verkenningsroute compleet
Post on 29-Jan-2016
227 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
2011/1.0
VerkennIngsroute
Wat wil je weten?Je wilt inzicht krijgen in de haalbaarheid van netwerkleren in je organisatie. Tegelijkertijd wil je je
collega’s laten proeven aan netwerkleren, door werkvormen in te zetten die nieuwsgierig maken en
enthousiasmeren. In ieder geval breng je het gesprek over netwerkleren als professionaliseringsvorm
op gang.
Om de smaak te pakken te krijgen, kun je het Inspiratiespel Netwerkleren met elkaar spelen
(kies daarbij ook de verkenningsroute). Vervolgens kun je met behulp van deze route onderzoeken
of netwerkleren aansluit bij de praktijk, cultuur en behoefte van je school of collega’s. Netwerkleren
is immers geen oplossing voor alle problemen en is geen doel op zich. De professionaliserings-
problematiek die ten grondslag ligt aan de behoefte om netwerkleren in de school of organisatie
te introduceren, staat te allen tijde centraal.
Hoe ziet de verkenningsroute eruit?De route bestaat uit een selectie van 18 kaarten en start met de inspiratiekaarten, waarin leraren en
schoolleiders een beeld geven van hun ervaringen met netwerkleren.
Met behulp van de netwerkscan krijg je een indruk of netwerkleren binnen het team kans van slagen
heeft. Je vindt antwoorden op vragen over netwerkleren. Wat houdt netwerkleren in? Welke fases
kun je onderscheiden, wat is de meerwaarde van netwerkleren en hoe kun je netwerkleren stimuleren
vanuit de schoolleiding? De werkvormen die aansluiten op deze vragen kunnen leiden tot een breed
gesprek over netwerkleren binnen de school.
Vervolgens komen meer voorwaardelijke zaken aan bod: wat voor taken kun je onderscheiden in
een leernetwerk? Wat voor soort coaching is belangrijk, waarbij wordt ingezoomd op de
leernetwerkcoach. De smaak van netwerkleren krijg je echter pas echt te pakken als je concreet
met de werkvormen aan de slag gaat.
ve
rk
en
nin
gs
ro
ut
e
Tot slot zijn er individuele vragen. Ben ik geschikt voor netwerkleren? Wat wordt daarbij van mij
gevraagd? En wat kan netwerkleren voor mij gaan betekenen? De quiz maakt dat inzichtelijk.
Afhankelijk van de uitkomsten van deze route kun je verder met de startersroute om zo het
netwerkleren concreter gestalte te gaan geven.
1. Marloes Vreuls
2. Jan Moors
3. De ‘Hofheren’
4. Netwerkscan
5. Netwerkleren
6. Fases
7. Stimuleren
8. Meerwaarde
9. Energizers
10. Wereldcafé
11. Rollen
12. Coaching
13. Leernetwerkcoach
14. Marktplaats
15. Netwerkanalyse
16. Competenties
17. Tot je verbeelding
18. Quiz
verkenningsroute
De
‘Ho
fH
er
en
’2011/1.0
De ‘HofHeren’
Directeuren van de Hofscholen in Bergeijk, deelnemers van leernetwerk ‘Directies Hof’, een schooloverstijgend leernetwerk.
Hoe is jullie leernetwerk ontstaan?
Het leernetwerk directies Hofbestaat al jaren. Feitelijk begon het tien jaar geleden, vanuit het ideaal
om de concurrentie tussen de Hofscholen om te buigen in samenwerking. Drie toenmalige directeuren
besloten gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor de drie scholen. Niet vrijblijvend, maar
onvoorwaardelijk. In de loop van tijd is de samenstelling (die sinds 2004 bestaat uit vier Hof scholen)
iets gewijzigd, maar de intentie niet.
En na al die tijd nog niet op elkaar uitgekeken?
Nee, integendeel. We zien elkaar zelfs buiten school wel eens. De relaties liggen dicht aan tegen
vriendschappen, zelfs onze partners kennen elkaar. Maar ook voor ons leernetwerk geldt, dat we het
moeten onderhouden. Als er dingen niet goed gaan, dan maken we dat bespreekbaar. Soms heeft
een van ons even minder tijd voor het netwerk. Dat heeft vaak een reden. Maar het is wel goed om op
die momenten ons functioneren als netwerk onder de loep te nemen. Aftasten of we nog op dezelfde
weg zitten, ook al loopt een van ons even wat achter.
Wat betekent jullie samenwerking voor de teams van de scholen?
De samenwerking heeft zeker invloed op de teams. De gedeelde verantwoordelijkheid is heel
concreet vormgegeven. Zo zijn we bij afwezigheid van een van ons vervangend directeur voor de
scholen. We zijn alle vier aanspreekbaar voor de teams. We merken nu dat de teams de voordelen echt
zijn gaan inzien, en niet meer anders zouden willen. Zag je in het begin nog bij studiedagen alle teams
per school bijeen zitten, nu is er een mix. Steeds vaker geven onze teams aan dat ze merken dat we
zijn gegroeid. Dat we eigenlijk betere directeuren zijn geworden. Maar het blijft zoeken naar hoe je de
samenwerking het beste vorm kunt blijven geven. Wij betrekken de teams daar intensief bij.
De ‘HofHeren’
Wat heeft jullie leernetwerk tot nu toe opgeleverd voor jullie professionalisering?
Eigenlijk heel veel. We ervaren allen het netwerk als een veilig vangnet. Ik kan zelf zeggen dat ik me
dankzij het netwerk zekerder ben gaan voelen als directeur. Terwijl een ander juist weer heeft geleerd
zich beter te presenteren voor de teams. We groeien allemaal doordat we elkaars talenten onderling
benutten. Je krijgt ook continu een spiegel voorgehouden. Voor een collega-directeur is het vaak net
wat makkelijker feedback te geven dan voor een leraar. En we hebben wel allemaal ‘krijt aan onze
handen’. We weten dat lesgeven best zwaar kan zijn. Wij streven ernaar zo ondersteunend mogelijk
te zijn voor de teams. We willen ook kunnen inspireren. Met ons leernetwerk willen we het goede
voorbeeld geven.
Welke competenties zijn volgens jullie belangrijk bij netwerkleren?
Bereid zijn te groeien en je daarbij kwetsbaar durven opstellen. Dat is de absolute basis.
Ook zelfreflectie en feedback durven geven aan de ander zijn onontbeerlijk. Als je dat hebt
binnen een netwerk dan komt er ruimte voor die verschillende invalshoeken.
Hoe zorgen jullie voor vernieuwing, een frisse wind in jullie netwerk?
We vullen elkaar goed aan maar missen wel bepaalde kennis of affiniteiten. In die richting hebben we
bewust verbreding gezocht. Maar dat is niet structureel ingevuld. Misschien zouden we er goed aan
doen toch wat meer te verbreden. Voor je het weet ben je zo op elkaar ingespeeld dat je een eenheid
bent geworden, waarin weinig ontwikkeling meer zit. Dat is ook weer niet de bedoeling.
Dit is een weergave van het gesprek dat met Gert van Kooij (Pr. Beatrixschool), Matthieu Jansen (St. Jozefschool),
Frans de Lau (Beisterveld) en Stan Schilleman (St. Thomas van Aquinoschool) is gehouden in het kader van het
project ‘Geef de leerkracht de middelen voor zijn vak terug’. Dit is een project van de vier Hofscholen in Bergeijk,
dat is ondersteund vanuit het RdMC.
Ma
rlo
es
Vr
eu
ls
2011/1.0
marloes vreuls
Marloes, leraar groep 3/4 van basisschool ‘t Spoor in Maastricht over netwerkleren
Wat is netwerkleren volgens jou?
Netwerkleren is voor mij het gebruikmaken van elkaars kennis in de breedste zin van het woord.
Netwerkleren doe je zowel privé als op het werk, en het kan een scala van onderwerpen betreffen.
Zelf heb ik op werkgebied nog weinig netwerkcontacten buiten mijn eigen school.
Ik wil mijn netwerken graag verbreden naar andere scholen.
Je zegt dat je bij veel onderwerpen netwerkleren kunt inzetten. Geef eens een voorbeeld.
Netwerkleren kun je inzetten voor alle vakken die je geeft, zoals rekenen, taal en spelling. Maar ook
voor zorgvragen. Zo zat ik zelf met de vraag hoe ik het lesmateriaal voor kinderen die hoge scores
halen, uitdagender kan maken. In een leernetwerk kun je hierover ideeën en ervaringen uitwisselen.
Het is goed als er van verschillende kanten naar zo’n onderwerp gekeken wordt. Dus door verschil-
lende mensen, met allemaal hun eigen visie.”
Wat zijn belangrijke begrippen bij netwerkleren?
