samenwerking ouders en (voor)school. eerste meting ouderbetrokkenheid bij de vve in de gemeente...
Post on 12-Apr-2017
1.086 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Het ITS maakt deel uit
van de Radboud
Universiteit Nijmegen
evaluatie, monitoring, tevreeffectonderzoek en dataver
onderwijs arbeidsamenleving data zorggezondheid onderwijs
sociale zekerheidtoegepaste wetenschaponderzoek zorg welzijn
arbeid mobiliteitzorg en welzijn beleids-
Samenwerking ouders en (voor)school Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de VVE in de gemeente Arnhem
Frederik Smit | Menno Wester | Jos van Kuijk
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school ii
Projectnummer: 34001774
Opdrachtgever: Stichting PAS
2015 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden
verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan
ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen.
No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means
without written permission from the publisher.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school iii
Voorwoord
Stichting PAS heeft het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen opdracht verleend een monitor te
ontwikkelen om de relatie ouders en VVE-(voor)scholen in Arnhem te optimaliseren. De moni-
tor biedt drie gezamenlijke schoolbesturen Primair Onderwijs: De Basis, Delta, Fluvius en de
Gemeente Arnhem inzicht om de ontwikkelingen wat betreft de samenwerking tussen ouders en
(voor)school te monitoren. Er is een eerste meting uitgevoerd naar de stand van zaken wat be-
treft de samenwerking tussen ouders, peuterspeelzalen en de eerste twee groepen van de basis-
scholen in Arnhem en de gepercipieerde effecten op kinderen.
Het onderhavige onderzoek is uitgevoerd door Frederik Smit, Menno Wester en Jos van Kuijk.
Het onderzoek is op zeer constructieve wijze begeleid door Jonathan Simonis van de stichting
PAS. Een speciaal woord van dank geldt de ouders en de medewerkers van de VVE-(voor)scholen in
Arnhem die aan het onderzoek hebben meegewerkt. Zonder hen was de uitvoering van het
onderzoek niet mogelijk geweest.
ITS, Radboud Universiteit Nijmegen
Nijmegen, oktober 2015
dr. J.W. Winkels
directeur
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school v
Inhoud
Voorwoord iii
1 Samenvatting en conclusies 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Aanleiding, onderzoeksvragen, -opzet en -uitvoering 1 1.3 Resultaten 1 1.4 Conclusies 4
2 Achtergronden 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Pedagogisch medewerkers en leerkrachten 7 2.3 Ouders 8 2.4 Succesfactoren ouderbetrokkenheid 9 2.5 Probleemstelling 9
3 Onderzoeksopzet 11 3.1 Inleiding 11 3.2 Aanleiding en doel van het onderzoek 11 3.3 Onderzoeksopzet en –uitvoering 12 3.4 Verdere opbouw van het rapport 15
4 Visie ouders op relatie ouders en VVE-(voor)school 17 4.1 Inleiding 17 4.2 Contact met de VVE-(voor)school 17 4.3 Belang van samenwerking tussen ouders en pedagogisch medewerker/leerkracht 19 4.4 Effecten samenwerking ouders en VVE-(voor)school 19 4.5 Rapportcijfer voor inzet pedagogisch medewerker/ leerkracht en ouders 20 4.6 Samenvattend 21
5 Visie professionals op samenwerking ouders en VVE-(voor)school 23 5.1 Inleiding 23 5.2 Contact met ouders 23 5.3 Belang samenwerking ouders en professionals 24 5.4 Effecten samenwerking met ouders 25 5.5 Oordeel over de inzet van ouders, schoolmedewerkers en de effecten op het kind 26 5.6 Samenvattend 27
6 Gewenste verbeteringen relatie ouders en VVE-(voor)school 29 6.1 Inleiding 29 6.2 Aanbevelingen van ouders om de samenwerking met de professionals te verbeteren 29 6.3 Aanbevelingen van professionals om de samenwerking met ouders te verbeteren 30 6.4 Samenvattend 32
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 1
1 Samenvatting en conclusies
1.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten samengevat. We beginnen met de aanlei-
ding, onderzoeksvragen, -opzet en -uitvoering (paragraaf 1.2). In paragraaf 1.3 vatten we de
resultaten samen. In paragraaf 1.4 worden enkele conclusies getrokken.
1.2 Aanleiding, onderzoeksvragen, -opzet en -uitvoering
Op verzoek van PAS heeft het ITS een eerste meting uitgevoerd naar de stand van zaken wat
betreft de samenwerking tussen ouders, voorschoolse voorzieningen (hierna te noemen: voor-
scholen) en de eerste twee groepen van de basisscholen in Arnhem en de gepercipieerde effec-
ten op kinderen.
Het onderzoek startte begin juni en is in september 2015 afgesloten.
De onderzoeksopzet omvatte een webenquête onder ouders en professionals over de samenwer-
king ouders en VVE-(voor)scholen in Arnhem. Daarnaast zijn voor ouders, op verzoek, op een
deel van de (voor)scholen papieren versies van de vragenlijsten uitgedeeld.
De bevindingen van de eerste meting zijn gebaseerd op de informatie van 672 personen: 543
ouders en 129 professionals.
1.3 Resultaten
Per onderzoeksvraag worden de belangrijkste uitkomsten weergegeven.
Onderzoekvraag 1: In welke mate zijn ouders en VVE-(voor)school bereid met elkaar samen
te werken?
Nagenoeg alle ouders die de vragenlijsten hebben ingevuld voelen zich welkom bij de VVE in
de VVE-(voor)school. Bijna alle ouders vinden samenwerking met de pedagogisch medewer-
ker/ leerkracht belangrijk, zowel voor de ontwikkelingskansen als het welbevinden van het kind.
De medewerkers van de VVE-(voor)school zijn over het algemeen positief over het contact met
ouders. Ze zorgen ervoor dat ouders zich welkom voelen, ze tonen interesse voor de mening van
ouders, bij problemen in het contact met ouders zoeken ze manieren om dat weer op gang te
brengen. Ook geven de meeste professionals aan dat ze ouders een goed beeld geven wat het
kind doet op de VVE-(voor)school of hoe ouders hun kind thuis kunnen helpen.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 2
(Voor)schoolmedewerkers geven een ruime voldoende voor de inzet van ouders, maar zijn iets
kritischer over de inzet van ouders om met de (voor)schoolmedewerkers in contact te komen.
De helft geeft hiervoor een 6 of een 7 als rapportcijfer; een tiende vindt de inzet van ouders
onvoldoende. Ongeveer 40 procent geeft de inzet van ouders een 8 of hoger.
(Voor)schoolmedewerkers geven aan zich in te zetten om met ouders in contact te komen. Bijna
alle responderende medewerkers geven zichzelf hiervoor een 8 of hoger als rapportcijfer.
Onderzoekvraag 2: In welke mate hebben ouders en VVE-(voor)school de vaardigheden (ont-
wikkeld) om met elkaar samen te werken?
Ruim een derde van de ouders merkt op dat ze door de samenwerking met de VVE-(voor)school
hebben deelgenomen aan een ouderprogramma, zoals LOGO 3000 of Taalmozaïek. Bijna een
vijfde van de ouders heeft deelgenomen aan taalles, Voorlees-Express of Talen in Balans. On-
geveer de helft van de ouders constateert dat ze door de samenwerking met de VVE-
(voor)school beter hebben leren omgaan met hun kind en met de pedagogisch medewerk(st)er
of de leerkracht. Bijna tweederde vindt dat ze hun kind door de samenwerking ook thuis beter
kunnen helpen.
De meeste (voor)schoolmedewerkers stellen vast dat door de samenwerking met ouders de
ouders hun kinderen thuis beter kunnen helpen. Ook vinden de meeste (voor)schoolmede-
werkers dat ze beter hebben leren omgaan met ouders.
Onderzoekvraag 3: In welke mate zijn er duidelijke afspraken gemaakt hoe ouders en VVE-
(voor)school samenwerken?
Een ruime meerderheid (70%) van de ouders stelt dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt over
ouderavonden. Ongeveer een kwart van de ouders geeft aan niet te weten of er duidelijke af-
spraken zijn over ouderavonden. Een aantal ouders is kritisch over het feit dat ze geen sugges-
ties krijgen om het kind thuis te helpen, niet altijd goed op de hoogte zijn wat hun kind leert op
de (voor)school, of niet altijd uitgenodigd worden om mee te doen aan het ouderprogramma.
Ongeveer een zesde van de medewerkers geeft aan dat er geen duidelijke afspraken zijn ge-
maakt over het contact met ouders. Circa een vijfde geeft aan het doorverwijzen van ouders naar
taalles/ Voorlees-Express of Talen in Balans, of het stimuleren dat ouders deelnemen aan een
ouderarrangement over LOGO3000 of Taalmozaïek niet van toepassing is, of dat ze dit niet
weten.
