protocol progressieve myopie · 2020. 7. 13. · myopie, ofwel bijziendheid, komt bij de jongere...
Post on 09-Mar-2021
0 Views
Preview:
TRANSCRIPT
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde 1/14
Protocol PROGRESSIEVE MYOPIE
Versie 1.0
Datum 13 juli 2020
Opsteller I.A.W. Verhees, H. Zebari: Radboud UMC
J.R. Polling, E.T.C. Tan: Erasmus MC
Opdrachtgever C.C.W. Klaver
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 2/14
Datum 13 juli 2020
Inhoudsopgave
1 Inhoudsopgave
1 Inhoudsopgave 2
2 Aanleiding voor interventie bij progressieve myopie 3
2.1.1 Het probleem 3
2.1.2 Groei van het oog 3
3 Maatregelen tegen progressie van myopie 5
3.1.1 Behandelprotocollen 5
3.1.2 Metingen bij oogheelkundig onderzoek 5
3.1.3 Indicatie voor behandeling 6
3.1.4 Interpretatie van de groeicurve 6
3.1.5 Lifestyle advies 7
3.1.6 Druppel instructies bij het gebruik van atropine in combinatie met contactlenzen 9
4 Strategie bij controles 10
4.1 Monitoring van de aslengte groei tijdens behandeling 10
4.2 Strategie bij afbouwfase 10
4.2.1 Atropine intolerantie 11
5 Referenties 12
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 3/14
Datum 13 juli 2020
Aanleiding voor interventie bij progressieve myopie
2 Aanleiding voor interventie bij progressieve myopie
Myopie, ofwel bijziendheid, komt bij de jongere generaties steeds meer voor. (Holden et al.,
2016) Met de stijging van de prevalentie krijgen ook steeds meer kinderen hoge myopie, d.w.z.
een sferisch equivalent van -6 dioptrie of meer en een aslengte van 26 mm of meer. Dit is een
klinisch relevant probleem, omdat vooral hoge myopie gepaard gaat met een verhoogde kans op
oculaire complicaties en het ontwikkelen van irreversibele slechtziendheid. Dit vraagt om
maatregelen van beroepsbeoefenaren in de oogzorg. De progressie van myopie tijdens de
kinderjaren kan geremd worden door leefstijl veranderingen en optische en farmacologische
interventies. De snelle ontwikkelingen t.a.v. myopie management en de grote vraag naar
maatregelen maken een standpunt van experts over klinisch management wenselijk. Het
Erasmus MC en het Radboudumc hebben samen een Expert Groep Myopie opgericht die
bestaat uit oogartsen, orthoptisten en optometristen. Deze groep staat internationaal bekend om
wetenschappelijk onderzoek naar myopie en heeft 10 jaar lang ervaring in myopie management.
(Klaver, Polling, & Erasmus Myopia Research, 2020). Het doel van dit protocol is om
oogzorgverleners een handreiking te geven in de behandeling van progressieve myopie. Dit
protocol komt op veel punten overeen met het NOG standpunt Myopie, echter houdt meer
rekening met de persoonsgerichte prognose op hoge myopie. Let wel, indien u een patiënt met
atropine ≥0.5% behandelt, dient u deze in overeenstemming met het NOG standpunt te
registeren via https://www.myopie.nl/voor-behandelaars/registratie-patient/.
