analyse van het kapitalisme - imperialisme vandaag -
TRANSCRIPT
Analyse van het kapitalisme- Imperialisme vandaag -
David Para
Marxistische zomeruniversiteit
22-24 augustus 2007
Imperialisme vandaag
Lenin toont aan dat het kapitalisme eenkwalitatieve verandering ondergaat met deopkomst van de monopolies.
Premonopolistisch kapitalisme:
vrije concurrentie -> egalisatie van de winstvoet
Monopolistisch kapitalisme:
monopolies -> maximale winst
Imperialisme vandaag_______________________________________
De tendens tot egalisatie van dewinstvoet en de transfer van kapitalentussen sectoren bestaat nog steeds.
Maar deze tendens botst tegen dewerking van de economischegrondwet van het kapitalisme in haarmonopolistische fase:
de wet van de maximale winst
Imperialisme vandaag_______________________________________
Hoe eigenen de monopolies zich dezemaximale winst toe?
Door hun goederen te verkopen aan een prijsdie hoger ligt dan de productieprijs: demonopolieprijs.
Herinner:
productieprijs = C + V + gemiddelde winstvoet
Imperialisme vandaag_______________________________________
Bijgevolg komt de prijs in de nietmonopolistische sectoren vaak onder deproductieprijs te liggen.
De winstvoet in deze sectoren is dus lagerdan de gemiddelde winstvoet.
Er is dus transfer van meerwaarde van deniet-monopolitische sectoren naar demonopolistische sectoren.
Imperialisme vandaag_______________________________________
Opgelet: de overheersing van demonopolies belet noch de anarchie van deproductie, de crisissen en de concurrentie.
De concurrentie duurt voort:
- binnen de monopolies
- tussen de monopolies
- tussen de monopolies en de nietgemonopoliseerde ondernemingen
Imperialisme vandaag_______________________________________
Zodoende accentueert de overheersing vande monopolies de tegenstellingen binnenhet kapitalisme en de uitbuiting van dearbeidersklasse tot in het extreme.
Deze verhoogde uitbuiting in de loop van deproductie wordt bovendien nog verhoogddoor het feit dat de arbeiders als consumenteen hogere prijs moeten betalen aan demonopolist voor de geproduceerdegoederen.
Imperialisme vandaag_______________________________________
Vandaag zijn er geen kwalitatieveveranderingen: er is niets anders omde monopolies te vervangen.
Maar het imperialisme van vandaag isniet meer het imperialisme van in detijd van Lenin.
Wat is er veranderd?
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
Het « pull » systeem
Het « pull » systeem staat in tegenstelling tothet « push » systeem.
Vroeger produceerden de multinationals etvervolgens moesten de waren verkochtworden.
Vandaar eventueel accumulatie vanonverkochte stocks.
Dit was niet belangrijk tot aan de crisis van dejaren ’70.
Het « pull » systeem
Na de crisis kon de producent niet meer producerenwat hij wou in hoeveelheid.
Toyota vond het « just-in-time » systeem uit, waardoorde stocks tot een minimum werden beperkt.
Dit is een systeem waarbij men slechts produceertwanneer men kan verkopen, met name viavoorafgaande bestellingen.
Dit « pull » systeem werd opgelegd als standaard doorToyota.
Het « pull » systeem
Stadium1 Stadium2 Stadium3 Stadium4 Stocks
Stadium1 Stadium2 Stadium3 Stadium 4 Markt
« Push » systeem
« Pull » systeem
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
Onderaanneming
De toelevering door externe bedrijven van onderdelenof stukken bestaat reeds lange tijd.
De onderaanneming installeert een relatie vanoverheersing tussen opdrachtgever en uitvoerder.
Zij heeft zich voornamelijk in Japan ontwikkeld alsintegraal onderdeel in het productieproces van Toyotaen Toshiba.
