belgisch moniteur staatsblad belge · filip, koning der belgen, aan allen die nu zijn en hierna...

190e JAARGANG 190e ANNEEN. 364

DONDERDAG 24 DECEMBER 2020 JEUDI 24 DECEMBRE 2020TWEEDE EDITIE DEUXIEME EDITION

INHOUD

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedsel-keten en Leefmilieu

22 DECEMBER 2020. — Wet houdende diverse maatregelen metbetrekking tot snelle antigeentesten en de registratie en verwerking vangegevens betreffende vaccinaties in het kader van de strijd tegen deCOVID-19-pandemie, bl. 94389.

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

19 DECEMBER 2020. — Ministerieel besluit houdende wijziging vanhet ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringendemaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tebeperken. — Duitse vertaling, bl. 94393.

Föderaler Offentlicher Dienst Inneres

19. DEZEMBER 2020 — Ministerieller Erlass zur Abänderung des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zurFestlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 — DeutscheÜbersetzung, S. 94393.





SOMMAIRE

Lois, décrets, ordonnances et règlements

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire etEnvironnement

22 DECEMBRE 2020. — Loi portant diverses mesures relatives auxtests antigéniques rapides et concernant l’enregistrement et le traite-ment de données relatives aux vaccinations dans le cadre de la luttecontre la pandémie de COVID-19, p. 94389.

Service public fédéral Intérieur

19 DECEMBRE 2020. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté minis-tériel du 28 octobre 2020 portant des mesures d’urgence pour limiter lapropagation du coronavirus COVID-19. — Traduction allemande,p. 94393.



38 bladzijden/pages

BELGISCHSTAATSBLAD

MONITEURBELGE

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van deprogrammawet van 24 december 2002, gewijzigd door deartikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingenvan 20 juli 2005 en artikelen 117 en 118 van de wet van5 mei 2019.

Publication conforme aux articles 472 à 478 de laloi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par lesarticles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du20 juillet 2005 et les articles 117 et 118 de la loi du5 mai 2019.

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :

www.staatsblad.be www.moniteur.be

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteen-weg 53, 1000 Brussel - Directeur : Wilfried Verrezen

Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53,1000 Bruxelles - Directeur : Wilfried Verrezen

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 Numéro tél. gratuit : 0800-98 809






24 DECEMBER 2020. — Ministerieel besluit houdende wijziging vanhet ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringendemaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tebeperken, bl. 94401.

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid

24 DECEMBER 2020. — Koninklijk besluit betreffende de registratieen de verwerking van gegevens met betrekking tot vaccinaties tegenCOVID-19, bl. 94404.

Federale Overheidsdienst Justitie

23 DECEMBER 2020. — Ministerieel besluit tot vaststelling van deperiode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmo-daliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wetvan xx december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurelebepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen deverspreiding van COVID-19, bl. 94407.

Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Gemeinschafts- und Regionalregierungen

Franse Gemeenschap

Ministerie van de Franse Gemeenschap

9 DECEMBER 2020. — Decreet van de ontvangstenbegroting van deFranse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021, bl. 94415.

Ministerie van de Franse Gemeenschap

9 DECEMBER 2020. — Decreet houdende aanpassing van deontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotings-jaar 2020, bl. 94423.

Officiële berichten

Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG)

Sociale tarieven elektriciteit en aardgas, bl. 94424.




24 DECEMBRE 2020. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté minis-tériel du 28 octobre 2020 portant des mesures d’urgence pour limiter lapropagation du coronavirus COVID-19, p. 94401.

Service public fédéral Sécurité sociale

24 DECEMBRE 2020. — Arrêté royal concernant l’enregistrement etle traitement de données relatives aux vaccinations contre la COVID-19,p. 94404.

Service public fédéral Justice

23 DECEMBRE 2020. — Arrêté ministériel fixant la période desuspension de l’exécution de certaines modalités de sortie des détenusen application de l’article 62 de la loi du xx décembre 2020 portant desdispositions diverses temporaires et structurelles en matière de justicedans le cadre de la lutte contre la propagation du COVID-19, p. 94407.

Gouvernements de Communauté et de Région

Communauté française

Ministère de la Communauté française

9 DECEMBRE 2020. — Décret contenant le budget initial des recettesde la Communauté française pour l’année budgétaire 2021, p. 94408.

Ministère de la Communauté française

9 DECEMBRE 2020. — Décret contenant l’ajustement du budget desrecettes de la Communauté française pour l’annee budgétaire 2020,p. 94416.

Avis officiels

Commission de Régulation de l’Electricité et du Gaz (CREG)

Tarifs sociaux électricité et gaz naturel, p. 94424.

94388 BELGISCH STAATSBLAD — 24.12.2020 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGENLOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID,VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

EN LEEFMILIEU

[C − 2020/44633]22 DECEMBER 2020. — Wet houdende diverse maatregelen met

betrekking tot snelle antigeentesten en de registratie en verwer-king van gegevens betreffende vaccinaties in het kader van destrijd tegen de COVID-19-pandemie (1)

FILIP, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer heeft aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen volgt :

Titel 1. —Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld inartikel 74 van de Grondwet.

Titel 2. — Definities en toepassingsgebied

Art. 2. § 1. Deze wet is van toepassing op snelle antigeentesten enzelftesten.

Titel 6 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdendetijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en terverzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekeringvoor geneeskundige verzorging, is niet van toepassing op de in heteerste lid bedoelde snelle antigeentesten.

§ 2. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:

1° “antigeentest”: hulpmiddel zoals bedoeld in artikel 1, § 2, 2°, vanhet koninklijk besluit van 14 november 2001 betreffende de medischehulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek, of zoals bedoeld in artikel 2,2), van verordening (EU) 2017/746 van 5 april 2017 betreffendemedische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek, en bestemd voor dedetectie van eiwitten van het SARS-CoV-2-virus;

2° “snelle antigeentest”: kwalitatieve of semi-kwantitatieve antigeen-test die voor een enkel specimen afzonderlijk of in een kleine reeksworden gebruikt, niet-geautomatiseerde procedures omvatten en ont-worpen zijn om een snel resultaat te verschaffen, met uitzondering vanzelftests;

3° “zelftest”: kwalitatieve of semi-kwantitatieve antigeentest die vooreen enkel specimen afzonderlijk of in een kleine reeks worden gebruikt,niet-geautomatiseerde procedures omvatten en ontworpen zijn om eensnel resultaat te verschaffen, bestemd voor zelfdiagnose zoals bedoeldin artikel 1, § 2, 6° van het koninklijk besluit van 14 novem-ber 2001 betreffende de medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnos-tiek, of zoals bedoeld in artikel 2, 5) van verordening (EU) 2017/746 van5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor invitrodiagnos-tiek;

4° FAGG: Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezond-heidsproducten.

Titel 3. — Bijzondere maatregelen met betrekking tot de distributie,de prijs en de verkoop van snelle antigeentesten en zelftesten

Art. 3. § 1. De fabrikanten, importeurs of geregistreerde distribu-teurs stellen snelle antigeentesten enkel ter beschikking aan:

1° andere geregistreerde distributeurs, met uitzondering van ver-gunde apotheken;

2° exporteurs;

3° triage- en afnamecentra;

4° erkende klinische laboratoria;

5° erkende ziekenhuizen;

6° erkende artsen.

De Koning kan marktdeelnemers toevoegen aan de in het eerste lidbedoelde lijst en de terbeschikkingstelling aan voorwaarden onderwer-pen, teneinde het gesloten distributiestelstel aan te passen aan denationale testnoden in het belang van de volksgezondheid.

§ 2. De terbeschikkingstelling van zelftesten aan eindgebruikers enconsumenten is onderworpen aan de voorwaarden en regelen bepaalddoor de Koning.

SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE,SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE

ET ENVIRONNEMENT

[C − 2020/44633]22 DECEMBRE 2020. — Loi portant diverses mesures relatives aux

tests antigéniques rapides et concernant l’enregistrement et letraitement de données relatives aux vaccinations dans le cadre de lalutte contre la pandémie de COVID-19 (1)

PHILIPPE, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

La Chambre a adopté et Nous sanctionnons ce qui suit:

Titre 1er. — Disposition introductive

Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 74 de laConstitution.

Titre 2. — Définitions et champ d’application

Art. 2. § 1er. Cette loi est applicable aux tests antigéniques rapides etautotests.

Le titre 6 de l’arrêté royal n°20 du 13 mai 2020 portant des mesurestemporaires dans la lutte contre la pandémie COVID-19 et visant àassurer la continuité des soins en matière d’assurance obligatoire soinsde santé, n’est pas applicable aux tests antigéniques rapides visés aupremier alinéa

§ 2. Pour l’application de la présente loi, on entend par:

1° “test antigénique”: dispositif visé à l’article 1er, § 2, 2° de l’arrêtéroyal du 14 novembre 2001 relatif aux dispositifs médicaux de diagnos-tic in vitro, ou visé à l’article 2, 2) du règlement (UE) 2017/746 du5 avril 2017 relatif aux dispositifs médicaux de diagnostic in vitro, etdestinés à la détection des protéines du virus SARS-CoV-2;

2° “test antigénique rapide”: un test antigénique qualitatifs ousemi-quantitatifs, utilisé seuls ou en petite série, impliquant desprocédures non automatisées et conçus pour fournir un résultat rapide,à l’exception des autotests;

3° “autotest”: un test antigénique qualitatifs ou semi-quantitatifs,utilisé seuls ou en petite série, impliquant des procédures nonautomatisées et conçus pour fournir un résultat rapide, destiné àl’autodiagnostic tel que visé à l’article 1er, § 2, 6° de l’arrêté royal du14 novembre 2001 relatif aux dispositifs médicaux de diagnostic invitro, ou tel que visé à l’article 2, 5) du règlement (UE) 2017/746 du5 avril 2017 relatif aux dispositifs médicaux de diagnostic in vitro;

4° AFSCA: Agence fédérale des médicaments et des produits desanté.

Titre 3. — Mesures spéciales relatives à la distribution,au prix et à la vente de tests antigéniques rapides et autotests

Art. 3. § 1er. Les fabricants, importateurs ou distributeurs enregis-trés ne mettent les tests antigéniques rapides qu’à disposition des:

1° autres distributeurs enregistrés à l’exception des pharmaciesagréées;

2° exportateurs;

3° centres de triage et de prélèvement;

4° laboratoires cliniques agréés;

5° hôpitaux agréés;

6° médecins agréés.

Le Roi peut ajouter des opérateurs à la liste visée au premier alinéaet soumettre la disposition à des conditions, afin d’adapter le systèmede distribution fermé aux besoins nationaux en matière de tests dansl’intérêt de la santé publique.

§ 2. La mise à disposition des autotests aux utilisateurs finaux et auxconsommateurs est soumise à des conditions et des règles à déterminerpar le Roi.

94389BELGISCH STAATSBLAD — 24.12.2020 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE

Art. 4. De prijs van snelle antigeentesten wordt vastgesteld opmaximum 16,72 euro, btw inbegrepen. Deze maximumprijs kan wor-den aangepast door de Koning.

Titel 4. — Voorwaarden voor de afname,uitvoering en terugbetaling van snelle antigeentesten

Art. 5. § 1. De snelle antigeentesten kunnen enkel worden uitge-voerd op vraag van een arts of specialist voor klinische biologie of opbasis van een coronatest prescription code afgeleverd volgens detestrichtlijnen gepubliceerd op de website van Sciensano, indien wordtvoldaan aan de volgende voorwaarden:

1° er is een aanvraagformulier dat minstens de aangevraagde test, detestindicatie, de identificatie van de te testen persoon en de aanvragervan de test bevat;

2° de staalafname gebeurt door personen die daartoe wettelijkbevoegd zijn;

3° de testen worden uitgevoerd en de testresultaten worden geïnter-preteerd door personen die een specifieke opleiding hebben gevolgd,verstrekt door een arts of een specialist voor klinische biologie, om dezete kunnen uitvoeren en interpreteren. Deze opleiding omvat minstensde aspecten die verband houden met de procedures voor het uitvoerenvan de test en de behandeling van de genomen staalafnames entestmateriaal, de interpretatie van de testresultaten, evenals de proce-dures voor de bescherming van het personeel en de begeleiding van depatiënt.