2.1.1 Het probleem
De belangrijkste oorzaak van myopie is toename van de oogaslengte, met name van de lengte
van het achtersegment. De correlatie tussen sferisch equivalent en aslengte in een oog met
myopie is hoog (>90%); een sferische equivalent van -6 D of meer gaat doorgaans gepaard met
een aslengte van 26mm of meer (Morgan, Ohno-Matsui, & Saw, 2012; J. W. Tideman et al.,
2016). De oculaire morbiditeit neemt toe met de aslengte en met de leeftijd, en wordt veroorzaakt
door structurele afwijkingen als stafyloom vorming, veranderingen van het glasvocht of tractie
aan de glasvochtmembraan. De afwijkingen die dan kunnen optreden zijn myope macula
degeneratie (maculaire atrofie, choroidale neovascularisatie), andere maculaire pathologie zoals
maculagat of retinoschisis, ablatio retinae, glaucoom, en cataract (Haarman et al., 2020;
Verhoeven et al., 2015). Vooral bij hoge myopie wordt de kans groot dat slechtziendheid
bilateraal optreedt: 1 op de 3 mensen met hoge myopie ontwikkelt slechtziendheid bij het ouder
worden; bij aslengte 30 mm of meer is dit zelfs 95% (J. W. Tideman et al., 2016). Het aantal
personen met myopie in de wereld is de laatste decennia sterk toegenomen. Het is de
verwachting dat het aantal slechtzienden door myopie in 2050 is verviervoudigd en daarmee zal
in Nederland myopie de belangrijkste oorzaak van blindheid worden (J. W. L. Tideman et al.,
2018).
2.1.2 Groei van het oog
De cornea ondergaat de grootste transitie in de eerste 2 levensjaren; de lens heeft de
grootste verandering in dikte, kromming van de voor- en achterzijde en refractieve index
gedurende de eerste 10 jaar (Sivak, 2008). De aslengte groeit bij een gemiddelde
emmetroop oog tot een leeftijd van ongeveer 15 jaar. Bij myope ogen kan deze doorgroeien
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 4/14
Datum 13 juli 2020
Aanleiding voor interventie bij progressieve myopie
tot een leeftijd van 20-25 jaar. (J. W. L. Tideman et al., 2018) Bij myopie is de normale groei
na emmetropisatie verstoord geraakt en groeit de achterkant van het oog voorbij het focale
punt van de invallende lichtstralen (Wildsoet, 1997). De gemiddelde aslengte van een
emmetroop oog is bij de geboorte 16,5 mm en neemt toe tot 23,5 mm op volwassen leeftijd
(Axer-Siegel et al., 2007). De snelheid waarmee het oog groeit neemt af met de leeftijd. De
gemiddelde axiale lengte groei bij myope Nederlandse kinderen uit de Generation R studie
in de leeftijd 6-9 jaar is 0.34 mm/jaar. In de leeftijd 10-13 jaar 0.16 mm/jaar (figuur 1). (J.W.L.
Tideman et al, 2020 ARVO abstract)
Figuur 1: Gemiddelde aslengte groei bij Europese kinderen naar refractie categorie
Ogen met hoge myopie hebben een aslengte van 26 mm of meer..(J. W. Tideman et al., 2016)
Met name de kinderen die op de basisschool myopie ontwikkelen, hebben een grote kans op
hoge myopie later in het leven (Zadnik et al., 2015). De myopie die nog toeneemt op oudere
leeftijd is meestal een gevolg van stafyloom ontwikkeling en representeert geen actieve groei
(Ohno-Matsui, Lai, Lai, & Cheung, 2016).
0,3
4
0,1
9
0,1
5
0,1
6
0,0
9
0,0
8
M Y O P I E E M M E T R O P I E H Y P E R M E T R O P I E
AL groei (mm/jaar) tussen 6-9 jaar AL groei (mm/jaar) tussen 10-13 jaar
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 5/14
Datum 13 juli 2020
Maatregelen tegen progressie van myopie
3 Maatregelen tegen progressie van myopie
Het belangrijkste doel van de behandeling van kinderen met progressieve myopie is het
voorkomen van hoge myopie, of – als het kind al hoge myopie heeft – de sterkte zoveel mogelijk
te beperken. Complete stilstand van de groei van het myope oog op de kinderleeftijd wordt op dit
moment met geen enkele therapie bereikt.
3.1.1 Behandelprotocollen
Voor aanvang van behandeling is het raadzaam een aantal zaken uit te vragen.:
- Komt er myopie in familie voor?
- Hoe is de lifestyle en is deze verklarend voor de huidige myopie?
- Zijn er systemische aandoeningen bij patiënt of in de familie?
