social network analysis toegepast op een oud-babylonisch … · 2019-09-25 · social network...
Post on 04-Jul-2020
0 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Social Network Analysis toegepast op een
Oud-Babylonisch tempelarchief uit
Nippur. De economische integratie van de verschillende tempels en de reikwijdte
van hun economische macht.
Angèle Goeman Studentennummer: 01001021
Promotor(en): Prof. Dr. Katrien De Graef, Prof. Dr. Piraye Hacigüzeller
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Archeologie
Academiejaar: 2018 – 2019
Social Network Analysis toegepast op een
Oud-Babylonisch tempelarchief uit
Nippur. De economische integratie van de verschillende tempels en de reikwijdte
van hun economische macht.
Angèle Goeman Studentennummer: 01001021
Promotor(en): Prof. Dr. Katrien De Graef, Prof. Dr. Piraye Hacigüzeller
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Archeologie
Academiejaar: 2018 – 2019
Dankwoord Deze paper zou niet volledig zijn zonder een dankwoord. Tijdens het opmaken van deze paper
hebben een aantal mensen hun hulp aangeboden die ik ten zeerste gewaardeerd heb.
Ten eerste zou ik heel graag Prof. Dr. Katrien De Graef en Anne Goddeeris van harte willen
bedanken voor al hun tijd, wijze raad en begeleiding zonder dewelke deze paper niet mogelijk
was geweest. Ze gaven mij niet enkel de motivatie noodzakelijk voor het schrijven van dit
werkstuk, op hun manier gaven ze me moed en het nodige zelfvertrouwen om dit werk tot een
goed einde te brengen. Zonder hun steun was dit allemaal niet mogelijk geweest. Ik ben jullie
eeuwig dankbaar.
Ten tweede gaan mijn gedachten uit naar mijn ouders voor hun steun en het geloof dat ze aan
mij toevertrouwden en nog steeds toevertrouwen. Sinds het begin van mijn academische
carrière hebben ze op geen enkel moment aan mij getwijfeld. Zonder hun steun zou ik nooit zo
ver geraakt zijn. Als ik de persoon geworden ben die ik vandaag ben, is het dankzij hen. Mijn
gedachten gaan ook uit naar mijn partner Tijs Slowack die eveneens tijdens het opstellen van
mijn thesis een enorme steun voor me was. Jullie zijn mijn leven.
Ik dank ook mijn vrienden Matthias Ruythooren, Alyssa Boecksteyns, Jonas Maebe en Arthur
Nemry die mij geholpen hebben bij het opstellen van deze paper. Deze hebben vanaf het begin
zonder twijfel hun hulp aangeboden en gaven mij de nodige moed tijdens de twijfelmomenten.
Bedankt, jullie zijn goud waard. Ook zou ik graag Jessica Van de Moortel en mijn collega’s
van de Dienst Studentenvoorzieningen van de UGent van harte willen bedanken voor hun steun
doorheen mijn academische carrière. Ik denk aan Robert Mendonck die net een oom voor me
is geworden en Annelies Cosyns.
Ten slotte zou ik graag dit werkstuk opdragen aan Dirk Goeman die ons veel te vroeg verlaten
heeft. Hij was niet enkel de steunpilaar van onze familie, hij was een voorbeeld voor mezelf.
Zijn fierheid over het feit dat er een Goeman aan de universiteit studeert, heeft me veel verder
gedragen dan ik ooit van had kunnen dromen. Dit werkstuk is voor hem.
Inhoud 1 De Oud-Babylonische periode en Nippur ........................................................................ 7
1.1 Inleiding ....................................................................................................................... 7
1.1.1 Geografische kader .................................................................................................. 7
1.1.2 Historische context ................................................................................................. 11
1.2 De sociale organisatie: priesterkoning en administratie ............................................ 13
2 Methodologie en opzet ..................................................................................................... 16
2.1 SNA of Social Network Analysis .............................................................................. 16
2.1.1 De softwareprogramma’s ....................................................................................... 20
2.1.2 Relationele gegevens ............................................................................................. 21
3 Bronnencorpus en dataset ............................................................................................... 24
3.1 Het corpus .................................................................................................................. 25
3.2 Het “tempelarchief” van J.F. Robertson en de Hilprecht Collection Jena................. 26
3.2.1 J.F. Robertson ........................................................................................................ 27
3.2.2 The Hilprecht Collection Jena ............................................................................... 30
3.2.3 Cuneiform Digital Library Initiative (CDLI) ......................................................... 31
4 SNA toegepast op het tempelarchief .............................................................................. 32
4.1 De databank ............................................................................................................... 32
4.2 De testfasen ................................................................................................................ 35
5 Tussenbesluit .................................................................................................................... 45
6 Wat kunnen we reeds uit de databank afleiden? .......................................................... 46
7 De SNA netwerkgrafieken .............................................................................................. 56
7.1 De economische integratie en reikwijdte van de tempels .......................................... 78
8 Besluit ............................................................................................................................... 83
9 Bibliografie ....................................................................................................................... 86
9.1 Internetbronnen: ......................................................................................................... 88
10 Bijlagen ............................................................................................................................. 89
10.1 Overzicht van de bronnendataset .............................................................................. 89
10.2 De moedertabel .......................................................................................................... 90
10.3 Glossarium ............................................................................................................... 118
1
Lijst van afkortingen
CAD Chicago Assyrian Dictionary
CBS Catalogus van de Babylonische Sectie
CDLI Cuneiform Digital Library Initiative
DBMS Database Management System
ID Identifier
SNA Social Network Analysis
TMH Texte und Materialien der Hilprecht Collection
UM Universiteitsmuseum
2
Lijst van figuren Figuur 1: Kaart van het Oude Mesopotamië (Gibson 1993, 1, Fig. 1). .................................................. 7
Figuur 2: Kaart van Mesopotamië met zowel haar antieke als moderne steden met aanduiding van
Nippur, in het rood omcirkeld (Bertman 2003, 9, Map 2). ...................................................................... 8
Figuur 3: Topografische kaart van Nippur (Gibson 1993, 2, Fig. 2). .................................................... 9
Figuur 4: Spijkerschriftkaart van de stad Nippur, uit de Kassitische periode, midden 2e millennium v.
Chr. (Goddeeris 2018, 98, Fig. 1). ........................................................................................................ 10
Figuur 5: Tabel met de chronologie van Nippur (Goddeeris 2016, 5-6). ............................................. 12
Figuur 6: Kaart met de belangrijkste handelsroutes van Mesopotamië (Hallo, Simpson 1998, 84,
Figure 18). ............................................................................................................................................. 15
Figuur 7: Voorbeeld van een relatie (Pagé-Perron, 2018, 203). .......................................................... 18
Figuur 8: voorbeelden van mogelijke relaties (Wagner et al. 2013, 220). ........................................... 19
Figuur 9: Voorbeeld uit de CDLI: hier gaat het om UM 29-15-879. Zowel het spijkerschrifttablet als
de inscripties ervan kunnen geraadpleegd worden. .............................................................................. 31
Figuur 10: Eerste test in Cytoscape. ..................................................................................................... 35
Figuur 11: Eerste test Cytoscape waarbij elk element verplaatst werd om een coherent beeld te
vormen. .................................................................................................................................................. 36
Figuur 12: Eindresultaat van de eerste testen in Cytoscape. ................................................................ 37
Figuur 13: Eindresultaat test 2 in Cytoscape. ....................................................................................... 37
Figuur 14: Voorbeeld van een netwerkgrafiek zoals het programma het weergeeft. ........................... 38
Figuur 15: Voorbeeld van een netwerkgrafiek waarop typfouten duidelijk te zien zijn. ....................... 39
Figuur 16: Figuur waarbij de typfouten rechtgezet werden in Cytoscape. ........................................... 40
Figuur 17: Nieuw netwerkgrafiek op basis van de correcties uitgevoerd op de namen Zakkūr-el en Sîn-
muballiṭ in de databank, aangeduid in het geel. Dit toont mooi aan hoe snel een grafiek er anders uit
kan zien eens gegevens aangepast worden of indien er typfouten gebeuren. ........................................ 40
Figuur 18: Voorbeeld van een netwerkgrafiek met alleenstaande nodes, zonder enige relatie. ........... 41
Figuur 19: Grafiek waarbij de beroepen als voorbeeld genomen werden met aanduiding van de lege
records in het blauw. ............................................................................................................................. 42
Figuur 20: Figuur 19 waarbij de lege nodes apart geslepen werden om duidelijk aan te tonen dat het
om twee aparte elementen gaat. ............................................................................................................ 43
Figuur 21: Figuur 19 waarbij de lege nodes uitgehaald werden waarna alles netjes geordend werd. 43
Figuur 22: Eindresultaat van de bewerking van het netwerk weergegeven in Figuur 19..................... 44
Figuur 23: Netwerkgrafiek met telkens de hoeveelheden gerstuitgaven per tekst waarin Damiqtum of
de Guennakkum voorkomen. ................................................................................................................. 54
Figuur 24: Netwerkgrafiek waarbij het aantal gerstuitgaven per persoon weergegeven wordt met
telkens het doeleinde van ieder uitgave. ................................................................................................ 55
Figuur 25: Netwerkgrafiek_1_1: weergave van het volledig netwerk waarbij de hoeveelheden per
ontvanger weergegeven worden met telkens de datum erbij. ................................................................ 57
Figuur 26: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_1 met focus op het getal 300 (hoeveelheid
ontvangen gerst). ................................................................................................................................... 58
Figuur 27: Weergave van de netwerkgrafiek_1_1 waarbij er specifiek gevraagd werd naar alle
verbindingen gerelateerd aan de Guennakkum (rode edges ) aangeduid in het blauw. ....................... 59
Figuur 28: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_1 met hier een voorbeeld van de
verbindingen (rode edges en nodes) die in verband staan met de Guennakkum. De achtergrond kleur
werd in het wit aangepast zodat de getallen en datum duidelijker zouden zijn. ................................... 60
Figuur 29: Netwerkgrafiek_1_2: weergave van de hoeveelheden gerst (in liter) met telkens het doel
ervan. ..................................................................................................................................................... 62
3
Figuur 30: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_2 met focus op de relaties met stieren en
koeien (rode edges), aangeduid in het blauw. De hoeveelheid 130 liter gerst blijkt bij dit element een
regelmatige hoeveelheid te zijn, met uitzondering van de hoeveelheid van 190 liter gerst. ................. 63
Figuur 31: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_2 met focus op de relaties (rode edges)
met de offers, aangeduid in het blauw. Hierop is het duidelijk te zien dat riet, hout, vis en bier vaak
voorkomende elementen zijn waarvan bier, vis en meel af en toe ook in relatie staan met de offers. .. 64
Figuur 32: Netwerkgrafiek_1_3 met weergave van de doelcategorie en doel. ..................................... 66
Figuur 33: ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_3 met focus op de doelcategorie
management........................................................................................................................................... 67
Figuur 34: Netwerkgrafiek_1_4: weergave van de doelcategorie per ontvanger met telkens het doel
ervan. ..................................................................................................................................................... 68
Figuur 35: Ingezoomde weergave van netwerkgrafiek_1_4 met aanduiding van de relaties met
Duššuptum en Ama-ni-še. Hierop is er ook te zien dat gersttransacties bedoeld voor de stieren en
koeien heel regelmatig voortkwamen. Beiden zijn aangeduid in het blauw. ......................................... 69
Figuur 36: Netwerkgrafiek_2_1: Categorie ontvanger met de doelcategorie. ..................................... 71
Figuur 37: Netwerkgrafiek_2_2: weergave van de doelcategorieën per transactie in relatie met de
hoeveelheden, met aanduiding van de categorie ontvanger. In dit geval is het cijfer 1 gelijk aan “niet
bekend”, aangeduid in het blauw. ......................................................................................................... 75
Figuur 38: Netwerkgrafiek_2_2: hoeveelheden gerst in relatie tot de beroepscategorie van elke
ontvanger met aanduiding van de doelcategorie per transactie. .......................................................... 76
Figuur 39:Netwerkgrafiek_3_1: weergave van de werkelijke ontvangers (target node) in relatie tot de
hoeveelheden (source node) mits de respectievelijke vertegenwoordigers, indien gekend (edge). ....... 79
Figuur 40: Netwerkgrafiek_3_2: weergave van de uiteindelijke ontvangers (target node) in relatie tot
het beroep van hun respectievelijke vertegenwoordigers (source node) mits de categorie van de
tussenpersonen (edge). .......................................................................................................................... 82
4
Lijst van tabellen Tabel 1:Onderverdeling van het tempelarchief volgens J. F. Robertson (Robertson 1984, 152, Table
1). ........................................................................................................................................................... 28
Tabel 2: Overzicht van het aantal entries waarin vrouwelijke individuen benoemd worden. .............. 47
Tabel 3: Overzicht van het aantal entries waarin mannelijke individuen benoemd worden. ............... 49
Tabel 4: Tabel met het totaal aantal aan entries samen met het totaal ontvangen gerst per geslacht. 50
Tabel 5: Overzicht van de verschillende entries waarin de Guennakkum voorkomt. ........................... 51
Tabel 6: Overzicht van de entries waarin Damiqtum voorkomt. .......................................................... 53
Tabel 7: Weergave van de entries waarin de “Categorie ontvanger” telkens “Instelling” is. hier is het
duidelijk dat het telkens om dezelfde soort gersttransactie gaat, namelijk bedoeld als rantsoenen voor
de dienaressen. Bovendien is de ontvanger van deze transacties telkens Ama-ni-še. ........................... 72
Tabel 8: Voorbeeld van de tabel gebruikt bij Figuur 38 waarbij de categorieontvanger "Beroep"
telkens onder een specifieke categorie geplaatst werd. ......................................................................... 77
Tabel 9: een voorbeeld van de databank waarbij alle vertegenwoordigers in geordend werden in
relatie tot de uiteindelijke ontvanger. .................................................................................................... 81
5
Abstract De term “netwerk” is geen nieuw begrip binnen de discipline van de archeologie. Archeologen
gebruiken al geruime tijd termen zoals “uitwisselingsnetwerken” en “interactienetwerken”. Het
gebruik ervan is veelvoorkomend, maar de vorm van gebruik kan heel variërend zijn naargelang
het uitgevoerde onderzoek. In feite is het niet meer dan een handig metafoor voor connectiviteit.
Echter, duikt er sinds kort een heel ander begrip van “netwerken” op, namelijk de Social
Network Analysis of de SNA, die een stap verder zet dan wat een netwerk eigenlijk is. Het vat
relaties op in termen van knooppunten en randen die op de een of andere manier met elkaar
verbonden zijn. De volgende stap bestaat uit het definiëren van wat die knooppunten
vertegenwoordigen. De SNA wordt hoofdzakelijk gebruikt om specifieke datasets aan te
pakken, dewelke vragen kan beantwoorden over onder andere patronen en interactieprocessen
in samenlevingen uit het verleden. Dit proefschrift laat de bijdrage zien die het SNA kan leveren
in de studie van de oude Mesopotamische culturen, meer bepaald in de kennis van de
economische organisatie van de tempels van de oude stad Nippur. In dit deel wordt er dieper
ingegaan op de verschillende mogelijkheden van SNA wanneer deze toegepast wordt op een
tempelarchief. Aan de hand van een aantal casestudies zal er eveneens getoetst worden naar de
bijdrage van SNA tot de archeologische opgravingen en interpretaties. De wonderen van SNA
zijn nog lang niet allemaal verkend.
Sleutelwoorden: Nippur, Social Network Analysis, tempelarchief, archeologie,
netwerkgrafieken
6
Résumé Le terme "réseau" n'est pas nouveau dans la discipline de l'archéologie. Les archéologues
utilisent depuis longtemps des termes tels que "réseaux d'échanges" et "réseaux d'intéraction".
Même si son utilisation est assez courante, la façon de l’utiliser peut considérablement varier
selon les recherches effectuées. En fait, le terme «réseau» est une métaphore pratique pour
décrire la connectivité. Cependant, un nouveau concept, à savoir l'analyse du réseau social ou
le SNA (Social Network Analysis), a émergé. Cette méthode est une étape supplémentaire dans
l’étude des réseaux et conçoit les relations en termes de nœuds et de liens qui, d’une manière
ou d’une autre, sont connectés entre eux. L'étape suivante consiste à définir ce que représentent
ces nœuds. Le SNA est principalement utilisé dans les traitements de l’ensemble de données
spécifiques et peut répondre à de nombreuses questions concernant, entre autres, les modèles et
les processus d'intéraction des sociétés du passé. Ce mémoire montre la contribution que le
SNA peut apporter dans l’étude des anciennes cultures mésopotamiennes, plus précisément
dans la connaissance de l’organisation économique des temples de l’ancienne ville de Nippur.
Les différentes possibilités du SNA ont fait l’objet d’un approfondissement sur une archive de
temple de Nippur. Un certain nombre d’études de cas permettant de tester la contribution du
SNA aux fouilles et aux interprétations archéologiques, est également développé. Les capacités
scientifiques du SNA n’ont pas fini de nous étonner.
Mots-clés: Nippur, Social Network Analysis, archive du temple, archéologie, graphiques de
réseaux
7
1 De Oud-Babylonische periode en Nippur
1.1 Inleiding
1.1.1 Geografische kader
Binnen de geschiedenis van Mesopotamië was het gebied van Babylonië, genoemd naar de
antieke stad van Babylon (Boiy 2010, 14), onderverdeeld in het zuidelijke Sumer en het
noordelijke Akkad (Figuur 1). Doordat de ecologische omstandigheden in beide regio
verschillend zijn, bezitten ze dan ook een verschillend historische ontwikkeling (Goddeeris
2007, 198).
De rivier was van primair belang voor het leven in Mesopotamië (Glassner 2002, 80). Dankzij
de aanwezigheid van de Eufraat (Foster, Foster 2009, 4) konden de nodige irrigatiekanalen
aangelegd worden zodat de continue watertoevoer naar de stad en voor de landbouw verzekerd
werd. De continue watertoevoer uit de Eufraat was namelijk cruciaal voor het cultiveren van de
nodige graangewassen (Saggs 1962, 158). Het beheer van het watersysteem lag dan ook vaak
aan de oorzaak van conflicten (Hallo, Simpson 1998, 86). Het bood ook een belangrijke
communicatieweg met Syrië, Centraal-Turkije en de mediterrane wereld.
Figuur 1: Kaart van het Oude Mesopotamië (Gibson 1993, 1, Fig. 1).
De Mesopotamische stad Nippur was gelegen tussen Bagdad en Basra, in het zuiden van het
huidige Irak (Gibson 1993, 1) (Figuur 2). Het is een van de oudste sites, ontstaan in de
prehistorische Ubaid-periode (ca. 5000 v. Chr.) en bewoond tot ongeveer 800 n. Chr., tijdens
het Islamitische tijdperk. Vanaf de vroegste periode was Nippur een heilige stad, geen politieke
8
hoofdstad. Haar status stelde haar in staat om de vele oorlogen en de val van dynastieën
ongeschonden te doorstaan in vergelijking met andere steden die hierdoor verwoest werden
(Gibson 1993, 2). Hoewel Nippur geen hoofdstad was, speelde de stad een belangrijke rol in de
politiek. Koningen zochten erkenning bij de tempel van Enlil, de belangrijkste god van het
Mesopotamische pantheon. Zelfs na 1800 v. Chr., toen de Babyloniërs Marduk de belangrijkste
god in Zuid-Mesopotamië maakten, bleven koningen legitimatie zoeken bij Nippur.
Figuur 2: Kaart van Mesopotamië met zowel haar antieke als moderne steden met aanduiding van Nippur, in het
rood omcirkeld (Bertman 2003, 9, Map 2).
Elizabeth Stone geeft aan hoe de omstandigheden in Irak onze reconstructie van de geschiedenis
en de maatschappij van het Oude Mesopotamië mogelijk maken door de beschikbaarheid van
geschreven bronnen, maar ook door het feit dat het bewijsmateriaal vaak bewaard is gebleven
in een archeologische context. Alle artefacten ontlenen hun betekenis aan hun context en dragen
zelf bij tot de interpretatie ervan. Echter, wanneer de geschreven bronnen gescheiden zijn van
de archeologische context (Stone 1981, 19) is er enkel een gedeeltelijk inzicht mogelijk.
Volgens Stone, zoals de teksten de acties van de oude bewoners onthullen, vertegenwoordigen
de archeologische overblijfselen de fysieke manifestatie van deze gedocumenteerde acties.
9
De stad Nippur was tijdens het 3e en het 2de millennium v. Chr. de religieuze hoofdstad van
Babylonië. Zowel de topografie als de omgeving zijn goed vertegenwoordigd in tal van
bronnenmateriaal dat bewaard is. Privéarchieven met gedetailleerde eigendomsbewijzen
(Goddeeris 2018, 97) maken ook deel uit van deze bronnen. Deze betreffen het onroerend goed,
bedoeld om misverstanden te vermijden rond het verkochte goed en de prijs ervan. Daarnaast
bestaan er ook heel wat verwijzingen naar de topografische kenmerken van de stad (Figuur 3).
Figuur 3: Topografische kaart van Nippur (Gibson 1993, 2, Fig. 2).
Toen aan het begin van het 2e millennium v. Chr. een strijd uitbarstte tussen Isin en Larsa
(Robertson 1981, 46) om de suprematie over Zuid-Babylonië, kwam Nippur midden in dit
politiek conflict terecht. Larsa slaagde erin zijn dominantie over het grootste deel van het zuiden
uit te breiden, en Nippur bleef de enige grote stad die nog steeds onder de hegemonie van Isin
viel (Robertson 1984, 147). Ondanks de pogingen om haar positie te behouden, verloor Isin
uiteindelijk de controle van de stad aan Sumuel van Larsa, maar Irra-imitti van Isin kon het
enkele jaren later terug veroveren.
Hierbij moet er een belangrijk opmerking gemaakt worden. Volgens Charpin zou de term “Isin-
Larsa periode” (ca. 2019 v. Chr. tot 1763 v. Chr) (Charpin 2004, 385-387) uiteindelijk niet echt
passend zijn. Deze term is enkel van toepassing op het zuiden van Babylonië (waar Nippur zich
bevindt). Enkel daar speelt die rivaliteit tussen Isin en Larsa terwijl ondertussen in Noord-
Babylonië en de rest van het Nabije Oosten, ook andere dynastieën met de scepter zwaaiden
10
(Charpin 2004, 38). De introductie van de term “Isin-Larsa periode” heeft volgens Charpin het
nadelige gevolg dat in 1763 v. Chr. een breuk geïntroduceerd wordt ten tijde van de verovering
van het koninkrijk van Larsa door Hammurrabi. Echter, dit heeft niets met een onderbreking te
maken. Deze datering betekent namelijk enkel het begin van de Babylonische hegemonie. Met
de term “Oud-Babylonische periode wordt dan weer de nadruk gelegd op de overheersing van
het Midden-Oosten door Babylon. Echter, de eerste dynastie van Babylon begon volgens de
koninklijke lijsten niet voor 1894 v. Chr. (dus meer dan een eeuw na de val van het Ur III-rijk).
Volgens Charpin zou de term ‘Amoritische periode” toepasselijker zijn omdat die de nadruk
legt op het belang van de oorspronkelijke Amoritische bevolking en de gemeenschappelijke
noemer van de dynastieën van die tijd. Het is ook veelzeggend dat na zijn grote overwinningen,
Hammurabi van Babylon de titel van "koning van alle landen" nam. Vandaar dat de Isin-Larsa
periode voorzichtig behandeld moet worden en dat de dateringen heel sterk kunnen variëren
naargelang de auteurs. Zoals hierboven vermeld situeert Charpin in zijn werk de Isin-Larsa
periode rond ca. 2019 v. Chr. tot 1763 v. Chr. (Charpin 2004, 385-387).
Figuur 4: Spijkerschriftkaart van de stad Nippur, uit de Kassitische periode, midden 2e millennium v. Chr.
(Goddeeris 2018, 98, Fig. 1).
Vanaf 1889, wanneer de University of Pennsylvania de eerste Amerikaanse expeditie in het
Midden-Oosten begon, stond Nippur in het middelpunt van een aantal grote opgravingen
(Gibson 1993, 6). Gezien de rijkdom aan spijkerschrifttabletten, bleef de Amerikaanse expeditie
er opgravingen organiseren tot in 1900. In 1964 tekende de University of Chicago een herziene
overeenkomst met de regering van Irak, die beloofde om op lange termijn verdere opgravingen
uit te voeren. Echter, de site bleef voor vijf jaar verwaarloosd achter, nadat de expeditie niet
toegestaan werd om de overblijfselen van het Parthische fort te verwijderen. Het fort werd
namelijk gezien als waardevol voor het toerisme (Gibson 1993, 7). Deze was reeds gedeeltelijk
opgegraven in de jaren 1890 door de University of Pennsylvania. In 1972 kwam er een nieuw
opgravingsschema dat niet alleen het religieuze aspect van de stad aan het licht diende te
brengen, maar ook de overheids- en particuliere gebouwen ervan. De opgravingen bleven
11
voortgaan tot in 1990. Sindsdien 1990 werden verschillende archeologische expedities
georganiseerd. De jaarlijkse rapporten hiervan zijn op de website van The Oriental Institute of
The University of Chicago1terug te vinden.
1.1.2 Historische context
De chronologie van Mesopotamië is onderhevig aan heel wat onzekerheden. Verschillende
chronologische methodes worden gebruikt, waarvan sommige gebaseerd zijn op astronomische
gegevens die in de teksten aangetroffen werden. Andere bronnen, waaronder de archeologie,
worden ook gebruikt bij het opstellen van de chronologie waarbij vooral de C14-datering
toegepast wordt (Glassner 2002, 45).
De chronologie van de stad Nippur die in deze paper gehanteerd wordt, is gebaseerd op de
chronologie uit het werk van A. Goddeeris. Ze heeft het meest recente overzicht van de politieke
chronologie van Nippur tijdens de Oud-Babylonische periode gegeven (Goddeeris 2016, 5-6).
Dit overzicht is gebaseerd op de midden chronologie. De gepubliceerde teksten daarvan
situeren zich in de chronologie van Nippur zoals deze vastgelegd is door M. Sigrist (1977),
hieronder weergegeven in de vorm van een tabel:
1 https://oi.uchicago.edu/research/projects/nippur-expedition#AnnualReports
12
Figuur 5: Tabel met de chronologie van Nippur (Goddeeris 2016, 5-6).
13
1.2 De sociale organisatie: priesterkoning en administratie
De Mesopotamische stad, met al haar inwoners en haar landerijen, was het landgoed van de
stadsgod (Dawe 1969, 38). In het derde millennium fungeerde de heerser of priesterkoning
(En/Ensi) als zijn hofmeester en stond voor een tijdelijke periode aan het hoofd van de stad.
Religie was een essentieel onderdeel van het Sumerische leven en religie (Dawe 1969, 38). Elke
heerser moest ter goedkeuring aan de god voorgelegd worden (Bertman 2003, 66). Ook al zijn
er reeds een aantal dynastieën gekend uit de Vroeg Dynastische periode, was er geen principe
van erfelijke opvolging. De zoon van de heerser bezat wel een zwaar voordeel (Saggs 1962,
162) wanneer de vraag naar de keuze van een opvolger zich stelde. Dit had hij te danken aan
het feit dat de familieleden (Leick 2007, 320) van de Ensi betrokken waren in het beheer van
de kleine tempels, wiens godheid in dezelfde relatie stond als de stadsgod met de priesterkoning.