Leren van en met elkaar, kennis delen, een open houding. Maar ook succeservaringen opdoen en
elkaar ontmoeten. Je moet daarbij bereid zijn om iemand bij jou in de keuken te laten kijken en
andersom. Niet dingen alleen maar voor jezelf houden, maar anderen mee laten profiteren, als je
iets hebt ontdekt wat werkt.
Marloes Vreuls
Wat is jouw concrete ervaring met netwerkleren?
Ik heb veel contact met mijn collega’s van de groepen 3 en 4 op de andere locatie. We hebben het
met elkaar over heel praktische dingen, maar ook over zorgkinderen. We hebben geen bouwvergade-
ringen, maar komen bij elkaar als we dat nodig vinden. We plannen die bijeenkomsten dan ook echt
gericht in. Zo ben ik een nieuw –tijdelijk- netwerk gestart over een nieuwe taalmethode.
Geïnspireerd door netwerkleren, heb ik leerkrachten op een aantal scholen een mail gestuurd met
de vraag:“Welke methode hebben jullie?” en “Wat zijn de plus- en minpunten?” Daar heb ik leuke en
bruikbare reacties op gekregen. De volgende keer benader ik dus sneller leerkrachten van andere
scholen.
Welke vaardigheden of competenties heeft iemand nodig om goed te kunnen netwerkleren?
Je moet bereid zijn om kennis te delen en goed kunnen communiceren. Kom ik weer terug bij die
open houding, die je nodig hebt. En het komt neer op geven en nemen. Natuurlijk komt het voor dat
jij een keer meer investeert dan een ander. Maar er komt vast een moment waarop jij meer vragen
ergens over hebt, en dan wil je ook graag in je behoefte worden voorzien. “
Welke factoren stimuleren netwerkleren?
Eigenlijk heel praktisch; zet alle namen van de leraren bij elkaar met het e-mailadres en zet erachter
wie welke groep heeft. Of organiseer schooloverstijgend een studiedag waar je de mensen van
bepaalde groepen bij elkaar zet. Laat ze maar praten over waar ze tegen aanlopen. Of inventariseer
vooraf de onderwerpen en link de mensen aan elkaar, meer is niet nodig.
Dat werkte ook voor jou.
Ja, ik merk vooral dat die bijeenkomst over netwerkleren mij heeft gestimuleerd om verder te kijken.
Ik wilde toen echt aan de slag met anderen. Er zat een collega bij van groep 4 van mijn school en een
collega van een andere school. Er was meteen een klik, en we bespraken direct de zaken waar we
tegen aanlopen. We hebben een afspraak gemaakt, en nu groeit het netwerk al.
Dit is een samenvatting van een interview met Marloes Vreuls dat is afgenomen in 2010, als onderdeel van het
onderzoek naar netwerkleren van het RdMC.
jan
mo
or
s2011/1.0
Jan moors
Jan, leraar groep 8 van de Pr. Beatrixschool in Bergeijk,deelnemer van leernetwerk ICT, een schooloverstijgend leernetwerk
Wat is netwerkleren volgens jou?
Netwerkleren is met mensen die dezelfde leervraag hebben een groep vormen, om zo van elkaars
kennis en vaardigheden gebruik te kunnen maken en om elkaars leervragen op te lossen of helder
te krijgen. Maar je kunt ook samen iets ontwikkelen; door met elkaar in gesprek te gaan, komt er van
alles boven. Voor je het weet spreek je af om een item op te pakken en samen uit te werken voor de
verschillende scholen.
Hoe ziet zo’n leernetwerk er dan uit, wat zijn de eigenschappen?
Ik merk dat zo’n leernetwerk eigenlijk pas echt goed begint te werken, als je elkaar beter leert kennen.
De vertrouwensband is ontzettend belangrijk, is die er niet dan blijft het te formeel. Ik ben drie jaar
geleden gestart met het leernetwerk ICT. In het begin kwamen we eigenlijk altijd samen op vaste
tijdstippen, maar daar bleef het dan ook bij. Nu kennen we elkaar goed en zijn we eigenlijk vrienden
met elkaar geworden. Ik durf nu veel sneller een vraag aan iemand te stellen en we spreken elkaar
vaker, ook via de mail.
Wat zijn eigenschappen van een goed leernetwerk?
Afspraken. Vaste tijdstippen vind ik toch wel belangrijk bij leernetwerken. Naast deze afspraken komen
we ook informeel samen, maar je moet als leernetwerk wel bepaalde doelstellingen voorop zetten.
Je mag gerust iets eisen van een leernetwerk, vind ik. Als je geen doelstellingen en tijdstippen vast-
legt, dan blijft het te vrijblijvend. Dat zie ik bijvoorbeeld bij andere leernetwerken hier op school: als
ze geen datum vastleggen, dan komt het er niet echt van. Bij het leernetwerk ICT hebben we die vaste
afspraken wel, en dat vormt de basis. Daardoor zien we elkaar ook vaker tussendoor.
jan moors
Hoe heeft netwerkleren bijgedragen aan jouw professionalisering?
Ik ben nu veel vaardiger geworden op ICT-gebied. Door die uitwisseling in het netwerk krijg je veel
praktische kennis en vaardigheden van meer ervaren collega’s. Wat ik leer in het netwerk kan ik
meteen toepassen in mijn dagelijkse praktijk, in de klas. Wat daarvan goed werkt, speel ik door aan
collega’s, meestal rond de laptop, dat werkt vaak het beste. Zo krijg ik ze heel enthousiast, en ik zie dat
ook zij de kennis de dag erna meteen gebruiken in hun groep. Die informele gesprekjes met leer-
krachten hebben veel effect. Dat werkt veel beter dan een formele bijeenkomst voor het hele team,
merk ik. Ook hier speelt die vertrouwensband weer mee.
Welke competenties zijn belangrijk bij netwerkleren?
Voor mij is sfeer en relatie ontzettend belangrijk. Je moet elkaar vertrouwen voordat je dingen met
elkaar gaat delen en open naar elkaar durft te zijn. Je moet in een leernetwerk openstaan voor elkaars
ideeën en vragen, en er ook zijn voor de andere deelnemers. Als iemand een vraag stelt, niet pas na
drie weken reageren. Bij vragen kunnen we altijd bij elkaar terecht via de mail. In het netwerk zijn we
zo professioneel dat we elkaar ondersteunen, écht samenwerken, ook al zitten we niet op dezelfde
school. Zo staat niemand alleen. Die band hebben we nu, en dat is toch wel heel belangrijk.
Het komt er eigenlijk op neer dat je openstaat voor de anderen. Dat je niet denkt: ‘Ik ben ICT-er op de
prinses Beatrixschool’, maar dat je elke keer in je achterhoofd houdt ‘Ik ben ICT-er op de prinses Beatrix
school, maar ik ben ook een beetje verantwoordelijk voor de anderen’.
Dit is een samenvatting van het interview dat met Jan Moors is afgenomen in 2010, als onderdeel van het onderzoek
naar netwerkleren in de PO-praktijk.
2011/1.0
NetwerkscaN
DoelDe netwerkscan is een hulpmiddel om de haalbaarheid van netwerkleren in een schoolorganisatie te
peilen. In de scan onderscheiden we drie categorieën:
• ruimtevanuitdeorganisatie
• collegialiteit
• lereninjenetwerk.
Deze drie categorieën geven samen een beeld over de fase waarin een organisatie zich bevindt op de
schaal van zaaien, cultiveren en oogsten.
Benodigdheden• Netwerkscanentoelichting.*
Procedure instrumenten HetRuuddeMoorCentrum(RdMC)doetonderzoeknaarnetwerklerenindeonderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een
standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.
Stuurvoordatjedenetwerkscanwiltinzetteneene-mailaannetwerkleren.rdmc@ou.nl.
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(netwerkscan)
• naamenadresgegevensvandeschool,ofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdatdenetwerkscangaatinvullen
• gewensteperiodevoorafnamevandenetwerkscan.
Wijnemenbinneneenweekcontactopmetdecontactpersoonomspecifiekezakenverder
te bespreken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
ne
tw
er
ks
ca
n
coach
Het inzetten van de netwerkscan verloopt via de leernetwerkcoach of inspirator. Deze maakt
afsprakenmethetRdMCennodigtvervolgensdedeelnemersschriftelijkofpere-mailuitomde
netwerkscanintevullen.Denetwerkscankannaeenjaarwordenherhaald.Hiermeewordteen
eventuele groei van de organisatie zichtbaar.
Wat levert de netwerkscan op?Deresultatenvandescanhelptdeschooloforganisatieomdejuisterichtingtebepalenvoorde
invoeringofversterkingvannetwerkleren.Hetresultaatvandescankangrafischwordenweer-
gegeven en geeft daarmee een totaalbeeld van netwerkleren binnen de organisatie.