- Op welke leeftijd is de myopie ontstaan (eerste bril) en hoe is de progressie tot dusver, is
er momenteel nog steeds sprake van progressie?
- Correleert de axiale lengte met de refractie?
Indien er geen myopie in de familie voorkomt, kan een lifestyle met veel dichtbijwerk en weinig
buiten spelen een verklarende factor zijn. Mocht lifestyle goed zijn en geen myopie in familie dan
kan nog gedacht worden aan genetische diagnostiek, zeker als myopie hoger is dan de leeftijd.
Progressie moet altijd gezien worden in het licht van de leeftijd, dat wil zeggen hoe ouder hoe
minder progressie (zie 3.1.4). Indien er geen normale relatie is tussen de axiale lengte en de
refractie dan moet cornea topografie en lens biometrie worden bepaald om andere pathologie
(bijv. keratoconus) uit te sluiten.
3.1.2 Metingen bij oogheelkundig onderzoek
Onderzoek bij eerste consult:
- Visus, leesvisus, oogstand en stereopsis
- Accommodatie met dynamische skiascopie en pupilgrootte
- Tonometrie
- (Auto) refractie in cycloplegie en aslengte (A-scan, IOL-master, LenStar)
o Bij twijfel over cycloplegie atropine 0,5% - 1%
- Media en fundus
- Aslengte plotten op de groeicurve
- Lifestyle aanpassing en behandelopties bespreken
- Indien behandeling gestart wordt met atropine ≥0.5% eerst informed consent tekenen en
patiënt registreren https://www.myopie.nl/voor-behandelaars/registratie-patient/
- Eén maand na start behandeling telefonische controle voor compliance & bijwerkingen
- Controle afspraak na 6 maanden
Onderzoek iedere 6 maanden onder behandeling:
- Visus, leesvisus
- Accommodatie met dynamische skiascopie en pupilgrootte
- (Auto) refractie in cycloplegie en aslengte (A-scan, IOL-master, LenStar)
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 6/14
Datum 13 juli 2020
Maatregelen tegen progressie van myopie
- Aslengte plotten op de groeicurve
- Inventarisatie lifestyle aanpassing, eventueel bijsturen
- Inventarisatie klachten en compliance behandeling, evt. aanpassen obv aslengte
toename
- Bril evt.aanpassen
- Controle afspraak na 6 maanden
3.1.3 Indicatie voor behandeling
Onderstaande flowchart beschrijft het initiële behandelprotocol voor kinderen van 6-18 jaar.
Figuur 2: flowchart indicatie voor behandeling
3.1.4 Interpretatie van de groeicurve
In de bepaling van de te starten interventie refereren wij naar de groeicurves (figuur 3) uit de
publicatie van Tideman (2018) en Klaver & Polling (2020). (p. 306, p. 233.) In deze curves is de
aslengte in millimeter uitgezet tegen de leeftijd in jaren. Aan de hand van deze curves kan er een
voorspelling worden gemaakt over het verloop van de aslengte. Indien een patiënt in de bovenste
drie lijnen van deze grafiek kan worden ingetekend, spreken wij van >75e percentiel lijn (zie
legenda naast figuur).
Figuur 3. Groeicurven met aslengte (mm) versus de leeftijd voor Europese proefpersonen,
jongens (links) en meisjes (rechts), met het risico op myopie op volwassen leeftijd.
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 7/14
Datum 13 juli 2020
Maatregelen tegen progressie van myopie
3.1.5 Lifestyle advies
In heel veel studies is aangetoond dat buitenspelen beschermend werkt voor ooggroei: het zorgt
voor remming van aslengte toename bij zowel myopie als niet myope kinderen. (Wu et al., 2018;
Xiong et al., 2017). Vooral in recente studies is ook wetenschappelijk bewijs geleverd dat het
langdurig verrichten van dichtbij werk en een korte kijk/leesafstand juist aslengte groei
bevorderen. (Hua et al., 2015; Ip et al., 2008)
Daarom is een inventarisatie en advies ten aanzien van lifestyle uitermate belangrijk.