Oorspronkelijk was de priesterkoning niet meer dan een primus inter pares, een tijdelijke leider
verkozen in tijden van oorlog (Leick 2007, 27). In tegenstelling tot onder andere Egypte,
geloofden de inwoners van Sumer niet in het goddelijke karakter van hun koning. De Ensi
vertegenwoordigde als priesterkoning het volk voor de goden en was de persoon langs wie de
goden het land beheerden. Het welzijn van de staat was afhankelijk van het welzijn van de Ensi
(Hallo, Simpson 1998, 174). Elk gevaar voor de heerser betekende ook een gevaar voor de staat.
In sommige gevallen werd een plaatsvervanger verkozen (Leick 2007, 65) die al het onheil dat
de priesterkoning bedreigde op zich moest nemen.
Zoals reeds vermeld lagen de irrigatiekanalen aan de basis van de economische structuur van
Mesopotamië (Sterba 1976, 17). Dergelijke werken waren noodzakelijk omwille van de
klimaatomstandigheden (Leick 2007, 2) waarmee de vroegere bewoners van Sumer
geconfronteerd werden en vormden ook een essentieel element van de sociale structuur van het
land. Een efficiënte irrigatiesysteem was namelijk enkel mogelijk dankzij de samenwerking van
de afzonderlijke gemeenschappen (Renger 2007,189). Daarbovenop was de opkomst van de
stadstaat volledig gebaseerd op de irrigatiewerken. Echter, een roekeloos gebruik van de
irrigatienetwerken kon het land en de gemeenschap doen verzwakken. Het was dus van groot
belang dat duidelijke afspraken vastgelegd werden. Dit vormt één van de factoren die aanleiding
gaven tot het ontstaan van een schriftelijke wetgeving (Dawe 1969, 27), een administratief
systeem en de oprichting van een soort ‘politie-systeem’ in de vorm van kanaalinspecteurs
(Saggs 1962, 158).
Over de administratie van het land kunnen weinig algemeen geldende uitspraken geformuleerd
worden. In praktijk bestonden er grote verschillen tussen de ene periode en de andere en dit,
vaak binnen een zeer korte tijdspanne (Saggs 1962, 233). De priesterkoning werd vergezeld
door een aantal ambtenaren in het beheren van zijn stadstaten. Onder de koning kwam de
sukkalmah, een soort van eerste minister waarvan de daadwerkelijke rol onduidelijk blijft. Hier
14
en daar zijn er een paar getuigen van dergelijke “eerste ministers” die tegelijkertijd gouverneur
waren van verschillende provincies en militaire gouverneurs waren (Glassner 2002, 36). Het
land was verdeeld in een aantal provinciën (Hallo, Simpson1998, 172), elk genoemd naar hun
respectievelijke hoofdstad. Ook hier speelden de tempels een grote rol in de economische
structuur van Mesopotamië (Leick 2007, 6).
Samen met de hoofdbeheerder, de priesters en de inspecteurs was de priesterkoning
verantwoordelijk voor het toewijzen van taken aan het tempelpersoneel en moesten ze voorzien
in de nodige voorraden en hulpmiddelen noodzakelijk voor het onderhouden van de staat
(Hallo, Simpson 1998, 174). Ze hielden ook toezicht op de kuddes, visserijen en landerijen van
de tempels. De inspecteurs waren op allerlei vlakken actief en, onder andere, ook
verantwoordelijk voor het innen van de belastingen. De gouverneur of Ensi (Glassner 2002, 96)
werd belast met het behoud van de orde, de rechtspraak en vooral met de openbare werken van
een provincie waarvan de belangrijkste de irrigatiewerken waren (Bertman 2003, 65).
Elke tempel bezat zijn eigen administratie. Zoals reeds vermeld stond de priesterkoning aan het
hoofd van de stadstaat (Glassner 2002, 96), als dienaar van de stadsgod. Er is een theorie dat de
tempels de enige eigenaars zouden geweest zijn van de omgevende landerijen maar deze
hypothese werd nog niet met zekerheid bevestigd. De bevolking had als voornaamste functie
het onderhoud van deze landerijen (Dawe 1969, 49). Ze dienden de priesterkoning goed te
dienen waardoor ze in ruil hiervoor een deel van de ‘goederen van de goden’ uit het landgoed
van de tempels in ontvangst mochten nemen. Uitgezonderd een paar voorbeelden (Leick 2007,
48), was privé-eigendom een zeldzaam en ongewoon iets in het Vroege Sumer tot en met de
3de dynastie van Ur (Saggs 1962, 164). De tempels vormden ook een waardevolle voorraad
(Dawe 1969, 37) voor de gemeenschap tegen mogelijke misoogsten. In Sumer ontbraken drie
belangrijke grondstoffen: hout, steen en metalen (Dawe 1969, 38). Deze moesten reeds vanaf
de vroegste tijden geïmporteerd worden vanuit het buitenland (Bertman 2003, 4). Een
rechtstreeks gevolg hiervan is de opening van de belangrijkste handelsroutes (Figuur 6) tijdens
de Sumerische periode (Saggs 1962, 167).
15
Figuur 6: Kaart met de belangrijkste handelsroutes van Mesopotamië (Hallo, Simpson 1998, 84, Figure 18).
16
2 Methodologie en opzet
2.1 SNA of Social Network Analysis
“Digital technology has changed our world. The ways we read, write, learn,
communicate, and play have fundamentally changed due to the advent of networked
digital technologies.” – The National Endowment for the Humanities (NEH), Office
of Digital Humanities (Juloux et al. 2018, 17).
In elke taal is de term “Digital Humanities “ of “digitale menswetenschappen” vrij nieuw. De
onderzoekers zijn het nog niet eens wat de betekenis en reikwijdte ervan zijn. Hoewel er eind
jaren negentig een baanbrekende golf van onderzoek naar digitale humaniora plaatsvond
(Juloux et al. 2018, 7), werd de term 'digitale menswetenschappen' voor het eerst aan de
academische gemeenschap voorgesteld door John Unsworth (van de University of Virginia) in
2001, toen hij een nieuw masterprogramma “Digital Humanities” voorstelde.
De term “netwerk” is geen nieuw begrip binnen de discipline van de archeologie. Archeologen
gebruiken al geruime tijd termen zoals “uitwisselingsnetwerken” en “interactienetwerken”.
Echter, een heel ander begrip van “netwerken” duikt sinds kort op, namelijk de Social Network
Analysis of de SNA. SNA is een van de bloeiende sub disciplines van netwerktheorie, een
wetenschap die het samenspel bestudeert tussen de attributen van een persoon (rijkdom,
autoriteit, enz.) en het interactiepatroon van dit individu met anderen (Wagner et al. 2013, 118).
In dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van de Social Network Analysis (SNA). Het is een
methode afkomstig uit de sociale wetenschappen die, zoals reeds vermeld, gebruikt wordt om
menselijke relaties te beschrijven en te analyseren (Waerzeggers 2014, 207). Het basisprincipe
van deze analysemethode is het bestuderen van sociale en maatschappelijke structuren als
netwerken (Scott 2012, 1). SNA is een veelgebruikt middel binnen de sociale wetenschappen.
Op basis van vragenlijsten, analyse van beschikbare datasets en gegevens en sociale interacties
van proefpersonen kunnen sociale netwerken worden gereconstrueerd (Wagner et al. 2013,
118). Deze methode heeft als doel om specifieke relaties (meer) zichtbaar te maken die
bijvoorbeeld aan de hand van andere onderzoeksmethoden zoals een literatuuronderzoek niet
gedetecteerd kunnen worden. Deze relaties kunnen op hun beurt het verband tussen deze
verbindingen verduidelijken zowel als onze kennis omtrent deze relaties verdiepen (Pagé-
Perron 2018, 196). Netwerktheorieën worden met succes toegepast op verschillende domeinen
zoals transportnetwerken, computernetwerken en biologische netwerken.
De oorsprong van het sociaalnetwerk-denken gaat terug op de relationele of structurele
analysebenaderingen die zich ontwikkelden binnen de klassieke sociologie (Scott 2012, 7). De
toepassing van de SNA heeft vanaf de jaren dertig drie hoofd- en parallelle invloeden gekend:
Ten eerste was er de sociometrische analyse waarbij er gebruik gemaakt wordt van
grafentheorieën (zie verder). Ten tweede was er een wiskundige benadering die eerst door Kurt
Lewin gestart werd en later overgenomen werd door onderzoekers van Harvard die de basis
17
legden voor de analyse van sociale netwerken. De Harvard-analyse introduceerde daarna het
begrip “cliques”2 dat sociale structuren operationaliseerde. Netwerkanalyse was niet langer
louter beschrijvend van aard. Ten derde zijn er de Manchester-antropologen. Zij bestudeerden
de structuur van de gemeenschapsrelaties in dorpen. Uiteindelijk werden al deze tradities in de
jaren zestig en zeventig in, opnieuw, Harvard samengebracht. Het is toen dat het hedendaagse
SNA-principe ontwikkeld werd (Kimberley 2005, 15). In Duitsland zelf verkenden de
sociologen Alfred Vierkandt en Leopold von Wiese het verweven van acties tot grootschalige
sociale vormen zoals de markt en de staat. Een aantal van deze theoretici maakten expliciet
gebruik van een terminologie van 'punten' en 'lijnen' om de netwerken van verbindingen af te
beelden die de individuen verbinden met 'knopen' en 'webben' (Scott 2012, 8) van de sociale
structuur.
Volgens Émilie Pagé-Perron uit de University of Toronto (Juloux et al. 2018, xxvi) wordt de
Network Analysis steeds meer een algemeen gebruikte methodologie binnen de studie van
Mesopotamische teksten. SNA komt op veel gebieden voor, maar het is pas recent dat het nut
ervan in spijkerschriftstudies aan bod kwam (Wagner et al. 2013, 117). Het eerste belangrijke
werk van prosopografisch3 onderzoek, met behulp van netwerkanalyse, was het onderzoek van
Caroline Waerzeggers naar het archief van Marduk-rēmanni (Pagé-Perron 2018, 196). In haar
werk beschrijft ze de Sociale netwerkanalyse als een methode voor het uitvoeren van een
empirisch, kwantitatief onderzoek in sociale structuren. Volgens haar is deze geen
voorspellende sociale theorie, maar beschouwd ze deze eerder als een "brede strategie voor het
onderzoeken van sociale structuren, een paradigma, een perspectief en een losse federatie van
benaderingen" (Waerzeggers 2014, 210).
De eenvoudigste manier om de Sociale netwerkanalyse te beschrijven is deze van John Scott,
socioloog uit de University of Oxford: De Sociale netwerkanalyses conceptualiseren individuen
of groepen als 'punten' en hun relaties met elkaar als 'lijnen' (Figuur 7). De Sociale
netwerkanalyse ziet het metaforische idee van interacties als een netwerk van verbindingen en
vormt dus een essentiële hulpmiddel bij de uitwerking van een meer formele representatie van
de structuren van sociale relaties (Scott 2012, 1). Bovendien laat het iemand toe om de data in
grote hoeveelheden teksten te benaderen door kwantitatief onderzoek, met een focus op de
relatie(s) tussen entiteiten (Pagé-Perron 2018, 195). Deze is, in combinatie met open data,
volledig reproduceerbaar en dus ook controleerbaar. De SNA maakt gebruik van werkwoorden
om directe links te maken tussen gedefinieerde entiteiten of concepten. Met andere woorden,
wie voert de actie uit en wie er baat bij heeft.
2 Een volledig verbonden subonderdeel van het netwerk waarbij alle knooppunten met elkaar zijn verbonden
(Pagé-Perron 2018, 214). 3 Prosopografie is de studie van de gemeenschappelijke kenmerken van een bepaalde groep maatschappelijk
actoren door middel van een collectieve studie van hun leven (Stone 1971, 46).
18
Figuur 7: Voorbeeld van een relatie (Pagé-Perron, 2018, 203).
De netwerktheorie verschuift de focus van het onderzoek door interacties in het systeem te
beschouwen als componenten die veel van het gedrag bepalen. Overigens, een complex systeem
kan niet volledig begrepen worden wanneer een reductionistische benadering toegepast wordt,
of beter gezegd, door elk deelnemend onderdeel afzonderlijk te bestuderen (Wagner et al. 2013,
119).
SNA bezit haar eigen woordenschat en analytische methodes. Deze zijn ontleend aan de
grafentheorie4 en de matrixalgebra. Ze bieden de mogelijkheid om de verhoudingen van
netwerken op een meetbare manier te analyseren (Waerzeggers 2014, 211). In het algemeen wil
de SNA eerst de structuur van een groep (in een grafiek of matrix) ontleden en vervolgens de
invloed van deze structuur op de groep of groepsleden bestuderen. Binnen de Sociale
netwerkanalyse wordt er gebruik gemaakt van drie basisprincipes. Deze principes zijn
noodzakelijk om de werkwijze van de SNA te begrijpen. Het gaat om de nodes, de edges en de
attributes (Wagner et al. 2013, 120):
- Nodes: zijn de sociale actoren of instituties.
- Edges: de interacties of relaties tussen de nodes.
- Attributes: doel van de sociale actoren/instituties.
Binnen de SNA zijn er volgens Caroline Waerzeggers (Universiteit Leiden) twee benadering te
zien. Vooreerst de studie van het gehele netwerk dat alle relaties binnen een sociaal systeem
probeert te vatten. Daartegenover staat de egocentrische studie die betrekking heeft op banden
die individuen bezitten en gebruiken. In beide benaderingen kan het netwerk vanop drie
basisniveaus geobserveerd worden (Waerzeggers 2014, 211): de structuur van het gehele
netwerk, de eigenschappen van de verbindingen tussen de verschillende entiteiten en de
eigenschappen van de knooppunten of actoren zelf. Dit kunnen bijvoorbeeld kenmerken zijn
betreffende het beroep van de verschillende actoren.
4 Grafentheorie is een tak van de wiskunde die zich bezighoudt met de analyse van grafieken bestaande uit een
verzameling punten verbonden door lijnen. (Knappett 2013,19).
19
Een bijkomende eigenschap bij de SNA is dat er verschillende vormen van interacties bestaan.
Bij de volgende alinea wordt er gebruik gemaakt van het werk van Wagner et al. 20135 dat een
heel uitgebreide beschrijving geeft van de verschillende relaties die binnen een sociaal netwerk
mogelijk zijn.
Een fundamentele voorstellingswijze van een netwerk is een verzameling van knooppunten of
nodes (die, bijvoorbeeld, individuen representeren) en edges die de relaties (de verbindingen)
tussen elke twee knooppunten weergeven. Deze grafische manier van voorstellen, maakt het
netwerkdenken minder abstract en aanschouwelijker. In de gemeenschappelijke weergave van
een netwerk worden de knooppunten of nodes weergegevens als cirkels en de edges als lijnen
of “randen” die ze verbindt. Binnen een sociaal netwerk kan een edge of verbinding tussen twee
knooppunten A en B, elke soort relatie tussen deze punten weergeven (Figuur 8): A is een buur
van B, A is de vader van B, A gaf een lening aan B, enz. De eerste relatie is symmetrisch (als
A een buur van B is, dan is B een buur van A). In dit geval zeggen we dat de overeenkomstige
edge onrechtstreeks is. De andere twee relaties (waarbij A de vader van B is, of A gaf een lening
aan B) zijn asymmetrisch en daarom zijn de overeenkomstige edges rechtstreeks. Grafisch
gezien worden rechtstreekse verbindingen gerepresenteerd als lijnen met een pijlkop die
bijvoorbeeld van vader naar zoon gaat, waardoor wordt aangegeven welk knooppunt de vader
is. Voor onrechtstreekse verbindingen is het natuurlijk niet nodig om een richting aan te geven
aan de relatie (Figuur 8). Randen kunnen ook worden gewogen (of gewaardeerd), wat betekent
dat ze aan een bepaalde hoeveelheid zijn gekoppeld. Bijvoorbeeld, de rechtstreekse verbinding
"A gaf een lening aan B", kan gekoppeld worden met de som van de lening. Deze “gewichten”
kunnen bijvoorbeeld nuttig zijn om de belangrijkere, zakelijke transacties in het netwerk die
plaatsvonden te onderscheiden.
Figuur 8: voorbeelden van mogelijke relaties (Wagner et al. 2013, 220).
Binnen de SNA zijn richting en symmetrie verwante concepten. Een rechtstreekse verbinding
gaat van de ene persoon naar de andere maar hoeft niet noodzakelijkerwijs wederkerend te zijn.
Als dat zo is, is die verbinding symmetrisch. Veel netwerkstudies zijn beperkt tot binaire maten
van relaties: ofwel is er een verbinding of er is geen. Als een netwerk vol asymmetrische banden
zit, zal er veel hiërarchie zijn tussen de actoren (Waerzeggers 2014, 212). Het impliceert dus
afhankelijkheidsrelatie tussen de ontvanger en zender. Indien een netwerk volledig
5 (Wagner et al. 2013).
20
symmetrisch is, zullen de communicatiepatronen tussen beide rollen eerder op gelijke voet
verlopen.
2.1.1 De softwareprogramma’s
De analyse van sociale netwerken is de afgelopen veertig jaar enorm veranderd. De
netwerkanalist van vandaag werkt volledig anders dan die van de vroege jaren 1970. Het
onderzoeksproces is dramatisch beginnen veranderen vanaf de late jaren tachtig met de opkomst
van de personal computers. Vanaf dan kon goedkope software geproduceerd worden die op
elke computer uit te voeren was (Scott 2012, 2). Toch was het nog steeds noodzakelijk om een
grote hoeveelheid van de gegevens handmatig te sorteren, zelfs wanneer deze rechtstreeks uit
een online gegevensbron afkomstig waren, wat nu nog steeds het geval is. De standaard
computersoftware maakt ook eenvoudige conversie en overdracht van gegevens mogelijk.
Sociale analyses die toen een hele nacht zouden hebben vereist, kunnen nu in minder dan een
seconde op een laptop worden geanalyseerd. Nieuwkomers binnen de Sociale netwerkanalyse
kunnen hun werk sneller en gemakkelijker dan ooit tevoren starten. Een aantal
softwareprogramma's zijn nu zowel gemakkelijk als goedkoop beschikbaar, en als nieuwkomer
in sociale netwerkanalyse kan je al snel beginnen met het produceren van verfijnde analyses
(Scott 2012, 103). Deze situatie heeft natuurlijk zijn gevaren en alles dient met kritische oog
bekeken te worden. Foutieve gegevens kunnen namelijk al snel voor misinterpretaties zorgen.
De netwerkgrafiek presenteert een datastructuur die de relatie(s) tussen entiteiten benadrukt.
De visualisatiehulpmiddelen, waaronder Gephi en Cytoscape6, helpen om verbanden tussen
bepaalde deelnemers in het netwerk te ontdekken die anders moeilijk te zien zouden zijn. We
kunnen de Sociale netwerkanalyse dus zien als een wetenschap die het samenspel bestudeert
tussen de eigenschappen van een persoon en het patroon van interacties dat dit individu met
anderen bijhoudt. In een grafiekmodel zijn de gegevens zo gestructureerd dat elke entiteit, haar
attribuut en de onderlinge relaties een drievoudige verbinding met elkaar creëren. Een
belangrijk voordeel van het grafiekmodel is de flexibiliteit waarmee grote gegevensreeksen
kunnen worden opgevraagd (Matskevich, Sharon, 2018, 46) door relaties in te stellen als
zoekcriteria. Marco Ramazzotti uit La Sapienza University of Rome (Juloux et al. 2018, xxvii)
beschrijft de grafieknetwerken van een complex systeem als een synthetische en
geformaliseerde weergave van de waargenomen realiteit. Volgens hem zijn deze zowel een
abstract model als een algebraïsche veralgemening van de werkelijkheid die verkend en
gesimuleerd kan worden met behulp van statistische, wiskunde en fysieke modellen
(Ramazzotti 2018, 61).
6 Dit zijn computationele methodes gebruikt voor het detecteren van community- of gemeenschapsstructuren in
netwerken.
21
2.1.2 Relationele gegevens
Indien de meeste individuen in de ene tekst niet meer in andere teksten voorkomen, dan is hun
bijdrage tot het interpreteren van de samenstelling van de groepen minimaal. Wanneer de edges
die deze zeldzame personen verbinden verwijderd worden, vermindert logischerwijs het aantal
edges in de volledige grafiek. Op die manier worden de resterende relaties benadrukt. Het helpt
om individuen te identificeren die vaak samen voorkomen en dat verduidelijkt de rol zij
fungeren als bruggen7 tussen de afzonderlijke clusters (Pagé-Perron 2018, 218). Bij het
verwijderen van deze bruggen breekt de grafiek in verschillende delen uit, waarna de
knooppunten door groepen verbonden te isoleren, bepaalde clusters of gemeenschappen8
onthult kunnen worden. In combinatie met het verwijderen van de lichte edges, wordt dankzij
deze methode het algemeen beeld verduidelijkt en de belangrijke ensembles van individuen
benadrukt. Relationele gegevens voor een sociale netwerkanalyse kunnen op verschillende
manieren worden verzameld. Deze omvatten het stellen van vragen over de keuze van relaties,
het observeren van interactiepatronen en het verzamelen van informatie over de verschillende
componenten van het netwerk (Scott 2012, 32). Dergelijke methoden stoelen ook sterk op de
selectie die gemaakt is uit het totale bereik van de mogelijke gegevensbronnen.
Natuurlijk bezit deze methode ook haar nadelen. Volgens Waerzeggers zouden de problemen
vooral te maken hebben met grote sets aan bronnenmateriaal en met ontbrekende gegevens. Het
identificeren van individuen is vrij eenvoudig als we ons beperken tot één archief, maar als we
zoveel mogelijk “momentopnames” van de netwerken willen reconstrueren zal het nog lang
duren vooraleer we ons zich tot de netwerksoftware kunnen richten (Waerzeggers 2014, 225).
Daarnaast kunnen er ook problemen opduiken bij schijnbaar identieke personen, van personen
met twee namen of met een lange en korte naam, ontbrekende schakels, enz. Er zullen ook
problemen zijn met de gegevens die we niet hebben. Het enige advies dat netwerkspecialisten
aan historici kunnen geven is om voor iedere relatie van actoren, zoveel mogelijk gegevens te
verzamelen of toch, zo dicht mogelijk bij dit doel te komen.
7 Een acteur die twee andere niet-verbonden groepen met elkaar verbindt en daarbij een monopolypositie
inneemt in de overdracht van kennis en middelen (Waerzeggers 2014, 211). 8 Gemeenschappen of communities zijn groepen knooppunten die onderling nauw verbonden zijn aan elkaar,
maar slechts losjes verbonden zijn met anderen (Wagner et al. 2013, 125).
22
Stel dat u bijvoorbeeld twee facties bestudeert en dat uw gegevens voor 90 procent compleet
zijn. Met zoveel van de attribuutgegevens wordt ervan uitgegaan dat er waarschijnlijk goed
werk verricht kan worden door, bijvoorbeeld, de rijkdom, status enzovoort van de leden van de
twee groepen te vergelijken. Maar zelfs die 90 procent van de netwerkgegevens kan leiden tot
een misleidend resultaat indien de ontbrekende verbindingen tussen de twee facties structureel
en of cruciaal zijn. Caroline Waerzeggers nuanceert deze tekortkomingen door te stellen dat
ons geloof in SNA niet misplaatst is. Het is niet omdat onze gegevens zo goed als altijd
onvolledig zijn dat SNA buiten ons bereik blijft (Waerzeggers 2014, 226). Het betekent net dat
we voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies. Vooral uit de netwerkstructuren die
gedocumenteerd zijn uit bronnen over wie we toevallig beschikken. Bovendien wijst ze erop
dat dit niet anders is dan bij eender welke benadering van historische gegevens.
Bigot Juloux, Gansell en di Ludovico9 benadrukken drie centrale, kritische noten bij het
implementeren van digitale technologie in de menswetenschappen. Ten eerste is er de kwestie
van de concrete rol van digitale technologieën en hun toepassingen bij het onderzoek naar
artefacten en talen binnen een historisch en cultureel raamwerk. Een tweede fundamentele
kwestie is de noodzaak aan een brede coördinatie van het algemeen gebruik van digitale
technologieën en de resultaten die eruit volgen. Ook hier wordt er benadrukt hoe belangrijk het
is om kritisch om te gaan met de resultaten. Ten slotte wijzen ze ook op de complexiteit en de
uitdagingen van het gebruik van digitale hulpmiddelen in de studie van het Oude Nabije Oosten
en andere oude culturen (Juloux et al. 2018, 17), met name de nood aan een oplossing voor het
beheer van digitale hulpmiddelen, die snel verouderen (zoals de nieuwere vormen van interactie
(Virtual Reality) waarmee geëxperimenteerd worden en de evoluties op databankniveau) en het
behoud van de controle over de gegevens. Dit zonder afhankelijk te moeten zijn van de soms
exclusieve kennis van de specialisten en onderzoekers. Het is ook noodzakelijk om modellen
op te stellen voor het bewaren van digitale producten, zoals databanken en interactieve
visualisaties, om ze op lange termijn actief, bruikbaar en open te houden voor de gebruikers.
Dit zijn onder andere drie problemen waaraan het digitale onderzoek onderhevig is.
Zoals eerder door Waerzeggers is vastgesteld heeft netwerkanalyse het voordeel dat het een
overzicht biedt van de bredere sociale interactie tussen individuen als belangrijkste actor, in
netwerken. Het hoofddoel van een sociale netwerkanalyse is om de sociale relaties binnen dat
netwerk te onderzoeken. Daarbij biedt de netwerkgrafiekgegevensstructuur het meest geschikte
gegevenstype om de relaties tussen de entiteiten voor te stellen. Maar er is een bijkomend
voordeel bij het gebruik van kwantitatieve onderzoeksmethoden, namelijk de mogelijkheid om
reproduceerbaar onderzoek te genereren.
9 (Juloux et al. 2018).
23
SNA kan worden gebruikt om onderzoek te sturen. Het perspectief en de terminologie vormen
een goede manier om nieuwe vragen te stellen en antwoorden te formuleren over oude
samenlevingen (Wagner et al. 2013, 120). De bedoeling van dit onderzoek is de toepassing van
SNA op het tempelarchief uit Nippur. In tegenstelling tot de eerdere toepassingen van SNA in
de assyriologie (Wagner et al. 2013, Waerzeggers 2104 en Pagé-Perron 2018), zullen we ons
echter niet beperken tot individuen als nodes en tot het samen voorkomen in een tekst als edge.
We hebben een kleinere dataset genomen dan in de eerdere onderzoeken, en zullen
verschillende gegevens als nodes of edges gebruiken. Op die manier kunnen nodes en edges
verschillende attributen krijgen (vb. de hoeveelheid graan die overhandigd wordt), en hebben
de edges een richting. Hierbij wordt er onderzocht of deze analyse ons meer informatie kan
bieden over de economische integratie als de economische reikwijdte van de tempels. Verder
is het ook de bedoeling om na te gaan hoe SNA toepasbaar en controleerbaar is op het
archeologisch materiaal. Met andere woorden, welke bijdrage deze tot de archeologische
opgravingen en interpretaties kan bieden, of niet.
Hoe er te werk is gegaan wordt later in de tekst nog uitgebreider uitgelegd. Het is de bedoeling
om de onderzoeksvraag te beantwoorden aan de hand van een aantal teksten met betrekking tot
het economisch leven van Nippur. In deze teksten worden specifieke uitgaven beschreven. Elke
uitgave werd in een databank gegoten met de bedoeling om op basis van een SNA, een overzicht
te creëren van de verschillende uitgaven. Daarna werd de databank aan de hand van de SNA
bevraagd op alle mogelijk informatie met betrekking tot de economische integratie en
reikwijdte van de tempels. Bovendien werden op basis van de resultaten verschillende inzichten
gecreëerd, bedoeld om de bijdrage van de SNA tot de archeologische interpretatie van de
gegevens aan te tonen.