Onderaanneming
Perswerk
Walserij
Verfwerk
Finalemontage
Verkoop
Assemblage fabriekStaal
Ijzer
Steenkool
Motors
Banden
Modules
Onderdelen
Rubber
Grond-stoffen
Grond-stoffen
Leveranciers Constructeurs
Onderaanneming
41.703 onderaannemingen van niveau 3 en 4
5.437 onderaannemingen van niveau 2
168 bedrijven van niveau 1
Toyota
De onderaannemingspyramide van Toyota in 1977
Onderaanneming
De oorsprong van het systeem dateert van WO II toende directie van Toyota vreesde dat de ondernemingzou ontmanteld worden door de Amerikanen.
Zij heeft filialen gecreëerd die de centrale onderdelenleverden.
Die filialen hebben dienst gedaan als onderaannemers.
Bijvoorbeeld, Denso of Aisin Seiki, vandaag zeer grotemondiale leveranciers van auto-onderdelen.
Onderaanneming
Toyota coördineert het geheel van de productie.
Zij heeft een lange termijn relatie met haarleveranciers.
Zij legt een bepaalde prijs per stuk op. Deonderaannemer schikt zich hiernaar gedurende éénjaar. Een eventuele productiviteitsverhoging die hijweet te realiseren is voor hem.
Het volgend jaar past Toyota de prijs aan. Er is eentransfer van meerwaarde naar Toyota.
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
Modulering
Modulering is de productie van integreerbaregehelen, niet enkel van onderdelen of stukken.
Deze integreerbare gehelen zijn zeer makkelijkassembleerbaar.
Modulering is mogelijk door de informatietechnologie.
Zij vergemakkelijkt de fragmentering van hetproductiesysteem.
Modulering
Eindverkoop
Finaleassemblage
Module 1
Module 2
Module 3
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
De productieve systemen
De concurrentie speelt niet meer tussen onafhankelijkebedrijven, maar tussen productiegehelen die allefabricatie fasen van het delven der grondstoffen tot heteindproduct in zich verenigen.
Deze gehelen worden productiesystemen genoemd.
Deze productiesystemen worden gestuurd door eencentrum, dat gaat lopen met het grootste deel van demeerwaarde gecreëerd in de productieketen.
De productieve systemen
In het begin produceerden geheel van elkaaronafhankelijke bedrijven verschillende stukken diekonden worden samengebracht.
Het assemblagebedrijf spendeerde zeer veel tijd enenergie aan de aanpassing van de stukken teneinde toteen werkend geheel te komen.
Dit was niet erg efficiënt.
Men noemt dit de artisanale productie.
De productieve systemen
Vervolgens ontwikkeling van verticaleintegratie: het bedrijf verwerft productie vanonderdelen teneinde deze te standardiseren.
Het bedrijf creëert industriële centra.
Dit is het geval van Ford met Red River.Nagedaan door Renault te Billancourt, Peugeotte Sochaux, Fiat te Mirafiori (Turin), VW teWolfsburg en Toyota te Koromo.
De productieve systemen
Momenteel zijn dit productieve systemen.
De keten is vervangen door onderaanneming aan wiehet productiecentrum haar opdrachten doorgeeft.
Het productiecentrum controleert de productie eneigent zich de meerwaarde gecreëerd over de geheleproductie, toe.
Maar, vanuit juridisch oogpunt is zij niet meer meestervan de gehele productieketen.
Het productiecentrum is het monopolie.
De productieve systemen
Eindverkoop
Finaleassemblage
Module 1
Module 2
Module 3
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken
Stukken Centrumvan dewinst
Productiesysteem
R&D
De productieve systemen
Bedrijf A (centrum)Ta=Cfa+Cca+Va+Sa
Bedrijf BTb=Cfb+Ccb+Vb+Sb
Bedrijf CTc=Cfc+Ccc+Vc+Sc
Bedrijf DTd=Cfd+Ccd+Vd+Sd
Bedrijf ETe=Cfe+Cce+Ve+Se
Bedrijf FTf =Cff+Ccf+Vf+Sf
Productiesysteem
De productieve systemen
Ta is de waarde van het finale goed.