Voorbeeld van een resultaatDeze staafdiagram laat zien dat deze organisatie als volgt kan worden gekenmerkt:
Ruimte vanuit de organisatie zit in de fase oogsten;
eriseenduidelijkprofessionaliseringsbeleidmet
ruimte voor informeel leren en netwerken.
Colle gialiteit zit in de fase zaaien; er wordt weinig
kennis gedeeld tussen collega’s binnen de school.
Lereninjenetwerkzitindefaseoogsten;
dedocentenindeschoolzijnactiefinnetwerken
waarin ze leren en expertise delen.
Dezenetwerkenzijnhoofdzakelijkschooloverstijgend.
Eenmogelijkeadviesvoordezeorganisatieisdatzezichhetbesterichtenopdegroeivankennis-
delingtussencollega’sbinnendeschool.Bijvoorbeelddoorhetnetwerklerenbetertefaciliteren
binnendeschool.Schooloverstijgendeleernetwerkactiviteitendiedelerarenhebbenontwikkeld,
fungerenhierbijalsbronvanvernieuwingenstimulerendeontwikkelingvanbinnenschoolsenetwerken.
Oogsten
Cultiveren
Zaaien
Ruimtevanuit Collegialiteit Lereninje organisatie netwerk
Voorbeeld organisatie
netwerkscan
ne
tw
er
kl
er
en
2011/1.0
NetwerklereN
Leraren leren vooral op de werkplek, naar aanleiding van de dagelijkse werkzaamheden. Als een leraar
een vraag heeft, dan is vaak een collega de bron voor een passend antwoord. Netwerkleren is een vorm
van het verbinden van elkaars praktijken. Leren en kennisontwikkeling is daarmee ook steeds meer
een spontane sociale activiteit: je leert met elkaar in je netwerk, en zoekt oplossingen voor vragen en
uitdagingen die je tegenkomt in je praktijk. Door anderen te betrekken bij je leervraag maak je gericht
gebruik van elkaars kennis, ervaringen en zienswijzen.
Netwerkleren in het onderwijsNetwerkleren staat voor een persoonlijke en actieve manier van leren waarbij leraren gericht gebruik
maken van hun contacten. Het kan in de kern worden omschreven als het participeren in of creëren van
relaties tussen lerenden. Deze netwerken ontstaan ad hoc rondom een praktijkprobleem, maar kunnen
uitgroeien tot stabiele leernetwerken. Ze ontstaan binnen de school of breiden uit naar een schoolover
stijgend netwerk. Door verbreding leer je ook van collega’s en experts buiten de eigen school.
“Netwerkleren betekent voor mij met mensen een groepje vormen om van elkaars
kennis en vaardigheden gebruik te maken. Proberen om elkaars leervragen en
praktijkproblemen helder te krijgen en op te lossen.” Simon, leraar groep 8
Kenmerken van netwerkleren • Eigen(leer)vragenstaanvoorop.Binneneventuelekadersofthema’sbepaaljezelfwaaroverjehet
wilt hebben. Het gaat om het uitwisselen van persoonlijke ervaringen, waarbij je met elkaar de
oplossingen ontwikkelt.
• Eenleernetwerkbepaaltzijneigentempoeninhoud.Alsjeeenbepaaldekwestiewiltuitdiepen,
dan doe je dat.
• Hetleernetwerkbepaaltzelfwieerdeelnemerwordt.Iederedeelnemerkananderenuitnodigen,
zolang het bijdraagt aan de uitwisseling. Netwerken zijn open en dynamisch, juist daardoor krijgen
verfrissende ideeën een kans.
coach
netwerkleren
Ineenleernetwerkontstaathierdoortijdenruimteomnietalleennatedenkenoverdevraag:
doen we de dingen goed? Maar ook over de vraag: doen we de goede dingen?
“Op verschillende scholen speelt vaak hetzelfde. Het scheelt veel tijd als je dat
samen in schooloverstijgende leernetwerken oppakt.” Josje, leraar groep 7
De meerwaarde van netwerkleren Als leraar kom je soms problemen tegen in je werk, die snel opgelost moeten worden. Of je hebt een
vraagstuk waarmee je aan de slag wilt. Door hulp te vragen bij collega’s, vind je vaak snel een oplos
sing. Netwerkleren is daarmee oplossingsgericht vanuit de dagelijkse praktijk.
Wat vandaag wordt geleerd of ontwikkeld, kun je vaak morgen direct toepassen.
“Het voordeel van een leernetwerk is dat je op heel korte termijn veel kunt
leren, door met elkaar in gesprek te gaan.” Simon, leraar groep 8
“Ik ervaar deelnemen aan een leernetwerk als een verrijking. Je komt tot
nieuwe inzichten, je gaat anders kijken, eigenlijk breder kijken. Je verruimt
je blik en dat is heel fijn.” Hugo, leraar groep 4
Netwerkleren is misschien wel vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf. Structuren die netwerk
leren mogelijk maken moeten vaak worden verstevigd en vernieuwd. Maar daarmee ontstaat wel de
situatie waarin je als leraar langdurig je expertise en passie kunt delen.
fas
es
2011/1.0
Fases
Iederleernetwerkkenteenlevenscyclusdiebestaatuitdriefases:zaaien,cultiverenenoogsten,
met elk z’n eigen kenmerken en aandachtspunten.
ZaaienEenleernetwerkstartvaakmeteen‘klik’.Jeontmoetelkaarenontdektelkaarsgezamenlijkepassies
of praktijkvragen. Zijn deze ontmoetingen blijvend interessant dan maak je afspraken met elkaar en
vormenzichdeeerstecontourenvaneenleernetwerk.Eenleernetwerkbegintvaakklein,metbijvoor
beeld twee of drie leraren, maar kan al snel groeien.
“Toen ik eenmaal met Henk ervaringen uitwisselde over leraar groep 3/4
ontstond er opeens een klik. We hadden direct zoveel te bespreken. En dat bleek
niet alleen voor ons, we zijn nu al met z’n vieren.” Saskia, leraar groep 3/4
CultiverenDe kiemen zijn gelegd en de eerste leeropbrengsten voor je onderwijspraktijk beginnen zichtbaar te
worden. Je begint je op je gemak te voelen en komt geregeld bij elkaar. Geven en nemen zijn vanzelf
sprekende begrippen geworden, zonder alles af te wegen. Nieuwe leervragen worden makkelijker
opgepakt.Erkomtookmeerruimtevoorflexibiliteit,nieuwedeelnemersbrengenfrisseideeënin.
“Eerst liet ik mijn leerroute bepalen door wat is goed om te leren.
Na gesprekken hierover in mijn netwerk heb ik zelf meer de touwtjes van
mijn eigen leerroute in handen. Ik vind het fijn om eigen keuzes te maken
in professionaliseren.” Nick, leraar groep 8
fases
OogstenHet leernetwerk heeft z’n draai gevonden en krijgt erkenning. Nieuwe deelnemers dienen zich
spontaanaan.Erwordtsamengewerktaannieuweinzichtenofproductenenerontstaatruimteom
te oogsten: er is meer samenhang tussen leervragen en meer diepgang in ontwikkelde kennis.
Het is hierdoor makkelijker om de opbrengsten vast te leggen, en met anderen te delen – ook buiten
het leernetwerk.
“Via leernetwerk ‘leraar groep 4’ heb ik veel ideeën opgedaan en uitgewis
seld. Ik heb hierdoor ook buiten het netwerk om, de motivatie gevonden om me
verder te verdiepen in dit onderwerp.” Ruud, leraar groep 4
De fases in de praktijkDe praktijk is vaak weerbarstiger. Zo zal een leernetwerk na de oogstfase weer opnieuw in de zaaifase
komen, of zit het bij de start al bijna in de oogstfase. Ook zul je zien dat in een leernetwerk meerdere
leervragennaastelkaargaanlopen,elkmeteeneigendoorlooptijdenfasering.Iederleernetwerkont
wikkelt hierin z’n eigen tempo. Realiseer je dat je als leernetwerk zelf bepaalt hoe, waarover en in welk
tempo je leert. Jij staat samen met de andere deelnemers aan het roer van je eigen leerproces!
“We merkten dat door de wisseling van het schooljaar onze gezamenlijke leer
vraag niet meer actueel was. We wilden liever aan de slag met het onderwerp
sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. We zijn toen geswitcht van
onderwerp. Ik weet nog dat ik aanvankelijk dacht: mogen we zomaar wisselen?
