woordenlijst / درسم taalcompleet a2 - kleurrijker · 2015. 11. 27. · taalcompleet a2...
Post on 12-Mar-2021
88 Views
Preview:
TRANSCRIPT
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
Nederlands
Arabisch العربية
1.1 Koffie?
alsjeblieft
تفضل
bedankt
شكرا ً
bevallen, beviel(en), zijn bevallen
يحب
gelukkig(e)
لحسنًالحظ
hoeven, hoefde(n), hebben gehoeven
يحتاج
het kantoor, de kantoren مكتب
de koek, de koeken كعكة
de kop, de koppen فنجان
koud(e)
بارد
lusten, lustte(n), hebben gelust
يحب
straks
فيماًبعد
de winkel, de winkels متجر
zin hebben, had(den), hebben gehad
يحب
1.2 Raam-ramen, vol-volle
dik(ke)
سميك
doof / dove
أصم
gelden, gold(en), hebben gegolden
يطبق
het geval, de gevallen حالة
lief / lieve
لطيف
Woordenlijst / مسرد TaalCompleet A2
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de muis, de muizen فأر
de pet, de petten قبعة
raar / rare
غريب
1.3 Willen en kunnen
fietsen, fietste(n), hebben/zijn gefietst
يدور
kunnen, kon(den), hebben gekund يستطيع
het lied, de liederen أغنية
de muziek موسيقى
de rugzak, de rugzakken حقيبةًظهر
wandelen, wandelde(n), hebben gewandeld
يمشي
willen, wilde(n), hebben gewild
يريد
zingen, zong(en), hebben gezongen يغني
zwemmen, zwom(men), hebben gezwommen
يسبح
1.4 U of jij?
afscheid nemen, nam(en), hebben genomen
يودع
beleefd(e)
مؤدب
het centrum, de centra / de centrums مركز
dragen, droeg(en), hebben gedragen
يرتدي
kleren
ملابس
kletsen, kletste(n), hebben gekletst
يدردش
net(te)
أنيق
netjes
أنيق
de voornaam, de voornamen الاسمًالشخصي
de vriendin, de vriendinnen صديقة
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
1.5 Kindje, treintje, armpje
de club, de clubs نادي
de dame, de dames سيدة
de gang, de gangen رواق
het gebouw, de gebouwen مبنى
het gezicht, de gezichten وجه
de kerk, de kerken كنيسة
de rol, de rollen دور
het spel, de spellen لعبة
de ster, de sterren نجم
de vogel, de vogels طائر
1.6 Typisch Nederlands!
aankomen, kwam(en) aan, zijn aangekomen
وصول
het cadeau, de cadeaus هدية
direct(e)
مباشر
droog / droge
جاف
klagen, klaagde(n), hebben geklaagd
يشكو
meegaan, ging(en) mee, zijn meegegaan
يأتي
het paard, de paarden حصان
regenen, het regende, het heeft geregend
تمطر
samenwonen, woonde(n) samen, hebben samengewoond
يتعايش
de Sinterklaas Sinterklaas
het snoep حلوى
typisch(e)
نموذجي
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
uitdelen, deelde(n) uit, hebben uitgedeeld
يوزع
warm(e)
ساخن
wit(te)
أبيض
1.7 Wat vind jij?
aardig(e) صريح
eens
يوافق
de jurk, de jurken فستان
het landschap, de landschappen منظرًطبيعي
lelijk(e)
قبيح
de mening, de meningen رأي
onaardig(e)
قاس
oneens
يعارض
stom(me)
غبي
de trui(en) سترة
want
بسبب
1.8 Wat zeg je?
het geluk سعادة
jezelf
نفسك
klikken, klikte(n), hebben geklikt
ينقر
de knop, de knoppen زر
nazeggen, zei(den) na, hebben nagezegd
يكرر
oefenen, oefende(n), hebben geoefend
مراجعة
opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen
يسجل
de uitspraak نطق
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
verstaan, verstond(en), hebben verstaan
يفهم
zacht(e)
ناعم
1.9 Een kaartje sturen
het bericht, de berichten رسالة
beterschap
فاءش
eindigen, eindigde(n), hebben geëindigd
ينهي
een feest geven, gaf / gaven, hebben gegeven ينظمًحفلة
feliciteren, feliciteerde(n), hebben gefeliciteerd
يهنئ
de geboorte, de geboorten ولادة
gefeliciteerd
تهانيناًً
de gelegenheid, de gelegenheden فرصة
het huwelijk, de huwelijken زواج
jarig zijn, was / waren, zijn geweest
عيدًميلاد
de kaart, de kaarten بطاقة
overlijden, overleed, overleden, zijn overleden
يموت
soms
أحيانا ً
terugsturen, stuurde(n) terug, hebben teruggestuurd
يعود
de uitnodiging, de uitnodigingen دعوة
1.10 Last van de buren
het geluid, de geluiden صوت
hard(e)
صوتًصاخب
last hebben van, had(den), hebben gehad
ينزعج
later
فيماًبعد
het lawaai ضجيج
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
letten, lette(n), hebben gelet
يحذر
volgend(e)
