presentation personality and leadership

Workshop Algemeen

Management

Joey Vanlocke en Gert Maes

Programma voor vandaag

• Testen en concepten

• Persoonlijkheid

• Persoonlijkheid en interactie

• Leiderschap

Testen en concepten

Testen

• Betrouwbaarheid

– De betrouwbaarheid van empirisch onderzoek betreft de consistentie en de repliceerbaarheid van de methoden, de omstandigheden en de resultaten van dat onderzoek.Betrouwbaar zijn waarnemingen, die onder dezelfde omstandigheden herhaald, dezelfde uitkomst geven. omstandigheden herhaald, dezelfde uitkomst geven. Betrouwbare uitkomsten hebben weinig spreiding

• Validiteit

– Met validiteit wordt bedoeld of we wel meten wat we in feite wensen te meten. Zijn onze metingen geldig of 'valide' voor 'het begrip zoals bedoeld'? De validiteit van empirisch onderzoek betreft zodoende de interpreteerbaarheid en de veralgemeenbaarheid van de resultaten van dat onderzoek.

Schmidt & Hunter

Schmidt & Hunter

1. Cognitieve vaardigheidstesten (.51)

2. STAR-Principe bij gestructureerde interviews (.51)

3. Samplebenadering1. Situatie3. Samplebenadering

– AC (.37)

– Work-Samples (.54)

4. Persoonlijkheidsfactoren (Big5): (.31)

– NEO-PI-R

– NEO-FFM

1. Situatie

2. Taak

3. Actie

4. Resultaat

Schmidt & Hunter

5. Incrementele validiteit

Combinatie testen?

“Is het omdat de tarotkaarten niet goed zitten, dat men “Is het omdat de tarotkaarten niet goed zitten, dat men ook de wichelroede er moet bijhalen en dan nog eens

moet handlezen”

– Cognitieve vaardigheidstest + persoonlijkheidsvragenlijst + gestructureerd interview

– Cognitieve vaardigheden + work samples

PersoonlijkheidPersoonlijkheid

Big Five

• L.L. Thurstone (1933):

– Empirisch, datagebaseerd onderzoek naar persoonlijkheid

– Vijf dimensies

• Sir Francis Galton: • Sir Francis Galton:

– Lexicale hypothese

• Allport-Odbert-lijst: 4504 adjectieven

• => Cattell: 16 Persoonlijkheidssferen.• 16 PF Questionnaire

Symposium

HonoluluHonolulu

= Vergelijk

Gevolgen Symposium

1. Algemene aanvaarding ‘The Big Five’

– Gemeenschappelijke taxonomie

– Theorie op basis van taal– Theorie op basis van taal

2. Ontwikkeling Neo-PI-R (Costa & McCrae)

1. The Big Five

Openheid = Openness

Zorgvuldigheid of consciëntieusheid = Conscientiousness

Extraversie = Extraversion

Altruïsme of Vriendelijkheid = Agreeableness

Neuroticisme = NeuroticismNeuroticisme = Neuroticism

Acroniem OCEAN in het Engels

5 domeinen = 30 facetten

Ik ben snel

gestoord.

Ik ben snel

geïrriteerd.

Ik heb vaak

‘mood-swings’.

Ik maak mij

zorgen om dingen

Tegenslag

Frustratie

Stress

Neuroticisme

Ik ben het meest van de tijd

relaxed. Ik ben algemeen kalm. Ik

heb geen langdurige negatieve

gevoelens.

Stress

Psychopathologie

Extraversie I’m the life of the

party.

Ik begin gesprekken.

Ik praat op feestjes

met allerlei

verschillende

mensen.

I praat niet graag met

vreemden. Ik heb niet

graag aandacht. Ik praat

weinig

Openheid

Ik zit vol ideeën, ik heb een uitgebreide

woordenschat, ik heb een rijke

verbeelding, ik spendeer tijd aan het

overdenken van de dingen.

Ik ben niet geïnteresseerd

in abstracte zaken. Ik ben

eerder traditioneel. Ik heb

geen uitgebreide

verbeelding.

Consciëntieusheid

Ik ben altijd voorbereid. Ik volg

een schema. Ik doe taken

onmiddellijk. Ik besteed

aandacht aan details. Ik heb

een sterke wil.