Tot ik me realiseerde dat wij als leernetwerk zelf bepalen wat we belangrijk
vinden.” Maria, leraar groep 6
st
imu
le
re
n2011/1.0
stimulereN
“Hoe breng je netwerkleren in en tussen scholen op gang? Hoe stimuleer je net
werkleren als de opbrengsten niet van te voren vaststaan?” Stefan, directeur
RuimteEenleernetwerkkunjeopvattenalseencontinuestroomvanleermomentendienietvantevorenzijn
bedacht, en waarbij het niet de bedoeling is deze te beheersen en te controleren. Het gaat om zin
volle, vaak spontane contacten met collega’s of beroepsgenoten die helpen om onderling vragen en
problementebesprekenenoptelossen.Eenschoolleiderdieditprocesteveelstuurt,loopthetrisico
het ontstaan van leernetwerken te frustreren. Durven loslaten geldt voor deelnemers maar zeker ook
voordeschoolleiding.Belangrijkisomlerarenhetvertrouwentegevendatzeprofessionalszijnen
hiernaar handelen. Geef daarom goede voorbeelden de ruimte en maak netwerkleren en het onder
houden van professionele relaties onderdeel van de professionele ruimte waarin leraren zich ontwik
kelen.
Ondersteunende rollenInteractiebinneneenleernetwerkkanalleenplaatsvindenalshetgoedbeschermdistegenstorende
invloeden. Rollen binnen het leernetwerk of de juiste coaching brengen leraren bij elkaar, brengen
interacties op gang, sturen aan op meningsvorming door visies te laten botsen en door nieuwe inzich
ten die ontstaan expliciet te maken. Die rollen geven zo’n netwerk energie en continuïteit.
Als schoolleider speel je een belangrijke rol in het succes van leernetwerken, juist door je op de achter
grond te houden en het gevoel van ruimte voor professionele ontwikkeling te stimuleren.
“Eigenlijk doen we heel veel dingen goed en dat is ook belangrijk. Dat moeten
we ook zichtbaar maken. Succesmomenten vieren. Dat geeft ook energie.”
Harrie, directeur
coach
stimuleren
Hoe geef je de ruimte aan leernetwerken? • Geefenthousiastemedewerkerseenrolinleernetwerken.Benoemdierollenookindefunctiemix.
• Zorgvoorcontinuïteitvannetwerkenendeorganisatorischeinbedding.
• Geefmedewerkerstijdenruimtevoorparticipatieinleernetwerken.Neemditopinhun
takenplaatje, bijvoorbeeld als professionaliseringstijd.
• Waardeernetwerklerenendeeldeopbrengstenofkennisproducten breder in de school, zorg dat
het op bestuursniveau de erkenning krijgt die het nodig heeft. Gebruik hierbij bijvoorbeeld het
waardecreatieverhaal. Of draag een ambassadeur op.
• Zorgvoorkoppelingtussendeontwikkelingvanlerareninleernetwerkenenfunctionerings-
gesprekken,portfolioenwetBIO.
“Een goede borging op bestuursniveau is belangrijk, zodat het schoolbestuur
hier ook tijd en middelen voor vrijmaakt binnen de organisatie.”
Anne, directeur
Leernetwerken staan los van formele structuren en gaan dwars door schoolorganisaties heen.
Zekunnengestartwordenbinneneen(groot)schoolbestuur.Alsmanagermoetjedanzorgenvoor
goed eigenaarschap en een gedeelde urgentie om zo’n netwerk te starten. Netwerkleren is geen
oplossing voor alle problemen en moet geen doel op zich worden. Je moet blijven onderzoeken of
het aansluit bij de praktijk, cultuur en behoefte.
me
er
wa
ar
de
2011/1.0
meerwaarde
Praktijkgericht lerenAls leraar kom je in je werk soms problemen tegen, die snel opgelost moeten worden. Of je hebt een
vraagstuk waarmee je aan de slag wilt. Door hulp te vragen bij collega’s, vind je vaak snel een oplos
sing. Netwerkleren is daarmee oplossingsgericht vanuit de dagelijkse praktijk. Wat vandaag wordt
geleerd of ontwikkeld, kun je vaak morgen direct toepassen.
”Ik geef het in een vroeg stadium aan als ik ergens tegenaan loop. Ik overleg
in het leernetwerk en merk dat ik niet de enige ben. Vaak kunnen ze me direct
op weg helpen. Hierdoor worden problemen eerder opgelost en gaan ze niet
sluimeren.” Sylvia, leraar groep 5
Verdiepen met collega-expertsLeren in een netwerk heeft een aantal voordelen ten opzichte van het traditionele of formele leren.
Leraren vinden collegiale uitwisselingen heel prettig en ervaren dat bovendien als erg effectief.
Metnameomdatdeoplossingenaandepraktijkgetoetstzijn.Collega’sblijkenvaakgoedeexperts.
Netwerklerenzorgtervoordatjeeenactiefbenaderbaarenstevig‘vangnet’vanexpertiseomjeheen
hebt, waardoor je je gesteund voelt in de uitvoering van je werk. Het zijn de mensen met wie je lang
durig je passie voor je werk kunt delen.
”Door de samenwerking in het leernetwerk krijg ik veel kennis mee van
collega’s die er al langer mee bezig zijn. Ik neem die kennis heel snel op in
mijn dagelijkse praktijk.” Simon, leraar groep 8
Zelf aan het roerIneenleernetwerkhebjeveelinvloedopdeinhoudenplanningvanhetnetwerk.Jeeigenleervraag
staat centraal en dat motiveert om kennis uit te wisselen en te leren. Netwerkleren stimuleert daar
naasttotreflectieopheteigenhandelenindepraktijk.
1
meerwaarde
“Vroeger vond ik het lastig om te gaan met feedback. Nu sta ik veel meer open
voor opmerkingen van collega’s. In een leernetwerk geef je immers veel feed
back aan elkaar. Daar leer je vanzelf mee omgaan.” Harrie, leraar groep 3
“Vaak gaat het best wel goed in je klas. Maar als iemand anders meekijkt of
denkt dan maakt dat je scherper. Door vragen van een collega ga je je eigen
handelen in een ander licht zien. Dan kan een andere aanpak opeens toch beter
lijken.” Sylvia, leraar groep 5
“Vroeger beslisten we als directieleden over bepaalde zaken. Nu laten we dat
meer over aan de leernetwerken.” Stefan, directeur
Schooloverstijgende netwerkenEenleernetwerkstartvaakbinneneenschool,doorcontactendiedeelnemerssomsalhebbenmet
huncollega’s.Indebehoefteomuittebreidenmetnieuwedeelnemers,wordensomsalsheelvan
zelfsprekend verbindingen gelegd met collega’s van andere scholen. Daarmee verbreed en verdiep
je de gezamenlijke ervaringen en kennis van het leernetwerk direct. Zie het als een reis naar andere
culturen.Ditmaaktjenieuwsgierig,prikkeltdereflectieopdeeigenpraktijk,maarstimuleertook
vernieuwing en uitwisseling. Uiteindelijk bepaalt het leernetwerk of en wanneer het toe is aan een
dergelijke verbreding.
“Ik zat vorig jaar voor het eerst in leraar groep 8. Dan komt er veel op je af.
Ik kon gelukkig direct meedoen aan het leernetwerk leraar groep 8 van drie
andere scholen. Dat heeft me erg geholpen, ik hoefde het wiel niet voor alles zelf
uit te vinden.” Simon, leraar groep 8
“Ook naast de momenten met het leernetwerk zoek ik nu gemakkelijker contact
met collega’s van andere scholen. De drempel is nu veel lager.”
Hugo, leraar groep 4
En
Er
giz
Er
s2011/1.0
eNergizers
Wie kent het niet: je rent je klas uit, staat snel nog een ouder te woord, pleegt gauw een telefoontje,
en maakt onderweg ook nog wat kopietjes voor morgen. Zo schuif je aan bij een bijeenkomst met je
leernetwerk…
Even stoom afblazen, lachen of letterlijk in beweging komen, doet in zo’n geval vaak wonderen, en
brengt deelnemers in de juiste stemming. We geven vier voorbeelden van energizers die je kunt inzet-
ten voorafgaand aan een andere werkvorm of bespreking. Of gewoon voor de lol.
Piranha’sAls leernetwerk heb je soms te maken met factoren die het netwerk ondermijnen. Met deze
energizer ervaren de deelnemers hoe makkelijk je gevaren kunt trotseren. Als je het tenminste
gezamenlijk oppakt!
Werkwijze
Zorg voor een grote ruimte. Zet zoveel stoelen langs één kant van de ruimte als er deelnemers zijn.
Iedereen deelnemer gaat op een stoel staan. Vervolgens beschrijf je de ruimte als een rivier vol
piranha’s. Je steekt de rivier over door de stoelen steeds te verplaatsen. Maar niemand mag de grond
raken! Als iedereen veilig aan de overkant is, is de opdracht voltooid.
Netwerk kluwenMet deze energizer visualiseer je netwerken. Letterlijk worden de deelnemers met elkaar verbonden
door draden. Deze energizer werkt goed in grotere groepen, maar is in aangepaste vorm ook goed
inzetbaar bij een kleine groep.