التالي
1.11 Wat leuk, een bos bloemen!
de bos bloemen باقةًزهور
de chocolade شوكولاتة
houden van, hield(en), hebben gehouden
يحب
meenemen, nam(en) mee, hebben meegenomen
يحضر
op bezoek gaan, ging(en), zijn gegaan
يزور
op tijd
فيًالوقتًالمحدد
te laat
خرمتأ
zomaar
فقط
2.1 De euro
het briefje, de briefjes نقود
de cent, de centen سنت
de euro, de euro’s يورو
handig(e)
عملي
de munt, de munten عملة
de vakantie, de vakanties عطلات
wisselen, wisselde(n), hebben gewisseld
صرف
2.2 Grote getallen
het bedrijf, de bedrijven شركة
het blik, de blikken علبة
de brug, de bruggen جسر
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
duizend
ألف
de fabriek, de fabrieken مصنع
de leerling, de leerlingen تلميذ
de medewerker, de medewerkers موظف
het miljard, de miljarden مليار
het miljoen, de miljoenen مليون
de soep, de soepen حساء
de vloer, de vloeren أرضية
zo’n
حوالي
2.3 Een bankrekening openen
de bank, de banken مصرف
geld opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen
يسحبًالمال
kloppen, klopte(n), hebben geklopt
يقرع
de medewerkster, de medewerksters موظف
onthouden, onthield(en), hebben onthouden
يتذكر
openen, opende(n), hebben geopend
يفتح
het paspoort, de paspoorten جوازًسفر
de pincode, de pincodes رقم السري
de pinpas, de pinpassen بطاقةًنقدية
de rekening, de rekeningen حساب
2.4 Mogen en zullen
autorijden, reed, reden, hebben/zijn gereden
يقود
behandelen , behandelde(n), hebben behandeld
يعالج
eerder
قبل
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
iets voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld
يقترحًشيئا ً
opereren, opereerde(n), hebben geopereerd
جريًعمليةًجراحيةي
opruimen, ruimde(n) op, hebben opgeruimd
يرتب
de patiënt, de patiënten مريض
schreeuwen, schreeuwde(n), hebben geschreeuwd
يصرخ
het strand, de stranden شاطئ
thuiskomen, kwam(en) thuis, zijn thuisgekomen
يعودًاليًالبيت
zullen, zou(den)
سوف
2.5 Geld pinnen
het bedrag, de bedragen كمية
drukken, drukte(n), hebben gedrukt
يضغط
de geldautomaat, de geldautomaten ماكينةًالصرافًالآلي
pakken, pakte(n), hebben gepakt
ياخذ
het scherm, de schermen شاشة
de stap, de stappen خطوة
stelen, stal(en), hebben gestolen
يسرق
2.6 Actief luisteren
actief / actieve
نشط
de activiteit, de activiteiten نشاط
de bibliotheek, de bibliotheken مكتبة
de folder, de folders نشرة
de mededeling, de mededelingen إعلان
nadenken, dacht(en) na, hebben nagedacht
يفكر
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de pauze, de pauzes استراحة
het soort, de soorten نوع
tijdens
خلال
de titel, de titels كتابًكتابعنوانًعنوان
2.7 Ik wil graag pinnen.
dom / domme
غبي
durven, durfde(n), hebben gedurfd
يجرؤ
de hulp مساعدة
intoetsen, toetste(n) in, hebben
يكتب
omdraaien, draaide(n) om, hebben omgedraaid
ينعطف
de piep, de piepen يطلقًإشارةًتنبيه
het restaurant, de restaurants مطعم
slim / slimme
ذكي
tellen, telde(n), hebben geteld
يعد
vergeten, vergat(en), hebben/zijn vergeten
ينسى
verkeerd(e)
خطأ
2.8 In, uit, voor, na
afspreken, sprak(en) af, hebben afgesproken
يحددًموعدا ً
bidden, bad(en), hebben gebeden
يصلي
de finale, de finales نهائي
de hond, de honden كلب
de kat, de katten قط
de kooi, de kooien قفص
de oorlog, de oorlogen حرب
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
sinds
منذ
de vrede سلام
2.9 Mijn pinpas is weg!
aanvragen, vroeg(en) aan, hebben aangevraagd
لأجل يقدمًطلباً
blokkeren, blokkeerde(n), hebben geblokkeerd
يمنع
helaas
للأسف
iets kwijt zijn, was, waren, zijn geweest
شيئا ًًيفقد
melden, meldde(n), hebben gemeld
يقدمًتقريرا ً
ontzettend(e)
هائل
de stem, de stemmen صوت
vanmorgen
صباح
via
منًخلال
welkom
ترحيب
2.10 En, maar, want
de berg, de bergen جبل
het gordijn, de gordijnen ستارة
de grond أرض
het kussen, de kussens وسادة
schijnen, scheen, schenen, hebben geschenen
تظهر
de sneeuw ثلج
de zee, de zeeën بحر
de zon شمس
2.11 Betalen via internet
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
automatisch(e)
أوتوماتيكي
de code, de codes رمز
gemakkelijk(e)
سهل
de nacht, de nachten ليل
namelijk
أي
nodig(e)
