spreker: stefhan schepkens stefhan.schepkens@nieuwland speel erop in... · spreker: stefhan...
Post on 26-Feb-2019
223 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Spreker: Stefhan Schepkensstefhan.schepkens@nieuwland.be
Het veranderingsmodel van ART De oorzaak van gewelddadig gedrag ligt in meerdere dynamische factoren en er is sprake van een samenspel van deze factoren. Agressieve jongeren hebben niet alleen beperkte sociale vaardigheden (sociale perceptie, sociale cognitie en sociaal gedrag), ook beschikken zij over de neiging impulsief te zijn, ze vertrouwen te veel op agressieve middelen om hun doel te bereiken, ze hebben een slechte zelfcontrole en een laag niveau van moreel redeneren. Hier doorheen lopen de cognitieve vervormingen, die deels voortkomen uit het inadequaat moreel redeneren en deze ook in stand houden, maar die ook de sociale vaardigheden negatief beïnvloeden. Het veranderingsmodel onder de ART is -kort samengevat- dat met een multimodale cognitief-gedragstherapeutische benadering interne (psychologische en/of fysiologische) processen worden aangepast. Stefhan Schepkens schetst kort de uitgangspunten van de benadering en licht het BCT-aspect uitvoerig toe.
Han
d aa
n ho
ofd
Beno
em d
e b
oosm
aker
s va
n bu
itena
fEx
tern
e Trig
ger
Beno
em d
e bo
osm
aker
s va
n bi
nnen
inIn
tern
e Trig
ger
Beno
em
licha
ams-
signa
len
Geb
ruik
de
cont
rolle
rs1.
2.3.
4.5.
6.
Geb
ruik
jouw
gehe
ugen
steu
ntje
7.
Den
k vo
orui
t
ALS
DA
N
8.
Zend
zelf
geen
tr
igge
r uit
9.
Geb
ruik
een
SO
VA
10.
Zelfe
valu
atie
De
Ket
en va
n BC
T
Boosheid Controle Training
Agression Replacement Training
als onderdeel van
Met vriendelijke medewerking van: Stichting Werken Met Goldstein
Geïmplementeerd door
1 2
WelkomDe kernvraag:
Hoe deze jongeren begeleiden naar : Hogere Frustratietolerantie
Inzicht in de relatie eigen houding - houding van de andere
Betere zelfbeheersing Meer zelfreflectie
Meer zelfvertrouwen Meer actievermogen
3
Even rechtstaan…Haal jezelf een situatie uit het recente
verleden voor de geest waarbij je zelf erg kwaad bent geworden.
Liefst één waar je het gevoel had dat je de controle wat kwijt was.
Als je echt wilt scoren dan kies je er één waarbij je agressief hebt gereageerd
bijvoorbeeld door je stem te verheffen, te roepen of iets fysiek te doen, bv. op tafel
slaan.
4
Onze kennis over agressie is veranderd:
Vroeger: Een instinctief menselijk gedrag, een energie die zich
moet veruitwendigen => catharsis is helpend
Huidig onderzoek wijst uit dat dit eigenlijk een “convenient Myth” is.
Nu: Onderzoek wijst uit dat agressief gedrag vooral aangeleerd
wordt.
5
Leermomenten voor agressief gedrag:Agressief gedrag wordt direct en indirect aangeleerd
Op school In de media
Agressief gedrag geeft
gewenst resultaat
Je ziet dat agressief gedrag
gewenst resultaat geeft
DIREcT INDIRECT
In het gezin van herkomst
6
Op school In de mediaIn het gezin van herkomst
In 90% van alle Amerikaanse gezinnen komen incidenteel lijfstraffen voor.
De discussie rond de pedagogische tik is ook in Vlaanderen actueel.
In heel wat interacties tussen siblings leidt verbale of fysieke agressie tot het gewenste resultaat.
Vier op de tien Belgische kinderen wordt gepest op school.
'In België worden elke schooldag gemiddeld 16 gewelddelicten in onderwijsinstellingen geregistreerd.
Ik nodig iedereen uit om op eender welke schooldag vanuit een hoger gelegen klas de speeltijd te observeren in eender welke school.
Het gemiddelde Amerikaanse kind heeft 200.000 agressieve handelingen en 16.000 moorden op televisie gezien voor z’n 18de verjaardag.