Wij adviseren:
• Buiten zijn
Minimaal 15 uur per week naar buiten in daglicht (2 uur per dag en extra in het weekend)
• Lezen en nabij activiteiten
Niet langer dan 20 minuten aaneengesloten lezen of op scherm kijken
Kijk/leesafstand >=30 cm
Een praktische regel is de 20-20-2 regel, die al meerdere jaren in Nederland bekend is:
Na 20 minuten aaneengesloten dichtbijwerk (lezen/tablet/smartphone/knutselwerk), ten
minste 20 seconden in de verte kijken.
2 uur per dag buiten zijn bij daglicht (extra in het weekend).
Er bestaan verschillende behandelopties voor remming van myopie progressie: medicamenteus,
door (a) atropine in verschillende concentraties, en optisch door middel van (b) orthokeratologie
en (c) zachte multifocale contactlenzen.
3.1.5.1 Atropine
Atropine topicale oogdruppels zijn de meest effectieve behandeling tegen progressieve myopie.
Reductie van progressie tot >70% beschreven. (Walline et al., 2020) Bij hogere doseringen
(1,0%) is de reductie hoger dan bij lagere doseringen (0,05%). (Huang et al., 2016; Polling, Kok,
Tideman, Meskat, & Klaver, 2016; Wu et al., 2019; Yam et al., 2019)
De start dosering hangt af van de aslengte percentiel op de groeicurve (figuur 3):
≥75ste percentiel: 0,5% atropine i.c.m. meekleurende multifocale glazen.
<75ste percentiel: lage dosering atropine (0,05%, 0,1% of 0,25%) of optische
behandeling.
Doseringen van atropine >= 0,25 veroorzaken zoveel pupilverwijding en accommodatie
vermindering dat er fotofobie en leesproblemen kunnen ontstaan. Daarom adviseren wij bij deze
doseringen een multifocale bril met meekleurende glazen voor te schrijven.
Met name bij kinderen in de sensitieve periode moet gewaakt worden voor amblyopie
ontwikkeling door accommodatie vermindering. We adviseren daarom de leesadditie af te
stemmen op de leeftijd:
- <8 jaar kortere werkafstand hogere additie nodig (+3,00 dpt).
- ≥ 8 jaar additie van +2,50 voldoende.
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 8/14
Datum 13 juli 2020
Maatregelen tegen progressie van myopie
- Let op: bij kleinere brillen (monturen met een kleine glasdiameter) wordt vaak de additie
meer weggeslepen; dit is onwenselijk.
3.1.5.1.1 Voorschrijven van atropine
Atropine Minims [Bausch & Lomb] (sulfaat) Oogdruppels (1%) 10 mg/ml;
0,5 ml Atropine Oogdruppels [Diverse fabrikanten] (sulfaat)
Oogdruppels (1%) 10 mg/ml; 10 ml. Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Atropine Oogdruppels FNA [Formularium der Nederlandse Apothekers] (sulfaat)
Oogdruppels (0,01%) 0.1 mg/ml; 5 ml, 10 ml.
Oogdruppels (0,05%) 0.5 mg/ml; 5 ml, 10 ml.
Oogdruppels (0,1%) 1 mg/ml; 5 ml, 10 ml.
Oogdruppels (0,25%) 2,5 mg/ml; 5 ml, 10 ml.
Oogdruppels (0,5%) 5 mg/ml; 5 ml, 10 ml.
Oogdruppels (1%) 10 mg/ml; 5 ml, 10 ml, (Oculoguttae atropini FNA).