De personen die de bedoelde testen uitvoeren en interpreteren,moeten te allen tijde kunnen bewijzen dat ze deze specifieke opleidinggevolgd hebben;

4° de interpretatie van de testresultaten gebeurt onder de verant-woordelijkheid van een arts of een specialist voor klinische biologie;

5° de resultaten van de testen worden gecommuniceerd naarSciensano, volgens de richtlijnen die gepubliceerd worden op dewebsite van Sciensano overeenkomstig de bepalingen van het Samen-werkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, deVlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeen-schap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffendede gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door debevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappenaangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams inhet kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk)met het coronavirus SARS-CoV-2 besmet zijn op basis van eengegevensbank bij Sciensano. De rapportering naar Sciensano omvatminstens de identificatie en de contactgegevens van de patiënt, het typeuitgevoerde test, de datum van de staalafname, het testresultaat en derapporterende arts of specialist voor klinische biologie;

6° er worden snelle antigeentesten gebruikt die voldoen aan deminimale drempels bedoeld in paragraaf 3;

7° de test wordt uitgevoerd volgens de testrichtlijnen die wordengepubliceerd op de website van Sciensano of na een goedkeuring vanhet testprotocol door Sciensano;

8° de testen kunnen slechts worden uitgevoerd overeenkomstigrichtlijnen van goede medische praktijkvoering en in lokalen dievoorzien zijn van een plaats waar de staalafname vertrouwelijk kangebeuren, waar voldoende luchtcirculatie is, waar voorzieningen zijnom de handen te wassen of te ontsmetten met hydro-alcoholischevloeistof, waar voldoende persoonlijk beschermingsmateriaal aanwe-zig is dat noodzakelijk is voor de veilige uitvoering van de test, waarhet nodige materiaal aanwezig is voor een ontsmetting van de lokalenen waar een circuit is voorzien voor de verwijdering van besmettelijkafval dat wordt geproduceerd bij het uitvoeren van de test.

De Koning kan bepaalde types van staalafnames voorbehouden aanbepaalde personen. Hij kan de voorwaarden en nadere regelendaarvoor vaststellen.

In afwijking van het eerste lid, kan de Koning andere gezondheids-zorgbeoefenaars machtigen om testen aan te vragen, uit te voeren, teinterpreteren en te rapporteren.

§ 2. De arts of specialist voor klinische biologie die aanrekent staat invoor de bewaring van de aanvraagformulieren gedurende drie jaar enrapporteert de resultaten naar de geteste persoon en naar Sciensano,volgens de richtlijnen die gepubliceerd worden op de website vanSciensano die beschrijven welke gegevens gerapporteerd worden enwelke gegevens ter beschikking worden gehouden.

Art. 4. Le prix des tests antigéniques rapides est fixé à 16,72 euros,T.V.A. inclus. Ce prix maximum peut être adapté par le Roi.

Titre 4. — Conditions de collecte,d’exécution et de remboursement des tests antigéniques rapides

Art. 5. § 1er. Les tests antigéniques rapides peuvent seulement êtreexécutés à la demande d’un médecin ou d’un spécialiste en biologieclinique ou sur la base d’un code de prescription de test corona délivréselon les directives de test publiées sur le site de Sciensano, s’il estsatisfait aux conditions suivantes:

1° il y a un formulaire de demande qui comporte au moins le testdemandé, l’indication du test, l’identification de la personne à tester etle demandeur du test;

2° le prélèvement d’échantillons est effectué par des personneslégalement compétentes;

3° les tests sont exécutés et les résultats des tests sont interprétés pardes personnes qui ont suivi une formation spécifique, dispensée par unmédecin ou un spécialiste en biologie clinique, pour pouvoir lesexécuter et les interpréter. Cette formation englobe au moins les aspectsconcernant les procédures d’exécution du test, de manipulation desprélèvements et du matériel de test, l’interprétation des résultats destests ainsi que les procédures de protection du personnel et d’accom-pagnement du patient.

Les personnes qui exécutent et interprètent les tests visés, doiventêtre en mesure de prouver à tout moment qu’elles ont suivi cetteformation spécifique;

4° l’interprétation des résultats des tests est effectuée sous laresponsabilité d’un médecin ou d’un spécialiste en biologie clinique;

5° les résultats des tests sont communiqués à Sciensano, selon lesdirectives publiées sur le site Web de Sciensano conformément auxdispositions de l’accord de coopération du 25 août 2020 entre l’Étatfédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Commu-nauté germanophone et la Commission communautaire commune,concernant le traitement conjoint de données par Sciensano et lescentres de contact désignés par les entités fédérées compétentes ou parles agences compétentes, par les services d’inspections d’hygiène et parles équipes mobiles dans le cadre d’un suivi des contacts auprès despersonnes (présumées) infectées par le coronavirus SARS-CoV-2 sefondant sur une base de données auprès de Sciensano. Le rapport àSciensano comprend au moins l’identification et les coordonnées dupatient, le type de test effectué, la date du prélèvement de l’échantillon,le résultat du test et le médecin ou spécialiste en biologie cliniquerapportant;

6° les tests antigéniques rapides utilisés sont conformes aux seuilsminimales visées au paragraphe 3;

7° le test est effectué selon les directives de test publiées sur le siteWeb de Sciensano ou après approbation du protocole de test parSciensano;

8° les tests ne peuvent être effectués que conformément aux directivesde bonne pratique médicale et dans des locaux qui sont pourvus d’unendroit où l’échantillon peut être prélevé de manière confidentielle, oùil y a une circulation d’air suffisante, où il existe des installations pourse laver ou se désinfecter les mains avec un liquide hydroalcoolique, oùun équipement de protection individuelle suffisant est disponible pourl’exécution du test, lorsque l’équipement nécessaire est disponible pourune désinfection des locaux et lorsqu’un circuit est prévu pourl’élimination des déchets infectieux générés lors de la réalisation dutest.

Le Roi peut réserver à certaines personnes certains types deprélèvements. Il peut fixer les conditions et les modalités y relative.

Par dérogation au premier alinéa, le Roi peut autoriser d’autresprofessionnels de la santé à demander, réaliser, interpréter et rapporterdes tests.

§ 2. Le médecin ou spécialiste en biologie clinique qui porte encompte est responsable de la conservation des formulaires de demandependant 3 ans et rapporte les résultats à la personne testée et àSciensano selon les directives publiées sur le site Web de Sciensano quidécrivent quelles données sont rapportées et quelles données sonttenues à disposition.


§ 3. Sciensano stelt de minimale drempels voor gevoeligheid enspecificiteit vast en publiceert deze op zijn website.

Het FAGG neemt de snelle antigeentesten die worden gebruikt op ineen lijst. De personen bedoeld in artikel 3, stellen het FAGG op dehoogte van de snelle antigeentesten die zij aanbieden in België. HetFAGG stelt de procedure en nadere regels vast voor de toepassing vandit lid.

§ 4. De gezondheidszorgberoepsbeoefenaars die testen uitvoerenzoals bedoeld paragraaf 1, 3°, melden incidenten met snelle antigeen-testen aan het FAGG, zijnde:

1° elke slechte werking, storing of achteruitgang van de kenmerkenen/of prestaties van de snelle antigeentest, alsmede elke onvolkomen-heid in de etikettering of in de gebruiksaanwijzing die direct of indirectde dood of een ernstige achteruitgang van de gezondheidstoestand vaneen patiënt of van een gebruiker of van andere personen kan of heeftkunnen veroorzaken;

2° elk technische of medische reden in verband met de kenmerken ofprestaties van een snelle antigeentest die als gevolg van de onder 1°genoemde omstandigheden ertoe heeft geleid dat de fabrikant snelleantigeentesten van hetzelfde type systematisch heeft hersteld ofteruggenomen.

De Koning kan bijkomende regels vaststellen met het oog op detraceerbaarheid van de gebruikte snelle antigeentests teneinde corrige-rende maatregelen naar aanleiding van incidenten vast te stellen.

Art. 6. § 1. De kosten gemoeid met de snelle antigeentesten wordenterugbetaald door de verplichte verzekering voor geneeskundigeverzorging indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

1° de aanvragen of het afleveren van coronatest prescription codesgebeuren volgens de testrichtlijnen gepubliceerd op de website vanSciensano;

2° de testen worden aangerekend aan de verplichte verzekering voorgeneeskundige verzorging door een arts of een specialist voor klinischebiologie via volgende verstrekkingen:

— 554875 – 554886 testmateriaal voor het opsporen van antigenenvan het Sars-CoV-2-virus via snelle antigeentest ... 8,00 euro;

— 554890 – 554901 Uitvoeren van snelle antigeentest... 8,72 euro.

§ 2. Het afnemen van stalen voor het uitvoeren van snelleantigeentesten, bedoeld in paragraaf 1, wordt aangerekend aan deverplichte verzekering voor geneeskundige verzorging door een arts ofeen specialist voor klinische biologie via volgende verstrekking:

— 554912 – 554923 – Staalafname voor het uitvoeren van snelleantigeentesten met het oog op het opsporen van het SARS-CoV-2-virus... 10 euro.

§ 3. De Koning kan de in de paragrafen 1 en 2 bedoelde bedragenaanpassen.

De Koning kan de voorwaarden vaststellen waaronder anderegezondheidszorgbeoefenaars alle of bepaalde van deze verstrekkingenkunnen aanrekenen.

§ 4. Het honorarium voor de verstrekkingen 554875 – 554886 omvatalle kosten die verbonden zijn met het testmateriaal, in het bijzonderhet afnamemateriaal, eventuele apparatuur, testmateriaal.

Het honorarium voor de verstrekkingen 554890 – 554901 omvat allekosten die verbonden zijn met het uitvoeren en rapporteren van de test,in het bijzonder personeelskosten, supervisie, beschermingsmateriaal,transportkosten.

Het honorarium voor de verstrekking 554912 – 554923 omvat allekosten die verbonden zijn met de staalafname, in het bijzonderpersoneelskosten, supervisie, beschermingsmateriaal.

§ 5. De verstrekking 554890 – 554901 kan niet aangerekend wordenindien de voorziening reeds forfaitair vergoed wordt door de overheidvoor het uitvoeren van de test. Indien de tijd die geïnvesteerd wordtvoor het uitvoeren van de test reeds gefinancierd wordt door andereovereenkomsten of tegemoetkomingen, kunnen de verstrekkingen554890 en 554901 hiervoor niet aangerekend worden.

De verstrekking 554912 – 554923 kan niet gecumuleerd worden meteen van de verstrekkingen voor een raadpleging of een bezoek bedoeldin artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 septem-ber 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundigeverstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundigeverzorging en uitkeringen.

§ 3. Sciensano fixe les seuils minimums de sensibilité et de spécificitéet les publient sur son site web.

L’AFMPS dresse la liste des tests antigéniques rapides qui sontutilisés. Les personnes visées à l’article 3 informent l’AFMPS des testsantigéniques rapides qui sont mis à disposition en Belgique. L’AFMPSdéterminera la procédure et les modalités d’application de cet alinéa.

§ 4. Les professionnels de la santé qui effectuent les tests tels quevisés au paragraphe 1, 3°, signalent à l’AFMPS les incidents relatifs auxtests antigéniques rapides, à savoir:

1° tout dysfonctionnement, défaillance ou altération des caractéristi-ques et/ou des performances d’un test antigénique rapide ainsi quetoute inadéquation dans l’étiquetage ou les instructions d’utilisationsusceptibles d’entraîner ou d’avoir entraîné, directement ou indirecte-ment, la mort ou la dégradation grave de l’état de santé d’un patient,d’un utilisateur ou d’autres personnes;

2° toute raison d’ordre technique ou médical liée aux caractéristiquesou aux performances d’un test antigénique rapide et ayant entraîné,pour les raisons visées au point 1°, le rappel systématique par lefabricant des tests antigéniques rapides du même type.

Le Roi peut fixer des règles complémentaires en vue de la traçabilitédes tests antigéniques rapides utilisés afin d’établir des mesurescorrectives à la suite d’incidents.

Art. 6. § 1er. Les coûts liés aux tests antigéniques rapides sontremboursés par l’assurance obligatoire soins de santé s’il est satisfaitaux conditions suivantes:

1° les demandes ou la délivrance des codes de la prescription du testcorona se font selon les directives de test publiées sur le site Web deSciensano;

2° les tests sont portés en compte à l’assurance obligatoire soins desanté par un médecin ou un spécialiste en biologie clinique via lesprestations suivantes:

— 554875 – 554886 matériel de test pour la détection des antigènes duvirus Sars-CoV-2 par le biais de tests antigéniques rapides ... 8,00 euros;

— 554890 – 554901 exécution des tests antigéniques rapides ...8,72 euros.