Onderzoekvraag 4: Voelen ouders zich serieus genomen / educatief partners van de medewer-
kers van de VVE-(voor)school?
Ouders weten waar ze met vragen terecht kunnen en hebben het idee dat hun vragen serieus
worden genomen. Bijna alle ouders geven aan dat de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
interesse tonen voor hun mening, ze weten goed wat hun kind leert op de VVE-(voor)school en
ze weten wat er van hen wordt verwacht.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 3
Onderzoekvraag 5: In welke mate zijn de leerprestaties van de kinderen verbeterd door de
samenwerking ouders en VVE-(voor)school?
Ouders zijn over de hele linie tevreden over de inzet van de professionals en de effecten van de
samenwerking bij de VVE. Ongeveer tweederde geeft een 8 of hoger voor de inzet van de leer-
kracht om met de ouder in contact te komen en voor de eigen inzet om zelf met de leerkracht in
contact te komen. Nagenoeg alle ouders vinden samenwerking met de pedagogisch medewer-
ker/ leerkracht belangrijk voor de ontwikkelingskansen van het kind. Ruim twee derde van de
ouders geeft een 8 of hoger voor het effect van de eigen betrokkenheid op de ontwikkelingskan-
sen van hun kind.
Over het algemeen geven (voor)schoolmedewerkers een ruime voldoende voor de inzet van
ouders, de (voor)schoolmedewerkers en de effecten op het kind. Bijna alle (voor)schoolmede-
werkers zijn het er (helemaal) mee eens dat een goede samenwerking met ouders belangrijk is
voor de ontwikkeling van kinderen en omdat kinderen zich er dan prettiger door voelen.
Onderzoekvraag 6: In welke mate is er meer welbevinden bij de kinderen door de samenwer-
king ouders en VVE-(voor)school?
Nagenoeg alle ouders vinden samenwerking met de pedagogisch medewerker/ leerkracht be-
langrijk voor het welbevinden van het kind. Driekwart van de responderende ouders geeft een 8
als rapportcijfer of hoger voor het effect van de eigen betrokkenheid bij de VVE-(voor)school
op het welbevinden van het kind.
(Voor)schoolmedewerkers zijn positief over het effect van ouderbetrokkenheid op hoe prettig
kinderen zich voelen op de VVE-(voor)school en de ontwikkelingskansen van het kind, gemid-
deld beoordelen ze dit met circa een 7,5.
Onderzoekvraag 7: Wat zijn verbeterpunten?
Suggesties voor verbeteringen van ouders wat betreft samenwerking met de professionals: beter
bereikbaar zijn, gebruik maken van diverse communicatiemiddelen, op tijd informatie verstrek-
ken, meer (gedetailleerde) informatie geven over de gang van zaken, wat kinderen overdag leren
en over bijzondere gebeurtenissen.
Daarnaast zien ouders als verbeterpunten om meer individuele gesprekken te voeren, de 10
minutengesprekken langer te laten duren en vaker een evaluatiegesprek met de medewer-
ker/afdelingsleidster te hebben, een dagdeel mee te mogen maken en een ‘opa- en omadag’ in te
voeren. Tenslotte wil een aantal ouders meer invloed hebben op gezond eten op de
(voor)school.
De verbeterpunten van personeelsleden wat betreft de samenwerking met de ouders zijn:
grotere opkomst bij informatiebijeenkomsten;
de ouders meer interesse tonen voor ouderbijeenkomsten;
grotere deelname aan oudercursus LOGO 3000;
meer tijd tijdens haal- en brengmomenten voor gesprekken met ouders;
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 4
meer interactie met ouders;
ouders respecteren dat er op een kinderdagverblijf regels zijn waar ze zich aan moeten hou-
den;
gebruik kunnen maken van een tolk;
planmatig aan ouderbetrokkenheid willen werken;
ouders af en toe ook een dagje meedraaien in de klas;
een ouderkamer starten waar ouders ruimte hebben voor ontmoeting;
meer van de kwaliteiten van ouders gebruik maken;
ouders meer open staan voor veranderingen en hierover meedenken.
1.4 Conclusies
1. Er is grote bereidheid bij ouders en professionals bij (voor)scholen in Arnhem om samen te
werken. Professionals en ouders staan positief tegenover educatief partnerschap, gericht op
de opvoeding en ontwikkeling van kinderen om hun prestaties en welbevinden te optimalise-
ren.
2. Een deel van de ouders zou beter geïnformeerd willen worden over de samenwerking. De
(voor)schoolmedewerkers van hun kant zouden van ouders wat meer initiatief willen zien
om in contact te komen.
3. Ouders en VVE-(voor)schoolmedewerkers zijn veelal enthousiast over wat men leert door
meer samen te werken. Ouders vinden dat ze door het volgen van scholing tools in handen
krijgen om hun kind thuis beter te helpen. Ouders noemen als verbeterpunt dat ze graag zou-
den willen dat de medewerkers van de VVE-(voor)school meer zouden doen met hun feed-
back die ze hen verstrekken.
4. De afspraken over hoe ouders en VVE-(voor)school samenwerken zijn niet altijd voor ieder-
een even duidelijk. Een deel van de ouders en de professionals vindt dat er betere afspraken
dienen te worden gemaakt over de samenwerking om miscommunicatie te voorkomen.
5. Ouders voelen zich in de regel serieus genomen als educatief partners van de medewerkers
van de VVE-(voor)school. Een aantal ouders zou graag willen dat de pedagogisch medewer-
kers en de leerkrachten in hun communicatie nauwkeuriger aansluiten bij de behoeften aan
informatie om thuis het gewenste onderwijsondersteunend gedrag te kunnen vertonen.
6. Volgens ouders en professionals bij VVE-(voor)scholen heeft hun samenwerking een posi-
tieve invloed op de ontwikkelingskansen en op het welbevinden van de kinderen.
7. Een deel van de professionals vindt het onderhouden van contacten met ouders arbeidsinten-
sief en tijdrovend. Daarbij zijn er ouders die graag nog frequenter en intensiever van gedach-
ten willen wisselen met professionals over hun kind. Mogelijk biedt het gebruik van gege-
vens uit observaties en het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM), waarin aspecten van de
ontwikkeling van kinderen in de vorm van ontwikkelingslijnen zijn uitgewerkt handvatten
voor het effectiever voeren van gesprekken.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 5
8. De professionals zijn van de mening dat ouders meer betrokkenheid zouden kunnen tonen,
bijvoorbeeld door meer aanwezig te zijn bij ouderbijeenkomsten.
9. Professionals zouden meer van de kwaliteiten van ouders gebruik willen maken in verband
met hun taakverlichting (onderwijskundig partnerschap) en een aantal professionals zouden
ouders meer willen betrekken bij de besluitvorming over veranderingen in de VVE-
(voor)school (democratisch partnerschap).
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 7
2 Achtergronden
2.1 Inleiding Kinderopvang en het onderwijs moet volgens het huidige kabinet meer recht doen aan de ver-
schillen tussen kinderen en de middelmatigheid doorbreken. De kennis, ervaring en betrokken-
heid van de gemeenschap in en rondom de (voor)scholen kan beter worden benut. Om te begin-
nen met de ouders. Ouderbetrokkenheid heeft betrekking op de inzet van ouders bij het
leerproces van hun kind en de contacten met de (voor)school en vroegschoolse educatie.
Met voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt gedoeld op een educatief aanbod voor jonge
kinderen die meer risico lopen op taal- en onderwijsachterstanden. VVE maakt deel uit van het
onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente Arnhem.
Binnen de gemeente Arnhem vindt VVE zowel voorschools plaats in VVE-peuterspeelzalen,
VVE-kinderdagverblijven, als vroegschools in OAB/VVE-basisscholen: groep 1 en 2. VVE
wordt vooral aangeboden op die locaties waar relatief veel kinderen zijn met onderwijsachter-
standen.
De gemeente Arnhem heeft met de VVE-(voor)scholen prestatieafspraken gemaakt wat betreft
het vergroten van de ouderbetrokkenheid. De bedoeling is dat VVE-(voor)scholen gerichte
activiteiten organiseren voor doelgroepouders (laagopgeleide ouders) en programma’s inzetten,
die afgestemd zijn op de behoeften en mogelijkheden van de ouders op de betreffende locatie.
De focus van de afspraken is gericht op educatief partnerschap: de samenwerking van de VVE-
(voor)scholen met ouders gericht op het optimaliseren van de ontwikkelingskansen en welbe-
vinden van kinderen.1
In dit hoofdstuk belichten we de achtergronden van het onderzoek. In paragraaf 2.2 en 2.3 be-
spreken we de rol van pedagogisch medewerkers, leerkrachten en ouders wat betreft de ontwik-
kelingskansen en het welbevinden van kinderen. In paragraaf 2.4. komen de succesfactoren aan
de orde en in paragraaf 2.5 schetsen we de probleemstelling van het onderzoek.
