autonoom handelen met de rolstoel hoofdstuk 8
DESCRIPTION
PowerPointpresentatie Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8 Wivina De Keyser, Leslie Vincke, Henk Beyaert 2014TRANSCRIPT
Met dank aan: Axamed, Comfortlift, FreeWheel, Handi-Move, Life & Mobility, Metra, Move all the way, Otto Bock, Permobil, Quingo, RGK, ROHO, Sunrise Medical en Vermeiren
Hoofdstuk 8Rolstoeltraining
1. Leeswijzer2. Het belang van rolstoeltraining3. Fasen in de rolstoeltraining4. De rolstoeltraining aan de individuele cliënt
aanpassen5. Kennis, vaardigheden en attitude6. Methodiek7. Trainingsomgeving en benodigdheden8. De ergotherapeut als rolstoeltrainer
9. De rolstoeltrainingssessie10. De startfase van de rolstoeltraining11. De basisfase van de rolstoeltraining12. De activiteitenfase van de rolstoeltraining13. De participatiefase van de rolstoeltraining14. Elektronisch rolstoelrijden15. Oorzaken van het niet of verkeerd gebruik van rolstoelen
1 Leeswijzer
• Deel van het totale revalidatieproces• Ergotherapeutische interventie• Geen doel op zich• Niet gericht op specifieke doelgroepen• Meest haalbare situatie• Proces aanpassen aan de individuele cliënt• Per fase doelstellingen, trainingsruimte en
benodigdheden• Elektronisch rolstoelrijden• Oorzaken niet of verkeerd gebruik van rolstoelen
2 Het belang van rolstoeltraining
Integratie van de rolstoel in het dagelijks leven vraagt training
3 Fasen in de rolstoeltraining
1. De startfase• Kennismaking • Probleeminventarisatie en -analyse• Prioriteiten• Doelstellingen en plan van aanpak bepalen
2. De basisfase• Start training• Basisvaardigheden
3. De activiteitenfase• Specifieke rolstoelvaardigheden
4. De participatiefase• Specifieke rolstoelvaardigheden• Extramuraal en eigen omgeving van de cliënt
3 Fasen in de rolstoeltraining
Schema 8.1 p. 192-193: voorbeeld van een rolstoeltrainingsproces
4 De rolstoeltraining aan de individuele cliënt aanpassen
• Voor manueel aangedreven rolstoelen
• Meest haalbare situatie– Met nodige flexibiliteit benaderen en aanpassen aan
cliënt
• Leerproces– Nodige tijd is individueel verschillend– Beïnvloeding door persoonlijke maar ook externe factoren
bv. methodiek, trainingsomgeving, -rolstoel en trainer
5 Kennis, vaardigheden en attitudes
• Effectieve trainingsprogramma’s:
– kennisuitwisseling
– vaardigheden en activiteiten oefenen
– attitudes
6 Methodiek
• Individueel of per twee – meest efficiënt– sommige vaardigheden ook in grotere groepen
• Motivatie van de cliënt stimuleren
• Duidelijke verbale instructies zijn belangrijk
• Handelingen voordoen + instructiefilmpjes
7 Trainingsomgeving en benodigdheden
• Belang van trainingsrolstoel
• Trainingsruimten
• In de eigen omgeving
• Trainen in een virtuele omgeving
8 De ergotherapeut als rolstoeltrainer
De rolstoeltrainer:• is didactisch sterk• heeft inzicht in de handelingsproblemen van de cliënt
en invloed op de rolstoeltraining• bouwt een vertrouwensrelatie op met de cliënt• werkt empowerend• garandeert de veiligheid • heeft de vaardigheden zelf onder de knie• is een goede observator
9 De rolstoeltrainingssessies
9.1 Voorbereiding van de rolstoeltrainingssessies
• Trainingsomgeving en benodigdheden in orde?
• Is de cliënt er klaar voor?