§ 2. Le prélèvement d’échantillons pour l’exécution de tests antigé-niques rapides, visés au paragraphe 1er, est porté en compte àl’assurance obligatoire soins de santé par un médecin ou un spécialisteen biologie clinique via la prestation suivante:

— 554912 – 554923 – Prélèvement d’échantillons pour l’exécution detests antigéniques rapides en vue de la détection du virus Sars-CoV-2 ...10 euros.

§ 3. Le Roi peut adapter les montants visés aux paragraphes 1 et 2.

Le Roi peut déterminer les conditions dans lesquelles des autresprofessionnels de santé peuvent porter en compte tout ou partie de cesprestations.

§ 4. L’honoraire pour les prestations 554875 – 554886 comprend tousles coûts liés au matériel de test, en particulier le matériel deprélèvement, l’équipement éventuel, le matériel de test.

L’honoraire pour les prestations 554890 – 554901 comprend tous lescoûts liés à l’exécution et au rapport du test, en particulier les frais depersonnel, la supervision, le matériel de protection, les frais detransport.

L’honoraire pour la prestation 554912 – 554923 comprend tous lesfrais liés à la collecte des échantillons, notamment les frais de personnel,la supervision, les équipements de protection.

§ 5. La prestation 554890 – 554901 ne peut être portée en compte sil’institution est déjà remboursée forfaitairement par l’autorité pourl’exécution du test. Si le temps investi pour l’exécution du test est déjàfinancé par d’autres conventions ou interventions, les codes deprestations 554890 et 554901 ne peuvent pas être facturés.

La prestation 554912 – 554923 ne peut être cumulée avec une desprestations de consultation ou de visite visées à l’article 2 de l’annexede l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature desprestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé etindemnités.


De verstrekking 554912 – 554923 kan niet aangerekend wordenindien de voorziening reeds forfaitair vergoed wordt door de overheidvoor de staalafname. Indien de tijd die geïnvesteerd wordt voor destaalafnames reeds gefinancierd wordt door andere overeenkomsten oftegemoetkomingen, kunnen de verstrekkingen 554912 en 554923 hier-voor niet aangerekend worden.

Art. 7. Indien kosten gemoeid met de snelle antigeentesten nietworden vergoed door de verplichte verzekering voor geneeskundigeverzorging kunnen ze worden aangerekend aan degenen die eromverzoeken, met uitzondering van de kosten van testmateriaal dat gratister beschikking wordt gesteld door de openbare besturen.

Art. 8. Er is geen persoonlijk aandeel verschuldigd door de recht-hebbenden voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 6.

Art. 9. Er mogen geen supplementen worden aangerekend aan derechthebbenden voor de verstrekkingen bedoeld in artikel 6.

Art. 10. De kosten gemoeid met de snelle antigeentesten welke doorde werkgevers, de particuliere instellingen of met preventieve doelein-den door de openbare besturen worden geëist mogen in geen gevaldoor de verzekering voor geneeskundige verzorging worden vergoed.De Koning kan bepalen welke indicaties vergoed worden. Evenminworden de kosten vergoed van testmateriaal dat gratis ter beschikkingwordt gesteld door de openbare besturen.

Titel 5. — Registratie COVID-19-vaccinaties

Art. 11. De arts of verpleegkundige die een vaccin tegen COVID-19toedient of onder wiens toezicht de vaccinatie gebeurt, registreert elkevaccinatie in de databank die door de Interministeriële ConferentieVolksgezondheid wordt aangeduid. De Koning bepaalt, bij een besluitoverlegd in de Ministerraad, de nadere modaliteiten van deze registra-tie en omschrijft minstens de doeleinden van de gegevensverwerking,de categorieën van personen waarover gegevens worden verwerkt, decategorieën gegevens die worden verwerkt, de verantwoordelijkenvoor de gegevensverwerking en de bewaartermijn van de gegevens.

Titel 6. — Inspectiebevoegdheden

Art. 12. De bepalingen betreffende controle en geschillen voorziendoor of krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voorgeneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli1994, zijn van toepassing op de bepalingen van de artikelen 6 tot 10.

Art. 13. § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren vangerechtelijke politie, oefenen de daartoe door de Koning aangewezenstatutaire, of bij gebreke daarvan, contractuele personeelsleden aange-worven door middel van een contract van onbepaalde duur, van hetFAGG het toezicht uit op de toepassing van artikel 3 door, zo nodigonaangekondigde, inspecties uit te voeren.

§ 2. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerech-telijke politie mogen de statutaire of contractuele personeelsledenbedoeld in paragraaf 1, voorzien van behoorlijke legitimatiebewijzen,bij de uitoefening van hun opdracht gebruik maken van de bevoegd-heden, zoals bedoeld in artikel 14, §§ 2 en 3, van de wet van25 maart 1964 op de geneesmiddelen.

Art. 14. De federale gezondheidsinspecteurs van de FOD Volksge-zondheid oefenen toezicht uit op de toepassing van de bepalingen vanartikel 5, § 1 en van artikel 11.

Met het oog op dit toezicht hebben ze ten allen tijde toegang tot deplaatsen waar deze testen worden afgenomen. Zij kunnen zich alleinlichtingen die noodzakelijk zijn voor bedoeld toezicht laten verstrek-ken en zich alle bescheiden of electronische dragers laten overhandigendie zij voor de uitoefening van hun controleopdracht behoeven.

Titel 7. — Strafbepalingen

Art. 15. Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en metgeldboete van zesentwintig euro tot honderdduizend euro of met eenvan die straffen alleen, wordt gestraft hij die:

1° door de overheid ter beschikking gestelde snelle antigeentestenverkoopt, ruilt of om niet vervreemdt, ofschoon hij op het ogenblik vande aanvang van deze handelingen, de oorsprong van deze antigeen-testen kende of moest kennen;

2° door de overheid om niet ter beschikking gestelde antigeentestenaanrekent in het kader van de wet betreffende de verplichte verzeke-ring voor geneeskundige verzor-ging en uitkeringen, gecoördineerd op14 juli 1994, ofschoon hij op het ogenblik van de aanvang van dezehandelingen, de oorsprong van deze antigeentesten kende of moestkennen.

La prestation 554912 – 554923 ne peut être portée en compte sil’institution est déjà remboursée forfaitairement par l’autorité pour leprélèvement d’échantillons. Si le temps investi pour le prélèvementd’échantillons est déjà financé par d’autres conventions ou interven-tions, les codes de prestations 554912 et 554923 ne peuvent pas êtrefacturés.

Art. 7. Si les coûts liés aux tests antigéniques rapides ne sont pasremboursés par l’assurance obligatoire de soins de santé, ils peuventêtre portés en compte à ceux qui en font la demande, à l’exception descoûts de matériel de test mis à disposition gratuitement par lespouvoirs publics.

Art. 8. Aucune intervention personnelle n’est due par les bénéficiai-res pour les prestations visées à l’article 6.

Art. 9. Aucun supplément ne peut être porté en compte auxbénéficiaires pour les prestations visées à l’article 6.

Art. 10. Les coûts liés aux tests antigéniques rapides exigés par lesemployeurs, par les organismes privés ou à des fins préventives par lespouvoirs publics ne peuvent en aucun cas être remboursés parl’assurance obligatoire soins de santé. Le Roi peut déterminer quellesindications sont remboursées. Les coûts du matériel de test mis àdisposition gratuitement par les autorités publiques ne sont pas nonplus remboursés.

Titre 5. — Enregistrement des vaccinations contre la COVID-19

Art. 11. Le médecin ou l’infirmier qui administre un vaccin contre laCOVID-19 ou qui supervise la vaccination enregistre chaque vaccina-tion dans la base de données désignée par la Conférence interministé-rielle Santé publique. Le Roi précise, par arrêté délibéré en Conseil desministres, les modalités de cet enregistrement et définit au moins lesfinalités du traitement de données, les catégories de personnes à proposdesquelles des données sont traitées, les catégories de données traitées,les responsables du traitement des données ainsi que la durée deconservation des données.

Titre 6. — Pouvoirs d’inspection

Art. 12. Les dispositions relatives au contrôle et au contentieuxprévues par ou en vertu de la loi relative à l’assurance obligatoire soinsde santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994 s’appliquent auxdispositions des articles 6 à 10.

Art. 13. § 1. Sans préjudice des compétences des officiers de policejudiciaire, les membres du personnel statutaires ou, à défaut, lesmembres du personnel engagés dans les liens d’un contrat de travail àdurée indéterminée, de l’AFMPS, désignés à cette fin par le Roi,surveillent l’application de l’article 3 en effectuant des inspections, sinécessaire inopinées.

§ 2. Sans préjudice des compétences des officiers de police judiciaire,les membres du personnel statutaire ou contractuel visés auparagraphe 1er, munis de pièces justificatives de leurs fonctions,peuvent dans l’exercice de leur mission utiliser les compétences, tellesque prévues à l’article 14, §§ 2 et 3, de la loi du 25 mars 1964 sur lesmédicaments.

Art. 14. Les inspecteurs d’hygiène fédéraux du SPF Santé publiqueexercent la surveillance de l’application des dispositions de l’article 5,§ 1er et de l’article 11.

En vue de l’exercice de cette surveillance, ils ont accès à tout momentaux lieux où ces tests sont effectués. Ils peuvent se faire communiquertous les renseignements nécessaires à l’exercice de la surveillance viséeet se faire remettre tous les documents ou supports électroniques dontils ont besoin dans le cadre de leur mission de contrôle.

Titre 7. - Dispositions pénales

Art. 15. Seront punis d’un emprisonnement de quinze jours à cinqans et d’une amende de vingt-six euros à cent mille euros ou d’une deces peines seulement, celui qui:

1° vend, échange ou aliène gratuitement des tests antigéniquesrapides mis à disposition par le gouvernement, alors qu’il connaissaitou devait connaître l’origine de ces tests antigéniques au début de cestests antigéniques;

2° facture des tests antigéniques mis à disposition gratuitement par legouvernement dans le cadre de la loi relative à l’assurance obligatoiresoins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, alors qu’ilconnaissait ou devait connaître l’origine de ces tests antigéniques audébut de ces tests antigéniques.


Art. 16. Met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot één jaar enmet een geldboete van zesentwintig euro tot vijftienduizend euro ofmet één van die straffen alleen, wordt gestraft, hij die de bepalingen vanartikel 3 overtreedt.

Art. 17. Onverminderd de toepassing van de straffen gesteld bij hetStrafwetboek, alsook, desgevallend, de toepassing van tuchtmaatrege-len, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maandenen met geldboete van vijfhonderd euro tot vijfduizend euro of met eenvan die straffen alleen, hij die, met overtreding van artikel 11,opzettelijk of geregeld de op hem rustende registratieverplichting vaneen COVID-19-vaccin niet nakomt.

Art. 18. De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek zijn toepas-selijk op de in deze titel omschreven misdrijven.

Titel 8. — Inwerkingtreding

Art. 19. Deze wet heeft uitwerking met ingang van 23 novem-ber 2020.

In afwijking van het eerste lid treden artikel 3 en Titel 7 in werking dedag volgend op de bekendmaking van deze wet in het BelgischStaatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ‘s lands zegel zal wordenbekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 december 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Volksgezondheid,Fr. VANDENBROUCKE

Met ’s Lands zegel gezegeld:

De Minister van Justitie,

V. VAN QUICKENBORNE

Nota

(1) Kamer van volksvertegenwoordigers(www.dekamer.be)Stukken. – 55K1677Integraal Verslag : (17/12/2020)

*FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2020/44577]19 DECEMBER 2020. — Ministerieel besluit houdende wijziging van

het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringendemaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tebeperken. — Duitse vertaling

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van het ministerieelbesluit van 19 december 2020 houdende wijziging van het ministerieelbesluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om deverspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (BelgischStaatsblad van 20 december 2020).

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitsevertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES

[C − 2020/44577]19. DEZEMBER 2020 — Ministerieller Erlass zur Abänderung des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur

Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 —Deutsche Übersetzung

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Ministeriellen Erlasses vom 19. Dezember 2020 zurAbänderung des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zurEindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19.

