vollegrondsgroenten koerier jun 2010
Post on 09-Mar-2016
222 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Uitgave juni 2010
VOLLEGRONDSGROENTEN KOERIER
Koolplanten staan er prima opJohan Bruin van de firma P. Bruin &
Zonen in Heerhugowaard maakt een
kleine inspectieronde langs de zojuist
geplante kool. Op een paar plekken zet
hij even een plantje recht; verder is hij
dik tevreden over het plantwerk.
De witte kool op de foto is in de derde
week van mei geplant. Hoewel kou en
regen de werkzaamheden aanvankelijk
wat vertraagd hebben, is het planten
tot dan toe toch prima verlopen. ,,Over
het algemeen hebben we mooi droog
weer gehad met vaak een klein zon-
netje erbij; dat is ideaal voor dit werk'',
vertelt Bruin. Direct na het planten is
de kool een keer beregend en is er een
bodemherbicide toegepast. De - tot nu
toe - geplante percelen zijn daardoor
prima op gang gekomen en bovendien
mooi schoon gebleven.
De firma P. Bruin & Zonen verbouwt dit
jaar zo'n 50 hectare kool, waarvan 39
hectare witte kool, 6 hectare rode kool
en 5 hectare spitskool.
'Rudis belangrijke aanwinst tegen echte meeldauw in kool',,De toelating van Rudis in kool is een belangrijke aanwinst voor telers. Vooral de goede werking tegen echte meeldauw zie ik als een belangrijke troef, want daartegen is Rudis echt veel beter dan de bestaande middelen.''
Aan het woord is Jan Schipper, specialist
groenteteelt bij Agrifirm. Hij schetst in enkele
zinnen welke rol nieuwkomer Rudis in kool
zal gaan spelen. Hoewel het middel een
breed spectrum aan schimmels - waaronder
Mycosphaerella en Alternaria - bestrijdt, zit
de meerwaarde vooral in de goede bestrij-
ding van echte meeldauw.
Echte meeldauw rukt opVolgens Schipper heeft echte meeldauw zich
de afgelopen twee, drie seizoenen behoorlijk
laten gelden ,,Daarvoor wisten we amper
hoe de ziekte eruit zag'', zo schetst Schipper
de toch wel vrij plotselinge opmars. Hoewel
de oorzaak hiervan niet helemaal duide-
lijk is, vermoedt Schipper dat een aantal
droge zomers de ziekte flink in de kaart
heeft gespeeld. ,,Echte meeldauw houdt
van droog zomerweer en dat hebben we
de afgelopen twee jaar volop gehad.'' Ook
heeft Schipper de indruk dat de nieuwere
rassen gemiddeld genomen wat gevoeliger
zijn voor echte meeldauw dan het rassen-
pakket van pakweg tien jaar geleden.
'Echte meeldauw vooral onder de
kool', lees verder op pagina 5
Meer hindernissen bij toelating van middelen
De komende jaren zal het lastiger wor-den om nieuwe gewasbeschermings-middelen toegelaten te krijgen. Dat verwacht Mieke Hoogendoorn, hoofd registratie bij Bayer CropScience. Vooral voor insecticiden zullen de ver-zwaarde toelatingseisen tot proble-men leiden.
Het 'taaiere' toelatingstraject is vooral het
gevolg van Kaderrichtlijn Water die sinds
2007 in Nederland van kracht. Alle nieuwe
en bestaande werkzame stoffen moeten
aan deze nieuwe milieu-richtlijn worden
getoetst. In de praktijk blijken de vei-
ligheidseisen voor water(leven) dermate
zwaar, dat veel middelen de eindstreep
niet halen. Aanvullend onderzoek of extra
studies helpen vaak niet om het enorme
gat tussen de voorheen gebruikte gewas-
beschermingsnorm en de nieuwe milieunor-
men voor water te dichten. ,,Gebruikers
moeten er dus rekening mee houden dat
er de komende jaren minder nieuwe mid-
delen toegelaten worden'', zo waarschuwt
Hoogendoorn alvast.
'De werking tegen Sclerotinia maakt het verschil'
,,De technische resultaten in het gewas zijn gewoon goed en het middel is gemakkelijk in gebruik'', zegt akkerbouwer Thomas Keur over het nieuwe peenfungicide Nativo. Zijn vaste adviseur, Arno Meijer van Profyto, ver-wacht dat de keuze voor Nativo vooral op het 'plusje' voor Sclerotinia wordt gemaakt.
Meer op pagina 2
'Nativo prima middel om mee te starten'
,,Door zijn goede werking tegen Sclerotinia is Nativo een prima optie om het spuitsei-zoen in peen mee te starten'', zegt Hendrik Eerkens van Agrifirm. ,,Aan het begin is het gewas namelijk nog wat open, waardoor het middel goed onderin - bij de Sclerotinia - kan komen.''
Meer op pagina 3
'Rudis zeer welkom in preiteelt'
,,De afgelopen jaren is de schimmeldruk in prei steeds verder toegenomen. Vooral zwakte schimmels als Alternaria en Stemphylium zien we steeds meer. Sterke en breed wer-kende middelen zoals Rudis zijn daarom zeer welkom in de teelt'', zegt preiteler Geert van der Sterren in Maasbree.
Meer op pagina 4
Nieuwkomer Flint een welkome aanvulling
Met de komst van Flint - dat afgelopen winter is toegelaten in knolselderij - krijgen telers er dit seizoen een sterk middel tegen blad-vlekkenziekte bij, zegt gewasbeschermings-adviseur Daan Goense van Agerland.
Meer op pagina 6
'Afgehard onkruid vraagt om volle dosering Basta'
Om de uitlopende aspergeplanten een mooie, onkruidvrije start te geven, is een radicale onkruidbestrijding absoluut noodzakelijk, zo stelt Rob van den Oever van Vlamings B.V. Hét basismiddel hiervoor is Basta 200.
Meer op pagina 7
MRL: geen risiconorm, maar handelsnorm
Bij veel mensen bestaat het idee dat de MRL een maat is voor voedselveiligheid en dat er bij overschrijding van de norm risico’s zijn voor de volksgezondheid. De MRL is echter geen maat voor voedselveiligheid maar is uitsluitend een handelsnorm.
