systematische review over de effectiviteit van etnisch profileren
Post on 09-Jan-2017
199 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Etnisch Profileren Effectief? 1
Running head: ETNISCH PROFILEREN EFFECTIEF?
Een systematische review over de effectiviteit van etnisch profileren
met betrekking tot terrorismebestrijding
Farah Akkari (s1112090)
Universiteit Leiden
Auteur noten:
Deze scriptie is geschreven in het kader van de Bachelor Criminologie aan de Faculteit der
Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden. De scriptie is begeleid door dhr. J. Brouwer en
ingeleverd op 21-05-2014. (aantal woorden: 5.223)
Etnisch Profileren Effectief? 2
Abstract
In dit systematische review wordt onderzocht of etnisch profileren een effectief middel is om
terrorisme te bestrijden. Er is op systematische wijze naar studies gezocht, die een antwoord
konden geven op de onderzoeksvraag. Etnisch profileren en terrorismebestrijding zijn beide
onderwerpen die veel belangstelling opwekken in de maatschappij. Met name over etnisch
profileren verschillen de meningen binnen de maatschappij. Uit de resultaten blijkt dat ook
wetenschappelijke onderzoeken verschillende uitkomsten hebben. Vier van de tien
geïncludeerde onderzoeken hebben als uitkomstmaat, dat etnisch profileren een effectief
middel kan zijn om terrorisme tegen te gaan. Echter, zes van de tien onderzoeken concluderen
dat etnisch profileren geen effectief middel is. Een mogelijke oorzaak voor dit verschil kan
liggen bij de verschillende onderzoeksmethoden en onderzoekssettingen die gebruikt zijn.
Deze verschillen maken het lastig om de onderzoeken met elkaar te vergelijken. Etnisch
profileren kan mogelijk in sommige situaties effectief zijn, maar de negatieve effecten ervan
moeten niet uit het oog worden verloren. Een eenduidig antwoord geven op de
onderzoeksvraag is lastig. Er moet namelijk een afweging gemaakt worden; welke aspecten
wegen zwaarder mee? Is het belangrijker om de veiligheid te waarborgen in de samenleving,
soms ten koste van onschuldige mensen die benadeeld worden, of toch om een niet-
discriminerend beleid voeren waarbij etnisch profileren in geen geval mag worden gebruikt?
Aanbevolen wordt, om de impact van etnisch profileren te onderzoeken in de toekomst.
Daarnaast is het onbekend hoe vaak door middel van etnisch profileren terroristische
aanslagen worden voorkomen in Nederland, onderzoek hiernaar wordt ook aanbevolen.
Etnisch Profileren Effectief? 3
Na de aanslagen in New York op 11 september 2001 is de angst voor terrorisme
toegenomen, voornamelijk in de westerse wereld. Zowel burgers als politici zagen vanaf dat
moment terrorisme als een groot maatschappelijk probleem. De angst voor terrorisme was
onder andere te merken door de uitbreiding van de antiterrorismewetgeving in de meeste
westerse landen (Van der Woude, 2010).
In Nederland is de antiterrorismewetgeving ook uitgebreid, zo kan de politie in het
kader van terrorismebestrijding in de zogenoemde ‘veiligheidsrisicogebieden’ preventief
fouilleren, zonder dat er een redelijke vermoeden van schuld bestaat. Onder
veiligheidsrisicogebieden worden gebieden verstaan, waar een relatief grote kans bestaat dat
er terroristische misdrijven worden gepleegd. Voorbeelden van veiligheidsrisicogebieden zijn
vliegvelden, de Eerste en Tweede Kamer en treinstations in grote steden (artikel 51
Gemeentewet) .
De uitbreiding van de antiterrorismewetgeving vergroot de mogelijkheden voor
etnisch profileren, zo is het na 9/11 een steeds meer voorkomend fenomeen geworden om
terrorisme tegen te gaan (dit wordt ook wel 9/11 profiling genoemd). Etnisch profileren wordt
gedefinieerd als;
“het gebruik door politie-, veiligheids-, immigratie- of douanebeambten van
generalisaties met betrekking tot ras, etniciteit, godsdienst of nationaliteit als reden
voor verdenking bij het aansturen van discretionaire politieacties, in plaats van te
kijken naar individueel gedrag of objectief bewijs.” (European Network Against
Racism, 2009).
In het geval van 9/11 profiling wordt bedoeld; het profileren van mensen met een Islamitische
en/of een Arabische achtergrond (Schildkraut, 2009).
Sommige politici en beleidsmakers beweerden na 11 september 2001 te weten hoe een
terrorist eruitziet. Deze politici waren van mening dat het etnisch profileren, in dit geval het
profileren van mensen met een Islamitische achtergrond, een effectief middel kan zijn om
terrorisme te bestrijden en daarmee ook de veiligheid te waarborgen (Bahdi, 2003).
De dreiging van terrorisme in de westerse samenleving heeft er dus voor gezorgd, dat etnisch
profileren door de politie en inlichtingendiensten steeds meer als een effectief middel wordt
gezien om terrorisme te bestrijden.
Mensenrechtenorganisaties zijn daarentegen minder positief over etnisch profileren.
Over het algemeen zijn deze organisaties van mening dat etnisch profileren mensenrechten
schendt, omdat het een discriminerende werking heeft. Amnesty International heeft een
rapport uitgebracht in november 2013, genaamd ‘Gelijkheid onder druk: de impact van
Etnisch Profileren Effectief? 4
etnisch profileren’. In dit rapport wordt gesteld dat etnisch profileren een probleem is en dat
er een expliciet verbod in de wet moet komen wat betreft etnisch profileren (Amnesty
International, 2013). Ook staat er in het rapport dat etnisch profileren niet effectief is voor de
bestrijding van criminaliteit. Opvallend is, dat Amnesty International beweert dat etnisch
profileren niet effectief is, terwijl er geen onderbouwing gebruikt is of een bron wordt
aangehaald waarin daadwerkelijk onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van etnisch
profileren.