2.2 Pedagogisch medewerkers en leerkrachten Pedagogisch medewerkers en leerkrachten zijn enerzijds werknemers en gebonden aan de mis-
sie van de VVE-(voor)school en de instructies van hun werkgever. Anderzijds zijn pedagogisch
medewerkers en leerkrachten vakinhoudelijk deskundigen, zij bepalen het tempo in de groepen,
maken resultaatgerichte afspraken met ouders en verantwoorden dit aan hen.2
1 VVE monitor 2013-2014 van Stichting PAS.
2 Smit, F. (20 Smit, F., Wester, M., Craenen, O. & Schut, K. (2011). De visie van leraren, ouders en leerlingen op
de kwaliteit van het onderwijs. Onderzoek naar kwaliteitsaspecten van het onderwijs onder leraren, ouders en
leerlingen. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit Nijmegen en OIG.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 8
Een (minimale) bekwaamheidseis voor professionals in het onderwijs is dat zij op een professi-
onele manier kunnen communiceren met ouders en andere betrokkenen over voor- en vroeg-
schoolse educatie (vgl. Van Gennip, 2009).3 VVE-(voor)scholen kunnen daarnaast de be-
kwaamheidseisen verder aanpassen aan het eigen beleid en de eigen visie in verband met het
verhogen van de ontwikkelingskansen en het schoolsucces van hun kinderen.
2.3 Ouders
Ouders zijn een cruciale factor in het verhogen van de ontwikkelingskansen en het schoolsucces
van hun kinderen. Goede communicatie en het delen van verwachtingen van pedagogisch me-
dewerkers, leerkrachten en ouders is het startpunt voor een goede relatie, schrijft de Staatssecre-
taris in een recente brief aan de Kamer.4
De veronderstelling is dat door grotere betrokkenheid – en een beter contact met de pedagogisch
medewerker en leerkracht – ouders hun kinderen beter kunnen begeleiden bij hun ontwikkeling
en de schoolloopbaan (pedagogisch partnerschap). In het bijzonder zouden ouders een rol
kunnen spelen om de motivatie voor de school te behouden of te vergroten. En motivatie is een
belangrijke factor in het voorspellen van studiesucces.
Een gedeelde ambitie, een visie op ouderbetrokkenheid en een planmatige aanpak (beleid)
spelen een belangrijke rol om de geformuleerde doelen te kunnen realiseren. Tegenwoordig is er
geen discussie meer over de vraag of ouders actief moeten kunnen deelnemen op de VVE-
(voor)scholen: ook wel ouderparticipatie genoemd (onderwijskundig partnerschap) en mede-
zeggenschap zouden moeten hebben (democratisch partnerschap). Dit wordt als een vanzelf-
sprekendheid beschouwd. 5
Ouders en de VVE-(voor)school hebben een gezamenlijk belang, namelijk het zorgen voor
optimale omstandigheden voor de ontwikkelingskansen, de schoolcarrière en het welbevinden
van de kinderen. Er is een groeiende aandacht voor samenwerking van opvoeders thuis en
(voor)school, en voor de plichten van ouders als deelnemers in de samenleving (maatschappe-
lijk partnerschap). Goede contacten tussen VVE-(voor)school, ouders en buurt werken door in
de kwaliteit van een aanbod, de ontwikkelingskansen en het welbevinden van de kinderen. 6
3 Gennip, H. van (2009). Competenties adequaat kunnen omgaan met gedragsproblemen van kinderen. Rollen van
leraren en ouders bij gedragsproblemen. In F. Smit (red.). Ouders en school. Ouderbetrokkenheid en ouderparti-
cipatie in de praktijk (pp 89 – 100). Den Haag/Nijmegen: Sdu Uitgevers/Expertisecentrum Ouders, school en
buurt, ITS, Radboud Universiteit Nijmegen.
4 Brief aan de Tweede Kamer dd 15 juli 2013, kenmerk 523876.
5 Smit, F., Wester, M., & Kuijk, J. van (2012). Beter presteren in Rotterdam. School en ouders samen. ITS,
Radboud Universiteit.
6 Smit, F. (2015). Het gaat het met het kroonjuweel van minister Van Bijsterveldt? In: Pedagogiek in Praktijk.
Oktober 2015.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 9
2.4 Succesfactoren ouderbetrokkenheid
Succesfactoren voor het optimaal functioneren van vormen van ouderbetrokkenheid zijn (Smit,
2012):
de wijze waarop betrokkenen een visie ontwikkelen in het met elkaar omgaan in het kader
van het ouderbetrokkenheid;
de mate waarin afspraken, procedures, overlegstructuren en verantwoordelijkheden duidelijk
zijn;
de mate waarin betrokkenen bereid zijn het samenwerkingsproces gezamenlijk aan te gaan;
de vaardigheid waarmee de betrokkenen met elkaar omgaan.
De vraag óf deze vier elementen elkaar stimuleren dan wel tegenwerken, wordt mede bepaald
door de samenwerking met instellingen in de 'community' (buurt, wijk).7
2.5 Probleemstelling
Er is nog niet zoveel bekend over de visies van pedagogisch medewerkers, leerkrachten en
ouders over de samenwerking tussen ouders en VVE-(voor)scholen in de gemeente Arnhem.
Doel van de meting
Wat zijn de visies van professionals8 en ouders in de gemeente Arnhem op de samenwerking
van op de samenwerking ouders en VVE-(voor)scholen en de gepercipieerde effecten op de
leerprestaties en het welbevinden van de kinderen
7 Smit, F. (2012). Ouders en school. Succesfactoren voor betrokkenheid. Amsterdam: SWP.
8 Professionals: managers en pedagogisch medewerkers van peuterspeelzalen; directeuren, interne begeleiders,
oudercontactpersoon, ouderconsulenten, docenten van het ouderarrangement, leerkrachten van groepen 1 en/of 2
van basisscholen.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 11
3 Onderzoeksopzet
3.1 Inleiding
Paragraaf 3.2 geeft een beschrijving van de aanleiding en het doel van het onderzoek. De onder-
zoeksopzet en -uitvoering wordt besproken in paragraaf 3.3. In paragraaf 3.4 ten slotte, wordt de
verdere opbouw van het rapport beschreven.
3.2 Aanleiding en doel van het onderzoek
In mei 2013 is in Arnhem beleid gelanceerd rond ouderbetrokkenheid bij voor- en vroegschool-
se educatie (VVE) met de naam ‘Ouders doen mee met VVE!’. Afgesproken is dat alle VVE-
(voor)scholen9. een ouderbeleidsplan opstellen op basis van een analyse van de ouderpopulatie,
gaan werken met een oudercontactpersoon en een ouderarrangement aanbieden.
De Stichting PAS en de Stichting Actief Ouderschap hebben in januari 2015 afspraken gemaakt
over een innovatietraject dat VVE-(voor)scholen in de gemeente Arnhem nauwer gaan samen-
werken met de ouders. De bedoeling is op (voor)scholen ‘wensen- en verwachtingenavonden’ te
organiseren, op basis van een ‘stappenplan’ de samenwerking ouders en school te stimuleren10
en te werken met ‘partnerschapsteams’ om de vaardigheid waarmee de betrokkenen met elkaar
omgaan te vergroten en de leerprestaties en het welbevinden van de kinderen te optimaliseren.
Op verzoek van PAS heeft het ITS een eerste meting uitgevoerd naar de stand van zaken wat
betreft de samenwerking tussen ouders, peuterspeelzalen en de eerste twee groepen van de
basisscholen in Arnhem en de gepercipieerde effecten op kinderen. Meer specifiek luiden de
onderzoeksvragen:
1. In welke mate zijn ouders en VVE-(voor)school bereid met elkaar samen te werken?
2. In welke mate hebben ouders en VVE-(voor)school de vaardigheden (ontwikkeld) om met
elkaar samen te werken?
3. In welke mate zijn er duidelijke afspraken gemaakt hoe ouders en VVE-(voor)school sa-
menwerken?
4. Voelen ouders zich serieus genomen / educatief partners van de medewerkers van de VVE-
(voor)school?
5. In welke mate zijn de leerprestaties van de kinderen verbeterd door de samenwerking ouders
en VVE-(voor)school?
6. In welke mate is er meer welbevinden bij de kinderen door de samenwerking ouders en
VVE-(voor)school?
7. Wat zijn verbeterpunten?
9 Peuterspeelzalen en de eerste twee groepen van de basisschool.
10 Smit, F., Driessen, G., & Wit, C. de (2009). Stappenplan optimalisering ouderbetrokkenheid in de Voor- en
Vroegschoolse Educatie. Nijmegen: ITS.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 12
3.3 Onderzoeksopzet en –uitvoering
Doel
Doel van het onderzoek is vast te stellen wat de visies zijn van ouders en professionals wat
betreft de samenwerking tussen ouders en VVE-(voor)scholen in Arnhem en de gepercipieerde
effecten op de prestaties en het welbevinden van de kinderen.