• Zelfreflecties en feedback geven
9 De rolstoeltrainingssessies
1. De cliënt begroeten
2. Doelstellingen bepalen en rolstoeltraining bespreken
3. Training
4. Evaluatie en afsluiting
9.2 Verloop van een rolstoeltrainingssessies
9 De rolstoeltrainingssessies
9.3 Voorbereidende opdrachten
10 De startfase van de rolstoeltraining
10.1 Inleiding
• Kennismaking
• Probleeminventarisatie en -analyse
• De nodige gegevens verzamelen
• Prioriteiten en doelen stellen
• Plan van aanpak opstellen
10 De startfase van de rolstoeltraining
10.2 Doelstellingen in de startfase
• Therapeutgerichte doelstellingen– Gegevens verzamelen + probleemanalyse– Doelstellingen – Rolstoeltraining plannen
• Cliëntgerichte doelstellingen– Maakt kennis met de trainingsomgeving– Maakt kennis met de rolstoel– Start met rolstoelgewenning
10 De startfase van de rolstoeltraining
10.3 Trainingsomgeving en benodigdheden
• Kennismaking
• Ruimte voor gesprek
10 De startfase van de rolstoeltraining
10.4 Rolstoeltraining in de startfase
• Gegevensverzameling– Assessment– Doelbepaling– Plan van aanpak
• Kennismaking en rolstoelgewenning– Zo vlug mogelijk kennismaken met rolstoel– Nodige tijd is individueel afhankelijk– Beperking niet aanvaarden– Angst– Psychologische ondersteuning
10 De startfase van de rolstoeltraining
10.4 Rolstoeltraining in de startfase
Casus
Henk
10.5 Opdracht
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.1 Inleiding
• Aandacht voor de positionering in de rolstoel
• Verweven met het adviesproces
• Verder aan de rolstoel wennen
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.2 Doelstellingen in de basisfase
• Therapeutgerichte doelstellingen– Optimale klimaat scheppen
• Cliëntgerichte doelstellingen– Rolstoelgewenning– Zitbalans– Liften ter preventie van decubitus– Transfers in en uit de rolstoel– De rolstoel aandrijven– De rolstoel afremmen– Draaien, achterwaarts rijden en parkeren, deuren gebruiken,
gebruik rolstoelonderdelen …
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.3 Trainingsomgeving en benodigdheden
• Zitbalansoefeningen voor de spiegel• Recht voor- of achteruit rijden
– Oefenzaal of brede, rustige gangen– Strepen op de vloer– Banken en kegels
• Andere vaardigheden– Blokken, kegels, touwen, stoelen en banken
• Verschillende deurtypes en verplaatsbare wanden• Openbare ruimte
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Voorbereidende deelhandelingen voor transfers en ADL-activiteiten
– Veilig plaatsnemen en weer rechtstaan
– Rolstoel bedienen en (de)montage van rolstoelonderdelen
– Zitbalanstraining
– Het zitvlak ‘liften’ ter preventie van decubitus
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.4.2 Aandrijvingstechniek manuele rolstoelen
Aandrijvingstechniek en overbelasting van bovenste ledematen
– Aandrijvingstechniek niet om het even!– Oorzaak van Repititive Strain Injury (RSI)– Mede door dagelijkse activiteiten zoals transfers, liften ….– Schouder- en polsproblemen– Verschillende beïnvloedende factoren,
• bv. aandoening of ziekte, geslacht, gewicht, omgevingsfactoren, aandrijvingstechniek ….
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.4.2 Aandrijvingstechniek manuele rolstoelen
– arcingtechniek
– SLOP- en DLOP-techniek
– semicirculaire techniek
Te vermijden
Te vermijden
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.4.2 Aandrijvingstechniek manuele rolstoelen
Twee beïnvloedende aspecten van de aandrijvingstechniek
– Bewegingsbaan van de bovenste ledematen (zithouding)
– Contact tussen hand en hoepel
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Voorwaarden voor gebruik van de juiste aandrijvingstechniek
1. Goede zithouding
2. Kennis, vaardigheden en attitude (competenties) van de rolstoelgebruiker
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Te vermijden aandrijvingstechnieken
• Fout bewegingspatroon moeilijk om terug af te leren
• Beïnvloedende factoren aandrijving rolstoel
– Lichaamsmaten van de rolstoelgebruiker
– De zitbreedte
– Het gewicht van de rolstoel
– De positie van de achterwielas
– Spiervermoeidheid
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Te vermijden aandrijvingstechnieken
De arcingtechniek of curvilineaire techniek
- Verspilling spierkracht
- Grote belasting, te kleine slaghoek
- Remming van opgebouwde snelheid
De arcing-
techniek
Volle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Te vermijden aandrijvingstechnieken
Single Looping Over Propulsion (SLOP)- en Double Looping Over Propulsion (DLOP)-techniek
- Grootste bedreiging voor het ontstaan van RSI
- Kenmerkend is de uitslaande beweging van de hand/pols op het einde van de aandrijvingsfase
11 De basisfase van de rolstoeltraining
DLOPGrotere uitslaande beweging
In herstelfase direct terug naar
beginpunt
DLOPKleinere uitslaande beweging
In herstelfase onder de
propulsiebaan terug naar
beginpuntVolle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Nadelen SLOP- en DLOP-techniek
- Maakt geen gebruik van zwaartekracht
- Te kleine slaghoek
- Uitslaande beweging
- Onderbroken bewegingspatroon
Invloed van de zithouding!
