorkomen. Bijvoorbeeld door een kop koffie, eten, dankbaarheid, waardering, gesprekken, vertrouwen of belangstelling in henzelf. Het krijgen van iets van de hulpontvanger werd vaak als een bijzondere ervaring omschreven.
Maar er werd ook gesproken over een andere kant. Projecten waarin er geen contact was met de hulpontvanger (bijvoorbeeld door een hulpverlener die ‘in de weg zat’) of waarin geen dankbaarheid werd ervaren maar waarin de hulpontvanger bijvoorbeeld juist aangaf nog niet zo tevreden te zijn met het resultaat. Dit soort momenten werden ook genoemd als belangrijke ervaringen. Deze werden als minder positief beleefd dan bovenstaande momenten.
Het contact met de hulpontvanger was in veel gevallen de aanleiding tot meer begrip voor de (situatie van de) hulpontvanger. Mensen gaven aan zich beter in de ander te kunnen verplaatsen door het contact dat ontstond en daardoor meer begrip te hebben voor de situatie waarin de hulpontvanger terecht is gekomen. Er ontstond herkenning.
14
Ook hier gold dat wanneer er geen contact was, er ook direct minder herkenning ontstond. Het project werd dan als vervreemdend ervaren of als niet bevredigend.
Ervaring van de situatie van hulpontvanger De situatie van de hulpontvanger werd ook vaak genoemd als belangrijke ervaring van deelname aan een Present project. Er waren een aantal deelnemers die aangaven de situatie als een schok te ervaren of als een situatie die hen even ‘out of the box’ plaatste. Soms werd het als onbevredigend ervaren. Vaak riep de situatie veel vragen op. Kan dit wel goedkomen? Heeft het wel zin wat we doen? Heeft het wel iets voor de hulpontvanger betekend? Anderen zagen het belang er wel van in, maar hadden wel vragen over de manier van hulp geven. Is dit wat deze hulpontvanger het meeste helpt? Of waarom doet hij/zij het zelf niet? Deze vragen werden vaak genoemd in de gesprekken over de projecten.
Overige ervaringen Andere belangrijke ervaringen die respondenten noemden wanneer ze over hun Present vrijwilligersproject nadachten, was het samen optrekken als groep. Veelal was het doen van een Present project de eerste keer dat een groep een andersoortige activiteit met elkaar ondernam. Niet alleen de groepen die vanuit deze motivatie aan een Present project deelnamen gaven dit terug als belangrijke ervaring. Ook voor andere groepen bleek de ervaring dit samen als groep te doen van grote waarde.
Overige ervaringen die genoemd werden waren de persoonlijke betrokkenheid vanuit Present en ook werd waarde gehecht aan een goede voorbereiding van het project.
3.3 Effect op persoonlijke ontwikkeling In de interviews is niet direct gevraagd naar het effect van deelname aan het Present project op de persoonlijke ontwikkeling van de respondenten. Maar uit de interviews zijn verschillende effecten van het Present vrijwilligersproject te halen. We noemen er zes.
Stimulerend voor groepsgevoel Respondenten geven aan dat deelname aan een Present vrijwilligersproject stimulerend is voor het groepsgevoel, zeker bij een bestaande groep. Mensen geven aan anders met elkaar om te gaan tijdens een Present project en elkaar op een andere manier te hebben leren kennen. Ze noemen dit motiverend en prettig voor de onderlinge verhoudingen van de groep.
Vragen Een ander effect zijn vragen die opkomen. In de vorige paragraaf zijn ze al genoemd. Had dit nut? Lost deze situatie wel op met deze hulp? Over deze vragen wordt nagedacht. Er wordt niet altijd met de groep over nagepraat.
Meer vrijwilligerswerk Een ander effect was dat mensen aangaven meer vrijwilligerswerk te zijn gaan doen. Ze zijn ofwel teruggegaan naar de projectlocatie en hebben zich daar aangemeld als vrijwilliger (woonzorgcentrum) of ze hebben hun hulp aangeboden bij de hulpontvanger bij wie ze thuis waren. Maar het gebeurt ook dat deelnemers aangaven zich te hebben aangemeld als vrijwilliger op een andere locatie. Dit was vaak vrijwilligerswerk voor langere duur.
