arbodiensten zijn te groot geworden

1
147 TBV 22 / nr 4 / april 2014 STANDPUNT.TBV Arbodiensten zijn te groot geworden Bas Sorgdrager Bedrijfsartsen zijn door hun positie in de arbo- dienst letterlijk en figuurlijk op afstand gezet. Slechte contracten zetten onafhankelijke advise- ring onder druk, de werknemer kan geen bedrijfs- arts bereiken. De activiteiten van bedrijfsartsen beperken zich in veel arbodiensten tot verzuim- controle, een eenvoudig verdienmodel. Arbo- diensten zijn met deze verzuimspreekuren aan- vankelijk rijk geworden en zich in grote gebou- wen gaan nestelen. Ook bedrijfsartsen hebben zich rijk gerekend, de beroepsgroep groeide. Om 10 miljoen ziekmeldingen per jaar te controleren heb je aardig wat dokters nodig. Het werkhervat- tingsadvies als resultaat. Poortwachterdossier op orde en werkgevers tevreden? Het is de vraag. Wantrouwen heerst er in ieder geval bij werkne- mers en hun huisarts over de rol en positie van de bedrijfsarts. Het concept Arbodienst, hoewel aardig bedacht, is mislukt. In een arbodienst zouden zich teams presenteren aan bedrijven voor integrale onder- steuning bij veiligheid, gezondheid en welzijn. Disciplines als veiligheidskundigen, arbeidshygi- enisten, arbeid- en organisatiedeskundigen gin- gen samenwerken met bedrijfsartsen bij het op- stellen van risico-inventarisaties en -evaluaties, verbeteren arbeidsomstandigheden, periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek en ver- zuimbeleid. Na een aantal jaren van succes, zowel inhoudelijk als commercieel, kwam de klad er in. Bedrijven die goed hadden opgelet gingen zelf aan de slag met invulling van arbeidsomstandighe- den- en verzuimbeleid. Vaak met hulp van kennis- centra en met een brancheaanpak. De verplichte winkelnering werd afgeschaft. De dienstverleners in de arbodienst kwamen zonder werk en ontslag- rondes volgden. Ondertussen profileerden arbo- diensten zich, in drang naar overleving, met een uitdagende verzuimaanpak als dienst. Het sprak beperkt opgeleide personeelsmanagers wel aan. Veel werkgevers, vooral binnen het MKB, missen kennis en het inzicht om bedrijfsgezondheids- zorg in te vullen. De kerntaak van de bedrijfsarts is verschraald. De mogelijkheden voor een spreekuur met nader on- derzoek om probleemanalyses zorgvuldig op te stellen zijn ingeperkt. Het opstellen van medi- sche beperkingen en functionele mogelijkheden lukt nog wel. Het benutten van signalen uit het spreekuur voor preventie en interventies blijft echter te vaak achterwege. Bedrijfsartsen advise- ren te weinig over beroepsziekten, ongezond ge- drag en andere beïnvloedbare gezondheidsrisi- co’s. Er zijn nog te veel werknemers die schade oplopen door blootstelling aan gezondheidsbe- dreigende factoren in hun werk. Veel werkne- mers met een chronische ziekte willen een be- drijfsarts bij wie ze in vertrouwen hun werktoe- komst kunnen bespreken. Het is noodzakelijk dat voor vermoede beroepsziekten onafhankelijke multidisciplinaire beoordeling is geregeld. Voor de werknemer met een chronische ziekte moeten er poliklinisch werkende arbeidsgeneeskundigen beschikbaar zijn die ondersteuning bieden aan optimale arbeidsparticipatie. Behoud van werk is een belangrijk medicijn, onlosmakelijk dus van de reguliere gezondheidszorg. Inzet van de bedrijfsarts wordt in contracten vast- gelegd. Dit gebeurde jarenlang door arbodien- sten, de laatste jaren in toenemende mate door bedrijfsartsen zelf. Dit is één van de redenen waarom zelfstandige bedrijfsartsen meer tevre- den zijn dan hun collega’s in arbodiensten. De gezonde bedrijven maken goede afspraken met bedrijfsartsen en zien een professionele basis in de 10 kernwaarden van de NVAB: ‘We weten wat we aan ze hebben.’ Deze bedrijven zien de be- drijfsarts als dokter voor de werknemer en advi- seur voor het management en personeelsverte- genwoordiging. Voor de noodzakelijke samen- werking met de curatieve sector blijkt er vertrou- wen te zijn als bedrijfs- en huisarts elkaar kennen. Als zelfstandig werkend bedrijfsarts dichtbij of in het bedrijf heb ik deze ervaringen. Het kan dus, zo merk ik bij mijn collega’s in mijn intercollegiale toetsingsgroep. Arbodiensten zijn te groot geworden en missen essentieel vertrouwen. De commercie is doorge- slagen, ze moeten zich opheffen. Ik wens dat vrij- komende bedrijfsartsen zelf hun contracten ma- ken met de 10 NVAB kernwaarden als voorwaar- de. Ik wens dat voor de grote groep werknemers in kleine bedrijven en zelfstandigen, noodzake- lijke arbeidsgeneeskundige zorg uit premiegel- den vergoed gaat worden. De branchebenadering met een bedrijfsarts dichtbij de werknemer; met een spreekuurruimte op het industrieterrein of kantorenpark.