Meer op pagina 5
Kaderrichtlijn Water zorgt voor
onzekerheid en vertraging,
lees verder op pagina 3
2 Vollegrondsgroenten Koerier
Nativo: maximale bescherming tot aan de oogstNativo is een nieuw fungicide in de vollegrondsteelt van prei, bos-, was- en winter-peen en Parijse wortelen. De combinatie van de actieve stoffen trifloxistrobine en tebuconazool zorgt voor een uitstekende bescherming tegen een breed spectrum aan ziekten in prei en peen.
De actieve stoffen van Nativo hebben twee verschillende werkingsmechanismen. Hierdoor
werkt het middel zowel preventief als curatief. Nativo is daardoor zeer flexibel in te zetten,
onafhankelijk van de weersomstandigheden.
Nativo heeft een zeer breed werkingsspectrum, waarmee alle belangrijke schimmelziekten in
prei en peen worden afdekt. Dit zijn onder andere roest, Alternaria, Phytophthora, Sclerotinia,
meeldauw, etc.
Advies in peen
• Toepassen tegen loofverbruining (Alternaria dauci), echte meeldauw (Erysphe
heraclei) en rattenkeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum)
• 0,3 kg/ha in 200 tot 500 liter water per ha
• Altijd een uitvloeier toevoegen (als er niet gemengd gespoten wordt met andere
fungicide, insecticiden of bladvoeders)
• Interval: 14 dagen
• Maximaal 2 toepassingen per seizoen
• Veiligheidstermijn: 3 weken
• Mengbaar met alle gangbare fungiciden en insecticiden
• Altijd eerst Nativo in water oplossen, daarna andere middelen toevoegen
• Tijdens mengen, transport en spuiten de spuittank constant blijven roeren
Advies in prei
• Toepassen tegen roest (Puccinia allii), bladvlekkenziekte
(Alternaria porri) en papiervlekkenziekte (Phytophthora porri)
• 0,4 kg/ha in 200 tot 500 liter water per ha.
• Altijd een uitvloeier toevoegen (als er niet gemengd gespoten
wordt met andere fungiciden, insecticiden of bladvoeders)
• Interval: 14 dagen
• Maximaal 2 toepassingen per seizoen
• Veiligheidstermijn: 2 weken
• Mengbaar met alle gangbare fungiciden en insecticiden
• Altijd eerst Nativo in water oplossen, daarna andere middelen
toevoegen
• Tijdens mengen, transport en spuiten de spuittank constant
blijven roeren
• Nativo geeft een goede preventieve bescherming tegen
papiervlekkenziekte. Op een bestaande infectie moet echter
een specifiek curatief fungicide worden gebruikt.
De kracht van NativoBreed werkingsspectum
(tegen alle belangrijke schimmelziekten in peen en prei)
• Preventieve en curatieve werking
• Flexibele toepassing, onder alle weersomstandigheden
• Snelle opname en lange nawerking
• Zeer goed regenvast
• Goed mengbaar met alle gangbare fungiciden en insecticiden
• Positieve bijdrage aan opbrengst en kwaliteit
'De werking tegen Sclerotinia maakt het verschil',,De technische resultaten in het gewas zijn gewoon goed en het middel is gemak-kelijk in gebruik'', met deze woorden geeft peenteler Thomas Keur zijn eerste ervaringen met het middel Nativo weer. Hij paste het middel zowel in 2008 als in 2009 op proefschaal toe. Zijn vaste gewasbeschermingsadviseur, Arno Meijer van Profyto, heeft het middel wat breder en intensiever gevolgd. Hij verwacht dat de keuze voor Nativo vooral op het 'plusje' voor Sclerotinia wordt gemaakt.
,,Peen is een van de meest rendabele teelten op mijn bedrijf. Dat product wil ik dus zo goed
en gezond mogelijk de koeling in krijgen én houden. Een goede en vooral complete ziektebe-
strijding tijdens het groeiseizoen is dan absolute noodzaak.'' Thomas Keur schetst in het kort
hoe hij tegen de ziektebestrijding in peen aankijkt. Voor hem zijn het niet zozeer de ziekten
in het veld, maar meer de ziekten in de bewaring die hem elk jaar weer zorgen baren. ,,Elke
winter vinden we wel wat vlekjes of rotjes in de bewaring. Vaak gaat het om combinaties van
ziekten zoals Cavity Spot, Alternaria, Sclerotinia en soms zelfs Phytophthora. Welke schimmel
aan de basis stond voor de besmetting is vaak niet meer vast te stellen. Dat maakt het extra
lastig om er iets tegen te doen'', zo legt hij uit.
Aandacht voor ziektebestrijdingOm het gewas zo gezond mogelijk de koeling in te krijgen, probeert Keur - naast een gedoseerde
stikstof bemesting - de ziektebestrijding zo nauwkeurig mogelijk uit te voeren. Hiervoor overlegt
hij tijdens het groeiseizoen regelmatig met Arno Meijer van Profyto. Als algemeen advies geeft
Meijer aan dat het verstandig is om middelen uit verschillende groepen te gebruiken. Daarmee
wordt het risico van resistentievorming zo klein mogelijk gehouden. Een veel toegepaste optie
is starten met een middel uit de groep van de EBR's (preventief en curatief) en daarna twee keer
met een middel uit de groep van strobilurines (vooral preventief, iets minder curatief).
Tweede en derde bespuiting met NativoVoor de tweede en derde (strobilurine)bespuiting is Nativo een prima optie, vindt Meijer.
Een belangrijke plus ten opzichte van andere peen-fungiciden is de sterke werking tegen
Sclerotinia. ,,Dat kan nét even het verschil maken, zowel in het veld als in de bewaring. Zéker
als Sclerotinia wat regelmatiger voorkomt, zoals hier in de Noordoostpolder, is het raadzaam
om Nativo op te nemen in het spuitschema'', zo stelt de adviseur. Door Nativo vroeg te
spuiten kan het middel nog wat meer onderin het gewas komen, daar waar de Sclerotinia zit.