مطلوب
de rekening , de rekeningen حساب
de veiligheid سلامة
de verbinding, de verbindingen اتصال
3.1 Een baby, gefeliciteerd!
het bad, de baden حمام
bevallen, beviel(en), zijn bevallen
تلد
bijkomen, kwam(en) bij, zijn bijgekomen
يلتقطًالأنفاس
geboren
مولود
het gemeentehuis, de gemeentehuizen دارًالبلدية
herstellen, herstelde(n), zijn hersteld
يستعيد
medisch(e)
طبي
schoonmaken, maakte(n) schoon, hebben schoongemaakt
ينظف
verzorgen, verzorgde(n), hebben verzorgd
يرعى
het ziekenhuis, de ziekenhuizen مستشفى
3.2 Hoe gaat het met mijn kindje?
de arts, de artsen طبيب
het bureau, de bureaus مكتب
het gedrag سلوك
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
groeien, groeide(n), zijn gegroeid
ينمو
de leeftijd, de leeftijden عمر
meten, mat(en), hebben gemeten
يقيس
onderzoeken, onderzocht(en), hebben onderzocht
بحث
ontwikkelen, ontwikkelde(n), hebben ontwikkeld
يطور
opletten, lette(n) op, hebben opgelet
يهتم
de prik, de prikken حقن
uitkleden, kleedde(n) uit, hebben uitgekleed
يخلعًملابسه
wegen, woog, wogen, hebben gewogen
يزت
de ziekte, de ziekten / ziektes مرض
3.3 Naar het kinderdagverblijf
aanmelden, meldde(n) aan, hebben aangemeld
يسجل
het inschrijfformulier, de inschrijfformulieren نموذجًتسجيل
het kinderdagverblijf, de kinderdagverblijven للاطفالًمركزًرعايةًنهارية
de ontwikkeling, de ontwikkelingen تنمية
opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen
يلتقط
oppassen, paste(n) op, hebben opgepast
يرعئًطفل
de plaats, de plaatsen مكان
het speelgoed لعب
verstandig(e)
حكيم
vooraf
سلفا ً
zelfstandig(e)
مستقل
zwanger(e)
حامل
3.4 Omdat hij jarig is.
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
als
عندما
het been, de benen ساق
herkennen, herkende(n), hebben herkend
يعترف
de huisarts, de huisartsen طبيبًعام
kwaad / kwade
غاضب
omdat
لأن
de pijn, de pijnen ألم
varen, voer(en), hebben / zijn gevaren
يبحر
3.5 Hoe lees ik deze tekst?
controleren
يتحققًمن
de kop, de koppen عنوان
onderstreept(e)
مشددة
het onderwerp, de onderwerpen موضوع
het recept, de recepten وصفة
schuin(e)
مائل
vet(te)
دهن
3.6 Mijn kinderen gaan naar school.
de advocaat, de advocaten محام
de basisschool, de basisscholen مدرسةًابتدائية
het beroep, de beroepen مهنة
het hbo HBO
de leraar, de leraren معلم
liggen aan, lag aan, heeft gelegen aan
يعتمدًعلى
het mbo MBO
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de middelbare school, de middelbare scholen مدرسةًثانوية
de monteur, de monteurs ميكانيكي
het niveau, de niveaus مستوى
omgaan met, ging(en) om met, zijn omgegaan met
معاملة
de puzzel, de puzzels لغز
de toets, de toetsen اختبار
de universiteit, de universiteiten جامعة
verplicht(e)
مطلوب
3.8 Ouders en de school
de juf, de juffen معلمةً)أنثى(
de meester, de meesters معلمً)ذكر(
nauwelijks
بالكاد
het nieuws أخبار
organiseren, organiseerde(n), hebben georganiseerd
ينظم
overblijven, bleef, bleven over, zijn overgebleven
يبقى
het uitje, de uitjes نزهة
de vergadering, de vergaderingen اجتماع
3.9 Wij organiseren een uitje
besteden, besteedde(n), hebben besteed
ينفق
de cultuur ثقافة
dichtbij
بالقربًمن
geweldig(e)
رائع
de hoofdstad, de hoofdsteden عاصمة
laatst
مؤخرا ً
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
het nadeel, de nadelen مساوئ
terugkomen, kwam(en) terug, zijn teruggekomen
يعود
het voordeel, de voordelen ميزة
het voorstel, de voorstellen اقتراح
de voorstelling, de voorstellingen أداء
3.10 Klein-groot, warm-koud
aankleden, kleedde(n) aan, hebben aangekleed
يرتدي
duwen, duwde(n), hebben geduwd
يدفع
nergens
لاًمكان
sluiten, sloot, sloten, hebben gesloten
يغلق
de stilte, de stiltes صمت
de tegenstelling, de tegenstellingen تباين
verdrietig(e)
حزين
vierkant(e)
مربع
vlug(ge)