In 75% van de programmas’s die uitgezonden worden op het moment dat kinderen voor de buis zitten, doodt de held anderen of slaat ze in elkaar. Meestal als climax van het programma.
7
Een gezellig avondje TV?
8
Het begint vroeg: Ook hechting speelt een rol in het voorkomen van agressie
■ Om te kunnen overleven heeft elk kind een aangeboren capaciteit om nabijheid en bescherming bij anderen te zoeken (Bowlby)
■ Dat is trouwens niet eigen aan de mens…
■ In die hechtingsrelatie vindt de emotie-regulatie plaats.
9
Gehechtheidsstrategieën bij kinderen kan je waarnemen door de ouders van het kind te scheiden (separatie).
■ angst en verdriet bij separatie, direct contactherstel bij hereniging, daarna doorspelen en exploratie
Bij veilige hechting:
Bij onveilige hechting:■ Vermijdend: laat weinig angst zien bij separatie, vermijdt
ouder bij hereniging
■ Ambivalent: angstig bij separatie, vastklampen, boos en gespannen bij hereniging
■ Gedesorganiseerd: geen coherente strategie
70%
30%
15%
10%
5%
moduleren en kalmeren van pijnlijke affecten
Overreguleren van het affect
Onderreguleren van het affect
geen coherente strategie
10
Hoe leert een kind met affect om te gaan?
■ Kind in toestand van arousal
■ Ouder merkt toestand kind op en begrijpt wat er speelt (resonantie)
■ Ouder laat merken over kind na te denken (reflectie)
■ Ouder reageert (gemarkeerde expressie), zelf niet in arousal
■ Kind begrijpt dat het te begrijpen is, te kalmeren is, gaat eigen gevoel snappen
11
Gehechtheidsstrategieën bij kinderen kan je waarnemen door de ouders van het kind te scheiden (separatie).
■ angst en verdriet bij separatie, direct contactherstel bij hereniging, daarna doorspelen en exploratie
Bij veilige hechting:
Bij onveilige hechting:■ Vermijdend: laat weinig angst zien bij separatie, vermijdt
ouder bij hereniging
■ Ambivalent: angstig bij separatie, vastklampen, boos en gespannen bij hereniging
■ Gedesorganiseerd: geen coherente strategie
70%
30%
15%
10%
5%
moduleren en kalmeren van pijnlijke affecten
Overreguleren van het affect
Onderreguleren van het affect
geen coherente strategie
12
Het gehechtheidssysteem is hypersensitief
Jongeren die opvallen door agressief gedrag vertonen specifieke tekortkomingen
Ze ervaren sneller en meer arousal in gehechtheidsrelaties
Snellere hyperactivatie van gehechtheidssyteem
Ze hebben een lager “Switchpoint”.
Dit zorgt voor een sneller controleverlies
13
Het Switchpoint bij mensen zonder agressie problematiek
Men
talis
atie
Activiteit in de prefrontale Cortex = GecontroleerdActiviteit in de posteriour Cortex = Automatisch
Arousal/stress
Switchpoint
14
Het Switchpoint bij mensen met agressie problematiek
Men
talis
atie
Activiteit in de prefrontale Cortex = GecontroleerdActiviteit in de posteriour Cortex = Automatisch
Arousal/stress
Switchpoint
15
Jongeren die opvallen door agressief gedrag vertonen specifieke tekortkomingen
• Sociale perceptie: - Moeite met selectie en interpretatie sociale cues en bedoelingen. - Moeite met herkennen emotie.
• Sociale cognitie: - Problemen in sociale probleemoplossing. - Gebruik beperktere reeks alternatieve oplossingsstrategieën. - Eerder teruggrijpen op verbale en fysieke agressie.
• Sociaal handelen: - Minder oogcontact. - Minder spreken. - Meer onrustig gedrag. - Grove lichamelijke houding/bewegingen.
16
Jongeren die opvallen door agressief gedrag vertonen specifieke tekortkomingen
• Beperkte zelfcontrole
• Observatiefout: - De neiging om vijandigheid en provocatie te zien in gedrag van de ander. - Ervaring dat agressief gedrag succes heeft.
• Attributiefouten: - Neiging tot externe attributie van eigen gedrag. (ze lokken me uit) - Onterecht gevoel van consensus: Er onterecht van uitgaan dat anderen het met je eens zijn. Vasthouden aan eerste beoordeling: ook al is het tegendeel bewezen.