Ik laat mijn bezittingen

rondslingeren. Ik maak een

puinhoop van dingen. Ik

vergeet dingen op hun juiste

plaats te zetten.

Ik ben geïnteresseerd in

andere mensen. Ik heb

een zacht karakter. Ik rek

tijd uit voor anderen. Ik

zorg dat mensen zich op

hun gemak voelen.

Vriendelijkheid

Altruïsme

Ik ben niet

geïnteresseerd in de

problemen van

andere mensen.

Ik beledig mensen.

Besluiten

• Attitudes: O en A

• Taakverrichting en werk: E en C

• Ondernemende persoonlijkheid: neg correlatie

– N1: Angst– N1: Angst

– N3: Depressiviteit

– N4: schaamte

– N6: kwetsbaarheid

– A2: oprechtheid

– A5: bescheidenheid

2. Neo-PI-R

• Neo-I: Neuroticisme-Extraversie-Openheid

• NEO-PI-R: geen acroniem meer.– Costa & McCrae (1992)

– OCEAN

• Invloed van leeftijd– N & E ↘– N & E ↘

– A & C ↗

• Invloed van gender– Vrouwen: hogere N & A

– Mannen: hogere E & C

• Verband met Hofstede– Individualisme = Extraversie

– Ongelijke machtsstructuren = Consciëntieusheid

NEO-PI-R

Persoonlijkheid en interactiePersoonlijkheid en interactie

Hoe ga jij om met feedbackVraag je bevestiging, een oordeel?

Nee

Nee Ja

Arena Blinde Vlek

A B

A

Geef je

onmiddellijk

reactie?

Ja

Public Face Onbekende ZelfB

We gaan een weekendje

naar de Ardennen.

Ardennen zijn OKWaarom niet naar zee?In een groep, hoe

Vind ik het

belangrijk mijn

zegje te doen?

Ardennen zijn OKWaarom niet naar zee?In een groep, hoe

gedraag jij je?

Laat ik het initiatief

over aan de

anderen?

Leary• Menselijke interactie: geen persoonlijkheidstypologie

1. Dominantie � submissie

2. Positieve affiliatie � Negatieve affiliatie

Boven

1.8.

• 2 dimensies

• 4 Kwadranten

• 8 rollen

Onder

Tegen Samen

1.

2.

3.

4.5.

7.

6.

8.• 8 rollen

Leary

• Geen typologie maar interactiegedragingen

• “Een stabiele persoonlijkheid kan elk van de acht

gedragingen bewust inzetten. Al naargelang de gedragingen bewust inzetten. Al naargelang de

situatie, het doel en de persoon tegenover

zich, kiest men dan een bepaald gedrag.”

Situatiebepaald

De Roos of het wiel Van Leary

Leidend

Helpend

Zich tonend

eisend

Samen-Boven

Boven-Samen

Tegen-Boven

Boven-Tegen

Kritisch

opbouwend

Steunend

Teruggetrokken Volgend

Samen-Onder

Onder-SamenOnder-Tegen

Tegen-Onder

Zet op de juiste plaats: Zachte reacties

1. Dankbaar en bewondert.

2. Kan gehoorzamen. Bescheiden

3. Hartelijk en begrijpend.

4. Streng wanneer nodig, open en

direct.

5. Kan opdrachten geven.

6. Assertief en vertrouwend op

zichzelf.

7. Moedigt aan.

8. Sceptisch, kan klagen

Leidend

HelpendEisend

Zich Tonend

6.

11. 13.

Extreme reacties

9. Is het met iedereen eens.

10. Rebelleert tegen alles.

11. Koud en zonder gevoel.

12. Overbeschermend, probeert

iedereen te troosten.

13. Dictatoriaal.

14. Zal iedereen geloven, afhankelijk.

15. Schaamt zich voor zichzelf.

16. Agressief, wreed en onhartelijk.

Steunend

Helpend

VolgendTeruggetrokken

Kritisch

opbouwend

Eisend

1.2.

3.

4.

10.

5.6.

9.

12.

14.

7.

8.

16.

15.

Extremen• De gedragingen kunnen aangepast worden.