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Correcte bimanuele aandrijvingstechniek
• Na halve baan aan te drijven (propulsie)
• Zonder uitslaande beweging
• Halve baan herstellen (recuperatie)
• Aandrijvingsfase en herstelfase zijn elkaars spiegelbeeld
De
semicirculaire
techniekVolle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Waarom goede aandrijvingstechniek?
• Invloed van een goede zithouding; gebruik van een grote slaghoek
• Gebruikmaken van zwaartekracht in de herstelfase
• Vloeiend bewegingspatroon
• Geen uitslaande beweging
11 De basisfase van de rolstoeltraining
De aandrijvingstechniek en polsklachten
• 50 % van rolstoelgebruikers– Polsuitslagen– Vastnemen van de hoepels: powergrip– Herhalend patroon
• Oplossing: pushen - contactgrip
‘Niet pakken, maar
pushen’
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Correcte bimanuele aandrijvingstechniek
‘Niet uitslaan, maar
rondgaan’
‘Niet pakken, maar
pushen’
Volle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase
De semicirculaire
techniek
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Alternatieve aandrijvingstechniek door middel van voeten
Personen met afunctionele lichaamszijde
Aandrijven met functionele arm en voeten (eventueel ondersteund door de andere zijde)
Trippelrolstoel met aangepaste zithoogte
De trippeltechniek
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Unilaterale aandrijving met een rolstoel met dubbele hoepel
Slechts één hand om aan te drijven• grootste hoepel: wielaandrijving
aan deze zijde• kleinste hoepel: wielaandrijving
aan de andere zijde
Probleem met ruimtelijk inzicht
Dubbele hoepel
11 De basisfase van de rolstoeltraining
Unilaterale aandrijving met rolstoel met laterale duwstang
Interpretatie van de verschillende standen
Probleem met ruimtelijk inzicht
Laterale duwstang
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.5 Achteruitrijden
• Trekbeweging aan de hoepel van vooraan op het wiel tot bovenop het wiel
• Traag handelen en over de schouder kijken
• Dubbele hoepel en laterale duwstang
11 De basisfase van de rolstoeltraining
11.6 De rolstoel afremmen
• Door de romp naar achteren te bewegen en met gestrekte armen en handen op hoepels afremmen
• Rolstoelhandschoenen
• Met mate afremmen!
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Ene wiel blokkeren en het andere wiel voorwaarts duwen
• Naar links, aan rechterwiel duwen
11.7 Draaien met de rolstoel
Scherpe bocht
voorwaarts naar links
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Ene wiel blokkeren en andere wiel naar achteren trekken
• Naar links, aan linkerwiel trekken
11.7 Draaien met de rolstoel
Scherpe bocht
achterwaarts naar
links
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Ene wiel voorwaarts duwen en andere wiel over een kleinere afstand voorwaarts duwen
• Naar links, aan rechterwiel grootste beweging uitvoeren
11.7 Draaien met de rolstoel
Flauwe bocht
voorwaarts links
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Vanuit stilstand– Ene wiel achterwaarts trekken– Andere wiel over een kleinere afstand
achterwaarts trekken– Naar achteren rechts, grootste
trekbeweging op het linkerwiel
• In beweging– Linkerwiel naar achteren aandrijven– Rechterwiel zachtjes afremmen
11.7 Draaien met de rolstoelFlauwe bocht
achterwaarts rechts
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Rond de eigen lichaamsas over 180°-360°
• Ene wiel voorwaarts, terwijl andere wiel achterwaarts– Terzelfdertijd– Naar links en rechts– Eventueel tijdens wheelie
• Vierkant op grond (1,5 m)
11.7 Draaien met de rolstoel
Axiaal draaien
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Nodig in functie van:– vermijden van obstakels – rijden in enge ruimtes
• Geleidelijk de afstand verkleinen
• Zowel voor- als achterwaarts
• Bewegende obstakels vermijden
11.7 Draaien met de rolstoel
Slalommen
11 De basisfase van de rolstoeltraining
• Vast programmapunt• De rolstoel zo opstellen zodat
de deur vrij kan bewegen– Naar het lichaam toe draaien– Van het lichaam weg draaien