24
3 Bronnencorpus en dataset De Oud-Babylonische periode getuigt van een aantal fascinerende economische
ontwikkelingen. Voor het eerst in de Babylonische geschiedenis zijn de drie traditionele
sectoren van de economie; paleis, tempel en particuliere burgerij, goed vertegenwoordigd in de
geschreven bronnen. Bovendien hadden veel van de privé-burgers die een archief hadden
(Goddeeris 2007, 199), connecties met een van de patrimoniale huishoudens.
Onze kennis over de processen en instellingen die aan de basis lagen van de economische
structuur van het Oude Mesopotamië is gebaseerd op ongeveer 200.000 gepubliceerde
juridische en administratieve documenten, brieven en verzamelingen van wetten. De vroegste
administratieve documenten dateren uit de periode rond 3200 v. Chr. (Renger 2007, 187).
Archeologische artefacten laten bovendien de reconstructie toe van de materiële cultuur van het
oude Mesopotamië en dragen bij tot onze perceptie van economische feiten.
In de loop van het 4e en 3e millennium v. Chr. getuigen de archeologische en geschreven
bronnen van een geleidelijke centralisatie van de economische hulpbronnen door de tempels-
en paleishuishoudens. Echter, na twee of drie generaties lijken deze systemen uiteengevallen te
zijn in een aantal plaatselijke entiteiten rond de stadsstaten. Aan het einde van het 4e millennium
v. Chr. bereikte de staat van Uruk haar eerste hoogtepunt. Nadat de Uruk-staat uiteenviel,
werden de stadstaten in het zuiden van Babylonië door hun tempels beheerd waarna in de loop
van het 3e millennium de concurrentie tussen de stadstaten sterk toenam. Sargon van Akkad en
zijn opvolgers (Goddeeris 2007, 199) slaagden erin om een groot deel van Mesopotamië te
veroveren en een nieuwe dynastie te stichten. Daarbij integreerden ze de lokale
tempelorganisaties in hun koninklijke administratie met de bedoeling om de surplus extractie
uit de opbrengsten om te leiden naar koninklijke bestemmingen. Nederzettingen zoals Puzrish-
Dagan, nabij Nippur, het belangrijkste cultuscentrum van Babylonië, werden opgericht als
controleorganen voor de levering en verwerking van de goederen, die als eerbetoon aan Nippur
vanuit de verschillende provincies opgestuurd werden. Alle mogelijk aspecten van de procedure
kunnen teruggevonden worden in de talrijke leverings- en ontvangstgegevens van de centrale
instelling. Ook andere huishoudens legden op een vergelijkbare en gedetailleerde manier de
aspecten van hun economisch beheer vast.
Terwijl in de oudere periodes de belangrijkste productiekrachten geconcentreerd en
gecontroleerd werden door de staat (paleis, koning), tempels en grote landeigenaars, blijkt het
merendeel van de productie in de Oud-Babylonische periode (Gelb 1965, 243) uitgevoerd te
worden door de kleine landeigenaars en handwerkslieden.
Uit recente studies (Juloux et al. 2018, 1) blijkt dat digitaal onderzoek niet langer enkel invloed
heeft op de wetenschappelijke en technische studies. Digitaal onderzoek is bevestigd als een
krachtige benadering om nieuwe gegevens te onthullen en nieuwe interpretaties in de
menselijke wetenschappen te ondersteunen. Ook binnen de disciplines zoals archeologie,
25
antropologie, kunstgeschiedenis, geschiedenis, filologie en literatuurwetenschap beginnen de
digitale onderzoeken zich te profileren. Tegenwoordig breiden onderzoekers uit het oude Nabije
Oosten, naburige regio's en andere oude werelddomeinen steeds meer hun traditionele
onderzoeken uit door een standaard gebruik van digitale technologieën en experimentele
hulpmiddelen.
Digitaal onderzoek in de humane wetenschappen kan nieuwe informatie aan het licht brengen
(Juloux et al. 2018, 4) die moeilijk of onmogelijk te onderscheiden is door het gebruik van de
traditionele onderzoeksmethoden. De classificatie van archiefdocumenten in subgroepen, zoals
bijvoorbeeld de afzonderlijke chronologische fasen binnen het archief, is een ingewikkeld
proces omdat hier diverse soorten data verzameld en geanalyseerd moeten worden (Wagner et
al. 2013, 122). Een goede strategie is om een corpus af te bakenen op basis van regio en
chronologie en om de onnodige bronnen uit het geheel te beperken (Pagé-Perron 2018, 202).
Bovendien is er nog de problematiek van de onzekere gegevens. Volgens het werk van Sveta
Matskevich uit de University of Haifaen (Juloux et al. 2018, xxvi) en Ilan Sharon uit de Hebrew
University of Jerusalem (Juloux et al. 2018, xxvii), kan de indeling van onzekerheden in een
grafiekdatabank geïmplementeerd worden als een eigenschap van de relatie tussen entiteiten.
Het registreren van de onzekerheidsniveaus maakt per-record of zelfs per-eigendom evaluatie
van de data mogelijk. Bij bijvoorbeeld stratigrafische analyses, die doorgaans alleen met de
records werken omdat de opgravingseenheden weg zijn, kunnen dergelijke kwalificaties van
onschatbare waarde zijn (Matskevich, Sharon 2018, 55). Een databank kan door deze
eigenschap worden gefilterd om "waarschijnlijke" of alleen "zeer waarschijnlijke" scenario's
weer te geven.
3.1 Het corpus
De administratieve documenten uit Nippur die in dit onderzoek gebruikt worden, dateren uit de
midden en latere regeringsjaren van Rim-Sin van Larsa (2e millennium v. Chr.). In heel wat
gevallen kregen kroonfunctionarissen, ondergeschikt aan Rim-Sin, graan toegewezen voor
bewezen diensten. Toch bieden diezelfde teksten geen bewijs dat deze functionarissen enige
controle uitoefenden over de instelling die de toestemming gaf aan deze ondersteuning. Ze
worden namelijk eerder omschreven als zelfstandigen en niet als beheerders (Robertson 1984,
150).
Hoewel er zich in de stad nooit een dynastieke macht gevestigd heeft, getuigen de bestaande
documenten van verschillende heersers met betrekking tot de stad en haar positie als “nationale"
cultuscentrum. De stad had bovendien geen actieve rol in de onophoudelijke dynastieke
rivaliteit die deze periode kenmerkt. Zo zijn verschillende gelegenheden gedocumenteerd
waarbij deze heersers bijzondere gunsten verleenden aan de inwoners van Nippur, zoals
bijvoorbeeld een belastingvrijstelling (Robertson 1984, 145). Ondanks het belang dat in deze
documenten aan Nippur toegeschreven is, is er relatief weinig bekend over de relaties tussen de
26
verschillende instellingen van de stad en de administraties van de verschillende heersers. In de
literaire bronnen wordt er wel verwezen naar het bestaan van een “nationaal priesterschap”.
Volgens John F. Robertson10 zou dit een bewijs zijn voor het bestaan van een dergelijke
religieuze groep waarbij de leden gezamenlijk met elkaar samenwerkten. Hij beschrijft hen als
een soort religieus en politiek machtsblok binnen Mesopotamië.
Tijdens de regering van Rim-Sin's waren enkele koninklijke vertegenwoordigers aantoonbaar
aanwezig. Vermoedelijk verbleven ze dan ook in Nippur als zichtbare symbolen van de
koninklijke macht en het gezag. Volgens Robertson dienden ze als schakel voor de koninklijke
relaties binnen de interne organisatie van de stad (Robertson 1984, 150). Het blijkt dat de
koning een rol speelde in het interne, politieke leiderschap en de economische administratie van
Nippur, in wezen een autonome instelling maar daardoor niet noodzakelijk onder zijn directe
controle viel. Robertson stipuleert hierbij dat binnen dit kader eerder gezocht moet worden naar
de rol van de Guennakkum binnen de handelszaken van de stad.
3.2 Het “tempelarchief” van J.F. Robertson en de Hilprecht Collection Jena
Tijdens de inventarisatie van tabletcollecties in 1975, ontdekten museumonderzoekers van
Philadelphia een verzameling aan administratieve- en economische teksten uit Nippur daterend
uit de Isin-Larsa periode11. Echter, bij het bestuderen van deze teksten werd er vastgesteld dat
deze vrij gelijkaardig waren aan teksten die reeds in 1959 door F.R. Kraus bestudeerd werden.
Na verder onderzoek bleek dat deze teksten tot dezelfde set van administratieve teksten
behoorden, afkomstig uit Istanbul (Robertson 1981, 77). Bijgevolg werd deze nieuwe groep
teksten geïntegreerd in de groep teksten uit Istanbul. Zo vormen ze de verzameling die we
vandaag kennen, namelijk het Philadelphia-Istanbul archive. Deze verzameling bestaat uit 483
spijkerschriftteksten samengesteld uit administratieve en economische teksten uit Nippur. Het
grootste deel bevindt zich in de collecties van het universiteitsmuseum van Philadelphia en
werd in 1975 'herontdekt' om vervolgens toevertrouwd te worden aan J. F. Robertson voor
onderzoek. De overige teksten zijn ondergebracht in het Museum of the Ancient Orient in
Istanbul en werden, zoals reeds vermeld, bestudeerd door F.R. Kraus in 1959 (Robertson 1984,
150). Aangezien dat het archief, die bij dit onderzoek gebruikt wordt, door J. F. Robertson
bestudeerd is geweest, wordt er dan ook uitsluitend gebruik gemaakt van zijn werken uit 1981
en 1984 samen met de recentere teksten uit the Hilprecht Collection Jena bij de bespreking van
de archieven die hieronder volgt. Beide archieven werden gebruikt omwille van hun
representativiteit en rijkdom aan gegevens in verband met het economisch leven in Nippur.
Bovendien vertegenwoordigen ze eenzelfde periode, namelijk de Isin-Larsa periode, reeds
besproken in dit onderzoek.
10 (Robertson 1984, 145). 11 Eind derde millennium – ca. 1700 v. Chr.
27
3.2.1 J.F. Robertson
De overgrote meerderheid van deze teksten dateren uit de periode na de verovering van Isin
door Rim-Sin (Robertson 1981, 76). Ze zijn bijna allemaal precies gedateerd op jaar, maand en
dag (Robertson 1984, 151). Echter, voor de meerderheid van de teksten werd er gebruik
gemaakt van een ongebruikelijk systeem van maandnotatie waardoor de datering en het
rangschikken van deze teksten in een chronologische volgorde bemoeilijkt werd.
Zoals reeds vermeld behoren de teksten uit Philadelphia en Istanbul tot dezelfde set (s) van
administratieve documenten. Deze vertonen (naast het ongebruikelijke systeem van
maandnotaties) duidelijke parallellen qua tekstsoorten, onderwerp en interne structuur en
bevatten bovendien talrijke correlaties tussen de persoonlijke namen van de agenten die
betrokken zijn bij de geregistreerde transacties. De teksten zijn chronologisch ook gelijktijdig
(Robertson 1984, 152). Het merendeel van deze teksten hebben betrekking op het vervoeren en
leveren van vee, het beheer van de landbouw en er zijn ook rekeningen met betrekking tot
uitgaven van graan en andere agrarische- en industriële grondstoffen (Robertson 1981, 82). Op
basis van hun interne structuur en inhoud, werden ze door Roberston in drie hoofdcategorieën
onderverdeeld: (I) teksten over vee, (II) teksten over landbouwactiviteiten en (III) diverse
rekeningen (letterlijke vertaling) (Robertson 1981, 76). Elk van deze categorieën werd verder
onderverdeeld op basis van inhoud, zoals hieronder weergegeven (Tabel 1).
Een onderzoek naar de samenstelling van deze teksten gaf aan dat deze deel uitmaken van een
belangrijke economische instelling. Volgens Robertson bestaan de teksten van elke categorie
uit een verschillend, maar onderling samenhangend geheel aan activiteiten (Robertson 1981,
84). Hun analyse bracht belangrijke inzichten op in de bestuurlijke en economische organisatie
van Nippur tijdens de vroege, Oud-Babylonische periode. Bovendien worden er in de
verschillende records activiteiten of personen vermeld die gecorreleerd kunnen worden met
teksten uit andere categorieën (Robertson 1984, 153).
28
1. Teksten over vee (= 345)
a. Lijsten van voedergewassen (= 278)
b. Aankopen van dieren (= 3)
c. Levering van dieren (= 64)
2. Teksten over landbouwactiviteiten (= 34)
a. Uitbetalingen van ploegossen en gerstzaad (= 30)
b. Oogstrekeningen (= 2)
c. Betalingen aan veldarbeiders (= 1)
d. Rekeningen met betrekking tot de olieproductie (= 1)
3. Diverse rekeningen (= 104)
a. Uitgaven van landbouwproducten (= 58)
i. Lijsten van rantsoen (= 3)
b. Rekeningen van wol en kledingstukken (= 6)
c. Rekeningen van metalen en gereedschappen (= 8)
d. Teksten die nog niet aan een specifieke categorie kunnen worden toegewezen
(= 32)
Tabel 1:Onderverdeling van het tempelarchief volgens J. F. Robertson (Robertson 1984, 152, Table 1).
Ten slotte leveren de verschillende rekeningen (categorie III) het bewijs voor de distributie van
graan, olie en wol bedoeld om individuen uit verschillende rangen en beroepen te ondersteunen
(inclusief, zoals we hierna zullen zien, de Guennakkum en zijn huishouden). Uit het archief is
het duidelijk dat deze grondstoffen ook gebruikt werden bij het financieren van activiteiten
zoals onder andere bouwconstructies of het onderhoud van de infrastructuren, naast de
bevoorrading van de religieuze offeranden (Robertson 1984, 154). Bovendien weerspiegelen
ze de administratieve reikwijdte en complexiteit van deze organisatie. De teksten zijn behoorlijk
divers in termen van grootte, vorm, lengte en inhoud. Elk document geeft de verschillende
uitgaven weer met telkens het aantal per uitgave, vervolgd door het totaal aan het einde van de
lijst.
Zoals eerder vermeld kunnen sommige lijsten uit verschillende categorieën met elkaar
gecorreleerd worden door middel van persoonlijke namen of activiteiten die ook in andere
lijsten opgesomd worden. Bovendien kunnen onderlinge verbanden hierdoor ontdekt worden,
zowel in de lijsten als tussen de lijsten. Een van deze veel voortkomende persoonlijke naam is
onder andere, de vrouw genaamd Damiqtum. Hierop komen we later nog terug.
Robertson concludeert in zijn inleiding dat de combinatie van de hierboven vermelde
argumenten uit de teksten, zeer sterk het bestaan van een centrale, herverdelende autoriteit in
Nippur ondersteunt, die tijdens de vroege Oud-Babylonische periode actief was. Hij verwijst
bijvoorbeeld naar de gegevens over de toevoer van dieren. Volgens hem is dit het bewijs dat de
autoriteit toezicht hield op de verdeling van de offerdieren over de verschillende tempels van
Nippur, waaronder de Ekur tempel (Robertson 1984, 155). Haar activiteiten zouden echter
29
geenszins beperkt geweest zijn tot het voorzien in de behoeften van deze heiligdommen.
Integendeel, volgens Robertson kan deze autoriteit ook beschouwd worden als een
controleorgaan dat ook toezicht hield op de landbouwgronden en vervolgens de opbrengsten
ervan exploiteerde om verschillende projecten te financieren, inclusief de bouwconstructies en
de intercityhandel. Daarnaast zouden de opbrengsten ook gediend hebben om verschillende
afhankelijke personen te ondersteunen, waaronder de Guennakkum en zijn huishouden.
Hierbij verwijs ik naar het werk van M. Gibson. Hij benadrukt in zijn werk dat alle instellingen
zoals het paleis van de gouverneur of een door de overheid gesponsorde industrie of een tempel,
niet alleen gebouwen of abstracte bureaucratische hiërarchieën of economische instellingen
waren (Gibson 1993, 4). Volgens hem dienen ze gezien te worden als sociale organisaties
binnen een breder sociaal netwerk. Een andere belangrijke opmerking is zijn verwijzing naar
het feit dat uit spijkerschriftteksten die in Nippur en elders aangetroffen zijn geweest, reeds
gekend is dat de tempels onder toezicht stonden van een koning of een door de koning
benoemde gouverneur. Deze controleerden dus niet de steden door middel van een
‘tempeleconomie’ (Gibson 1993, 5) (zoals het eerder in deze eeuw voorgesteld werd). Deze
situatie bleef vrijwel hetzelfde in de Isin-Larsa-periode. Er zijn teksten aangetroffen uit
vermoedelijk het kantoor van de gouverneur, die de distributie van de goederen naar de
verschillende tempels registreerde. Op basis van dit feit en de analyse van het tempelarchief
door Robertson, zou het dus kunnen dat deze Guennakkum een gouverneur was. Dit is ook wat
Robertson in zijn werk trachtte te achterhalen.
Drie van de teksten die de Guennakkum vermelden, vermelden ook de uitgaven van de
vrouwelijke agent Damiqtum, die reeds vermeld is geweest. In sommige teksten worden beiden
personen opgenoemd, in andere is het maar een van hen. De rol van de Guennakkum in de
politieke en bestuurlijke structuur van Nippur wordt het best weerspiegeld binnen de bredere
context van de activiteiten van de centrale herverdelende autoriteit (Roberston 1984, 156)
waarvan het bestaan, zoals reeds vermeld, verondersteld wordt.
Wat er dus bevestigd wordt is het bestaan van een belangrijke, centrale bestuurlijke autoriteit
in Nippur, wiens beheer van zijn hulpbronnen in land, vee, graan, olie en andere grondstoffen,
een integraal en vitaal onderdeel was van het algemene economisch leven van de stad. Echter,
door het tekort aan informatie kunnen de precieze identiteiten en hiërarchische voorkeuren van
deze autoriteit nog niet duidelijk bepaald worden. Jammer genoeg is er ook te weinig informatie
bekend over de opgravingscontext (Robertson 1981, 83) van deze spijkerschrifttabletten. Kraus
verklaart alleen dat de ongepubliceerde tabletten uit Istanbul afkomstig zijn van Nippur. De
spijkerschrifttabletten die tot deze verzameling behoren bevinden zich nu in het
universiteitsmuseum. Het merendeel komt uit het CBS-gedeelte (Catalogus van de
Babylonische Sectie) van het museum (Robertson 1981, xi-xiii). Dit deel bevat 10 000 tabletten
en fragmenten waarvan 8000 opgegraven zijn geweest in Nippur. De rest van de verzameling
30
werd aangekocht. Het UM-gedeelte van het archief behoord tot de universiteitsmuseum van
Philadelphia. Afgezien van het feit dat het grootste deel van al deze teksten afkomstig is uit
Nippur, is er vrijwel nog geen zekerheid over de plaats waar ze op de site teruggevonden
werden. Hierdoor is het ook onmogelijk om het ruimtelijk aspect van deze vindplaats te
bestuderen in relatie met de verschillende tekstcategorieën besproken in Tabel 1.
Ten slotte moet dit archief benaderd worden met het besef dat deze enkel maar een fractie
vertoont van de reikwijdte en soorten activiteiten die door de centrale instelling van Nippur
uitgevoerd werden. Deze teksten weerspiegelen ongetwijfeld slechts een deel van de activiteiten
die door de beheerders van dit centrum ondernomen werden en kunnen volgens Robertson
alleen maar worden bestudeerd in combinatie met andere verzamelingen van teksten uit Nippur.
Volgens hem leveren ze echter wel het bewijs voor een gecentraliseerde administratief-
economische organisatie, waarvan de functionarissen toezagen op het herverdelingssysteem
(Robertson 1981, 85). Wat zeker is, is dat het over aanzienlijke middelen beschikte en zich
bezighield met het uitvoeren van veelomvattende activiteiten.
3.2.2 The Hilprecht Collection Jena
De selectie documenten (het TMH12-gedeelte) uit het werk van A. Goddeeris13 is afkomstig van
een project bedoeld om een professionele catalogus op te stellen van de spijkerschrifttabletten
afkomstig uit de The Hilprecht Collection Jena. In de eerste fase van het project werd het
duidelijk dat sommige teksten uit de collectie niet tot het corpus van de Oud-Babylonische
juridische en administratieve teksten behoorden. Zo bleek dat een Elamitische bezwering zich
tussen de verschillende documenten bevond naast teksten uit de Ur III-periode en uit de
Midden-Babylonische periode. Bijna alle spijkerschrifttabletten in de Hilprecht Sammlung zijn
door de Babylonische expeditie opgegraven in Nippur. Deze collectie bevat echter
verschillende documenten die niet afkomstig zijn van Nippur. In 1925 publiceerde Ungnad
zeven Oud-Babylonische documenten van de Friedrich-Schiller-Universität Jena, die in het
werk van A. Goddeeris opnieuw worden gepubliceerd. Deze documenten zijn op de
antiquiteitenmarkt aangekocht en zijn afkomstig van verschillende sites, die niet allemaal
geïdentificeerd kunnen worden. Echter, er is nauwelijks iets bekend over de archeologische
context van de vondsten omwille van de toezichthouders die niet voortdurend op de site
aanwezig waren. Het merendeel van de teksten zou opgegraven geweest zijn in de
zuidwestelijke sectie genaamd de “Tablet Hill”. Dit deel van de site werd verder onderzocht
door de expeditie van The Oriental Institute of the University of Chicago en de University
Museum of the University of Pennsylvania.
12 Texte und Materialien der Hilprecht Collection. 13 (Goddeeris 2016).
31
De vondsten van de Babylonische expeditie zijn verdeeld tussen het Ottomaans museum in
Istanbul, het universiteitsmuseum van de University of Pennsylvania en Hermann Volrath
Hilprecht hemzelf. Zo zijn niet alleen verschillende onderdelen van de teksten over
verschillende continenten verspreid maar kunnen er nu en dan fragmenten van één enkel tablet
zich ook in verschillende collecties bevinden. De meeste teksten die in Istanbul en Philadelphia
zijn gepubliceerd, zijn in verschillende vormen gepubliceerd: de juridische documenten in het
Ottomaanse Museum zijn beschikbaar in kopievorm, terwijl een groot deel van de
administratieve teksten in tabelvorm of in de vorm van een samenvatting worden gepubliceerd.
De documenten van Jena zijn de laatste grote, niet-gepubliceerde delen van de Oud-
Babylonische archieven die door de Babylonische expeditie zijn opgegraven.
3.2.3 Cuneiform Digital Library Initiative (CDLI)
Bij het opstellen van de databank werden sommige teksten uit Cuneiform Digital Library
Initiative (CDLI) gehaald (Figuur 9). Het is een heel handig hulpmiddel bij het bestuderen van
spijkerschrifttabletten zoals Figuur 9 het weergeeft. Echter, deze bevat ongepubliceerd
materiaal waardoor dit onderzoek niet gepubliceerd mag worden.
Figuur 9: Voorbeeld uit de CDLI: hier gaat het om UM 29-15-879. Zowel het spijkerschrifttablet als de
inscripties ervan kunnen geraadpleegd worden.
32
4 SNA toegepast op het tempelarchief Vooraleer er dieper ingegaan wordt op de SNA van dit tempelarchief is het van belang om eerst
een kort overzicht te geven van de procedures en principes die in het Oude-Mesopotamië
gebruikt werden bij het beheer van het grote tempelbedrijf. Hierbij wordt er gebruik gemaakt
van het werk van Richard L. A. Sterba14.
Aangezien de meeste beslissingen genomen werden door de elite, was het noodzakelijk om over
een vrije en regelmatige informatiestroom te beschikken. Elk verslag of rapport van de
uitgevoerde transacties werden op kleine kleitabletten neergeschreven waarna ze in manden
werden gelegd. Aan het einde van de week werden deze manden overgebracht naar de juiste
personen die hun inhoud in permanente, wekelijkse rapporten verwekten. Deze grotere
kleitabletten werden weggebracht in een archiefzaal die gemakkelijk toegankelijk was voor het
tempelpersoneel (Sterba 1976, 23). De wekelijkse rapporten werden later gecombineerd in
maandelijkse rapporten waaruit vervolgens jaarverslagen werden opgesteld. Uiteindelijk
werden koeriers ingezet om de officiële richtlijnen naar de locaties te sturen waar deze
uitgevoerd moesten worden.
4.1 De databank
Om het leven in de oude steden te reconstrueren wordt er niet alleen vertrouwd op geschreven
documenten. Aan de hand van een correlatie met het niet geschreven materiaal kunnen cruciale
inzichten worden verkregen zoals bijvoorbeeld, het herhaaldelijk naast elkaar voorkomen van
een reeks artefacten, op één type vindplaats. Om deze reden moeten de documenten, waar
mogelijk, in hun archeologische context en in relatie met alle andere mogelijke gegevens
worden bekeken (Gibson 1993, 5). Wanneer dergelijke relaties bestudeerd worden, wordt er
een veel gedetailleerder beeld naar voren geschoven. Hoewel deze aanpak vanzelfsprekend heel
wat nieuwe gegevens kan opbrengen, is het zeldzaam dat teksten op deze manier behandeld
worden. Het is net daarom van belang om, alle mogelijke informaties met elkaar te combineren
met oog op de interpretaties van de site. Bovendien is, zoals reeds vermeld, het onderzoek naar
sociale patronen van cruciaal belang om de effecten op de individuen en organisaties die deel
uitmaken van dat netwerk, beter te begrijpen.
Zoals reeds vermeld is de bedoeling van deze analyse niet enkel de toepassing van een SNA op
het tempelarchief uit Nippur. Bij deze analyse wordt er nagekeken of het ons iets kan leren over
de economische integratie en reikwijdte van de tempels. Daarnaast zal ook de vraag gesteld
worden hoe SNA toepasbaar en controleerbaar is op het archeologisch materiaal met vooral de
focus op haar bijdrage tot de archeologische opgravingen en interpretaties.
14 (Sterba 1976).
33
Om te beginnen werd er een selectie gemaakt van de bestaande gegevens uit het tempelarchief.
Hierbij is van het belang om te benadrukken dat het woord ‘tempelarchief’ feitelijk niet de
meeste adequaat term is voor dit onderzoek. Het is namelijk zo dat dit archief daadwerkelijk in
een tempel van Nippur aangetroffen werd maar of het echt over een tempelarchief gaat is nog
nooit bevestigd geweest. Het is wel degelijk mogelijk dat dit archief deel uitmaakte van een
privé-archief van een van de leden van de tempel of dat deze gegevens deel uitmaakten van een
onderdeel van de tempeladministratie. Maar aangezien Robertson zelf naar deze term verwijst
en de SNA op dat archief toegepast wordt, werd er beslist om de term te behouden.
De eerste stap was om een selectie te maken van de gegevens die gebruikt zouden worden bij
de SNA. Bovendien moesten deze gegevens representatief genoeg zijn omdat het goede
resultaten zou leveren. Hierbij werd de beslissing genomen om alle records betreffende de
uitgave van graan en olie te gebruiken. Deze waren het meest representatief door hun veelvuldig
gebruik zowel binnen als buiten de cultus. Daarnaast moest er ook een beslissing genomen
worden omtrent de categorieën waaruit de databank zou bestaan. Naargelang de vordering van
het onderzoek werden categorieën bijgevoegd, aangepast of aangevuld. In totaal werden er
vijftien categorieën opgesteld. De uiteindelijk categorieën zijn:
- ID
- Tekst
- Datum
- Hoeveelheid (liter)
- Ontvanger
- Kale namen
- Categorie ontvanger
- Beroep ontvanger
- Vertegenwoordigers van/verwant met
- Wat?
- Van-naar/waar?