Diese Ubersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzungen in Malmedy erstellt worden.

Art. 16. Seront punis d’un d’une peine d’emprisonnement de quinzejours à un an et d’une amende de vingt-six euros à quinze mille eurosou de l’une de ces deux peines seulement, celui qui contrevient auxdispositions de l’article 3.

Art. 17. Sans préjudice de l’application des peines prévues par leCode pénal, ainsi que s’il échet, de l’application de sanctions discipli-naires, sont puni d’un emprisonnement de huit jours à six mois et d’uneamende de cinq cents euros à cinq mille euros ou d’une de ces peinesseulement, celui qui, en infraction de l’article 11, ne respecte pasintentionnellement ou régulièrement son obligation d’enregistrer unvaccin contre le COVID-19.

Art. 18. Les dispositions du Livre premier du Code pénal s’appli-quent aux infractions prévues par la présente loi.

Titre 8. — Entrée en vigueur

Art. 19. La présente loi produit ses effets le 23 novembre 2020.

Par dérogation au premier alinéa, l’article 3 et le Titre 7 entrent envigueur le jour suivant la publication de la présente loi au Moniteurbelge.

Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit revêtue du Sceaude l’Etat et publiée par le Moniteur belge

Donné à Bruxelles, le 22 décembre 2020.

PHILIPPE

Par le Roi :

Le Ministre de la Santé publique,Fr. VANDENBROUCKE

Scellé du sceau de l’Etat :

Le Ministre de la Justice,

V. VAN QUICKENBORNE

Note

(1) Chambre des représentants(www.lachambre.be)Documents. – 55K1677Compte rendu intégral : (17/12/2020)

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR

[C − 2020/44577]19 DECEMBRE 2020. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté minis-

tériel du 28 octobre 2020 portant des mesures d’urgence pourlimiter la propagation du coronavirus COVID-19. — Traductionallemande

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande del’arrêté ministériel du 19 décembre 2020 modifiant l’arrêté ministérieldu 28 octobre 2020 portant des mesures d’urgence pour limiter lapropagation du coronavirus COVID-19 (Moniteur belge du 20 décem-bre 2020).

Cette traduction a été établie par le Service central de traductionallemande à Malmedy.


FODERALER OFFENTLICHER DIENST INNERES

19. DEZEMBER 2020 — Ministerieller Erlass zur Abänderung des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020zur Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19

Die Ministerin des Innern,

Aufgrund der Verfassung, des Artikels 23;Aufgrund des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 über den Zivilschutz, des Artikels 4;Aufgrund des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt, der Artikel 11 und 42;Aufgrund des Gesetzes vom 15. Mai 2007 über die zivile Sicherheit, der Artikel 181, 182 und 187;Aufgrund des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur

Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19;Aufgrund von Artikel 8 § 2 Nr. 1 und 2 des Gesetzes vom 15. Dezember 2013 zur Festlegung verschiedener

Bestimmungen in Sachen administrative Vereinfachung ist vorliegender Erlass von der Auswirkungsanalyse beimErlass von Vorschriften befreit;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 18. Dezember 2020;Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Haushalt vom 19. Dezember 2020;Aufgrund der am 19. Dezember 2020 abgegebenen Stellungnahme der Minister, die im Rat darüber beraten haben;Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, des Artikels 3 § 1 Absatz 1;Aufgrund der Dringlichkeit, die es nicht zulässt, das Gutachten der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates

innerhalb einer verkürzten Frist von fünf Tagen abzuwarten, insbesondere aufgrund der Notwendigkeit, Maßnahmenzu erwägen, die sich auf epidemiologische Ergebnisse stützen, die sich Tag für Tag weiterentwickeln, wobei diejüngsten Ergebnisse die auf der Sitzung des Konzertierungsausschusses vom 18. Dezember 2020 beschlossenenMaßnahmen gerechtfertigt haben; dass es daher dringend erforderlich ist, bestimmte Maßnahmen zu verdeutlichenund andere gegebenenfalls zu verstärken und deren Durchsetzung zu verbessern;

In Erwägung der Konzertierungen zwischen den Regierungen der föderierten Teilgebiete und den zuständigenföderalen Behörden im Nationalen Sicherheitsrat, der am 10., 12., 17. und 27. März 2020, am 15. und 24. April 2020, am6., 13., 20. und 29. Mai 2020, am 3., 24. und 30. Juni 2020, am 10., 15., 23. und 27. Juli 2020, am 20. August 2020 und am23. September 2020 zusammengetreten ist;

Aufgrund des Gutachtens der Sachverständigen vom 15. Dezember 2020;In Erwägung der Stellungnahme des Hohen Gesundheitsrates vom 9. Juli 2020;In Erwägung des Artikels 191 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, in dem das Prinzip der

Vorsorge im Rahmen der Bewältigung einer internationalen Gesundheitskrise und der aktiven Vorbereitung auf einenmöglichen Krisenfall verankert ist; dass dieses Prinzip voraussetzt, dass die öffentlichen Behörden bei der Feststellung,dass ein ernstes Risiko höchstwahrscheinlich eintreten wird, dringende und vorläufige Schutzmaßnahmen ergreifenmüssen;

In Erwägung des Artikels 6 Absatz 1 Buchstabe c) der Verordnung (EU) Nr. 2016/679 des Europäischen Parlamentsund des Rates vom 27. April 2016 zum Schutz natürlicher Personen bei der Verarbeitung personenbezogener Daten,zum freien Datenverkehr und zur Aufhebung der Richtlinie 95/46/EG;

In Erwägung des Gesetzes vom 24. Januar 1977 über den Schutz der Gesundheit der Verbraucher im Bereich derLebensmittel und anderer Waren;

In Erwägung des Gesetzes vom 4. August 1996 über das Wohlbefinden der Arbeitnehmer bei der Ausführung ihrerArbeit und seiner Ausführungserlasse;

In Erwägung des Zusammenarbeitsabkommens vom 25. August 2020 zwischen dem Föderalstaat, der FlämischenGemeinschaft, der Wallonischen Region, der Deutschsprachigen Gemeinschaft und der Gemeinsamen Gemeinschafts-kommission in Bezug auf die gemeinsame Verarbeitung von Daten durch Sciensano und die von den zuständigenföderierten Teilgebieten oder von den zuständigen Agenturen bestimmten Kontaktzentren, Gesundheitsinspektions-dienste und mobilen Teams im Rahmen einer Kontaktermittlung bei (vermutlich) mit dem Coronavirus COVID-19infizierten Personen auf der Grundlage einer Datenbank bei Sciensano;

In Erwägung des Gesetzes vom 9. Oktober 2020 zur Billigung des vorerwähnten Zusammenarbeitsabkommensvom 25. August 2020;

In Erwägung des Königlichen Erlasses vom 22. Mai 2019 über die Noteinsatzplanung und die Bewältigung vonNotsituationen auf kommunaler und provinzialer Ebene und über die Rolle der Bürgermeister und der Provinzgou-verneure bei Krisenereignissen und in Krisensituationen, die eine Koordinierung oder eine Bewältigung auf nationalerEbene erfordern;

In Erwägung des Ministeriellen Erlasses vom 13. März 2020 zur Auslösung der föderalen Phase hinsichtlich derKoordinierung und des Krisenmanagements in Bezug auf das Coronavirus COVID-19;

In Erwägung des ″Leitfadens für die Öffnung der Geschäfte″, der auf der Website des Föderalen ÖffentlichenDienstes Wirtschaft zur Verfügung gestellt wird;

In Erwägung des ″Allgemeinen Leitfadens zur Eindämmung der Ausbreitung von COVID-19 am Arbeitsplatz″,der auf der Website des Föderalen Öffentlichen Dienstes Beschäftigung, Arbeit und Soziale Konzertierung zurVerfügung gestellt wird;

In Erwägung des ″Leitfadens für eine sichere Wiederaufnahme des Gaststättengewerbes zur Eindämmung derAusbreitung von COVID-19″, der auf der Website des Föderalen Öffentlichen Dienstes Wirtschaft zur Verfügunggestellt wird;

In Erwägung der Protokolle, die von den zuständigen Ministern in Konzertierung mit den betreffenden Sektorenbestimmt werden;

In Erwägung der Empfehlung (EU) des Rates der Europäischen Union vom 7. August 2020 zur Änderung derEmpfehlung 2020/912 zur schrittweisen Aufhebung der vorübergehenden Beschränkung nicht unbedingt notwendigerReisen in die EU;

In Erwägung der Empfehlung (EU) 2020/1475 des Rates vom 13. Oktober 2020 für eine koordinierteVorgehensweise bei der Beschränkung der Freizügigkeit aufgrund der COVID-19-Pandemie;

In Erwägung der Erklärung der WHO in Bezug auf die Eigenschaften des Coronavirus COVID-19, insbesonderehinsichtlich der hohen Übertragbarkeit und des Sterberisikos;

In Erwägung der am 11. März 2020 von der WHO vorgenommenen Qualifizierung des Coronavirus COVID-19 alsPandemie;


In der Erwägung, dass die WHO am 16. März 2020 die höchste Warnstufe in Bezug auf das Coronavirus COVID-19ausgerufen hat, das die Weltwirtschaft destabilisiert und sich rasch in der Welt ausbreitet;

In Erwägung der einleitenden Rede des Generaldirektors der WHO vom 12. Oktober 2020, in der er deutlichgemacht hat, dass das Virus hauptsächlich zwischen engen Kontakten übertragen wird und zu Ausbrüchen derEpidemie führt, die durch die Umsetzung gezielter Maßnahmen eingedämmt werden könnten;

In Erwägung der Erklärung des Generaldirektors der WHO Europa vom 15. Oktober 2020, in der er daraufhingewiesen hat, dass die Situation in Europa sehr besorgniserregend ist und dass die Übertragung und dieÜbertragungsquellen in den Häusern, an geschlossenen öffentlichen Orten und bei Personen, die die Selbstschutz-maßnahmen nicht korrekt befolgen, stattfinden beziehungsweise zu finden sind;

In Erwägung der Erklärung des Generaldirektors der WHO vom 26. Oktober 2020, in der er deutlich gemacht hat,dass die höchsten Fallzahlen von COVID-19 in der Woche vom 19. Oktober 2020 verzeichnet worden sind und dass alleAnstrengungen unternommen werden müssen, um die Mitarbeiter des Gesundheitspflegesektors zu schützen; dassSchulen und Unternehmen offen bleiben können, dafür aber Kompromisse eingegangen werden müssen; dass derGeneraldirektor bestätigt, dass das Virus durch schnelles und gezieltes Handeln unterdrückt werden kann;

In der Erwägung, dass die WHO festgestellt hat, dass viele Länder eine großflächige Übertragung durch dieUmsetzung bewährter Präventions- und Bekämpfungsmaßnahmen haben verhindern können und dass dieseMaßnahmen nach wie vor das beste Mittel zum Schutz vor COVID-19 darstellen;

In der Erwägung, dass für unser Land seit dem 13. Oktober 2020 auf nationaler Ebene Alarmstufe 4 (sehr hoheAlarmstufe) gilt;

In der Erwägung, dass am 18. Dezember 2020 die durchschnittliche Zahl der Infektionen über sieben Tage 2 445beträgt; dass dies einem Anstieg um 12 Prozent im Vergleich zu den vergangenen sieben Tagen entspricht; dass dieReproduktionsrate erneut über 1 liegt; dass die Zahl der Infektionen pro 100.000 Einwohner, also die Inzidenz, am18. Dezember 2020 bei 282 liegt und damit gestiegen ist; dass die Positivitätsrate in etwa 8 Prozent beträgt; dass sichder Rückgang der Anzahl neuer Krankenhauseinweisungen deutlich verlangsamt hat; dass das aktuelle Stabilisie-rungsniveau über dem der ersten Welle liegt, was gefährlich ist, wenn die Zahlen wieder steigen;

In der Erwägung, dass es unerlässlich ist, es dem Gesundheitspflegesystem weiterhin zu ermöglichen, dienotwendige Versorgung von Patienten, die nicht an COVID-19 leiden, zu gewährleisten und alle Patienten unter denbestmöglichen Bedingungen zu empfangen;