Nog een mensenrechtenorganisatie die onlangs een rapport uitbracht, is The Open
Society Justice Initiative. In dit rapport, dat in Mei 2009 is uitgebracht, is onderzoek gedaan
naar etnisch profileren in Engeland. Geconcludeerd werd dat etnisch profileren een grote
impact heeft op onschuldigen, die met deze maatregel te maken krijgen.
Er is naast onderzoek van mensenrechtenorganisaties en de politiek, ook onderzoek
gedaan naar de mening van burgers. Zo blijkt uit Amerikaans onderzoek van Schildkraut, dat
het merendeel van de ondervraagde burgers etnisch profileren niet als iets negatiefs ziet
wanneer het gaat om terrorismebestrijding. Deze mening kan te maken hebben met de
toegenomen angst van burgers voor terroristische aanslagen na 11 september 2001. Nog een
reden voor de goedkeuring van burgers wat betreft etnisch profileren, kan zijn dat burgers
vaak een bepaald beeld hebben over hoe een terrorist eruit ziet. Deze beeldvorming wordt
mede ingegeven door de media en de politiek (Schildkraut, 2009).
De meningen over etnisch profileren zijn dus verdeeld. Wanneer etnisch profileren
wordt gebruikt bij terrorismebestrijding, wordt het vaak door een deel van de burgers, de
politie en inlichtingendiensten als een geaccepteerd middel gezien.
Mensenrechtenorganisaties en sommige burgers, zo blijkt uit survey-onderzoek, delen die
mening niet.
In dit systematische review wordt er onderzocht of etnisch profileren niet alleen als
een negatief onderwerp kan worden gezien, maar of het ook een positieve (effectieve)
werking heeft wat betreft de bestrijding van terrorisme.
Dit systematische review kijkt naar het bestaande wetenschappelijk onderzoek over
etnisch profileren, en analyseert of etnisch profileren als een effectief middel kan worden
gezien in de strijd tegen terrorisme. De onderzoeksvraag luidt dan ook:
In hoeverre is etnisch profileren effectief wat betreft terrorismebestrijding?
Daarnaast zal in dit systematische review worden ingegaan op de wetenschappelijke
consensus die heerst over dit onderwerp.
Etnisch Profileren Effectief? 5
Methode
Zoekproces
Voordat er gezocht is naar wetenschappelijke artikelen op het internet, is er eerst een
tabel gemaakt met alle zoektermen die mogelijk relevante artikelen opleverden, gekeken naar
de onderzoeksvraag.
Tabel 1: Mogelijke zoektermen
Ethnic profiling effective terrorism
Etnisch profileren effectief counterterrorism
Ethnic differences Positive effects Counter-terrorist
measurements
Etnische minderheden Positieve effecten Terrorist
Profiling Effectiveness Terrorisme
Racial profiling Effectiviteit Terrorist profiling
Al deze zoektermen zijn in kolommen gesorteerd, tussen deze kolommen zijn er
verschillende combinaties in zoektermen mogelijk geweest. Er is bijvoorbeeld gezocht op
‘ethnic profiling’ en ‘effectiveness’ en ‘counterterrorism’. Op deze manier is geprobeerd om
zoveel mogelijk relevante onderzoeken te vinden.
In- en exclusiecriteria
Voor dit systematische review zijn inclusiecriteria en exclusiecriteria opgesteld. De in-
en exclusiecriteria bepalen welke artikelen geïncludeerd worden, en welke geëxcludeerd
worden. Qua type studie is ervoor gekozen om zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek te
includeren, zo kunnen beide onderzoeksmethoden met elkaar vergeleken worden.
De in de artikelen onderzochte populaties moeten allemaal deel uitmaken van een etnische
minderheidsgroepen, die zich bevinden in de westerse samenleving. Onder de westerse
samenleving wordt West-Europa, de Verenigde Staten, Canada en Australië verstaan (Internet
World Stats, 2014). Daarnaast zijn alleen artikelen na 11 september 2001 geïncludeerd. Na de
aanslagen van 11 september 2001 is de aandacht voor terrorisme toegenomen in de
maatschappij, en daarmee is ook het aantal onderzoeken vermeerderd.
In dit systematische review zijn alleen vormen van islamitisch terrorisme geincludeerd.
Etnisch Profileren Effectief? 6
Het gaat in dit geval dan om moslims die terroristische aanslagen plegen in naam van de islam
(Falk, 2008).
Web of Science is de enige database die gebruikt is om artikelen te zoeken. Alle
artikelen die uit de database van Web of Science komen, zijn published peer reviewed
artikelen. Van alle gevonden artikelen is de titel en de abstract gelezen. De artikelen waarvan
vervolgens bleek dat ze niets met de onderzoeksvraag te maken hadden, zijn geëxcludeerd.
Uiteindelijk is er een werkbestand gemaakt, met daarin de gebruikte zoektermen en de
abstracts van de relevante artikelen. Voordat de relevante artikelen helemaal zijn doorgelezen,
is er eerst een data-extractieformulier opgesteld. In dit formulier staan alle punten die ook bij
de in- en exclusiecriteria zijn opgesteld, en andere belangrijke punten van het onderzoek.
Bijvoorbeeld, kenmerken over de onderzoekspopulatie staan in het data-extractieformulier.
Het formulier kan gezien worden als een korte samenvatting van een onderzoek. Voor alle
mogelijk relevante onderzoeken is een formulier ingevuld. Een voorbeeld van een leeg data-
extractieformulier is te vinden in de bijlage A.
Na alle relevante artikelen te hebben gelezen, is een overzichtstabel gemaakt met alle
onderzoeken die zijn geïncludeerd in dit systematische review. In deze overzichtstabel staan
alle belangrijke punten van de artikelen uiteengezet, zoals bijvoorbeeld de conclusie en de
onderzoeksvraag van de artikelen. De overzichtstabel is te vinden in de resultatensectie.