Zij is samengesteld doorheen alle productiefasen.
Dus:
Ta = Cfi + (Ccd + Cce + Ccf) + Vi + Si
Cf = vast constant kapitaal (gebouwen, machines, …)
Cc = circulerend constant kapitaal (inputs,grondstoffen, …).
V = variabel kapitaal
S = meerwaarde
De productieve systemen
De winstvoet (p’) van het geheel is:
Si
Cfi + (Ccd + Cce + Ccf) + Vi
Het totaal aan gecreëerde meerwaardeten aanzien van het totaal aangeïnvesteerd kapitaal in de productie.
p’ =
De productieve systemen
In een productiesysteem investeert hetproductiecentrum (het monopolie) slechts een deel,bijvoorbeeld het kapitaal van bedrijf A.
Door middel van de prijzen opgelegd aanonderaannemers eigent het productiecentrum zich eendeel van de meerwaarde toe.
Sc = de door de onderaannemer afgestane meerwaarde
Sg = de door de onderaannemer behouden meerwaarde
S = Sc + Sg
De productieve systemen
De winstvoet (p’) van het productiecentrum:
Sa + Sci
Cfa + Cca + Va
De meerwaarde zal lager zijn, maar niet veel.
Het geïnvesteerde kapitaal zal veel lager zijn.
De winstvoet zal daardoor veel hoger zijn.
p’ =
De productieve systemen
Voorbeeld: stel 3 productieniveaus waarbij bedrijven vanniveau 1 hun goederen verkopen aan bedrijven van niveau2 die deze verder verkopen aan het productiecentrum.
Kf = het geïnvesteerde vast kapitaal
Cf = het kapitaal dat geïncorporeerd wordt in de waren(Cf=Kf/50)
Cc = het constant circulerend kapitaal (productie vstukken)
V = het variabel kapitaal
Sc = meerwaarde die doorgegeven wordt
Sg = meerwaarde die behouden wordt
De meerwaardevoet (S/V) = 100% en Sc/Sg = 100%
T = de waarde van het goed
p’ = de winstvoet = S/(Cf+Cc+V) of p’ = S/Kf
De productieve systemen
Kf Cf Cc V Sc Sg T
Firma 1 25.000 500 1.500 4.000 2.000 2.000 10.000
Firma 2 100.000 2.000 10.000 5.000 2.500 2.500 22.000
Centrum 300.000 6.000 22.000 11.000 0 11.000 50.000
Totaal 425.000 8.500 33.500 20.000 4.500 15.500
Inv. 425.000 1.500 20.000 446.500
p' (%) 4,7 4,5
Situatie van de keten
De productieve systemen
Kf Cf Cc V Sg T
Firma 1 25.000 500 1.500 4.000 2.000 8.000
Firma 2 100.000 2.000 8.000 5.000 2.500 17.500
Centrum 300.000 6.000 17.500 11.000 15.500 50.000
Totaal 425.000 8.500 27.000 20.000 20.000
Inv. 300.000 17.500 11.000 328.500
p' (%) 5,2 4,7
Situatie van het productiesysteem
De productieve systemen
Keten Prod. Syst.
Winstvoet 4,5 4,7
Winstvoet op vast kapitaal 4,7 5,2
Samenvatting
De winstvoeten liggen hoger in een productiesysteemmet een productiecentrum.
Dit zal nog meer het geval zijn indien de transfer vanmeerwaarde groter zou zijn.
De productieve systemen
Er heerst een verwoede strijd tussen bedrijven om zichin het centrum van het productiesysteem te plaatsen.
Omdat dit de mogelijkheid biedt tot zeer hogeaccumulatie.
Maar de concurrentie wisselend.
Er heerst strijd tussen de verschillendeproductiesystemen en binnen de productiesystemenvoor de hegemonie.
Wat overheerst?