Bevat boorzuur. Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
3.1.5.2 Dual Focus contactlenzen
Indien aslengte <75e percentiel ligt, als er sprake is van allergie op atropine, of als er
onvoldoende effectiviteit is van atropine en men kiest voor combinatie therapie, is een optische
behandeling mogelijk, bijv. met multifocale lenzen op basis van het center distance principe
middels concentrische ring design of perifere additie. Hierbij dient er een additie van minimaal
+2,50 dioptrie voorgeschreven te worden. Voor deze contactlenzen is wisselende effectiviteit
beschreven: een remming van de progressie tussen 29% - 59%. (Aller, Liu, & Wildsoet, 2016;
Anstice & Phillips, 2011; Chamberlain et al., 2019; Cheng, Xu, Chehab, Exford, & Brennan, 2016;
Fujikado et al., 2014; Lam, Tang, Tse, Tang, & To, 2014; Paune et al., 2015; Sankaridurg et al.,
2011; Walline, Greiner, McVey, & Jones-Jordan, 2013)
De volgende multifocale zachte maand- of daglenzen kunnen aangepast worden bij myopie
management:
- MiSight (Procornea);
- Proclear multifocal (+torisch) (Coopervision);
- Acuvue Oasys voor presbyopie (Johnson & Johnson Vision)
- Saphir RX maatwerklens (+ torisch) (Mark'Ennovy)
3.1.5.3 Orthokeratologie
Orthokeratologie (ortho-K) is een harde zuurstofdoorlaatbare lens die ‘s nachts gedragen wordt
en het hoornvlies centraal van vorm verandert. De nachtlens is effectief gebleken tegen
progressieve myopie en vertraagt de aslengte toename met 36-56%. (Sun et al., 2015) De
optometrist dient ortho-K lenzen met de juiste parameters aan te meten. Vooral tijdens de
aanpasperiode maar ook erna, dienen strikte controles uitgevoerd te worden. Hierbij zijn strenge
hygiëne regels en naleving ervan cruciaal. De NOG cornea werkgroep raadt deze therapievorm
af wegens het gevaar op blijvende corneale schade na infecties: de kans op infecties is volgens
onderzoekers 50 op de 10.000 jaren lens-dragen. (Bullimore, Sinnott, & Jones-Jordan, 2013)
Momenteel loopt er in Nederland een studie naar de effectiviteit en complicaties van ortho-K.
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 9/14
Datum 13 juli 2020
Maatregelen tegen progressie van myopie
3.1.6 Druppel instructies bij het gebruik van atropine in combinatie met contactlenzen
- Zachte lens:
Alvorens het druppelen de zachte lens uithalen, voorkom het weer inzetten van de lens
na het druppelen om toxiciteit of (allergische) reacties i.c.m. de contactlens te
voorkomen.
- Nachtlens:
Atropine kan ’s avonds gedruppeld worden (bv na etenstijd) waarna de nachtlenzen
(voor het slapen gaan) ingezet kunnen worden.
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 10/14
Datum 13 juli 2020
Strategie bij controles
4 Strategie bij controles
Het succes van de behandeling dient per leeftijdscategorie beoordeeld te worden. Het beoordelen van succes kan moeilijk zijn maar komt in onze ervaring erop neer dat 70% reductie van initiële progressie bereikt wordt.
4.1 Monitoring van de aslengte groei tijdens behandeling
6-9 jaar: ≥75ste percentiel en gestart met 0,5%
- Succes indien aslengte ≤0,25 mm/jaar groei laat zien. - Te weinig respons indien aslengte > 0,25 mm/jaar overstap naar atropine 1%
en/of combinatie therapie met dual focus lenzen. <75ste percentiel en gestart met lage dosering atropine en/of dual focus lenzen.
- Succes indien aslengte ≤0,25 mm/jaar groei laat zien. - Te weinig respons indien aslengte > 0,25 mm/jaar overweeg om naar hogere
dosering atropine te gaan of combinatie therapieën.
10-13 jaar: ≥75ste percentiel en gestart met 0,5%
- Succes indien aslengte ≤0,15 mm/jaar groei laat zien. - Te weinig respons indien aslengte >0.15 mm/jaar overstap naar atropine 1%
en/of combinatie therapie met dual focus lenzen. <75ste percentiel en gestart met lage dosering atropine en/of dual focus lenzen.
- Succes indien aslengte ≤0,15 mm/jaar groei laat zien. - Te weinig respons indien aslengte >0,15 mm/jaar overweg om naar hogere
dosering atropine te gaan of combinatie therapieën.