- Doel
- Doel categorie
- Gìr (tussenpersoon)
- Gelegenheid
34
Waarom deze categorieën? Om te beginnen was het van belang om een duidelijk ID op te stellen
dat gemakkelijk te gebruiken zou zijn. Hierbij werd telkens de afkomst van de record (CBS of
TMH15) gebruikt met een oplopend nummer zoals te zien in de moedertabel, in bijlage terug te
vinden (hoofdstuk 9.2). Deze werd in twee delen gesplitst zodat de gehele moedertabel in dit
werk geïncorporeerd zou kunnen worden. Daarnaast werden de kolommen opgesteld met de
werkelijke naam van de record, de datum, hoeveelheid en ontvanger. Aangezien er bij de
ontvanger regelmatig beschrijvingen bijstaan zoals “de dochter van…”, “de man van…”, “zoon
van…” of een beroep, werd er besloten om een extra kolom aan te maken (genaamd “Kale
namen”) waarin de beschrijvingen weggelaten werden en enkel de namen van de ontvangers
behouden werden. Omdat er ook de vraag zou kunnen gesteld worden naar enkel de namen van
de ontvangers. Er werd ook een kolom aangemaakt met de beroepen van de ontvangers en een
kolom met de namen van de ontvangers, vertegenwoordigd door een tussenpersoon of individu.
Zo is het mogelijk om ook de vertegenwoordigde personen naar voren te brengen binnen het
gehele sociaal netwerk van dit archief. Verder werd een kolom opgesteld met het element van
uitgave en, indien gekend, de plaats waar dat element uitbesteed werd. Ook het doel van elke
uitgave en welke categorie van uitgave, werden in een kolom geplaatst. Ten slotte werden er
nog twee kolommen aangemaakt met, opnieuw indien gekend, de tussenpersoon en de
gelegenheid verbonden aan de uitgave.
Bij het opstellen van de databank werd er besloten om er een relationele databank van te maken
die ook noodzakelijk was voor het toepassen van de SNA. Een relationele databank is een
digitale databank waarin gegevens in tabellen gerangschikt zijn, waarbij elke tabel alle
exemplaren van één entiteit bevat. Elke geordende rij in een tabel vertegenwoordigt één
instantie van de entiteit (Matskevich, Sharon 2018, 55) en moet een unieke identificatie hebben.
Het databankschema beschrijft de structuur van de databank (tabellen, attributen en sleutels) in
een formele taal die wordt ondersteund door het databankbeheersysteem (DBMS16). Dit is een
software die een beheerder in staat stelt om databanken aan te maken en te beheren en hun
gegevens bij te houden, te wijzigen en te analyseren. Zoals u reeds heeft kunnen zien werden
alle records in een Excel tabel gegoten waarna deze later geïmporteerd zou worden in
Cytoscape.
Zoals reeds vermeld wordt bij een SNA analyse gebruik gemaakt van visualisatiehulpmiddelen
in de vorm van een netwerkgrafiek. Deze helpen om verbanden tussen bepaalde deelnemers in
het netwerk te ontdekken die anders moeilijk te zien zouden zijn. Met andere woorden, de
netwerkgrafiek geeft een datastructuur weer die de relaties tussen de entiteiten benadrukt. In
het werk van Émilie Pagé-Perron17 worden twee programma’s voorgesteld namelijk Gephi en
Cytoscape. Er werd dan ook besloten om gebruik te maken van deze softwares. Echter, bij het
15 Zie pagina 29-31. 16 Database Management System (Juloux et al. 2018, xvi). 17 (Pagé-Perron 2018, 209).
35
installeren van Gephi is er hoe dan ook een probleem opgetreden waardoor het onmogelijk was
om dat programma te gebruiken. Als gevolg hiervan werd er besloten om enkel gebruik te
maken van Cytoscape. Beide programma’s zijn in staat om automatisch een visuele
samenvatting weer te geven van met elkaar verbonden personen door de verschillende relaties
te representeren als netwerken waarbij elke node een individu aanduidt en een edge, die twee
individuen koppelt, een verbinding vertegenwoordigt. Er volgen nog een aantal voorbeelden
waarbij dit duidelijker zal worden.
Het voordeel bij dit archief is dat er reeds vertalingen bestaan waardoor er geen vertalingen
meer nodig waren. Echter, wanneer er onduidelijkheden waren werd er beroep gedaan op
mevrouw A. Goddeeris. In samenwerking met haar werden alle records een per een bestudeerd
en waar nodig, herinterpreteerd. Dankzij haar samenwerking werd een zo representatief
mogelijke databank opgesteld, mits het feit dat sommige gegevens ontbreken of onvolledig zijn
vanwege gebroken of beschadigde spijkerschrifttabletten. Indien er onduidelijkheden waren in
verband met bepaalde vertalingen van het archief, werd er ook gebruik gemaakt van de Assyrian
Dictionary of the Oriental Institute of the University of Chicago (CAD). Zoals reeds vermeld
was het de bedoeling om een zo representatief mogelijke databank op te stellen. Hierdoor was
het van groot belang om veel aandacht te besteden aan de vertalingen om fouten of
misinterpretaties te voortkomen. Anders zou dit een vertekend beeld kunnen geven op de
eindresultaten van dit onderzoek.
Ondertussen werden ook verschillende testen uitgevoerd in Cytoscape zodat het gebruik ervan
vergemakkelijkt zou zijn bij het uitvoeren van de definitieve SNA. Hieronder kunt u een paar
afbeeldingen zien van deze testen.
4.2 De testfasen
Figuur 10: Eerste test in Cytoscape.
36
Een van de grootste nadelen bij dit programma is dat, indien men een fatsoenlijke en leesbare
grafiek wenst op te maken, ieder element apart moet worden verslepen tot een coherent geheel,
zoals u op de afbeeldingen kunt zien. De eerste testen waren bovendien ook bedoeld om een
zicht te krijgen op de eventuele/mogelijke fouten of problemen die kunnen voortkomen bij het
opstellen van een grafiek.
Figuur 11: Eerste test Cytoscape waarbij elk element verplaatst werd om een coherent beeld te vormen.
Tijdens deze test werd er eerst en vooral getoetst naar de werking van Cytoscape. Het
eindresultaat kan hieronder worden teruggevonden. Zoals u op deze figuur kunt zien, zijn er
bepaalde relaties die een relatie hebben met zichzelf. Dit kan uiteraard niet. Zoals reeds vermeld
wordt de netwerkgrafiek samengesteld op basis van de databank. Aangezien deze opgesteld is
in de vorm een Excel tabel en dat niet alle records aangevuld zijn wegens afwezige gegevens,
stelt het programma dat deze lege cellen met elkaar verbonden zijn. Dit omwille van het feit dat
het om lege cellen gaat. Het programma ziet deze dan ook als een gelijk element en verbindt
deze dan ook met zichzelf. De oplossing hierbij is zeer simpel, deze verbindingen moeten
simpelweg uit het grafiek verwijderd worden. Dit heeft geen impact op het eindresultaat
aangezien het om lege cellen gaat. Er kan dus geen informatie worden kwijtgeraakt, aangezien
deze cellen geen informatie bevatten.
37
Figuur 12: Eindresultaat van de eerste testen in Cytoscape.
Eens de databank al wat meer aangevuld was, werden er nog verschillende testen uitgevoerd.
Dit keer was het ook de bedoeling om de verschillende mogelijkheden binnen deze software te
verkennen. Er werd dan ook met verschillende stijlen en kleuren gespeeld waarvan u hieronder
een voorbeeld kunt zien.
Figuur 13: Eindresultaat test 2 in Cytoscape.
38
Zoals u hier kunt zien is het niet altijd even gemakkelijk om een overzichtelijke grafiek te
maken wanneer veel verschillende gegevens betrokken zijn. Een oplossing hierbij is om
eventueel een selectie van gegevens te maken om dit te kunnen visualiseren. Echter, hoe meer
informatie we kunnen gebruiken, hoe gedetailleerder het beeld. Een ander bijkomend probleem
is dat wanneer hetzelfde thema gebruikt wordt bij verschillende grafieken, aanpassingen op een
van deze grafieken automatisch ook toegepast worden op de andere. Omwille van deze reden
moeten er aparte bladen opgemaakt worden zodat de grafieken onveranderd blijven wanneer er
op een ander grafiek gewerkt wordt. Een laatste opmerking die reeds vermeld werd, is dat
Cytoscape een goed programma is maar heel vervelend kan zijn omdat je ieder element apart
moet verslepen en zelf de grafiek vorm moet geven waardoor het soms een echt puzzelwerk
wordt zoals u hieronder kunt zien.
Figuur 14: Voorbeeld van een netwerkgrafiek zoals het programma het weergeeft.
Eens de testen gedaan waren kon er aan de slag gegaan worden met de uiteindelijke SNA.
Hiervoor diende de databank eerst gesystematiseerd te worden. Dit was van cruciaal belang
aangezien typfouten of verkeerde interpretaties enorme gevolgen kunnen hebben op de
resultaten van dit onderzoek. Is alles met een hoofdletter geschreven? Zijn alle accenten
geplaatst daar waar ze geplaatst moeten worden? Zijn er typfouten?, etc. Vanaf het moment dat
een naam of term verkeerd geschreven wordt, dan rekent Cytoscape deze aan als een
verschillend element. Om een voorbeeld te tonen, de naam Zakkūr-el. Hieronder ziet u een
afbeelding van een netwerkgrafiek waarbij u duidelijk kunt zien dat er een verbinding is met
39
zowel de naam “Zakkūr-el” en “Zakur-el” (in het geel aangeduid), wat duidelijk op een typefout
wijst. Ook de naam “Sîn-muballiṭ” en “Sin-muballiṭ” komen naar voor. Dit wijst nogmaals op
het feit dat het van cruciaal belang is dat verschillende schrijfwijzen van dezelfde namen
vermeden worden. Aangezien ze beiden op een verschillende manier geschreven zijn,
beschouwt het programma deze dan ook als twee verschillende entiteiten. Bovendien moet ook
rekening gehouden worden met het gegeven dat de Mesopotamiërs zelf soms verschillende
schrijfwijzen van één en dezelfde persoonsnaam gebruikten. Ondanks die verschillen is het dus
belangrijk om voor één duidelijke (getranscribeerde) schrijfwijze te kiezen. In de onderstaande
netwerkgrafiek wordt er gevraagd naar welke vertegenwoordiger tot welke persoon behoort
waarbij “vertegenwoordiger” en “niet bekend” op het beroep wijst van de ontvanger. In dit
geval is het dus mogelijk om de label aan te passen zonder dat dit grote gevolgen op de
interpretaties van deze netwerkgrafiek met zich meebrengt. De volgende stap was dus om de
namen zowel in de Excel tabel als in de netwerkgrafiek recht te zetten zoals u in Figuur 16 kunt
zien. Maar indien dit wel gevolgen had gehad op de interpretatie van het netwerkgrafiek, dan
moest er uiteraard een volledige nieuwe grafiek opgemaakt worden.
Figuur 15: Voorbeeld van een netwerkgrafiek waarop typfouten duidelijk te zien zijn.
40
Figuur 16: Figuur waarbij de typfouten rechtgezet werden in Cytoscape.
Een laatste probleem die tijdens deze testfasen voortkwam betreft de nodes zonder enige relatie
(Figuur 18). Het is logisch dat, indien er geen correlatie gevormd kan worden met een ander
component uit de databank, er ook geen relaties kunnen gevormd worden. Bijgevolg kan er hier
zo goed als geen informatie uit gehaald worden behalve dat deze geen relatie bevat. Hierdoor
is de beslissing genomen om deze afgelegen nodes te verwijderen uit het netwerkgrafiek.
Figuur 17: Nieuw netwerkgrafiek op basis van de correcties uitgevoerd op de namen Zakkūr-el en Sîn-muballiṭ in de databank,
aangeduid in het geel. Dit toont mooi aan hoe snel een grafiek er anders uit kan zien eens gegevens aangepast worden of
indien er typfouten gebeuren.
41
Figuur 18: Voorbeeld van een netwerkgrafiek met alleenstaande nodes, zonder enige relatie.
Ten slotte werd naast de moedertabel ook een werktabel aangemaakt waarbij alle onzekerheden
weggehaald werden zoals, onder andere, vraagtekens. Dit om te voortkomen dat de software
ieder element als een verschillend gegeven zou zien. Ik wijs hier nogmaals op het feit dat de
bedoeling van dit onderzoek, het toepassen van een SNA op een tempelarchief is met bovendien
de focus op de mogelijkheden en gebreken van deze analysemethode. Onzekerheden maken nu
eenmaal deel uit van de experimentele wetenschap. Het is dan ook belangrijk om een
onderscheid te kunnen maken tussen bruikbare en onbruikbare onzekerheden. Zoals het in dit
onderzoek het geval is met de hoeveelheid liter aan, bijvoorbeeld, graan die telkens uitgegeven
wordt maar waarvan we uit de zekerheden kunnen afleiden dat deze min of meer overeenkomen
met de realiteit. Als er bijvoorbeeld telkens 60 liter staat bij de gerstuitgaven aan de arbeiders
en dit ook in andere records bevestigd wordt, dan kan ervan uitgegaan worden dat bij de
gebroken of beschadigde archiefstukken omtrent de gerstuitgaven aan de arbeiders het ook min
of meer over 60 liter zal gaan. Er is een poging ondernomen om bij ieder leeg record een apart
teken te plaatsen, behorend tot een specifiek kolom. Echter, bij het uitvoeren van een test is er
opgemerkt dat deze niet bruikbaar zijn en sowieso verwijderd moeten worden uit de grafiek,
zoals u hieronder kunt zien. Hieronder volgt een uitleg van de verschillende stappen die bij het
opstellen van een grafiek gevolgd werden, waarbij er lege records bij betrokken zijn.
42
Figuur 19: Grafiek waarbij de beroepen als voorbeeld genomen werden met aanduiding van de lege records in
het blauw.
Hierboven ziet u een grafiek (Figuur 19) waarbij de beroepen als voorbeeld genomen werden.
U ziet duidelijk dat bij het invoeren van de databank in de netwerkgrafiek, de lege records een
verbinding maken met andere lege records (aangeduid in het blauw). Om een beter inzicht te
verwerven in de bruikbaarheid van deze verbinding werden ze apart geplaatst. Zoals u kunt zien
staat “de vluchtelingen” in verbinding met een lege node die zelf ook verbonden is met een
ander lege node. In deze testfase werd, zoals reeds vermeld, een poging gedaan om bij ieder
leeg record een apart teken te plaatsen, behorend tot een specifiek kolom. Dit is de reden
waarom er hier een relatie te zien is tussen twee lege punten. Beide nodes zijn namelijk
afkomstig uit twee verschillende kolommen, bijgevolg bezitten ze allebei een verschillend teken
waardoor het programma deze als twee aparte entiteiten ziet.
43
Figuur 20: Figuur 19 waarbij de lege nodes apart geslepen werden om duidelijk aan te tonen dat het om twee
aparte elementen gaat.
Vervolgens werden de lege records weggehaald. Aangezien, in dit geval, het beroep van de
vluchtelingen niet bekend is, kan er hieruit geen bruikbaar informatie gehaald worden. Daaruit
werd geconcludeerd dat in de uiteindelijke SNA, de lege nodes aangeduid zouden worden als
“niet gekend”. Zoals u hieronder kunt zien werd alles, nadat de lege records weggehaald
werden, zo netjes mogelijk geordend zodat de verschillende relaties tussen het beroep en de
individuen die deze uitoefenen duidelijker zouden zijn.
Figuur 21: Figuur 19 waarbij de lege nodes uitgehaald werden waarna alles netjes geordend werd.
44
De laatste stap is de bewerking van de grafiek bedoeld om een duidelijker beeld te schetsen van
het geheel en om sommige relaties te benadrukken. In dit voorbeeld hieronder krijgen we een
mooi overzicht te zien van wie welk beroep uitoefent. Wat ook zeker interessant is naar gender
toe.
Figuur 22: Eindresultaat van de bewerking van het netwerk weergegeven in Figuur 19.
45
5 Tussenbesluit Wat werd er dus tot nu toe allemaal achterhaald? Ten eerste is het duidelijk dat de SNA een
heel goede methode is voor het blootleggen van relaties die aan de hand van wat traditionelere
methodes, weinig tot niet zichtbaar zijn. Daarnaast is het ook een goede methode om bepaalde
aspecten van het netwerk te accentueren. Daar waar een traditioneel onderzoek eerder vanuit
een aantal bevindingen vertrekt, kunnen op basis van die elementen die geaccentueerd worden,
nieuwe vragen gegeneerd worden. Naargelang de vraag die gesteld wordt, genereert het
onderzoek een heel verschillend netwerk. Dit geldt natuurlijk ook voor eender welk onderzoek.
Echter, bij de SNA analyse krijgen we onmiddellijk een zicht op het geheel waarbij, bij het
stellen van de juiste vraag, specifieke elementen naar voren gebracht worden, in relatie met de
attributen van dat netwerk Wat het toepassen van een vergelijkende analyse, bijvoorbeeld,
vergemakkelijkt. Bovendien wordt er een veel gedetailleerder beeld naar voren geschoven
wanneer dergelijke relaties bestudeerd worden. Zoals reeds vermeld, wanneer de geschreven
bronnen gescheiden zijn van de archeologische context is er enkel een gedeeltelijke inzicht
mogelijk. Het is dus duidelijk dat bij het toepassen van de SNA, elk element uit de geschreven
bronnen bestudeerd moet worden in combinatie met de context waarin deze opgesteld werd,
zoals in dit geval het archief (vermoedelijk) afkomstig is van een tempeladministratie. Alles
moet dan ook binnen een bredere sociale, economische, religieuze en politieke context bekeken
worden. Ten tweede, wat de databank betreft, is de moeilijkste taak om de juiste selectie te
maken van de gegevens waarvan er gebruik gemaakt wordt bij het toepassen van de SNA.
Hierbij is het wederom van belang om een onderscheid te maken tussen de bruikbare en
onbruikbare gegevens, wat geen gemakkelijk taak is aangezien elk gegeven deel uitmaakt van
het samenhangend geheel waaruit het archief opgesteld is. Ten derde leverden de testfasen een
aantal vaststellingen omtrent het gebruik van een datastructuur, hier in de vorm van een
netwerkgrafiek. Typfouten moeten, logischerwijze, onverbiddelijk vermeden worden. Deze
kunnen voor zware afwijkingen zorgen bij het opstellen van de netwerkgrafiek en dienen
rechtgezet te worden in de databank vooraleer een nieuwe netwerkgrafiek opgesteld wordt. Dit
geld ook bij het systematiseren van de databank, bedoeld omdat de corresponderende gegevens
niet als aparte elementen in de netwerkgrafiek opgenomen zouden worden. Daaraan gelinkt is
het tweede probleem betreffende de lege records die door het programma als aparte elementen
gezien worden. Met als gevolg dat deze verschillende verbindingen met zichzelf hebben. Als
laatste belangrijk punt, is het niet eenvoudig om een treffelijke netwerkgrafiek op te maken
wanneer er veel gegevens bij betrokken zijn. Het is dus weer van belang om zich de juiste vraag
te stellen en een juiste selectie van gegevens te maken.
46
6 Wat kunnen we reeds uit de databank afleiden? Zoals reeds vermeld bestaat het tempelarchief uit een verzameling van teksten waarin vier
hoofdthema’s aan bod komen:
1. Dagelijkse kosten aan veevoeder
2. Aankoop en levering van vee (tot minstens 14 verschillende tempels)
3. Verdeling van ploegossen en gerstzaden
4. Lijsten van diverse gerstuitgaven en andere agrarische- en industriële grondstoffen
Daarnaast kunnen de teksten onderverdeeld worden in een verschillend aantal doeleinden. Het
betreft onder andere religieuze doeleinden voor onmiddellijk gebruik of als betaling voor offers
of een betaling voor het maken van rieten deuren. Ook diplomatieke zaken komen voor zoals,
onder andere, vertegenwoordigers van Rīm-Sîn, de koning in Larsa; Sîn-muballiṭ, broer van de
koning; de zus van de koning, die priesteres is van Iškur in Karkar; enzovoort. Maar ook hoge
functionarissen van de koning (zoals Rīm-Sîn-rappašunu en Rīm-Sîn-nādā) worden
vertegenwoordigd. Infrastructuurelementen zoals bijvoorbeeld, het maken van rieten hekken,
de bekleding van de stadmuur, maken ook deel van de verschillende doeleinden. Ten slotte
komen ook zaken voor betreffende het beheer van de "dagelijkse gang van zaken" zoals het
betalen van veevoeder. Zo kunnen de entries verschillende elementen bevatten waarvan
hieronder een aantal voorbeelden terug te vinden zijn van TMH 10 160:
• 40 liter: prijs van een bierkruik; de soldaten; op de dag dat de Guennakkum naar de stad
Enlile-ĝara ging.
• 120 liter: de opperklaagzangpriester en de kapper van Ninurta; op de dag dat de
Guennakkum (aan) de poort van Ninurta opging; via de Ensi.
• 70 liter: loon voor de ingehuurde werklieden; om de dakbedekking van de buitenste
stadsmuur te bouwen.
Het voordeel bij het opstellen van een databank is dat er op die manier een overzicht gecreëerd
wordt van het gehele archief. Doordat alle gegevens ingevoerd zijn in een document, wordt het
opzoeken naar specifieke elementen vergemakkelijkt. Een voorbeeld, indien er naar het aantal
mannen en vrouwen gekeken wordt, dan kan er op basis van de databank afgeleid worden dat
er in totaal 274 entries van mannelijke individuen zijn tegenover 26 entries van vrouwelijke
individuen (Tabel 4). Daartegenover kunnen ook het aantal verschillende, mannelijke
individuen tegenover het aantal verschillende, vrouwelijke individuen apart bestudeerd worden.
Zo worden in dit archief 80 verschillende mannelijke individuen benoemd naast 10
verschillende vrouwelijke individuen. Dit kan heel interessant zijn voor een onderzoek naar
genderdiversiteit toe in Nippur.
47
Het is belangrijk om hierbij te benadrukken dat er ook niet gekende personen zijn zoals
bijvoorbeeld arbeiders, soldaten, vertegenwoordigers, slavinnen, enzovoort, waarvan de
afzonderlijke namen niet benoemd worden. Zoals Tabel 3 het weergeeft zijn er bij de
mannelijke individuen 154 entries waarbij de namen niet bekend zijn. Bij de vrouwelijke
individuen zijn dit er twee (Tabel 2). Tabel 2 en Tabel 3 geven een mooi overzicht weer van
het aantal vrouwelijke individuen en mannelijke individuen, benoemd in het tempelarchief.
Hierbij werden alle namen in een kolom geplaatst waarbij hun frequentie van voorkomen, de
hoeveelheden en het totaal aan gerstuitgave berekend werden. Op die manier wordt
onmiddellijk een duidelijk overzicht mogelijk gemaakt van de verschillende individuen die het
tempelarchief bekenmerken.
Mannen
Naam Frequentie Hoeveelheden TOTAAL
1. Ninurta-[...] 1 60, 60
2. Ilum-liṭṭul 1 100 100
3. Ninnutum 3 60, 60, 60 180
4. AN-NA-BI 4 60, 60, 60, 60 340
5. Ipqatum 4 60, 60, 60, 60 240
6. Ṣilli-Amurrum 4 60, 60,60, 60 240
7. Idiyatum 3 60, 60, 60 180
8. Ali-waqrum 3 60, 60, 80 200
9. Ili-u-Šamaš 5 60, 20, 60, 60,? 200
10. Apil-Sîn 2 40, 100 140
Vrouwen
Naam Frequentie Hoeveelheden TOTAAL
1. Damiqtum 7 keer 240, 6, 120, 80, 60, 30, 120 656
2. Duššuptum 7 keer 970, 10, 60, 360, 360, 1000, 1160 3920
3. Ilšu-bani 1 keer 120, 120
4. Inbatum 1 keer 10 10
5. Šimat-Ištar 3 keer 60, 60, 60 180
6. Ummiyatum 1 keer 120, 120
7. Adad-ešar 1 keer 60 60
8. Sîn-iqīšam 1 keer 40 40
9. Sāsum 1 keer 60 60
10. Iamaḫḫum 1 keer 60, 60
11. Niet gekend 2 keer 35,10 45
TOTAAL 26 5271
Tabel 2: Overzicht van het aantal entries waarin vrouwelijke individuen benoemd worden.
48
11. Lugal-ḫegal 1 120 120
12. Utu-[…] 2 60, 50 110
13. Pirḫum 1 300 300
14. Šamaš-mušallim 1 50 50
15. Ninurta-mušallim 7 60, 60, 60, 60, 20, 60, 600 920
16. Inbi-ilīšu 1 300 300
17. Isi-dare 3 ?, 50, 10 60
18. Awīlulu 1 20 20
19. Aḫi-wēdum 1 20 20
20. Iddin-Ištar 1 20 20
21. Zikir-ili 1 40 40
22. Aḫīja 1 120 120
23. Sîn-remēni 1 160 160
24. Ḫasiru 1 60 60
25. Salilum 1 20 20
26. Ištaran-emuqi 2 60, 60, 120
27. KA-Utu 1 60 60
28. Apil-Iškur 2 60, 60 120
29. Ipiq-Ištar 1 300 300
30. Nūr-Amurrum 1 60 60
31. Aḫī-amši 3 100, 100, 250 450
32. Warad-kubi 1 60 60
33. Rabiṣ-la-šu 1 60 60
34. Šamaš-ḫazir 1 50 50
35. Bitatum 1 60 60
36. Munawirum 1 60 60
37. Ubajatum 1 135 135
38. Aḫum 1 30 30
39. AN NA {d}utu ĝal2 1 120 120
40. Imgurrum 1 120 120
41. Ya-ba-a (?) 1 120 120
42. Ataḫaštum 1 60 60
43. Lu-Ninurta 1 60 60
44. Tāta 1 100 100
45. Enlil-mudammiq 1 60 60
46. Kudur-santab 1 80 80
47. Ubārīja 1 60 60
49
48. Enlil-māgir 1 20 20
49. Enlil-ḫāzir 1 30 30
50. Sîn-dajjān 1 60 60
51. Ibbi-Ilabrat 2 40, 60 100
52. Tāb-balātum? 1 60 60
53. Imgūtum 1 70 70
54. Enlil-bel-elī 1 60 60
55. Sîn-iddinam 1 50 50
56. Nabi-ilīšu 1 ? 0
57. Lipit-Enlil 1 100 100
58. Annum-pīša 1 50 50
59. Panigara-qarrād 1 50 50
60. Imgur-Ninurta 1 50 50
61. Amnatum 1 60 60
62. Ninurta-ilum 1 60 60
63. Nūr-Šamaš 2 100, 300 400
64. Šamaš-liṭṭul 1 100 100
65. Ali-ellati 1 60 60
66. […]abinum 1 ? 0
67. Urdukuga 1 50 50
68. Ṭab-sarša 1 50 50
69. AN-KA-lu-ma 1 60 60
70. Mul-ki-na 1 60 60
71. Sin-lidiš 1 ? 0
72. Enlil-erumma 1 ? 0
73. Lalum 1 ? 0
74. Sin-bel-ili 1 ? 0
75. Ir-Nanna 1 ? 0
76. Yawiya 1 ? 0
77. [...] lu2 iri [...] 1 60 60
78. ARAD[...]x x DU 1 60 60
79. Luštama 1 60 60
80. Niet gekend 154 37599
81. TOTAAL 268 45924
Tabel 3: Overzicht van het aantal entries waarin mannelijke individuen benoemd worden.
50
Een andere mogelijkheid is om de hoeveelheid ontvangen gerst per geslacht na te kijken. Zo
bevat de totale hoeveelheid ontvangen gerst 51 195 liter waarvan 45924 liter graan bij de
mannelijke individuen en 5271 liter gerst bij de vrouwelijke individuen. Hieronder kunt u een
beknopter overzicht terugvinden:
Aantal entries Aantal verschillende
(gekende) individuen
Totaal ontvangen
gerst (liter)
Vrouwelijke
individuen
26 10 5271
Mannelijke individuen 268 79 45924
TOTAAL 300 89 51195
Tabel 4: Tabel met het totaal aantal aan entries samen met het totaal ontvangen gerst per geslacht.