De productieve systemen
Winst 94-05 >< 94-05 Toename Winstvoet
1 ExxonMobil VS petroleum 185.466 71.934 2,0 20,9
2 General Electric VS electriciteit 135.506 66.392 4,1 20,2
3 Royal Dutch/Shell GB-PB petroleum 128.096 75.593 1,6 16,6
4 Altria VS agro-alimentair 93.062 52.580 2,8 39,9
5 BP GB-PB petroleum 90.935 53.101 4,6 14,8
6 IBM VS informatica 76.103 10.864 1,4 26,7
7 Microsoft VS informatica 75.534 38.698 10,8 19,0
8 Wal-Mart VS distributie 73.367 13.465 4,2 20,3
9 ChevronTexaco VS petroleum 69.965 32.957 2,6 17,0
10 Intel VS informatica 68.102 6.175 3,9 20,3
37 autres 1.467.953 584.083
2.464.089 1.005.841 2,7 19,1
De machtigste ondernemingen van de planeet
De productieve systemen
47 niet-financiële groepen realiseren sinds 12 jaar gemiddeldejaarlijkse winsten van meer dan 2 milliard dollar:
27 zijn Amerikaans
21 zijn Europees
2 zijn Japans
1 is Koreaans
Het totaal bedrag is gelijk aan het BBP van Duitsland. En het totaalbedrag aan uitgekeerde dividenden is gelijk aan het BBP vanSpanje.
De productieve systemen
Er zijn 5 ondernemingen die overheersen op agro-alimentairvlak: Altria, Nestlé, Unilever, Coca-Cola et Pepsi.
De vijf grootste automobiel bedrijven (behalve Volkswagen).
De zes grootste petroleumbedrijven: ExxonMobil, Shell, BP,Total, Chevron, ConocoPhillips.
Tien van de 12 farmaceutische bedrijven die 60% van demedicamenten produceren.
En de reuzen IBM, General Electric, Microsoft, Intel, Procter &Gamble en Wal-Mart.
De productieve systemen
Overheersing van Toyota
Toyota legt de norm op.
De automobiel sector is traditioneel eengemonopoliseerde sector.
Er heerst intense concurrentie.
Dus variatie tussen grote winsten, grote verliezen,faissementsrisico’s, opkoop door andereondernemingen.
Toyota legt het accumulatieritme opimpose le rythmed’accumulation.
Voorbeeld uit de automobiel
De productieve systemen
Evolutie van het aandeel van Toyota in de
mondiale autoproductie tussen 1956-2005 (in %)
0
2
4
6
8
10
12
14
1956 1960 1964 1968 1972 1976 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004
De productieve systemen
Evolutie van de winsten van de
autoconstructeurs tussen 1982-2005 (in
miljoenen dollars)
-12.000
-7.000
-2.000
3.000
8.000
1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004
GM Ford Toyota DaimlerC VW
De productieve systemen
Wal-Mart overheerst de sector in de VS. Wal-Mart is hetgrootste bedrijf ter wereld. Het neemt 16% van de detailverkoop voor haar rekening.
Zij betaalt haar werknemers onder de loonnorm in desector. Zeer veel werknemers die halftijds of tijdelijktewerkgesteld worden. Het is de plaats van de « workingpoor ».
Zij structureert de hele keten in functie van haar noden. Zijlegt constant prijsverlagingen op via haar overheersendemarktpositie (versterkt in het « pull » systeem).
Voorbeeld uit de distributie
De productieve systemen
Als de leverancier niet kan leveren aan de vereisteprijs, mag hij niet verkopen bij Wal-Mart.
De distributeur dwingt haar leveranciers totdelocalisatie, om nog lagere prijzen te bekomen.
Zij koopt voor 18 miljard dollar van bedrijven gevestigdin China, hetgeen neerkomt op 10% van de Chineseexport.
Zij koopt zalm in Chili (uit voor haar gereserveerdereservaten), hetgeen één derde van de Chilieenseexport vertegenwoordigt.