Nog een ander pluspuntje dat Meijer tijdens een van de veldproeven is opgevallen, is dat Nativo
in vergelijking met andere middelen het loof iets steiler overeind houdt. ,,Dit schept net even
wat meer lucht en ruimte in het loof, waardoor het gewas ook net iets minder vatbaar is voor
schimmels.''
Thomas Keur (rechts) heeft een akker-
bouwbedrijf in Nagele (NOP). Jaarlijks
verbouwt hij 8 à 9 hectare peen. Arno Meijer
is gewasbeschermingsadviseur bij Profyto.
vollegrondsgroenten2010.indd 2 04-06-2010 20:08:08
3 Vollegrondsgroenten Koerier
,,Door zijn goede werking tegen Sclerotinia is Nativo een prima optie om het spuit-seizoen in peen mee te starten. Aan het begin is het gewas namelijk nog wat open, waardoor het middel goed onderin - bij de Sclerotinia - kan komen.''
Hendrik Eerkens beschrijft in enkele zinnen waar in zijn ogen de kansen liggen voor het
nieuwe middel Nativo. Het afgelopen seizoen is er binnen zijn klantenbestand op kleine
schaal mee geoefend. ,,Al met al zullen er enkele tientallen hectares met Nativo zijn ge-
spoten; onze ervaring is dus nog vrij gering'', zo benadrukt hij alvast.
'Nieuwkomer moet een plus hebben'Hoewel Nativo een prima werking heeft tegen alle belangrijke ziekten in peen, zal het middel
zich toch eerst stevig moeten bewijzen in de praktijk, zo verwacht Eerkens ,,Op dit moment
beschikken we over een behoorlijk breed pakket aan middelen. Tegen schimmels hebben we
er zelfs zeven. Dat is een ongekende luxe, zéker als je bedenkt dat het er vijf jaar geleden
nog maar twee waren.'' Om een plaats te veroveren tussen de bestaande middelen moet
een nieuwkomer een duidelijk plus hebben. Bij Nativo is dat de werking tegen Sclerotinia.
,,In proeven hebben we gezien dat Nativo het heel erg goed doet op deze ziekte. Dat komt
vooral door de tebuconazool-component. Hiervan was al langer bekend dat het bovengemid-
deld goed scoort tegen Sclerotinia.'' Eerkens verwacht dat Nativo vooral een plek zal krijgen
in gebieden met intensieve bouwplannen met veel peen, aardappelen, witlof en sla. ,,Deze
gewassen zijn allemaal redelijk vatbaar voor Sclerotinia.''
Nog een belangrijk pluspunt van Nativo vindt hij de goede prijs-prestatieverhouding als gevolg
van de brede werking (Sclerotinia, Alternaria en meeldauw) en zijn relatief gunstige prijs.
Nativo liefst vroeg inzettenVolgens Eerkens komt Nativo het beste tot zijn recht in de eerste (en eventueel ook tweede)
bespuiting van het seizoen. ,,Het gewas is dan nog wat open, waardoor het middel goed
onder in het gewas komt. Dat is gunstig omdat Sclerotinia vooral onder in het gewas zit'', zo
legt hij uit. Bij zo'n vroege bespuiting wordt ook het risico van teveel residu in het product
zoveel mogelijk ontlopen. Eerkens: ,,Van de werkzame stof tebuconazool is - vanuit het
middel Horizon - bekend dat er soms wat residu terug te vinden is in peen. Omdat afnemers
steeds strengere residu-eisen stellen, zijn we voorzichtig met tebuconazool-houdende mid-
delen. Door Nativo vroeg in te zetten is de kans groot dat we de problemen omzeilen.''
De teeltspecialist benadrukt overigens dat het om een mogelijk probleem gaat. ,,De residu-
waarden die we in de afgelopen jaren van het middel Horizon hebben gevonden, bleven ver beneden de MRL-norm, maar overschreden
soms de bovenwettelijke eisen van enkele supermarkten. Nativo bevat bijna de helft minder tebuconazool dan Horizon. Onderzoek heeft
deels aangetoond dat de residu-risico's hierdoor veel minder groot zijn.'' Om hierover voldoende zekerheid te krijgen wordt er dit seizoen in
samenwerking tussen Bayer CropScience en Agrifirm een aantal residu-proeven uitgevoerd.
'Prima middel om mee te starten'
Hendrik Eerkens is specialist vollegrondsgroente bij Agrifirm.
Vervolg van voorpagina
'Kaderrichtlijn Water zorgt voor onzekerheid en vertraging'
Moeizaam traject voor insecticidenHoewel er over deze kwestie regelmatig overleg is met het Ctgb en de betrokken
Ministeries, lijkt er op korte termijn geen overeenstemming te komen tussen de partijen.
Om elk risico uit te sluiten, wordt op dit moment vaak uitgegaan van het 'worst case'
scenario, zo weet Hoogendoorn. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat wanneer een middel
slechts kort in een hoge concentratie in de sloot voorkomt, het tóch aan de strenge lange
termijn normen moet voldoen. ,,Hoewel wij vinden dat zo'n eis niet realistisch is, hebben
we er voorlopig wél mee te maken. Dat zorgt momenteel voor veel vertraging bij de toe-
latingen van middelen. Bovendien hebben we vanwege deze situatie een aantal middelen
'on hold' gezet, omdat de onzekerheid rondom toelating te groot is.''
Vooral de toelating of verlenging van insecticiden - en in mindere mate ook herbiciden en
fungiciden - zal de komende jaren moeizaam verlopen, zo verwacht Hoogendoorn. Voor
deze categorie middelen zijn de eisen die de Kaderrichtlijn Water stelt niet of nauwelijks
haalbaar, zo is de afgelopen jaren meermaals gebleken. ,,Er kan wel een factor honderd
of meer verschil zitten tussen de voorheen gebruikte gewasbeschermingsnorm en de
nieuwe milieunorm. Zo'n verschil trek je niet zomaar even recht met wat aanvullende
informatie.''