Verder kan er bijvoorbeeld ook een vergelijkende analyse gemaakt worden van de uitgaven met
betrekking tot de Guennakkum en met betrekking tot Damiqtum. Het eerste wat bij de
Guennakkum opvalt is dat hij nooit zelf gerst ontving. Zoals de tabel in het blauw hieronder
weergeeft, betreft het hoofdzakelijk uitgaven met betrekking tot de infrastructuur,
astronomische en cultische gebeurtenissen (Tabel 5). Bij de infrastructuuruitgaven gaat het
meestal over het “herstellen” of “pleisteren van het dak van het huis van Guennakkum”. Bij,
onder andere, de cultische gebeurtenissen is er sprake van “de Guennakkum die een tempel
binnentreedt en in een ritueel optreedt”. Het is duidelijk dat hij enkel vermeld wordt bij gerst
die door hem is ontvangen of in gevallen die verband houden met hem zoals hierboven vermeld.
51
Tekst Hoeveelheid (liter) Doel Doel categorie Categorie gelegenheid
CBS 7580 85 Infrastructuur
CBS 7625 [4?]
CBS 7625 20 zijn huishouden
CBS 7110 60 Infrastructuur
TMH 10 166 120 Cultische gebeurtenis
TMH 10 161 120 Cultische gebeurtenis
TMH 10 163 120 Cultische gebeurtenis
TMH 10 165 100 Cultische en astronomische gebeurtenis
UM 29-15-885 Infrastructuur
UM 29-15-885 60 Infrastructuur
UM 29-15-879 50 zijn plechtige
buršuma
Totaal 739
Tabel 5: Overzicht van de verschillende entries waarin de Guennakkum voorkomt.
52
Een belangrijk punt hierbij dat reeds vermeld werd in hoofdstuk 3.2, is de verwijzing van M.
Gibson naar het feit dat uit spijkerschriftteksten die in Nippur en elders aangetroffen zijn
geweest, reeds gekend is dat de tempels onder toezicht stonden van een koning of een door de
koning benoemde gouverneur (Gibson 1993, 4). Het zou dus goed mogelijk kunnen zijn dat de
Guennankkum een dergelijk functie vervulde.
Wat Damiqtum betreft (Tabel 6), komen opnieuw verschillende elementen naar voor zoals de
tabel hieronder weergeeft:
• Aankoop: aankoopprijs voor vis of potjes bierbrood
• Textielbewerker: het knippen of verfraaien van het kleed van Damiqtum.
• Cultische gebeurtenis: offers en rituelen
53
Tekst Hoeveelheid
(liter)
Doel Doel categorie Categorie gelegenheid
CBS 7580 80
Aankoop
CBS 7506 160
Aankoop
CBS 7627 20
Aankoop
CBS 7627 240 Aankoop
CBS 7535 120 Textielwerker Om de stof/ het kleed van Damiqtum te ku7-ku7 (mooi
maken/snijden)
CBS 7625 6
CBS 7111 120
Astronomisch gebeurtenis
CBS 7111 120 haar slavinnen
CBS 7111 10 qadištum
vrouwen
CBS 7528 30
Aankoop Cultische gebeurtenis
CBS 7528 80 Aankoop Cultische gebeurtenis
CBS 7545 60
TMH 10 168 30
Aankoop
UM 29-15-885 60
Cultische gebeurtenis
UM 29-15-880 30 Aankoop
TOTAAL 1166
Tabel 6: Overzicht van de entries waarin Damiqtum voorkomt.
54
Een mooie kanttekening wat betreft “het versieren of verfraaien van het kleed van Damiqtum”
is dat in TMH 10 165, Amnatum, een andere textielarbeider, 60 liter gerst ontving voor het
dragen van “een verfraaide jurk”. TMH 10 165 is namelijk een tekst daterend van een
anderhalve maand na CBS 7535, waarin het kleedje “versierd” wordt. Het zou dus goed kunnen
zijn dat beiden aan elkaar gelinkt zijn.
Wanneer er naar de totalen van beiden individuen gekeken wordt (Tabel 5 en Tabel 6), is de
totale hoeveelheid ontvangen gerst bij Damiqtum opmerkelijk groter dan bij de Guennakkum.
Hoewel de Guennakkum een van de belangrijkste personen van de stad lijkt te zijn, zijn het
hoofdzakelijk zijn ceremoniële activiteiten en woonverblijven waarnaar er verwezen wordt
terwijl Damiqtum bij veel meer aspecten van het management betrokken is. Hieruit zou
geconcludeerd kunnen worden dat, in tegenstelling tot wat Robertson beweert, de Guennakkum
niet aan het hoofd stond van het 'centrale herverdelende huishouden'. De vraag blijft dan
natuurlijk wie hij dan werkelijk was en wat zijn functie binnen de stad was.
Dit zijn een aantal voorbeelden van hoe er aan de hand van de databank reeds heel wat
informaties achterhaald kan worden. Echter, dit soort onderzoek verreist veel tijd en denkwerk.
Dankzij het toepassen van een Sociaalnetwerkanalyse wordt alles duidelijker en sneller
weergegeven in een netwerkgrafiek zoals het hieronder te zien is. Er moet ongetwijfeld ook
veel tijd gestoken worden in het opmaken van de grafieken maar het schept veel meer
duidelijkheid over de hierboven besproken gegevens zoals de grafiek het hieronder weergeeft
(Figuur 23 en Figuur 24).
Figuur 23: Netwerkgrafiek met telkens de hoeveelheden gerstuitgaven per tekst waarin Damiqtum of de
Guennakkum voorkomen.
55
Figuur 24: Netwerkgrafiek waarbij het aantal gerstuitgaven per persoon weergegeven wordt met telkens het
doeleinde van ieder uitgave.
56
7 De SNA netwerkgrafieken Zoals reeds vermeld werden er eerst een aantal testfasen uitgevoerd in Cytoscape alvorens er
werd overgegaan op de uiteindelijke toepassing van de SNA op het tempelarchief. De testen
waren bedoeld om zicht te krijgen op het functioneren van het softwareprogramma en de
mogelijke problemen er aan verbonden zijn. Deze testfasen waren zeer bepalend voor het verder
verloop van het onderzoek en gaven een mooi beeld van de te verwachten resultaten. Eens dit
allemaal volbracht was, werd werk gemaakt van de uiteindelijke SNA. Hieronder volgt een
bespreking van de verschillende netwerkgrafieken die bij het toepassen van de SNA opgesteld
werden. Nogmaals, naargelang de vraag die gesteld werd, werden andere grafieken ontworpen.
Het is heel indrukwekkend om te zien hoe een netwerk er volledig anders kan uitzien wanneer
een element van dat netwerk anders bevraagd wordt. De databank werd aan de hand van de
software ingevoerd in Cytoscape waarna de datastructuur omgevormd werd tot een
netwerkgrafiek.
De eerste stap bij een SNA is om zich een beeld te vormen van de vragen die aan de databank
gesteld zullen worden, met als doel het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Kan deze
analyse ons meer informatie bieden over de economische integratie van de economische
reikwijdte van de tempels? In hoever is SNA toepasbaar en controleerbaar op het archeologisch
materiaal? Wat zijn de bijdragen tot de archeologische opgravingen en interpretaties? Met deze
vragen werd bij het opstellen van de eerste netwerkgrafiek (Figuur 25), een poging ondernomen
om een volledig beeld te creëren van het gehele archief. Hierbij werd de hoeveelheid graan
ingegeven als source node, de ontvanger als target node en de datum van de transactie als edge.
Echter, zoals Figuur 25 het weergeeft, is het onmogelijk om een duidelijk beeld te scheppen
wanneer alle gegevens erbij betrokken, zijn aangezien het hier over een 300 tal entries gaat. Het
resultaat daarvan lijkt dus onbruikbaar te zijn aangezien de grafiek veel te groot is om op een
blad weergegeven te worden. Echter, indien er ingezoomd wordt op de grafiek worden heel wat
elementen duidelijker (Figuur 26). Net zoals in de archeologie kan er aan de hand van het
bestuderen van deze gegevens, een samenhangend geheel gereconstrueerd worden. Het is dat
gereconstrueerd geheel dat het archief integraal in beeld brengt, wat in principe het doel is van
een SNA. Deze netwerkgrafiek is dus niet volledig onbruikbaar, het is enkel onhandig door de
hoeveelheid aan gegevens die in de grafiek weergegeven zijn. Dankzij het gebruik van
Cytoscape is het ook mogelijk om specifiekere elementen te onderzoeken door ze te laten
accentueren (Figuur 27). In Figuur 27 bijvoorbeeld, werd er naar alle elementen gevraagd
waarin de Guennakkum voorkomt of ermee in verband staat. De software gaat dan al deze
verbindingen in een ander kleur aanduiden waardoor deze zichtbaarder worden. In Figuur 27
werd de achtergrondkleur aangepast in het wit zodat dit duidelijker wordt. Op het eerste gezicht
lijkt het alsof deze nog steeds weinig informatie kan opleveren maar wederom kunnen er veel
meer gegevens uitgehaald worden eens specifiekere elementen van het netwerk onderzocht
worden. Zo kunnen ook andere elementen eveneens duidelijker worden doordat deze in verband
57
staan met het onderzochte element van dat netwerk (Figuur 28). Bovendien kunnen alle gegeven
getoetst worden aan de hand van de databank (zie vorig hoofdstuk).
Figuur 25: Netwerkgrafiek_1_1: weergave van het volledig netwerk waarbij de hoeveelheden per ontvanger
weergegeven worden met telkens de datum erbij.
58
Figuur 26: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_1 met focus op het getal 300 (hoeveelheid ontvangen gerst).
59
Figuur 27: Weergave van de netwerkgrafiek_1_1 waarbij er specifiek gevraagd werd naar alle verbindingen gerelateerd aan de Guennakkum (rode edges ) aangeduid in het
blauw.
60
Figuur 28: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_1 met hier een voorbeeld van de verbindingen (rode edges en nodes) die in verband staan met de Guennakkum.
De achtergrond kleur werd in het wit aangepast zodat de getallen en datum duidelijker zouden zijn.
61
Bij het opstellen van de tweede netwerkgrafiek, hieronder weergegeven, werd er een poging
ondernomen om meer in te spelen op kleuren en vormen (Figuur 29). Dit is ook een manier om
een duidelijkere weergave te creëren van de grafiek. Hier werden de hoeveelheden gerst (source
node) per doel gecategoriseerd (target node). Naargelang de hoeveelheid gerst werd de vorm
van de node aangepast, werd deze groter gemaakt of een andere kleur gegeven. Deze grafiek
geeft al een volledig ander beeld dan het vorige netwerk. In één blik krijgt de lezer meer en
duidelijkere informatie te zien. Aangezien een van de onderzoeksvragen de economische
integratie en reikwijdte van tempels betreft, werd er bij deze grafiek nagegaan welke
hoeveelheden gerst (telkens in liter weergegeven) voor welke doeleinden gebruikt werd. Zo kan
er uit deze grafiek afgeleid worden dat de hoeveelheid van 60 liter graan, de meest
voorkomende hoeveelheid is en dat de grootste hoeveelheden gerst voornamelijk gebruikt
werden als rantsoenen voor de dienaressen. Ook de hoeveelheid gerst voor de stieren en koeien
ligt redelijk hoog en blijkt regelmatig te zijn (Figuur 30) tegenover de andere hoeveelheden in
het netwerk. Deze grafiek biedt ook een mooi beeld van het economisch leven van de tempel.
Waarvoor werd gerst gebruikt en wat bepaalde de hoeveelheid? Wat zijn de grootste
hoeveelheden en wat werd er allemaal aangekocht? Het getal 120 komt ook redelijk vaak voor
en staat in relatie met de banketten. Riet, hout, vis en bier komen eveneens vaak voor waarvan
bier, vis en meel af en toe ook in relatie staan met de offers (Figuur 31).
62
Figuur 29: Netwerkgrafiek_1_2: weergave van de hoeveelheden gerst (in liter) met telkens het doel ervan.
63
Figuur 30: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_2 met focus op de relaties met stieren en koeien (rode edges), aangeduid in het blauw. De hoeveelheid 130 liter
gerst blijkt bij dit element een regelmatige hoeveelheid te zijn, met uitzondering van de hoeveelheid van 190 liter gerst.
64
Figuur 31: Ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_2 met focus op de relaties (rode edges) met de offers, aangeduid in het blauw. Hierop is het duidelijk te zien dat
riet, hout, vis en bier vaak voorkomende elementen zijn waarvan bier, vis en meel af en toe ook in relatie staan met de offers.
65
Nat het opstellen van de hierboven vermelde grafiek werd het duidelijk dat er eerder
specifiekere vragen gesteld moesten worden. Bijgevolg werd in de volgende netwerkgrafiek
(netwerkgrafiek_1_3) ingegaan op de doelcategorie van elke gersttransactie (Figuur 32). Elk
economisch doeleinde werd in de databank onder een specifieke categorie geplaatst zodat een
overzicht van de verschillende doeleinden vergemakkelijkt zou worden. Met andere woorden,
er werd een typologie opgemaakt van de verschillende doelen van interactie (doelcategorieën):
veevoer, aankoop, management, offer, infrastructuur, rantsoen, banket, totaal en ten slotte,
landbouw. Zoals Figuur 32 het weergeeft, wordt ieder type in een verschillende kleur
weergegeven waarbij de doelcategorie de source node is en de target node het doel van
interactie. Figuur 32 biedt ook een mooi beeld van de economische integratie van de tempels
die zo te zien op veel verschillende terreinen van de stad economisch actief waren. Er zijn
gersttransacties uitgevoerd zowel op het gebied van de landbouw, de infrastructuur als op het
gebied van de dagdagelijkse kosten en aankopen van allerlei grondstoffen en bouwmaterialen.
De doelcategorie “Management” is hier eerder bedoeld als “algemeen beheer” van allerlei
zaken die door de tempel beheerd werden, maar die door hun uitgebreid karakter niet onder een
ander categorie geplaatst kunnen worden (Figuur 33). Wederom, naargelang de vraag die aan
de databank gesteld wordt, krijgen de netwerkgrafieken een verschillende vorm. Als gevolg van
het resultaat hiervan, werd een andere vraag bij dit netwerk gesteld, namelijk naar de ontvangers
van de gerst toe. Bijgevolg werd in de netwerkgrafiek_1_4 (Figuur 34) de vraag gesteld naar
de doelcategorie per ontvanger met telkens het doel ervan. Wat er hier concreet weergegeven
wordt zijn de personen die de gerst in ontvangst genomen hebben (target node) met telkens het
doel van de transactie (edge) en de doelcategorie er aan verbonden, indien gekend (source
node). Dit is wederom een mooi voorbeeld van hoe een grafiek er volledig anders kan uitzien
indien een verschillend element van het archief bevraagd wordt. Figuur 34 biedt ook de
mogelijkheid om inzicht te verwerven in de verschillende individuen die het economisch leven
van Nippur karakteriseren. Zo blijkt dat Duššuptum en de instelling Ama-ni-še een beduidende
rol spelen bij het uitgeven van de rantsoenen van de dienaressen naast andere gersttransacties
waaronder deze voor de stieren en koeien (Figuur 35). Ook Šīmat-Ištar, weergegeven in Figuur
34 (rechterkant bij de doelcategorie veevoer), komt regelmatig voor en blijkt hoofdzakelijk
verantwoordelijk te zijn voor het veevoer van de stieren.
66
Figuur 32: Netwerkgrafiek_1_3 met weergave van de doelcategorie en doel.
67
Figuur 33: ingezoomde weergave van de netwerkgrafiek_1_3 met focus op de doelcategorie management.
68
Figuur 34: Netwerkgrafiek_1_4: weergave van de doelcategorie per ontvanger met telkens het doel ervan.
69
Figuur 35: Ingezoomde weergave van netwerkgrafiek_1_4 met aanduiding van de relaties met Duššuptum en Ama-ni-še. Hierop is er ook te zien dat gersttransacties bedoeld
voor de stieren en koeien heel regelmatig voortkwamen. Beiden zijn aangeduid in het blauw.
70
Dit zijn allemaal voorbeelden uit de eerste set van grafieken. Zoals reeds vermeld was het de
bedoeling om eerst en vooral een beeld te vormen van het archief als geheel. Dankzij de nieuwe
verworven inzichten, hierboven besproken, konden nieuwe vragen gesteld worden die dichter
aanleunen bij het gezochte resultaat van dit onderzoek. Bij de volgende set grafieken, was het
de bedoeling om tot grafieken te komen waarin alle nodige gegevens op een beknopter manier
weergegeven worden. Zoals reeds gezien in de eerste set aan netwerken, is het opstellen van
een netwerkgrafiek geen sinecure indien er veel gegevens bij betrokken zijn. Het is dus cruciaal
dat er dieper ingegaan wordt op de grafieken die het archief als geheel in beeld brengen door
vragen te stellen die dat specifiek in beeld brengt. Zo zijn de juiste elementen van het onderzoek
vertegenwoordigd. Een mooi voorbeeld dat hierbij aanleunt is de netwerkgrafiek_2_1 (Figuur
36). In deze grafiek worden de verschillende categorieën aan ontvangers weergegeven (source
node) in relatie met de doel categorieën van elke gersttransactie (target node). Met de
categorieën of types ontvangers wordt bedoeld: vrouw, instelling, beroep (slavin, olieperser,
rietvlechters, enzovoort) of vertegenwoordiger. De doelcategorieën werden reeds besproken.
Deze grafiek is een voorbeeld waarin het archief als geheel op een beknoptere manier
weergegeven wordt door de juiste vragen te stellen. Op die manier kan er niet enkel afgeleid
worden welke categorieën bij welke gerststransacties in verband staan. In een blik wordt een
overzicht gecreëerd van de verschillende doeleinden waarvoor het gerst gebruikt werd.
Bovendien geeft (Figuur 36) het ook mooi weer welke doeleinden het meest voorkomen in het
archief. Zo is de categorie Beroep oververtegenwoordigd bij Infrastructuur en Management
(doelcategorieën) tegenover Aankoop. Op die manier wordt er ook een beeld gevormd over de
functie en plaats van iedere categorie in Nippur. Hieruit kan er, bijvoorbeeld, afgeleid worden
dat de gersttransacties betreffende offers, hoofdzakelijk met mannelijke individuen te maken
hadden en dat enkel vertegenwoordigers zich met de diplomatieke zaken bezighielden. Met de
categorie “Instelling” wordt een “afdeling” of “bureel” bedoeld. Zoals reeds vermeld wordt de
doelcategorie “Management” eerder gezien als het “algemeen beheer” van allerlei zaken die
door de tempel beheerd werden zoals onder andere, het brengen van rantsoenen, de huur van
een boot, het persen van olie, enzovoort (Figuur 33). Bij de doelcategorie “Instelling” gaat het
telkens om dezelfde soort gersttransacties (Tabel 7) met bovendien telkens dezelfde ontvanger,
namelijk Ama-ni-še. Als gevolg hiervan werd er beslist om de doelcategorie “Instelling” te
gebruiken om deze in de databank aan te duiden. Aangezien het telkens over dezelfde persoon
gaat en over dezelfde doeleinden, kan er hiervan uitgegaan worden dat Ama-ni-še deel
uitmaakte van een soort agentuur die zich specifiek met de rantsoenen van de dienaressen
bezighield. Vandaar de term “Instelling”.
71
Figuur 36: Netwerkgrafiek_2_1: Categorie ontvanger met de doelcategorie.
72
Tekst Hoeveelheid (liter) Ontvanger Categorie ontvanger Wat? Doel Doel categorie
CBS 7627 1640 Ama-ni-še Instelling Gerst Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
CBS 7625 [4?] Ama-ni-še Instelling Olie
CBS 7625 20 Ama-ni-še Instelling Olie
CBS 7528 1580 Ama-ni-še Instelling Gerst Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
TMH 10 161 1080 Ama-ni-še Instelling Gerst Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
TMH 10 168 1640 Ama-ni-še Instelling Gerst Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
UM 29-15-885 60 Ama-ni-še Instelling Gerst
UM 29-15-880 2430 Ama-ni-še Instelling Gerst Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
Tabel 7: Weergave van de entries waarin de “Categorie ontvanger” telkens “Instelling” is. hier is het duidelijk dat het telkens om dezelfde soort gersttransactie gaat,
namelijk bedoeld als rantsoenen voor de dienaressen. Bovendien is de ontvanger van deze transacties telkens Ama-ni-še.
73
Een ander mogelijkheid, weergeven in Figuur 37, is om de hoeveelheden per categorie
ontvanger op te vragen, in relatie tot de doelcategorie van elke transactie. Met andere woorden
worden de hoeveelheden gerst (target node) weergegeven per categorie van de ontvanger
(edge), in relatie met de doelcategorie waarvoor deze transactie plaatsnam (source node). Dit is
een uitgebreider netwerk dan Figuur 36 maar bied niettemin dezelfde inzichten, mits een aantal
bijkomende details. Bovendien is Figuur 37 op een ander manier bevraagd. Elk soort beroep
werd onderverdeeld in eenzelfde categorie (met uitzondering van de vertegenwoordigers),
namelijk deze van “Beroep”. De vraag die men zich bij de voorgaande grafiek stelde was, wat
als elk beroep ook nog onder een specifiekere categorie geplaatst wordt? Bijgevolg werden alle
beroepscategorieën “Beroep” in een tabel verzameld waarna deze aangepast werden per
categorie. Het resultaat daarvan is te zien in Figuur 38. In deze grafiek werden, zoals hierboven
vermeld staat, alle beroepen onder een categorie geplaatst waarna er aan de databank gevraagd
werd welke doeleinden (edge) in relatie staan met welk beroep (source node). Zo is het
wederom mogelijk om in één blik na te gaan waarin de grootste hoeveelheden aan gerst (target
node) geïnvesteerd werden. De categorieën zijn:
• Handarbeid: arbeiders, bouwers en waterdragers
• Ambachtslieden: rietvlechters/bewerkers, houtvesters, leerbewerkers, brouwers,
textielbewerkers en graveerders
• Lijfeigene: slaven en slavinnen
• Magie: waarzeggers
• Metaalbewerking: edelsmid
• Economie: boekhouders
• Militair: soldaten
• Religie: religieuze individuen
• Handarbeid/ambachtslied: betreft verschillende individuen opgesomd in een entry
van ingehuurde arbeiders, waterdragers en rietbewerkers.
Een deel van de tabel, die bij het opstellen van deze grafiek gebruikt werd, werd als voorbeeld
onder Figuur 38 geplaatst zodat de bevraagde elementen duidelijker worden. De gehele tabel is
helemaal onderaan in de bijlage terug te vinden. Wat kan er nu allemaal uit Figuur 38 afgeleid
worden? Ten eerste kan er afgeleid worden waarvoor de gerst, het meest gebruikt werd. Hier is
het duidelijk dat de handarbeid oververtegenwoordigd is. Bovendien biedt deze grafiek ook een
gedetailleerder inzicht in de manier waarop de verschillende beroepen gebruikt werden.
Economie, bijvoorbeeld, komt overeen met de boekhouding. Uit deze grafiek blijkt dat deze
enkel in het archief voorkomt in relatie tot infrastructuurzaken. Magie staat voor de waarzeggers
waarvoor er zowel 600 liter gerst als 60 liter gerst uitgegeven werd. Wat blijkt uit de tabel? De
60 liter gerst werd aan de opzichter van de waarzegger uitbetaald tegenover de 600 liter graan
die aan de waarzegger zelf uitbetaald is geweest. Dit kan het opmerkelijke verschil in beide
74
hoeveelheden verklaren en biedt bovendien ook inzicht in de plaats van deze individuen in de
gemeenschap weer. Ambachtslieden staan hoofdzakelijk in relatie met infrastructuurelementen
en management tegenover de handarbeid die in zowat alle doelcategorieën voorkomt.
75
Figuur 37: Netwerkgrafiek_2_2: weergave van de doelcategorieën per transactie in relatie met de hoeveelheden, met aanduiding van de categorie ontvanger. In dit geval is
het cijfer 1 gelijk aan “niet bekend”, aangeduid in het blauw.
76
Figuur 38: Netwerkgrafiek_2_2: hoeveelheden gerst in relatie tot de beroepscategorie van elke ontvanger met aanduiding van de doelcategorie per transactie.
77
Tekst Datum
Hoeveelheid
(liter) Ontvanger Categorie ontvanger Beroep ontvanger Wat? Doel Doel categorie
CBS 7580
Isin2/ VI-9
/30 85
De bouwers en ingehuurde
arbeiders Handarbeid Bouwers en arbeiders Gerst
Om het dak van het
huis van de
guennakkum te
herstellen Infrastructuur
CBS 7506
Isin 2 / VII /
17 64 De bouwers Handarbeid Bouwers Gerst Loon Infrastructuur
CBS 7506
Isin 2 / VII /
17 60 Rietvlechters Ambachtslied Rietbewerkers Gerst
Om de deuren te
plaatsen Infrastructuur
CBS 7506
Isin 2 / VII /
17 210 Ingehuurde arbeiders Handarbeid Arbeiders Gerst
Voor het inladen van
de leemtichels uit de
oven Infrastructuur
CBS 7426
Isin 5 / VI-19 /
20 40 Ingehuurde arbeiders Handarbeid Arbeiders Gerst
Die het huis van de
gebroken twijgen
van de schuur
meten? Infrastructuur
CBS 7578
Isin 2 / VII /
22 90 Ingehuurde arbeiders Handarbeid Arbeiders Gerst
Om de deur van het
ama-ni-še te xxx Infrastructuur
CBS 7449
Isin 2 / VII /
12 30 De houtvesters Ambachtslied Houtvesters Gerst Die stronken (?)… Management
CBS 7625 Isin 2 / IV 35
De slavinnen die bevallen
zijn Lijfeigene Slavinnen Olie
CBS 7507
600 De waarzegger Magie
Gerst
Tabel 8: Voorbeeld van de tabel gebruikt bij Figuur 38 waarbij de categorieontvanger "Beroep" telkens onder een specifieke categorie geplaatst werd.
78
7.1 De economische integratie en reikwijdte van de tempels
Op het eerste zicht lijkt SNA geen programma te zijn om te analyseren maar wel om te
presenteren. De classificatie moet je zelf doen en de gemiddelden zijn niet via de SNA te
berekenen. Echter, naargelang de vraag die aan de grafiek gesteld wordt, heeft het visualiseren
wel zin om je punt te maken. Langs de ene kant moet er zelf uitgezocht worden hoe SNA het
best gebruikt wordt binnen het kader van de onderzoeksvraag, maar aan de andere kant geeft
de SNA op een mooie manier sommige aspecten weer die op basis van de databank niet
onmiddellijk zichtbaar zijn. Bovendien worden bepaalde onduidelijkheden uit de tekst belicht
doordat parallellen zichtbaarder worden en de mogelijke fouten in de databank opvallend
worden. Een tweede punt betreft de teksten. De teksten bieden hoofdzakelijk een lijst van de
uitgaven. Maar wie deze uitgaven uitvoert wordt nooit vermeld (vermoedelijk is dit de tempel).