Upload: bas

Post on 22-Jan-2017

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Arbodiensten zijn te groot geworden

147TBV 22 / nr 4 / apr i l 2014

S Ta n d P u n T. T BV

Arbodiensten zijn te groot gewordenBas Sorgdrager

Bedrijfsartsen zijn door hun positie in de arbo-dienst letterlijk en figuurlijk op afstand gezet. Slechte contracten zetten onafhankelijke advise-ring onder druk, de werknemer kan geen bedrijfs-arts bereiken. De activiteiten van bedrijfsartsen beperken zich in veel arbodiensten tot verzuim-controle, een eenvoudig verdienmodel. Arbo-diensten zijn met deze verzuimspreekuren aan-vankelijk rijk geworden en zich in grote gebou-wen gaan nestelen. Ook bedrijfsartsen hebben zich rijk gerekend, de beroepsgroep groeide. Om 10 miljoen ziekmeldingen per jaar te controleren heb je aardig wat dokters nodig. Het werkhervat-tingsadvies als resultaat. Poortwachterdossier op orde en werkgevers tevreden? Het is de vraag. Wantrouwen heerst er in ieder geval bij werkne-mers en hun huisarts over de rol en positie van de bedrijfsarts.

Het concept Arbodienst, hoewel aardig bedacht, is mislukt. In een arbodienst zouden zich teams presenteren aan bedrijven voor integrale onder-steuning bij veiligheid, gezondheid en welzijn. Disciplines als veiligheidskundigen, arbeidshygi-enisten, arbeid- en organisatiedeskundigen gin-gen samenwerken met bedrijfsartsen bij het op-stellen van risico-inventarisaties en -evaluaties, verbeteren arbeidsomstandigheden, periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek en ver-zuimbeleid. Na een aantal jaren van succes, zowel inhoudelijk als commercieel, kwam de klad er in. Bedrijven die goed hadden opgelet gingen zelf aan de slag met invulling van arbeidsomstandighe-den- en verzuimbeleid. Vaak met hulp van kennis-centra en met een brancheaanpak. De verplichte winkelnering werd afgeschaft. De dienstverleners in de arbodienst kwamen zonder werk en ontslag-rondes volgden. Ondertussen profileerden arbo-diensten zich, in drang naar overleving, met een uitdagende verzuimaanpak als dienst. Het sprak beperkt opgeleide personeelsmanagers wel aan. Veel werkgevers, vooral binnen het MKB, missen kennis en het inzicht om bedrijfsgezondheids-zorg in te vullen.

De kerntaak van de bedrijfsarts is verschraald. De mogelijkheden voor een spreekuur met nader on-derzoek om probleemanalyses zorgvuldig op te stellen zijn ingeperkt. Het opstellen van medi-sche beperkingen en functionele mogelijkheden lukt nog wel. Het benutten van signalen uit het

spreekuur voor preventie en interventies blijft echter te vaak achterwege. Bedrijfsartsen advise-ren te weinig over beroepsziekten, ongezond ge-drag en andere beïnvloedbare gezondheidsrisi-co’s. Er zijn nog te veel werknemers die schade oplopen door blootstelling aan gezondheidsbe-dreigende factoren in hun werk. Veel werkne-mers met een chronische ziekte willen een be-drijfsarts bij wie ze in vertrouwen hun werktoe-komst kunnen bespreken. Het is noodzakelijk dat voor vermoede beroepsziekten onafhankelijke multidisciplinaire beoordeling is geregeld. Voor de werknemer met een chronische ziekte moeten er poliklinisch werkende arbeidsgeneeskundigen beschikbaar zijn die ondersteuning bieden aan optimale arbeidsparticipatie. Behoud van werk is een belangrijk medicijn, onlosmakelijk dus van de reguliere gezondheidszorg.

Inzet van de bedrijfsarts wordt in contracten vast-gelegd. Dit gebeurde jarenlang door arbodien-sten, de laatste jaren in toenemende mate door bedrijfsartsen zelf. Dit is één van de redenen waarom zelfstandige bedrijfsartsen meer tevre-den zijn dan hun collega’s in arbodiensten. De gezonde bedrijven maken goede afspraken met bedrijfsartsen en zien een professionele basis in de 10 kernwaarden van de NVAB: ‘We weten wat we aan ze hebben.’ Deze bedrijven zien de be-drijfsarts als dokter voor de werknemer en advi-seur voor het management en personeelsverte-genwoordiging. Voor de noodzakelijke samen-werking met de curatieve sector blijkt er vertrou-wen te zijn als bedrijfs- en huisarts elkaar kennen. Als zelfstandig werkend bedrijfsarts dichtbij of in het bedrijf heb ik deze ervaringen. Het kan dus, zo merk ik bij mijn collega’s in mijn intercollegiale toetsingsgroep.Arbodiensten zijn te groot geworden en missen essentieel vertrouwen. De commercie is doorge-slagen, ze moeten zich opheffen. Ik wens dat vrij-komende bedrijfsartsen zelf hun contracten ma-ken met de 10 NVAB kernwaarden als voorwaar-de. Ik wens dat voor de grote groep werknemers in kleine bedrijven en zelfstandigen, noodzake-lijke arbeidsgeneeskundige zorg uit premiegel-den vergoed gaat worden. De branchebenadering met een bedrijfsarts dichtbij de werknemer; met een spreekuurruimte op het industrieterrein of kantorenpark.