Wens om meer vrijwilligerswerk te doen Veel deelnemers gaven ook aan dat ze wel de wens hadden om meer vrijwilligerswerk te
15
gaan doen na afloop van het Present project, maar dat het omzetten van deze wens in actie niet is gelukt. De meeste deelnemers geven aan daarin nog stimulans van Present nodig te hebben. Desgevraagd dachten respondenten actief mee over de vorm waarin deze stimulans zou moeten plaatsvinden. De organisatie kreeg de tip mee om een half jaar na het project contact met de groep op te nemen voor een update van de situatie waaraan ze gekoppeld waren. Deelnemers gaven aan dat ze in dat geval zich weer zouden beraden om wederom iets te betekenen in deze situatie ofwel zich aan te melden voor het doen van een ander vrijwilligersproject.
Herkenning en begrip Een ander effect dat een aantal keren werd genoemd is het besef van herkenning van een deelnemer bij een hulpontvanger. Ze geven aan dat er begrip ontstond voor de ander, of een besef dat dergelijke nood zo dichtbij is. Ook gaven deelnemers aan dat ze door dit project beseffen dat ze iets kunnen bijdragen in een dergelijke situatie. In sommige gevallen zorgt dit voor dankbaarheid voor het eigen leven. Of voor het zich kunnen verplaatsen in de ander. Zo realiseerde een van de respondenten zich dat het goed zo zou kunnen zijn dat hulpontvangers over een hoge drempel moeten voordat ze hulp durven vragen.
Geen effect Er waren ook respondenten bij wie niet af te leiden was dat deelname aan een Present vrijwilligersproject effect heeft gehad op hun persoonlijke ontwikkeling. In sommige gevallen gaf de deelnemer zelf aan het doen van een Present niet nodig te hebben om betrokken te zijn op anderen. Soms werd de bemiddeling van Present ook als belemmerend ervaren in het contact met de hulpontvanger. Dit was met name het geval bij mensen die beroepshalve al een grotere betrokkenheid met kwetsbare medeburgers hadden. Ze hadden het gevoel door tussenkomst van andere organisaties, pas op de plaats te moeten doen in het contact met de hulpontvanger.
3.4 Andere opvallende uitkomsten Andere opvallende uitkomsten uit de focusgroep-‐interviews:
• Deelnemers die vanuit een bedrijf aan een Present vrijwilligersproject hebben deelgenomen, gaven aan dit het leukste teamuitje ooit te vinden.
• Wanneer gevraagd wordt naar de betekenis van de term ‘omzien naar elkaar’ geven deelnemers aan dat dit wat hen betreft langer dan eenmalig is, dat het ingewikkelde kanten heeft als het te dichtbij komt of juist weer te langdurig is.
• In één geval was er sprake van plaatsvervangende schaamte. Door de betreffende respondent werd verschillende keren benadrukt dat leden van de groep verlegen waren zich in de privé omgeving van een hulpontvanger te begeven vanwege de mogelijke schaamte die dit bij de hulpontvanger zou geven. Dit heeft er niet toe geleid dat het project niet plaatsvond, maar had in het voortraject wel een grote invloed.
• In één focusgroep kwam aan de orde dat deelnemen aan een Present project eigenlijk verplicht zou moeten zijn voor mensen die het goed hadden en tijd en mogelijkheden hadden dit te doen. Het deelnemen aan een Present project werd door de respondenten die hiermee instemden, gezien als een mogelijkheid om mensen ‘op te voeden’ of ‘bewustwording bij te brengen’.
16
• Een effect bij één van de projecten die besproken werden, was dat de buurt geactiveerd werd door de aanwezigheid van de groep vrijwilligers op de projectlocatie. Een geïnteresseerde buurvrouw informeerde bij de groep naar de reden van hun komst. Toen zij begreep dat haar buurman hulp nodig had, bood ze spontaan aan in de toekomst iets voor hem te willen betekenen.
17
4. Conclusie
4.1 Welke verwachtingspatroon (doelstellingen) hebben deelnemers voor aanvang van hun Present vrijwilligersproject van het project? In de verwachting en doelstellingen van groepen voor aanvang van hun Present vrijwilligersproject is onderscheid te maken tussen datgene wat respondenten voor anderen willen betekenen en dat wat ze er voor zichzelf uit willen halen. Ook speelt een moreel element mee vanuit de overtuiging dat het goed is iets voor een ander te betekenen.
Voor anderen willen betekenen:
-‐ Bewustwording van anderen (eigen groep) vergroten -‐ Wens om iets aan anderen te geven -‐ Vanuit morele overtuiging
Voor zichzelf of eigen groep:
-‐ Meedoen met anderen -‐ Wens om andere activiteit dan normaal te zoen -‐ Wens om zichtbaar te zijn naar buiten.