بسرعة
3.11 Wat doe jij in je vrije tijd?
de bladzijde, de bladzijden صفحة
het bos, de bossen غابة
eng(e)
مخيف
grappig(e)
مضحك
het gras عشب
klimmen, klom(men), hebben / zijn geklommen
يتسلق
meedoen, deed, deden mee, hebben meegedaan
يشارك
het plein, de pleinen مربع
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
sporten, sportte(n), hebben gesport
يتمرن
springen, sprong(en), hebben / zijn gesprongen
بقفز
het tijdschrift, de tijdschriften مجلة
trainen, trainde(n), hebben getraind
يدرب
het veld, de velden حقل
de vrije tijd وقتًالفراغ
4.1 Het lichaam
de achterkant, de achterkanten الجانبًالخلفي
de
arm, de armen ذراع
bestaan uit, bestond(en), hebben bestaan
يتألفًمن
de
bil, de billen ردف
het deel, de delen جزء
de hals, de halzen عنق
de hand, de handen يد
de kin, de kinnen ذقن
de knie, de knieën ركبة
het lijf, de lijven جسم
de mond, de monden فم
de nek, de nekken عنق
de neus, de neuzen أنف
onder andere
منًبينًأشياءًأخرى
het oog, de ogen عين
het oor, de oren إذن
de rug, de ruggen ظهر
de schouder, de schouders كتف
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de teen, de tenen إصبعًقدم
de vinger, de vingers إصبع
de wang, de wangen خد
4.2 Ik heb last van…
de assistente, de assistentes مساعد
het bloed دم
breken, brak(en), hebben/zijn gebroken
يكسر
de gezondheid صحة
de griep نفلونزاأ
de koorts حمى
last hebben van, had(den), hebben gehad
يعانيًمن
misselijk(e)
يحسًبالاسترجاع
het onderzoek, de onderzoeken بحث
de wond, de wonden جرح
zich niet lekker voelen, voelde(n), hebben gevoeld
يشعرًبالتوعك
4.3 Bij de huisarts
de apotheek, de apotheken صيدلية
het drankje, de drankjes جروع
hoesten, hoestte(n), hebben gehoest
يسعل
de hoofdpijn الراسًصداع
de klacht, de klachten شكوى
ophalen, haalde(n) op, hebben opgehaald
يجمع
opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen
يأخذ
rustig aan doen, deden, hebben gedaan
يأخذًببساطة
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de temperatuur, de temperaturen درجةًالحرارة
vanzelf
بنفسه
verkouden
يحسًبالبرد
voorschrijven, schreef, schreven voor, hebben voorgeschreven
يصف
4.4 Praten over vroeger (1)
het gebied, de gebieden منطقة
leuk(e)
جميل
prachtig(e)
رائع
vanaf
منذ
verleden
الماضي
zelfs
حتى
4.5 Medicijnen halen
het advies, de adviezen نصيحة
de doos, de dozen صندوق
de drogist, de drogisten صيدلية
het gebruik استعمال
het gevolg, de gevolgen ةنتيج
in combinatie met
بالاشتراكًمع
de luier, de luiers حفاظ
het medicijn, de medicijnen دواء
overgaan, ging(en) over, zijn overgegaan
يمر
het recept, de recepten وصفة
rusten, rustte(n), hebben gerust
يرتاح
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de spier, de spieren عضلة
de tandpasta, de tandpasta’s معجونًأسنان
de zeep صابون
4.6 Praten over vroeger (2)
bezig(e)
مشغول
enorm(e)
هائل
genoeg
كاف
gezond(e)
صحي
de haast عجلة
los / losse
فضفاض
de oefening, de oefeningen تمرين
het rapport, de rapporten تقرير
de rits, de ritsen زمامًمنزلق
saai(e)
ممل
het schaap, de schapen خروف
het schilderij, de schilderijen لوحة
de taart, de taarten كعكة
zonder
بدون
4.7 Schrijven
het doel, de doelen هدف
persoonlijk(e)
شخصي
de spelling, de spellingen هجاء
steunen, steunde(en), hebben gesteund
يدعم
de studie, de studies دراسة
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de volgorde, de volgordes تسلسل
wekelijks(e)