• Verschillende deuren– Geen opstelvlak– Deurbreedte– Veerbelaste deuren– Glazen deuren– Verschillende klinken– Openbare ruimte
• Verschillende methodes
11.8 Een deur openen en sluiten
Deuren openen en
sluiten
11 De basisfase van de rolstoeltraining
1. Veilig plaatsnemen in een rolstoel
2. Een rolstoel met bilaterale hoepel aandrijven
3. Een rolstoel met laterale duwstang aandrijven
11.9 Opdrachten
12 De activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Verder bouwen op basisvaardigheden
• Combineren tot complexere vaardigheden en activiteiten– bv. balanceren op twee wielen– Individueel aanpassen – Doel: De zelfstandigheid van
cliënt vergroten– Intra- en extramuraal
• Proefweekends thuis
12.1 Inleiding
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
12.2 Doelstellingen van de activiteitenfase van de rolstoeltraining
• op twee wielen balanceren• zichzelf redden wanneer hij het balanspunt
voorbijschiet en zich voor een val behoeden• weer plaatsnemen in de rolstoel na een val• verschillende transfers in en uit de rolstoel
uitvoeren• hellingen op- en afrijden
De
cliënt
kan
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
12.2 Doelstellingen van de activiteitenfase van de rolstoeltraining
• veilig een drempel op- of afrijden• over greppels en putten rijden• zich over verschillende ondergronden en
oneffen terrein voortbewegen• een korte trap op- en afgaan met zijn rolstoel,
met en zonder begeleider• de rolstoel gebruiken in functie van de
persoonlijke verzorging en huishoudelijke activiteiten
De
cliënt
kan
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Turnmat, riem, ringen, zachte ondergrond
• Oefenruimte met een schuine helling, drempels, bakken met kiezelstenen
• Reële buitenruimte/woonomgeving
• Trappen
12.3 Trainingsomgeving en benodigdheden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Noodzakelijk voor de actieve rolstoelgebruiker
• Noodzaak i.f.v. andere ADL-activiteiten
• Moeilijkere vaardigheid; vraagt training, durf en gewenning
12.4 Balanceren op de achterwielen
WHEELCHAIR
WHEELIE
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
1. ontspannen houding met de rug tegen de rugleuning van de rolstoel
2. klein beetje achteruit rijden3. brengt voorwielen van de grond door de hoepels
hard voorwaarts te duwen 4. met de rug tegen de rugleuning van de rolstoel
blijven zitten als de voorwielen van de grond komen
5. balanceert het zwaartepunt precies boven de wielas door de hoepels voor- en achterwaarts te bewegen
12.4 Balanceren op de achterwielen methode
WHEELCHAIR
WHEELIE
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Eerste stap: met begeleider– Neemt plaats achter de rolstoel– Blokkeert de achterwielen met zijn knieën– Neemt de rugleuning van de rolstoel vast– Kantelt de rolstoel naar achteren– Herhaal deze beweging zonder dat de voorwielen de ondergrond
raken
12.4 Balanceren op de achterwielen
Met begeleider
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Tweede stap: – De cliënt legt zijn handen op de hoepels – Probeert dezelfde beweging uit te voeren aan de hand van de
hoepels– De begeleider blijft de achterwielen nog blokkeren– De voorwielen mogen de grond niet raken
12.4 Balanceren op de achterwielen
Met begeleider
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Derde stap:– Cliënt voert dezelfde beweging uit zonder dat de rolstoeltrainer de
achterwielen blokkeert– De rolstoeltrainer blijft aanwezig in het kader van de veiligheid
12.4 Balanceren op de achterwielen
Met begeleider
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Verschillende methodes:
– riem aan het rolstoelframe
– ringen
12.4 Balanceren op de achterwielen
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Belangrijk om een achterwaartse val te oefenen• Reflex om volgende bewegingen uit te voeren:
– Kin tegen de borst houden– Ene arm naar achteren om de valsnelheid te breken– Met de andere arm het wiel vasthouden om te vermijden dat de
rolstoel wegschiet
• Nood aan romp- en zitbalans!