In der Erwägung, dass es äußerst wichtig ist, die Situation unter Kontrolle zu haben und zu halten; dass dieSituation als unter Kontrolle gilt, wenn die durchschnittliche Anzahl Infektionen über 14 Tage während drei Wochennicht über 800 steigt und die Reproduktionsrate nicht über 1 liegt; dass diese Schwellenwerte noch lange nicht erreichtsind;

In der Erwägung, dass am 18. Dezember 2020 die durchschnittliche Zahl der Infektionen in den Nachbarländernund den anderen europäischen Ländern höher als die Zahlen für Belgien ist; dass zum Beispiel die Inzidenz für dieNiederlande 546 pro 100 000 Einwohner, für Deutschland 341 pro 100 000 Einwohner und für Luxemburg 1 189 pro100 000 Einwohner beträgt;

In Anbetracht der nahenden Weihnachts- und Neujahrszeit und der Schulferien; in Anbetracht der damittraditionell verbundenen Zunahme der Reisen;

In der Erwägung, dass sich die erste Viruswelle im Laufe des Monats März 2020 in Belgien exponentiell undschnell ausgebreitet hat, unter anderem aufgrund der Komplexität der Rückverfolgung der nach Belgien zurückkeh-renden Reisenden;

In der Erwägung, dass daher im Rahmen der Bekämpfung des Coronavirus COVID-19 in Belgien eine genaueÜberwachung des Gesundheitszustands der aus dem Ausland zurückkehrenden Personen erforderlich ist; dass diesegenaue Überwachung nur möglich ist, wenn jeder Reisende die im vorliegenden Erlass beschriebenen Formalitäteneinhält und dies im Fall einer Kontrolle nachweisen kann; dass sichergestellt werden muss, dass Personen, die ihrenHauptwohnsitz nicht in Belgien haben, nicht mit dem Coronavirus COVID-19 infiziert sind, und dass folglich vonihnen verlangt wird, bei der Einreise nach Belgien aus einer roten Zone einen negativen Test vorzulegen;

In der Erwägung, dass das Arsenal der in diesem Ministeriellen Erlass getroffenen Maßnahmen die Aufzeichnungbestimmter personenbezogener Daten umfasst zwecks Vereinfachung der Kontaktermittlung und der Ermittlungbestimmter Infektionsherde; dass es daher den Personen, die diese Daten verarbeiten, obliegt, sie zu schützen, indemsie alle geeigneten technischen und organisatorischen Maßnahmen ergreifen, um die Sicherheit und Vertraulichkeit derDaten zu gewährleisten, insbesondere um einen unbefugten Zugang zu diesen Daten zu verhindern; dass sie zu diesemZweck insbesondere die von der Datenschutzbehörde auf ihrer Website veröffentlichten Empfehlungen berücksich-tigen können;

In der Erwägung, dass das Vereinigte Königreich die Europäische Union am 31. Dezember 2020 um Mitternachtverlassen wird;

In Erwägung der vom Coronavirus COVID-19 ausgehenden Gesundheitsgefahr für die belgische Bevölkerung undder daraus entstehenden Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass das Coronavirus COVID-19 eine Infektionskrankheit auslöst, die meist die Lunge und dieAtemwege befällt;

In der Erwägung, dass das Coronavirus COVID-19 offenbar von Mensch zu Mensch über den Luftweg übertragenwird; dass die Übertragung der Krankheit scheinbar auf alle möglichen Verbreitungsarten durch Mund oder Naseerfolgt;

In der Erwägung, dass es notwendig ist, Tätigkeiten, bei denen ein hohes Risiko der Weiterverbreitung des Virusbesteht, besondere Aufmerksamkeit zu widmen und Tätigkeiten, die angesichts der aktuellen Lage zu einem zu engenKontakt zwischen den Beteiligten führen und/oder zu viele Menschen zusammenführen, weiterhin zu verbieten;

In der Erwägung, dass mit den Weihnachtsferien die Wintersport-Hochsaison beginnt; dass in dieser Zeit vieleMenschen auf den Ski- und Langlaufpisten zusammenkommen; dass es nicht möglich ist, die Menschenmengen andiesen Orten zu kontrollieren, und dass die Einhaltung der Regeln des Social Distancing nicht gewährleistet werdenkann; dass dies zu einem erhöhten Risiko der Übertragung des Virus führt; dass die Skipisten, Langlaufpisten undSkizentren aus diesem Grund geschlossen werden müssen;

In der Erwägung, dass ein Bürgermeister, wenn er feststellt, dass Tätigkeiten unter Verstoß gegen denvorliegenden Ministeriellen Erlass oder die anwendbaren Protokolle ausgeübt werden, im Interesse der Volksgesund-heit die verwaltungsrechtliche Schließung der betreffenden Niederlassung anordnen kann; dass dies auch für Geschäftegilt, die die auferlegten Maßnahmen nicht einhalten;

In der Erwägung, dass im Hinblick auf die Einhaltung aller Gesundheitsempfehlungen und des Social Distancingnoch immer an das Verantwortungsbewusstsein und die Solidarität jedes Bürgers appelliert wird;

In der Erwägung, dass die grundlegenden Hygienemaßnahmen unerlässlich bleiben;


In der Erwägung, dass Tätigkeiten im Freien nach Möglichkeit bevorzugt werden sollten; dass, sofern dies nichtmöglich ist, die Räume ausreichend durchgelüftet werden müssen;

In der Erwägung, dass es notwendig ist, in Bezug auf Personen, die zu einer Risikogruppe gehören, zusätzlicheVorsichtsmaßnahmen zu treffen;

In der Erwägung, dass die Gesundheitslage und die Maßnahmen regelmäßig bewertet werden; dass dies bedeutet,dass strengere Maßnahmen nie ausgeschlossen werden können;

In der Erwägung, dass die vorgesehenen Maßnahmen dazu führen, dass einerseits die Anzahl akuterAnsteckungen verringert wird und Krankenhäuser und Intensivstationen entlastet werden und dass andererseits denForschern mehr Zeit gegeben wird, um effiziente Behandlungsmethoden und Impfstoffe zu entwickeln; dass dieseMaßnahmen auch eine Kontaktrückverfolgung erleichtern können;

Aufgrund der Dringlichkeit,

Erlässt:

Artikel 1 - Artikel 3 des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeitsmaß-nahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 wird durch einen Paragraphen 3 mitfolgendem Wortlaut ergänzt:

″§ 3 - Ein im Ausland lebender oder ansässiger Lohnempfänger oder Selbständiger muss bei Reisen unter den inArtikel 21 § 7 erwähnten Bedingungen einen Nachweis über das negative Ergebnis eines Tests erbringen, derfrühestens 48 Stunden vor der Ankunft auf dem belgischen Staatsgebiet durchgeführt wurde.

Der Arbeitgeber oder Nutzer, der zeitweilig auf ihn zurückgreift, um in Belgien Arbeiten in den Sektoren Bau,Reinigung, Landwirtschaft und Gartenbau, wie in Artikel 20 § 2 des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 1 vom29. Dezember 1992 und in Artikel 1 Nr. 1 des vorerwähnten Königlichen Erlasses Nr. 22 vom 15. Septem-ber 1970 erwähnt, oder Tätigkeiten im Fleischsektor, wie in Artikel 2 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom27 Dezember 2007 erwähnt, ausführen zu lassen, mit Ausnahme von natürlichen Personen, mit denen oder für die dieArbeit zu vollkommen privaten Zwecken erfolgt, muss vor Beginn der Arbeit prüfen, ob ein in Absatz 1 erwähntesnegatives Testergebnis vorgelegt werden kann. Ist der Arbeitnehmer nicht mit einem in Artikel 21 des vorliegendenErlasses erwähnten Beförderer gereist, muss er den Nachweis des negativen Ergebnisses eines Tests erbringen, derfrühestens 48 Stunden vor Aufnahme seiner Arbeit beziehungsweise Tätigkeit in Belgien durchgeführt wurde.

Liegt kein negatives Ergebnis vor, darf der Arbeitgeber oder Nutzer nicht auf den Lohnempfänger oderSelbständigen, ob im Ausland ansässig oder nicht, zurückgreifen, um in Belgien eine Arbeit aufzunehmen, und mussdieser sich in Quarantäne begeben, bis ein negatives Testergebnis mitgeteilt werden kann.

Das negative Testergebnis wird dem in § 1 erwähnten Register beigefügt.″

Art. 2 - In Artikel 8 § 1 desselben Erlasses wird Absatz 1 durch eine Nummer 13 mit folgendem Wortlaut ergänzt:″13. Skipisten, Langlaufpisten und Skizentren.″

Art. 3 - Artikel 21 desselben Erlasses wird wie folgt abgeändert:

1. Paragraph 2 Nr. 1 wird wie folgt ersetzt:

″1. von allen Ländern der Europäischen Union und des Schengen-Raums aus nach Belgien zu reisen,″.

2. Paragraph 3 Absatz 3 wird wie folgt ergänzt: ″Bei Ankunft auf dem belgischen Staatsgebiet überprüft derBeförderer erneut, ob das Passagier-Lokalisierungsformular ausgefüllt ist.″

3. Paragraph 4 Absatz 3 wird wie folgt ergänzt: ″Bei Ankunft auf dem belgischen Staatsgebiet überprüft derBeförderer erneut, ob das Passagier-Lokalisierungsformular ausgefüllt ist.″

4. Ein Paragraph 5bis mit folgendem Wortlaut wird hinzugefügt:

″§ 5bis - Zusätzlich zu den Paragraphen 3, 4 und 5 ist der Reisende verpflichtet, den Nachweis über die Einreichungdes gemäß den Paragraphen 3, 4 und 5 ausgefüllten Passagier-Lokalisierungsformulars mit sich zu führen, und zwarwährend der gesamten Reise bis zum Endbestimmungsort in Belgien und während der folgenden 48 Stunden. Ist esnicht möglich, einen solchen Nachweis zu erhalten, muss der Reisende eine Kopie des gemäß den Paragraphen 3, 4 und5 ausgefüllten Passagier-Lokalisierungsformulars mit sich führen, und zwar während der gesamten Reise bis zumEndbestimmungsort in Belgien und während der folgenden 48 Stunden.″

5. Ein Paragraph 7 mit folgendem Wortlaut wird eingefügt:

″§ 7 - Bei einer in den Paragraphen 3, 4 und 5 erwähnten Reise müssen Personen ab dem Alter von 12 Jahren, dievon einem Gebiet aus, das auf der Website des Föderalen Öffentlichen Dienstes Auswärtige Angelegenheiten imZusammenhang mit der COVID-19-Krise als rote Zone eingestuft ist, in belgisches Staatsgebiet einreisen und ihrenHauptwohnort nicht in Belgien haben, über das negative Ergebnis eines Tests verfügen, der frühestens 48 Stunden vorder Ankunft auf belgischem Staatsgebiet durchgeführt wurde. Gegebenenfalls ist der Beförderer verpflichtet zuüberprüfen, dass diese Personen vor dem Einsteigen ein negatives Testergebnis vorweisen. Fehlt dieses negativeTestergebnis, muss der Beförderer das Einsteigen untersagen.″

Art. 4 - In Artikel 22 Absatz 1 desselben Erlasses werden die Wörter ″und entsandten Selbständigen, wie inArtikel 137 Nr. 8 Buchstaben a) und b) des Programmgesetzes (I) vom 27. Dezember 2006 erwähnt, die in Belgienarbeiten″ durch die Wörter ″und Selbständigen″ ersetzt.

Art. 5 - Vorliegender Erlass tritt am 21. Dezember 2020 in Kraft, mit Ausnahme von:

- Artikel 3 Nr. 1, der am 1. Januar 2021 in Kraft tritt,

- Artikel 3 Nr. 5, der am 25. Dezember 2020 in Kraft tritt.

Brüssel, den 19. Dezember 2020.

A. VERLINDEN


FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN






[C − 2020/44580]20. DEZEMBER 2020 — Ministerieller Erlass zur Abänderung des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur

Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 —Deutsche Übersetzung


Diese Ubersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Ubersetzungen in Malmedy erstellt worden.