Echter, door middel van de SNA kunnen de verschillende relaties met dat instelling of dat
individu, in een paar minuten gereconstrueerd worden. Het biedt dan ook onmiddellijk een
overzicht van de verschillende interacties die betrekking hebben tot de instantie van waaruit
deze uitgaven uitgevoerd worden. Wat er wel uit de verschillende grafieken afgeleid kan
worden is dat deze organisatie een zeer grote variatie aan verantwoordelijkheden had. Van
infrastructuurwerken tot rantsoenen en van offer tot loon, is het duidelijk dat deze op
verschillende maatschappelijk fronten actief was. Bovendien gaat verantwoordelijkheid
meestal gepaard met een belangrijke machtspositie. Wanneer de gegevens op een andere manier
bijeengezet worden, wordt een nieuwe kijk gegenereerd op de organisatie van Nippur. Zo
kunnen de hoeveelheden die regelmatig bij specifieke uitgaven terugkomen, gezien worden als
standaarden die op hun beurt een inzicht kunnen bieden in hun frequentie van voorkomen
binnen het dagdagelijks leven van Nippur.
Echter, alle relaties kennen is zo goed als onmogelijk. In de archeologie komt het ook voor dat
bepaalde elementen niet onmiddellijk verklaarbaar zijn. Maar dankzij de combinatie van het
archeologisch materiaal en de SNA kunnen er heel wat elementen duidelijker worden. Zo
kunnen de verschillende grondstoffen bijvoorbeeld bevraagd worden in relatie tot rituelen. Hoe
werkten deze? Wat werd er gebruikt en welke parallellen kunnen we hieromtrent trekken met
transport, voorraad, de architectuur van het paleis of de vorm van de verschillende kamers?
Waarom werden bepaalde artefacten of andere archeologische resten op deze plaatsen
aangetroffen? Waar werden de grondstoffen bewaard?
Maar hoe kan de SNA duidelijkheid scheppen in de economische integratie en reikwijdte van
de tempels? Op basis van de databank zelf is het reeds duidelijk dat de teksten niet enkel cultus-
gerelateerd zijn. De bouw van de stadsmuur maakt eveneens deel uit van het archief naast
verschillende diplomatieke interacties tussen de stad en het paleis. Ook het tempelpersoneel
komt regelmatig aan bod. De vraag is of ze voor zichzelf ageren of voor iemand anders (via
tussenpersonen)? Het is alvast opmerkelijk dat dit archief aan verschillende bestemmingen
gerelateerd is. Bij deze vraag werd een netwerkgrafiek opgesteld waarbij er vooral gekeken
79
werd naar de vertegenwoordigers. Zoals reeds vermeld bleek dat de afgezanten enkel uit
mannelijke individuen bestonden. Alle vertegenwoordigers werden in de databank geordend
(Tabel 9) in relatie tot de uiteindelijke ontvanger waarna deze bevraagd werd naar de
hoeveelheden en werkelijke ontvangers toe (Figuur 39).
Figuur 39:Netwerkgrafiek_3_1: weergave van de werkelijke ontvangers (target node) in relatie tot de
hoeveelheden (source node) mits de respectievelijke vertegenwoordigers, indien gekend (edge).
Opnieuw is het hier duidelijk dat er heel wat personen bij betrokken zijn ook al blijken de
hoeveelheden gerst geen grote aantallen te zijn. Maar hoe zit het met de frequentie van hun
voorkomen in het tempelarchief? In de volgende figuur werd er een poging ondernomen om de
frequentie hiervan weer te geven (Figuur 40). In deze figuur is het duidelijk te zien dat er
regelmatige interacties plaatsnamen met de koning langs een soldaat . Ook de dochter van de
koning komt regelmatig voor. Maar degene waarvan de frequentie duidelijk de rest van de
grafiek overtreft is die van Sîn-muballiṭ. Andere belangrijke namen komen ook voor zoals Rīm-
Sîn-nada, Rīm-Sîn-rappašunu. Dit grafiek bevestigt ook wat er te zien is in de koninklijke
periode waaruit het tempelarchief afstamt. Hoe het er in de latere periode aan toe ging blijft
onduidelijk maar het lijkt zo dat de koning toen niet veel zelf durfde te ondernemen. Hij hield
contact met de stad langs een aantal vertegenwoordigers. Dit zou mogelijk op het feit wijzen
dat de effectieve regering in de stad regeerde waarbij alle tempels in onderlinge samenhang met
elkaar samenwerkten. Zou het kunnen dat de organisatie verantwoordelijk voor het bijhouden
80
van al deze uitgaven tot een administratieve afdeling behoorde van de tempel zelf? Het feit dat
de belangrijkste personen, waarvan de koning, vertegenwoordigd worden bewijst zowel de
economische integratie als reikwijdte van Nippur. Van de handarbeiders naar de koning en
andere belangrijke individuen is het duidelijk dat de tempels belangrijke contacten hielden met
instellingen zowel binnen als buiten de stad zelf. Ook het feit dat de koning nooit rechtstreeks
in contact kwam met de stad wijst op het feit dat hij zelf niet veel durfde te ondernemen. De
economische macht en de belangrijke plaats van Nippur als religieus centrum van het rijk wordt
bevestigd door de draagwijdte van de contacten die de stad onderhield, weergegeven in de
grafiek hieronder (Figuur 40).
81
Tekst Datum Hoeveelheid
(liter)
Ontvanger Kale
namen
Categorie
ontvanger
Beroep ontvanger Vertegenwoordigers
van/verwant met
Wat?
CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 10 Vertegenwoordiger van Sin-
gamil, de sheikh
Afgezant Vertegenwoordiger Sin-gamil, de sheikh Gerst
CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 10 Vertegenwoordiger van Utu-igiĝu
Afgezant Vertegenwoordiger Utu-igiĝu Gerst
CBS 7645 Isin 2 / VI-5? / 15 120 Vertegenwoordiger van
Ursaggal-Ištar
Afgezant Vertegenwoordiger Ursaggal-Ištar Gerst
CBS 7435 Isin 4 / VII / 20 60 Adad-ešar, Vertegenwoordiger
van de priesteres van Iškur/Adad,
dochter van de koning
Adad-ešar Afgezant Vertegenwoordiger De dochter van de
koning, priesteres van
Adad
Gerst
CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 120 Vertegenwoordiger van Kuku-
lamassum
Afgezant Vertegenwoordiger Kuku-lamassum Gerst
CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 10 ša3 erin2 lugal
Afgezant
Gerst
CBS 7449 Isin 2 / VII / 12
De soldaat van de koning Iṣi-dare? Afgezant Soldaat De koning Gerst
CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 20 Awīlulu, man van
Vertegenwoordiger van Sîn
Awīlulu Afgezant Vertegenwoordiger vertegenwoordiger van
Sîn
Gerst
CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 20 Aḫi-wēdum en zijn collega, man
van Egigi
Aḫi-
wēdum
Afgezant
Egigi Gerst
CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 20 Iddin-Ištar, MAŠ,
vertegenwoordiger van Rīm-Sîn-
nada
Iddin-Ištar Afgezant Vertegenwoordiger Rīm-Sîn-nada Gerst
CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 40 Zikir-ili, vertegenwoordiger van
Sîn-muballiṭ
Zikir-ili Afgezant Vertegenwoordiger Sîn-muballiṭ Gerst
CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 40 Vertegenwoordiger van Ili-ima[..]
Afgezant Vertegenwoordiger Ili-ima[..] Gerst
Tabel 9: een voorbeeld van de databank waarbij alle vertegenwoordigers in geordend werden in relatie tot de uiteindelijke ontvanger.
82
Figuur 40: Netwerkgrafiek_3_2: weergave van de uiteindelijke ontvangers (target node) in relatie tot het beroep van hun respectievelijke vertegenwoordigers (source node)
mits de categorie van de tussenpersonen (edge).
83
8 Besluit In dit onderzoek werd er onderzocht of de toepassing van een SNA op het tempelarchief ons
meer informatie kan bieden over de economische integratie en de economische reikwijdte van
de tempels. Verder was het ook de bedoeling om na te gaan hoe SNA toepasbaar en
controleerbaar is op het archeologisch materiaal. Met andere woorden, welke bijdrage deze tot
de archeologische opgravingen en interpretaties kan bieden, of niet. Uit de eerste uitgevoerde
testen bleek dat SNA een aantal nadelen bezit. De methode komt pas goed tot zijn recht wanneer
er grote sets aan bronnenmateriaal beschikbaar zijn en wanneer deze datasets volledig zijn,
alhoewel te grote sets aan bronnenmateriaal ook voor problemen kunnen zorgen. Ten slotte
dient het corpus, waaruit de dataset afkomstig is, duidelijk afgelijnd en representatief te zijn.
Het is niet altijd evident om aan deze voorwaarden te voldoen, zeker niet als we met historisch
bronnenmateriaal werken. Daarnaast kunnen er ook andere datakwaliteitsproblemen opduiken
zoals: schijnbaar identieke personen, personen met twee namen of met een lange en korte naam,
ontbrekende schakels, enzovoort. Hier kan wel rekening mee gehouden worden wanneer er een
selectie van gegevens gemaakt wordt, dan is het mogelijk om dit te visualiseren. Net als aparte
puzzelstukken die eens ze verzameld zijn een groter geheel vormen.
Wat al snel duidelijk werd bij de tweede testfase van dit onderzoek is dat het opnieuw belangrijk
is om de juiste selectie aan gegevens te maken wat de ontbrekende gegevens betreft. Bovendien
kunnen soms ontbrekende elementen aangevuld of ontcijferd worden dankzij het toepassen van
een SNA zoals bijvoorbeeld, het kleed van Damiqtum of het vraagstuk naar de rol van de
Guennakkum. Dit, doordat SNA de elementen verbindt die met elkaar in relatie staan. Op die
manier kunnen bepaalde elementen veel duidelijker worden waardoor hun interpretatie
eveneens evidenter wordt. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met het feit dat je zelf
de classificatie moet doen en dat er ook veel tijd geïnvesteerd moet worden in de opmaak van
de grafieken. Dankzij de toepassing van een SNA op het tempelarchief konden verschillende
argumenten naar voren gebracht worden met betrekking tot de economische integratie en
reikwijdte van de tempel. Zo werden de diplomatieke relaties in een netwerkgrafiek voorgesteld
en werden de verschillende vakgebieden waarin de tempel actief was blootgelegd. Door een
overzicht te creëren van de sociale interacties konden de verschillende functies van de
individuen uit het gehele netwerk achterhaald worden samen met hun sociale positie. Niet alleen
wees dit op het belang van Nippur (aangezien de belangrijke individuen waaronder de koning
en zijn broer Sîn-muballiṭ afgezanten naar de stad sturen) maar ook op het feit dat de tempel
zeer actief was binnen diverse maatschappelijke domeinen en activiteiten zoals de uitbetaling
van rantsoenen en het beheer van de infrastructuur. Daarnaast bood een reconstructie van de
diplomatieke relaties een inzicht in de reikwijdte van de tempels. Deze bleken al snel heel wat
verschillende contacten te onderhouden met gevarieerde individuen, afkomstig uit diverse
sociale posities, waaronder slaven tot de koning zelf.
84
Echter, SNA biedt niet enkel nieuwe perspectieven in de verschillende maatschappelijke
organisaties van oudere culturen. Het kan eveneens een antwoord bieden op bepaalde
archeologische vragen. Zo kon in dit onderzoek op een eenvoudige manier een beeld gecreëerd
worden van het gebruik van de verschillende agrarische en industriële grondstoffen. Op hun
beurt kan dit een argument zijn waarom bepaalde elementen op specifieke plaatsen van een site
aangetroffen werden of waarom bepaalde grondstoffen op die specifieke datum aangekocht zijn
geweest. Het kan ook iets vertellen over de infrastructuur van de stad als de organisatie ervan.
Maar dit is niet alles, de mogelijkheden zijn heel gevarieerd. Waarom een bepaalde ruimte een
specifieke vorm aanneemt (voorraadkamers bijvoorbeeld), informatie met betrekking tot
religieuze rituelen, de verschillende sociale interacties enzovoort zijn eveneens beter te
begrijpen aan de hand van een SNA. Zoals reeds vermeld kunnen op die manier de verschillende
functies binnen de organisatie van de stad achterhaald worden. Op hun beurt kunnen deze
bijvoorbeeld de rijkdom aan vondsten uit een structuur verklaren. Het is ook mogelijk om
inzichten te verwerven in de politieke of religieuze status van een site, het dagdagelijkse leven
binnen de Oud-Mesopotamische steden, de waarde van bepaalde grondstoffen, enzovoort. Het
kan eveneens een bevestiging bieden op reeds gekende gegevens zoals bijvoorbeeld de
herkomst van bepaalde grondstoffen of de verspreidingspatroon ervan.
Uit dit onderzoek is het duidelijk dat Social Network Analysis binnen de verschillende
historische en wetenschappelijke disciplines een zeer belangrijke rol kan spelen in de huidige
kennis van het verleden. Niet alleen biedt SNA een dynamisch perspectief van ons verleden,
het verbetert ook onze inzichten in de dynamieken van sociale netwerken. SNA is niet alleen
een analytisch middel het is ook een hulpmiddel om te visualiseren en te presenteren. Als eerste
stap is het noodzakelijk dat de achtergrondinformatie van het te bestuderen onderwerp in
correlatie met de bronnendata bestudeerd wordt. Hoewel bronnendata en de context van
gegevens in het eerste opzicht niet identiek zijn, toch kunnen ze met elkaar verband houden op
manieren die minder voor de hand liggen. Onderzoeksmethodes zoals SNA kunnen zulke
onderhuidse verbanden blootleggen door de samenhang en interactie te analyseren. De methode
stelt ons in staat om de dynamiek van dergelijke netwerken, hun componenten en de manier
waarop deze componenten aan elkaar verbonden zijn beter te begrijpen. Maar dit alles
impliceert een dialoog tussen archeologen en beoefenaars van andere
(sociaal)wetenschappelijke disciplines. De complexiteit en de uitdagingen van het gebruik van
digitale hulpmiddelen, dat vandaag nog steeds aanwezig is binnen de studie van het Oude
Nabije Oosten en andere oude culturen, kunnen dankzij deze dialoog beter beheerst worden,
maar tegelijk kunnen deze digitale werkvormen ook de dialoog versterken. In die context
kunnen beiden elkaar versterken. Niettemin vereist deze methode heel veel voorbereidingswerk
en neemt het veel tijd in beslag.
85
Naar de toekomst toe kan er ook veel verder gekeken worden dan sociale netwerken.
Netwerkanalyses op bijvoorbeeld het gebied van ruimtelijke analyses kunnen heel wat
geometrische en topologische inzichten bieden in de analyse van ruimtelijke relaties alsook
netwerkanalyses over verschillende bewoningspatronen, bijvoorbeeld. Wat er alvast uit dit
onderzoek bevestigd wordt, is dat een verkenningstocht naar de verschillende mogelijkheden
van de SNA een zeer lonende reis beloofd te zijn binnen onze discipline die ons veel dichter
kan brengen bij een echt begrip van de samenlevingen uit het verleden.
86
9 Bibliografie Bertman S., 2005. Handbook to life in ancient Mesopotamia, New York: Oxford University
Press.
Boiy T., 2010. Babylon : de echte stad en de mythe, Leuven: Davidsfonds.
Brinkman J.A., Civil M., Gelb I.J., Oppenheim A.L., Reiner E., 2008 [1992]. The Assyrian
Dictionary of the Oriental Institute of the University of Chicago, Chicago: The Oriental
Institute.
Charpin D., 2004. Histoire Politique du Proche-Orient Amorrite (2002-1595), Orbis Biblicus et
Orientalis 160/4, 25-403.
Dawe H. A., 1969. The ancient Near East. Columbus, Ohio: Charles E. Merrill Publishing Co.
Foster B. R., Foster K. P., 2009. Civilizations of ancient Iraq, Princeton (N.J.): Princeton
University press.
Gelb I.J., 1965. The Ancient Mesopotamian Ration System, Journal of Near Eastern Studies
24/3, 230-243.
Gibson McG., 1993. Nippur - Sacred City Of Enlil, Supreme God of Sumer and Akkad, Al-
Rafidan XIV, 1-18.
Glassner J., 2002. La Mésopotamie, Paris: Belles lettres.
Goddeeris A., 2002. Economy and Society in Northern Babylonia in the Early Old Babylonian
Period (ca. 2000-1800 BC), Orientalia Lovaniensia Analecta 109, Leuven: Peeters.
Goddeeris A., 2007. The Old Babylonian Economy, in: Leick G. (ed.), The Babylonian World,
New York and London: Routledge, 198-209.
Goddeeris A., 2016. The Old Babylonian Legal and Administrative Texts in the Hilprecht
Collection Jena, Texte und Materialien der Hilprecht Collection 10, Wiesbaden:
Harrassowitz.
Goddeeris A., 2018. Fields of Nippur irrigation districts and lexicography in Old Babylonian
Nippur, in: Tavernier J., Gorris E., Abraham K., Boschloos V. (eds), Topography and
Toponymy in the Ancient Near East, Perspectives and Prospects, Leuven: Peeters, 97-
112.
Hallo W. W., Simpson W. K., 1998 [1971]. The ancient Near East : a history, New York:
Harcourt Brace Jovanovich.
Juloux V. B., Gansell A.R., di Ludovico A. (eds.), 2018. CyberResearch on the Ancient Near
East and Neighboring Regions Case Studies on Archaeological Data, Objects, Texts,
and Digital Archiving, Leiden|Boston: Brill.
87
Knappett C., 2013. Network Analysis in Archaeology. New Approaches to Regional Interaction,
Oxford: Oxford University Press.
Leick G., 2007. The Babylonian World, New York and London: Routledge.
Matskevich S., Sharon I., 2018. A Conceptual Framework for Archaeological Data Encoding,
in: Juloux V. B., Gansell A.R., di Ludovico A. (eds.), CyberResearch on the Ancient
Near East and Neighboring Regions Case Studies on Archaeological Data, Objects,
Texts, and Digital Archiving, Leiden|Boston: Brill, 25-59.
Oppenheim L. A., 1994. The Mesopotamian Temple, The Biblical Archaeologist 7/3, 54-63.
Pagé-Perron E., 2018. Network Analysis for Reproducible research on Large Administrative
Cuneiform Corpora, in: Juloux V. B., Gansell A.R., di Ludovico A. (eds.),
CyberResearch on the Ancient Near East and Neighboring Regions Case Studies on
Archaeological Data, Objects, Texts, and Digital Archiving, Leiden|Boston: Brill, 194-
223.
Ramazzotti M., 2018. Landscape Archaeology And Artificial Intelligence: the Neural
Hypersurface of the Mesopotamian Urban Revolution, in: Juloux V. B., Gansell A.R.,
di Ludovico A. (eds.), CyberResearch on the Ancient Near East and Neighboring
Regions Case Studies on Archaeological Data, Objects, Texts, and Digital Archiving,
Leiden|Boston: Brill, 60-84.
Renger J., 2007. Economy Of Ancient Mesopotamia. A general outline, in: Leick G. (ed.), The
Babylonian World, New York and London: Routledge, 187-197.
Robertson J. F., 1981. Redistributive economies in Ancient Mesopotamian Society: a case study
from Isin-Larsa period Nippur, Ann Arbor: Xerox university microfilms international.
Robertson J. F., 1984. The Internal Political and Economic Structure of Old Babylonian Nippur:
The Guennakkum and his "House", Journal of Cuneiform Studies Vol. 36/No. 2, 145-
190.
Saggs H. W. F., 1962. The greatness that was Babylon : a sketch of the ancient civilization of
the Tigris-Euphrates Valley, New York: Hawthorn Books.
Scott J., 2012. Introduction: What is Social Network Analysis?, London: Bloomsbury
Academic.
Seymour M., 2014. Babylon : legend, history and the ancient city, London: I.B. Tauris.
Sterba R. L. A., 1976. The Organization and Management of the Temple Corporations in
Ancient Mesopotamia, The Academy of Management Review Vol. 1/ No. 3, 16-26.
Stone E. C., 1981. Texts, Architecture and Ethnographic Analogy: Patterns of Residence in Old
Babylonian Nippur, Iraq XLIII, 19-34.
88
Stone E. C., 1987. Nippur Neighborhoods, Chicago (Ill.): University of Chicago press.
Stone L., 1971. Prosopography, Daedalus 100/1, 46-79.
Waerzeggers C., 2014. Social Network Analysis of Cuneiform Archives: A New Approach, in:
Baker H.D., Jursa M. (eds.), Social Network Analysis of Cuneiform Archives:
Documentary Sources in Ancient Near Eastern and Greco-Roman Economic History:
Methodology and Practice, Oxford: Oxbow. 207-233.
Wagner A., Levavi Y., Kedar S., Abraham K., Cohen Y., Zadok R., 2013. Quantitative Social
Network Analysis (SNA) and the Study of Cuneiform Archives: A Test-case based on
the Muraû Archive, Akkadica 134, 117-134.
9.1 Internetbronnen:
Cuneiform Digital Library Initiative: CDLI, Geraadpleegd in februari 2019 op:
https://cdli.ucla.edu/
89
10 Bijlagen
10.1 Overzicht van de bronnendataset
1. TMH 10 1. CBS 7625 1. UM 29-15-879
2. TMH 161 2. CBS 7627 2. UM 29-15-880
3. TMH 162 3. CBS 7535 3. UM 29-15-946
4. TMH 163 4. CBS 7506 4. UM 29-15-932
5. TMH 164 5. CBS 7461 5. UM 29-15-885
6. TMH 165 6. CBS 7449 6. UM 29-15-877
7. TMH 166 7. CBS 7110 7. UM 29-15-859
8. TMH 167 8. CBS 7470
9. TMH 168 9. CBS 7554
10. TMH 169 10. CBS 7537
11. TMH 170 11. CBS 7435
12. TMH 171 12. CBS 7546
13. TMH 172 13. CBS 7413
14. TMH 173 14. CBS 7645
15. TMH 174 15. CBS 7426
16. TMH 175 16. CBS 7545
17. TMH 263 17. CBS 7111
18. TMH 339 18. CBS 7506
19. CBS 7580
20. CBS 7528
21. CBS 7440
22. CBS 7578
90
10.2 De moedertabel
ID Tekst Datum
Hoeveelheid
(liter) Ontvanger Kale namen
Categorie
ontvanger Beroep ontvanger
Vertegenwoordigers
van/verwant met Wat?
CBS 3/1 CBS 7580 Isin2/ VI-9 /30 85
De bouwers en
ingehuurde
arbeiders Beroep
Bouwers en
arbeiders Gerst
CBS 3/2 CBS 7580 Isin2/ VI-9 /30 80 Gerst
CBS 3/3 CBS 7580 Isin2/ VI-9 /30 60 Ninurta-[...] Ninurta-[...] Individu (man) Gerst
CBS 4/1 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 100 Ilum-liṭṭul Ilum-liṭṭul Individu (man) Gerst
CBS 4/2 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 64 De bouwers Beroep Bouwers Gerst
CBS 4/3 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 160 Gerst
CBS 4/4 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 [40] Gerst
CBS 4/5 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 20 De oliepersers Beroep/cultus Oliepersers Gerst
CBS 4/6 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 45 Gerst
CBS 4/7 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 60 Rietvlechters Beroep Rietbewerkers Gerst
CBS 4/8 CBS 7506 Isin 2 / VII / 17 210
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS1/1 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 1640 Ama-ni-še Ama-ni-še Instelling Gerst
CBS1/10 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 20 Gerst
CBS1/11 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 20 Gerst
CBS1/12 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 240 Damiqtum Damiqtum Vrouw Gerst
CBS1/2a CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 970 Duššuptum Duššuptum Vrouw Gerst
CBS1/3 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60
Ninnutum,
ezelsherder Ninnutum Individu (man) Ezelsherder Gerst
CBS1/4 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60 AN-NA-BI AN-NA-BI Individu (man) Gerst
CBS1/5 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60 Ipqatum Ipqatum Individu (man) Gerst
CBS1/6 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60 Ṣilli-Amurrum Ṣilli-Amurrum Individu (man) Gerst
CBS1/7 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60 Idiyatum Idiyatum Individu (man) Gerst
CBS1/8 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60 Ali-waqrum Ali-waqrum Individu (man) Gerst
CBS1/9 CBS 7627 Isin 2 / V-2 / 01 60 Ili-u-Šamaš Ili-u-Šamaš Individu (man) Gerst
91
CBS10/1 CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 40 Apil-Sîn Apil-Sîn Individu (man) Gerst
CBS10/1 CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 120
De dochter van
Ilšu-bani Ilšu-bani Vrouw Ilšu-bani Gerst
CBS10/1 CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 10
Vertegenwoordiger
van Sin-gamil, de
sheikh Afgezant Vertegenwoordiger Sin-gamil, de sheikh Gerst
CBS10/1 CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 10
Vertegenwoordiger
van Utu-igiĝu Afgezant Vertegenwoordiger Utu-igiĝu Gerst
CBS10/1 CBS 7440 Isin 2 / VII / 15 20 Gerst
CBS11/1 CBS 7470 Isin 2 / VI-8 / 9 20 Gerst
CBS11/2 CBS 7470 Isin 2 / VI-8 / 9 120
Lugal-ḫegal, de
zanger Lugal-ḫegal Individu (man) Zanger Gerst
CBS12/1 CBS 7645 Isin 2 / VI-5? / 15 120
Vertegenwoordiger
van Ursaggal-Ištar Afgezant Vertegenwoordiger Ursaggal-Ištar Gerst
CBS12/2 CBS 7645 Isin 2 / VI-5? / 15 20 Gerst
CBS13/1 CBS 7435 Isin 4 / VII / 20 60
Adad-ešar,
Vertegenwoordiger
van de priesteres
van Iškur/Adad,
dochter van de
koning Adad-ešar Afgezant Vertegenwoordiger
De dochter van de
koning, priesteres
van Adad Gerst
CBS14/1 CBS 7426 Isin 5 / VI-19 / 20 780 Gerst
CBS14/2 CBS 7426 Isin 5 / VI-19 / 20 240 Gerst
CBS14/3 CBS 7426 Isin 5 / VI-19 / 20 60 Gerst
CBS14/4 CBS 7426 Isin 5 / VI-19 / 20 60 Gerst
CBS14/5 CBS 7426 Isin 5 / VI-19 / 20 40
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS15/1 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 1260 Gerst
CBS15/2 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 1260 Gerst
CBS15/3 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 90
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS15/4 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 120
Vertegenwoordiger
van Kuku-
lamassum Afgezant Vertegenwoordiger Kuku-lamassum Gerst
92
CBS15/5 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 60 Utu-[…] Utu-[…] Individu (man) Gerst
CBS15/6 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 300
De zoon van
Pirḫum Pirḫum Individu (man) Pirḫum Gerst
CBS15/7 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 10 ša3 erin2 lugal Afgezant Gerst
CBS15/8 CBS 7578 Isin 2 / VII / 22 50 Šamaš-mušallim
Šamaš-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS16/1 CBS 7413 Isin 5 / VI-8 / 21 60 Gerst
CBS16/2 CBS 7413 Isin 5 / VI-8 / 21 60 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS17/1 CBS 7449 Isin 2 / VII / 12 300 Inbi-ilīšu Inbi-ilīšu Individu (man) Gerst
CBS17/2 CBS 7449 Isin 2 / VII / 12 [...]