14-18 jaar: ≥75ste percentiel en gestart met 0,5%
- Succes indien aslengte ≤0,1 mm/jaar groei laat zien. - Te weinig respons indien aslengte > 0,1 mm/jaar overstap naar atropine 1% en/of
combinatie therapie met dual focus lenzen. <75ste percentiel en gestart met lage dosering atropine en/of dual focus lenzen.
- Succes indien aslengte ≤0,1 mm/jaar groei laat zien. - Te weinig respons indien aslengte > 0,1 mm/jaar overweg om naar hogere
dosering atropine te gaan of combinatie therapieën.
4.2 Strategie bij afbouwfase
Op geleide van leeftijd, groeicurves en nog te verwachten groei bouwt men af middels de
volgende strategie:
Aslengte groei ≤0,1 mm:
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 11/14
Datum 13 juli 2020
Strategie bij controles
- Overstap naar lagere dosering Aslengte vertoont stabiliteit (≤0,1 mm/jaar)
- Overstap naar lagere dosering Indien met 0,05% atropine, aslengte toename ≤0,05 mm/jaar en leeftijd >= 15 jaar: stoppen Bij rebound altijd weer hogere dosering of initiële therapie overwegen.
4.2.1 Atropine intolerantie
Afhankelijk van ernst van de klachten dient er versneld te worden afgebouwd om zo kans op een rebound-effect na gebruik van hogere dosering atropine te verkleinen.
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 12/14
Datum 13 juli 2020
Referenties
5 Referenties
Aller, T. A., Liu, M., & Wildsoet, C. F. (2016). Myopia Control with Bifocal Contact Lenses: A
Randomized Clinical Trial. Optom Vis Sci, 93(4), 344-352.
Anstice, N. S., & Phillips, J. R. (2011). Effect of dual-focus soft contact lens wear on axial
myopia progression in children. Ophthalmology, 118(6), 1152-1161.
Axer-Siegel, R., Herscovici, Z., Davidson, S., Linder, N., Sherf, I., & Snir, M. (2007). Early
structural status of the eyes of healthy term neonates conceived by in vitro
fertilization or conceived naturally. Invest Ophthalmol Vis Sci, 48(12), 5454-5458.
doi:48/12/5454 [pii]
10.1167/iovs.07-0929
Bullimore, M. A., Sinnott, L. T., & Jones-Jordan, L. A. (2013). The risk of microbial keratitis
with overnight corneal reshaping lenses. Optom Vis Sci, 90(9), 937-944.
doi:10.1097/OPX.0b013e31829cac92
Chamberlain, P., Peixoto-de-Matos, S. C., Logan, N. S., Ngo, C., Jones, D., & Young, G.
(2019). A 3-year Randomized Clinical Trial of MiSight Lenses for Myopia Control.
Optom Vis Sci, 96(8), 556-567. doi:10.1097/OPX.0000000000001410
Cheng, X., Xu, J., Chehab, K., Exford, J., & Brennan, N. (2016). Soft Contact Lenses with
Positive Spherical Aberration for Myopia Control. Optom Vis Sci, 93(4), 353-366.
Fujikado, T., Ninomiya, S., Kobayashi, T., Suzaki, A., Nakada, M., & Nishida, K. (2014).
Effect of low-addition soft contact lenses with decentered optical design on myopia
progression in children: a pilot study. Clin Ophthalmol, 8, 1947-1956.
doi:10.2147/OPTH.S66884
opth-8-1947 [pii]
Haarman, A. E. G., Enthoven, C. A., Tideman, J. W. L., Tedja, M. S., Verhoeven, V. J. M., &
Klaver, C. C. W. (2020). The Complications of Myopia: A Review and Meta-Analysis.
Invest Ophthalmol Vis Sci, 61(4), 49. doi:2765517 [pii]
10.1167/iovs.61.4.49
Holden, B. A., Fricke, T. R., Wilson, D. A., Jong, M., Naidoo, K. S., Sankaridurg, P., . . .