12.5 Vallen vermijden en terug overeind komen
Achterwaarts val
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Om terug overeind te komen zijn volgende bewegingen nodig:– Zich met de ene hand wegdrukken van de grond– Met de andere hand een krachtige ruk aan de hoepel geven
• Nood aan romp- en zitbalans
12.5 Vallen vermijden en terug overeind komen
Overeind komen
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Verbeteren van de zelfstandigheid op het vlak van bedmobiliteit en transfers
• Gebruik van hulpmiddelen, hulp van derden
• Team• Grondtransfer• Transfer in en uit de auto
12.6 Transfers in en uit de rolstoel
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Hellingen die niet te steil zijn
• Rolstoel in balans
• Voldoende kracht, uithoudingsvermogen en veiligheid zijn belangrijk
12.7 Hellingen op en af rijden
Helling oprijden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Gebruik van het eigen lichaamsgewicht– Oprijden: naar voren– Afrijden: naar achteren
• Indien voldoende ruimte ook in slalom mogelijk– Veiliger– Minder beangstigend
• Antikiepsteunen
12.7 Hellingen op- en afrijden
Helling afrijden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
12.8 Drempels op- en afrijden
• Niet altijd mogelijk
• Drempels oprijden– Rijd voorwaarts naar de stoep– Balanceer op 2 wielen– Nader de stoep– Voorwielen laten zakken indien boven de stoep– Lange trekbeweging om de achterwielen op de stoep te trekken
Drempels oprijden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Drempels afrijden– Hoge stoep niet mogelijk– Balanceren– Voorzichtig tot de rand rijden– Voorzichtig van de rand rijden– De voorwielen laten zakken– Ook mogelijk achterwaarts
12.8 Drempels op- en afrijden
Drempels afrijden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Putten en greppels leren vermijden en overbruggen• Trainen
– Nabootsen met twee turnmatten – Opgraderen (klein-groot, traag-snel … )– Voorkomen met voorwielen in put, greppel
• Methode– Afremmen op het juiste moment– Voorwielen opheffen en voorwaarts rijden– Voorwielen net voorbij de put of greppel laten neerkomen
• Met trippeltechniek best achterwaarts• Begeleider
12.9 Over putten en greppels rijden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Hoogpolig tapijt, gras, grind, zand, asfalt met regengootjes, (mozaïek)kasseien …
• Meer kracht uitoefenen op de hoepels • De neiging om meer naar voren te buigen met de romp
– Meer druk op de voorwielen – Bemoeilijkt de rolstoelaandrijving
• Kunst om te rijden met minder druk op de voorwielen– Meer druk op de achterwielen– Al balancerend– ‘Halve wheelies’
• Trippeltechniek achterwaarts
12.10 Op een oneffen ondergrond rijden
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Verschillende methodes• Uitdaging en risicovol• Indien mogelijk vermijden• Oefenen met 2 begeleiders
• Trap op en af zonder rolstoel– Op het zitvlak– Handen en voeten– Begeleider brengt de rolstoel
Trappen vermijden
12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Met rolstoel– Veiligheidsgordel– Rug naar de trap– Omhoog trekken aan de
leuning van de trap– In achterovergekantelde
positie– Laatste trap!
• Hulp van derden– Zeker 2 begeleiders aan de
voor- en achterkant van de rolstoel
– Derde begeleider Trap
pen
opga
an
12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Nog altijd risicovol, maar minder inspannend
• Met rolstoel– Achterwaarts
– Gebruik trapleuning • Beide handen links en rechts• Eén hand op de leuning, de andere hand op de hoepel
– Naar voren leunen
– Achterwielen laten afdalen
12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider
Trappen afgaan
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Met rolstoel– Voorwaarts
– Indien treden diep genoeg zijn en minder dan 5 treden!
– In achterovergekantelde positie
– Hulp van derden
12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider
Trap
pen
afga
an
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Oefenen van zelfzorg• Deelhandelingen• Hulpmiddelen• Aangepaste omgeving• Transfer eigen
woonomgeving• Gekoppeld aan transfer
12.12 Gebruik van de rolstoel in functie van de persoonlijke verzorging (ADL)
12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining
• Intramuraal: maaltijden bereiden, schoonmaken, was doen ….