Flowchart
In de Flowchart staan de hoeveelheid gevonden artikelen in Web of Science en de
hoeveelheid geïncludeerde en geëxcludeerde artikelen. Uit deze Flowchart komt naar voren,
dat er in totaal 96 artikelen zijn gevonden in de database, waarvan 25 artikelen zijn
geïncludeerd alleen op basis van screening van de titels en abstracts. Na het invullen van de
data-extractieformulieren voor deze 25 artikelen, zijn er uiteindelijk tien artikelen
overgebleven, die geschikt waren voor beantwoording van de onderzoeksvraag Bij vijftien
van de 25 artikelen, bleek het onderzoek niet relevant te zijn voor de onderzoeksvraag;
sommige onderzoeken hadden bijvoorbeeld als onderwerp profiling in het algemeen, en niet
specifiek het etnisch profileren. Bij twee artikelen kon er geen toegang verkregen worden
voor de volledige online versie van het artikel, daarom zijn deze twee artikelen geëxcludeerd.
Acht artikelen zijn geëxcludeerd omdat in deze artikelen geen empirisch onderzoek is gedaan,
maar een literatuurstudie de onderzoeksmethode is. De Flowchart is hieronder te vinden.
Etnisch Profileren Effectief? 7
Reden A: Niet relevant voor het onderwerp van dit review.
Reden B: Geen empirisch onderzoek.
Reden C: Het artikel is niet teruggevonden in het databestand Web Of Science. De universiteit
beschikt niet over het artikel.
Geëxcludeerde full-text
artikelen met reden C2
(n = 2 )
Abstract niet aanwezig(n = 0 )
Geëxcludeerde full-text artikelen met reden B
(n = 8 )
Geëxcludeerde artikelen (n = 71 )
Geëxcludeerde full-text artikelen met reden A
(n = 15 )
Geïncludeerde studies(n = 10 )
Full-text artikelen beoordeeld
(n = 25 )
Titels en abstracts gescreend
(n = 96 )
Artikelen gevonden
in databases1 (n = 96 )
Etnisch Profileren Effectief? 8
Resultaten De uitkomsten van de geïncludeerde onderzoeken worden hier beschreven. Allereerst
zullen de onderzoeken besproken worden, waaruit is gebleken dat etnisch profileren niet
effectief is, vervolgens worden de onderzoeken besproken die concluderen dat etnisch
profileren wel effectief is. Tot slot worden er mogelijke verklaringen gegeven voor de
verschillende uitkomsten van de onderzoeken.
Op de volgende pagina is de overzichtstabel te vinden, de belangrijke punten van de
onderzoeken zijn in deze tabel te vinden.
Etnisch Profileren Effectief? 9
Tabel 1
Overzichtstabel
Etnisch Profileren Effectief? 10
Tabel 1
Overzichtstabel
Etnisch Profileren Effectief? 11
Niet effectief
In het onderzoek van Parmar (2009) is empirisch onderzoek verricht door middel van
interviews en observaties naar het etnisch profileren, in het licht van de s44-wetgeving. De
s44-wetgeving houdt in dat burgers gefouilleerd kunnen worden door de politie, zonder dat er
een redelijke vermoeden van schuld is. De wet is aangenomen na 9/11, met als doel
terrorismebestrijding te vergemakkelijken voor de politie. Dit empirisch onderzoek is in
London uitgevoerd. Zowel burgers als de politie zijn geïnterviewd en er zijn observaties
gedaan over de werkwijze van de politie wat betreft het fouilleren van mensen. De
onderzoekers concluderen dat etnische minderheden vaker werden gefouilleerd door de politie
en dat dit een negatieve werking heeft op de burgers met een niet-westerse achtergrond. Deze
burgers verliezen het zelfvertrouwen in de politie en voelen zich gediscrimineerd, bleek uit
het interview dat de onderzoekers hielden. Aan de andere kant zien de ondervraagde
politiemensen het fouilleren van burgers die er in hun ogen verdacht uitzien als iets goeds, ze
hebben het gevoel dat ze burgers beschermen en de samenleving veiliger maken.
Er hebben 21.594 fouillaties plaatsgevonden in de periode van januari 2008 tot april
2009. Slechts één persoon is opgepakt op verdenking van terrorisme, als gevolg van het
preventief fouilleren. Dit maakt etnisch profileren niet effectief, wat betreft
terrorismebestrijding volgens Parmar:
‘‘Arguably, the aim to ‘prevent’ terrorism and radicalization on a wholesale basis by
targeting Muslim citizens through community programmes and policing efforts further
entrenches the criminalising process.’’
Met dit citaat eindigde Parmar zijn artikel. De onderzoeker is van mening dat het etnisch
profileren een tegenovergestelde werking heeft. Burgers die te maken hebben gehad met
etnisch profileren kunnen zelfs hun toevlucht zoeken in de criminaliteit. Voor dit citaat is
geen onderbouwing gegeven in het artikel.
De onderzoeker Atia (2007) heeft gekeken naar Islamitische organisaties die door de
overheden als verdachte organisaties worden gezien, omdat ze mogelijk terroristen
financieren. Door middel van onderzoek naar beleidsdocumenten is gekeken naar de
werkwijze van de overheid in de Verenigde Staten. Daarnaast zijn er politiedossiers
geanalyseerd, om duidelijkheid te krijgen over de islamitische organisaties waarvan de
rekeningen zijn bevroren.