أسبوعي
4.8 De tandarts bellen
de behandeling, de behandelingen علاج
de controle, de controles مراجعةًالطبيب
het gat, de gaten ةحفر
het gebit, de gebitten أسنان
het halfjaar نصفًعام
in orde
حسنا ً
de kies, de kiezen سنًخلفي
de kiespijn وجعًأسنان
mis
خطأ
de praktijk, de praktijken ممارسة
4.9 Wat is van wie?
de bril, de brillen نظارات
het bureau, de bureaus مكتب
het huisdier, de huisdieren حيوانًأليف
de plant, de planten شجرةًتنمو
de taak, de taken مهمة
de tv, de tv’s تلفزيون
5.1 Het gemeentehuis
de afdeling, de afdelingen قسم
besturen, bestuurde(n), hebben bestuurd
يدير
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
bouwen, bouwde(n), hebben gebouwd
يبني
het buitenland فيًالخارج
de burgemeester, de burgemeesters عمدة
de burger, de burgers مواطن
het examen, de examens اختبار
het legitimatiebewijs, de legitimatiebewijzen بطاقةًهوية
het loket, de loketten مكتب
de persoonsgegevens بياناتًشخصية
het rijbewijs, de rijbewijzen رخصةًقيادة
slagen, slaagde(n), zijn geslaagd
ينجح
het stadhuis, de stadhuizen دارًالبلدية
van tevoren
مقدما ً
waarvoor
الذيًمنًأجله
de zaal, de zalen قاعة
5.2 Ik begrijp het niet.
bedoelen, bedoelde(n), hebben bedoeld
يعني
een vraag stellen, stelde(n), hebben gesteld
يطرحًسؤالا ً
herhalen, herhaalde(n), hebben herhaald
يكرر
nogmaals
مرةًًأخرى
onbekend(e)
غيرًمعروف
ontdekken, ontdekte(n), hebben ontdekt
يعرف
5.3 Ik heb gewerkt.
combineren, combineerde(n), hebben gecombineerd
وحد
leveren, leverde(n), hebben geleverd
يوصل
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de piloot, de piloten طيار
presenteren, presenteerde(n), hebben gepresenteerd
يقدم
schilderen, schilderde(n), hebben geschilderd
يرسم
scoren, scoorde(n), hebben gescoord
يسجل
studeren, studeerde(n), hebben gestudeerd
يدرس
twijfelen, twijfelde(n), hebben getwijfeld
يشك
waarschuwen, waarschuwde(n), hebben gewaarschuwd
يحذر
5.4 Meerkeuzevragen beantwoorden
het kader, de kaders إطار
logisch(e)
منطقي
de meerkeuzevraag, de meerkeuzevragen سؤالًاختيارًمنًمتعدد
toevallig(e)
عرضي
verdwijnen, verdween, verdwenen, zijn verdwenen
يختفي
5.5 De politiek
bepalen, bepaalde(n), hebben bepaald
يحدد
beslissen, besliste(n), hebben beslist
يقرر
de bevolking سكان
de gemeenteraad, de gemeenteraden مجلسًبلدي
het lid, de leden عضو
de partij, de partijen حزب
de politicus, de politici سياسي
de politiek سياسة
de regering, de regeringen حكومة
de samenleving, de samenlevingen نتعايش
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
stemmen, stemde(n), hebben gestemd
يصوت
de televisie, de televisies تلفزيون
de Tweede Kamer برلمان
de verkiezing, de verkiezingen انتخابات
de wet, de wetten قانون
winnen, won(nen), hebben gewonnen
يفوز
5.6 Nederlander worden
de boete, de boetes غرامة
het diploma, de diploma’s دبلومة
het inburgeringsexamen, de inburgeringsexamens امتحانًالتجنس
inleveren, leverde(n) in, hebben ingeleverd
يسلم
minimaal / minimale
حدًأدنى
de nationaliteit, de nationaliteiten جنسية
het proces, de processen إجراء
de straf, de straffen عقاب
de verblijfsvergunning, de verblijfsvergunningen تصريحًإقامة
voldoende
كاف
5.7 Ik leg dit uit.
aanbieden, bood, boden aan, hebben aangeboden
يقدم
aangeven, gaf, gaven aan, hebben aangegeven
يمرر
aanvallen, viel(en) aan, hebben aangevallen
يهاجم
doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan
يمضيًقدما
lesgeven, gaf, gaven les, hebben lesgegeven
يدرس
meebrengen, bracht(en) mee, hebben meegebracht
يحضر
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
ophangen, hing(en) op, hebben opgehangen
يعلق
oplossen, loste(n) op, hebben opgelost
يحل
plaatsvinden, vond(en) plaats, hebben plaatsgevonden
يحدث
rondlopen, liep(en) rond, hebben rondgelopen
يتمشى
vast(e)
ثابت
voorbereiden, bereidde(n) voor, hebben voorbereid
يعد
5.8 Naar de politie
bang(e)
خائف
bewaren, bewaarde(n), hebben bewaard
يحفظ
de brand, de branden حريق
de dief, de dieven لص
dringend(e)
ملح
ernstig(e)
خطير
gevaarlijk(e)
خطير
het gevonden voorwerp, de gevonden voorwerpen المفقودات