Werkwijze grote groep
Zorg voor bollen wol in verschillende kleuren. Je hoeft van te voren niets uit te leggen. Je gooit de
bollen een voor een naar de deelnemers, maar houdt steeds het uiteinde vast. Nodig de ontvangers
van de bollen uit om de bol door te gooien maar de draad vast te houden. Voor je het weet, is ieder-
een opgenomen in het netwerk.
coach
EnErgizErs
Werkwijze kleine groep
Laat een deelnemer een onderwerp noemen waarover hij collega’s consulteert. De deelnemer
gooit vervolgens de bal naar degene in het netwerk met wie hij het meest hierover uitwisselt.
Vervolgens gooit die persoon hem weer door naar degene met wie hij het meeste uitwisselt,
enzovoort. Wissel het onderwerp af. Zo zie je wie centraal staat in het netwerk rondom een
bepaald onderwerp.
Stoom afblazenStoom afblazen is vaak heel functioneel. Het geeft mensen de kans iets kwijt te kunnen over wat ze die
dag hebben meegemaakt, iets vervelends of juist grappig. Het versterkt het onderlinge vertrouwen,
maar zorgt er ook voor dat een bijeenkomst niet helemaal wordt opgeslokt door dergelijke zaken.
Werkwijze
Spreek met elkaar af hoe lang je stoom gaat afblazen. Iemand in de groep houdt de tijd bij. Als deze is
verstreken, gaan alle deelnemers verder met de afgesproken activiteiten.
SpeeddateDe speeddate kun je inzetten bij mensen die elkaar niet kennen of juist wel. Onderdelen die je nor-
maal plenair bespreekt, komen op die manier op een snelle en veilige manier aan bod.
Werkwijze
Leg aan de deelnemers uit over welk onderwerp, of welke vraag de speeddate gaat. Dit kan zijn het
vertellen over je expertise en ervaringen, of het bespreken van wat jij belangrijk vindt voor het sociaal
contract. Twee deelnemers wisselen informatie uit. Na weer een of twee minuten wisselen ze en gaan
ze met een ander verder.
We
re
ld
ca
fé
2011/1.0
wereldcafé
Er zijn soms van die bijeenkomsten waarbij je veel luistert en af en toe een vraag mag stellen.
In de pauze en na afloop bij de borrel komen meestal de echte vragen en bedenkingen boven tafel.
Met de werkvorm wereldcafé kunnen de deelnemers op een informele manier proberen hun ant-
woorden te vinden en hun kennis te delen. Iedereen komt aan het woord bij het vinden van oplossin-
gen van knelpunten van de deelnemers.
WerkwijzeZorg voor een cafésfeer met tafels en stoelen. De inspirator is de ‘kroegbaas’ en legt de werkvorm uit.
Er is drinken en er staan nootjes en hapjes op tafel. Per tafel is er één gastvrouw of -heer, die steeds
blijft zitten. Op elke tafel ligt een beschrijfbaar tafelkleed en zijn er viltstiften. Verdeel de deelnemers
(maximaal 6 à 7) over de tafels.
Ronde 1
De inspirator vraagt om bespreek- of knelpunten over een bepaald onderwerp op het tafelkleed te
schrijven. De gastvrouw assisteert de deelnemers in het formuleren van knelpunten. Na een kwartier
schuiven de deelnemers naar een volgende tafel.
Ronde 2
De gastvrouw vat de knelpunten samen van haar tafel aan de nieuwe deelnemers. Ze nodigt de deel-
nemers uit om oplossingen te geven voor de knelpunten en helpt bij de formulering. Na een kwartier
schuiven de deelnemers naar een volgende tafel.
Ronde 3
De gastvrouw vat samen wat er op het tafelkleed staat en nodigt de deelnemers uit om de voorwaar-
den of condities voor deze oplossingen en aanbevelingen op te schrijven. Na een kwartier wordt
de werkvorm beëindigd door de inspirator. Eventueel kan per tafel de gastvrouw plenair een korte
samenvatting geven van ‘haar’ tafel. Als er nog tijd is kunnen de deelnemers de tafels rond om te
kijken wat er bij ‘hun’ knelpunt staat. De inspirator zorgt ervoor dat alle informatie samenkomt en de
deelnemers de inhoud van de tafelkleden ontvangen.
coach
Wereldcafé
Alternatieven
• Bepaalvantevorenwelkedrievragenerperrondegesteldworden.
• Bepaalvantevorenoverwelkethema’serpertafelgesprokengaatworden.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Iedereen kan aan het woord komen. Men deelt kennis en ervaringen. Door per tafel te focussen op
een bepaald thema ontstaat verdieping en zal er meer kwaliteit ontstaan. Je leert als deelnemer aan
de slag te gaan met andermans knelpunt. We geven enkele voorbeelden van hoe je het wereldcafé
kunt inzetten bij netwerkleren.
Opstellen leeragenda of sociaal contract
Lees eerst de kaarten leeragenda of sociaal contract. Gebruik de tafels om de leeragenda te bepalen
of het sociaal contract vorm te geven. Je kunt bepaalde aspecten van de leeragenda of het sociaal
contract per tafel uit laten diepen. Bespreek met elkaar wat de uitkomsten zijn en welke punten het
leernetwerk in de leeragenda of het sociaal contract opgenomen wil zien. De coördinator verwerkt
deze punten, en verspreidt de leeragenda of sociaal contract onder de deelnemers.
Verdeling taken en rollen
Lees eerst de kaarten van de coördinator, inspirator en creator. Gebruik de tafels van het wereldcafé
om de rollen en taken verder te laten uitdiepen, of om uit te zoeken wie welke rol kan en wil vervullen.
De kaarten over de rollen kunnen helpen om te bekijken of belangrijke zaken zijn gemist, of om ze op
ideeën te brengen.
ro
ll
en
2011/1.0
rolleN
We onderscheiden drie rollen in een leernetwerk: coördinator, inspirator en creator. Deze rollen zijn
een hulpmiddel om activiteiten binnen het leernetwerk te benoemen en te kunnen beleggen bij
deelnemers. Ze beschrijven de verschillende taken die in een goed functionerend leernetwerk aan
wezigzijn.Eendeelnemerkanmeerdererollenhebbeneneenrolkandoormeerderemensenworden
ingevuld, of rouleren. De rollen kristalliseren zich in de zaaifase vaak nog uit. Het belang van rollen
is dat algemene gevoelens over het functioneren in het leernetwerk benoemd en opgepikt kunnen
worden. Leren is een sociaal proces waarvoor iedereen in het netwerk verantwoordelijk is, de rollen
jagen dit proces slechts aan.
CoördinatorDe coördinator is verantwoordelijk voor de planning. Hij beheert de jaaragenda, regelt locaties voor
bijeenkomsten en stemt praktische zaken op elkaar af. Ook zorgt hij ervoor dat de werkzaamheden
en de werklast redelijk over de tijd en deelnemers worden verdeeld. De coördinator treedt op als
technisch voorzitter.
“Er is iemand in ons netwerk die er altijd voor zorgt dat wij niet uiteengaan
zonder nieuwe datum. Zoiets simpels zorgt er al voor dat de continuïteit in ons
leernetwerk is gegarandeerd.” Hugo, leraar groep 4
“Ik denk dat in elk netwerk iemand het voortouw moet nemen. Bijvoorbeeld
iemand die zorgt voor een overlegruimte of een agenda maakt. Eigenlijk voor
wat sturing zorgt in het leernetwerk.” Simon, leraar groep 8
InspiratorDe inspirator voedt het creatieve brein van het netwerk. Hij is verantwoordelijk voor de inhoudelijke
agenda van het leernetwerk. Hij inspireert het leernetwerk door discussies aan te zwengelen, zoekt
activerende werkvormen uit en begeleidt de activiteiten. Hij zorgt ervoor dat inhoudelijke lijnen waar
nodig bij elkaar komen en dat het leernetwerk de goede richting uitgaat. Als het nodig is, fungeert hij
als luis in de pels van het netwerk.
coach
rollen
“Soms zit de klad er even in. Dan is het goed als iemand de boel weer een beetje
oppept. In ons leernetwerk is er altijd wel iemand die bij tijd en wijle die rol op
zich neemt. Dat houdt je scherp als leernetwerk.” Maria, leraar groep 6
CreatorDe creator zorgt ervoor dat het leernetwerk de opbrengsten van de samenwerking in het leernetwerk
explicietbenoemtenbeschrijft.Endatdezewordenverwerkttotconcretekennisproducten waar alle
deelnemers wat aan hebben. Hij zet eventueel onderzoek op en legt opbrengsten vast. Hij stimuleert
de verspreiding van de opbrengsten binnen en buiten het netwerk.
“Soms ben je gewoon lekker op gang. Wisselen we veel uit, en doen we veel
nieuwe inzichten op die we direct gebruiken in de praktijk. Dan zijn we niet
altijd bezig met de vraag wat andere collega’s aan die kennis kunnen hebben.