Volgens de Amerikaanse overheid kosten terroristische aanslagen veel geld, dat vaak
uit andere landen afkomstig is. De overheid wil op indirecte wijze terrorisme tegengaan, door
de financiering van terrorisme te bestrijden. De Amerikaanse overheid doet volgens de
Etnisch Profileren Effectief? 12
onderzoeker aan etnisch profileren als het gaat om de bestrijding van terrorismefinanciering;
organisaties worden als verdacht gezien als de organisatoren islamitisch zijn of wanneer er
geld wordt gestuurd naar ontvangers in islamitische landen, zoals bijvoorbeeld wanneer geld
wordt gestuurd naar islamitische goededoelenorganisaties.
Volgens Atia is de manier waarop de Amerikaanse overheid terrorismefinanciering
probeert tegen te gaan, niet de juiste manier. De reden hiervoor, is omdat er binnen de
overheid te weinig expertise is over het onderwerp. Uit het onderzoek is gebleken, dat de
bestrijding van terrorisme door middel van etnisch profileren geen effectief middel is, omdat
de overheid geen grip heeft op terrorismefinanciering. Er zijn in dit onderzoek geen gevallen
bekend waarbij het etnisch profileren wel geleid heeft tot het oppakken van islamitische
organisaties die zich schuldig maakten aan terrorismefinanciering. Wel hebben sommige
islamitische organisaties, waarvan de bankrekeningen zijn bevroren door de overheid,
nadelige gevolgen aan dit beleid overgehouden.
Naast Parmar en Atia zijn de onderzoekers Monahan en Palmer (2009) tot de conclusie
gekomen dat etnisch profileren niet effectief is. Zij deden onderzoek naar ‘fusion centers’, dit
zijn organisaties die informatie vergaren en uitwisselen met andere organisaties en de
overheid, om zo terrorisme tegen te gaan. Volgens Monahan en Palmer zijn fusion centers
bezig met etnisch profileren. Er zijn gevallen bekend waarbij afluisterapparatuur in moskeeën
is geplaatst, of telefoons van islamitische uitwisselingsstudenten in Amerika zijn afgetapt. De
onderzoekers concluderen dat deze manier van werken ineffectief is, omdat burgerrechten
geschonden worden en de privacy van de burgers die in de gaten worden gehouden door
fusion centers wordt aangetast. Daarnaast zijn mensen die zich bezighouden met terroristische
aanslagen vaak geen voor de hand liggend doelwit, omdat ze zich niet snel verdacht opstellen.
Monahan en Palmer hebben voor dit onderzoek een kwantitatieve analyse gemaakt,
maar hebben maar weinig fusion centers in hun onderzoek meegenomen. Om meer
betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van etnisch profileren door fusion
centers, hadden er meer fusion ceters onderzocht moeten worden.
Welch (2003) heeft onderzoek gedaan naar het etnisch profileren van islamitische
immigranten, afkomstig uit het Midden-Oosten, die naar de Verenigde Staten zijn
geëmigreerd. Hij stelt dat na de aanslagen op 11 september 2001 islamitische immigranten
vaker als verdachte van terrorisme worden gezien, ongeacht of ze onschuldig zijn of niet. In
dit onderzoek zijn rechtszaken geanalyseerd waar islamitische immigranten vervolgd werden.
Er bleken veel immigranten te zijn vervolgd die verdacht waren van terrorisme of banden te
hebben met terroristische organisaties, die later onschuldig bleken te zijn. Vervolging van de
Etnisch Profileren Effectief? 13
immigranten door middel van etnisch profileren was vaak een aanleiding in deze rechtszaken,
maar bewijs dat de immigranten ook daadwerkelijk iets met terrorisme te maken hadden,
ontbrak.
Welch concludeert dat etnisch profileren niet effectief is. Na 9/11 zijn immigranten uit
het Midden-Oosten vaker de dupe van etnisch profileren, dit blijkt wanneer er gekeken wordt
naar rechtszaken waar onschuldige immigranten zonder echt bewijs vervolgd worden. Zo
werd Mazen al-Najjar als voorbeeld genoemd, een man die drieëneenhalf jaar heeft
vastgezeten. De Amerikaanse overheid vertelde dat er in deze zaak vermoedens waren dat
al-Najjar banden heeft met terroristische organisaties. Uiteindelijk is de man uitgezet naar zijn
land van herkomst; Palestina. Al- Najjar had voor zijn arrestatie geen strafblad.
“We don’t believe that it is proper for I.N.S. to detain Mazen al-Najjar because the
government has already failed to prove that he was either a threat to national security
or a danger to the community” (Canedy, 2001: EV2; Dow, 2001).
Aan dit citaat is af te lezen, dat de advocaten van mening waren dat al-Najjar geen gevaar
voor de samenleving was, en dat de overheid ook geen bewijs kon leveren voor het
tegenovergestelde.
Er zijn meer zaken bekend waarin immigranten opgepakt zijn naar aanleiding van
etnisch profilering, en zonder overtuigend bewijs zijn vervolgd. In Welch’s artikel worden
nog meer zaken besproken, maar er worden geen precieze aantallen genoemd. Hoe vaak het
vastzetten van immigranten precies voorkomt, wordt niet bekend aan de hand van Welch’s
onderzoek. Uit zijn onderzoek blijkt wel dat het aantal arrestaties na 11 september 2001 is
toegenomen.
Naast Welch kwamen ook de onderzoekers Jarvis en Lister (2013) tot de conclusie dat
etnisch profileren ineffectief is. Jarvis en Lister interviewden Engelse burgers uit alle soorten
bevolkingsgroepen. Uit deze interviews bleek over het algemeen dat burgers van alle
bevolkingsgroepen etnisch profileren als een negatieve manier zien om terrorisme te
bestrijden. Er waren wel verschillen in gegeven antwoorden, als gekeken werd naar de
afkomst van de geïnterviewde. De ondervraagde blanke burgers ervaren de negatieve
gevolgen van etnisch profileren niet zo sterk als Aziatische en zwarte burgers. Dit komt omdat
de Aziatische en zwarte burgers die zelf te maken hebben gehad met etnisch profileren, het
meer als negatief ervaren, of zich sterker identificeren met mensen van hun eigen
bevolkingsgroep die wel met etnisch profileren te maken hebben gehad. De geïnterviewden
die met etnisch profileren te maken hebben gehad, zeiden zich als een tweederangs burger te
voelen en niet een volwaardig Engelsman, omdat ze anders behandeld worden door de politie
Etnisch Profileren Effectief? 14
dan blanke burgers. Dit leidt volgens Jarvis en Lister tot polarisatie van de samenleving, en
daarom is etnisch profileren, vanuit het perspectief van de burger, een ineffectieve manier om
terrorisme te bestrijden.