Mogelijk versoepeling op komstHoewel er de komende jaren waarschijnlijk wat meer hindernissen zullen zijn bij de toe-
lating van nieuwe middelen, verwacht Hoogendoorn op de langere termijn juist weer wat
versoepeling van de eisen. Haar hoop is daarbij vooral gericht op de nieuwe EU-gewasbe-
schermingsverordening die de komende jaren wordt uitgerold. Bij deze verordening - die
het toelatingsbeleid binnen de EU moet harmoniseren - is Europa ingedeeld is in drie
verschillende klimaatzones. Nederland is ingedeeld in de centrale zone, samen met onder
meer Groot-Brittannië, België, Duitsland en o.a. nog een aantal Oost-Europese landen.
Als een middel in één van deze landen is of wordt toegelaten, dan geldt de toelating in
principe ook voor Nederland.
Hoewel Nederland waarschijnlijk de mogelijkheid wil houden om aanvullende eisen te stel-
len voor water, verwacht Hoogendoorn dat ons land zich wel wat meer conformeert aan de
eisen van de andere landen in de centrale zone. ,,Ik verwacht dat de meeste extreme eisen
er dan uitgefilterd worden en richtlijnen daardoor wat soepeler zullen worden.''
Mieke Hoogendoorn is hoofd registratie bij Bayer CropScience.
Het meest lastige van de nieuwe Kaderrichtlijn Water is de onzekerheid die het met zich meebrengt. Hoogendoorn: ,,Op dit moment is niet altijd duidelijk hoe we de aanvullende richtlijnen voor water moeten interpreteren en hoe we deze moeten vergelijken met de algemeen geldende normen voor gewasbeschermingsmiddelen. Wanneer is het water goed beschermd en wanneer niet? En welke definities passen we daarbij toe? Over dit soort vragen heerst nog veel onduidelijkheid, waardoor het voor ons zeer lastig is om de gewenste gegevens aan ons dossier toe te voegen.''
vollegrondsgroenten2010.indd 3 04-06-2010 20:08:29
4 Vollegrondsgroenten Koerier
Rudis in prei: ijzersterk tegen roest en AlternariaRudis heeft zich de afgelopen jaren bewezen als topmiddel tegen bladvlekkenziek-ten in prei. Belangrijke ziekten als roest en Alternaria worden er uitstekend mee bestreden. Het middel werkt zowel preventief als curatief.
Rudis is een fungicide op basis van prothioconazool. Deze werkzame stof verstoort de
opbouw van celwanden van schimmels. Hierdoor worden alle processen die na de kieming
van de schimmels op gang komen geblokkeerd.
Rudis werkt zowel preventief als curatief. Hierdoor heeft het middel een zeer sterke en
langdurige werking tegen een groot aantal schimmelgroepen. Diverse bladvlekkenziekten,
waaronder roest en Alternaria, krijgen hierdoor geen kans om zich te ontwikkelen.
Toepassing & doseringRudis kan preventief worden toegepast óf zodra er een aantasting van roest of Alternaria
wordt waargenomen. De dosering is 0,4 l per hectare. Als er al een aantasting in het gewas
is, dan kan het beste met een interval van 14 dagen worden gespoten.
Voor prei geldt een veiligheidstermijn van 3 weken.
Alternaria in prei Roest in prei
Vanaf dit seizoen is Rudis ook toegelaten in rode en witte kool, savooie kool, spitskool en spruitkool. Alle belangrijke ziekten, waaronder Mycosphaerella, Alternaria en echte meeldauw, worden er uitstekend door bestreden.
Rudis nu ook toegelaten in kool!
De kracht van Rudis• zeer sterke preventieve en curatieve werking tegen alle belangrijke
bladvlekkenziekten, waaronder roest en Alternaria
• mengbaar met alle gangbare fungiciden en insecticiden
• ook effectief bij lage temperaturen
'Toenemende ziektedruk vraagt om sterke en breedwerkende middelen',,De afgelopen jaren is de schimmeldruk in prei steeds verder toegenomen. Vooral zwakteschimmels als Alternaria en Stemphylium zien we steeds meer. Sterke en breedwerkende middelen zoals Rudis zijn daarom zeer welkom in de teelt.''
Aan het woord is Geert van der Sterren, preiteler in Maasbree (L.) Eind mei zit hij volop in de overgang van het oude naar het nieuwe seizoen. Dat betekent dat de laatste winterprei wordt verwerkt en tegelijkertijd het nieuwe plantmateriaal wordt geplant en verzorgd. De eerste zomerprei is op 20 maart de grond in gegaan. Deze hebben de eerste twee bespuitingen tegen schimmels er alweer op zitten.
Scherp op Alternaria en roestBij de ziektebestrijding is Van der Sterren vooral scherp op Alternaria (purpervlekkenziekte) en roest. Met name Alternaria is de afgelopen jaren
steeds prominenter aanwezig. ,,Vroeger spoten we zo'n zeven weken na het planten voor de eerste keer. Nu is dat vaak al na vier of vijf weken'',
zo geeft hij de huidige situatie weer. Volgens Piet van der Haas, adviseur bij Mertens B.V. in Horst, is het een algemeen verschijnsel dat zwakte-
schimmels zoals Alternaria, maar ook Stemphylium en Cladosporium steeds vroeger en steeds heftiger opduiken. Een belangrijke oorzaak ziet hij
in het steeds extremere voorjaarsweer, waardoor de jonge preiplanten zwakker zijn en minder weerstand kunnen bieden tegen schimmels. Ook
de overgang van zaadvaste naar hybride rassen heeft veel schimmels in de kaart gespeeld. ,,Het grote voordeel van hybride-rassen is dat ze zeer
homogeen opgroeien, maar het nadeel daarvan is dat ook alle planten gelijktijdig aangetast kunnen worden, waardoor schimmels breed in het
gewas toe kunnen slaan'', zo geeft Van der Haas het dilemma weer. Nog een derde punt dat meespeelt bij de toegenomen ziektedruk is dat het
grootste winterras (Harston) gemiddeld genomen wat gevoeliger is voor Alternaria en roest dan andere rassen.
Nadruk op preventief spuitenOm de schimmels goed onder duim te kunnen houden - en om resistentievorming te voor-
komen - raadt Van der Haas aan om een rasgericht afwisselingsschema te maken van middelen
op basis van Triazolen en Strobilurinen. De nadruk moet hierbij vooral op preventief spuiten
liggen. ,,Zorg ervoor dat er geen schimmels in het gewas kúnnen komen, want de curatieve
werking van de meeste middelen is niet zo goed als hun preventieve werking. Bovendien
neemt een ziek gewas minder makkelijk middel op en moet er daardoor vaker gespoten
worden om het weer gezond te krijgen, waardoor het ook duurder wordt. Tenslotte krijg je met
aangetaste prei ook nog eens veel meer schoningswerk in de schuur.''