17
Jongeren die opvallen door agressief gedrag vertonen specifieke tekortkomingen
• Achterstand in de ontwikkeling van moreel redeneren: – De eerste twee stadia van Kohlberg: 1.gericht op straf en gehoorzaamheid 2.egocentrisme: gerelateerd aan het niveau van sociale
informatieverwerking en sociale perspectiefname.
• Gewelddadige houding/denkstijl: – Cognitieve verstoringen en vervormingen: 1.primair: vanuit lager niveau van moreel redeneren 2.secundair: neutralisatie-technieken (iedereen liegt toch!).
18
Jongeren die opvallen door agressief gedrag vertonen specifieke tekortkomingen
Vaardigheidstekorten
Zelf-controle tekorten
Cognitievevervormingen
De jongeren missen de strategieën om op een pro-sociale maner hun doelen te bereiken.
De jongeren zijn vlugger de controle kwijt. Daarnaast hebben ze niet geleerd hoe ze de controle kunnen terugvinden.
Vaak hebben deze jongeren een ontwikkelingsachterstand op het vlak van moreel redeneren.
19
Hierop antwoordt het ART-programma met 3 componenten die met elkaar verweven zijn:Vaardigheids
tekortenZelf-controle
tekortenCognitieve
vervormingen
Sova-Training BoosheidsControle Training
Sessies Moreel Redeneren
20
BoosheidsControle Training
21
BoosheidsControle TrainingHistorische oorsprong van
het programma
Alexander Luria1902-1976
Russisch neurobioloog
Onderzocht hoe kinderen hun externe gedrag sturen door het gebruikmaken van interne spraak (1961).
22
BoosheidsControle TrainingHistorische oorsprong van
het programmaAmerikaans PsycholoogBeschreef samen met Little (1979) de ontwikkeling van verbale controle over het gedrag bij kinderen.
Phillip C. Kendall
Nadat gedrag van kleine kinderen wordt aangestuurd door verbale instructies van volwassenen, leert het kind zichzelf verbale instructies te geven. In eerste instantie om gedrag te initiëren, later om het te inhiberen.
Tussen de leeftijd van 4,5 en 5,5 jaar verschuift deze zelf-verbalisatie van overt naar covert. Dus van externe spraak naar interne spraak.
23
BoosheidsControle TrainingHistorische oorsprong van
het programmaAmerikaans PsycholoogLittle en Kendall toonden ook aan dat er significante aanwijzingen bestaan voor de aanname dat zelfcontrole van een kind zich ontwikkelt als functie van de interne taalsystemen.
Phillip C. Kendall Zij formuleerden de hypothese dat kinderen die in dit verband een ontwikkelingsachterstand vertoonden, en dus opvielen door een tekort aan impulscontrole, zouden kunnen worden geholpen door interventies die de normale ontwikkelingssequenties repliceerden die Luria had beschreven.
24
BoosheidsControle TrainingHistorische oorsprong van
het programma
Amerikaans dokter en specialist
in cognitieve gedragstherapie
Werkte met zijn team deze hypothese verder uit en stoffeerde ze met verder onderzoek.
Donald Meichenbaum
Zijn onderzoek richtte zich voornamelijk naar kinderen die opvielen door hyperactiviteit.Ze slaagden er in een interventie te beschrijven die aantoonbaar bijdroeg tot een verhoogde impulscontrole.Zelfspraak was een wezenlijk onderdeel van die benadering.
25
BoosheidsControle TrainingHistorische oorsprong van
het programma
UCI professor of psychology & social
behavior
Paste met zijn team de bevindingen van Meichenbaum rond zelfinstructie toe op personen die opvielen door agressief gedrag.
Raymond NovacoHij kon aantonen dat deze benadering significante resultaten boekte in het verminderen van boosheid en arousal bij personen die kampten met chronische woedeproblemen.
26
BoosheidsControle TrainingHistorische oorsprong van
het programma
Professor of psychology
Werkte de bevindingen van Novaco verder uit. Zij en haar onderzoeksgroep brachten belangrijke verfijningen toe aan het programma en deden verder onderzoek rond aanpassingen die de effectiviteit konden verhogen.
Zij heeft in ruime mate bijgedragen aan de opbouw van het programma in zijn huidige vorm.