huilen, huilde(n), hebben gehuild
يبكي
de jas, de jassen سترة
landelijk(e)
وطني
de politie طةشر
de situatie, de situaties حالة
slaan, sloeg(en), hebben geslagen
ضرب
verliezen, verloor, verloren, hebben verloren
يفقد
de wijk, de wijken منطقة
5.9 Klein, kleiner, kleinst
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
arm(e)
فقير
boos / boze
غاضب
dun / dunne
رقيق
glad / gladde
سلس
liever
بالأحرى
plat / platte
شقة
rijk(e)
غني
smal / smalle
ضيق
spontaan / spontane
عفوي
stevig(e)
بحزم
strak / strakke
ضيق
streng(e)
صارم
traag / trage
بطيء
trots(e)
فخور
de uitzondering, de uitzonderingen استثناء
vergelijken, vergeleek, vergeleken, hebben vergeleken
يقارن
vriendelijk(e)
ودي
vrolijk(e)
سعيد
zielig(e)
محزن
6.1 Op zoek naar werk
de baan, de banen عمل
de functie, de functies وظيفة
solliciteren, solliciteerde(n), hebben gesolliciteerd
يطبق
tijdelijk(e)
مؤقت
het uitzendbureau, de uitzendbureaus للعملوكالةً
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de vacature, de vacatures وظيفةًشاغرة
de werkgever, de werkgevers صاحبًعمل
6.2 De vacature
de eis, de eisen متطلب
de ervaring, de ervaringen تجربة
handig(e)
عملي
het huishouden, de huishoudens منزلي
het plezier فرح
het salaris, de salarissen راتب
strijken, streek, streken, hebben gestreken
يكوي
tot en met (t/m)
حتىًبماًفيًذلك
uitstekend(e)
ممتاز
voornamelijk(e)
فيًالأساس
de werktijd, de werktijden ساعاتًالعمل
6.3 Het uitzendbureau
het cv, de cv’s سيرةًذاتية
geschikt zijn
تناسب
het hotel, de hotels فندق
de interesse اهتمام
de kok, de koks طهي
maximaal / maximale
أقصى
de opleiding, de opleidingen تعليم
perfect(e)
مثالي
het sollicitatiegesprek, de sollicitatiegesprekken مقابلةًشخصيةًللوظيفة
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
stage lopen, liep(en), hebben gelopen
يتدرب
uitnodigen, nodigde(n) uit, hebben uitgenodigd
يدعو
6.4 Soms of vaak?
af en toe
أحيانا ً
het apparaat, de apparaten جهاز
knippen, knipte(n), hebben geknipt
يقص
het museum, de musea / museums متحف
opstaan, stond(en) op, zijn opgestaan
ينهض
het pak, de pakken بدلة
redelijk(e)
بإنصاف
regelmatig(e)
بانتظام
de ruzie, de ruzies شجار
6.5 Inschrijven bij het uitzendbureau
contact opnemen met, nam(en) op, hebben opgenomen
يتصل
dienen, diende(n), hebben gediend
ينبغي
ontvangen, ontving(en), hebben ontvangen
يتلقى
recent(e)
حديث
toevoegen, voegde(n) toe, hebben toegevoegd
يضيف
verzenden, verzond(en), hebben verzonden
يرسل
volledig(e)
كامل
6.6 Het cv
bedienen, bediende(n), hebben bediend
يخدم
borstelen, borstelde(n), hebben geborsteld
ينظفًبالفرشاة
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de dierentuin, de dierentuinen حديقةًحيوانات
enzovoort
إلخ
het hok, de hokken كوخ
de kinderboerderij, de kinderboerderijen للاطفالًليفةحديقةًحيواناتًأ
de klant, de klanten زبون
het konijn, de konijnen أرنب
de nagel, de nagels مسمار
de omgeving بيئة
op een rijtje zetten
يسرد
de periode, de periodes / perioden فترة
de tafel dekken, dekte(n), hebben gedekt يضعًجدولا ً
vakken vullen, vulde(n), hebben gevuld يرصًالرفوف
de verzorger, de verzorgers ممرضة
voeren, voerde(n), hebben gevoerd
يطعم
6.7 Vroeger, nu en toekomst
afgelopen
سابق
beschermen, beschermde(n), hebben beschermd
يحمي
het geheim, de geheimen سر
het personeel العاملين
de reclame, de reclames إعلان
starten, startte(n), zijn / hebben gestart
يبدأ
het theater, de theaters مسرح
de toekomst مستقبل
verlaten, verliet(en), hebben verlaten
مغادرة
voorbij(e)
انتهى
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
6.8 De sollicitatiebrief
voorbij hoopte(n), hebben gehoopt
يأمل
huidig(e)
تيار
interesseren, interesseerde(n), hebben geïnteresseerd
يهم
de lamp, de lampen مصباح
de lift, de liften رفع
de machine, de machines آلة
op zoek zijn naar
يطلب
positief / positieve
إيجابي
de reactie, de reacties ردًفعل
de sollicitatiebrief, de sollicitatiebrieven خطابًالطلب
de techniek أسلوب
technisch(e)
تقني
6.9 Uitnodiging sollicitatiegesprek
aanwezig(e)