Vertoond gedrag Extremen

Leidend (Boven Samen) Dictatoriaal

Helpend (Samen Boven) Probeert iedereen te troosten en te

bemoedigen

Steunend (Samen Onder) Is het met Iedereen eens

Volgend (Onder Samen) Zal iedereen geloven, afhankelijk

Teruggetrokken (Onder Tegen) Schaamt zich voor zichzelf

Opstandig (Tegen Onder) Rebelleert tegen van alles

Aanvallend (Tegen Boven) Agressief wreed en onhartelijk

Concurrerend (Boven Tegen) Koud en zonder gevoel

Vertoond gedrag Opgeroepen gedrag

Samengedrag Samengedrag

Tegengedrag TegengedragTegengedrag Tegengedrag

Bovengedrag Ondergedrag

Ondergedrag Bovengedrag

De zes managementrollen

Volgens Marc Buelens

1. Piloot

2. Expert

3. Mentor

4. Facilitator

5. Opportunist

6. Goalgetter

Piloot Expert

Mentor Facilitator

Opportunist Goalgetter

DossierkennisPrestatiegericht

Innovatief

Goed luisteraar Handelt voorbereid

Beschikbaar

Gemeenschappelijk doel

Confronterende stijl

Planmatig & systematischGoed geïnformeerd

Planmatig & systematisch

Feiten en cijfers

Vormt juiste coalities

Houdt zich aan afspraken

Zorgt voor goede samenwerking

Legt de lat hoog

Geeft & krijgt vertrouwen

Betrekt alle medewerkers

Vertrouwt op intuïtie

Expert

• Beheersing vakgebied

– Elke sector is anders

• Betrouwbaar raadgever

– Knooppunt informatiestromen– Knooppunt informatiestromen

• Informatie!

– Feiten en cijfers

• Eerste niveau leidinggevenden

Goalgetter

• Resultaten!

• Taakgericht leiderschap Anneke

Evelien Feryn

• Onder stress: output

• Confronterende aanpak

Evelien Feryn

Laetitia

Facilitator

• Groep staat centraal

– “Eenheid door verscheidenheid”

• Kracht van het team

– Complementariteit– Complementariteit

– Synergie

– Heterogentiteit

• Groep = expeditie

Opportunist

• Twee betekenissen:

1. “Nieuwe mogelijkheden”

• Innovatieve component

2. “Mijn doel wettigt mijn middelen”

Wouter

Barbara

• Politieke component

• Vernieuwing

– Prikkels bij medewerkers

• Overtuigingskracht

– Kent behoeftes cliënt

Gert

An

Piloot

• Vliegtuigpiloot

– Toestel onder controle

– Geeft juiste koers aan

�Sturend-controlerende rol�Sturend-controlerende rol

• Planning!

• Afspraken zijn heilig

• POLC-management

Mentor

• Dubbele functie:

– Medewerkers stimuleren: passief leiderschap

– Behoeder organisatiecultuur

• Staat dicht bij de medewerkers• Staat dicht bij de medewerkers

– Beschikbaar

– Vertrouwen

– Investeert in opleiding

�Delegeren

Katrien Maaike Noelia Delphine

Piloot

ExpertGoalgetter

• Planmatig & systematisch

• Handelt voorbereid

• Houdt zich aan afspraken

• Stelt prioriteiten

• Hekel aan improvisatie

• Expert op zijn vakgebied

• Goed geïnformeerd

• Dossierkennis

• Concepten en systemen

• Steunt op feiten en cijfers

• Is prestatiegericht

• Confronterende stijl

• Stress-bestendig

• Harde werker

• Legt de lat hoog

Mentor

Facilitator

Opportunist

• Beschikbaar

• Geeft & krijgt vertrouwen

• Opleiding medewerkers

• Goed luisteraar

• Empathisch

• Goede samenwerking

• Gemeenschappelijk doel

• Betrekt alle medewerkers

• Samenhangend team

• Bevorderd integratie

• Innovatief

• Overtuigt makkelijk

• Vormt de juiste coalities

• Is zeker van zichzelf

• Vertrouwt op intuïtie

Bespreking resultaten

Piloot

ExpertGoalgetter

Mentor

Facilitator

Opportunist