Dr. Eva Feindler
27
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
ALS
DAN
8.
Zend zelf geen trigger uit
9.
Gebruik een SOVA
10.
Zelfevaluatie
De Keten van BCT
28
BoosheidsControle Training
Als je kwaad wordt en je verliest de controle ligt dat aan deze koppeling:
29
BoosheidsControle Training
We gaan een onderbreking installeren.
30
BoosheidsControle Training
Hoe gaan we dit doen?
Boosheidscontrole-zorgt-er-voor--dat-jijzelf-meer-persoonlijke-macht-krijgt.-Je-leert-je-eigen-boze-reacties-te-controleren-en-er-de(
baas-over-te-zijn.-Je-zult-zelf-echt-kunnen-kiezen-wat-je-gaat-doen-als-anderen-je-uitdagen.-Hoe-hard-die-anderen-ook-hun-best-doen-jou-te-doen-ontploffen:-jij-behoudt-de-controle.-
Door onszelf te herprogrammeren
31
BoosheidsControle Training
Stap 1:Na een
conflict- situatie
beschrijven die je kwaad maakt.
32
Het verschil tussen boosheid en agressie
BoosheidsControle Training
Boosheid Agressie
SLAM!
staat-voor-aanleiding-staat-voor-bepaald-gedrag-staat-voor-consequentie,-het-gevolg-
Elk conflict bestaat uit 3 stappen:A-B-C-
Tijdens Sessie 1
33
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
ALS
DAN
8.
Zend zelf geen trigger uit
9.
Gebruik een SOVA
10.
Zelfevaluatie
De Keten van BCT
34
Arnold P. Goldstein
4 werkzame elementen:
Modeling
Gedragsoefening
Bekrachtiging
Transfer
Structured Learning Therapy
BoosheidsControle TrainingWe blijven ook in dit programma trouw aan de uitgangspunten:
35
Boosheid Controle Training
Sessie 2: triggers
36
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger1.
2.3.
De Keten van BCT
37
Boosheid sControle Training
Boosmakers (triggers) herkennen
Tijdens Sessie 2
38
BoosheidsControle Training
Boosmakers of TriggersExterne Trigger
Boosmaker van buitenaf
Interne Trigger
Boosmaker in jezelf
Altijd tegen mijGeen respect
nooit begrijpen ze meetc…
39
BoosheidsControle Training
Sessie 3: Lichaamssignalen
40
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen1.
2.3. 4.
De Keten van BCT
41
BoosheidsControle Training
Dus eigenlijk gebeurt er dit:
42
BoosheidsControle Training
Er is nog meer aan de hand!
43
BoosheidsControle Training
Waar kan jij dit voelen in je lichaam?
44
BoosheidsControle Training
Sessie 4: Controllers
45
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
De Keten van BCT
46
BoosheidsControle TrainingOntspanningstechnieken
Controller 1: De ademhalingIn door neus
Even vasthouden
Uit door mond
Techniek uit de topsport
47
BoosheidsControle TrainingOntspanningstechnieken
Controller 2: Tellen
5+5=10+5=15+5=20+5=25+5=30+5=35+5=40
48
BoosheidsControle TrainingOntspanningstechnieken
Controller 3: Plezant beeld
49
BoosheidsControle Training
Mijn beeld:
50
BoosheidsControle Training
Sessie 5: Geheugensteuntjes
51
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje
De Keten van BCT
52
BoosheidsControle TrainingIn deze situatie
53
BoosheidsControle TrainingWelke geheugensteuntjes werken voor jou?
54
BoosheidsControle Training
Sessie 6: Vooruitdenken
55
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
De Keten van BCT
56
BoosheidsControle Training
Uitleg vooruitdenken
Nu 2 min 5 min Volgende week Volgendjaar
Korte Termijn Lange Termijn
ALS - DAN
57
BoosheidsControle TrainingOefening:
Gevolgen inschatten in termen van korte termijn, Lange termijn, Intern, Extern, Sociaal
58
BoosheidsControle TrainingWat zou het gevolg geweest zijn?
59
BoosheidsControle Training
Sessie 7: De cyclus van boosheid en gedrag
60
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
ALS
DAN
8.
Zend zelf geen trigger uit
De Keten van BCT
61
BoosheidsControle Training
De reactie op de trigger is opnieuw een trigger.