Resnikoff, S. (2016). Global Prevalence of Myopia and High Myopia and Temporal
Trends from 2000 through 2050. Ophthalmology, 123(5), 1036-1042. doi:S0161-
6420(16)00025-7 [pii]
10.1016/j.ophtha.2016.01.006
Hua, W. J., Jin, J. X., Wu, X. Y., Yang, J. W., Jiang, X., Gao, G. P., & Tao, F. B. (2015).
Elevated light levels in schools have a protective effect on myopia. Ophthalmic
Physiol Opt, 35(3), 252-262.
Huang, J., Wen, D., Wang, Q., McAlinden, C., Flitcroft, I., Chen, H., . . . Qu, J. (2016).
Efficacy Comparison of 16 Interventions for Myopia Control in Children: A Network
Meta-analysis. Ophthalmology, 123(4), 697-708. doi:S0161-6420(15)01356-1 [pii]
10.1016/j.ophtha.2015.11.010
Ip, J. M., Saw, S. M., Rose, K. A., Morgan, I. G., Kifley, A., Wang, J. J., & Mitchell, P. (2008).
Role of near work in myopia: findings in a sample of Australian school children.
Invest Ophthalmol Vis Sci, 49(7), 2903-2910. doi:49/7/2903 [pii]
10.1167/iovs.07-0804
Klaver, C., Polling, J. R., & Erasmus Myopia Research, G. (2020). Myopia management in
the Netherlands. Ophthalmic Physiol Opt, 40(2), 230-240. doi:10.1111/opo.12676
Lam, C. S., Tang, W. C., Tse, D. Y., Tang, Y. Y., & To, C. H. (2014). Defocus Incorporated
Soft Contact (DISC) lens slows myopia progression in Hong Kong Chinese
schoolchildren: a 2-year randomised clinical trial. Br J Ophthalmol, 98(1), 40-45.
Morgan, I. G., Ohno-Matsui, K., & Saw, S. M. (2012). Myopia. Lancet, 379(9827), 1739-
1748. doi:S0140-6736(12)60272-4 [pii]
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 13/14
Datum 13 juli 2020
Referenties
10.1016/S0140-6736(12)60272-4
Ohno-Matsui, K., Lai, T. Y., Lai, C. C., & Cheung, C. M. (2016). Updates of pathologic
myopia. Prog Retin Eye Res, 52, 156-187. doi:S1350-9462(15)30003-3 [pii]
10.1016/j.preteyeres.2015.12.001
Paune, J., Morales, H., Armengol, J., Quevedo, L., Faria-Ribeiro, M., & Gonzalez-Meijome,
J. M. (2015). Myopia Control with a Novel Peripheral Gradient Soft Lens and
Orthokeratology: A 2-Year Clinical Trial. Biomed Res Int, 2015, 507572.
Polling, J. R., Kok, R. G., Tideman, J. W., Meskat, B., & Klaver, C. C. (2016). Effectiveness
study of atropine for progressive myopia in Europeans. Eye (Lond), 30(7), 998-1004.
doi:eye201678 [pii]
10.1038/eye.2016.78
Sankaridurg, P., Holden, B., Smith, E., 3rd, Naduvilath, T., Chen, X., de la Jara, P. L., . . .
Ge, J. (2011). Decrease in rate of myopia progression with a contact lens designed
to reduce relative peripheral hyperopia: one-year results. Invest Ophthalmol Vis Sci,
52(13), 9362-9367. doi:iovs.11-7260 [pii]
10.1167/iovs.11-7260
Sivak, J. G. (2008). The role of the lens in refractive development of the eye: animal models
of ametropia. Exp Eye Res, 87(1), 3-8. doi:S0014-4835(08)00072-9 [pii]
10.1016/j.exer.2008.03.001
Sun, Y., Xu, F., Zhang, T., Liu, M., Wang, D., Chen, Y., & Liu, Q. (2015). Orthokeratology to
control myopia progression: a meta-analysis. PLoS One, 10(4), e0124535.
doi:10.1371/journal.pone.0124535
PONE-D-14-08394 [pii]
Tideman, J. W., Snabel, M. C., Tedja, M. S., van Rijn, G. A., Wong, K. T., Kuijpers, R. W., . .