De onderzoekers wilden zwarte, blanke en Aziatische burgers meenemen in dit
onderzoek, om zo verschillende percepties in kaart te brengen. Om die reden is de
respondentengroep geworven door middel van een ‘purposive sampling startegy’. Een
purposive sampling strategy houdt in dat mensen worden geworven op basis van bepaalde
kenmerken die ze bezitten (in dit geval etniciteit). In de interviews waren alleen open vragen
gesteld, dit betekent dat de mening van de burgers goed in kaart kan worden gebracht, en dat
de kans op suggestieve vragen of sociaal wenselijke antwoorden kleiner is.
Closs en McKenna (2006) hebben in een Canadees onderzoek, door middel van analyse
van politiedossiers, geconcludeerd dat etnisch profileren niet effectief is omdat er weinig
zaken bekend zijn waarbij burgers opgepakt zijn, die daadwerkelijk van plan waren om een
terroristische aanslag te plegen.
Wel effectief
In tegenstelling tot de onderzoeken die concludeerden dat etnisch profileren niet
effectief is, zijn er ook onderzoeken die concludeerden dat etnisch profileren wel effectief is.
Hieronder worden deze vier onderzoeken één voor één besproken.
De onderzoekers Beck en Miner hebben cross-sectioneel onderzoek gedaan naar het
etnisch profileren van islamitische burgers en immigranten in de Verenigde Staten (2013). Uit
het onderzoek bleek dat de Amerikaanse overheid islamitische organisaties vaker als
verdachte van terrorisme ziet. Deze manier van etnisch profileren is in de ogen van de
onderzoekers niet per se ineffectief of irrationeel. Als de terroristische dreiging groot is, dan
kan etnisch profileren een manier zijn om terrorisme te bestrijden, juist omdat terrorisme een
onderwerp is waarover de expertise binnen de overheid klein is. Volgens de onderzoekers zijn
er veel islamitische groeperingen die terroristische aanslagen plegen, waardoor veel doden
vallen. Er is door de onderzoekers geen cijfers genoemd, hoeveel terroristische groeperingen
er zich precies bevinden in de Verenigde Staten is niet bekend.
Door middel van etnisch profileren kan de Amerikaanse overheid wat meer grip krijgen op
islamitische organisaties, en een grote aanslag zoals die op als 11 september 2001 voorkomen.
Beck en Miner hebben cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd. Het voordeel van deze
manier van onderzoek doen is dat het minder tijd en geld kost dan longitudinaal onderzoek. Er
is echter slechts een eenmalige meting gedaan onder de onderzoeksgroep. Het zou beter
Etnisch Profileren Effectief? 15
geweest zijn als er meerdere metingen waren geweest op verschillende tijdstippen. Wellicht
hadden de onderzoekers daar geen tijd of geld voor hadden.
Schildkraut (2009) heeft door middel van het houden van interviews, de mening van
blanke Amerikaanse burgers willen analyseren over etnisch profileren als het gaat om
terrorismebestrijding. Uit die interviews kwam naar voren dat Amerikaanse burgers etnisch
profileren aanmoedigen, dit komt vooral door de angst die er heerst in de Verenigde Staten na
de aanslagen in 11 september 2001. In de ogen van de burgers is etnisch profileren wel
effectief, omdat ze het gevoel hebben dat er iets aan terrorisme wordt gedaan. Ze voelen zich
veiliger. Daarom wordt door de geïnterviewde burgers, etnisch profileren als een effectieve
manier gezien om terrorisme te bestrijden. Veiligheidsgevoelens zeggen echter niets over de
daadwerkelijke veiligheid. Vanuit het perspectief van de onderzochte burgers is etnisch
profileren effectief, maar of het ook echt effectief is wat betreft terrorismebestrijding, kan niet
blijken uit dit onderzoek.
Naast Schildkraut concludeerde ook Murray (2010) dat etnisch profileren wel
effectief is. Door middel van kwantitatieve analyse van FBI-dossiers, is gebleken dat etnisch
profileren weinig geld kost omdat er weinig middelen voor nodig zijn. De FBI gebruikt
etnisch profileren als een middel om terrorisme tegen te gaan. Wijken waar bijvoorbeeld veel
moslims wonen, worden in de gaten houden. Er zijn een aantal zaken geweest waar deze
strategie heeft geholpen en er verdachten van terrorisme zijn opgepakt. Een aantal van deze
verdachten zijn teruggestuurd naar het land van herkomst. Hierdoor zijn er slachtoffers
voorkomen van terrorisme, wat etnisch profileren effectief maakt. Echter, de overheid moet er
voor waken dat het profileren ook negatieve gevolgen kan hebben en dit niet vergeten moet
worden.
Tot slot is ook onderzoeker Yetman (2004) van mening dat etnisch profileren een
effectieve manier is om terrorisme te bestrijden. Door middel van een statistische analyse
heeft Yetman onderzoek gedaan naar veiligheidscontroles in luchthavens. Hij concludeerde
dat het effectiever is om mensen eruit te pikken die op er basis van uiterlijke kenmerken
verdacht uitzien, dan wanneer iedereen gelijk wordt behandeld. Een discriminerend beleid is
minder risicovol dan een niet-discriminerend beleid. Het meest effectieve beleid is een
discriminerend beleid, waarbij de gedupeerde onschuldige burgers een schadevergoeding of
compensatie krijgen voor het beleid. Yetman heeft het in zijn onderzoek specifiek over
zelfmoordterroristen. Hij stelt dat deze groep terroristen niet rationeel over hun daden
nadenken; ze waarderen hun eigen leven niet en daarom maken ze zich sneller verdacht.