TIGGER
Miauw WOEF
TIGGER
TIGGER
TIGGER
TIGGER
TIGGER
TIGGER
62
BoosheidsControle TrainingVoorbeelden van triggers die ik uitzend:
Kwaad kijken
Luid praten
De dingen 10x zeggen
Achtervolgen, tegenhouden, fysiek dwingen
63
BoosheidsControle Training
Een oefening in zel&ennis:
Dit vraagt wat zel&ennis.
Van sommige van de triggers die we uitzenden zijn we ons zelf niet bewust. Luister dus naar Feed back!
64
BoosheidsControle Training
Sessie 8: Reageren met een Sova
65
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
ALS
DAN
8.
Zend zelf geen trigger uit
9.
Gebruik een SOVA
De Keten van BCT
66
BoosheidsControle TrainingKies een SoVa die bij de situatie past.
Je beklagen1. Bedenk waarover je je wilt beklagen.
2. Besluit aan wie je dit wil zeggen.
3. Doe duidelijk en vriendelijk je beklag bij de ander.
4 . Vertel de ander wat je veranderd wil zien.
5 . Vraag de ander hoe die zich voelt over wat je gezegd hebt.
Reageren op kwaadheid1. Luister aandachtig naar de ander.
2. Laat merken dat je ziet dat de ander kwaad is.
4. Laat merken dat je begrijpt waarom de ander kwaad is..
5. Als je denkt dat nu het goede moment is, geef dan je mening of gevoel.
3. Vraag naar wat je er niet van begrijpt.
Kritiek Geven1.Bedenk wat je kritiek is.
2. Zeg tegen de ander dat je iets wil vertellen.
4. Geef je kritiek:
5. Luister goed wat de ander terug zegt.
3. Vraag aan de ander of dit nu voor hem past.
a. Begin met „IK”b. Zeg iets over wat de ander doet.c. Zeg wat het effect van het gedrag van de ander op jou is.
Neen zeggen1. Luister goed naar wat de ander van je wil.
2. Bedenk waarom je het niet wil doen.
5. Luister naar wat de ander nog zegt.
4. Zeg dat je het niet zal doen en waarom.
3. Toon begrip voor de vraag.
Reageren op mislukking1. Bedenk of wat jij probeerde mislukt is.
2. Bedenk waarom het jou niet is gelukt.
5. Probeer het eventueel nog eens.
4. Besluit of je het opnieuw wilt proberen.
3. Denk na over hoe het de volgende keer wel zou kunnen lukken.
Wat kan jij doen om het resultaat te beïnvloeden ?Ligt het aan je vaardigheden:Ligt het aan je motivatie:
Ligt het aan de omstandigheden:
Oefen!
Doe meer moeite!
Hoe kan jij die veranderen?
Luisteren1. Kijk de ander aan.
2. Toon interesse, met en zonder woorden.
3. Begrijp je alles ? Vraag naar wat je niet begrijpt.
4. Herhaal kort wat er gezegd is.
5. Geef je eigen mening of gevoel.
6. Let op de reactie van de ander.
Een vraag stellen1. Bedenk wat je wil vragen & waarom je dit wil.
2. Kies een geschikt moment om je vraag te stellen.
3. kijk de ander aan en zeg dat je een vraag hebt.
4 .Stel je vraag en geef 1 reden.
6. Zeg wat je van het antwoord vindt.
5 . Luister goed naar het antwoord op de vraag.
Reageren op een klacht1. Luister aandachtig naar de klacht. Blijf rustig!
2. Vraag om uitleg over de dingen die je niet begrijpt .
4. Zeg tegen de ander dat je zijn klacht begrijpt.
5 . Zeg wat jij over de klacht denkt. Geef het toe als de klacht terecht is.
6 . Doe een voorstel over wat jij en de andere kan doen om rekening te houden met de klacht.
3. Denk na over de klacht:Is de klacht terecht?Ben jij verantwoordelijk?Wat kan je doen om de klacht te verhelpen?Wat kan de ander doen?
67
BoosheidsControle TrainingHerinner je je deze nog:
68
Je beklagen1. Bedenk waarover je je wilt beklagen.
2. Besluit aan wie je dit wil zeggen.
3. Doe duidelijk en vriendelijk je beklag bij de ander.
4 . Vertel de ander wat je veranderd wil zien.