De soldaat van de
koning Iṣi-dare? Afgezant Soldaat De koning Gerst
CBS17/3 CBS 7449 Isin 2 / VII / 12 30 De houtvesters Beroep Houtvesters Gerst
CBS18/1 CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 20
Awīlulu, man van
Vertegenwoordiger
van Sîn Awīlulu Afgezant Vertegenwoordiger
vertegenwoordiger
van Sîn Gerst
CBS18/2 CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 20
Aḫi-wēdum en zijn
collega, man van
Egigi Aḫi-wēdum Afgezant Egigi Gerst
CBS18/3 CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 20
Iddin-Ištar, MAŠ,
vertegenwoordiger
van Rīm-Sîn-nada Iddin-Ištar Afgezant Vertegenwoordiger Rīm-Sîn-nada Gerst
CBS18/4 CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 40
Zikir-ili,
vertegenwoordiger
van Sîn-muballiṭ Zikir-ili Afgezant Vertegenwoordiger Sîn-muballiṭ Gerst
CBS18/5 CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 40
Vertegenwoordiger
van Ili-ima[..] Afgezant Vertegenwoordiger Ili-ima[..] Gerst
CBS18/6 CBS 7535 Isin 2 / V-2 / 11 120
Aḫīja [...] lu2-
tug2? Aḫīja Individu (man) Textielbewerker Gerst
CBS19/1 CBS 7537 Isin 4 / VI-7 / 17 60 Gerst
CBS19/2 CBS 7537 Isin 4 / VI-7 / 17 60 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS2/∑ CBS 7625 Isin 2 / IV 109 Olie
CBS2/1 CBS 7625 Isin 2 / IV [4?] Guennakkum Cultus/ambtenaar Olie
CBS2/2 CBS 7625 Isin 2 / IV [4?] Ama-ni-še Instelling Olie
93
CBS2/3 CBS 7625 Isin 2 / IV 6 Damiqtum Damiqtum Vrouw Olie
CBS2/4 CBS 7625 Isin 2 / IV 10 Duššuptum Duššuptum Vrouw Olie
CBS2/5 CBS 7625 Isin 2 / IV 10 Inbatum Inbatum Vrouw Olie
CBS2/6 CBS 7625 Isin 2 / IV 20 Ama-ni-še Instelling Olie
CBS2/7 CBS 7625 Isin 2 / IV 20 Olie
CBS2/8 CBS 7625 Isin 2 / IV 35
De slavinnen die
bevallen zijn Beroep? Slavinnen Olie
CBS20/1 CBS 7546 Isin 5 / VI-8 / 21 60 Gerst
CBS20/2 CBS 7546 Isin 5 / VI-8 / 21 60 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS21/1 CBS 7554 Isin 4 / VI-7 / 8 60 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS22/1 CBS 7502 — / III / 26 160
Sîn-remēni,
inwoner van
Iamutbalum Sîn-remēni Afgezant Gerst
CBS23/∑ CBS 7507 690 Gerst
CBS23/1 CBS 7507 600 De waarzegger Beroep Gerst
CBS23/2 CBS 7507 60
Ḫasiru [...] van
Enlil,
vertegenwoordiger
van Sîn-muballiṭ Ḫasiru Afgezant Vertegenwoordiger Sîn-muballiṭ Gerst
CBS23/3 CBS 7507 20 Man van Utu-igiĝu Afgezant Vertegenwoordiger Utu-igiĝu Gerst
CBS23/4 CBS 7507 10
Vertegenwoordiger
van Egigi Afgezant Vertegenwoordiger Egigi Gerst
CBS24/1 CBS 7519 — / V / 26 20
Salilum,
vertegenwoordiger
van Talimum Salilum Afgezant Vertegenwoordiger Talimum Gerst
CBS25/1 CBS 7527 — / — / 27 60
Ištaran-emuqi,
vertegenwoordiger
van Sîn-muballiṭ Ištaran-emuqi Afgezant Vertegenwoordiger Sîn-muballiṭ Gerst
CBS25/2 CBS 7527 — / — / 1 60 Ištaran-emuqi Ištaran-emuqi Afgezant Gerst
CBS26/1 CBS 7635 — / III / 20 60
KA-Utu, opzichter
van de
waarzeggers KA-Utu Beroep
opzichter van de
waarzeggers Gerst
94
CBS27/1 CBS 7611 [ ] / [ ]-9 / [ ] 90 [ ] Gerst
CBS27/2 CBS 7611 [ ] / [ ]-9 / [ ] 300
De edelsmid
(smeden) Beroep Smid Gerst
CBS27/3 CBS 7611 [ ] / [ ]-9 / [ ] 60
De accountant van
de timmerlieden Beroep Boekhouder van de timmerlieden Gerst
CBS28/1 CBS 7437 Isin 4 / IV / 21 120 Gerst
CBS29/1 CBS 7447 Isin 4 / VI-7 / 9 120 Gerst
CBS30/1 CBS 7451 Isin 4 / VI-5 / 4 60
Apil-Iškur, de
vertengewoordiger
van Sin-muballiț Apil-Iškur Afgezant Vertegenwoordiger Sin-muballiț Gerst
CBS30/2 CBS 7451 Isin 4 / VI-5 / 4 80 Gerst
CBS31/1 CBS 7670 Isin 4 / VI-7 / 14 5 Gerst
CBS31/2 CBS 7670 Isin 4 / VI-7 / 14 5 Gerst
CBS31/3 CBS 7670 Isin 4 / VI-7 / 14 5 Gerst
CBS31/4 CBS 7670 Isin 4 / VI-7 / 14 5 Gerst
CBS32/1 CBS 7416 Isin 2 / VI-9 / 12 60 Duššuptum, lukur Duššuptum Vrouw priesteres Gerst
CBS33/1 CBS 7415 Isin 2 / V-4 / 25 300
Ipiq-Ištar, adda
MAR.TU Ipiq-Ištar Individu (man) Gerst
CBS33/2 CBS 7415 Isin 2 / V-4 / 25 [ ] [ ] Gerst
CBS34/1 CBS 7510 Isin 2 / V-2 / 23 60
Nūr-Amurrum,
vertegenwoordiger
van Rabut-Sîn Nūr-Amurrum Afgezant Vertegenwoordiger Rabut-Sîn Gerst
CBS35/1 CBS 7671 Isin 2 / VI-8 / 3 100 Aḫī-amši Aḫī-amši Individu (man) Gerst
CBS35/2 CBS 7671 Isin 2 / VI-8 / 3 10 De soldaten Beroep Soldaten Gerst
CBS36/1 CBS 7637 Isin 2 / V-3(?) / 25 240 60 arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS36/2 CBS 7637 Isin 2 / V-3(?) / 25 20
Ili-u-Šamaš,
vogelvanger Ili-u-Šamaš Individu (man) Vogelvanger Gerst
CBS36/3 CBS 7637 Isin 2 / V-3(?) / 25 96 8 arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS37/1 CBS 7618 Isin 2 / V-3 / 11 600 10 arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS37/2 CBS 7618 Isin 2 / V-3 / 11 300 5 arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS38/1 CBS 7551 Isin 2 / V-2 / 24 60
Warad-kubi,
opzichter Warad-kubi Individu (man) opzichter Gerst
95
CBS38/2 CBS 7551 Isin 2 / V-2 / 24 60
Rabiṣ-la-šu, rabi
sikkatim Rabiṣ-la-šu Individu (man) Gerst
CBS38/3 CBS 7551 Isin 2 / V-2 / 24 100
Apil-Sin, zoon van
Zakkūr-el Apil-Sîn Individu (man) Zakkūr-el Gerst
CBS38/4 CBS 7551 Isin 2 / V-2 / 24 100
Aḫī-amši, de
ploegleider van 20 Aḫī-amši Individu (man) Ploegleider Gerst
CBS38/5 CBS 7551 Isin 2 / V-2 / 24 50
Šamaš-ḫazir,
opzichter van 20 Šamaš-ḫazir Individu (man) Aanvoerder Gerst
CBS39/1 CBS 7598 Isin 2 / VI-8 / 24 100 lu2-me
Beroep? /
afgezant Gerst
CBS39/2 CBS 7598 Isin 2 / VI-8 / 24 60
Bitatum gudu4
priester Bitatum Individu (man) Priester Gerst
CBS39/3 CBS 7598 Isin 2 / VI-8 / 24 60
Munawirum, adda
MAR.TU Munawirum Individu (man) Gerst
CBS39/4 CBS 7598 Isin 2 / VI-8 / 24 [ ] Leerbewerkers Beroep Leerbewerkers Gerst
CBS39/5 CBS 7598 Isin 2 / VI-8 / 24 20
Slaven van de
Eninnigdiri tempel Beroep
Slaven van de
Eninnigdiri tempel
De Eninnigdiri
tempel Gerst
CBS40/1 CBS 7530 Isin 2 / VI-5 / 27 135
Ubajatum, adda
MAR.TU Ubajatum Individu (man) Gerst
CBS41/1 CBS 7677 Isin 4 / VI-7 / 25 60 Šimat-Ištar Šimat-Ištar Vrouw Gerst
CBS41/2 CBS 7677 Isin 4 / VI-7 / 25 30 Aḫum, olieperser Aḫum Individu (man) Olieperser Gerst
CBS42/1 CBS 7496 Isin 27? [ ] 1050 Waterdragers Beroep Waterdragers
CBS5/∑ CBS 7111 Isin 2 / VII-2 9300 Gerst
CBS5/1 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 25 1080
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS5/10 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 40 Ambachtslieden Beroep Ambachtslieden Gerst
CBS5/11 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 120 Damiqtum Damiqtum Vrouw Gerst
CBS5/12 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 600 Gerst
CBS5/13 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 120
De slavinnen van
Damiqtum Beroep
Slavinnen van
Damiqtum Gerst
CBS5/14 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 120
AN NA {d}utu
ĝal2
AN NA {d}utu
ĝal2 Individu (man) Gerst
CBS5/15 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 120
Ummiyatum, de
qadištum Ummiyatum Vrouw Qadištum Gerst
96
CBS5/16 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 20 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS5/17 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 10 Qadištum-vrouwen Beroep Qadištum Gerst
CBS5/18 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 1800 De brouwers Beroep Brouwers Gerst
CBS5/19 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 720
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS5/2 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 25 70 Gerst
CBS5/20 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 300
Extra/vervang
(arbeiders?) Arbeiders Gerst
CBS5/21 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 142
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS5/22 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 420 (?)
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS5/23 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 20
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS5/3 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 25 600 Gerst
CBS5/4 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 330 Gerst
CBS5/5 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 100 (?) Gerst
CBS5/6 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 900
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
CBS5/7 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 540
Ingehuurde
arbeiders,
waterdragers en
rietbewerkers Beroep Arbeiders, waterdragers en rietbewerkers Gerst
CBS5/8 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 860 Gerst
CBS5/9 CBS 7111 Isin 2 / VII-2 / 26 360 Gerst
CBS6/1 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 300 Twee bouwers Beroep Bouwers Gerst
CBS6/10 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 570
Ingehuurde
arbeiders en
bouwers Beroep
Arbeiders en
bouwers Gerst
CBS6/11 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 50
Iṣi-dare, de soldaat
van de koning Iṣi-dare Afgezant Soldaat De koning Gerst
CBS6/2 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 600
Ingehuurde
arbeiders en
bouwers Beroep
Arbeiders en
bouwers Gerst
97
CBS6/3 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 100 Gerst
CBS6/4 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 120 Imgurrum Imgurrum Individu (man) Gerst
CBS6/5 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 120 Ya-ba-a (?) Ya-ba-a (?) Individu (man) Gerst
CBS6/6 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 60
Iamaḫḫum,
vertegenwoordiger
van de nin-diĝir
priesteres van
Iškur in Karkar Iamaḫḫum Afgezant Vertegenwoordiger
De dochter van de
koning, priesteres
van Adad Gerst
CBS6/7 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 60 De bouwers Beroep Bouwers Gerst
CBS6/8 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 60
Ataḫaštum,
vertegenwoordiger
van Rim-Sin-
rappašunu Ataḫaštum Afgezant Rim-Sin-rappašunu Gerst
CBS6/9 CBS 7110 Isin 2 / VII / 25 60 Lu-Ninurta x Lu-Ninurta Individu (man) Vertegenwoordiger Gerst
CBS8/1 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 1580 Ama-ni-še Ama-ni-še Instelling Gerst
CBS8/10 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 30 Gerst
CBS8/11 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 20 Gerst
CBS8/12 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 80 Damiqtum Damiqtum Vrouw Gerst
CBS8/2 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 360 Duššuptum Duššuptum Vrouw Gerst
CBS8/3 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60
Ninnutum,
ezelsherder Ninnutum Individu (man) Ezelsherder Gerst
CBS8/4 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60 AN-NA-BI AN-NA-BI Individu (man) Gerst
CBS8/5 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60 Ipqatum Ipqatum Individu (man) Gerst
CBS8/6 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60 Ṣilli-Amurrum Ṣilli-Amurrum Individu (man) Gerst
CBS8/7 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60 Idiyatum Idiyatum Individu (man) Gerst
CBS8/8 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60 Ali-waqrum Ali-waqrum Individu (man) Gerst
CBS8/9 CBS 7528 Isin 2 / VI-9 / 1 60 Ili-u-Šamaš Ili-u-Šamaš Individu (man) Gerst
CBS9/1 CBS 7545 Isin 2 / VI-9/ 13? 60 Gerst
CBS9/2 CBS 7545 Isin 2 / VI-9/ 13? 60 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Gerst
CBS9/3 CBS 7545 Isin 2 / VI-9/ 13? 60 i3-ṣi-x-x (lum?) Individu (man) Gerst
98
TMH 1/1
TMH 10
166 Isin 2 / V-8 / 25 120 Klaagzangers Cultus Klaagzangers Gerst
TMH 1/2
TMH 10
166 Isin 2 / V-8 / 25 60 Klaagzangers? Cultus Klaagzangers? Gerst
TMH10/1
TMH 10
170 Isin 2 / VII / 21 250
Aḫī-amši, de
ploegleider Aḫī-amši Individu (man) Ploegleider Gerst
TMH10/2
TMH 10
170 Isin 2 / VII / 21 100 Tāta Tāta Individu (man) Gerst
TMH10/3
TMH 10
170 Isin 2 / VII / 21 30 Gerst
TMH10/4
TMH 10
170 Isin 2 / VII / 21 180
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
TMH10/5
TMH 10
170 Isin 2 / VII / 21 60 De soldaat van [...] Beroep? Soldaat Gerst
TMH11/1
TMH 10
171 Isin 4 / VI-7 / 24 60 Šīmat-Ištar Šīmat-Ištar Vrouw Gerst
TMH12/1
TMH 10
172 Isin 4 / VI-7 / 19 520
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
TMH12/2
TMH 10
172 Isin 4 / VI-7 / 19 60 Šīmat-Ištar Šīmat-Ištar Vrouw Gerst
TMH13/∑
TMH 10
173 — / II-2 / 5 240 Gerst
TMH13/1
TMH 10
173 — / II-2 / 5 60
Enlil-mudammiq,
offerschouwer
Enlil-
mudammiq Afgezant / cultus Offerschouwer Gerst
TMH13/2
TMH 10
173 — / II-2 / 5 80
Kudur-santab,
vertegenwoordiger
van Rīm-Sîn-
rappašunu Kudur-santab Afgezant Vertegenwoordiger Rīm-Sîn-rappašunu Gerst
TMH13/3
TMH 10
173 — / II-2 / 5 60
Ubārīja,
vertegenwoordiger
van Ilī-ma Ubārīja Afgezant Vertegenwoordiger Ilī-ma Gerst
TMH13/4
TMH 10
173 — / II-2 / 5 20
De vluchtelingen
(?) Gerst
TMH13/5
TMH 10
173 — / II-2 / 5 20
Vertegenwoordiger
van Enlil-māgir,
broer van Rabût-
Sîn Enlil-māgir Afgezant Vertegenwoordiger
Enlil-māgir, broer
van Rabût-Sîn Gerst
99
TMH14/1
TMH 10
174 — / III-3 / 9 40
Sîn-iqīšam en zijn
partner,
vertegenwoordiger
van de dochter van
de koning Sîn-iqīšam Afgezant Vertegenwoordiger
De dochter van de
koning, priesteres
van Adad Gerst
TMH14/2
TMH 10
174 — / III-3 / 9 10
Iṣi-dare, de soldaat
van de koning Iṣi-dare Afgezant Soldaat de koning Gerst
TMH14/3
TMH 10
174 — / III-3 / 9 30
Enlil-ḫāzir,
vertegenwoordiger
van Sîn-muballiṭ Enlil-ḫāzir Afgezant Vertegenwoordiger Sîn-muballiṭ Gerst
TMH15/1
TMH 10
175 — / VI-6 / 7 60
Sāsum,
vertegenwoordiger
van de ēntum,
priesteres van
Adad, dochter van
de koning Sāsum Afgezant Vertegenwoordiger
De dochter van de
koning, priesteres
van Adad Gerst
TMH15/2
TMH 10
175 — / VI-6 / 7 60
Sîn-dajjān,
inwoner van
Hubabum Sîn-dajjān Afgezant Gerst
TMH2/1
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 1 20 Gerst
TMH2/10
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 6 300 Gerst
TMH2/11
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 6 130 Gerst
TMH2/12
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 7 190 Gerst
TMH2/13
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 7 20 Gerst
TMH2/14
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 8 130 Gerst
TMH2/15
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 9 130 Gerst
TMH2/16
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 10 130 Gerst
TMH2/17
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 11 130 Gerst
100
TMH2/18
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 11 40
Ibbi-Ilabrat, lú-ùr-
ra Ibbi-Ilabrat Individu (man) Gerst
TMH2/19
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 12 130 Gerst
TMH2/2
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 2 130 Gerst
TMH2/20
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 13 130 Gerst
TMH2/21
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 14 130 Gerst
TMH2/22
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 14 40 De soldaten Beroep Soldaten Gerst
TMH2/23
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 15 130 Gerst
TMH2/24
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 15 30 Gerst
TMH2/25
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 17 230
23 arbeiders
(eren2-ḫi-a) Beroep Arbeiders Gerst
TMH2/26
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 18 140
8 arbeiders en twee
bouwers Beroep
Arbeiders en
bouwers Gerst
TMH2/27
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 24 360 Waterdragers Beroep Waterdragers Gerst
TMH2/28
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 24 20
Extra/vervang
(arbeiders?) Beroep Arbeiders Gerst
TMH2/29
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 29 120
Opperklaagpriester
en kapper van
Ninurta Cultus Opperklaagpriester Gerst
TMH2/3
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 2 300 Gerst
TMH2/30
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 29 70
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
TMH2/4
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 3 130 Gerst
TMH2/5
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 3 60 Gerst
TMH2/6
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 4 1080 Ama-ni-še Ama-ni-še Instelling Gerst
101
TMH2/7
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 4 360 Duššuptum Duššuptum Vrouw Gerst
TMH2/8
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 4 130 Gerst
TMH2/9
TMH 10
161 Isin 1 / VI / 4 60 Tāb-balātum? Tāb-balātum? Individu (man) Gerst
TMH3/∑
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 646 [...] Gerst
TMH3/1
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 100 Gerst
TMH3/2
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 70
Imgūtum,
textielbewerker Imgūtum Beroep Textielbewerker Gerst
TMH3/3
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 60 Enlil-bel-elī Enlil-bel-elī Individu (man) Gerst
TMH3/4
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 20 Gerst
TMH3/5
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 10 Gerst
TMH3/6
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 16 Gerst
TMH3/7
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 50
Sîn-iddinam, de
goudsmid Sîn-iddinam Individu (man) Goudsmid Gerst
TMH3/8
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 20 Gerst
TMH3/9
TMH 10
162 Isin 2 / VII / 20 300
De zoon van
Mania Individu (man) Mania Gerst
TMH4/1
TMH 10
163 Isin 2 / V-2 / 13 120
De soldaten van
Gimillum en Inbi-
ilīšu Afgezant Soldaten
Gimillum en Inbi-
ilīšu Gerst
TMH5/1
TMH 10
164 Isin 2 / V-2 / 28 [ ] Nabi-ilīšu Nabi-ilīšu Individu (man) Gerst
TMH5/2
TMH 10
164 Isin 2 / V-2 / 28 100
Lipit-Enlil, zoon
van Zakkūr-el Lipit-Enlil Individu (man) Zakkūr-el Gerst
TMH5/3
TMH 10
164 Isin 2 / V-2 / 28 50
Annum-pīša, zoon
van Ḫabannum Annum-pīša Individu (man) Ḫabannum Gerst
TMH5/4
TMH 10
164 Isin 2 / V-2 / 28 63 Gerst
102
TMH5/5
TMH 10
164 Isin 2 / V-2 / 28 83 Gerst
TMH5/6
TMH 10
164 Isin 2 / V-2 / 28 50 Panigara-qarrād
Panigara-
qarrād Individu (man) Gerst
TMH6/1
TMH 10
165 Isin 2 / V-3 / 26 292 73 mannen Beroep Gerst
TMH6/2
TMH 10
165 Isin 2 / V-3 / 26 120
De zoon van Ipqu-
Damu en de zoon
van Belâ Individu (man) Ipqu-Damu en Belâ Gerst
TMH6/3
TMH 10
165 Isin 2 / V-3 / 26 50
Imgur-Ninurta ša3
e2-gal Imgur-Ninurta Individu (man) Gerst
TMH6/4
TMH 10
165 Isin 2 / V-3 / 26 60
Amnatum, de
textielarbeider Amnatum Beroep Textielbewerker Gerst
TMH6/5
TMH 10
165 Isin 2 / V-3 / 26 100 De klaagpriesters Beroep/cultus Klaagpriesters Gerst
TMH7/1
TMH 10
167 Isin 2 / VI-9 / 28 60 Graveerders Beroep Graveerders Gerst
TMH8/1
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 1640 Ama-ni-še Ama-ni-še Instelling Gerst
TMH8/10
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 30 Gerst
TMH8/2
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 1000 Duššuptum Duššuptum Vrouw Gerst
TMH8/3
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60
Ninnutum,
ezelsherder Ninnutum Individu (man) Ezelsherder Gerst
TMH8/4
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60 AN-NA-BI AN-NA-BI Individu (man) Gerst
TMH8/5
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60 Ipqatum Ipqatum Individu (man) Gerst
TMH8/6
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60 Ṣilli-Amurrum Ṣilli-Amurrum Individu (man) Gerst
TMH8/7
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60 Idiyatum Idiyatum Individu (man) Gerst
TMH8/8
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60 Ili-u-Šamaš Ili-u-Šamaš Individu (man) Gerst
TMH8/9
TMH 10
168 Isin 2 / VII / 1 60 Ninurta-ilum Ninurta-ilum Individu (man) Gerst
103
TMH9/1
TMH 10
169 Isin 2 / VII / 4 100
Nūr-Šamaš, ad-da
MAR.TU Nūr-Šamaš Individu (man) Gerst
TMH9/2
TMH 10
169 Isin 2 / VII / 4 100 Šamaš-liṭṭul Šamaš-liṭṭul Individu (man) Gerst
UM 1/1
UM 29-15-
885 [Isin 2?] / VI-9 / [x] [...]
[(voor) Ingehuurde
arbeiders (?)] en
bouwers Beroep
Arbeiders en
bouwers Gerst
UM 1/2
UM 29-15-
885 [Isin 2?] / VI-9 / [x] 60
Ali-ellati een
dienaar van het
paleis (?) Ali-ellati Ambtenaar?
Dienaar van het
paleis Gerst
UM 1/3
UM 29-15-
885 [Isin 2?] / VI-9 / [x] 60 Damiqtum Damiqtum Vrouw Gerst
UM 1/4
UM 29-15-
885 [Isin 2?] / VI-9 / [x] 60 Ama-ni-še Ama-ni-še Instelling Gerst
UM 7/5
UM 29-15-
877 [...] [...] […]abinum […]abinum Individu (man)? Gerst
UM2/1
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 260 Gerst
UM2/2
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 30
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
UM2/3
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 50 Urdukuga, soldaat Urdukuga Individu (man) Soldaat Gerst
UM2/4
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 60
Extra/vervang
(arbeiders?) Beroep arbeiders Gerst
UM2/5
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 50
Ṭab-sarša, de
pāšišum priester
van Nininsina Ṭab-sarša
Individu
(man)/gultus Priester Gerst
UM2/6
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 60 Ibbi-Ilabrat, de [...] Ibbi-Ilabrat Individu (man) Gerst
UM2/7
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 240
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
UM2/8
UM 29-15-
879 Isin 2 / VII / [ ] 130
Ingehuurde
arbeiders Beroep Arbeiders Gerst
UM3/1
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 2430 Ama-ni-še Ama-ni-še Instelling Gerst
UM3/10
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 20 Gerst
104
UM3/2
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 1160 Duššuptum Duššuptum Vrouw Gerst
UM3/3
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 [60]
AN-KA-lu-ma,
herder AN-KA-lu-ma Individu (man) Herder Gerst
UM3/4
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 [60] AN-NA-BI AN-NA-BI Individu (man) Gerst
UM3/5
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 [60] Ipqatum Ipqatum Individu (man) Gerst
UM3/6
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 [60] Ṣilli-Amurrum Ṣilli-Amurrum Individu (man) Gerst
UM3/7
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 [80] Ali-waqrum Ali-waqrum Individu (man) Gerst
UM3/8
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 [60] mul-ki-na Mul-ki-na Individu (man) Gerst
UM3/9
UM 29-15-
880 Isin 2 / VI-6 / 1 30 Damiqtum Damiqtum Vrouw Gerst
UM4/1
UM 29-15-
946 Isin 2 / VII / 7 300
Nūr-Šamaš, de
sheikh Nūr-Šamaš Individu (man) Sheikh Gerst
UM4/2
UM 29-15-
946 Isin 2 / VII / 7 [ ] Gerst
UM4/3
UM 29-15-
946 Isin 2 / VII / 7 20 Gerst
UM4/4
UM 29-15-
946 Isin 2 / VII / 7 120 Gerst
UM4/5
UM 29-15-
946 Isin 2 / VII / 7 50 Utu-ziĝu Utu-ziĝu Individu (man) Gerst
UM5/1
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 [...] Sin-lidiš Sin-lidiš Individu (man) Gerst
UM5/2
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 […] Ili-u-Šamaš Ili-u-Šamaš Individu (man) Gerst
UM5/3
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 […] Enlil-erumma Enlil-erumma Individu (man) Gerst
UM5/4
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 […] Lalum Lalum Individu (man) Gerst
UM5/5
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 […]
Sin-bel-ili, in het
paleis Sin-bel-ili Afgezant Gerst
UM5/6
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 […] Ir-Nanna Ir-Nanna Individu (man) Gerst
105
UM5/7
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 […] Yawiya Yawiya Individu (man) Gerst
UM5/8
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 60
Apil-Iškur, zoon
van de
vertengewoordiger
van Sin-muballiț Apil-Iškurl Afgezant Sin-muballiț Gerst
UM5/9
UM 29-15-
859 Isin 2 / VI-4 / 12 60 Rietbewerkers Beroep Rietbewerkers Gerst
UM6/1
UM 29-15-
932 Isin 2/6-7/12 600 Ninurta-mušallim
Ninurta-
mušallim Individu (man) Dadels
UM7/1
UM 29-15-
877 [...] 60 [...] lu2 iri [...] [...] lu2 iri [...] Individu (man) Gerst
UM7/2
UM 29-15-
877 [...] 60 ARAD[...]x x DU
ARAD[...]x x
DU Individu (man) Gerst
UM7/3
UM 29-15-
877 [...] 60
Luštamar,
vertegenwoordiger
van Ṭabat-šarru[m] Luštama Afgezant Vertegenwoordiger Ṭabat-šarru[m] Gerst
UM7/4
UM 29-15-
877 [...] 10
Vertegenwoordiger
van Rīm-Sîn-nada Afgezant Vertegenwoordiger Rīm-Sîn-nada Gerst
UM7/5
UM 29-15-
877 [...] 10 Graveerders Beroep Graveerders Gerst
UM8/1
UM 29-15-
567 60
Vertegenwoordiger
van Gimil-[...],
adda MAR.TU Afgezant Vertegenwoordiger
Imil-[...], adda
MAR.TU Gerst
UM9/1
UM 29-15-
937 Isin 2 / VI-8 / 20 60 Gerst
UM9/2
UM 29-15-
937 Isin 2 / VI-8 / 20 10
Vertegenwoordiger
van Sîn-muballiṭ Afgezant Vertegenwoordiger Sîn-muballiṭ Gerst
UM9/3
UM 29-15-
937 Isin 2 / VI-8 / 20 [ ]
Vertegenwoordiger
van Utu-igiĝu Afgezant Vertegenwoordiger Utu-igiĝu Gerst
106
ID Tekst
Van-
naar/waar? Doel Doel categorie Gìr (tussenpersoon) Gelegenheid
CBS 3/1 CBS 7580
Om het dak van het huis van de guennakkum te
herstellen Infrastructuur
CBS 3/2 CBS 7580 Prijs van kruiken bierbrood Aankoop Damiqtum Om te eten aan de poort van Ninurta
CBS 3/3 CBS 7580
CBS 4/1 CBS 7506 Als offer van Ilum-liṭṭul Offer
CBS 4/2 CBS 7506 Loon Infrastructuur De stad, toren, ama-ni-še
CBS 4/3 CBS 7506 Prijs van kruiken bierbrood Aankoop Damiqtum Sizkur2 offers voor de tempel van Ninlil
CBS 4/4 CBS 7506 Aankoop van kruiken bierbrood Aankoop [ ]
CBS 4/5 CBS 7506 Die olie zullen persen Management
CBS 4/6 CBS 7506 Aankoop van xxx om sesamolie te trekken Aankoop Prijs van een varken, sesamolie[…]
CBS 4/7 CBS 7506 Om de deuren te plaatsen Infrastructuur
CBS 4/8 CBS 7506 Voor het inladen van de leemtichels uit de oven Infrastructuur
CBS1/1 CBS 7627 - Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
CBS1/10 CBS 7627 Prijs van vis Aankoop Damiqtum Funeraire offer
CBS1/11 CBS 7627 Voer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
CBS1/12 CBS 7627 Prijs van kruiken bierbrood Aankoop
Plengoffer voor Inanna op het binnenhof,
ontvangen door Damiqtum
CBS1/2a CBS 7627 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
CBS1/3 CBS 7627
CBS1/4 CBS 7627
CBS1/5 CBS 7627
CBS1/6 CBS 7627
CBS1/7 CBS 7627
CBS1/8 CBS 7627
CBS1/9 CBS 7627
CBS10/1 CBS 7440 Igi-kar2 offer Offer
Op de dag dat de echtgenoot van Nūr-ili
overleed
CBS10/1 CBS 7440 Kaš sa10-sa10, Prijs van een boomgaard Aankoop
CBS10/1 CBS 7440
CBS10/1 CBS 7440
CBS10/1 CBS 7440 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
CBS11/1 CBS 7470 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
107
CBS11/2 CBS 7470 Om een stoel te matten Management
CBS12/1 CBS 7645 Ibbi-Ninšubur
CBS12/2 CBS 7645 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
CBS13/1 CBS 7435 Ellitum, MAŠ
CBS14/1 CBS 7426 Aankoop? Aankoop
CBS14/2 CBS 7426 Prijs van boomgaard Aankoop
CBS14/3 CBS 7426 Prijs van een oven Aankoop Plengoffer voor de goden
CBS14/4 CBS 7426
Prijs van riet voor de rieten omheining van de
boomgaard Management Ibbi-Ninšubur
CBS14/5 CBS 7426
Die het huis van de gebroken twijgen van de
schuur meten? Infrastructuur
CBS15/1 CBS 7578 Prijs van riet Aankoop
CBS15/2 CBS 7578 Prijs van populierhout Aankoop Het plengoffer
CBS15/3 CBS 7578 Om de deur van het ama-ni-še te xxx Infrastructuur
CBS15/4 CBS 7578
CBS15/5 CBS 7578 Die het veld van de ensi bewerkt Landbouw
CBS15/6 CBS 7578 Voor de boomgaard (?) Enlil-GAR.RA{ki} Landbouw De magnifieke tafel
CBS15/7 CBS 7578
CBS15/8 CBS 7578 Igi-kar2 offer Offer
CBS16/1 CBS 7413 Banket Banket
CBS16/2 CBS 7413
CBS17/1 CBS 7449 Ellitum, MAŠ
[Op de dag] waarop DILI-BAD opkwam
(ster?)