تقديم
de directeur, de directeuren مدير
de heer, de heren سيد
kennismaken, maakte(n) kennis, hebben kennisgemaakt
تعارف
passen bij, paste(n), hebben gepast
يطابق
plannen, plande(n), hebben gepland
يخطط
verwachten, verwachtte(n), hebben verwacht
يتوقع
6.10 Let op de tijd!
alvast
فيًغضونًذلك
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
bepaald(e)
معين
lukken, lukte(n), zijn gelukt
ينجح
het onderdeel, de onderdelen جزء
passen, paste(n), hebben gepast
يناسب
het totaal, de totalen مجموع
6.11 Het sollicitatiegesprek
aannemen, nam(en) aan, hebben aangenomen
يوظف
bedanken, bedankte(n), hebben bedankt
يشكر
benieuwd zijn (naar)
يتساءل
de geschiedenis تاريخ
de leerkracht, de leerkrachten معلم
het onderwijs تعليم
rekenen, rekende(n), hebben gerekend
يعد
vervangen, verving(en), hebben vervangen
يحلًمحل
6.12 De voorwaarden
het contract, de contracten عقد
de reiskosten نفقاتًسفر
tevreden
راض
de vakantiedag, de vakantiedagen عطلة
verdienen, verdiende(n), hebben verdiend
يكسب
de voorwaarde, de voorwaarden حالة
7.1 Het contract
de bijdrage, de bijdragen مبلغ
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
het loon, de lonen أجر
opzeggen, zei op, hebben opgezegd
ينهي
de overeenkomst, de overeenkomsten اتفاقية
de start بداية
de termijn, de termijnen فترة
de toestemming إذن
het verlof, de verloven إجازة
de werknemer, de werknemers موظف
7.2 De eerste werkdag
aan de slag يبدأ
aangenaam kennis te maken كانًمنًاللطيفًمقابلتك
behalve
إلا
de beker, de bekers كوب
de collega, de collega’s زميل
de hoek, de hoeken زاوية
iedereen
كلًشخص
de kantine, de kantines مقصف
de leidinggevende, de leidinggevenden مدير
prima
جيد
uiteraard
بالطبع
verzamelen, verzamelde(n), hebben verzameld
يجمع
7.4 Het werk verdelen
het beleg حشوًساندويتش
de bewoner, de bewoners شاغل
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de kapper, de kappers حلاق
de koelkast, de koelkasten ثلاجة
neerzetten, zette(n) neer, hebben neergezet
يضع
overleggen, overlegde(n), hebben overlegd
يتحدثًعن
de pindakaas زبدةًفولًسوداني
vanmiddag
بعدًالظهر
het verzorgingshuis, de verzorgingshuizen دارًنقاهة
wassen, waste(n), hebben gewassen
يغسل
de worst, de worsten سجق
7.6 Ik meld me ziek
de dienst, de diensten فيًالخدمة
doorgeven, gaf door, gaven door, hebben doorgegeven
يخبر
eigenlijk
فيًالواقع
ergens rekening mee houden
يأخذًفيًالاعتبار
gauw
قريبا ً
overgeven, gaf over, gaven over, hebben overgegeven
يتقيأ
overmorgen
عدًغدب
Succes!
موفق
vannacht
الليلة
zich beter melden
يبلغًعنًالمرض
zich ziek melden
يبلغًعنًالشفاء
7.7 Bij de bedrijfsarts
de bedrijfsarts, de bedrijfsartsen طبيبًالشركة
de beweging, de bewegingen حركة
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
draaien, draaide(n), hebben gedraaid
تناوب
de houding, de houdingen وضع
in ieder geval
علىًالأقل
lichamelijk(e)
جسدي
de oplossing, de oplossingen حل
de pols, de polsen معصم
tussen de middag
منتصفًالنهار
voelen, voelde(n), hebben gevoeld
يشعر
voorkomen, kwam(en) voor, voorgekomen
يحدث
voorlopig(e)
فيًالوقتًالحاضر
zo min mogelijk
أقلًماًيمكن
7.8 Het werkoverleg
de agenda, de agenda’s جدولًأعمال
bespreken, besprak(en), hebben besproken
يناقش
delen, deelde(n), hebben gedeeld
يشارك
de kritiek, de kritieken نقد
leiden, leidde(n), hebben geleid
يدير
de leiding إدارة
de lijst, de lijsten قائمة
meedelen, deelde(n) mee, hebben meegedeeld
يبلغ
noteren, noteerde(n), hebben genoteerd
يسجل
het verslag, de verslagen تقرير
de voorzitter, de voorzitters رئيس
het werkoverleg اجتماعاتًعمل
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
7.9 Concentreer je
de achtergrond, de achtergronden خلفية
interessant(e)