De productieve systemen
Procter & Gamble en Gillette, twee monopolies, werdenverplicht tot fusionering om te weerstaan aan Wal-Mart.
Er is een transfer van meerwaarde gerealiseerd over dehele keten t.v.v. Wal-Mart.
Wal-Mart is een van de meest winstgevende bedrijven.
De familie Walton, eigenaar van de onderneming, iszonder twijfel de rijkste familie ter wereld.
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
Internationalisering van de productie
Er is een internationalisering van de industriëleproductie.
De productiesystemen incorporeren steeds meerinternationale delen.
De onderaanneming is internationaal.
Dat zorgt voor een analytisch probleem, aangezien dewaardetheorie nationaal geïnspireerd is.
Internationalisering van de productie
De waarde van een waar is nationaal. Men ruiltgeen arbeidsuren, maar geld.
Er is een monetaire gelijkheid permunteenheid.
Zo is bijvoorbeeld in Europa één arbeidsuurgelijk aan 40 euro. In de VS brengt éénarbeidsuur bijvoorbeeld 50 dollar op.
Internationalisering van de productie
Welnu, de wisselkoers van de munteenheden isniet gelijk aan 1,2 euro per dollar (hetgeen dearbeidsuren in beide regio’s zou egaliseren)
Omdat er een niet vervangbare handel bestaat(petroleum, technologie…).
Omdat de wisselkoers ook afhangt van kapitaaloperaties (in de betalingsbalans).
En omdat er monetaire speculatie bestaat.
Internationalisering van de productie
Hetzelfde geld voor de arbeidskracht.
De waarde verschilt van regio tot regio: in functie vanhet klimaat, de gewoontes, de geschiedenis, …
De krachtsverhoudingen liggen ook anders.
De sociale geschiedenis is anders in Europa danbijvoorbeeld in de ex-kolonies.
Vandaar de sterk verschillende lonen.
Internationalisering van de productie
MNO
Productie-eenheid 1
Productie-eenheid 2
Productie-eenheid 3
Internationale productie-eenheid 4
MNO: multinationale ondernemingen
Nationale waarde
« Buitenlandse waarde »
Internationalisering van de productie
De structuur van een filiaal komt als volgt in eenproductiesysteem:
T = Cf + (Cff + Ccf + Vf + Scf + Sgf) + V + S
f = productie van het filiaal
Cf = vast kapitaal (machines, greedschappen, gebouwen)
Cc = het constant circulerend kapitaal (input)
V = het variabel kapitaal
Sc = de via transfer afgestane meerwaarde
Sg = de behouden meerwaarde
(We vervangen Cc door de waarde van de productie van het filiaal).
Internationalisering van de productie
Voor een filiaal in het buitenland wordt dit:
T = Cf + e . (Cfi + Cci + Vi + Sci + Sgi) + V + S
i = de productie van het filiaal
e = de wisselvoet
Internationalisering van de productie
Men ziet de voor- of nadelen van productie inhet buitenland. Dit hangt af van:
- een stabiele wisselkoers (e);
- een lagere waardering (arbeidsuren in het buitenlandzijn doorgaans minder waard);
- een lagere loonkost per geproduceerde eenheid;
- het bestaan van de vereiste infrastructuur;
- transportkosten;
- politieke en sociale stabiliteit ...
Internationalisering van de productie
Vandaag is bijvoorbeeld Afrika een slechteplaats voor warenproductie:
- politieke instabiliteit;
- sterk schommelende wisselvoeten;
- beperkte infrastructuur, weinig transportkanalen;
- lage productiviteit.
Dit compenseert de lage lonen niet.
Internationalisering van de productie
Asië is veel interessanter:
- vaste wisselvoeten t.a.v. de dollar;
- politieke stabiliteit;
- ontwikkelde infrastructuur;
- toenemende productiviteit;
- relatief lage loonkosten.
De transportkost wordt hierdoorgecompenseerd.