Basisplaats voor RudisBinnen het huidige middelenpakket heeft Rudis bij vrijwel alle preitelers een zekere basisplaats
verworven, zo weet Van der Haas.. ,,Rudis is sterk tegen alle belangrijke schimmelziekten
en heeft ten opzichte van andere middelen ook nog eens een duidelijke plus op roest en
Stemphylium. Van de acht tot tien bespuitingen in herfst- en winterprei worden er daarom
gemiddeld twee à drie met Rudis uitgevoerd'', zo geeft hij de kracht van het middel aan.
Preiteler Van der Sterren voegt hier graag aan toe dat Rudis door zijn vloeibare formulering vrij
gemakkelijk te doseren is en dat het middel de afgelopen jaren zeer zacht is gebleken voor het
gewas. Een prettige bijkomstigheid is ook dat er maar 0,4 liter per hectare nodig is. ,,Al met al
kunnen we Rudis dus prima gebruiken en zal het voorlopig een belangrijke standaardmiddel
blijven in onze teelt'', zo besluit hij het gesprek.
Geert van der Sterren (rechts) heeft samen met zijn vrouw Germy een preiteelt-
bedrijf in Maasbree (L.). Jaarlijks verbouwen ze ca. 30 hectare prei. Piet van der
Haas is adviseur vollegrondsgroenten bij Mertens B.V. in Horst.
vollegrondsgroenten2010.indd 4 04-06-2010 20:32:00
Ziekte lastig te bestrijdenOmdat echte meeldauw vooral aan de onderkant van de kool zit, is de ziekte vrij lastig te
bestrijden. De spuittechniek is daarom extra belangrijk voor een goed resultaat. Om goed
onderin het gewas te kunnen komen adviseert Schipper om voldoende water te gebruiken,
het liefst in combinatie met luchtondersteuning. Verder raadt hij aan om het gewas vooral
goed aan de groei te houden, want daardoor is het minder gevoelig voor echte meeldauw
en is de werking van de middelen in de regel ook beter. De beste maatregel om het gewas
aan de groei te houden is beregenen, al beseft Schipper dat dit voor bewaarkool ook zijn
negatieve kanten kan hebben.
'Rudis beste middel tegen meeldauw'Voor wat betreft de middelenkeuze is Rudis zonder meer de beste optie tegen echte meel-
dauw, zo stelt Schipper. Volgens hem is dit vooral duidelijk geworden op het sluitkoolplatform
van afgelopen jaar, waarin zes verschillende bestrijdingsobjecten tegen schimmels waren
aangelegd. ,,Bij het spuitschema met Rudis lag het percentage aantasting door meeldauw
rond twee à drie procent. Alle andere objecten kwamen rond de tien procent uit. Zo'n verschil
geeft wel aan hoe sterk Rudis tegen echte meeldauw is, temeer de proef ook nog eens is
uitgevoerd in een tamelijk ongevoelig ras.''
Hoewel Schipper hoge verwachtingen heeft van Rudis, adviseert hij het middel voorlopig
alleen in de meeldauw-gevoelige rassen (= ca. een derde van het huidige koolareaal). ,,Met
deze insteek zetten we niet alles op één kaart en kunnen we er toch ruim voldoende ervaring
mee opdoen'', zo besluit hij.
5 Vollegrondsgroenten Koerier
Vervolg van voorpagina
'Echte meeldauw vooral onder in de kool'
Jan Schipper is specialist groenteteelt en bloembollen bij Agrifirm.
Een lastig punt van echte meeldauw is dat de ziekte zich - in tegenstelling tot de meeste andere schimmelziekten - vooral op het onderste deel van de kool ontwikkeld. ,,Meestal begint het bij de overlapping van het blad, enkele centimeters boven de steel. In deze V-vormige inkeping kan de schimmel zich vrij gemakkelijk nestelen. Om de kool dan weer schimmelvrij te krijgen moet er vaak veel blad worden verwijderd.'', zo legt Schipper uit. Vooral witte kool kan behoorlijk last hebben van echte meeldauw, zo is de afgelopen jaren gebleken. Maar ook in andere koolsoorten kan echte meeldauw voor flinke problemen zorgen. Schipper waarschuwt ervoor dat de ziekte zich flink kan uitbreiden in de bewaring, waardoor de bewaarverliezen fors op kunnen lopen.
zijn dan proefdieren én omdat sommige mensen (bijvoorbeeld kinderen, zwangere vrouwen of ouderen) extra gevoelig kunnen zijn.
De acute en chronische norm zijn dus de twee risiconormen voor de volksgezondheid (worden beiden uitgedrukt in mg/kg lichaamsge-
wicht). De overheid gebruikt deze normen om vast te stellen of bij aanwezigheid van de maximale hoeveelheid residu op een product (dus
residu hoeveelheden op MRL niveau) er risico’s zijn voor de volksgezondheid. Mocht er een conflict zijn tussen de normen dan komt er óf
geen toelating voor een product óf moet er nieuw residu-onderzoek worden gedaan met bijvoorbeeld een langere veiligheidstermijn om
de MRL te kunnen verlagen.
Vrijwel altijd zien we dat er bij aanwezigheid van maximale hoeveelheden residuen op groente en fruit er heel veel gegeten kan worden
zonder dat er risico’s zijn voor de gezondheid.
Samenvattend: voor de volksgezondheid worden in het kader van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen twee voedselveiligheids-
normen vastgesteld: de acute norm (ARfD) en de chronische norm (ADI). Deze normen zijn relevant voor risico’s voor de volksgezondheid.
De ADI en ARfD zijn nooit in conflict met de MRL.
In de verschillende voedingsgewassen is de term MRL een algemeen gebruik-te term geworden. Er wordt veel over gepraat en bij veel mensen bestaat het idee dat de MRL een maat is voor voedselveiligheid en dat er bij overschrij-ding van de norm risico’s zijn voor de volksgezondheid. De MRL is echter geen maat voor voedsel-veiligheid maar is uitsluitend een handelsnorm.