Onderzoeksopzet
Er zijn websurveys gehouden onder ouders, professionals op voorscholen en eerste twee groe-
pen van de basisscholen in Arnhem. Daarnaast zijn voor ouders, op verzoek, op een deel van de
scholen papieren versies van de vragenlijsten uitgedeeld.
Onderzoeksinstrumenten
Voor het verkrijgen van de gegevens is gebruik gemaakt van schriftelijke vragenlijsten en web-
enquêtes voor de ouders en webenquêtes voor de professionals werkzaam bij peuterspeelzalen
en basisscholen in Arnhem (manager / directeur, pedagogisch medewerkster, leerkracht groep 1
en/of 2 interne begeleider, oudercontactpersoon, docent van het ouderarrangement) met open en
gesloten antwoordcategorieën. De vragenlijsten/webenquêtes zijn in concept voorgelegd aan de
opdrachtgever, voordat deze werden uitgezet.
Te verzamelen informatie De te verzamelen informatie bij professionals en ouders had betrekking op: I Beoordeling contacten tussen ouders en VVE-(voor)school
Of de professionals zorgen dat ouders zich welkom voelen, of professionals en ouders interes-
se tonen in elkaars mening, of de ouder goed weet wat het kind leert op VVE-(voor)school, of
de ouder tips krijgt om z’n kind thuis te helpen, of de ouder weet wat de leerkracht van
hem/haar verwacht, of de ouder uitgenodigd wordt om mee te doen aan het ouderprogramma,
of de ouder weet waar deze met z’n vragen terecht kan, of de vragen van ouders serieus wor-
den genomen, of er duidelijke afspraken zijn gemaakt over de ouderavonden en de inloopoch-
tenden van de VVE-(voor)school.
Of de VVE-(voor)scholen ouders doorverwijzen van ouders naar taalles/ Voorlees-Express of
Talen in Balans, of de professionals stimuleren dat ouders deelnemen aan een ouderarrange-
ment over LOGO3000 of Taalmozaïek, hoe problemen in het contact tussen ouders VVE-
(voor)school worden opgelost II Belang van de samenwerking ouders en VVE-(voor)school
Of men de samenwerking met elkaar belangrijk vindt voor de ontwikkelingskansen en het
welbevinden van het kind. III Effecten van de samenwerking tussen ouders en VVE-(voor)school
Of de ouders door de samenwerking met de VVE-(voor)school zijn gaan deelnemen aan een
ouderprogramma (zoals LOGO 3000 of Taalmozaïek), aan taalles, Voorlees-Express of Talen
in Balans, of ze beter hebben leren omgaan met hun kind, en/of met de pedagogisch mede-
werk(st)er of leerkracht, of ouders door de samenwerking hun kind ook thuis beter kunnen
helpen.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 13
Of de (voor)schoolmedewerkers door de samenwerking met ouders nieuwe sociale contacten
hebben gelegd, nieuwe sociale vaardigheden hebben geleerd of beter hebben leren omgaan
met kinderen.
IV Oordeel over kwaliteit van de relatie ouders en VVE-(voor)school
Welk rapportcijfer men voor de inzet van ouders, pedagogisch medewerkers/ leerkrachten om
met elkaar in contact te komen en het effect van ouderbetrokkenheid bij de VVE-(voor)school
op het welbevinden van de kinderen en de ontwikkelingskansen van de kinderen.
VI Achtergrondgegevens
Ouders: schoolsoort kind.
Professionals: functie bij de VVE-(voor)school.
Onderzoeksgroepen
In de periode van 19 mei tot 20 juli 2015 was het voor ouders en professionals mogelijk om de
vragenlijst in te vullen. Beide groepen zijn benaderd via de 36 betrokken voorscholen en basis-
scholen in Arnhem. De betrokken instellingen verstuurden zelf de internetlink van de vragenlijst
naar de ouders. Daarnaast is gedurende de veldwerkperiode ook een papieren versie van de
vragenlijst uitgedeeld aan de ouders, bijvoorbeeld wanneer zij hun kinderen van school ophaal-
den.
In totaal hebben 543 ouders een bruikbare vragenlijst11 ingevuld. Gemiddeld vulden 15 ouders
per betrokken vestiging de vragenlijst in, dit varieert tussen 1 en 44 ouders. Ongeveer een derde
van de vestigingen had minder dan 9 respondenten, zes scholen hadden meer dan 25 responden-
ten bij de ouders. Zie tabel 3.1.
11 In totaal hebben 562 ouders de vragenlijst geopend, hiervan hebben er 543 ouders meer dan één vraag beant-
woord. De ouders die slechts één vraag hebben beantwoord zijn buiten beschouwing gelaten.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 14
Tabel 3.1 – Respons van ouders, naar school
Aantal peuters/kleuters
2013-201412
Respons
ouders 2015
Annie MG Schmidtschool 60 9
Blokkendoos 21 14
Dikkertje Dap
Dr. Willem Dreesschool
Grenspost
Harlekijn
Hugo de Grootschool
Ibn-i Sinaschool
Johannesschool
Klarendal
Kleine Boemerang
Klimop
Kunstrijk
Lourdesschool
Malburcht
Margarethaschool
Merlijn
Monchyschool Graslaan
Monchyschool Lupine
Moriaantje
Mozaïek Eimerssingel
Mozaïek Zwanebloem
Overkant
Pastoor van Arsschool
Paulusschool
Pinokkio
Pompeltje
Presikhaven 1 en 2
Rakkertjes
Speelrijk
Symfonie1
Symfonie2
Trommelaar
Vlindertuin
Vrolijke Ark
Witte school
37
67
29
16
36
35
38
44
43
39
35
35
79
163
40
40
42
61
105
69
20
81
51
35
50
43
32
32
31
16
48
25
41
40
7
21
11
4
17
3
1
19
28
9
2
10
21
7
4
10
7
19
30
42
3
17
7
24
4
18
17
26
9
17
28
10
14
44
De vragenlijst voor professionals is ingevuld door 129 professionals.13 Ook de link naar de
vragenlijst voor professionals verstuurden de VVE-(voor)scholen zelf. De directie ontving een
e-mail met het verzoek om de vragenlijst door iemand van de directie en door de andere betrok-
kenen te laten invullen. Dit waren de pedagogisch medewerksters/leerkrachten groep 1 en 2,
interne begeleider, oudercontactpersoon en/of de docent van het ouderarrangement.
12 De aantallen peuters en kleuters in Arnhem; de aantallen zoals vermeld in de VVE monitor 2013-2014 van
Stichting PAS. Informatie over de peuters (pp. 47 en 48) en over de kleuters (p. 54).
13 In totaal zijn 147 professionals aan de vragenlijst begonnen, hiervan hebben 129 professionals meer dan twee
vragen beantwoord. Indien ze minder dan twee vragen hebben beantwoord zijn deze respondenten buiten de ana-
lyse gelaten.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 15
Per vestiging vulden gemiddeld vier medewerkers de vragenlijst in. Bij een derde van de VVE-
(voor)scholen waren dit er twee of minder, bij zeven vestigingen waren dit er zes of meer. Aan de (voor)schoolmedewerkers zijn ongeveer dezelfde vragen voorgelegd als aan de ouders.
De vragenblokken hadden betrekking op de beoordeling van het contact met de ouders, het
belang dat (voor-)schoolmedewerkers zien in de samenwerking met de ouders, de mate waarin
(voor-)schoolmedewerkers merken dat ze door de samenwerking activiteiten zijn gaan doen en
tot slot is er gevraagd naar de beoordeling in de vorm van rapportcijfers. In totaal hebben 129 medewerkers van een VVE-(voor)school de vragenlijst ingevuld. Zoals uit
tabel 2.2 blijkt zijn dit voornamelijk pedagogisch medewerk(st)ers (35%), of leerkrachten van
groep 1 en/of groep 2 (29%). Per vestiging vulden gemiddeld vier medewerkers de vragenlijst
in. Bij een derde van de vestigingen waren dit er twee of minder, bij zeven vestigingen waren
dit er zes of meer.
Tabel 3.2 – Verdeling van responderende (voor-)schoolmedewerkers naar functie (n=129)
Percentage
manager / directeur 12%
pedagogisch medewerkster 35%
leerkracht groep 1 en/of 2 29%
interne begeleider 7%
oudercontactpersoon 6%
docent van het ouderarrangement 10%
totaal (n=100%) 129
Analyses
De analyses (rechte tellingen) waren erop gericht een beeld te schetsen van hoe ouders en me-
dewerkers van de VVE-(voor)scholen tegen samenwerking aankijken. Er is gekeken naar ver-
schillen en overeenkomsten in verwachtingen, opinies en wensen tussen beide groepen.