Internationalisering van de productie
Hangt tevens af van sector tot sector:
- De productiesystemen zijn anders georganiseerd.
- Ze zijn al dan niet gemonopoliseerd.
- Het transport van de goederen is al dan nieteenvoudig.
- Het belang van de loonkost is al dan niet groot.
- De toename van de productiviteit kan al dan nietworden getransfereerd.
Internationalisering van de productie
Veronderstel drie sectoren
De textielsector is niet gemonopoliseerd.
Zij hangt af van de distributiebedrijven. Zijtreedt binnen in het systeem.
De goederen zijn makkelijk te verplaatsen,zelfs per vliegtuig.
De productie van kleren, behalve de mode, isgeïnstalleerd in de Derde Wereld, vnl. Asië.
Voorbeeld van de VS.
Internationalisering van de productie
Evolutie van de productiestructuur in de VS van detextielsector tussen 1973-2004 (in %)
1973 1980 1990 1997 2000 2004VS 86,4 79,3 60,3 45,4 37,0 30,4
Imperialist. Landen 5,5 4,2 6,8 8,4 9,1 7,7
Mexico 0,0 0,7 1,2 5,7 8,1 6,3
Asie 0,0 14,1 27,0 30,4 33,6 40,4
Latijns-Amerika 0,0 1,2 3,5 7,8 8,8 9,1
Andere 8,1 0,5 1,1 2,4 3,4 6,1
Tussen-totaal 8,1 16,5 32,8 46,2 53,9 61,8
Totaal uitvoer 13,6 20,7 39,7 54,6 63,0 69,6
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Totaal in miljard $ 27,6 45,8 85,0 115,0 130,4 138,6
Internationalisering van de productie
1965 1970 1980 1990 1997
Europese Unie 14,5 14,5 10,8 7,5 6,0
Japan 6,4 6,0 4,0 2,3 1,2
Noord-Amerika 24,1 18,3 8,0 5,7 5,5
China 0,0 0,0 23,3 29,6 40,1
Indië 19,4 21,4 18,1 19,9 24,1
Andere Asië 8,4 7,9 7,8 15,3 16,7
Asië 27,7 29,3 49,2 64,9 80,8
Andere 27,3 32,0 28,0 19,5 6,4
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Evolutie van de wereldproductie van kantoenstofper land tussen 1965-1997 (in %)
Internationalisering van de productie
Evolutie van de wereldproductie van hemdenper land tussen 1965-1997 (in %)
1965 1970 1980 1990 1997
Noord-Amerika 48,1 40,7 29,0 17,8 12,8
Europese Unie 25,6 24,6 19,2 22,9 19,2
Japan 11,7 9,6 1,0 0,9 0,7
Asië 2,1 6,9 28,2 34,5 37,1
Andere 12,5 18,2 22,7 23,9 30,1
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Bron: VN
Internationalisering van de productie
De electronica is samengesteld uitgemonopoliseerde delen, die constant onderhevigzijn aan verandering.
De multinationals concentreren zich op diegemonopoliseerde deelsectoren en besteden derest uit in onderaanneming (d.i. zij verkopen derest, zoals IBM aan Lenovo).
De goederen zijn makkelijk te transporteren.
De fabrieken bevinden zich in Asië.
Voorbeeld van de VS.