Etnisch Profileren Effectief? 16
De onderzoeker heeft een multivariabele analyse gedaan. Deze analyse is echter geheel
hypothetisch uitgevoerd. Er zijn geen echte deelnemers of veiligheidscontroles in luchthavens
onderzocht.
Wel versus niet effectief
Uit alle bestudeerde onderzoeken blijkt, dat de meerderheid van de onderzoekers
etnisch profileren niet als een effectief middel zien. Zes van de tien onderzoeken bestempelen
etnisch profileren als een ineffectief middel. De vraag is waarom sommige onderzoekers tot
de conclusie komen dat etnisch profileren niet effectief is en andere onderzoekers concluderen
dat etnisch profileren wel effectief is.
Deze uitkomst van de onderzoeken kan veroorzaakt worden door het perspectief van
de onderzoekers; profiling wordt door de ene onderzoeker sneller geaccepteerd dan de ander.
De verschillen in conclusies kunnen mogelijk ook veroorzaakt worden door de verschillende
onderzoeksmethodes en onderzoekssettings die in de onderzoeken zijn gebruikt. Dit hoeft
echter niet altijd het geval te zijn, er zijn ook vergelijkbare onderzoeken waarbij de
uitkomsten verschilden van elkaar. Onderzoek naar fusion centers wees bijvoorbeeld uit dat
etnisch profileren niet effectief is, maar onderzoek naar de FBI wees uit dat etnisch profileren
wel effectief is. Wel is elke situatie verschillend, daarom maakt dit het vergelijken van de
onderzoeken erg lastig. In de conclusie en discussie zal verder worden ingegaan op de
mogelijke oorzaken van de verschillen en de gelijkenissen in de uitkomsten.
Etnisch Profileren Effectief? 17
Conclusie en discussie
Uit de resultaten is gebleken dat zes van de tien onderzoeken als uitkomst hadden dat
etnisch profileren niet effectief is, als het gaat om terrorismebestrijding. Alhoewel dit een
meerderheid is, zijn er alsnog vier onderzoeken waar de uitkomst was dat etnisch profileren
wel effectief is.
De onderzoeksvraag van dit systematische review, die werd geïntroduceerd in de
inleiding is: ‘In hoeverre is etnisch profileren effectief wat betreft terrorismebestrijding?’.
Of etnisch profileren wordt bestempeld als effectief, ligt aan het soort onderzoek en wat de
onderzoeker onder effectief verstaat. Ook ligt het soms aan welk soort terrorisme wordt
bestreden, zo heeft Yetman (2004) specifiek naar zelfmoordterrorisme gekeken en
geconcludeerd dat etnisch profileren wel een effectief middel is om in te zetten.
Een reden voor de verschillende uitkomstmaten, kan de verschillende soorten
onderzoeken zijn, maar er zijn ook vergelijkbare onderzoeken bekend die verschillen van
uitkomst. Zo is in het onderzoek naar de FBI door Murray (2010) een kwantitatieve
documentenanalyse gedaan. Murray is tot de conclusie gekomen dat etnisch profileren
effectief is als het gaat om terrorismebestrijding. In het onderzoek van Monahan en Palmer
(2009) is echter geconcludeerd dat etnisch profileren niet effectief is, terwijl dezelfde
onderzoeksmethode is gebruikt als in het onderzoek van Murray. In beide onderzoeken wordt
de werkwijze van geheime diensten onderzocht. In het onderzoek van Murray waren er zaken
bekend waarbij terroristen zijn opgepakt door het gebruik van etnisch profileren, terwijl in het
onderzoek van Monahan en Palmer hier geen sprake van was. De vraag is hoe de verschillen
in uitkomst verklaard kan worden.
In de introductie is uiteengezet dat er verdeeldheid heerst in de maatschappij wat
betreft de effectiviteit van etnisch profileren. Uit de resultaten blijkt dat er ook onder
wetenschappers verdeeldheid heerst. Wetenschappers verschillen van mening; sommige
wetenschappers zien etnisch profileren wel als een effectief middel om terrorisme te
bestrijden en sommige wetenschappers denken daar anders over. Wellicht ligt dit ook aan het
perspectief van de wetenschapper. Een wetenschapper die vanuit een mensenrechtelijk
perspectief kijkt, zal sneller de conclusie trekken dat etnisch profileren geen effectief middel
is. In het onderzoek van Welch (2003) kwam dit duidelijk naar voren. Welch is bezorgd over
de gevolgen die etnisch profileren met zich mee brachten voor islamitische immigranten in de
Verenigde Staten. In de inleiding van het artikel “Ironies of social control and the
criminalization of immigrants” uitte Welch al zorgen wat betreft het etnisch profileren als
middel om terrorisme te bestrijden. Het lijkt alsof Welch al van te voren een negatieve kijk
Etnisch Profileren Effectief? 18
had op etnisch profileren. Ook Monahan en Palmer (2009) lijken er zo over te denken in het
artikel “The Emerging Politics of DHS Fusion Centers”. In deze artikelen mist nuancering
wat betreft het etnisch profileren. Of etnisch profileren ook een effectieve werking kan
hebben ,wordt niet besproken.
Er lijkt sprake te zijn van ‘confirmation bias’. Confirmation bias komt voor als mensen
informatie zoeken die hun mening of denkbeelden over een bepaald onderwerp bevestigen.