Daarnaast is aan de medewerkers en de ouders voorgelegd of ze suggesties voor verbeteringen
hadden. De aantallen respondenten waren te klein om nadere analyses (zoals kruistabellen) uit
te voeren en aanbevelingen per VVE-(voor)school te kunnen doen. De resultaten zijn geïnter-
preteerd in het licht van de ontwikkelingen wat betreft het streven naar meer samenwerking
tussen ouders en VVE-(voor)school.
3.4 Verdere opbouw van het rapport
In hoofdstuk 4 bespreken we de visie van ouders op de samenwerking met de professionals. In
hoofdstuk 5 komt de visie van de professionals over de samenwerking met ouders aan de orde.
Hoofdstuk 6 beschijft de gewenste verbeteringen in de samenwerking tussen ouders en de pro-
fessionals.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 17
4 Visie ouders op relatie ouders en VVE-(voor)school
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijven we de visie van ouders op de relatie ouders en VVE-(voor)school
op basis van vragenlijsten onder ouders. In paragraaf 4.2 schetsen we het contact met de VVE-
(voor)school. In paragraaf 4.3 bespreken we het belang van de samenwerking tussen ouders en
VVE-(voor)school, volgens de ouders. In paragraaf 4.4 beschrijven we de gepercipieerde effec-
ten van de samenwerking met de VVE-(voor)school. In paragraaf 4.5 geven we een beeld van
de rapportcijfers die de ouders geven. In paragraaf 4.6 vatten we het hoofdstuk samen.
4.2 Contact met de VVE-(voor)school
Aan de 543 responderende ouders zijn vier blokken met vragen voorgelegd. Deze vragenblok-
ken hadden betrekking op de beoordeling van het contact met de VVE-(voor)school, het belang
dat ouders zien in de samenwerking met de pedagogisch medewerker/leerkracht, de mate waarin
ouders merken dat ze door de samenwerking activiteiten zijn gaan doen en tot slot is er ge-
vraagd naar de beoordeling in de vorm van rapportcijfers.
Over het algemeen zijn ouders goed te spreken over het contact met de VVE-(voor)school. In
figuur 4.1 is te zien dat de meeste ouders het (helemaal) eens zijn met de stellingen over het
contact. Nagenoeg alle responderende ouders voelen zich welkom (99%), ze weten waar ze met
vragen terecht kunnen (97%) en hebben het idee dat hun vragen serieus worden genomen
(95%). Bijna alle respondenten geven aan dat de pedagogisch medewerker/leerkracht interesse
toont voor hun mening (92%), weten goed wat hun kind leert op de VVE-(voor)school (91%) en
weten wat er van hun wordt verwacht (90%).
Er zijn een paar kritische ouders die aangeven dat ze geen tips krijgen om het kind thuis te
helpen (9%), niet altijd goed weten wat kind leert op de VVE-(voor)schooi (6%), of niet altijd
uitgenodigd worden om mee te doen aan het ouderprogramma (6%). Een ruime meerderheid
(70%) van de ouders stelt dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt over ouderavonden. Onge-
veer een kwart geeft aan niet te weten of er duidelijke afspraken zijn over ouderavonden of dat
dit niet van toepassing is.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 18
Figuur 4.1 – Beoordeling contact met VVE-(voor)school door de ouders (n=543)
Ouders
De ouders van peuterspeelzaal De Blokkendoos geven in hun gesprek met de inspectie aan dat
de band met de leidsters en leerkrachten uitzonderlijk goed is. Ze voelen zich gesteund en
weten en ervaren dat de deur voor hen altijd open staat. Zij ervaren dat hun kinderen een goede
ontwikkeling doormaken. Als belangrijkste pluspunt noemen de ouders de aandacht en zorg
die er is voor ieder kind. Vanwege het hoge percentage doelgroepkinderen met een veelal
forse taal- achterstand is ouderbetrokkenheid een belangrijk aandachtspunt op de voor- en
vroegschool waar veel energie in gestoken wordt.
Bij beide is met ingang van het huidige schooljaar een start gemaakt met het organiseren van
ouderbijeenkomsten rondom het woordenschatprogramma ‘Logo 3000’. De bijeenkomsten
zijn z opgezet dat na een introductie buiten de groep, de ouders in de groep betrokken worden
bij de taalstimulering van de kinderen. Hierdoor vindt een koppeling tussen theorie en praktijk
plaats en krijgen ouders het goede voorbeeld. Het wordt zo eenvoudiger thuis ook met hun
kinderen aan de slag te gaan. Alle betrokkenen zijn enthousiast over deze aanpak wat zich laat
zien in de hoge opkomst van ouders bij deze bijeenkomsten.
32%
33%
30%
50%
52%
39%
32%
31%
36%
46%
64%
50%
45%
40%
44%
45%
40%
58%
47%
55%
46%
35%
5%
5%
6%
5%
9%
6%
16%
18%
25%
4%
15%
6%
13%
7%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
als ik problemen heb in het contact met de (voor)school zoek ik
manieren om het op gang te brengen
duidelijke afspraken over de inloopuren met de (voor)school
duidelijke afspraken over ouderavonden met de (voor)school
vragen worden serieus genomen
weet waar ik met vragen terecht kan
meestal uitgenodigd om mee te doen aan ouderprogramma
weet wat er van mij wordt verwacht
krijg tips om kind thuis te helpen
weet goed wat kind leert op de (voor)school
leerkracht toont interesse in mijn mening
ik voel me welkom
helemaal mee eens mee eens (helemaal) niet mee eens weet niet / nvt
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 19
Op dit moment wordt er zowel op wijk- als locatieniveau gewerkt aan het tot stand komen van
een ouderbeleid. Dit beleid dient duidelijke doelen te bevatten over de rol van ouders in de
voor- en vroegschoolse educatie, gebaseerd op een doelgerichte analyse van de ouderpopula-
tie. Dit kan helpen de basis die gelegd is op het gebied van ouderbetrokkenheid en educatief
partnerschap te versterken en verder uit te bouwen.
Voor de voorschool ligt er nog een verbeterpunt bij het informeren van de ouders over de
ontwikkeling van hun kind. Indien ouders het wensen, is het mogelijk een afspraak te maken
voor een gesprek over de eventuele zorgen die ouders hebben. Dat initiatief kan ook van de
pedagogisch medewerk(st)er uitgaan. Hiervoor worden vooral de haal- en brengmomenten
gebruikt.
Om alle ouders toch structureel op de hoogte te houden van de algehele ontwikkeling en cog-
nitieve ontwikkeling van hun kind(eren), is het belangrijk dat alle ouders uitgenodigd worden
voor een gesprek na de eerste gewenningsperiode, rond de derde verjaardag en bij de overgang
naar de vroegschool. Bij de laatste twee genoemde gesprekken kunnen dan ook gegevens uit
observaties betrokken worden.
Bron: Onderwijsinspectie, januari 2014.
4.3 Belang van samenwerking tussen ouders en pedagogisch medewerker/leerkracht
Nagenoeg alle ouders vinden samenwerking met de pedagogisch medewerker/leerkracht belang-
rijk, zowel voor de ontwikkelingskansen van het kind evenals dat het kind zich dan prettiger
voelt. Zie figuur 4.2.
Figuur 4.2 – Belang van samenwerking tussen ouders en leerkracht, volgens de ouders (n=540)
4.4 Effecten samenwerking ouders en VVE-(voor)school
Welke effecten van de samenwerking met de VVE-(voor)school geven ouders aan? Figuur 4.3
laat zien dat ruim een derde van de ouders van mening is dat ze door de samenwerking met de
VVE-(voor)school hebben deelgenomen aan een ouderprogramma, zoals LOGO 3000 of Taal-
mozaïek en 18 procent van de ouders heeft deelgenomen aan taalles, Voorlees-Express of Talen
in Balans. Voor meer dan de helft van de ouders is dit niet van toepassing (of weten zij dit niet).
61%
66%
34%
32%
4%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
samenwerking met leerkracht belangrijk, omdat kind zich dan
prettiger voelt
samenwerking met leerkracht belangrijk voor
ontwikkelingskansen kind
helemaal mee eens mee eens niet mee eens helemaal niet mee eens weet niet / nvt
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 20
Ongeveer de helft van de ouders geeft aan dat ze merken dat ze door de samenwerking beter
hebben leren omgaan met hun kind en met de pedagogisch medewerk(st)er of de leerkracht.
Bijna tweederde van de ouders geeft aan dat ze hun kind door de samenwerking met de
(voor)school ook thuis beter kunnen helpen.