CBS17/2 CBS 7449 Die een brief gebracht heeft
CBS17/3 CBS 7449 Die stronken (?)… Management
CBS18/1 CBS 7535
CBS18/2 CBS 7535
CBS18/3 CBS 7535
CBS18/4 CBS 7535
108
CBS18/5 CBS 7535
CBS18/6 CBS 7535
Om de stof/ het kleed van Damiqtum te ku7-
ku7 (mooi maken/snijden) Management
CBS19/1 CBS 7537 Banket Banket
CBS19/2 CBS 7537
CBS2/∑ CBS 7625 Uitgave van Ir-Enlil, olieperser (olieslager?) Totaal Het wapen van de Godheid Bilzaza
CBS2/1 CBS 7625
CBS2/2 CBS 7625
CBS2/3 CBS 7625
CBS2/4 CBS 7625
CBS2/5 CBS 7625
CBS2/6 CBS 7625 De karavaan naar Isin
CBS2/7 CBS 7625
CBS2/8 CBS 7625
CBS20/1 CBS 7546 Banket Banket
CBS20/2 CBS 7546
CBS21/1 CBS 7554
CBS22/1 CBS 7502 Voor de huur van een boot Management
CBS23/∑ CBS 7507 Totaal
CBS23/1 CBS 7507
CBS23/2 CBS 7507
CBS23/3 CBS 7507
CBS23/4 CBS 7507
CBS24/1 CBS 7519
CBS25/1 CBS 7527
CBS25/2 CBS 7527
CBS26/1 CBS 7635 Prijs van riet Aankoop
CBS27/1 CBS 7611
109
CBS27/2 CBS 7611 Loon
CBS27/3 CBS 7611
Om het zilver van de tempel van Sîn - het brons
ervan - te maken Infrastructuur
CBS28/1 CBS 7437 banket Banket
CBS29/1 CBS 7447 banket Banket
CBS30/1 CBS 7451
CBS30/2 CBS 7451 Prijs van riet, de schuur van de kalveren Aankoop
CBS31/1 CBS 7670 Nuska
CBS31/2 CBS 7670 Het huis van de voorouders Inanna
CBS31/3 CBS 7670 Nuska
CBS31/4 CBS 7670 Inanna
CBS32/1 CBS 7416 Prijs van kamarum vis Aankoop
CBS33/1 CBS 7415 DIL-BAD KAR-RA it NI-TAB/U2
CBS33/2 CBS 7415 Nanna-[ ]
CBS34/1 CBS 7510 Die de boten (?) gebracht heeft Management
CBS35/1 CBS 7671 Uru-bi zi-bi-tum ka2-gal x x x
CBS35/2 CBS 7671
Omdat de runderen naar het huis gegaan
zijn
CBS36/1 CBS 7637 Die de bitumen gedragen hebben Infrastructuur
CBS36/2 CBS 7637 Sa10? mušen-ḫi-a Aankoop
CBS36/3 CBS 7637 {ĝiš}kiri6 u2-sal Management Sîn-remeni?
CBS37/1 CBS 7618 x x x AN NI x x x
CBS37/2 CBS 7618 Om leemtichels te plaasteren Infrastructuur Ibbi-Enlil
CBS38/1 CBS 7551
CBS38/2 CBS 7551
CBS38/3 CBS 7551
CBS38/4 CBS 7551
CBS38/5 CBS 7551 Igi-kar2 offer Offer
110
CBS39/1 CBS 7598 DILI-BAD e2 {d}nin-urta
CBS39/2 CBS 7598 u4 ku4-ra-àm
CBS39/3 CBS 7598 ma2-ĝar-ra Management
CBS39/4 CBS 7598 ĜIŠ IG NI-ḫi-a Management
CBS39/5 CBS 7598 Taribum
CBS40/1 CBS 7530 Ṭab-šar-Ninurta
CBS41/1 CBS 7677 Veevoer voor stieren Veevoer
CBS41/2 CBS 7677 u4 ku4-ra-a
CBS42/1 CBS 7496 Kaš-nag, drinkrantsoen Management
CBS5/∑ CBS 7111 Totaal
CBS5/1 CBS 7111 2? in? PA-LI-KAM? Infrastructuur
CBS5/10 CBS 7111 Voor de [….ruwe] asfalt (?) Infrastructuur
CBS5/11 CBS 7111 Dili-bad-šu
CBS5/12 CBS 7111
Wanneer de geit terug naar het "huis"
keert
CBS5/13 CBS 7111
Lu-Inanna (= Awil-
Ištar)
CBS5/14 CBS 7111
CBS5/15 CBS 7111
CBS5/16 CBS 7111
CBS5/17 CBS 7111 Damiqtum
CBS5/18 CBS 7111
CBS5/19 CBS 7111 Voor (het verzorgen van) de kalveren Management
CBS5/2 CBS 7111
Aarde, voor de poort van de district van de
nadītum's Infrastructuur Ali-ellati
CBS5/20 CBS 7111 diri-ga-nu-um
CBS5/21 CBS 7111 IG xx Management [ ]
CBS5/22 CBS 7111 e2 PA-LI-KAM Infrastructuur
CBS5/23 CBS 7111 e2-a sag2 Infrastructuur
111
CBS5/3 CBS 7111 Aankoop van riet Aankoop
CBS5/4 CBS 7111 UB x sa10 XXX Aankoop
CBS5/5 CBS 7111 4 (ban2) piḫu Aankoop Ninurta-mušallim
Om Gula (godin) te laten uitgaan, in zijn
(?) voorouderlijk huis
CBS5/6 CBS 7111 e2-a sag2-de3 Infrastructuur
CBS5/7 CBS 7111
CBS5/8 CBS 7111 Aankoop van riet Aankoop
CBS5/9 CBS 7111 Aankoop van populierenhout Aankoop
CBS6/1 CBS 7110 Loon Infrastructuur
Šu-Ammurum, de waarzegger, karavaan
van Adab.
CBS6/10 CBS 7110 Ur-Baba Het veld van het kanaal
CBS6/11 CBS 7110 Die een brief gebracht heeft
CBS6/2 CBS 7110 Het huis van ama-ni-še sag2-de3 Infrastructuur Ipqatum
CBS6/3 CBS 7110 Aankoop van riet voor brons Aankoop Op de dag van de plengoffer voor Ninurta
CBS6/4 CBS 7110
Aankoop van ku6-sim (sinūnum,
Schwalbenfisch) Aankoop
CBS6/5 CBS 7110 Aankoop van kamārum-vis Aaankoop
CBS6/6 CBS 7110 Omdat de slavin gekomen is?
CBS6/7 CBS 7110
Om het dak van het huis van de guennakkum te
plaasteren Infrastructuur Apil-Sîn
CBS6/8 CBS 7110
CBS6/9 CBS 7110
Sin-magir, sukkal
ambtenaar [ ]
CBS8/1 CBS 7528 - Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
CBS8/10 CBS 7528 Prijs van vis Aankoop Damiqtum Funeraire offer
CBS8/11 CBS 7528 Voer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
CBS8/12 CBS 7528 Prijs van kruiken bierbrood Aankoop
Siskur offer voor de tempel van Ninlil,
ontvangen door Damiqtum
CBS8/2 CBS 7528 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
CBS8/3 CBS 7528
CBS8/4 CBS 7528
112
CBS8/5 CBS 7528
CBS8/6 CBS 7528
CBS8/7 CBS 7528
CBS8/8 CBS 7528
CBS8/9 CBS 7528
CBS9/1 CBS 7545 Banket Banket
CBS9/2 CBS 7545
CBS9/3 CBS 7545 Damiqtum
TMH 1/1 TMH 10 166
Op de dag dat de guennakkum naar de
poort van Enlil gaat
TMH 1/2 TMH 10 166 Ešabdu official De derde dili-bad
TMH10/1 TMH 10 170
TMH10/2 TMH 10 170
TMH10/3 TMH 10 170
Geschenk van
de opzichter
van de
boodschappers? Veevoer voor de ezels Veevoer
TMH10/4 TMH 10 170
Die de gebakken leemtichels uit (?) de over
dragen Infrastructuur
TMH10/5 TMH 10 170
TMH11/1 TMH 10 171 Veevoer voor stieren Veevoer
TMH12/1 TMH 10 172
Die een rieten hek aan de monding van het
nun-kanaal buigen van twijgen van
populierenhout Infrastructuur Sîn-līdiš
TMH12/2 TMH 10 172 Veevoer voor stieren Veevoer
TMH13/∑ TMH 10 173 Totaal
TMH13/1 TMH 10 173
Het huis van
Enlil-nada
TMH13/2 TMH 10 173
TMH13/3 TMH 10 173
TMH13/4 TMH 10 173 De vluchtelingen (?) Management
113
TMH13/5 TMH 10 173
Het huis van
Ur-Lugalaba
Die de opbrengst van de oogst naar mij (?)
gebracht heeft Management
Hij heeft het deel van de opbrengst
gebracht (voor mij?)
TMH14/1 TMH 10 174
TMH14/2 TMH 10 174
TMH14/3 TMH 10 174
TMH15/1 TMH 10 175
TMH15/2 TMH 10 175 Meel, igi-kar2 offer Offer
TMH2/1 TMH 10 161 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
TMH2/10 TMH 10 161 Veevoer voor stieren en koeien Veevoer
Aḫunia, de visser, heeft de vogels
gebracht
TMH2/11 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer Stieren en koeien
TMH2/12 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/13 TMH 10 161 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
TMH2/14 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/15 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/16 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/17 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/18 TMH 10 161 Prijs van kamarum vis Aankoop
TMH2/19 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/2 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/20 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/21 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/22 TMH 10 161 Prijs van kruiken bierbrood Aankoop
Op de dag de gu'ennakkum naar de stad
Enlile-ĝara ging
TMH2/23 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/24 TMH 10 161 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
TMH2/25 TMH 10 161
Die een rieten omheining naast de schuur aan
de rivieveroever in het midden van de stad
gevlochten hebben Infrastructuur
TMH2/26 TMH 10 161 Die de rieten omheining naast de [...] Infrastructuur
114
TMH2/27 TMH 10 161 De tuinen van Lu-ušgina Management U4-ul-lu
TMH2/28 TMH 10 161 diri-ga-nu-um Attâ [...]
TMH2/29 TMH 10 161 gala-maḫ šu-i {d}nin-urta De ensi
Op de dag dat de guennakkum naar de
poort van Ninurta (op)ging
TMH2/3 TMH 10 161 De zwakke kleine koeien Veevoer
Sîn-[ma]gir, kuš
(official)
TMH2/30 TMH 10 161
Om de dakbedekking van de buitenste
stadsmuur te bouwen Infrastructuur
TMH2/4 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer
TMH2/5 TMH 10 161
Prijs van riet voor het repareren van het dak
van de tempel van Ninurta
Aankoop -
infrastructuur
TMH2/6 TMH 10 161 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
TMH2/7 TMH 10 161 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
TMH2/8 TMH 10 161 Stieren en koeien Veevoer De stieren en koeien
TMH2/9 TMH 10 161 Še gud Veevoer Munawirum Op de dag DILI-BAD omhoog ging
TMH3/∑ TMH 10 162
KA/SAG-an-
ku-zu Uitgave Totaal
TMH3/1 TMH 10 162 Om meel te malen Management
TMH3/2 TMH 10 162
TMH3/3 TMH 10 162 [...] [...]
TMH3/4 TMH 10 162 makurum Management
TMH3/5 TMH 10 162 Prijs van agargara-vis Aankoop Apil-Sîn
TMH3/6 TMH 10 162 Voor de wielen voor de textielwevers? Management
TMH3/7 TMH 10 162
TMH3/8 TMH 10 162 Voer voor schapen Veevoer Damiq-ilīšu
TMH3/9 TMH 10 162
TMH4/1 TMH 10 163
Die van Guennakkum kwam om olie in de
tempel van Enlil en Ninurta te plaatsen
TMH5/1 TMH 10 164 Igi-kar2 offer Offer
TMH5/2 TMH 10 164
TMH5/3 TMH 10 164
115
TMH5/4 TMH 10 164 Zemelen Management
TMH5/5 TMH 10 164 Voer voor runderen en schapen Veevoer
TMH5/6 TMH 10 164 Igi-kar2 offer Offer
TMH6/1 TMH 10 165 Die de palmtwijgen wegdragen - elk 4 liter Infrastructuur
TMH6/2 TMH 10 165 kaš sa10-sa10 Aankoop Ibbi-Sîn
TMH6/3 TMH 10 165 Igi-kar2 offer Offer
TMH6/4 TMH 10 165 Voor het dragen van de túgKU7-KU7 Management
TMH6/5 TMH 10 165
Op de dag guennakkum DILI-BAD en utu
opgegaan zijn (?)
TMH7/1 TMH 10 167
Voor het graveren van de bronzen vaten van de
tempel van Enlil Management
Het graveren van de bronzen vaten van de
tempel van Enlil
TMH8/1 TMH 10 168 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
TMH8/10 TMH 10 168 Prijs van vis Aankoop Damiqtum
TMH8/2 TMH 10 168 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
TMH8/3 TMH 10 168
TMH8/4 TMH 10 168
TMH8/5 TMH 10 168
TMH8/6 TMH 10 168
TMH8/7 TMH 10 168
TMH8/8 TMH 10 168
TMH8/9 TMH 10 168
TMH9/1 TMH 10 169 Igi-kar2 offer Offer
TMH9/2 TMH 10 169 Igi-kar2 offer Offer
UM 1/1 UM 29-15-885
Om het dak van het huis van de guennakkum te
herstellen infrastructuur
UM 1/2 UM 29-15-885
Om het dak van het huis van de guennakkum te
herstellen infrastructuur
UM 1/3 UM 29-15-885
Plengoffer van de dodenwereld kaš-dé-a
er-šé-tum (?)
UM 1/4 UM 29-15-885
Plengoffer van de dodenwereld kaš-dé-a
er-šé-tum (?)
116
UM 7/5 UM 29-15-877 Ellitum, MAŠ
UM2/1 UM 29-15-879 Prijs van [ ] Aankoop
UM2/2 UM 29-15-879 Die dadels gedragen hebben Landbouw
UM2/3 UM 29-15-879 De zoon van Lugatum, zoon van Ur- [...]
UM2/4 UM 29-15-879 Ad-da MAR.TU
UM2/5 UM 29-15-879 Buršuma van de guennakkum
UM2/6 UM 29-15-879 Aankoop van kamārum-vis Aankoop
UM2/7 UM 29-15-879 UB x sa10 Aankoop
UM2/8 UM 29-15-879 Voor het laden van bakstenen vanuit de oven Infrastructuur
UM3/1 UM 29-15-880 - Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
UM3/10 UM 29-15-880 Voer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer
UM3/2 UM 29-15-880 Kleine rantsoenen voor de dienaressen Rantsoen
UM3/3 UM 29-15-880
UM3/4 UM 29-15-880
UM3/5 UM 29-15-880
UM3/6 UM 29-15-880
UM3/7 UM 29-15-880
UM3/8 UM 29-15-880
UM3/9 UM 29-15-880 Aankoop van vis Aankoop
UM4/1 UM 29-15-946 Ellitum, de [...] Dili-bad aan de poort van Ninurta
UM4/2 UM 29-15-946 Schapen [ ] [ ] plengoffer
UM4/3 UM 29-15-946 Veevoer voor de ezels van Enlil en Ninurta Veevoer [...]
UM4/4 UM 29-15-946 Veevoer voor de wilde ezels Veevoer Ubar-Šamaš
UM4/5 UM 29-15-946 Offer Offer
UM5/1 UM 29-15-859 Om te [ ]
UM5/2 UM 29-15-859
UM5/3 UM 29-15-859 Ninurta-mušallim
117
UM5/4 UM 29-15-859
UM5/5 UM 29-15-859
UM5/6 UM 29-15-859
UM5/7 UM 29-15-859
UM5/8 UM 29-15-859
UM5/9 UM 29-15-859
Om de rieten deuren te maken voor de
omheining van de kalveren Infrastructuur
UM6/1 UM 29-15-932 Ibku-[…] [...]
UM7/1 UM 29-15-877
UM7/2 UM 29-15-877 De reis naar Larsa
UM7/3 UM 29-15-877
UM7/4 UM 29-15-877
UM7/5 UM 29-15-877 [Voor het gra]veren van een bro[nzen kruik] Management
UM8/1 UM 29-15-567 Die de visrantsoenen (naar mij) gebracht heeft Management
UM9/1 UM 29-15-937 kaš sa10-sa10 a-ša3 ŠIM (veld) Aankoop
UM9/2 UM 29-15-937
UM9/3 UM 29-15-937
118
10.3 Glossarium
Attribuut (voor digitaal gebruik)
Attributen hebben de vorm van een extra kolom met bijkomende informatie over de nodes en
edges van welke gegevens kunnen worden gefilterd, bijvoorbeeld per tijdsperiode of transactie-
werkwoord.
Emile Page-Perron 2018, 220n85
Clique
Een volledig verbonden subonderdeel van het netwerk waarbij alle knooppunten met elkaar zijn
verbonden.
Emilie Page-Perron 2018, 214
Cuneiform Digital Library Initiative (cdli)
De grootste databank aan spijkerschriftartefacten; ze probeert informatie te verzamelen over
alle Mesopotamische objecten die inscripties bevatten. Ze slaat deze gegevens op als metadata
en afbeeldingen met onder andere de vertalingen in verschillende talen. De bedoeling ervan is
om een volledige catalogus op te stellen van alle spijkerschriftteksten en een digitale kopie
ervan bij te houden.
Emilie Page-Perron 2018, 199
Cytoscape
Een krachtigere software dan Gephi. Het wordt niet alleen gebruikt door digitale humanisten
maar ook door biologen en andere wetenschappers. Het biedt vooral een uitgebreid aantal
functies voor de analyse van statistische gegevens. Cytoscape is gratis en open-source.
Emilie Page-Perron 2018, 209, 218n80
Database Management System (dbms)
Is een databasebeheersysteem. Een software waarmee een beheerder databanken kan aanmaken
en beheren en hun interacties met de gebruikers en andere applicaties kan controleren, wijzigen
en analyseren.
Sveta Matskevich en Ilan Sharon 2018, 47n84
Edge
De interacties of relaties tussen de nodes, weergegeven als lijnen. Deze verbindt de nodes die
met elkaar in relatie staan.
Wagner et al. 2013, 120
119
Gephi
Gephi is gratis, open source en eenvoudig te installeren. Het is een goede tool voor het maken
van een eerste netwerkgrafiek. Het importeren van gegevens in Gephi is eenvoudig en het is
gemakkelijk om nodes en edges op stijl te maken, afhankelijk van de behoeften van de
gebruiker. Gephi kan ook de gegevens omzetten naar verschillende formaten. Dit is handig als
u meer dan één hulpmiddel gebruikt om de gegevens te manipuleren. Een alternatief voor Gephi
is Cytoscape.
Emilie Page-Perron 2018, 209, 209n55
Gewicht
Het gewicht van een edge vertegenwoordigt hier de frequentie van voorkomen van twee
individuen uit het corpus of de bronnendataset.
Emilie Page-Perron 2018, 201
Gewogen relaties
Gewogen relaties kunnen op verschillende manieren worden aangeduid. In Gephi kunnen
eenvoudig de randen dikker gemaakt worden op basis van de numerieke waarde van hun
gewicht. In Cytoscape is er een praktische manier om de frequentie of het gewicht van een edge
weer te geven: ofwel door een kleurbereik toe te passen of door de dikte van de edge te wijzigen,
waarbij de variatie afhankelijk is van de gewichtswaarde.
Emilie Page-Perron 2018, 211n61
Grafiek
Een wiskundige abstractie die in feite uit een verzameling aan hoekpunten en een reeks edges
bestaat, waarbij een edge de verbinding tussen twee hoekpunten in een grafiek
vertegenwoordigt.
Marco Ramazzotti 2018, 73
Grote Dataset
Grote en complexe datasets waarvoor computationele methoden noodzakelijk zijn voor hun
analyse.
Vanessa Bigot Juloux 2018, 156n30
Identifier(ID)
In archeologische contexten wordt de identificatie van een object uitgedrukt in een label dat
bestaat uit een combinatie van alfanumerieke tekens die aan dat object zijn gekoppeld. De
meeste gegevensbeheersystemen (en de meeste archeologische registratiesystemen, zowel
handmatig als geautomatiseerd) vereisen dat elke entiteit een uniek ID bezit.
Sveta Matskevich en Ilan Sharon 2018, 36–37n52
120
Netwerkanalyse
Stelt iemand in staat om grote hoeveelheden aan teksten te benaderen door kwantitatief
onderzoek met een focus op de relaties tussen entiteiten. Dergelijke vragen vergemakkelijken
de detectie van betekenisvolle patronen die met behulp van traditionele methoden niet
gemakkelijk waargenomen kunnen worden. Het gebruik ervan is reeds goed ingeburgerd in een
aantal vakgebieden zoals in de biologie en in de sociologie. Het wint eveneens langzaam aan
populariteit onder de Assyriologen. In tekstuele studies is netwerkanalyse een digitale
methodologie die zich richt op de relaties tussen entiteiten in het geschreven bronnenmateriaal.
Emilie Page-Perron 2018, 194, 194n3, 196
Netwerkgrafiek
Is de digitale weergave van het totaal van alle gegevenspunten, de nodes en hun onderlinge
relaties, namelijk de edges. Sommige knooppunten kunnen volledig worden losgekoppeld van
anderen en onafhankelijke ensembles vormen. Samen vormen verbonden en ontkoppelde
knooppunten de netwerkgrafiek. Netwerkgrafieken zijn samengesteld uit nodes en edges: nodes
zijn gegevenspunten die entiteiten vertegenwoordigen en de edges vertegenwoordigen de
relaties tussen die knooppunten en verbinden de knooppunten met elkaar. Deze gegevens
hebben de vorm van "triples" bestaande uit twee knooppunten of nodes en een edge die ze
verbindt.
Emilie Page-Perron 2018, 201, 201n29
Node
In veel gevallen vertegenwoordigen deze knooppunten de sociale actoren of instituties binnen
een netwerk, met andere woorden, de entiteiten.
Wagner et al. 2013, 120
In netwerkanalyses vertegenwoordigen de nodes, entiteiten die van een of meer typen kunnen
zijn, zoals mensen, instellingen of plaatsen.
Emilie Page-Perron 2018, 201
Relationele databank
Een relationele databank is een digitale databank waarin gegevens in tabellen gerangschikt
worden, waarbij elke tabel alle exemplaren van één entiteit bevat. Elke geordende rij in een
tabel vertegenwoordigt één instantie van de entiteit en moet een unieke identificatie bezitten.
Sveta Matskevich en Ilan Sharon 2018, 55
Relationele databanken zijn een soort gegevensindeling die unieke ID's gebruiken om gegevens
uit de ene tabel in een andere te representeren, zodat wanneer de gebruiker de gegevens
opvraagt, het mogelijk is om gerelateerde informatie uit meerdere tabellen tegelijkertijd te
halen.
Emilie Page-Perron 2018, 196n7
121
Social Network Analysis (SNA)
Is een methode om sociale relaties te bestuderen. De datastructuur in de vorm van
netwerkgrafieken is het meest geschikte gegevenstype om de relaties tussen entiteiten te
onderzoeken. De SNA is, in combinatie met open data, volledig reproduceerbaar en dus ook
controleerbaar. De Sociale netwerkanalyse maakt gebruik van werkwoorden om rechtstreekse
verbindingen te maken tussen gedefinieerde entiteiten of concepten. Met andere woorden, wie
voert de actie uit en wie er baat bij heeft
Emilie Page-Perron 2018, 195, 197
top related