Wanneer deze uitkomsten vergeleken worden met de resultaten van de impactstudie in Utrecht (Geurts en Van Kessel, 2013) valt op dat deze resultaten van beide onderzoeken niet ver uit elkaar liggen. Uit de impactstudie in Utrecht blijkt daarnaast dat er zelden één duidelijke reden is voor deelname. Er spelen vaak meerdere motieven mee.
Geen van de respondenten koppelde de motivatie voor zijn of haar inzet letterlijk aan het appel dat de overheid doet op de burgers om meer taken in de samenleving over te nemen. Maar wellicht houdt de morele overtuiging die wel een aantal keren genoemd werd als motivatie, verband met deze oproep van de overheid.
4.2 Wat noemen deelnemers van een Present project als belangrijke ervaringen in dit vrijwilligersproject? In de resultaten van de focusgroep interviews wordt zichtbaar dat contact een belangrijk element vormt in de beleving van een Present vrijwilligersproject. Het is opvallend dat vooral het contact met de hulpverlener een grote rol blijkt te spelen. De hulpverlener die tijdens Present projecten veelal tijdens het project aanwezig is, fungeert als voorbeeldfiguur voor vrijwilligers in het contact met de cliënt. Ook blijkt de hulpverlener van betekenis als belangrijke informatiebron, vraagbaak en stimulans. In de meeste gevallen waarin het Present project als heel positief werd ervaren, bleek het contact met de hulpverlener daar een belangrijke bijdrage aan te hebben geleverd. Wanneer het contact tussen de groep en de hulpverlener niet lekker loopt of wanneer de groep vragen heeft over het contact tussen hulpverlener en hulpontvanger kan dit juist weer belemmerend werken op de beleving van het Present vrijwilligersproject.
In het contact met de hulpontvanger valt op dat er veel gesproken wordt over herkenning en begrip. Het ontmoeten van de hulpontvanger als mens en het zien van juist de overeenkomsten tussen vrijwilliger en hulpontvanger is voor de vrijwilliger een belangrijke ervaring om zich solidair te voelen met de hulpontvanger die tot voor kort nog een vreemde
18
voor hem/haar was. Er lijkt hier sprake te zijn van de lotsverbondenheid en solidariteit waar RMO’s adviesrapport over spreekt (2013). Kleine gebaren vanuit de hulpontvanger brengen dit al tot stand. Bijvoorbeeld een blijk van dankbaarheid, een kop koffie of een geïnteresseerde vraag. Hierin zien we de betrokkenheid bij dat wat kwetsbaar maar ook de passie en empathie terug waarover Movisie spreekt in ‘Pak de passie’ (2001).
De situatie van de hulpontvanger bleek vaak juist veel vragen op te roepen. Ook vragen van onbegrip en kritiek. Dit lijkt niet perse een negatieve uitwerking te hebben. Het leek erop alsof deze vragen de deelnemers aan een Present vrijwilligersproject juist deden nadenken over het project, over zichzelf en over een mogelijk vervolg van hun inzet. Het delen van deze beleving met de groep waarmee men deelneemt, blijkt voor de meeste groepen een belangrijke ervaring te zijn. De vragen die deelnemers stellen, doen denken aan de eerste fasen waarover Andries Baart spreekt in zijn exposure. De fase van de onderdrukking en beheersing van het zelf en de fase van de zuivering, het ruimte maken voor het vreemde, de ander (Baart, 2001).
4.3 Hoe heeft deelname aan het Present vrijwilligersproject de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers beïnvloedt? In de meeste gevallen heeft het deelnemen aan een Present vrijwilligersproject de persoonlijke ontwikkeling van deelnemers positief beïnvloed. In sommige gevallen heel zichtbaar wanneer deelnemers na afloop van het project meer vrijwilligerswerk zijn gaan doen doordat mogelijkheden hiervoor duidelijker zijn geworden of meer binnen het bereik zijn komen te liggen. In een enkel geval is zelfs sprake van het oppakken van langdurig vrijwilligerswerk vanuit het enthousiasme ontstaan tijdens deelname aan een Present project. Hierin is zichtbaar dat het ervaren van solidariteit ook een toename hiervan kan veroorzaken (RMO, 2013).