FODERALER OFFENTLICHER DIENST INNERES



Aufgrund der Verfassung, des Artikels 23;Aufgrund des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 über den Zivilschutz, des Artikels 4;Aufgrund des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt, der Artikel 11 und 42;Aufgrund des Gesetzes vom 15. Mai 2007 über die zivile Sicherheit, der Artikel 181, 182 und 187;Aufgrund des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur

Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19;Aufgrund von Artikel 8 § 2 Nr. 1 und 2 des Gesetzes vom 15. Dezember 2013 zur Festlegung verschiedener

Bestimmungen in Sachen administrative Vereinfachung ist vorliegender Erlass von der Auswirkungsanalyse beimErlass von Vorschriften befreit;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 20. Dezember 2020;Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Haushalt vom 20. Dezember 2020;Aufgrund der am 20. Dezember 2020 abgegebenen Stellungnahme der Minister, die im Rat darüber beraten haben;Aufgrund des Artikels 3 § 1 Absatz 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat;Aufgrund der Dringlichkeit, die es nicht zulässt, das Gutachten der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates

innerhalb einer verkürzten Frist von fünf Tagen abzuwarten, insbesondere aufgrund der Notwendigkeit, Maßnahmenzu erwägen, die sich auf epidemiologische Ergebnisse stützen, die sich Tag für Tag weiterentwickeln, wobei diejüngsten Ergebnisse die beschlossenen Maßnahmen gerechtfertigt haben; dass es daher dringend erforderlich ist,bestimmte Maßnahmen zu ergreifen;

In Erwägung des Artikels 191 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, in dem das Prinzip derVorsorge im Rahmen der Bewältigung einer internationalen Gesundheitskrise und der aktiven Vorbereitung auf einenmöglichen Krisenfall verankert ist; dass dieses Prinzip voraussetzt, dass die öffentlichen Behörden bei der Feststellung,dass ein ernstes Risiko höchstwahrscheinlich eintreten wird, dringende und vorläufige Schutzmaßnahmen ergreifenmüssen;

In Erwägung der Erklärung des britischen Premierministers vom 19. Dezember 2020 über die Entwicklung derepidemiologischen Situation im Vereinigten Königreich und insbesondere über das Auftauchen einer Mutation desCoronavirus COVID-19;

In der Erwägung, dass es daher notwendig ist, alle Reisen aus dem Vereinigten Königreich nach Belgien über denPersonenverkehr für 24 Stunden zu verbieten, um das Risiko einer Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 maximaleinzudämmen;


















In der Erwägung, dass für unser Land seit dem 13. Oktober 2020 auf nationaler Ebene Alarmstufe 4 (sehr hoheAlarmstufe) gilt;

In der Erwägung, dass es unerlässlich ist, es dem Gesundheitspflegesystem weiterhin zu ermöglichen, dienotwendige Versorgung von Patienten, die nicht an COVID-19 leiden, zu gewährleisten und alle Patienten unter denbestmöglichen Bedingungen zu empfangen;




In der Erwägung, dass im Hinblick auf die Einhaltung aller Gesundheitsempfehlungen und des Social Distancingnoch immer an das Verantwortungsbewusstsein und die Solidarität jedes Bürgers appelliert wird;

In der Erwägung, dass die Hygienemaßnahmen unerlässlich bleiben;

In der Erwägung, dass Tätigkeiten im Freien nach Möglichkeit bevorzugt werden sollten; dass, sofern dies nichtmöglich ist, die Räume ausreichend durchgelüftet werden müssen;

In der Erwägung, dass es notwendig ist, in Bezug auf Personen, die zu einer Risikogruppe gehören, zusätzlicheVorsichtsmaßnahmen zu treffen;


In der Erwägung, dass die vorgesehenen Maßnahmen dazu führen, dass einerseits die Anzahl akuterAnsteckungen verringert wird und Krankenhäuser und Intensivstationen entlastet werden und dass andererseits denForschern mehr Zeit gegeben wird, um effiziente Behandlungsmethoden und Impfstoffe zu entwickeln; dass dieseMaßnahmen auch eine Kontaktrückverfolgung erleichtern können;


Erlässt:

Artikel 1 - In Artikel 21 des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeits-maßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 wird ein Paragraph 2bis mit folgendemWortlaut hinzugefügt:

″In Abweichung von den Paragraphen 1 und 2 sind am 21. Dezember 2020 alle Reisen nach Belgien aus demVereinigten Königreich über den Personenverkehr verboten.″

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Brüssel, den 20. Dezember 2020

Die Ministerin des InnernA. VERLINDEN


FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN






[C − 2020/44652]

21. DEZEMBER 2020 — Ministerieller Erlass zur Abänderung des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zurFestlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 —Deutsche Übersetzung


Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden.




Aufgrund der Verfassung, des Artikels 23;

Aufgrund des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 über den Zivilschutz, des Artikels 4;

Aufgrund des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt, der Artikel 11 und 42;

Aufgrund des Gesetzes vom 15. Mai 2007 über die zivile Sicherheit, der Artikel 181, 182 und 187;

Aufgrund des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeitsmaßnahmen zurEindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19;

Aufgrund von Artikel 8 § 2 Nr. 1 und 2 des Gesetzes vom 15. Dezember 2013 zur Festlegung verschiedenerBestimmungen in Sachen administrative Vereinfachung ist vorliegender Erlass von der Auswirkungsanalyse beimErlass von Vorschriften befreit;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 21. Dezember 2020;

Aufgrund des Einverständnisses des Staatssekretärs für Haushalt vom 21. Dezember 2020;

Aufgrund der am 21. Dezember 2020 abgegebenen Stellungnahme der Minister, die im Rat darüber beraten haben;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, des Artikels 3 § 1 Absatz 1;

Aufgrund der Dringlichkeit, die es nicht zulässt, das Gutachten der Gesetzgebungsabteilung des Staatsratesinnerhalb einer verkürzten Frist von fünf Tagen abzuwarten, insbesondere aufgrund der Notwendigkeit, Maßnahmenzu erwägen, die sich auf epidemiologische Ergebnisse stützen, die sich Tag für Tag weiterentwickeln, wobei diejüngsten Ergebnisse die beschlossenen Maßnahmen gerechtfertigt haben; dass es daher dringend erforderlich ist,bestimmte Maßnahmen zu ergreifen;

In Erwägung des Artikels 191 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, in dem das Prinzip derVorsorge im Rahmen der Bewältigung einer internationalen Gesundheitskrise und der aktiven Vorbereitung auf einenmöglichen Krisenfall verankert ist; dass dieses Prinzip voraussetzt, dass die öffentlichen Behörden bei der Feststellung,dass ein ernstes Risiko höchstwahrscheinlich eintreten wird, dringende und vorläufige Schutzmaßnahmen ergreifenmüssen;

In Erwägung der Erklärung des britischen Premierministers vom 19. Dezember 2020 über die Entwicklung derepidemiologischen Situation im Vereinigten Königreich und insbesondere über das Auftauchen einer Mutation desCoronavirus COVID-19;

In Erwägung der Stellungnahme der Risk Assessment Group vom 20. Dezember 2020;

In Erwägung der Risikoanalyse des ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control) vom20. Dezember 2020 über ″die rasche Zunahme einer im Vereinigten Königreich beobachteten SARS-CoV-2-Variante mitmehreren Mutationen des Spike-Proteins″;

In der Erwägung, dass diese Mutation vor allem in Kent und im Südosten des Vereinigten Königreichseinschließlich der Gebiete von London und des Ostens des Vereinigten Königreichs beobachtet worden ist;

In der Erwägung, dass es starke Hinweise darauf gibt, dass diese Variante bis zu 70 Prozent ansteckender ist alsdie ursprüngliche; dass sie sich also schneller ausbreitet; dass also ein erhöhtes Ansteckungsrisiko bestehen kann;







In der Erwägung, dass bisher vier bestätigte Fälle von Infektionen mit der neuen Variante des Virus auf dembelgischen Staatsgebiet festgestellt wurden; dass sich diese ansteckendere Variante des Virus folglich noch nicht aufdem gesamten Staatsgebiet ausgebreitet zu haben scheint und dass sich das Virus auch nicht auf andere LänderKontinentaleuropas ausgebreitet zu haben scheint;

In der Erwägung, dass es notwendig ist, die weitere Verbreitung dieser Mutation des Virus auf belgischemStaatsgebiet zu verhindern;

In der Erwägung, dass die Niederlande bis zum 1. Januar 2021 ein Reiseverbot zwischen den Niederlanden unddem Vereinigten Königreich auferlegt haben; dass andere Länder Kontinentaleuropas, darunter Frankreich undDeutschland, ebenfalls Reisebeschränkungen zwischen dem Vereinigten Königreich und ihrem Staatsgebiet auferlegen;

In der Erwägung, dass Art und Infektiosität dieser Mutation weiter untersucht werden müssen; dass ihreAusbreitung in der Zwischenzeit verhindert werden muss;

In der Erwägung, dass es daher notwendig ist, das Verbot aller Reisen aus dem Vereinigten Königreich nachBelgien über den Personenverkehr bis zum 22. Dezember 2020 einschließlich zu verlängern, um das Risiko einerAusbreitung des Coronavirus COVID-19 maximal einzudämmen;

In der Erwägung, dass auch nach dem 22. Dezember 2020 Maßnahmen ergriffen werden müssen, um zuverhindern, dass sich diese Mutation in Belgien ausbreitet; dass der Zugang zum belgischen Staatsgebiet aus demVereinigten Königreich daher auf Personen mit belgischer Staatsangehörigkeit und Personen mit Hauptwohnort inBelgien sowie auf bestimmte unbedingt notwendige und unaufschiebbare Reisen und auf bestimmte Transitflügebeschränkt werden muss;












In der Erwägung, dass für unser Land seit dem 13. Oktober 2020 auf nationaler Ebene Alarmstufe 4 (sehr hoheAlarmstufe) gilt; dass die Zahl der Infektionen in Belgien sehr hoch bleibt und dass der Druck auf die Krankenhäusernoch immer sehr real ist; dass die Situation in Belgien daher sehr prekär bleibt;

In der Erwägung, dass es unerlässlich ist, es dem Gesundheitspflegesystem weiterhin zu ermöglichen, dienotwendige Versorgung von Patienten, die nicht an COVID-19 leiden, zu gewährleisten und alle Patienten unter denbestmöglichen Bedingungen zu empfangen; dass eine ansteckendere Variante des Virus noch stärkere Auswirkungenauf das Gesundheitspflegesystem haben kann;




In der Erwägung, dass die Hygienemaßnahmen unerlässlich bleiben;



In der Erwägung, dass die vorgesehenen Maßnahmen dazu führen, dass einerseits die Anzahl akuterAnsteckungen verringert wird und Krankenhäuser und Intensivstationen entlastet werden und dass andererseits denForschern mehr Zeit gegeben wird, um effiziente Behandlungsmethoden und Impfstoffe zu entwickeln;


Erlässt:Artikel 1 - In Artikel 21 des Ministeriellen Erlasses vom 28. Oktober 2020 zur Festlegung von Dringlichkeitsmaß-

nahmen zur Eindämmung der Ausbreitung des Coronavirus COVID-19 wird § 2bis wie folgt ersetzt:″In Abweichung von den Paragraphen 1 und 2 sind am 22. Dezember 2020 alle Reisen nach Belgien aus dem

Vereinigten Königreich über den Personenverkehr verboten.In Abweichung von den Paragraphen 1 und 2 sind vom 23. Dezember 2020 bis einschließlich zum

31. Dezember 2020 ausschließlich folgende Reisen erlaubt:1. Reisen nach Belgien aus dem Vereinigten Königreich von Personen mit belgischer Staatsangehörigkeit und

Personen mit Hauptwohnort in Belgien,2. folgende unbedingt notwendige und unaufschiebbare Reisen nach Belgien aus dem Vereinigten Königreich

anderer als der in Nr. 1 erwähnten Personen, gegebenenfalls gegen Vorlage einer vom Arbeitgeber ausgestelltenBescheinigung:

a) berufsbedingte Fahrten und Reisen von Gesundheitsfachkräften, Forschern im Bereich der Gesundheit undFachkräften in der Altenpflege,

b) berufsbedingte Fahrten und Reisen des Transportpersonals,c) Fahrten und Reisen von Diplomaten, des Personals internationaler Organisationen und der durch internationale