Internationalisering van de productie
1973 1980 1990 1997 2000VS 91,4 84,8 70,1 61,6 55,7
Japan 3,3 5,1 10,6 8,1 7,4
West-Europa 1,8 2,2 3,1 3,5 3,8
Canada 0,4 1,1 2,2 2,4 3,3
Tussen-totaal 5,5 8,5 15,9 14,1 14,5
Mexico 0,0 1,4 2,9 4,9 7,0
Asie 0,0 5,0 10,8 18,7 21,5
Anderen 3,1 0,3 0,4 0,7 1,3
Tussen-totaal 3,1 6,8 14,1 24,3 29,8
Totaal invoer 8,6 15,2 29,9 38,4 44,3
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Totaal in miljard $ 65,0 118,9 277,5 501,8 625,8
Evolutie van de productiestructuur in de VS van deelectronische sector tussen 1973-2000 (in %)
Internationalisering van de productie
Evolutie van de wereldproductie van televisiesper land tussen 1965-1997 (in %)
1965 1970 1980 1990 1997
Noord-Amerika 35,6 20,4 16,6 11,5 9,0
Japan 14,0 30,1 21,3 11,9 5,8
Europese Unie 27,6 23,7 20,0 12,9 12,7
China 0,0 0,0 3,5 21,1 28,0
Andere Asië 0,1 1,0 15,4 24,3 31,0
Asië 0,1 1,0 18,9 45,4 58,9
Anderen 22,8 24,8 23,3 18,3 13,6
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Internationalisering van de productie
De automobiel. De auto is een complex product. Deautomobielsector vormt een productiesysteem op zich.Zij wordt gecontroleerd door een twaalf tal bedrijven opwereldvlak.
De concurrentie is sterk, onder impuls van Toyota. Zeerveel herstructureringen.
Een auto is niet makkelijk te transporteren, maar deonderdelen wel.
Maar het just-in-time systeem vereist nabijheid van defabrieken.
Voorbeeld van de VS.
Internationalisering van de productie
Evolutie van de productiestructuur van de VS inde automobiel tussen 1973-2004 (in %)
1973 1980 1990 1997 2000 2004VS 61,7 44,9 37,4 44,4 41,4 37,9
Japan 8,3 23,0 24,4 15,3 15,3 14,4
West-Europa 11,3 13,8 10,5 8,8 10,0 13,2
Canada 15,4 15,0 21,9 21,3 20,2 19,5
Tussen-totaal 35,0 51,8 56,8 45,4 45,5 47,1
Mexico 0,0 0,4 3,5 8,0 10,0 9,2
Asië 0,0 0,6 1,7 1,8 2,8 5,1
Anderen 3,2 2,3 0,7 0,5 0,4 0,8
Tussen-totaal 3,2 3,2 5,9 10,2 13,1 15,0
Totaal invoer 38,3 55,1 62,6 55,6 58,6 62,1
Totaal invoer 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Totaal in miljard $ 41,0 59,6 126,6 217,2 290,4 317,1
Internationalisering van de productie
Aandeel van de landen in wereldproductie van
auto's tussen 1951-2005 (in %)
0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
70,0
1951
1954
1957
1960
1963
1966
1969
1972
1975
1978
1981
1984
1987
1990
1993
1996
1999
2002
2005
Union européenne Etats-Unis Japon Asie Autres
Internationalisering van de productie
Evolutie van de productie van auto’s doorAmerikaanse bedrijven tussen 1982-2005 (in %)
1982 1990 1998 2000 2002 2005
Binnen VS 57,2 54,3 38,7 35,2 33,7 21,8
VS regio (NAFTA) 10,1 10,7 16,2 13,5 12,6 9,3
Europa 27,3 30,0 37,0 43,4 41,0 41,6
Asië 2,4 2,0 2,9 3,3 4,9 19,5
Andere 3,0 3,1 5,3 4,7 7,7 7,9
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Prod. (in duizenden) 8.526 10.696 9.692 9.305 8.507 9.172
Aandeel wereldprod. 32,0 29,5 25,6 22,7 20,2 20,0
Internationalisering van de productie
Evolutie van de autoproductie door Europesebedrijven tussen 1982-2005 (in %)
1982 1990 1998 2000 2002 2005
Binnen EU 82,4 81,0 60,3 53,4 52,2 48,1
Regio (Europa) 10,0 13,2 25,2 25,7 25,9 27,7
NAFTA 3,1 1,0 3,1 9,4 8,1 7,6
Asië 0,0 0,0 2,9 3,0 5,9 6,4
Andere 4,5 4,8 8,5 8,5 8,0 10,1