Figuur 4.3 – Ouders merken dat door samenwerking met de VVE-(voor)school ze de volgende
activiteiten doen of leren (n=539)
4.5 Rapportcijfer voor inzet pedagogisch medewerker/ leerkracht en ouders
Over het algemeen zijn ouders tevreden over de inzet van de professionals en de effecten van de
samenwerking tussen ouders en VVE-(voor)school; ze geven gemiddeld steeds ruim een 8. Zie
tabel 4.1. Ongeveer tweederde van de ouders geeft een 8 of hoger voor de inzet van de pedago-
gisch medewerker/ leerkracht om met de ouder in contact te komen en voor de eigen inzet om
zelf met de pedagogisch medewerker/ leerkracht in contact te komen. Driekwart van de respon-
derende ouders geeft een 8 of hoger voor het effect van de eigen betrokkenheid bij (voor)school
op hoe prettig het kind zich voelt. Ruim tweederde van de ouders geeft een 8 of hoger voor het
effect van de eigen betrokkenheid op de ontwikkelingskansen van het kind.
Een aantal ouders is iets kritischer, circa 4 procent geeft op deze vier onderdelen een onvol-
doende.
23%
17%
19%
8%
19%
40%
37%
33%
10%
17%
7%
8%
11%
13%
10%
3%
6%
5%
28%
36%
34%
63%
49%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
kan kind thuis beter helpen
beter leren omgaan met pedagogisch medewerkster/
leerkracht
beter leren omgaan met mijn kind
gaan deelnemen aan taalles / VoorleesExpress / Talen in
Balans
gaan deelnemen aan een ouderprogramma
helemaal mee eens mee eens niet mee eens helemaal niet mee eens weet niet / nvt
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 21
Tabel 4.1 – Rapportcijfer voor inzet pedagogisch medewerker/ leerkracht en ouders, gegeven
door ouders
cijfer
1-5
cijfer
6 of 7
cijfer
8-10
gemiddel-
de
Totaal
(n=100%)
Inzet van de pedagogisch medewerker/ leerkracht om met u in
contact te komen
4% 28% 69% 8,0 526
Uw inzet om met de pedagogisch medewerker/ leerkracht in
contact te komen
4% 28% 67% 8,0 522
Effect van uw betrokkenheid bij de (voor)school op hoe
prettig uw kind zich voelt
3% 21% 76% 8,0 526
Effect van uw betrokkenheid bij de (voor)school op de
ontwikkelingskansen van uw kind
4% 28% 68% 8,3 523
4.6 Samenvattend
In dit hoofdstuk is de visie van ouders op de relatie ouders en VVE-(voor)school besproken.
Nagenoeg alle ouders die de vragenlijsten hebben ingevuld voelen zich welkom bij de VVE-
(voor)school, ze weten waar ze met vragen terecht kunnen en hebben het idee dat hun vragen
serieus worden genomen. Bijna alle ouders geven aan dat de pedagogisch medewerkers/leer-
krachten interesse tonen voor hun mening, ze weten goed wat hun kind leert op de VVE-
(voor)school en ze weten wat er van hen wordt verwacht.
Een ruime meerderheid (70%) van de ouders stelt dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt over
ouderavonden. Ongeveer een kwart van de ouders geeft aan niet te weten of er duidelijke af-
spraken zijn over ouderavonden.
Een aantal ouders is kritisch over het feit dat ze geen suggesties krijgen om het kind thuis te
helpen, niet altijd goed op de hoogte zijn wat hun kind leert op de VVE-(voor)school, of niet
altijd uitgenodigd worden om mee te doen aan het ouderprogramma.
Nagenoeg alle ouders vinden samenwerking met de pedagogisch medewerker/leerkrachten
belangrijk, zowel voor de ontwikkelingskansen als het welbevinden van het kind.
Ruim een derde van de ouders merkt op dat ze door de samenwerking hebben deelgenomen aan
een ouderprogramma, zoals LOGO 3000 of Taalmozaïek en bijna een vijfde van de ouders heeft
deelgenomen aan taalles, Voorlees-Express of Talen in Balans. Ongeveer de helft van de ouders
constateert dat ze door de samenwerking met de (voor)school beter hebben leren omgaan met
hun kind en met de pedagogisch medewerk(st)er of de leerkracht. Bijna tweederde vindt dat ze
hun kind door de samenwerking ook thuis beter kunnen helpen.
Ouders zijn over de hele linie tevreden over de inzet van de professionals en de effecten van de
samenwerking VVE-(voor)school. Ongeveer tweederde geeft een 8 of hoger voor de inzet van
de leerkracht om met de ouder in contact te komen en voor de eigen inzet om zelf met de leer-
kracht in contact te komen. Driekwart van de responderende ouders geeft een 8 of hoger voor
het effect van de eigen betrokkenheid bij de VVE-(voor)school op het welbevinden van het
kind. Ruim tweederde van de ouders geeft een 8 of hoger voor het effect van de eigen betrok-
kenheid op de ontwikkelingskansen van hun kind.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 23
5 Visie professionals op samenwerking ouders en VVE-
(voor)school
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijven we de visie van de professionals op de samenwerking tussen ouders
en VVE-(voor)school. In paragraaf 5.2 bespreken we de perceptie van de (voor)schoolmede-
werkers op het contact met ouders. Paragraaf 5.3 en paragraaf 5.4 schetsen een beeld van de
visie van de professionals van het belang dat ze hechten aan de samenwerking en de effecten
van de samenwerking met ouders. In paragraaf 5.5 presenteren we de rapportcijfers die de on-
derwijsprofessionals geven voor de inzet van ouders, (voor-)schoolmedewerkers en de effecten
voor het kind. Het hoofdstuk sluiten we af met een samenvatting.
5.2 Contact met ouders
Over het algemeen zijn de medewerkers van de VVE-(voor)school positief over het contact met
ouders. Nagenoeg alle respondenten geven aan dat ze zorgen dat ouders zich welkom voelen, ze
tonen interesse voor de mening van ouders, bij problemen in het contact met ouders manieren
zoeken om dat weer op gang te brengen. Ook geven de meesten aan dat ze ouders een goed
beeld geven wat het kind doet op de VVE-(voor)school of hoe ouders hun kind thuis kunnen
helpen.
Ongeveer een zesde (16%) geeft aan dat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over het
contact met ouders. Circa een vijfde geeft aan het doorverwijzen van ouders naar taalles/ Voor-
lees-Express of Talen in Balans (23%), of het stimuleren dat ouders deelnemen aan een ouderar-
rangement over LOGO3000 of Taalmozaïek niet van toepassing is, of dat ze dit niet weten. Zie
figuur 5.1.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 24
Figuur 5.1 – Beoordeling contact met ouders door de (voor)schoolmedewerkers (n=129)
5.3 Belang samenwerking ouders en professionals
Pedagogisch medewerkers en leerkrachten dienen de competenties te hebben om op een profes-
sionele manier te communiceren met ouders en andere betrokkenen bij de vorming van de leer-
lingen. Zie paragraaf 2.3. Hoe kijken de (voor)schoolmedewerkers en ouders aan tegen het
belang van het contact tussen ouders en (voor)school?
Nagenoeg alle (voor)schoolmedewerkers zijn het er (helemaal) mee eens dat een goede samen-
werking met ouders belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen en omdat kinderen zich
dan prettiger voelen. Zie figuur 5.2. Geen één (voor)schoolmedewerkers geeft aan het hier niet
mee eens te zijn.
63%
33%
20%
62%
43%
32%
52%
57%
76%
83%
34%
47%
42%
30%
30%
57%
43%
37%
20%
13%
16%
15%
4%
9%
5%
3%
5%
23%
4%
17%
6%
4%
3%
3%
3%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
als ik problemen heb in contact met ouders zoek ik manieren om het op
gang te brengen
er zijn duidelijke afspraken gemaakt over contact met ouders
verwijst ouders door naar taalles/ VoorleesExpress/ Talen in Balans
vertelt ouders waar ze met vragen terecht kunnen
stimuleert ouders structureel deel te nemen aan ouderarrangement over
LOGO 3000 of Taalmozaïek
vertelt wat van ouders wordt verwacht
geef t ouders suggesties hoe ze kind thuis kunnen helpen
geef t ouders goed beeld wat kind doet op (voor)school
toont interesse in hun mening
zorgt dat de ouders zich welkom voelen
helemaal mee eens mee eens (helemaal) niet mee eens weet niet / nvt
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 25
Figuur 5.2 – Belang van samenwerking tussen ouders en (voor)schoolmedewerkers, volgens de
(voor)schoolmedewerkers (n=129)
Motto
Het motto van basisschool Mozaïek in Arnhem is: Ouders zijn verantwoordelijk voor de op-
voeding van hun kind. Een deel van de opvoeding hebben ze overgedragen aan de school,
maar de ouders blijven uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid dragen. Daarom is het belang-
rijk dat ouders betrokken zijn bij school en zich goed laten informeren. Ook kunnen eventuele
problemen sneller opgelost worden als er een open en regelmatig contact is tussen leerkrach-
ten en ouders.