• Extramuraal: boodschappen …
• Eigen woonomgeving
12.12 De rolstoel in functie van huishoudelijke activiteiten gebruiken
12 De activiteitenfase van de rolstoeltraining
Casus
Henk
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• Herintegratie in de maatschappij
• Psychologisch moeilijke stap• Zeker de stap naar de
woonomgeving maken, indien nog niet gebeurd
• Werkomgeving• Vrijetijdsomgeving• Definitieve rolstoelkeuze
13.1 Inleiding
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• De cliënt integreert in maatschappij:
– hij woont
– hij werkt
– hij heeft een zinvolle tijdsbesteding
13.2 Doelstellingen in de participatiefase van de rolstoeltraining
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• De cliënt is zelfstandig op het vlak van maatschappelijke mobiliteit:– zich in het verkeer begeven en op de openbare weg
verplaatsen;– een roltrap gebruiken;– het openbaar vervoer nemen met zijn rolstoel;– in een openbare ruimte functioneren zoals bv. het station …
• De cliënt draagt de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en de reparaties aan zijn rolstoel
13.2 Doelstellingen in de participatiefase van de rolstoeltraining
De
cliënt
kan
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• Ideaal in de woon-, werk- en vrijetijdsomgeving van de cliënt
• Hulpmiddelen en woningaanpassingen
• Openbare ruimte
13.3 Trainingsomgeving en benodigdheden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• Eerste weekendje thuis
• Timing individueel
• Doelstellingen– Ervaren hoe het handelen in
de eigen woonomgeving verloopt
– Knelpunten in de omgeving opsporen
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
Eerste weekend thuis
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• Voorwaarden– Medisch verantwoord?– Voldoende aangepaste
woonomgeving?– Sociale omgeving er klaar
voor?
• Emotionele aspect
• Plan van aanplak bijsturen na ‘proefweekend’
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
Eerste weekend thuis
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Fysieke omgeving voorbereiden
– Door middel van huisbezoek– Probleemactiviteiten?– Haalbaarheid?– Woningaanpassingen?– Hulpmiddelen?
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
Fysieke omgeving
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Sociale omgeving voorbereiden
– Begeleiding ADL
– Transfers
– Professionele hulp inschakelen
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
Sociale omgeving
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• Een aantal basisregels bij de begeleiding van rolstoelgebruikers
– Aandacht voor veiligheid en comfort
– Contact met de rolstoelgebruiker
– Remmen opzetten
– De rolstoel optillen
– Verkeersregels
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Rolstoel kantelen door de begeleider
– Veel handelingen zijn gemakkelijker achterover gekanteld
– Trapbuis
– Pas op voor antikiepsysteem
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving Rolstoel kantelen
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
De rolstoel van het trottoir rijden door de begeleider
– Voor- of achterwaarts
– Voorwaarts• Nooit schuin• Altijd achterovergekanteld
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
Voorwaarts van stoep rijden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• Rolstoel van het trottoir rijden door de begeleider
– Achterwaarts• Minder belastend voor de begeleider• Langer op de rijbaan! Veiligheid!
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
De stoep achterwaarts afrijden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
• De rolstoel op het trottoir rijden door de begeleider
– Voor- en achterwaarts mogelijk• Voorwaarts veiliger, vlugger en minder belastend voor de
begeleider
13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving
stoep oprijden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Inleiding• Recht op mobiliteit• Handbiken, rolstoel in het
verkeer• Openbaar vervoer• Vliegtuig• Is de rolstoelgebruiker
hiertoe in staat? • Eigen veiligheid en
veiligheid andere weggebruikers staat voorop
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
handbiken
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
InleidingErgotherapie ondersteunt maatschappelijke mobiliteit door:
– barrières te analyseren
– informatie over vervoersmogelijkheden te verstrekken
– hulpmiddelen en/of voorzieningen aan te reiken
– vaardigheden binnen de mogelijkheden van een veilige verkeersdeelname buitenshuis te oefenen
(Steultjens, Zajec, & Van Hees, 2013)
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Testing• Verantwoord dat de cliënt
deelneemt aan het verkeer? – functies van het bewegingsstelsel en