ممتع
schuiven, schoof, schoven, hebben geschoven
يدفع
wennen, wende(n), zijn gewend
يعتادًعلى
zich concentreren, concentreerde(n) zich, hebben zich geconcentreerd
يركز
zuchten, zuchtte(n), hebben gezucht
يتنفسًالصعداء
7.10 Dat bespreken we in het werkoverleg.
de actie, de acties حملة
de beslissing, de beslissingen قرار
degene
الشخصًالذي
eerlijk(e)
صادق
financieel / financiële
مالي
de invloed, de invloeden تأثير
de maatregel, de maatregelen قياس
het resultaat, de resultaten نتيجة
het rooster, de roosters جدولًمواعيد
simpel(e)
بسيط
7.11 Het verslag
de aandacht اهتمام
afwezig(e)
غائب
de begrafenis, de begrafenissen ةجناز
de cursus, de cursussen دورة
goedkeuren, keurde(n) goed, hebben goedgekeurd
يوافق
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de kleding ملابس
de opening بداية
de operatie, de operaties عملية
de sluiting نهاية
het team, de teams فريق
de verandering, de veranderingen تغيير
de zorg رعاية
7.12 Nederlandse feestdagen
de aanleiding, de aanleidingen سبب
christelijk(e)
مسيحي
de feestdag, de feestdagen عطلة
het geloof, de geloven عقيدة
de hemel, de hemelen الجنة
Jezus
يسوع
de Kerstmis عيدًميلاد
de koningin, de koninginnen ملكة
de Koninginnedag, de Koninginnedagen عيدًالملكة
ontstaan, ontstond(en), zijn ontstaan
ينشأ
de Pasen عيدًالفصح
het procent, de procenten نسبةًمئوية
vieren, vierde(n), hebben gevierd
يحتفل
8.1 Na de middelbare school
de docent, de docenten معلم
het einde نهاية
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
de havo HAVO
de hogeschool, de hogescholen جامعة
internationaal / internationale
دولي
de journalist, de journalisten صحافي
de keuze, de keuzes اختيار
officieel / officiële
رسمي
de praktijk ممارسة
de rechter, de rechters قاض
het ROC, de ROC’s ROC
de theorie نظرية
het vmbo VMBO
het vwo VWO
waard
قيمة
wetenschappelijk(e)
علمي
8.2 Verder leren
de belangstelling مصلحة
besluiten, besloot, besloten, hebben besloten
يقرر
het bewijs, de bewijzen دليل
daardoor
ذلكًبسبب
de hobby, de hobby’s هواية
de jongere, de jongeren شاب
de rijschool, de rijscholen مدرسةًلتعليمًالقيادة
tegelijk
فيًنفسًالوقت
het vak , de vakken مهنة
de volwassene, de volwassenen بالغ
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
8.3 Een cursus kiezen
de administratie إدارة
het buurthuis, de buurthuizen مركزًاجتماعي
dansen, danste(n), hebben gedanst
يرقص
het lokaal, de lokalen فصلًدراسي
de openingstijden ساعاتًالعمل
uitgebreid(e)
شامل
waarmee
الذي
8.4 Je aanmelden voor een cursus
dagelijks(e)
يوميا ً
gelijk
فورا ً
de methode, de methodes / methoden طريقة
de moeite مشكلة
neerleggen, legde(n) neer, hebben neergelegd
يضع
de voorbereiding, de voorbereidingen إعداد
8.5 Ik werk, jij werkte, hij heeft gewerkt
anderhalf / anderhalve
واحدًونصف
het artikel, de artikelen مقال
heerlijk(e)
لذيذ
de oven, de ovens فرن
de overheid, de overheden حكومة
de plek, de plekken مكان
rennen, rende(n), hebben gerend
يجري
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
wakker
مستيقظ
8.6 Je inschrijven voor een cursus
bestellen, bestelde(n), hebben besteld
بيطل
bevestigen, bevestigde(n), hebben bevestigd
يؤكد
definitief / definitieve
نهائي
het materiaal, de materialen مادةًدراسة
minstens
علىًالأقل
mobiel(e)
هاتفًخليوي
zodra
بمجرد
8.7 Een cursus volgen
bezoeken, bezocht(en), hebben bezocht
ريزو
cultureel / culturele
ثقافي
de eeuw, de eeuwen قرن
gratis
مجانا ً
individueel / individuele
فرد
klassiek(e)
كلاسيكي
de kunst فن
mailen, mailde(n), hebben gemaild
يرسلًبالبريد
modern(e)
حديث
nuttig(e)
مفيد
het programma, de programma’s امجبرن
de tentoonstelling, de tentoonstellingen معرض
8.8 Ik heb, jij kon, hij heeft bedacht
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
bewegen, bewoog, bewogen, hebben bewogen
ينقل
het concert, de concerten حفلةًموسيقية
de rivier, de rivieren نهر
schieten, schoot, schoten, hebben geschoten
يطلق
snijden, sneed, sneden, hebben gesneden
قطع
vangen, ving(en), hebben gevangen
يمسك
voorlezen, las, lazen voor, hebben voorgelezen
يقرأًبصوتًعال
wijzen, wees, wezen, hebben gewezen
يشير
zwijgen, zweeg, zwegen, hebben gezwegen
يصمت
8.9 Werken en leren
de aandacht اهتمام
de basis, de bases / basissen قاعدة
begeleiden, begeleidde(n), hebben begeleid
يقدمًالمشورة
de communicatie اتصالات
enthousiast(e)
متحمس
ervaren
لهًخبرة
de mogelijkheid, de mogelijkheden إمكانية
oprichten, richtte(n) op, hebben opgericht
ينشئ
het pensioen, de pensioenen معاش
praktisch(e)
عملي
samenwerken, werkte(n) samen, hebben samengewerkt
نعملًمعا
voordat
قبل
werkloos / werkloze
عاطلًعنًالعمل
8.10 Blijf jezelf ontwikkelen
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Arabisch
gemotiveerd zijn
تحفزي
de hersenen عقل
de inhoud محتوى
mezelf
لنفسي
morgenavond
مساءًغدا ً
openbaar / openbare
جمهور
overtuigen, overtuigde(n), hebben overtuigd
يقنع
spannend(e)
مثير
top related