5 . Vraag de ander hoe die zich voelt over wat je gezegd hebt.
BoosheidsControle Training
Dit kan ook anders:
69
Je beklagen1. Bedenk waarover je je wilt beklagen.
2. Besluit aan wie je dit wil zeggen.
3. Doe duidelijk en vriendelijk je beklag bij de ander.
4 . Vertel de ander wat je veranderd wil zien.
5 . Vraag de ander hoe die zich voelt over wat je gezegd hebt.
70
BoosheidsControle Training
Sessie 9: Zelfevaluatie
71
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
ALS
DAN
8.
Zend zelf geen trigger uit
9.
Gebruik een SOVA
10.
Zelfevaluatie
De Keten van BCT
72
BoosheidsControle TrainingUitleg: Laatste stap in de keten: Zelfevaluatie
73
BoosheidsControle Training
Met Zelfevaluatie ga je kijken hoe je het gedaan hebt…
Zelf-evaluatie
Met Zelf-coaching verbeter je de punten die beter kunnen.
Zelfcoaching
Daarna kan je aan zel'eloning doen.
Zel'eloning
74
Hand aan hoofd
Benoem de boosmakers van buitenaf
Externe Trigger
Benoem de boosmakers van binnenin
Interne Trigger
Benoem lichaams-signalen
Gebruik de controllers1.
2.3. 4. 5.
6.
Gebruik jouwgeheugensteuntje7.
Denk vooruit
ALS
DAN
8.
Zend zelf geen trigger uit
9.
Gebruik een SOVA
10.
Zelfevaluatie
De Keten van BCT
75
Als de BCT wordt ingebed in de ART levert dit een zeer werkzame combinatie op.
Vaardigheidstekorten
Zelf-controle tekorten
Cognitievevervormingen
Sova Training BoosheidsControle Training
Sessies Moreel Redeneren
76
Zijn er vragen?
77
Effectiviteit van ART (Aggression Replacement Training)
ART is wereldwijd de meest onderzochte agressie-reductie-training. Het is een multi-modale cognitieve gedragstherapie die ingrijpt op drie belangrijke componenten namelijk:
1.De sociale competentie door middel van het aanleren van nieuwe sociale vaardigheden.
2.De emotionele controle door middel van het ingrijpen op de fysieke en cognitieve elementen die agressie veroorzaken.
3.Het morele aspect samen met de cognitieve vervormingen.
In deze zin onderscheidt ART zich van andere agressiehanterings- trainingen, die meestal alleen gericht zijn op het onder controle houden van de agressie (in ART de 2de component).
78
Het veranderingsmodel van ART De oorzaak van gewelddadig gedrag ligt in meerdere dynamische factoren en er is sprake van een samenspel van deze factoren. Agressieve jongeren hebben niet alleen beperkte sociale vaardigheden (sociale perceptie, sociale cognitie en sociaal gedrag), ook beschikken zij over de neiging impulsief te zijn, ze vertrouwen te veel op agressieve middelen om hun doel te bereiken, ze hebben een slechte zelfcontrole en een laag niveau van moreel redeneren. Hier doorheen lopen de cognitieve vervormingen, die deels voortkomen uit het inadequaat moreel redeneren en deze ook in stand houden, maar die ook de sociale vaardigheden negatief beïnvloeden.
79
Het veranderingsmodel onder de ART is -kort samengevat- dat met een multimodale cognitief-gedragstherapeutische benadering interne (psychologische en/of fysiologische) processen worden aangepast.
Alle onderstaande studies tonen aan dat de aanpak op deze drie componenten noodzakelijk is om daadwerkelijk agressie te verminderen en sociale competentie te verhogen. Verder wordt er aangetoond, via onafhankelijk verkregen bewijs, dat ART leidt tot waardevolle veranderingen bij het functioneren van de jongeren in de maatschappij.
80
Een paar studies die dit ondersteunen:
1. Barnoski en Aos (2004) Dit onderzoek liet zien dat ART na een periode van 18 maanden in vergelijking met controlegroepen, een statistisch significante recidive vermindering van misdrijven van 24 procent teweegbrengt.
2. Leeman, Gibbs en Fuller (1993) Dit onderzoek liet zien dat er op lange termijn een significant verschil was met de controlegroep. Bij de controlegroep viel 40% terug in een oud gedrag bij ART was dit 15%. Ook was het niveau van sociale vaardigheden in vergelijking met de controlegroep veel hoger.