Organisationen eingeladenen Personen, deren physische Präsenz für ein ordnungsgemäßes Funktionieren dieserOrganisationen erforderlich ist, des Militärpersonals und der Ordnungskräfte, des Personals des Zivilschutzes, deshumanitären Personals, in der Ausübung ihrer Funktion,

d) berufsbedingte Fahrten und Reisen von Journalisten,e) Fahrten und Reisen aus folgenden zwingenden familiären Gründen:- Reisen, die durch Familienzusammenführung gerechtfertigt sind,- Besuche eines Ehepartners oder gesetzlich zusammenwohnenden Partners, wenn beide aus beruflichen oder

persönlichen Gründen nicht zusammenwohnen,- Reisen im Rahmen des geteilten Sorgerechts,- Reisen im Rahmen von Bestattungen oder Einäscherungen bei erstem und zweitem Verwandtschaftsgrad,3. Durchreisen in Belgien bei Flugverkehr aus dem Vereinigten Königreich, sofern die Endbestimmung außerhalb

der Europäischen Union liegt.″Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.Brüssel, den 21. Dezember 2020

Die Ministerin des InnernA. VERLINDEN

*FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

[C − 2020/44702]

24 DECEMBER 2020. — Ministerieel besluit houdende wijziging vanhet ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringendemaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tebeperken

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op de Grondwet, artikel 23;

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civielebescherming, artikel 4;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11en 42;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid,artikelen 181, 182 en 187;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdendedringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirusCOVID-19 te beperken;

Gelet op artikel 8, § 2, 1° en 2°, van de wet van 15 decem-ber 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereen-voudiging is dit besluit uitgezonderd van de regelgevingsimpact-analyse;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op23 december 2020;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor begroting, gegevenop 23 december 2020;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op24 december 2020;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;


[C − 2020/44702]

24 DECEMBRE 2020. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté minis-tériel du 28 octobre 2020 portant des mesures d’urgence pourlimiter la propagation du coronavirus COVID-19

La Ministre de l’Intérieur,

Vu la Constitution, l’article 23 ;

Vu la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile, l’article 4 ;

Vu la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, les articles 11 et 42 ;

Vu la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile, les articles 181,182 et 187 ;

Vu l’arrêté ministériel du 28 octobre 2020 portant des mesuresd’urgence pour limiter la propagation du coronavirus COVID-19 ;

Vu l’article 8, § 2, 1° et 2°, de la loi du 15 décembre 2013 portant desdispositions diverses concernant la simplification administrative, leprésent arrêté est excepté de l’analyse d’impact de la réglementation ;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 23 décembre 2020 ;

Vu l’accord du Secrétaire de l’Etat au Budget, donné le 23 décem-bre 2020 ;

Vu l’avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil, donné le24 décembre 2020 ;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,article 3, § 1er, alinéa 1er ;


Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachtenop het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binneneen verkorte termijn van vijf dagen, onder meer omwille van denoodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemio-logische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatstede maatregelen hebben gerechtvaardigd die worden beslist; dat hetzodoende dringend is om bepaalde maatregelen aan te passen enandere te verduidelijken;

Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werkingvan de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van hetbeheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actievevoorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginselinhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijk-heid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopigemaatregelen te nemen;

Overwegende de verklaring van 19 december 2020 van de BritsePremier met betrekking tot de epidemiologische situatie in het VerenigdKoninkrijk en meer bepaald het opduiken van een mutatie van hetcoronavirus COVID-19;

Overwegende het advies van de Risk Assessment Group van20 december 2020;

Overwegende de aanbeveling van de Europese Commissie van22 december 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van reizen envervoer in reactie op de in het Verenigd Koninkrijk waargenomenSARS-COV-2-variant;

Overwegende dat de Europese Commissie aanbeveelt dat, indien eennegatief testresultaat wordt vereist, deze test wordt afgenomen maxi-maal 72 uur voor het vertrek;

Overwegende dat personen die de nationaliteit hebben van eenlidstaat van de Europese Unie of van de Schengenzone, of die er hunhoofdverblijfplaats hebben, vanuit het Verenigd Koninkrijk moetenkunnen terugkeren naar die lidstaat via België;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende denoodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk enprovinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en deprovinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situatiesdie een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdendede afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en hetbeheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 7 augustus 2020 van de Raadvan de Europese Unie tot wijziging van de aanbeveling 2020/912 overde geleidelijke opheffing van de tijdelijke beperkingen van niet-essentiële reizen naar de EU;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van debeperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristie-ken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking totde besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als eenpandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigings-niveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 die dewereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal vande WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voorname-lijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflak-keringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen wordengehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHOEuropa van 15 oktober 2020, die aangeeft dat de situatie in Europa zeeronrustwekkend is en dat de overdracht en besmettingsbronnen plaats-vinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen diede zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Vu l’urgence, qui ne permet pas d’attendre l’avis de la section delégislation du Conseil d’Etat dans un délai ramené à cinq jours, enraison notamment de la nécessité d’envisager des mesures fondées surles résultats épidémiologiques qui évoluent de jour en jour, les derniersayant justifié les mesures décidées; qu’il est dès lors urgent d’adaptercertaines mesures et d’en clarifier d’autres ;

Considérant l’article 191 du Traité sur le Fonctionnement del’Union européenne qui consacre le principe de précaution dans lecadre de la gestion d’une crise sanitaire internationale et de lapréparation active à la potentialité de ces crises ; que ce principeimplique que lorsqu’un risque grave présente une forte probabilité dese réaliser, il revient aux autorités publiques d’adopter des mesuresurgentes et provisoires ;

Considérant la déclaration du 19 décembre 2020 du Premier ministrebritannique concernant l’évolution de la situation épidémiologique auRoyaume-Uni et en particulier l’apparition d’une mutation du corona-virus COVID-19 ;

Considérant l’avis du Risk assessment Group du 20 décembre 2020 ;

Considérant la recommandation de la Commission européenne du22 décembre 2020 concernant une approche coordonnée des déplace-ments et des transports en réponse à la variante du SRAS-COV-2observée au Royaume-Uni;

Considérant que la Commission européenne recommande que, si unrésultat de test négatif est requis, ce test soit effectué au maximum 72heures avant le départ ;

Considérant que les personnes qui ont la nationalité d’un Etatmembre de l’Union européenne ou de la zone Schengen, ou qui y ontleur résidence principale, doivent pouvoir retourner du Royaume-Univers cet Etat membre via la Belgique ;

Considérant l’arrêté royal du 22 mai 2019 relatif à la planificationd’urgence et la gestion de situations d’urgence à l’échelon communal etprovincial et au rôle des bourgmestres et des gouverneurs de provinceen cas d’événements et de situations de crise nécessitant une coordina-tion ou une gestion à l’échelon national ;

Considérant l’arrêté ministériel du 13 mars 2020 portant le déclen-chement de la phase fédérale concernant la coordination et la gestion dela crise coronavirus COVID-19 ;

Considérant la Recommandation (UE) du 7 août 2020 du Conseil del’Union Européenne modifiant la Recommandation 2020/912 concer-nant la levée progressive des restrictions temporaires des déplacementsnon essentiels vers l’UE ;

Considérant la Recommandation (UE) 2020/1475 du Conseil du13 octobre 2020 relative à une approche coordonnée de la restriction dela libre circulation en réaction à la pandémie de COVID-19 ;

Considérant la déclaration de l’OMS sur les caractéristiques ducoronavirus COVID-19, en particulier sur sa forte contagiosité et sonrisque de mortalité ;

Considérant la qualification par l’OMS du coronavirus COVID-19comme une pandémie en date du 11 mars 2020 ;

Considérant que, en date du 16 mars 2020, l’OMS a relevé à son degrémaximum le niveau de la menace liée au coronavirus COVID-19 quidéstabilise l’économie mondiale et se propage rapidement à travers lemonde ;

Considérant l’allocution liminaire du Directeur général de l’OMS du12 octobre 2020 précisant que le virus se transmet principalement entrecontacts étroits et entraîne des flambées épidémiques ‎quipourraient être maîtrisées par l’application de mesures ciblées ; ‎

Considérant la déclaration du Directeur général de l’OMS Europe du15 octobre 2020, indiquant que la situation en Europe est trèspréoccupante et que la transmission et les sources de contamination ontlieu dans les maisons, les lieux publics intérieurs et chez les personnesqui ne respectent pas correctement les mesures d’autoprotection ;


Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHOvan 26 oktober 2020, die aangeeft dat het hoogste aantal gevallen vanCOVID-19 werd gemeld in de week van 19 oktober 2020 en dat alles inhet werk moet worden gesteld om de medewerkers van de zorgsectorte beschermen; dat scholen en bedrijven kunnen openblijven maardaarvoor compromissen moeten worden gesloten; dat de directeur-generaal bevestigt dat het virus kan worden onderdrukt door snel enbewust in te grijpen;

Overwegende dat de WHO heeft vastgesteld dat tal van landen eengrootschalige besmetting konden verhinderen dankzij bewezenpreventie- en bestrijdingsmaatregelen, en dat die maatregelen nogsteeds het beste verdedigingsmiddel tegen COVID-19 zijn;

Overwegende dat ons land sinds 13 oktober 2020 op nationaal niveauin alarmniveau 4 (zeer hoge alertheid) zit; dat het aantal besmettingenin België zeer hoog blijft en de druk op de ziekenhuizen nog steeds zeerreëel is; dat de situatie in België dus zeer precair blijft;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat het zorgsysteem demogelijkheid behoudt om niet COVID-19 patiënten te verzorgen en allepatiënten in de best mogelijke omstandigheden te ontvangen;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid diehet coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de Belgischebevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is diemeestal de longen en luchtwegen treft;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijktover te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijktplaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven;

Overwegende dat de gezondheidssituatie en de maatregelen opregelmatige basis worden geëvalueerd; dat dit betekent dat strikteremaatregelen nooit zijn uitgesloten;

Overwegende dat de voorziene maatregelen van dien aard zijn om,enerzijds, het aantal acute besmettingen te verminderen en de zieken-huizen en de diensten van de intensieve zorg te ontlasten, en om,anderzijds, meer tijd te geven aan de wetenschappers om efficiëntebehandelingen en vaccins te ontwikkelen;

Overwegende de dringende noodzakelijkheid,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 3, § 3 van het ministerieel besluit van 28 okto-ber 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van hetcoronavirus COVID-19 te beperken, ingevoegd bij het ministerieelbesluit van 19 december 2020, worden de volgende wijzigingenaangebracht:

1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: “Wanneer dewerknemer of zelfstandige, tijdelijk ingezet om werkzaamheden uit tevoeren in de sectoren bouw, landen tuinbouw en schoonmaak bedoeldin artikel 20, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 1 van29 december 1992 en in artikel 1, 1° van het voornoemd koninklijkbesluit nr. 22 van 15 september 1970 of activiteiten in de vleessectorbedoeld in artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit van27 december 2007 in België niet met een in artikel 21 van dit besluitbedoelde vervoerder heeft gereisd, moet hij het bewijs leveren van eennegatief resultaat van een test die ten vroegste 72 uur voor de aanvangvan zijn werkzaamheden of activiteit in België werd afgenomen. Ditnegatief resultaat kan worden gecontroleerd door de preventieadviseur-arbeidsartsen en de artsen-sociaal inspecteur van de Algemene DirectieToezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale OverheidsdienstWerkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg.”;

2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: “Bij gebrek aan eennegatief resultaat moet de werknemer of zelfstandige zichzelf inquarantaine plaatsen totdat een negatief resultaat kan worden meege-deeld.”;

3° het vierde lid wordt opgeheven.