Gelukkig is er iemand in ons netwerk die steeds bedenkt of wat we hebben
geleerd nuttig is voor collega’s. Het is toch zonde om goede ideeën niet te delen.”
Jasper, leraar groep 3
CO
AC
HIN
G2011/1.0
coachiNg
Naast de drie rollen onderscheiden we de leernetwerkcoach, ICT-coach en ambassadeur
netwerkleren. Deze rollen zijn ondersteunend aan meerdere leernetwerken, of verhogen de
status van netwerkleren binnen de school, of het schoolbestuur.
Leernetwerkcoach De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en
ondersteunt leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van de leernetwerken,
maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk kan worden versterkt of
verbreed.
“Ik merk dat mijn bijdrage vaak echt iets toevoegt. Ik heb toch meer afstand
tot zo’n leernetwerk, dat werkt verfrissend. Met een paar vragen help je een
leernetwerk al snel weer een stapje verder.” Marcel, leernetwerkcoach
“Als ik een leuke werkvorm heb uitgeprobeerd dan deel ik die met de inspirato
ren van de leernetwerken. Die kunnen er dan meteen mee aan de slag, en heel
vaak blijkt het bij hen ook goed te werken.” Elisabeth, leernetwerkcoach
ICT-coachDeICT-coachzorgtvoorondersteuningbijhetsamenwerkenineenonline omgeving van het
leernetwerk. Hij doet voorstellen voor online mogelijkheden die de samenwerking of kennisdeling
ondersteunenenbevorderenalshetleernetwerkdaaraantoeis.DeICT-coachmaaktgeendeeluit
van het leernetwerk. Hij stemt af met de coördinator van het leernetwerk, en de leernetwerkcoach. De
kernvanderolvanICT-coachishetverzorgenenorganiserenvandegewenste(online)communicatie
binnendeleernetwerkenvaneenschool(bestuur).
coach
coach
coach
COACHING
“Vroeger ging ik vaak te snel. Wilde ik iets waar een leernetwerk nog niet aan
toe was. Of ze waren druk met andere zaken. Ik overleg nu meer met de deel
nemers vooraf, probeer aan te sluiten bij hun behoefte. Dat werkt beter. En er
zijn gelukkig altijd netwerken die wel wat sneller willen.” Simon, ICT-coach
AmbassadeurNetwerkleren bewijst zich door het te doen, erover filosoferen helpt niet. De ambassadeur
netwerkleren heeft dit zelf ondervonden en straalt dit principe uit. De ambassadeur weet wat
netwerkleren inhoudt en heeft ervaring hiermee in de eigen praktijk. Hij heeft ook ervaren dat
netwerkleren en het lerend en producerend bezig zijn niet altijd vanzelf gaat. De ambassadeur kan de
meerwaarde van netwerkleren goed benoemen, weet netwerkleren op de agenda van management
en schoolbestuur te krijgen en behartigt de belangen van netwerkleerders. De ambassadeur bevestigt
daarmee de link tussen netwerkleren en professionalisering van leraren en bevordert kennisdeling
binnen een schoolbestuur. Als netwerkleerder in hart en nieren heeft hij bovenal een voorbeeld
functie binnen de school en daarbuiten.
“Zelf zit ik ook in een intensief leernetwerk met andere directeuren. Wat me dat
al niet heeft opgeleverd! Je wilt toch het goede voorbeeld geven en dat uitdragen.
Laten zien wat het oplevert aan mijn leraren, maar ook aan collegadirecteuren
van andere scholen. Mensen inspireren om ook meer te netwerkleren.”
Stefan, ambassadeur netwerkleren
“Ik vind het belangrijk dat netwerkleren erkenning krijgt. Het levert zo veel op,
weet ik uit de praktijk. Dat moet worden beloond, of ten minste kunnen mee
tellen voor het bekwaamheidsdossier.” David, ambassadeur netwerkleren
1
Le
er
ne
tw
er
kc
oa
ch
2011/1.0
leerNetwerkcoach
De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en
ondersteunt de leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van deze leernet
werken, maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk versterkt of
verbreed kan worden.
Wanneer is een leernetwerkcoach nodig?De leernetwerkcoach kan in iedere fase van een leernetwerk worden ingezet. Vooral in de zaaifase is
deinzetvaneenleernetwerkcoachvaaknuttigennodig.Indiefaseisdekwetsbaarheidvaneenleer
netwerk groot, en kan het door een steuntje in de rug, of het afvangen van wat wind net voldoende
kracht krijgen om tot volle groei te komen.
Wie kan de rol van leernetwerkcoach op zich nemen?De rol van leernetwerkcoach kan door iedereen die coachend kan optreden worden opgepakt.
De aanstelling kan gebeuren op vraag van de leernetwerken, of vanuit de wens van de schoolleiding.
Inhetlaatstegevalishetvanbelangdatdeleernetwerkcoachweleenonafhankelijkepositieheeft,
in verband met vertrouwen dat tussen de leernetwerkcoach en de leernetwerken moet kunnen
ontstaan.Belangrijkisdatdeleernetwerkcoacherkendengesteundwordtdoorhetteamenhet
management. Ook moet de coach een aanspreekpunt hebben binnen het leernetwerk.
“Ik wilde met mijn collega een leernetwerk doorgaande leerlijnen opstarten.
In het begin wisten we niet goed hoe we dat konden aanpakken.
Zo’n gesprek met de leernetwerkcoach was echt een steuntje in de rug.
We hebben direct concrete stappen gezet en we groeien nu langzaam uit
tot een groter leernetwerk.” Maria, leraar groep 6
coach
Leernetwerkcoach
Wat doet een leernetwerkcoach? De leernetwerkcoach stelt prikkelende vragen en fungeert als een spiegel. Hij dwingt het leernetwerk
stil te staan bij zaken, waar een netwerk in haar enthousiasme of onwennigheid niet altijd aan toe
komt. Zo kan hij in gesprek gaan met deelnemers over hun leeragenda, de inspirator helpen bij het
inzetten van activerende werkvormen, of de creator ondersteunen bij het benoemen van opbreng
sten.Indiennodiggaathijmethetleernetwerknaofervoldoendevertrouwenis,ofbekijkthijofde
rollen binnen het leernetwerk voldoende zijn verdeeld. De coach kan zelf tijdelijk rollen binnen het
netwerk innemen. De checklist voor de leernetwerkcoach helpt zicht te krijgen op dit soort
randvoorwaardelijke zaken.
Deleernetwerkcoachkanindiennodiganderen(tijdelijk)betrekkenbijhetleernetwerk,ofdeelnemers
met dezelfde rollen of vragen van verschillende leernetwerken met elkaar in contact brengen.
BijvoorbeelddoormetNetwerk InBeeld de aard en frequentie van de contacten te bekijken, of om
mogelijke nietbenutte contacten zichtbaar te maken.
Zodraeenleernetwerkkrachtiggenoegis,isderolvandecoach(tijdelijk)uitgespeeld,ofverschoven
naar de achtergrond.
“Soms ben je in je netwerk zo op elkaar ingespeeld dat je in vaste patronen zit.
Als de leernetwerkcoach dan een keer aanschuift bij een overleg zie je bepaalde
zaken weer in een heel ander perspectief. Alleen al door de vragen die ze stelt,
ga je weer breder kijken en kom je op nieuwe ideeën.” Jasper, leraar groep 3
ma
rk
tp
la
at
s2011/1.0
Marktplaats
Een marktplaats is een plek waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Iedereen kent wel de online
marktplaats, waar je in een mum van tijd af bent van je overbodige meubels, of eindelijk dat bijzon-
dere servies kunt vinden. Maar ook de varianten waarbij kennis en activiteiten worden uitgewisseld,
zijn breed bekend. De een bakt een taart, en de ander schildert als tegenprestatie een muurtje.
Deze kenniseconomie draait om credits of kiezels.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Zaaien van kiemen voor leernetwerken
Iedere leraar heeft expertise die hij graag deelt. Men weet vaak niet van elkaar wat de ander in huis
heeft. Daarom is het lastig om tot kennisdeling te komen. Deze werkvorm maakt expertise van leraren
zichtbaar, en matcht vervolgens vraag en aanbod. Door elkaar te helpen en gedeelde interesses verder
te ontwikkelen ontstaan contacten tussen leraren; de kiemen van leernetwerken.
WerkwijzeZorg voor voldoende printjes van de expertisekaart* en een ‘expertisemuur’ om de kaarten aan te
hangen.