3. Goldstein en Glick ( 1987) Bij het Annsville Youth Centre lieten deelnemers die ART gevolgd hadden, vooruitgang zien op de getrainde vaardigheden en vertoonden minder acting out-gedrag dan de controlegroep.
81
4. Goldstein, Glick en Gibbs (1998). Ook wanneer ze los van elkaar gebruikt worden, zal elk van de drie modules belangrijke gedragsverandering met zich meebrengen. Echter, zowel de module Sociale Vaardigheden als de module Boosheids-Controle laten op zichzelf voornamelijk korte termijn effecten zien voor wat betreft gedragsverandering. De module Moreel Redeneren blijkt morele waarden te beïnvloeden, maar veranderingen in moreel gedrag worden minder vaak waargenomen. Daarom is een combinatie van de drie modules veel betrouwbaarder en zijn langere termijn effecten te behalen.
5. Goldstein, Glick, Irwin, Pask-McCartney en Rubama ( 1989) De bevindingen uit dit onderzoek maakten duidelijk dat ART een multimodale interventie is met potentie tot rehabiliteren voor gedetineerde jonge criminelen: het bracht een verbetering teweeg voor wat betreft de sociale vaardigheden en openlijk sociaal gedrag en het verlaagde het niveau van impulsiviteit. Bovendien nam bij één van de twee studies de frequentie en de intensiviteit van stuurloos gedrag af en werd het niveau van moreel redeneren van de deelnemers verbeterd.
82
Moreel redeneren
83
Moreel redeneren voor ART Dit is de derde trainingscomponent ofwel interventie van ART.Als deelnemers sociale vaardigheden geleerd hebben en voldoende vaardigheden in huis hebben om impulsief gedrag systematisch te verminderen en controle hebben op hun agressie is het de vraag of ze deze vaardigheden ook werkelijk gebruiken. M.a.w. gebruiken "chronische agressieve en destructieve mensen" werkelijk deze vaardigheden?Om deze vraag te beantwoorden komen we in het rijk van de morele waarden. Als er 'hogere' waarden en normen zijn, wordt er beter gebruik gemaakt van bovengenoemde vaardigheden. Verschillende onderzoeken, zoals die van Gordon, Zimmerman en Kohlberg wijzen hierop.
Goldstein maakt in zijn ART dan ook gebruik van de wetenschappelijk ontwikkelde training van Kohlberg. Er wordt uitgegaan van 2 vormen van achterstand in morele ontwikkeling, waardoor deelnemers hun gedrag niet veranderen. M.a.w. door deze achterstand is er geen intrinsieke motivatie om andere keuzes te maken. • Achterstand als onvolwassenheid • Achterstand als cognitieve vervorming
84
Achterstand als cognitieve vervorming
Denkfouten:Slechte raadgevers die ervoor zorgen dat je niets bijleert en soms
beslissingen neemt die je in de problemen brengen.
Ze zijn aantrekkelijk, want ze zorgen er voor dat je je niet schuldig voelt.
85
Ikke, ikke, ikke en de rest kan... - Als ik iets zie dat ik wil, dan neem ik het gewoon. - Als ik tegen mensen lieg, is dat mijn eigen zaak. - Als ik rook, drink, drugs gebruik, gevaarlijk doe is dat mijn zaak...
Doen alsof het resultaat negatief zal zijn, en dat je daar niets aan kan doen. - Uitgaan van slechte bedoelingen van anderen - Als ik die fiets niet steel, doet iemand anders het...- Ik mag liegen, want als je de waarheid zegt geloven de mensen je toch niet.- Het maakt niet uit of ik leer of niet, ik ga het toch niet kunnen.
Het is de fout van die andere want... - Hij heeft z’n fiets niet gesloten, z’n GSM laten liggen.- Hij is me blijven uitdagen, ik kon niet anders dan slaan.- Als je blijft doorvragen, dan moet ik liegen...
Het is eigenlijk niet zo erg... - Ik heb die fiets maar geleend...- Het was maar een grapje...- Het is van de camion gevallen...- Ik heb het dan tegen hem gezegd....
86
! Grote en machtige mensen zeggen wat jij moet doen.