Voor ouders bestaat de mogelijkheid om een ochtend of middag mee te draaien in de groep
van hun kind. Ouders krijgen zo een indruk van de manier waarop er les gegeven
wordt. Daarnaast maken ouders kennis met de klasgenoten van hun kind en proeven de sfeer
in de groep. Ieder jaar worden er themabijeenkomsten gehouden, bijvoorbeeld de taalontwik-
keling, straffen en belonen, televisie kijken of het gebruik van de computer.
Er is op school behoefte aan praktische hulp van ouders bij een aantal terugkerende activitei-
ten, die veel tijd en inzet van de leerkrachten vragen. Deze tijd gaat af van de tijd die leer-
krachten kunnen besteden aan het voorbereiden van hun lessen en extra hulp aan leerlingen en
dat is niet wat wij willen. Alle hulp is welkom, zodat de leerkrachten zich zoveel mogelijk met
het onderwijs aan uw kind kunnen bezighouden. De school is 2012, 2013 en 2014 uitgeroepen
tot excellente school.
Bron: Schoolgids Mozaïek
5.4 Effecten samenwerking met ouders
Welke effecten zien de (voor)schoolmedewerkers door de samenwerking met ouders? De mees-
te (voor)schoolmedewerkers (89%) geven aan dat ouders hun kinderen thuis beter kunnen hel-
pen. Ook geven de meeste (voor)schoolmedewerkers (84%) dat ze beter hebben leren omgaan
met ouders.
Ongeveer een vijfde van de (voor)schoolmedewerkers geeft aan niet gemerkt te hebben dat ze
door de samenwerking met ouders nieuwe sociale contacten hebben gelegd (20%), nieuwe
sociale vaardigheden hebben geleerd (20%) of beter zouden hebben leren omgaan met kinderen
(18%). Zie figuur 5.3.
76%
93%
23%
7%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
goede samenwerking met ouders belangrijk, omdat kinderen zich dan
prettiger voelen
goede samenwerking met ouders belangrijk voor de ontwikkeling van
kinderen
helemaal mee eens mee eens niet mee eens helemaal niet mee eens weet niet / nvt
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 26
Figuur 5.3 – (Voor)schoolmedewerkers constateren dat ze door samenwerking met ouders de
volgende activiteiten zijn gaan doen of hebben geleerd (n=128)
5.5 Oordeel over de inzet van ouders, schoolmedewerkers en de effecten op het kind
Over het algemeen geven (voor)schoolmedewerkers een ruime voldoende voor de inzet van
ouders, de (voor)schoolmedewerkers en de effecten op het kind. Zie tabel 5.1. Ze zijn iets kriti-
scher over de inzet van ouders om met de (voor)schoolmedewerkers in contact te komen. De
helft geeft hiervoor een 6 of een 7 als rapportcijfer, een tiende vind de inzet van ouders onvol-
doende. Ongeveer 40 procent van de (voor)schoolmedewerkers geeft de inzet van ouders een 8
of hoger.
(Voor)schoolmedewerkers geven aan zich in te zetten om met ouders in contact te komen. Bijna
alle responderende medewerkers (82%) geeft hiervoor een 8 of hoger.
(Voor)schoolmedewerkers zijn positief over het effect van ouderbetrokkenheid op hoe prettig
kinderen zich voelen op de (voor)school en de ontwikkelingskansen van het kind, gemiddeld
beoordelen ze dit met circa een 7,5.
Tabel 5.1 – Rapportcijfer voor inzet (voor)schoolmedewerkers en ouders en effecten op het
kind, gegeven door schoolmedewerkers
cijfer
1-5
cijfer
6 of 7
cijfer
8-10
gemiddelde Totaal
(n=100%)
inzet ouders om met u in contact te komen 13% 47% 40% 6,9 125
uw inzet om met ouders in contact te komen 3% 15% 82% 8,1 125
effect ouderbetrokkenheid bij (voor)school op hoe
prettig kinderen zich voelen
3% 37% 60% 7,5 125
effect ouderbetrokkenheid bij (voor)school op
ontwikkelingskansen van kind
5% 40% 55% 7,6 125
33%
26%
23%
23%
27%
56%
58%
48%
48%
41%
3%
9%
18%
20%
20%
8%
8%
11%
9%
13%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
ouders thuis hun kind beter kunnen helpen
beter leren omgaan met ouders
beter leren omgaan met kinderen
nieuwe sociale vaardigheden geleerd
nieuwe sociale contacten gelegd
helemaal mee eens mee eens (helemaal) niet mee eens weet niet / nvt
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 27
5.6 Samenvattend
De schoolmedewerkers van de (voor)school zijn over het algemeen positief over het contact met
ouders. Ze zorgen ervoor dat ouders zich welkom voelen, ze tonen interesse voor de mening van
ouders, bij problemen in het contact met ouders zoeken ze manieren om dat weer op gang te
brengen. Ook geven de meeste professionals aan dat ze ouders een goed beeld geven wat het
kind doet op de VVE-(voor)school of hoe ouders hun kind thuis kunnen helpen.
Ongeveer een zesde van de medewerkers geeft aan dat er geen duidelijke afspraken zijn ge-
maakt over het contact met ouders. Circa een vijfde van de schoolmedewerkers geeft aan dat het
doorverwijzen van ouders naar taalles/ Voorlees-Express of Talen in Balans, of het stimuleren
dat ouders deelnemen aan een ouderarrangement over LOGO3000 of Taalmozaïek niet van
toepassing is, of dat ze dit niet weten.
Bijna alle (voor)schoolmedewerkers zijn het er (helemaal) mee eens dat een goede samenwer-
king met ouders belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen en omdat kinderen zich er dan
prettiger door voelen.
De meeste (voor)schoolmedewerkers stellen vast dat door de samenwerking met ouders de
ouders hun kinderen thuis beter kunnen helpen. Ook vinden de meeste (voor)schoolmede-
werkers dat ze beter hebben leren omgaan met ouders.
Over het algemeen geven (voor)schoolmedewerkers een ruime voldoende voor de inzet van
ouders, de (voor)schoolmedewerkers en de effecten op het kind. Ze zijn iets kritischer over de
inzet van ouders om met de (voor)schoolmedewerkers in contact te komen. De helft geeft hier-
voor een 6 of een 7 als rapportcijfer, een tiende vindt de inzet van ouders onvoldoende. Onge-
veer 40 procent geeft de inzet van ouders een 8 of hoger.
(Voor)schoolmedewerkers geven aan zich in te zetten om met ouders in contact te komen. Bijna
alle responderende medewerkers geeft hiervoor een 8 of hoger.
(Voor)schoolmedewerkers zijn positief over het effect van ouderbetrokkenheid op hoe prettig
kinderen zich voelen en het effect ervan op de ontwikkelingskansen van het kind, gemiddeld
beoordelen ze dit met circa een 7,5.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 29
6 Gewenste verbeteringen relatie ouders en VVE-(voor)school
6.1 Inleiding
In dit hoofdstuk beschrijven we de gewenste verbeteringen in de samenwerking tussen ouders
en de VVE-(voor)school. Paragraaf 6.2 bespreken we de aanbevelingen van ouders perceptie
van de schoolmedewerkers op het contact met ouders. Paragraaf 6.3 en paragraaf 6.4. schetsen
een beeld van de visie van de professionals van het belang dat ze hechten aan de samenwerking
en de effecten van de samenwerking met ouders. In paragraaf 6.5 presenteren we de rapportcij-
fers die de onderwijsprofessionals geven voor de inzet van ouders, (voor)schoolmedewerkers en
de effecten voor het kind. Het hoofdstuk sluiten we af met een samenvatting.
6.2 Aanbevelingen van ouders om de samenwerking met de professionals te verbeteren
Ouders en personeelsleden konden tenslotte hun wensen kenbaar maken wat betreft de samen-
werking. De open vraag werd door 168 ouders beantwoord. Men gebruikte veelal (opnieuw) de
mogelijkheid om aan te geven dat men (zeer) tevreden is over de samenwerking: ‘’Klinkt raar,
maar voor mij hoeft te veranderen, er is een zeer goed contact met iedereen en ik ben ook erg
welkom, voor mij geen verbeterpunten.’ ‘Mijn zoon ervaart de peuterspeelzaal als heel prettig,
wat mij als ouder rust geeft. De communicatie is helder en open. Leidsters zijn persoonlijk en
tonen interesse, houden zo.’ ‘Ik wil niks veranderen., het contact is prima. Ze doen het prima,
mijn kind voelt zich fijn.’