Niet iedereen vindt het makkelijk om zijn expertise of talenten te benoemen. Vraag de deelnemers
daarom vooraf expertise en ontwikkelpunten in kaart te brengen. Bijvoorbeeld door collega’s en
vrienden hiernaar te bevragen, eventueel met behulp van een mindmap. Het gaat hierbij niet alleen
om vakkennis. Ook het schrijven van toneelstukken, een muzikaal gevoel of coaching van collega’s zijn
kwaliteiten die je met elkaar kunt delen en verder ontwikkelen.
Start de bijeenkomst eventueel met een speeddate (zie energizers), waarin de deelnemers hun exper-
tises benoemen. Ze schrijven deze op de kaarten. Bepaal eventueel een maximum aantal kaarten per
deelnemer. Geef hierbij aan dat een sterke passie ook een expertise kan zijn, men hoeft er niet per se
heel goed in te zijn. Hierna hangen de deelnemers hun kaarten aan de expertisemuur.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
coachcoach
marktplaats
Alle kaarten hangen en de deelnemers bekijken elkaars kaarten in stilte. Er vindt nu nog geen uitwis-
seling plaats. Soms realiseert een deelnemer zich door de voorbeelden, dat hij een belangrijk talent
van zichzelf over het hoofd heeft gezien. In dat geval kan hij een eigen kaart vervangen of toevoegen.
De deelnemer heeft in de vooropdracht nagedacht over punten die hij wil ontwikkelen. In deze
volgende stap beschrijft hij de ontwikkelpunten nogmaals voor zichzelf. Eventueel in gesprek met
collega’s. Vervolgens loopt hij langs de expertisemuur om te kijken of er collega’s zijn die hem hierbij
kunnen helpen. Bij deze kaarten schrijft hij zijn naam op en benoemt kort zijn leervraag.
Iedereen neemt zijn eigen kaarten weer terug van de muur en bekijkt het resultaat. Wellicht heeft de
een veel ‘hulpvragen’ en de ander weinig. Dat maakt niet uit. Men bespreekt met elkaar in groepjes
wat er uit is gekomen en bedenkt hoe deze ‘matches’ verder kunnen worden opgepakt in een eventu-
eel leernetwerk. De leernetwerkcoach of coördinator verzamelt deze suggesties plenair en maak er
concrete vervolgacties van die de mogelijke verbindingen tussen leraren gaan voeden.
Kaarten met hetzelfde aanbod kunnen worden gecombineerd. Hierdoor ontstaan direct grotere
leernetwerken waarin meerdere perspectieven rond een bepaalde expertise samenkomen.
Laat de expertisekaartjes eventueel enkele weken aan de muur hangen, of maak kopietjes voor het
archief van alle kaarten.
Het Ruud de Moor Centrum voert pilots uit met netwerkleren in het primair onderwijs. De marktplaats is in
een dergelijke pilot uitgevoerd. Kijk op www.leraar24.nl voor dit voorbeeld (zoek op netwerkleren).
ne
tw
er
ka
na
lys
e2011/1.0
NetwerkaNalyse
Je wilt het initiatief nemen om iets heel concreets op je school te verbeteren. Bijvoorbeeld: de over-
dracht tussen school en BSO beter regelen, of de snelle rekenaars in je klas hun tijd zinvoller laten
invullen. Je weet alleen niet hoe je het moet aanpakken. Of je komt tot de ontdekking dat je het wiel
opnieuw probeert uit te vinden. Zet deze werkvorm in als steun om je initiatief een kans te geven, en
ontpop je tot de inspirator van wellicht een nieuw leernetwerk.
WerkwijzeZet een paar enthousiaste mensen bij elkaar om twee à drie uur mee te denken. Leg een stevig papie-
ren tafelkleed op een ruime tafel, en zorg voor voldoende loopruimte rondom de tafel. Geef iedereen
een viltstift, liefst ieder een andere kleur.
De netwerkanalyse start met een grote cirkel op het tafelkleed. In die cirkel zet je de naam van het
initiatief. Bijvoorbeeld: ‘betere overdracht met BSO’. Bediscussieer de formulering even met elkaar.
Misschien ontdek je dan dat een andere formulering de lading beter dekt. Bijvoorbeeld: ‘wij willen
beter van elkaar weten hoe de kinderen zich op school en BSO gedragen’.
Maak om de middencirkel een grote kring van kleinere cirkeltjes. Hierin komen straks de namen van
de zogenaamde schakels te staan. Iedere deelnemer schrijft vervolgens aan de randen van het tafel-
kleed zoveel mogelijk dingen, begrippen, namen en ideeën op, die op de een of andere manier bij het
initiatief betrokken zijn. Bijvoorbeeld: tijd, overdrachtformulier of de naam van een andere BSO waar
ze iets doen dat als inspiratiebron kan dienen. In verband met de vlakverdeling kun je het beste haaks
op de tafelranden schrijven! Als iedereen is uitgeschreven, bekijk je elkaars schrijfsels en vraag je toe-
lichting aan elkaar. Je selecteert de elementen die het meest relevant zijn en ook het meest realistisch
lijken voor de start van het initiatief en het bouwen van het netwerk.
Zoek nu met elkaar naar de schakels: de namen van concrete mensen via wie je toegang kunt krijgen
tot de begrippen aan de rand. Bijvoorbeeld: als tijd relevant wordt gevonden voor het initiatief, zoek
dan met elkaar naar de naam van degene via wie je hier verder mee denkt te komen. Zet de namen
van de schakels in een van de kleine cirkeltjes om de middenstip. Trek een lijn tussen het woord aan
de rand en het cirkeltje met de naam van de schakel.
netwerkanalyse
Bespreek tot slot hoe je de gevonden schakels gaat benaderen en waarvoor. De een kun je uitnodigen
om als partner aan het initiatief te werken, de ander kan meer op afstand meedoen.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Zaaien van kiemen voor leernetwerken
Met behulp van een netwerkanalyse bouw je een netwerk op dat past bij je initiatief. Je onderzoekt
wat er aan bruikbare zaken (dingen, personen) aanwezig is in je school, de omgeving van je school,
of je eigen omgeving. Misschien ken je iemand van de BSO die ook iets aan die overdracht wil doen.
Of heb je een collega die iets slims voor snelle rekenaars heeft bedacht. De netwerkanalyse helpt je
om dit systematisch aan te pakken en maakt mogelijke vervolgstappen duidelijk.
betere overdracht met BSO
overdrachtsformulier
BSO de Overgang
Tom
Joke
Saskia
tijd
co
mp
et
en
tie
s2011/1.0
competeNties
Wat maakt iemand tot een goede netwerkleerder? Welke competenties heeft een goede netwerk
leerder? We vroegen het enkele leraren die er ervaring mee hebben. Zij gaven de volgende
competenties aan die bijdragen aan succesvol netwerkleren:
Openstaan voor nieuwe relaties en ervaringen
“Je moet openstaan om kennis en ervaringen met anderen te delen, en voor
advies. En dan ook iets doen met het advies.” Josje, leraar groep 7
“Je hebt eigenlijk een soort van nieuwsgierigheid nodig. Naar andere
ervaringen en mensen.” Simon, leraar groep 8
Goed kunnen communiceren
“Je moet communicatief sterk zijn, goed zijn in het opbouwen van relaties.
En goed kunnen luisteren, daar zit wel een kerncompetentie.” Anne, directeur
Kennis kunnen en willen delen (geven en nemen)
“Als iemand nooit eens een praktijkprobleem deelt, wat doe je dan in een
leernetwerk? Daar gaat het toch juist om.” Jasper, leraar groep 3
“Je zit er niet alleen voor jezelf.” Saskia, leraar groep 3/4
competenties
Kunnen omgaan met feedback
“Het is niet altijd makkelijk, maar je moet je wel open kunnen stellen voor
feedback. Je zit daar om te leren van elkaar. Als je dan niet durft te zeggen
wat niet goed gaat, dan groei je niet.” Maria, leraar groep 6
Kunnen reflecteren
“Uiteindelijk wil je een betere leraar worden. Tenminste dat is wel mijn doel.
Wat gaat goed en wat kan beter. Daar zicht op krijgen, heeft mij echt verder
gebracht.” Josje, leraar groep 7
Je kwetsbaar durven opstellen
“Een leernetwerk werkt pas goed als je elkaar beter kent. Die vertrouwens
band, is ontzettend belangrijk. Pas dan ga je vragen stellen die je elders niet
zomaar zou stellen.” Simon, leraar groep 8
“Vertrouwen is belangrijk, je moet vertrouwen hebben in de mensen en je eigen
kunnen.” Maria, leraar groep 6
Bepaaldecompetentieshangenweermeerafvanderoldiejeinneemt.Jekuntelkaarstalentenjuist
goed benutten in een leernetwerk.
“Een bijeenkomst hoeft niet lang te duren, en kan daardoor juist heel effectief
zijn. Maar dan moet je wel goed kunnen samenvatten en bondig zijn.
Niet iedereen hoeft dat te kunnen trouwens, maar liefst wel de voorzitter.”