! De straf maakt dat het verkeerd is.
! Fysieke schade of ander duidelijk zichtbaar letsel wordt opgemerkt en er wordt van erkend dat het verkeerd is.
! Clichés verkondigen (' Je mag niet liegen")
! Iemand op niveau 1 begrijpt de onderliggende (morele) redenen niet bij bepaalde regels Hij heeft moeite met complexe situaties en voelt zich er goed bij als hij het standpunt van een fysiek sterk iemand kan delen.
Onvolwassen stadia 1 en 2 Stadium 1 : Kracht van 0 tot 5 jaar ' Macht geeft rechten'
Stadium 1
87
Stadium 2: Deals / Overeenkomsten �Voor wat hoort wat!� 5 tot 10 jaar
! �Moraliteit� staat voor een uitwisseling van gunsten.
! Je vraagt je af of stelt je voor �wat schiet ik ermee op�. ! Kan ik gepakt worden.
! Iedereen heeft het recht om te doen en te denken wat hij of zij wil.
! Je mag wat �regelen� als iemand anders meer heeft dan jij.
! Iemand die redeneert op niveau 2 heeft er moeite mee om het ideaal van �wederkerigheid� in een relatie te begrijpen. Ook hebben zij de neiging om egocentrisch te zijn. Ze zijn goed in het ontdekken van hoe oneerlijk anderen zich gedragen ten opzichte van hen of in het vaststellen dat ze bepaalde dingen niet voor hen doen. Andersom realiseren ze zich niet hoe oneerlijk ze zelf zijn of hoe weinig ze zelf doen voor anderen.
Stadium 2
88
! Bij �moraliteit� op het niveau van wederkerigheid wordt de relatie zelf een waarde.
! Mensen geven echt om anderen, vertrouwen hen en hebben een
! 'wij' - gevoel.
! Vijandig of egoïstisch gedrag moet je proberen te begrijpen.
! Goed over komen, iemand zijn met goede bedoelingen. Geeft een goed zelfgevoel.
! Het denken op niveau 3 kan bezorgheid over de kwetsbaarheid van het
menselijk leven met zich meebrengen. Denkers op niveau 3 kunnen het zo belangrijk vinden wat anderen van hen denken dat ze in moeilijke situaties met alle winden meewaaien.
Stadium 3
Volwassen stadia 3 en 4 Stadium 3 : Wederkerigheid 'Behandel een ander zoals jezelf behandeld wilt worden�� 10 en ouder
89
Stadium 4
Stadium 4 : Systemen 'Wat is jouw bijdrage aan de maatschappij ?��16 en ouder
! Bij dit stadium van �moraliteit� : betrokkenheid en samenwerking in het kader van algemeen belang.
! Laten zien dat je je verbonden voelt met de rest van de
samenleving is een blijk van fatsoen. ! Voorbeeldgedrag , maar niet altijd of te star. ! Beslissingen nemen waarbij je je eigen integriteit en
zelfrespect vooropstelt, kan je minder geliefd maken.
! Het denken op niveau 4 kan inhouden dat men zich spiegelt aan de wetten die de normen en waarden van de maatschappij bepalen. Men maakt zich sterk voor het respecteren en handhaven van de rechten en verantwoordelijkheden die men beschouwt als de basis van de samenleving . Het is echter zo dat de maatschappelijke�moraliteit� van niveau 4 meer een aanvulling is op niveau 3 ( �interpersoonlijke�� moraliteit�) dan een vervanging daarvan.
90
91
Vier fasen van het programma De groepsleider geeft leiding aan de sociaal morele ontwikkeling in vier fasen:
Fase 1. Introductie van het probleemAlle groepsleden behoren de probleemsituatie duidelijk te herkennen.
Fase 2. Cultivering van volwassen moraliteitAls de groep de probleemsituatie begrijpt, begint de training.
Fase 3. Remediëren van morele ontwikkelingsachterstandDe groepsleider nodigt de negatieve groepsleden uit om hun inzichten te geven en nader uit te leggen, legt de oordelen vast en laat de anderen reageren.
Fase 4. Consolidatie van volwassen moraliteitIn deze fase worden de consensus en positieve besluiten vastgehouden. Minderheden worden verzocht zich te conformeren aan de meerderheid / groepsbesluiten.
92
Voorbeeld van een moreel dilemma:
93
top related