De afkorting MRL staat voor het Engelse begrip maximum residue level (maximaal
residu niveau). Het is een norm waaraan groenten en fruit moeten voldoen op het
moment dat ze in het handelsverkeer worden gebracht. Deze norm wordt vastgesteld
op EU-niveau en is geldig voor alle EU-landen.
Hoe wordt de MRL vastgesteld?De MRL wordt vastgesteld op basis van goed landbouwkundig gebruik van een mid-
del. Dat wil zeggen dat het middel op een bepaald gewas wordt toegepast zoals het
beschreven staat op het etiket. Daarbij wordt altijd de worst-case situatie opgezocht.
De hoogste dosering wordt gehanteerd, het maximale aantal bespuitingen dat volgens
het etiket mag worden uitgevoerd wordt ook daadwerkelijk gespoten en de laatste
bespuiting wordt uitgevoerd op basis van de veiligheidstermijn. Voor de meeste
gewassen wordt het onderzoek uitgevoerd in minimaal acht proeven verdeeld over
twee jaar. Op verschillende momenten worden monsters genomen en worden residuen
gemeten. Op basis van deze resultaten stelt de Europese overheid het maximale residu
niveau (MRL: uitgedrukt in mg/kg groente of fruit) vast dat mag worden gevonden.
Hierbij is de gedachte dat als de teler een product toepast volgens het etiket, er geen
kans is dat hij de MRL overschrijdt. De overheid bouwt daartoe altijd een redelijke
extra veiligheidsmarge in tussen de gemeten waarden in het residu-onderzoek en de
daadwerkelijke MRL.
Samenvattend: de MRL wordt vastgesteld op basis van goed landbouwkundig gebruik
en niet op basis van risico’s voor de volksgezondheid.
Is er een link tussen de MRL en voedselveiligheid?Door de overheid worden twee voedselveiligheidsnormen vastgesteld voor de mens. De
eerste is de hoeveelheid van een actieve stof die eenmalig ingenomen kan worden zon-
der risico voor de gezondheid (acute norm: ARfD, Acute Reference Dose). Daarnaast is er
de chronische norm voor dagelijkse inname zonder risico’s voor de gezondheid (chroni-
sche norm: ADI, Acceptable Daily Intake). Deze normen worden vastgesteld op basis van
onderzoek bij proefdieren. Daarbij wordt er een veiligheidsfactor (100x) ingebouwd voor
vertaling van het onderzoek van dieren naar mensen omdat mensen mogelijk gevoeliger
MRL: geen risiconorm, maar een handelsnorm!
vollegrondsgroenten2010.indd 5 04-06-2010 20:10:56
6 Vollegrondsgroenten Koerier
'Extra middel tegen bladvlekkenziekte is zeer welkom'
Flint: vertrouwde kracht met zeer brede toelating
PreiTer bestrijding van purpervlekkenziekte (Alternaria porri) en roest (Puccinia alli). Flint preven-
tief inzetten met intervallen van 14 dagen. Stemphylium vesicarium en fluweelvlekkenziekte
(Cledosporium allii-porri) worden ook bestreden door Flint.
Als er al een aantasting aanwezig is op het moment van de eerste behandeling, dan de eerste
behandeling uitvoeren met een middel met curatieve werking.
Dosering: 0,4 kg/ha (400 g/ha)
Spruitkool en sluitkool Ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae) en bladvlekkenziekte (Mycosphaerella
spp.) Zodra de eerste aantasting wordt genomen, een behandeling uitvoeren. De behandeling
om de 14 dagen herhalen. De toepassingen met Flint bij voorkeur laten volgen op bespuitingen
met fungiciden uit andere chemische groepen zoals bijvoorbeeld Folicur.
Dosering: 0,25 kg/ha (250 g/ha)
Ter bestrijding van witte roest (Albugo candida).
Dosering: 0,4 kg/ha (400 g/ha)
Bloemkool, broccoli en boerenkoolTer bestrijding van witte roest (Albugo candida) in de onbedekte teelt van bloemkool, broc-
coli en boerenkool
Dosering: 0,4 kg Flint per ha (400 g/ha). Een dosering van 0,25 kg Flint per ha is toereikend
voor de bestrijding van Mycosphaerella spp. en Alternaria spp.
Veredelings- en zaadteelt van koolgewassenTer bestrijding van witte roest (Albugo candida) in de bedekte teelt van de veredelings- en
zaadteelt van koolgewassen.
Dosering: 0,4 kg/ha (400 g/ha)
Sla en andijvieTer bestrijding van Sclerotinia en Botrytis in
de bedekte teelt van sla en de bedekte en
onbedekte teelt van andijvie. Ook effectief
ter bestrijding van valse meeldauw.
Dosering: 0,4 kg/ha (400 g/ha)
Bleekselderij en knolselderijTer bestrijding van bladvlekkenziekten (Septoria apiicola) in de onbedekte teelt van bleekselderij en knolselderij.
Dosering: 0,25 kg/ha (250 g/ha)
Witlof en cichoreiTer bestrijding van echte meeldauw (Erisyphe cichoracearum) in de onbedekte pennenteelt van witlof en cichorei.
Dosering: 0,25 kg/ha (250 g/ha)
Bos-, was- en winterpeen in de vollegrond Ter bestrijding van loofverbruining (Alternaria dauci) en meeldauw (Erysiphe heraclei) in bos-, was- en winter peen in de vollegrond. Zodra
de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De behandeling om de 14 dagen herhalen. De toepassingen met Flint
bij voorkeur laten volgen op bespuitingen met fungiciden uit andere chemische groepen zoals bijvoorbeeld triazolen.
Dosering bij bestrijding van meeldauw: 0,25 kg/ha (250 g/ha)
Dosering bij bestrijding van Alternaria: afhankelijk van de ziektedruk: 0,25-0,4 kg/ha (250-400 g/ha).