Wetenschappers horen juist informatie te zoeken die hun hypothese ontkracht (Nickerson,
1998). Dit lijkt echter bij Monahan en Palmer, en Welch, niet het geval te zijn geweest.
De artikelen die als uitkomst hadden dat etnisch profileren wel effectief is waren
genuanceerder over het onderwerp. Murray (2010) concludeerde dat binnen de FBI etnisch
profileren wel effectief is. Er zijn een aantal zaken besproken in Murray’s artikel, waaruit is
gebleken dat door middel van etnisch profileren een terroristische aanslag is voorkomen.
Murray gaf echter ook aan dat er voorzichtiger met etnisch profileren om moet worden
gegaan. Het is een ingrijpend middel, wat een discriminerende werking zou kunnen hebben.
Opvallend was dat Yetman (2004), als enige van de geïncludeerde studies het
onderwerp vanuit een economische invalshoek heeft benaderd. Volgens de onderzoeker kan
etnisch profileren efficiënt zijn. Ook voor de negatieve gevolgen is door Yetman een
oplossing uit economisch perspectief bedacht, namelijk een compensatie bieden aan
onschuldigen die zich gediscrimineerd voelen door het beleid.
Hoe etnisch profileren en de effectiviteit ervan benaderd wordt, ligt dus voor een deel ook aan
het perspectief van de onderzoeker.
Een beperking van deze systematische review is dat er geen Nederlands onderzoek is
meegenomen. Wellicht dat er in Nederland andere conclusies worden getrokken als er
vergelijkbare onderzoeken worden gedaan. Als blijkt dat de Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst in Nederland ook gebruik maakt van etnisch profileren om terrorisme te
bestrijden, dan kan er een onderzoek worden gedaan, dat vergelijkbaar is met het onderzoek
van Murray (2010) waarbij de FBI werd onderzocht, en met dat van Monahan en Palmer, die
andere geheime diensten in de Verenigde Staten onderzochten.
Omdat de onderzoeken verschillende uitkomsten laten zien, is het belangrijk dat er in de
toekomst meer onderzoek gedaan wordt naar de effectiviteit van etnisch profileren. Vooral
binnen de politie, inlichtingendiensten en op vliegvelden, waar etnisch profileren het vaakst
voorkomt, wordt uitgebreid onderzoek aanbevolen. Als blijkt dat etnisch profileren in de
meeste gevallen geen effectief middel is om terrorisme te bestrijden, dan kan de overheid hier
Etnisch Profileren Effectief? 19
op inspelen. De overheid kan zich in dat geval beter richten op alternatieve middelen om
terrorisme effectief tegen te gaan.
Daartegenover kan uit toekomstige onderzoek blijken dat etnisch profileren wel
effectief is; het is mogelijk dat terroristische aanslagen worden voorkomen. De overheid moet
zich dan afvragen of etnisch profileren voortgezet moet worden. Aan de ene kant worden er
levens gered, aan de andere kant voelen de onschuldige mensen die te maken krijgen met
etnisch profileren zich gediscrimineerd. Welch (2003) concludeerde dat mensen die meerdere
malen te maken hebben gehad met etnisch profileren zich een tweederangsburger voelen,
omdat ze anders behandeld worden dan andere burgers.
Parmar (2011) stelde zelfs dat als gevolg van etnisch profileren, mensen hun toevlucht
kunnen zoeken in de criminaliteit. Etnisch profileren zou in dat geval een tegenovergestelde
werking hebben. Wat Parmar beweerde, kan ondersteund worden aan de hand van de
labelingtheorie (Becker, 1963). Mensen die te maken hebben gehad met etnisch profileren
kunnen zich behandeld voelen als een crimineel en denken dat ze door overheidsinstanties als
crimineel worden gezien. Er wordt een label geplakt op deze mensen, ze worden namelijk als
verdachte van terrorisme gezien. Op den duur kan men zich ook daadwerkelijk gedragen naar
het label dat hen is opgelegd (Becker, 1963). In dit geval zouden deze mensen zich dus
kunnen radicaliseren en mogelijk ontwikkelen tot een terrorist.
Een aspect dat de overheid in gedachten moet houden, is de mate van terreurdreiging in
Nederland. Als de terreurdreiging hoog is, dan zou etnisch profileren effectiever kunnen
uitpakken dan wanneer de terreurdreiging laag is. De negatieve kant van etnisch profileren,
namelijk de discriminerende werking ervan, zou in het geval van een lage terreurdreiging een
grotere impact hebben dan de positieve kant van etnisch profileren. Etnisch profileren kan ook
een indicatie geven wat betreft de terreurdreiging in een land. Als de politie regelmatig
preventief fouilleert en daarmee relatief veel verdachten van terrorisme oppakt, dan kan de
terreurdreiging hoger zijn dan wanneer er bijna geen mensen opgepakt worden met behulp
van etnisch profileren.
De overheid moet de afweging maken, wat onder een effectief beleid wordt verstaan.
Een terroristische aanslag heeft een grote impact op de nabestaanden van de slachtoffers en de
overlevenden, daarnaast neemt ook de maatschappelijke onrust neemt toe. Als een
terroristische aanslag voorkomen kan worden door etnisch profileren, zal dit voor de overheid
als effectief gezien kunnen worden. Veel mensen voelen zich echter gediscrimineerd door het
gebruik van etnisch profileren; dit zijn onschuldige mensen die zich onterecht beschuldigd
kunnen voelen. De vraag is wat de overheid belangrijker vindt, de veiligheid van de
Etnisch Profileren Effectief? 20
samenleving waarborgen, of toch een niet-discriminerend beleid voeren? Het lijkt er in de
huidige maatschappij op, dat de overheid de nationale veiligheid belangrijker vindt, zo gezegd
‘het doel heiligt de middelen’. Hoe ver kan men gaan om terrorisme te bestrijden, en wat
verstaat men onder effectief?