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Prod. (in duizenden) 7.409 9.939 12.680 14.461 14.573 14.985
Aandeel wereldprod. 27,8 27,4 33,4 35,3 34,6 32,7
Internationalisering van de productie
Evolutie autoproductie door Japanse bedrijventussen 1982-2005 (in %)
1982 1990 1998 2000 2002 2005
In Japan 99,2 85,9 65,6 64,7 57,9 51,4
Regio (Asië) 0,0 1,7 6,9 8,8 12,5 17,9
NAFTA 0,8 11,6 19,9 18,6 21,3 21,0
Europa 0,0 0,8 6,7 6,9 7,6 8,5
Andere 0,0 0,0 0,9 1,1 0,8 1,3
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Prod. (in duizenden) 6.495 9.653 11.077 12.278 14.261 16.795
Aandeel wereldprod. 24,4 26,6 29,2 30,0 33,8 36,6
Internationalisering van de productie
Evolutie van het bezoldigd werk in de VStussen 1960-2004 (in duizenden werknemers)
80-60 90-80 00-90 04-00
Primaire sector 166 -293 268 140
Bouw 1.426 809 1.661 68
Electronica 657 -413 36 -641
Automobiel 95 21 197 -179
Textiel -17 -347 -552 -385
Andere 2.888 -398 -186 -1.630
Manufactuur 3.623 -1.137 -505 -2.835
Diensten 19.768 16.171 17.274 1.369
Staat 5.667 2.084 756 886
Totaal banen 30.650 17.634 19.454 -372
Internationalisering van de productie
De situatie verschilt van sector tot sector.
De internationalisering van de textiel richt zich vnl. richtingAsië, met uitzondering voor wat betreft de echte mode-artikelen.
Die van de elektronica bevindt zich reeds grotendeels inAsië, behalve voor wat betreft de meest geavanceerdeonderdelen zoals microprocessors.
In de automobiel ligt het anders. De tendens is veeleer naardichtbij gelegen regio’s: Mexico voor de VS, Oost-Europaen Rusland voor de EU.
Daarnaast is er de opkomst van China.
Internationalisering van de productie
De kapitalistische internationalisering zorgt voor eenvergelijking van waren die eigenlijk niet vergelijkbaar zijn.
Hetzelfde geldt voor de arbeidskracht.
De monopolies gebruiken deze situatie om er eenmaximum aan meerwaarde uit te halen door transfer.
Zij zetten de verschillende productieplanten tegen elkaarop om overal de laagste sociale voorwaarden te eisen.
In Europa gaat het over de loonkost. Maar in de DerdeWereld gaat het over de productiviteit.
Imperialisme vandaag
1. Het « pull » systeem
2. De onderaanneming
3. De modulering
4. De productieve systemen
5. De internationalisering van de productie
6. Besluiten
Besluiten
De wereldeconomie wordt gedomineerd door eenhandvol multinationals.
Teneinde hun winst te verhogen, hebben zijproductiesystemen tot stand gebracht waaruit zij eenmaximum aan meerwaarde trachten te trekken.
Zij ontdoen zich van de materiële beperkingen vandeze uitbuiting en leggen ze overal op.
Zij ontwikkelen een financieel systeem met als credo« leven zonder werken », maar dat sterk afhangt van dearbeid.
Besluiten
Productiesysteem
Centrum van dewinst van
monopolist
Financiëlebedrijven
Grote aandeelhouders
Transfer vanmeerwaarde
Transfer vanmeerwaarde
Transfer vanmeerwaarde
verrijking
Arbeid Arbeid
Besluiten
Herstructureringen, concentraties,rationalisaties, delocalisaties, crisissen...vloeien voort uit deze structuur die bestaatt.v.v. enkele grote aandeelhouders.
Maar er is geen eenheid tussen deze laatsten.
Zij zijn verdeeld per nationaliteit.
Vandaar een strijd tussen verschillende statenvoor de hegemonie van hun kapitalistenklasse.
Vragen ?