. Klaver, C. C. (2016). Association of Axial Length With Risk of Uncorrectable Visual
Impairment for Europeans With Myopia. JAMA Ophthalmol, 134(12), 1355-1363.
doi:2569443 [pii]
10.1001/jamaophthalmol.2016.4009
Tideman, J. W. L., Polling, J. R., Vingerling, J. R., Jaddoe, V. W. V., Williams, C.,
Guggenheim, J. A., & Klaver, C. C. W. (2018). Axial length growth and the risk of
developing myopia in European children. Acta Ophthalmol, 96(3), 301-309.
doi:10.1111/aos.13603
Verhoeven, V. J., Wong, K. T., Buitendijk, G. H., Hofman, A., Vingerling, J. R., & Klaver, C.
C. (2015). Visual consequences of refractive errors in the general population.
Ophthalmology, 122(1), 101-109. doi:S0161-6420(14)00641-1 [pii]
10.1016/j.ophtha.2014.07.030
Walline, J. J., Greiner, K. L., McVey, M. E., & Jones-Jordan, L. A. (2013). Multifocal contact
lens myopia control. Optom Vis Sci, 90(11), 1207-1214.
doi:10.1097/OPX.0000000000000036
Walline, J. J., Lindsley, K. B., Vedula, S. S., Cotter, S. A., Mutti, D. O., Ng, S. M., & Twelker,
J. D. (2020). Interventions to slow progression of myopia in children. Cochrane
Database Syst Rev, 1, CD004916. doi:10.1002/14651858.CD004916.pub4
Wildsoet, C. F. (1997). Active emmetropization--evidence for its existence and ramifications
for clinical practice. Ophthalmic Physiol Opt, 17(4), 279-290. doi:S0275-
5408(97)00003-3 [pii]
Wu, P. C., Chen, C. T., Lin, K. K., Sun, C. C., Kuo, C. N., Huang, H. M., . . . Yang, Y. H.
(2018). Myopia Prevention and Outdoor Light Intensity in a School-Based Cluster
Randomized Trial. Ophthalmology, 125(8), 1239-1250. doi:S0161-6420(17)30367-6
[pii]
10.1016/j.ophtha.2017.12.011
Wu, P. C., Chuang, M. N., Choi, J., Chen, H., Wu, G., Ohno-Matsui, K., . . . Cheung, C. M.
G. (2019). Update in myopia and treatment strategy of atropine use in myopia
control. Eye (Lond), 33(1), 3-13. doi:10.1038/s41433-018-0139-7
© 2020, Erasmus MC en Radboud UMC, Oogheelkunde Pagina 14/14
Datum 13 juli 2020
Referenties
10.1038/s41433-018-0139-7 [pii]
Xiong, S., Sankaridurg, P., Naduvilath, T., Zang, J., Zou, H., Zhu, J., . . . Xu, X. (2017). Time
spent in outdoor activities in relation to myopia prevention and control: a meta-
analysis and systematic review. Acta Ophthalmol, 95(6), 551-566.
doi:10.1111/aos.13403
Yam, J. C., Li, F. F., Zhang, X., Tang, S. M., Yip, B. H. K., Kam, K. W., . . . Pang, C. P.
(2019). Two-Year Clinical Trial of the Low-Concentration Atropine for Myopia
Progression (LAMP) Study: Phase 2 Report. Ophthalmology. doi:S0161-
6420(19)32356-5 [pii]
10.1016/j.ophtha.2019.12.011
Zadnik, K., Sinnott, L. T., Cotter, S. A., Jones-Jordan, L. A., Kleinstein, R. N., Manny, R. E., .
. . Refractive Error Study, G. (2015). Prediction of Juvenile-Onset Myopia. JAMA
Ophthalmol, 133(6), 683-689. doi:2206339 [pii]
10.1001/jamaophthalmol.2015.0471
top related