Saskia, leraar groep 3/4
to
t j
e v
er
be
el
din
g2011/1.0
tot je VerbeeldiNg
Beelden vertellen meer dan duizend woorden, en worden beter onthouden. Werken met beelden
geeft daarom diepgang aan een reflectiegesprek. Bovendien kan deze werkvorm een welkome
afwisseling zijn voor deelnemers die minder spraakzaam zijn. Het geeft iedereen de kans rustig na te
denken over een kwestie, zonder dat hij gehinderd wordt door uitgesproken meningen van anderen.
WerkwijzeZorg voor een set foto’s of beelden die aansluiten bij het doel van de bijeenkomst. Verspreid de
beelden op een tafel. Laat iedere deelnemer in stilte een foto kiezen die het best past bij het gevoel
dat hij heeft bij het gekozen thema of bespreekpunt. Bespreek de uitkomsten, geef mensen de ruimte
om uit te leggen waarom ze die foto hebben gekozen. Laat afhankelijk van het onderwerp de beelden
eventueel op volgorde leggen (wat gaat het beste tot wat gaat het minst goed).
De deelnemers kunnen ook zelf een foto maken of een beeld van internet of uit een tijdschrift kiezen.
Geef vooraf aan wat ze moeten verbeelden, bijvoorbeeld de vraag: hoe gaat het in het leernetwerk,
wat heb ik vooral geleerd dit jaar, welke rol mist het leernetwerk? Op een later moment kun je nog
eens terugkomen op de beelden, bijvoorbeeld om een eventuele ontwikkeling vast te stellen.
Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Deze werkvorm is breed inzetbaar. In een leernetwerk reflecteer je regelmatig op het functioneren van
het netwerk, en het leerproces dat iedere deelnemer doormaakt. De inzet van deze werkvorm werkt
inspirerend. Je kunt deze werkvorm inzetten op ieder moment dat je evalueert of reflecteert. Zet de
werkvorm verder bijvoorbeeld in bij:
Competenties
Laat de deelnemers uitzoeken aan welke competenties ze willen werken of bespreek welke compe-
tenties ze missen in het leernetwerk. Laat ze eventueel de beelden op volgorde leggen: van ‘waar
ben je goed in’ tot ‘waar ben je minder goed in’. Laat de gekozen beelden bijvoorbeeld een jaar later
terugkomen, om zo de ontwikkeling zichtbaar te maken.
coach
tot je verbeelding
Valkuilen
Laat de deelnemers beelden maken of kiezen van wat goed gaat in het leernetwerk, en wat minder
goed gaat (valkuilen). Laat de beelden eventueel op volgorde leggen. De creator kan ervoor zorgen
dat de verbeterpunten in concrete actiepunten worden omgezet. Maak ook afspraken over de termijn
waarop je terugkomt op deze zaken.
Rollen
Welke rol zien deelnemers voor zichzelf weggelegd in het leernetwerk? Laat ze daar beelden bij
zoeken. Bekijk aan de hand van alle beelden samen hoe jullie de rollen of taken willen verdelen
onder elkaar.
Meerwaarde
Help de ambassadeur netwerkleren door de meerwaarde van netwerkleren te verbeelden.
Zoek samen naar beelden die deze meerwaarde goed uitbeelden, en geef deze mee aan de
ambassadeur in zijn contacten met bijvoorbeeld het schoolbestuur.
Sociaal contract
Het bespreken van wat je van elkaar verwacht, gaat makkelijker als je het zegt met beelden.
Laat de deelnemers een of meer beelden verzamelen van deze verwachtingen.
Eventueel kan er een volgorde worden aangegeven: wat is voor alle deelnemers belangrijk, en welke
wordt door minder deelnemers gedeeld. Deze beelden kunnen vervolgens in grondbeginselen
worden omgezet en vastgelegd in het sociaal contract door de coördinator.
qu
iz2011/1.0
Quiz
DoelDe quiz: ‘Ben ik een echte netwerkleerder?’ geeft op een speelse manier inzicht in hoe er in de school
of door specifieke deelnemers wordt aangekeken tegen netwerkleren.
Benodigdheden• Quiz:‘Benikeenechtenetwerkleerder?’*• Toelichtingvoordedeelnemer.*
Procedure instrumenten netwerklerenHet Ruud de Moor Centrum (RdMC) doet onderzoek naar netwerkleren in de onderwijspraktijk.
De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een
standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.
Stuur voordat je de quiz wilt inzetten een e-mail aan netwerkleren.rdmc@ou.nl.
Geef in de mail aan:
• omwelkinstrumenthetgaat(quiz)
• naamenadresgegevensvandeschoolofschoolbestuur
• naamvandecontactpersoon
• verwachteaantaldeelnemersdatdequizgaatinvullen
• gewensteperiodevoorinzetvandequiz.
Wij nemen binnen een week contact op met de contactpersoon om specifieke zaken verder
te bespreken.
*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren
quiz
Quiz:’ Ben ik een echte netwerkleerder?’Teljescoresopenbekijkinwelkecategoriejevalt.
Helemaal Beetje mee Neutraal Beetje Helemaal mee oneens oneens mee eens mee eens
1. Ik werk graag met anderen samen om 1 2 3 4 5 daarmee mijn kennis te vergroten.
2. Ik wil graag precies weten hoe ik ga leren 5 4 3 2 1 tijdens het professionaliseren. 3. Ik wil graag zelf bepalen over welke 1 2 3 4 5 onderwerpen ik me professionaliseer.
4. Ik vind het fijn om met anderen mijn kennis 1 2 3 4 5 te delen en anderen iets uit te leggen.
5. Ik geloof dat je veel meer leert van collega’s en vanuit de praktijk, dan van reguliere professio- 1 2 3 4 5 naliseringsvormen als een cursus of boeken lezen.
6. Ik heb liever traditionele werkvormen, dan activerende 5 4 3 2 1 werkvormen in een professionaliseringstraject.
7. Ik maak deel uit van een leernetwerk. 1 2 3 4 5
8. Vormen van professionaliseren, waarbij informatie delen via de computer een 5 4 3 2 1 grote rol speelt, vind ik maar niets.
9. Ik wil, voordat ik met professionaliseren begin, 5 4 3 2 1 precies weten wat de uitkomsten en opbrengsten zijn.
10. Ik leer het liefst van collega’s. 1 2 3 4 5
11. Als ik met een probleem zit dan vraag ik anderen 1 2 3 4 5 of zij daar iets over weten en me kunnen adviseren.
12. Geef mij maar een cursus van een dag, in plaats van 5 4 3 2 1 bijeenkomsten met collega’s.
qu
iz
Helemaal Beetje mee Neutraal Beetje Helemaal mee oneens oneens mee eens mee eens
13. Ik werk het liefste alleen. 5 4 3 2 1
14. Ik neem liever deel aan een verplichte professionali- 5 4 3 2 1 seringsactiviteit dan aan een niet-verplichte activiteit. 15. Ik ben gemotiveerd om nieuwe manieren van professionaliseren uit te proberen, ook al weet ik niet 1 2 3 4 5 direct wat het me oplevert.
Beschrijving van de verschillende types. Tel je scores op kijk welke jij bent!
Score van 15 t/m 45
Netwerkleerder in spe
Je bent er duidelijk nog niet uit of netwerkleren wel bij jou past. Wel denken wij
dat door te ervaren wat netwerkleren kan betekenen voor je onderwijspraktijk,
jij kunt doorgroeien naar type B of C.
Score van 46 t/m 60
Netwerkleerder op weg
In jou schuilt duidelijk een netwerkleerder. Hoewel je op bepaalde punten ook
nog wat twijfels hebt of onzeker bent.
Score 61 t/m 75
Netwerkleerder in hart en nieren
Jij bent een netwerkleerder pur sang! Een inspiratiebron voor andere collega’s.
Jij ziet netwerkleren als de beste manier om je leven lang te professionaliseren
en vindt het fijn om collega’s de meerwaarde ervan te laten zien.
quiz
De inspirator of leernetwerkcoach kan het initiatief nemen voor het inzetten van de quiz. Hij maakt
afspraken met het RdMC en nodigt de deelnemers schriftelijk of per e-mail uit voor het invullen van de
quiz. Online ziet iedere deelnemer direct na het invullen van de quiz wat voor type netwerkleerder hij
is. De toelichting op de quiz kan zo nodig worden aangepast. Herhaal de meting na verloop van tijd
om eventuele veranderingen in houding zichtbaar te maken.
Wat levert de quiz op?De uitkomsten van de quiz kunnen een verheldering zijn. Je weet nu hoe jij of je school tegen net-
werkleren aankijkt. Door aan te sluiten bij het type dat jij bent of je collega’s zijn, kunnen gerichte
acties ondernomen worden om netwerkleren te versterken of te introduceren op je school.
top related