wat eten we vanavond? · a: dan maar frietjes halen of een pizza laten komen. a: dan maar frietjes...
Post on 03-Oct-2020
2 Views
Preview:
TRANSCRIPT
A: Wat eten we vanavond? Spaghetti?A: Wat eten we vanavond? Spaghetti?
B: Wat! Weer spaghetti?B: Wat! Weer spaghetti?
A: Even kijken, is er nog pasta?A: Even kijken, is er nog pasta?
B: Nee, er is geen pasta meer. De pasta is op!B: Nee, er is geen pasta meer. De pasta is op!
A: Is er nog saus?A: Is er nog saus?
B: Nee, er is geen saus meer. De saus is op!B: Nee, er is geen saus meer. De saus is op!
A: Zijn er nog tomaten?A: Zijn er nog tomaten?
B: Nee, er zijn geen tomaten meer. De tomaten zijn op!B: Nee, er zijn geen tomaten meer. De tomaten zijn op!
A: Is er nog kaas?A: Is er nog kaas?
B: Nee, er is geen kaas meer. De kaas is op!B: Nee, er is geen kaas meer. De kaas is op!
A: Dan maar frietjes halen of een pizza laten komen. A: Dan maar frietjes halen of een pizza laten komen.
huishoudshop
taalriedel6+8
Wat eten we vanavond?
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
A: Dag Clara, hoe is het?A: Dag Clara, hoe is het?
B: Goed, en met jou?B: Goed, en met jou?
A: Ook goed. Dank je. A: Ook goed. Dank je.
Dag Clara
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
hoe is het? Goed!
taalriedel8
A: Dag Eva, hoe is het?A: Dag Eva, hoe is het?
B: Goed, en met jou? B: Goed, en met jou?
A: Ook goed. Dank je wel.A: Ook goed. Dank je wel.
A: En met je man?A: En met je man?
B: Dat gaat.B: Dat gaat.
A: En met de kinderen?A: En met de kinderen?
B: Alles goed.B: Alles goed.
A: En met het werk?A: En met het werk?
B: Niet te doen! Veel te druk!B: Niet te doen! Veel te druk!
Hoe is het?
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
hoe is het? Goed!
taalriedel8
A: Ga je meer naar de markt? Heb je tijd vandaag?A: Ga je meer naar de markt? Heb je tijd vandaag?
B: Ik heb wel tijd, maar ik heb niet veel zin.B: Ik heb wel tijd, maar ik heb niet veel zin.
A: Ga je mee naar de stad? Ben je vrij vandaag?A: Ga je mee naar de stad? Ben je vrij vandaag?
B: Ik ben wel vrij, maar ik heb niet veel zin.B: Ik ben wel vrij, maar ik heb niet veel zin.
A: Gaan we samen iets eten? En iets drinken daarna?A: Gaan we samen iets eten? En iets drinken daarna?
B: Ik heb wel zin, maar ik heb geen geld.B: Ik heb wel zin, maar ik heb geen geld.
A: Geen probleem, ik trakteer.A: Geen probleem, ik trakteer.
Ik heb wel tijd, maar ik heb geen zin
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
hoe is het? Goed!
taalriedel8
A: Hallo, met Peeters.A: Hallo, met Peeters.
B: Ik bel voor het appartement.B: Ik bel voor het appartement.
A: Ja, dat is nog vrij.A: Ja, dat is nog vrij.
B: Op welke verdieping ligt het?B: Op welke verdieping ligt het?
A: Op de derde verdieping. U hebt zicht op het park.A: Op de derde verdieping. U hebt zicht op het park.
B: En is er een lift?B: En is er een lift?
A: Nee, er is geen lift.A: Nee, er is geen lift.
B: Dat is spijtig. Hoeveel slaapkamers zijn er?B: Dat is spijtig. Hoeveel slaapkamers zijn er?
A: Twee grote en een kleine.A: Twee grote en een kleine.
B: Is er een bad?B: Is er een bad?
A: Nee, er is alleen een douche.A: Nee, er is alleen een douche.
B: Wanneer kan ik eens komen kijken?B: Wanneer kan ik eens komen kijken?
A: Morgen om 10 uur?A: Morgen om 10 uur?
Ik bel voor het appartement
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
verhuiswinkel
taalriedel8+9
A: Ik voel me niet zo goed.A: Ik voel me niet zo goed.
B: Wat scheelt er?B: Wat scheelt er?
A: Ik ben zo misselijk.A: Ik ben zo misselijk.A: En mijn spieren doen pijn.A: En mijn spieren doen pijn.
A: En ik heb koorts.A: En ik heb koorts.A: En ik voel me zo moe.A: En ik voel me zo moe.