De kracht van Flint• zeer brede toelating in vrijwel alle vollegrondsgroenten, waaronder sinds
kort ook cichorei, witlof (pennenteelt), knol- en bleekselderij, bloemkool,
broccoli en boerenkool
• effectief tegen een grote reeks van schimmels, waaronder Alternaria,
Mycosphaerella, meeldauw, roest en valse meeldauw
• zeer regenvast door snelle opname en sterke binding aan waslaag
Flint heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een zeer sterk en effectief fungicide in een groot aantal vollegrondsteelten. Het bestrijdt een brede reeks van schimmels, waaronder Alternaria, Mycosphaerella, meeldauw, roest en valse meeldauw. Vanaf dit seizoen is Flint ook toegelaten in bloemkool, broccoli, boerenkool, sla, andijvie, cichorei, witlof (pennenteelt), knolselderij en bleekselderij.
,,Knolselderij is een relatief dure en gevoelige teelt, maar tegelijkertijd ook één van de meest renderende gewassen op ons bedrijf. '' Met deze woorden vat Joes Korst de status van de knolselderijteelt op zijn bedrijf samen. Samen met zijn broer Wim verbouwt hij al meer dan 35 jaar knolselderij. Dit jaar telen ze zo'n 15 hectare, bestemd voor de versmarkt.
Een van de meest kritieke periodes bij de teelt van knolselderij is het planten.,,Er gaat voor een behoorlijk kapitaal de grond in en daar willen
we op het eind natuurlijk wel iets van terugzien in de portemonnee. Hoe minder planten er wegvallen, des te meer knollen we per hectare
kunnen oogsten. De opkomst is dus een zeer belangrijke factor bij het uiteindelijke rendement '', zo geeft Korst het belang weer.
Vanwege kou en regen zijn de plantjes dit seizoen wat later dan normaal de grond in gegaan, zo vertelt de akkerbouwer op één van zijn
percelen. ,,Normaal gesproken zijn we eind april of begin mei wel klaar met planten. Dit seizoen gingen de laatste plantjes er pas half mei
in.'' De vertraging bij het planten heeft gelukkig geen nadelige gevolgen gehad. Door het donkere weer met af en toe een buitje is de aanslag
juist zeer gunstig geweest. Vrijwel alle planten staat er uitstekend op, zo blijkt tijdens een rondje over het perceel.
Bladvlekkenziekte onder controle houdenEen tweede belangrijke fase in de teelt is de ziektebestrijding. Daarbij draait het hoofdzakelijk om bladvlekkenziekte (Septoria apiicola).
Jaarlijks spuit Korst 6 à 7 keer tegen deze schimmelziekte. Voor het bepalen van het optimale spuittijdstip maakt hij onder meer gebruik van
een Beslissing Ondersteunend Systeem (BOS). Verder overlegt Korst regelmatig met gewasbeschermingsadviseur Daan Goense van Agerland
over het beste spuitschema en de middelenkeuze. Volgens Goense is bladvlekkenziekte over het algemeen goed onder controle te houden,
mits er tijdig wordt gespoten. ,,Vooral de maanden augustus en september zijn gevaarlijk, omdat het loof zich dan meestal flink gaat ontwik-
kelen. Als je het dan laat versloffen, dan kan de opbrengst gemakkelijk met de helft onderuit gaan'', zo weet hij.
Nieuwkomer Flint een welkome aanvullingMet de komst van Flint - dat afgelopen winter is toegelaten in knolselderij - krijgen telers er dit seizoen in ieder geval een sterk middel tegen
bladvlekkenziekte bij, zo stelt Goense. Met het oog op resistentie-management adviseert hij om Flint afwisselend toe te passen met een middel
op basis van difenoconazool. ,,Beide middelen hebben een verschillende werkzame stof; dat past dus goed bij elkaar'', zo besluit hij.
Joes Korst (rechts) heeft samen met zijn broer Wim een akkerbouw- en kleinfruitbedrijf in
Steenbergen (N-Br.) Jaarlijks verbouwen ze ca. 15 ha knolselderij. Daan Goense is gewas-
beschermingsadviseur bij Agerland.
vollegrondsgroenten2010.indd 6 04-06-2010 20:11:59
7 Vollegrondsgroenten Koerier
'Afgehard onkruid in asperges vraagt om volle dosering Basta'Nog een paar dagen en het aspergeseizoen 2010 zit er weer op. ,,Officieel is 24 juni de laatste dag dat er wordt gestoken. Daarna krijgen de gewassen weer rust'', zo weet Rob van den Oever, adviseur bij Vlamings B.V. in De Mortel. Jaarlijks begeleidt en adviseert hij zo'n 15 telers met gezamenlijk een kleine 50 hectare asperges.
Om de uitlopende aspergeplanten een mooie, onkruidvrije start te geven, is een radicale onkruidbestrijding absoluut noodzakelijk, zo stelt
Van den Oever. Hét basismiddel hiervoor is Basta 200, een middel op basis van glufosinaat-ammonium. ,,Met Basta raak je bijna alle voor-
komende onkruiden, waaronder meldes, perzikkruid en een groot aantal grassen, in één keer kwijt. Alleen bij kleine brandnetel adviseren we
om 1 tot 1,5 liter linuron toe te voegen, want daarop komt Basta 200 vaak net even tekort'', zo weet de adviseur. Verder benadrukt hij dat
er op het einde van de oogst niet vergeten moet worden om bodemherbiciden in de mix mee te nemen.
Taaie en afgeharde onkruidenDoor het relatief droge en koude voorjaar zijn de onkruiden in de looppaden dit seizoen
wat taaier en wat meer afgehard dan normaal, zo verwacht Van den Oever. ,,Het is daarom
raadzaam om in ieder geval niet onder de adviesdosering van Basta te gaan zitten'', zo
waarschuwt hij. Hoewel de dosering op het etiket 3 tot 5 l/ha aangeeft, raadt Van den Oever
aan om liever 4 tot 5 l/ha aan te houden. ,,Dan weet je zeker dat je goed zit, ook als de
weersomstandigheden na het spuiten net even minder zijn als verwacht, bijvoorbeeld door
regen of door weinig groeizaam weer.'' Voor een zo goed mogelijke werking raadt hij aan
om Basta bij voorkeur tijdens een zonnige dag in de ochtend te spuiten en daarbij minimaal
400 liter water te gebruiken.