De antwoorden op deze vragen verschillen van elkaar, zo blijkt ook uit dit systematische
review. Dit is ook logisch, aangezien niet iedereen hetzelfde onder effectiviteit verstaat. Als
de terreurdreiging groot is, dan kunnen aanslagen door middel van etnisch profileren sneller
worden voorkomen. Als de terreurdreiging laag is, moet men zich afvragen of etnisch
profileren wel een geschikt middel is.
Feit is dat etnisch profileren een discriminerende werking heeft, het beste is om andere
antiterrorismemaatregelen in te zetten die niet discriminerend werken. Een maatregel is het
meest effectief als het terrorisme bestrijdt én onschuldige mensen niet benadeelt of
discrimineert. In de huidige maatschappij is de onzekerheid over terrorisme groot, etnisch
profileren inzetten door de overheid kan in dat geval meer goed dan slecht doen.
’’Yet, those who turn to racial profiling as an anecdote for uncertainty
will find neither solutions nor comfort. Racial profiling will produce only
illusions of security while heightening the disempowerment and sense of
vulnerability of racialized groups. There is no exit.’’ (Bahdi, 2003).
De nationale veiligheid is belangrijk, maar dit mag niet bevorderd worden ten koste van
anderen.
Etnisch Profileren Effectief? 21
Referenties
Amnesty International. (2013). Gelijkheid onder druk: de impact van etnisch profileren.
Geraadpleegd op 15 maart 2014, van
http://www.amnesty.nl/sites/default/files/public/osf_ainl_gelijkheid_onder_druk_nov
_2013.pdf
Atia, M. (2007). In whose Interest? Financial surveillance and the circuits of exception in
the war on terror. Environment and Planning D: Society and Space, 25(3), 447-475.
doi: 10.1068/d1805g
Bahdi, R. (2003). No exit: racial profiling and Canada’s war against terrorism. Osgoode Hall
Law Journal, 41 (2), 293-316.
Baynes, L. M. ( 2002). Racial profiling, September 11th and the media: a critical race theory
analysis. Virginia Sports and Entertainment Law Journal, 2(1), 1-62.
Beck, C., & Miner, E. (2013). Who gets designated a terrorist and why? Social Forces,
91(3), 837-872. doi: 10.1093/sf/sos200
Becker, H. S. (1963). Outsiders: studies in the sociology of deviance. New York: Free Press
of Glencoe.
Closs, W., & McKenna, P. (2006). Profiling a problem in Canadian police leadership: the
Kingston Police data collection project. Canadian Public Administration, 49(2), 143-
160.
European Network Against Racism. (2009). Ethnic Profiling. Geraadpleegd op 12 maart
2014, van http://cms.horus.be/files/99935/MediaArchive/pdf/FS40%20-%20ethnic
%20profiling.pdf
Falk, A. (2008). Islamic terror: conscious and unconscious motives. Connecticut: Praeger
Security International.
Jarvis, L. & Lister, M. (2013). Disconnected citizenship ? The impact of anti-terrorism
policy on citizenship in the UK. Political Studies, 61(3), 656-675. doi: 10.1111/j.1467-
9248.2012.00993.x
Monahan, T. & Palmer, N. (2009). The emerging politics of DHS fusion centers. Security
Dialogue, 40(6), 617-636. doi: 10.1177/0967010609350314
Murray, N. (2010). Profiling in the age of total information awareness. Race & Class, 52(2),
3-24. dio: 10.1177/0306396810377002
Nickerson, R.S., (1998). Confirmation bias: A ubiquitous phenomenon in many guises.
Review of General Psychology, 2(2), 175-220.
Etnisch Profileren Effectief? 22
Open Society Justics Initiative. (2009). Ethnic Profiling in the European Union: Pervasive,
Ineffective, and Discriminatory. Geraadpleegd op 24 april 2014, van
http://www.opensocietyfoundations.org/sites/default/files/profiling_20090526.pdf
Parmar, A. (2009). Stop and search in London: counter-terrorist or counter-productive?
Policing and Society, 21(4), 369-382. dio: 10.1080/10439463.2011.617984
Schildkraut, D. (2009). The dynamics of public opinion on ethnic profiling after 9/11: results
from a survey experiment. American Behavioral Scientist, 53(1), 61-79.
dio: 10.1177/0002764209338786
Welch, M. (2003). Ironies of social control and the criminalization of immigrants. Crime,
Law & Social Change, 39(4), 319-337.
Woude, M. A. H. van der. (2010). Wetgeving in een veiligheidscultuur : totstandkoming van
antiterrorismewetgeving in Nederland bezien vanuit maatschappelijke en (rechts)politieke
context (proefschrift). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Yetman, J. (2004). Suicidal terrorism and discriminatory screening: an efficiency-equity trade-off.
Defence and Peace Economics, 15(3), 221-230. doi: 10.1080/1024269042000189264
Etnisch Profileren Effectief? 23
Bijlage A: Data-extractie formulier
Etnisch Profileren Effectief? 24
Beschrijving Welke pagina(‘s)
in het artikel?
Studie ID
Naam beoordelaar
Titel
Auteur(s)
Jaar van verschijnen
Publicatie in tijdschrift
Definitie etnisch
profileren
Onderzoeksvraag
Type onderzoek
Deelnemers
Onderzoekssetting
Methode werving
deelnemers
Doel van studie
Duur onderzoek
Toestemming van
ethische commissie nodig
Leeftijd deelnemers
Geslacht deelnemers
Etniciteit deelnemers
Voldoen deelnemers aan
criteria?
Aantal non-respondenten
Gebruikte
onderzoeksmethoden
Zijn er belangrijke
groepen niet meegenomen
in het onderzoek
Resultaten onderzoek?
Beantwoordt het
onderzoek de
onderzoeksvraag
Conclusie van auteur(s)
Aanbeveling voor verder
onderzoek
top related