motorische vaardigheden– perceptie, waarnemingen– aandacht voor relevante informatie– geheugen– tempo in handelingen en reacties– ruimtelijk inzicht
• Cliënt met auditieve en visuele stoornissen
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Verkeersopvoeding en -vorming• Specifieke kennis,
vaardigheden en attitudes• Theoretische kennis van
verkeersregels en -tekens• Kennis ook kunnen toepassen:
verkeersgedrag • Vooraf testen en trainen in een
veilige omgeving vóór de stap naar de reële situatie
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
http://webshop.ibsr.be/nl/product/detail/de-verkeersborden-ref-836
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Verantwoordelijkheid
• Mag geen gevaar vormen voor zichzelf en anderen
• Soms gedwongen om zich afwijkend te gedragen
• Begeleiders van rolstoelgebruikers
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Handbiken of fietsen
• Langere afstanden
• Integratie in het dagelijks leven
• Stap voor stap aanleren
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Autorijden
• Kan één van de noden of doelstellingen van de cliënt zijn
• Evaluatie mogelijkheden cliënt
• Evenwichtsoefening tussen rechten/wensen en ieders veiligheid
• Doorverwijzen naar CARA– Evaluatie– Rijlessen– Aanpassingen auto
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Een quad of trike gebruiken
• ‘Verkrijgbaar in alle maten en gewichten’, al dan niet met aanpassingen
• Motorwinkel
• Verzekering en aangepast rijbewijs nodig
• Populair in functie van de vrijetijdsbesteding
• Ook in het kader van productiviteit
• Vraag is vrij recent
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Openbaar vervoer gebruiken
• Grote invloed op de participatie van de cliënt
• Meeste bussen toegankelijk
• Reizen met de trein
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
Openbaar vervoer gebruiken
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Openbare ruimte
• Openbaar gebouw leren bereiken, betreden en gebruiken
• Automatische schuifdeuren
• Openbare toiletten, liften, drankautomaat …
• Roltrappen
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
Openbareruimte
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Voorbereiding van de participatie op het vlak van ‘leren en werken’• Leren en werken geeft structuur
en sociaal contact
• Maatschappelijke dimensie
• Verdient evenveel aandacht
• Beroep doen op de VDAB
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
Leren en Werken
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Voorbereiding van participatie op het vlak van ‘vrije tijd’• Rolstoelgebruiker minder beweging
in vergelijking met de periode voor de beperking
• Extra lichaamsbeweging en sport zijn belangrijk
• Handbiken• Sporten = participeren in
maatschappij• Individueel bekijken• Juiste sportrolstoel
13.5 Maatschappelijke mobiliteit
Sporten
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Inleiding• Belangrijk in kader van efficiëntie en veiligheid• Slecht onderhoud soms de oorzaak van ongevallen• Verantwoordelijkheid van de gebruiker en/of de sociale
omgeving• Rolstoelverstrekker• Eenvoudige basisonderhoudstechnieken zelf kunnen
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Frame onderhouden• Verchroomde onderdelen
– met zachte doek oppoetsen en weer laten glanzen
– koperpoets of speciale chroompoets
– ontvetten met methylalcholol
• Tectyl, zuurvrije vaseline of vet – beschermen tegen oxidatie– alleen in de winter
• In garages of speciaalzaken voor autobenodigdheden
• Frameonderdelen gebogen of loszitten?
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
De spaken en aanhechtingspunten van hoepels controleren
• Regelmatig• Kapotte of gebogen spaken
zorgen voor verhoogde rolweerstand
• Meer kracht nodig om zich voort te bewegen
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
De wielassen smeren en kleine wieltjes uitkuisen
Doet rolstoel soepel rijden– Assen regelmatig met olie
smeren– Vuil opgehoopt rond de
voorwielas verwijderen
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
De bandenspanning
• Afhankelijk van het soort banden • Terug te vinden in speciale tabellen (in de handleiding van
de rolstoel of op het internet)• Bandendruk te hoog:
– minder wrijving met het wegdek, – minder vering – minder rijcomfort– aanbevolen bij zwaardere gebruikers
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
De bandenspanning• Bandenspanning te laag
– Meer rolweerstand – Band verslijten sneller– Rolstoel minder stuurvast– Aanbevolen bij sneeuw en ijzel
• Voldoende hard: moeite om de band met de duim in te drukken
(Beumer, 1999)
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Sporen van de rolstoel (Beumer, 1999)• Oorzaken:
– ongelijke bandenspanning links en rechts– kogellagers van de assen zijn niet goed afgesteld– onvoldoende of ongelijkmatige smering– verschillend loopvlak van banden (bv. bij nieuwe en versleten
band)– slepende rem, frame of kledingbeschermer– verwrongen frame of scheve voorwielvork t.o.v. het frame– asymmetrische belasting van de rolstoel door de
rolstoelgebruiker– voorwielvork die niet in 90° t.o.v. de ondergrond staat
13.6 De rolstoel onderhouden
13 De participatiefase van de rolstoeltraining
Band vervangen (Beumer, 1999)
• Juiste type band en maat
• Begin altijd aan het ventiel en gebruik goede bandafnemers
• Werk voorzichtig en gebruik niet te veel kracht
13.6 De rolstoel onderhouden
14 Elektronisch rolstoelrijden
• Belangrijkste aandachtpunten
14.1 Inleiding
14 Elektronisch rolstoelrijden
• Veel ongelukken• Verkeersdeelname en veiligheid verdienen veel aandacht• Belang van goede visuele en mentale functies bij de cliënt• Rolstoelgebruikers moeten kunnen:
– bedieningsmiddelen gebruiken– sturen– Het hoofd draaien en achter zich kijken– stabiel zitten (oneffen ondergrond en in scherpe bochten)– zithouding aanpassen (bv. wanneer hij op een helling naar beneden rijdt)– met verschillende afstanden en weersomstandigheden omgaan– over kortere afstanden stappen wanneer dat noodzakelijk is
(EnableNSW and Lifetime Care en Support Authority, 2011)
14.2 Voorwaarden
14 Elektronisch rolstoelrijden
• Dezelfde als bij een manuele rolstoel
• Eerst op intramuraal oefencircuit, dan extramuraal in de openbare ruimte oefenen
• In een virtuele wereld trainen • Stap naar de eigen woon-, werk-
en vrijetijdsomgeving
14.3 De trainingsomgeving en benodigdheden
14 Elektronisch rolstoelrijden
De voorbereiding
• Eerst elektronica afstellen• Soms bijstellen tijdens de training• Stembediening; samenwerken
met logopediste en rolstoelverstrekker
• Onderhoud nog belangrijker• Begeleidersbediening
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
De basisbediening van de rolstoel• De rolstoel in- en uitschakelen
• voor- en achteruit rijden
• juiste ‘drive modes’ selecteren
• rolstoel versnellen
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
De basisbediening van de rolstoel• Stapsgewijs leerproces• Bediening afstemmen op gebruiker• Eerst de rolstoel in- en uitschakelen• Leren om altijd uit te schakelen als men
niet rondrijdt• Bediening van de rolstoel afhankelijk van
het bedieningssysteem• ‘Drive modus’ bepalen• Eenvoudige menustructuur bij personen
met cognitieve problemen• Bedienen van andere elementen van de
rolstoel
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
De basisvaardigheden
Achteruit rijden
• de joystick naar achteren trekken • op verschillende manieren:
– achteruit rijden door alleen in de achteruitkijkspiegel te kijken
– achteruit rijden met en zonder hindernissen
– …
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
De basisvaardigheden
Versnellen en vertragen
• In een grote ruimte zonder obstakels ontspannen enkele rondjes rijden
• Proberen versnellen en vertragen• Voorbeeld met joystick• Later in kleinere ruimtes trainen
of een kleinere ruimte afbakenen met behulp van kegels
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
De basisvaardigheden
Remmen
• Proberen met voorwielen vlak voor een kegel te stoppen
• Gedrag van de cliënt in noodsituaties testen
• Op droog als op nat wegdek remmen
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
De basisvaardigheden
Bochten nemen
• Eerst binnen en daarna pas buiten • In de regen en bij droog weer• Leren vertragen in bochten en
tijdens nemen van hindernissen• Gebruikmaken van verschillende
deurtypes Kort manoeuvrerenIn kleine ruimtes rijden Voor- en achterwaarts parkeren
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
Extramurale vaardigheidstraining
• Andere vaardigheden nodig:– op en van hellingen en drempels rijden, – over putten – en een oneffen ondergrond rijden (bv.
kasseien) …
• Noodzaak op de openbare weg zijn de bediening van:
– verlichting, – richtingaanwijzers, – claxon …
• Perfect inschatten van de accu
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
Extramurale vaardigheidstraining
• Verkeersvaardigheidstraining• Kennis verkeersregels• Afraden indien nodig• Richtingsveranderingen aangeven• Verlichting• Reflectoren
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
14 Elektronisch rolstoelrijden
Elektronisch mobiliteitshulpmiddel onderhouden
• Zie manuele rolstoelen
• Onderhoud batterijen extra aandachtspunt
14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel
15 Oorzaken niet of verkeerd gebruik van rolstoelen
Algemene fouten in het ergotherapeutisch handelen en proces
Fouten in het adviesproces
Fouten in de rolstoeltraining
Omgevingsfactoren
Redenen voor een goede integratie van de rolstoel in het dagelijks leven