Suggesties voor verbeteringen van ouders zijn:
Informatieverstrekking
Beter bereikbaar zijn (mobiele telefoon).
Gebruik van diverse communicatiemiddelen: ouderavond, e-mail, twitter, duidelijke, geactu-
aliseerde website, waar correcte informatie op staat.
Op tijd informatie verstrekken (in correct Nederlands) over bijvoorbeeld de mogelijkheden
om inhaaldagen te gebruiken.
Meer (gedetailleerde) informatie over de gang van zaken en wat kinderen leren overdag en
over bijzondere gebeurtenissen en niet alleen wat ze hebben gedronken en gegeten hebben.
Zou het prettig vinden als de 10 minutengesprekken wat langer duren. Soms lukt het niet om
alles te bespreken. Daarnaast zou een ‘andere’ ruimte (i.p.v. de gang) fijn zijn (waar de ge-
sprekken plaats vinden).
Het is misschien leuk om een paar keer per jaar een soort ‘rapport’ te krijgen.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 30
Communicatie
Meer individuele gesprekken.
Betere communicatie en ouders niet op het laatste moment informeren.
Bredere communicatie over de inhoud van (leer)programma.
De pedagogisch medewerksters duidelijk laten merken dat ze mijn kinderen kennen en weten
wat er bij hen past.
De overdracht aan de begin en aan het eind van de dag serieuzer nemen.
Meer contact met pedagogisch medewerksters. Het liefst twee keer per jaar: een voortgangs-
gesprek en eventuele achterstanden bespreken.
Misschien een idee om 1 à 2x per week bij aanvang thee/koffie-inloop voor ouders van circa
15 à 30 minuten te organiseren.
Educatief partnerschap
Betere communicatie over dat wat er nieuw aangeleerd wordt, zodat de ouders hier beter op
in kunnen spelen. Zoals bijvoorbeeld zelf jas aantrekken. De eerste paar keer ben ik boos
geworden dat de jas op de grond werd gegooid, daarna begreep ik dat dit stap 1 was bij het
zelfstandig aantrekken van de jas. Als ik dit geweten had, had dit irritatie (van mij) en frus-
tratie/onbegrip (kind) kunnen voorkomen.
Vaste overlegmomenten om de ontwikkeling, sociale contacten en dergelijke te bespreken.
Soort 10 minuten gesprekjes.
Vaker een evaluatiegesprek met de medewerker/afdelingsleidster. Ik kan me niet herinneren
wanneer dit voor het laatst was.
Onderwijskundig partnerschap (ouderparticipatie)
Een dagdeel mee te mogen maken.
Een ‘opa- en omadag’.
Ouders inzetten om te helpen.
Democratisch partnerschap inspraak)
Meer invloed willen hebben op het thema ‘gezond eten op school’.
De pedagogisch medewerksters duidelijk laten zien wat ze met feedback van ouders doen.
6.3 Aanbevelingen van professionals om de samenwerking met ouders te verbeteren
De open vraag voor professionals wat betreft hun wensen om de samenwerking met ouders te
verbeteren werd door 75 schoolmedewerkers beantwoord. Men gebruikte veelal (opnieuw) de
mogelijkheid om aan te geven dat de schoolteams doorgaans een goed contact met de ouders
hebben en voor alles openstaan. Wat er uitspringt is dat men graag weer huisbezoeken zou
afleggen voorafgaand aan de daadwerkelijke plaatsing op het Kindcentrum: ‘Heel jammer ook
dat het huisbezoek weg is gehaald, omdat je daar al het eerste contact legt in een voor de ouder
vertrouwde omgeving. Nu is het eerste contact en de intake tijdens de groep, hierdoor heb je
minder aandacht voor de ouder; voor de ouder is het lastig hun verhaal te doen’.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 31
Informatie
Grotere opkomst van ouders bij informatiebijeenkomsten.
Ouders meer interesse tonen voor ouderbijeenkomsten.
Grotere deelname aan oudercursus LOGO 3000 door ouders die het hardst nodig hebben.
Communicatie
Meer tijd voor contacten met ouders tijdens haal- en brengmomenten, daar zitten structurele
contactmomenten in.
Doordat je vaak alleen voor volle groepen staat, heb je soms te weinig tijd om gesprekken
wat uit te diepen.
Meer interactie met ouders. Nog meer oudercontact en een hogere opkomst van ouders, met
name bij thematische koffieochtenden, algemene ouderavonden en oudercursussen.
Voortzetting ouderbetrokkenheid na groep 1-2.
Het kost erg veel moeite om de ouders in deze wijk te betrekken. Veel ouders werken en
brengen hun kind vluchtig. Het zijn vaak dezelfde groep ouders die wel interesse tonen. Wij
zijn nog steeds op zoek naar een vorm waarin wij alle ouders kunnen bereiken.
Gebruik kunnen maken van een tolk: ‘Ik voel me met lege handen staan en heb absoluut
geen tijd om alle ouders persoonlijk te begeleiden’.
Educatief partnerschap
Ouders wat meer betrokkenheid tonen en dingen durven ondernemen.
Ouders actiever worden in het opvoeden en uitvoeren van activiteiten ter bevordering van de
ontwikkeling van hun kind.
Ouders ook zelf problemen aandragen.
Dat ouders nog meer als partner gaan samenwerken met de leerkrachten.
Dat ouders zich realiseren en respecteren dat er op een kinderdagverblijf andere regels zijn
en dat wij groepsgericht bezig zijn en niet individueel en dat wij medeopvoeders zijn en ook
graag zo gezien worden en niet als veredelde oppas. We moeten meer onze kennis delen en
uitwisselen.
Graag nog meer interactie met ouders willen hebben, ouders zijn vaak nog wel erg voorzich-
tig. Daarnaast ben ik steeds op zoek naar verschillende werkvormen om dit te ondersteunen.
Ik zou meer momenten willen creëren waarop je met ouders contact hebt, over de ontwikke-
ling van hun kind of over hoe je dingen thuis aanpakt. Tijd blijft dan het sleutelwoord!
Een duidelijke visie op ouderbetrokkenheid en het werken met individuele gespreksarrange-
menten.
Onderwijskundig partnerschap (ouderparticipatie)
Ouders wat meer betrokkenheid tonen en dingen durven ondernemen.
Ouders vanuit zichzelf meer belangstelling tonen wat zij voor het kindcentrum kunnen doen.
Ouders af en toe ook een dagje meedraaien in de klas. Op deze manier pikken ze veel manie-
ren op om dingen (ook thuis) aan te bieden. Wij nodigen ouders altijd uit, maar nog niet elke
ouder maakt gelegenheid van deze mogelijkheid.
Samenwerking ouders en VVE-(voor)school 32
Meer van de kwaliteiten van ouders gebruik maken. Bijvoorbeeld een ouder die een klusbe-
drijf heeft vragen om iets voor ons te maken/repareren. Of een ouder die heel muzikaal is in-
zetten bij bepaalde activiteiten.
Democratisch partnerschap (inspraak)
Ouders meer open staan voor veranderingen en hierover meedenken.
Zou planmatig aan ouderbetrokkenheid willen werken.
Maatschappelijk partnerschap
Een Ouderkamer starten waar ouders ruimte hebben voor ontmoeting; waar dan ook activi-
teiten plaatsvinden die de belangstelling hebben van de ouders (en wijkbewoners).
6.4 Samenvattend
Suggesties voor verbeteringen van ouders wat betreft samenwerking met de professionals: beter
bereikbaar zijn, gebruik van diverse communicatiemiddelen, op tijd informatie verstrekken,
meer (gedetailleerde) informatie over de gang van zaken, wat kinderen overdag leren en over
bijzondere gebeurtenissen.
Daarnaast adviseren ouders om meer individuele gesprekken te voeren, de 10 minutengesprek-
ken langer mogen duren en vaker een evaluatiegesprek met de medewerker/afdelingsleidster te
hebben, een dagdeel mee te mogen maken en een ‘opa- en omadag’ in te voeren. Tenslotte wil
meer invloed hebben op gezond eten op de (voor)school.
De aanbevelingen van personeelsleden wat betreft samenwerking met de ouders: grotere op-
komst bij informatiebijeenkomsten, ouders meer interesse tonen voor ouderbijeenkomsten,
grotere deelname aan oudercursus LOGO 3000, meer tijd tijdens haal- en brengmomenten voor
gesprekken met ouders, meer interactie met ouders, ouders respecteren dat er op een kinderdag-
verblijf regels zijn waar ze zich aan moeten houden, gebruik kunnen maken van een tolk, plan-
matig aan ouderbetrokkenheid willen werken, ouders af en toe ook een dagje meedraaien in de
klas, een ouderkamer starten waar ouders ruimte hebben voor ontmoeting, meer van de kwalitei-
ten van ouders gebruik maken, ouders meer open staan voor veranderingen en hierover mee-
denken.
top related