Folie eraf, bedden bevochtigen en spuitenHoewel er meerdere manieren zijn om het gewas onkruidvrij te maken, geeft Van den Oever
er de voorkeur aan om één of tweede dagen voor de geplande afsluiting van het seizoen
de folie eraf te halen, daarna de bedden even vochtig te maken (via regen of beregening)
om vervolgens nog enkele dagen te kunnen steken en tot slot met vier à vijf liter Basta per
hectare het hele perceel schoon te spuiten. ,,Op die manier haal je het beste uit de teelt én
uit de onkruidbestrijding'', zo besluit hij.
Rob van den Oever is adviseur bij Vlamings in De Mortel.
Bescherm uw huid - draag handschoenen!
tip 1
Handen zijn de meest bloot-gestelde lichaamsdelen (>95%) tijdens het klaarmaken van de spuitoplossing. Bescherm ze.
VÓÓR toepassing van gewasbeschermingsmiddelen
Werk nooit zonder handschoenen met het onverdunde product.Draag handschoenen die be-stand zijn tegen chemicaliën bij het werken met een gewasbe-schermingsmiddel, omdat die de huid van de hand beschermen.
tip 2
Niet alle handschoenen zijn geschikt om om te gaan met onverdunde gewasbeschermings-middelen. Draag nooit katoenen of leren handschoenen! Deze nemen het product op en stellen u zelfs meer bloot aan product iedere keer als u ze draagt.
tip 3
NÁ toepassing van gewasbeschermingsmiddelen
Gooi uw handschoenen op een veilige manier weg als ze veront-reinigd zijn, of als u er niet zeker van bent dat ze u afdoende zullen beschermen. Bij twijfel een nieuw paar handschoenen gebruiken!tip 10
Trek handschoenen op de juiste manier uit, ze kunnen sterk verontreiningd zijn!
tip 9
Was de handschoenen iedere keer als ze verontreinigd zijn door onverdund product.Was de handschoenen alvorens ze uit te trekken.Wassen verlengt de levensduur van handschoenen.
tip 8
Draag handschoenen over de mouwen van uw bovenkleding bij het werken met onverdunde producten. Meet het product zorgvuldig af.tip 5
Gebruik handschoenen bij het schoonmaken en het onderhoud van apparatuur!
tip 7
Gebruik handschoenen wanneer u de verpakking en de maatbeker driemaal schoonspoelt!
tip 6
3 x
Gebruik nooit beschadigde handschoenen! Controleer ze altijd vóór gebruik. Vervang beschadigde handschoenen.
tip 4
TIP
SV
AN
DE PROFESSION
ALS
vollegrondsgroenten2010.indd 7 04-06-2010 20:12:37
COLOFONConcept en realisatie:
Bayer CropScience B.V.Reed Business B.V.
Vormgeving en opmaak:Claudia Roorda
Fotografie:Bayer CropScience
Drukwerk:Ascend
Dit is een uitgave van:Bayer CropScience B.V.Energieweg 1P.O. Box 231NL-3640 AE Mijdrecht
Onze gebruiksadviezen, zowel mondeling als schriftelijk verstrekt, berusten op uitge-breide proefnemingen. Wij adviseren naar beste weten volgens kennis van zaken van dit ogenblik, echter zonder daarvoor aansprakelijkheid op ons te nemen, omdat opslag/bewaring en toe-passing zich aan onze controle onttrek-ken. Beschrijvingen van een product, resp. gegevens over de eigenschappen daarvan betekenen niet, dat verantwoordelijkheid wordt gedragen bij eventuele schade. Lees voor gebruik altijd eerst het etiket.
8 Vollegrondsgroenten Koerier
Stuur de ingevulde bon uit deze krant in een ongefrankeerde envelop naar:
Bayer CropScience B.V. T.a.v. Jessica Biermann Antwoordnummer 55074 3640 WB Mijdrecht
BON
Naam:
Adres:
Postcode: Plaats:
Bedrijf + aantal ha. groenten:
De oplossing van de puzzel is:
Actievoorwaarden
Deze prijsvraag loopt van 10 juni t/m 15 juli 2010. Uit de goede inzendingen worden vijf winnaars getrokken. De prijswinnaars krijgen tussen 15 en 31 juli bericht. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
A B C A B C A B C
1 2 3
,,Als Sclerotinia wat regelmatiger voorkomt, zoals hier in de Noord-oostpolder, is het raadzaam om Nativo op te nemen in het spuit-schema voor peen.''
Thomas Keur, akkerbouwer in Nagele en Arno Meijer, gewasbeschermingsadviseur bij Profyto
,,De komende jaren zal het lastiger worden om nieuwe gewasbe-schermingsmiddelen toegelaten te krijgen. Vooral voor insecticiden zul-len de verzwaarde toelatingseisen tot problemen leiden.''
Mieke Hoogendoorn, hoofd registratie bij Bayer CropScience
,,Rudis is sterk tegen alle belangrijke schimmelziekten in prei en heeft ten opzichte van andere middelen ook nog eens een duidelijke plus op roest en Stemphylium.''
Geert van der Sterren, preiteler in Maasbree en Piet van der Haas, adviseur bij Mertens B.V. in Horst
,,Het onkruid in de looppaden van de aspergevelden is dit jaar wat harder dan normaal. Het is daarom raadzaam om in ieder geval niet onder de adviesdosering van Basta te gaan zitten.''
Rob van den Oever, adviseur bij Vlamings B.V. in De Mortel
Puzzel mee en win kaartjes voor de Efteling!Zin in een gezellig dagje uit met uw gezin, familie of vrienden? Los dan de onderstaande fotopuzzel op! Uit de goede in-zendingen worden vijf winnaars getrokken. Zij krijgen elk vier entreekaartjes voor attractiepark De Efteling in Kaatsheuvel.
1. Welke schimmelziekte is hier te zien?a. roestb. Pseudomonasc. Alternaria
1. Welk insect is hier afgebeeld?a. Bladluisb. Koolmotc. Koolwittevlieg
3. Welke ziekte is hier afgebeeld?a. Phytophthorab. Mycosphaerellac. Colletotrichum
vollegrondsgroenten2010.indd 8 04-06-2010 20:19:07
top related