Maar ook zonder concrete actie, is er persoonlijke ontwikkeling waar te nemen. Deelnemers geven in veel gevallen aan dat hun perceptie is veranderd als het gaat om kwetsbare medeburgers. Er is herkenning en begrip ontstaan of ruimte voor vragen gekomen. Er lijkt een ontwikkeling gaande binnen de eerste twee fasen van de exposure waarover Baart spreekt (2001).
4.4 Hoe ervaren vrijwilligers één jaar na deelname aan hun eerste Present vrijwilligersproject georganiseerd door Present Amersfoort de impact van dit project op hun betrokkenheid op kwetsbare medeburgers? In de meeste gevallen is de betrokkenheid op kwetsbare medeburgers toegenomen of heeft men door middel van het Present project een manier gevonden om deze betrokkenheid ook daadwerkelijk vorm te geven.
Uit de interviews komt naar voren dat een aantal elementen heel belangrijk zijn voor de vormgeving van de projecten. Allereerst is dat de rol van de hulpverlening in de situatie waarin de deelnemers een hulpontvanger ontmoeten. En ten tweede is dat het na traject dat vormgegeven wordt door Present.
19
5. Aanbevelingen Vanuit dit onderzoek zijn er een aantal aanbevelingen aan Present Amersfoort.
Allereerst is het aan te bevelen dat de organisatie meer aandacht besteedt aan het traject na een Present project. Deelnemers geven aan hier behoefte aan te hebben vanuit de betrokkenheid met de concrete situatie waar ze mee in aanraking zijn gekomen. Het verdient de aanbeveling te onderzoeken of het terugkoppelen van informatie over deze situatie ook leidt tot de verwachte toename van betrokkenheid bij deze of andere situaties/mensen. Ook is het interessant om te achterhalen of terugkoppeling daarnaast ook leidt tot concrete inzet in deze of andere situaties. Het verdient de aanbeveling om ook op zoek te gaan naar literatuur hierover.
Een tweede aanbeveling voor Present Amersfoort is te onderzoeken hoe de rol van de hulpverlener in projecten optimaal vormgegeven kan worden. Vrijwilligers geven aan dat een goede invulling van deze rol heel belangrijk is voor hun beleving van het project. Het is voor Present wellicht interessant en helpend te onderzoeken hoe hulpverleners zelf tegen hun rol aankijken in het algemeen en in specifieke situaties. Ook verdient het de aanbeveling te achterhalen wat de perceptie van de hulpverlener ten aanzien van de vrijwilligers is. Deze thematiek is op dit moment heel actueel nu de overheid samenwerking tussen formele en informele zorg stimuleert.
Als derde aanbeveling noemen we een vervolgonderzoek op grotere schaal of juist meer verdiepend als het gaat over dezelfde thematiek als dit onderzoek. Hierin zou de literatuur vanuit de Presentie-‐theorie meer vorm kunnen krijgen en zou onderzocht kunnen worden welke fasen een groep vrijwilligers meemaakt tijdens deelname aan een Present project en in het traject ervoor en er na. Ook is het aan te bevelen om te onderzoeken of Present hierin nog een stimulerende rol kan spelen. In dit vervolgonderzoek zou ook gekeken kunnen worden naar verbanden die er zijn tussen motivatie van inzet vooraf, beleving tijdens het project en de terugblik achteraf.
20
6. Literatuurlijst
Baart, A. (2001) Een theorie van de Presentie. Den Haag: Lemma B.V.
Coenders, H. (1997) Kramers Compactwoordenboek Nederlands. Amsterdam, Elsevier
Geurts, B., Kessel, E.N. van. (2013). Impact Stichting Present. Utrecht: Necker van Naem
Meijs, L. (2013) Hoe je goed vrijwilligerswerk organiseert. Opgehaald op 22 maart 2014 van www.socialevraagstukken.nl/site/2013/12/06/hoe-‐je-‐goed-‐vrijwilligerswerk-‐organiseert/
Movisie (2011). Pak de passie! Magazine over betrokkenheid 2.0. Utrecht: Movisie
Mulder, K. (2009). Buurtbewoners in balans. Den Haag: Ministerie van VROM
RMO (2013). Rondje voor de publieke zaak. Pleidooi voor de solidaire ervaring. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
Stichting Present Amersfoort (2014). Jaarverslag 2013. Amersfoort: Stichting Present Amersfoort
Stichting Present Nederland (2006) Handboek Stichting Present. Zwolle: Stichting Present Nederland
top related