B: Ik denk dat je griep hebt.B: Ik denk dat je griep hebt.B: Ga maar naar huis.B: Ga maar naar huis.B: … en kruip in je bed. B: … en kruip in je bed.
Ik voel me niet zo goed
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
pijntjes en kwaaltjes
taalriedel8+18
A: Proficiat!A: Proficiat!
B: Dank je wel.B: Dank je wel.
A: Ik heb iets voor jou.A: Ik heb iets voor jou.
B: Dat had je niet moeten doen.B: Dat had je niet moeten doen.
A: Toch wel, en nog eens gefeliciteerd!A: Toch wel, en nog eens gefeliciteerd!
Proficiat!
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
19- 80, 90 of 2000?
taalriedel8+19
A: Zwem jij graag?B: Nee, dat doe ik niet graag.
A: Dans jij graag?B: Nee, dat doe ik niet graag.
A: Fiets jij graag?B: Nee, dat doe ik niet graag.
A: Hou je van lezen? B: Ja, ik hou wel van lezen.
A: En hou je van eten?B: Ja, ik hou ook van eten.
A: En hou je van mij?B: Ja, ja, ik hou heel veel van jou!
Ik hou heel veel van jou
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
dit doe ik graag
taalriedel8+20
A: Lekker weer, hé!A: Lekker weer, hé!
B: Ja zalig, maar straks misschien niet meer.B: Ja zalig, maar straks misschien niet meer.
A: Wat voorspellen ze?A: Wat voorspellen ze?
B: Regen, regen en nog eens regen.B: Regen, regen en nog eens regen.
A: Typisch Belgisch.A: Typisch Belgisch.
Lekker weer, hé!
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
koud hé!
taalriedel8+22
A: Hoe heet u?A: Hoe heet u?
B: Wablieft? B: Wablieft?
A: Ik vraag hoe u heet.A: Ik vraag hoe u heet.A: Waar woont u? A: Waar woont u?
B: Wablieft? B: Wablieft?
A: Ik vraag waar u woont.A: Ik vraag waar u woont.A: Bent u getrouwd?A: Bent u getrouwd?
B: Ik versta u niet goed.B: Ik versta u niet goed.
A: Ik vraag of u getrouwd bent.A: Ik vraag of u getrouwd bent.A: Hebt u kinderen?A: Hebt u kinderen?
B: Wablieft? B: Wablieft?
Wablieft?
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
wat horen we?
taalriedel8+23
A: Ik vraag of u kinderen hebt.A: Ik vraag of u kinderen hebt.A: Hoeveel kinderen hebt u?A: Hoeveel kinderen hebt u?
B: Excuseer?B: Excuseer?
A: Ik vraag hoeveel kinderen u hebt.A: Ik vraag hoeveel kinderen u hebt.A: Goed, u mag daar even wachten.A: Goed, u mag daar even wachten.
B: Wat zegt u?B: Wat zegt u?
A: Ik zeg dat u daar mag wachten.A: Ik zeg dat u daar mag wachten.A: U moet hier nog even tekenen.A: U moet hier nog even tekenen.
B: Kan u dat even herhalen?B: Kan u dat even herhalen?
A: Ik zeg dat u hier nog moet tekenen. A: Ik zeg dat u hier nog moet tekenen. A: Zo, dat is in orde.A: Zo, dat is in orde.
A: Waar liggen mijn sokken?A: Waar liggen mijn sokken?
B: Kijk eens bij je schoenen.B: Kijk eens bij je schoenen.
A: Waar staan mijn schoenen?A: Waar staan mijn schoenen?
B: Kijk eens onder je bed.B: Kijk eens onder je bed.
A: Waar liggen mijn boeken?A: Waar liggen mijn boeken?
B: Die zitten in je tas.B: Die zitten in je tas.
A: Waar hangt mijn jas?A: Waar hangt mijn jas?
B: Daar! Voor je neus!B: Daar! Voor je neus!
B: Vertrek maar gauw, of je mist de bus.B: Vertrek maar gauw, of je mist de bus.
B: Maar eerst nog een kus. B: Maar eerst nog een kus.
Waar liggen mijn sokken?
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
mijn huisje
taalriedel8+28
A: Excuseer mevrouw, waar is de post?A: Excuseer mevrouw, waar is de post?
B: Het spijt me, meneer, dat weet ik niet.B: Het spijt me, meneer, dat weet ik niet.
A: Dat is niks. Toch bedankt.A: Dat is niks. Toch bedankt.
Excuseer, meneer
Uit:
Rie
del e
n Ri
tme:
Vla
amse
taal
riede
ls.
Aute
urs:
Jes
Leys
en e
n An
n De
Sch
ryve
r, e.
a.,
uitg
ever
ij: A
cco,
200
5.
naar waar is ‘t?
taalriedel8+32
top related