Considérant la déclaration du Directeur général de l’OMS du26 octobre 2020, précisant que le plus grand nombre de cas deCOVID-19 a été déclaré dans la semaine du 19 octobre 2020 et que toutdoit être mis en œuvre pour protéger les travailleurs du secteur dessoins de santé ; que les écoles et les entreprises peuvent rester ouvertesmais que des compromis doivent être faits ; que le directeur généralconfirme que le virus peut être supprimé par une action rapide etciblée ;

Considérant qu’il a été constaté par l’OMS que de nombreux payssont parvenus à empêcher une ‎transmission à grande échelle enappliquant des mesures éprouvées de prévention et de lutte et que cesmesures demeurent le meilleur moyen de défense contre la COVID-19 ;

Considérant que notre pays est en niveau d’alerte 4 (alerte trèsélevée) au niveau national depuis le 13 octobre 2020 ; que le nombred’infections en Belgique reste très élevé et que la pression sur leshôpitaux est toujours très réelle ; que la situation en Belgique reste donctrès précaire ;

Considérant qu’il est indispensable de permettre au système de soinsde santé de continuer à prodiguer les soins nécessaires aux patients nonatteints de COVID-19 et d’accueillir tous les patients dans les meilleuresconditions possibles ;

Considérant l’urgence et le risque sanitaire que présente le corona-virus COVID-19 pour la population belge ;

Considérant que le coronavirus COVID-19 est une maladie infec-tieuse qui touche généralement les poumons et les voies respiratoires ;

Considérant que le coronavirus COVID-19 semble se transmettred’un individu à un autre, par voie aérienne ; que la transmission de lamaladie semble s’opérer par tous les modes possibles d’émission par labouche et le nez ;

Considérant que les mesures d’hygiène restent indispensables ;

Considérant que la situation sanitaire et les mesures sont évaluéesrégulièrement ; que cela signifie que des mesures plus strictes ne sontjamais exclues ;

Considérant que les mesures prévues sont de nature, d’une part, àdiminuer le nombre de contaminations aigües et de désengorger leshôpitaux et les services de soins intensifs et, d’autre part, de donner auxchercheurs plus de temps pour trouver des traitements efficaces etmettre au point des vaccins ;

Considérant l’urgence,

Arrête :

Article 1er. Dans l’article 3, § 3 de l’arrêté ministériel du 28 octo-bre 2020 portant des mesures d’urgence pour limiter la propagation ducoronavirus COVID-19, inséré par l’arrêté ministériel du 19 décem-bre 2020, les modifications suivantes sont apportées :

1° l’alinéa 2 est remplacé par ce qui suit : « Lorsque le travailleursalarié ou indépendant, employé temporairement pour effectuer destravaux dans les secteurs de la construction, de l’agriculture, del’horticulture et du nettoyage visés à l’article 20, § 2 de l’arrêté royal n° 1du 29 décembre 1992 précité et à l’article 1, 1° de l’arrêté royal n° 22 du15 septembre 1970 précité ou des activités dans le secteur de la viandevisées à l’article 2 de l’arrêté royal du 27 décembre 2007 précité enBelgique n’a pas voyagé avec un transporteur visé à l’article 21 duprésent arrêté, il est tenu d’apporter la preuve d’un résultat négatif à untest effectué au plus tôt 72 heures avant le début de son travail ou deson activité en Belgique. Ce résultat négatif peut être contrôlé par lesconseillers en prévention médecins du travail et par les médecinsinspecteurs sociaux de la Direction générale Contrôle du bien-être autravail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertationsociale. » ;

2° l’alinéa 3 est remplacé par ce qui suit : « En l’absence d’un résultatnégatif, le travailleur salarié ou indépendant doit se mettre enquarantaine jusqu’à ce qu’un résultat négatif puisse être communi-qué. » ;

3° l’alinéa 4 est abrogé.


Art. 2. In artikel 21 van het ministerieel besluit van 28 okto-ber 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van hetcoronavirus COVID-19 te beperken, laatst gewijzigd bij het ministerieelbesluit van 21 december 2020, worden de volgende wijzigingendoorgevoerd:

1° in paragraaf 2bis, tweede lid, 3°, worden de woorden “EuropeseUnie” vervangen door de woorden “Europese Unie en de Schengenzo-ne”;

2° in paragraaf 2bis wordt het tweede lid aangevuld met een bepalingonder 4°, luidende: “doorreizen in België vanuit het Verenigd Konink-rijk naar het land van nationaliteit of hoofdverblijfplaats, voor zover ditland zich binnen de Europese Unie of de Schengenzone bevindt. ”;

3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden “1 en 2” vervangendoor de woorden “1, 2 en 2bis”;

4° in paragraaf 7 worden de woorden “48 uren voor aankomst op”vervangen door de woorden “72 uur voor het vertrek naar”.

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 25 december 2020.

Brussel, 24 december 2020.

A. VERLINDEN

*FEDERALE OVERHEIDSDIENST

SOCIALE ZEKERHEID

[2020/205675]

24 DECEMBER 2020. — Koninklijk besluit betreffende de registratieen de verwerking van gegevens met betrekking tot vaccinatiestegen COVID-19

FILIP, Koning der Belgen,Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 2020 houdende diverse maatrege-len met betrekking tot snelle antigeentesten en de registratie enverwerking van gegevens betreffende vaccinaties in het kader van destrijd tegen de COVID 19-pandemie;

Gelet op de aanduiding van de vaccinatiegegevensbank door deInterministeriële Conferentie Volksgezondheid van 3 december 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op9 december 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begrotingd.d. 17 december 2020;

Gelet op het advies nr. 138/2020 van de Gegevensbeschermingsau-toriteit, gegeven op 18 december 2020;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeen-komstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdendediverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de omstandigheid dat dit ontwerp betrekking heeft opeen buitengewone crisissituatie, namelijk de gevolgen van de COVID-19-pandemie die momenteel in België heerst, wat bijzondere en ernstigeproblemen oplevert in termen van de volksgezondheid;

Overwegende dat het van vitaal belang is voor de volksgezondheiden voor het vermijden van een heropflakkering van de COVID-19-pandemie, dat de nodige maatregelen inzake de vaccinaties kunnenworden genomen;

Op de voordracht van de minister van Sociale Zaken en Volksge-zondheid en de minister van Binnenlandse Zaken en op het advies vande in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1o vaccinatie tegen COVID-19: de toediening van een vaccin tegenCOVID-19;

2o vaccinatiegegevensbank: de gegevensbank aangeduid door deInterministeriële Conferentie Volksgezondheid in uitvoering van arti-kel 11 van de wet van 22 december 2020 houdende diverse maatregelenmet betrekking tot snelle antigeentesten en de registratie en verwerkingvan gegevens betreffende vaccinaties in het kader van de strijd tegen deCOVID 19-pandemie;

Art. 2. Dans l’article 21 de l’arrêté ministériel du 28 octo-bre 2020 portant des mesures d’urgence pour limiter la propagation ducoronavirus COVID-19, modifié en dernier lieu par l’arrêté ministérieldu 21 décembre 2020, les modifications suivantes sont apportées :

1° au paragraphe 2bis, l’alinéa 2, 3°, les mots « l’Union européenne »sont remplacés par les mots « l’Union européenne et de la zoneSchengen » ;

2° au paragraphe 2bis, l’alinéa 2 est complété par un 4°, rédigé commesuit : « les voyages de transit en Belgique au départ du Royaume-Univers le pays de nationalité ou de résidence principale, pour autant quece pays se trouve dans l’Union européenne ou la zone Schengen. » ;

3° au paragraphe 3, l’alinéa 1er, les mots « 1 et 2 » sont remplacés parles mots « 1, 2 et 2bis » ;

4° au paragraphe 7, les mots « 48 heures avant l’arrivée sur » sontremplacés par les mots « 72 heures avant le départ vers ».

Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le 25 décembre 2020.

Bruxelles, le 24 décembre 2020.

A. VERLINDEN

SERVICE PUBLIC FEDERALSECURITE SOCIALE

[2020/205675]

24 DECEMBRE 2020. — Arrêté royal concernant l’enregistrement et letraitement de données relatives aux vaccinations contre la COVID-19

PHILIPPE, Roi des Belges,A tous, présents et à venir, Salut.

Vu la loi du 22 décembre 2020 portant diverses mesures relatives auxtests antigéniques rapides et concernant l’enregistrement et le traite-ment de données relatives aux vaccinations dans le cadre de la luttecontre la pandémie de COVID 19;

Vu la désignation de la base de données des vaccinations par laConférence interministérielle Santé publique du 3 décembre 2020;

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 9 décembre 2020;

Vu l’accord de de la Secrétaire d’Etat au Budget donné le 17 décem-bre 2020;

Vu l’avis no138/2020 de l’Autorité de protection des données, donnéle 18 décembre 2020;

Vu l’analyse d’impact de la réglementation réalisée conformémentaux articles 6 et 7 de la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositionsdiverses en matière de simplification administrative;

Vu les lois sur le Conseil d’État, coordonnées le 12 janvier 1973,l’article 3, § 1er;

Vu l’urgence,

Considérant la circonstance que le présent projet a trait à unesituation de crise exceptionnelle, à savoir l’impact de la pandémie liéeau COVID-19 qui sévit actuellement en Belgique, ce qui donne lieu àdes problèmes spécifiques et graves en termes de santé publique;

Considérant qu’il est d’une importance vitale pour la santé publiqueet pour éviter une résurgence de la pandémie liée au COVID-19, que lesmesures nécessaires en matière des vaccinations puissent être prises;

Sur la proposition du Ministre des Affaires sociales et de la Santépublique et de la Ministre de l’Intérieur et de l’avis des Ministres qui enont délibéré en Conseil;

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. Aux fins du présent arrêté, on entend par :

1o vaccination contre la COVID-19: l’administration d’un vaccincontre la COVID-19;

2o base de données des vaccinations : la base de données désignéepar la Conférence interministérielle Santé publique en vertu del’article 11 de la loi du 22 décembre 2020 portant diverses mesuresrelatives aux tests antigéniques rapides et concernant l’enregistrementet le traitement de données relatives aux vaccinations dans le cadre dela lutte contre la pandémie de COVID 19;


3o Rijksregister: het Rijksregister van de natuurlijke personen bedoeldin de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van denatuurlijke personen;

4o Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verorde-ning (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen inverband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende hetvrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.

Art. 2. De vaccinaties tegen COVID-19 die worden toegediend ophet grondgebied van België worden geregistreerd in de vaccinatiege-gevensbank door de persoon die het vaccin heeft toegediend of doorzijn gevolmachtigde.

Art. 3. Met betrekking tot elke vaccinatie bedoeld in artikel 2worden de volgende categorieën van gegevens geregistreerd:

1o identiteitsgegevens betreffende de persoon waaraan het vaccinwordt toegediend, met name het identificatienummer bedoeld inartikel 8 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting enorganisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, de naam,de voornaam, het geslacht, de geboorteplaats en geboortedatum, dehoofdverblijfplaats, en, in voorkomend geval, de overlijdensdatum.Deze gegevens worden, voor zover ze beschikbaar zijn, op basis van hetvermelde identificatienummer betrokken bij het Rijksregister en deKruispuntbankregisters bedoeld in artikel 4 van vermelde wet van15 januari 1990;

2o identiteitsgegevens betreffende de persoon die het vaccin heefttoegediend, met name het identificatienummer bedoeld in artikel 8 vande wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van eenKruispuntbank van de sociale zekerheid of het RIZIV-nummer;

3o gegevens betreffende het vaccin, met name het merk, hetlotnummer en het identificatienummer van het vaccin;

4o gegevens over het moment en de plaats waarop het vaccin werdtoegediend;

5o gegevens over het schema voor vaccinatie tegen COVID-19 van depersoon waaraan het vaccin wordt toegediend;

6o gegevens over de ongewenste bijwerkingen van de vaccinatie,waarvan de persoon die het vaccin heeft toegediend of diens gevol-machtigde kennis heeft of moet hebben.

Art. 4. De verwerking van de persoonsgegevens over de vaccinatiestegen COVID-19 kan de volgende verwerkingsdoeleinden beogen:

1o het verstrekken van gezondheidszorg en behandelingen zoalsbedoeld in artikel 9, 2, h van de Algemene Verordening Gegevensbe-scherming;

2o de geneesmiddelenbewaking van de vaccins tegen COVID-19,overeenkomstig artikel 12sexies van de wet van 25 maart 1964 op degeneesmiddelen en de gedetailleerde richtsnoeren bekendgemaaktdoor de Europese Commissie in de ″Module VI -Verzameling, beheeren indiening van meldingen van vermoedelijke bijwerkingen vangeneesmiddelen (GVP)″, zoals ze voorkomen in de laatst beschikbareversie, en zoals bedoeld in artikel 4, paragraaf 1, 3e lid, 3o, van de wetvan 20 juli 2006 betreffende de oprichting en de werking van hetFederaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;

3o de traceerbaarheid van de vaccins tegen COVID-19 teneinde deopvolging van ″rapid alerts van vigilantie″ en ″rapid alerts vankwaliteit″ te verzekeren zoals bedoeld in artikel 4, paragraaf 1, 3e lid,3o, e, en 4o, j, van de wet van 20 juli 2006 betreffende de oprichting ende werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen enGezondheidsproducten;

4o het beheren van schema’s voor vaccinatie tegen COVID-19 per tevaccineren of gevaccineerde persoon;

5o de logistieke organisatie van de vaccinatie tegen COVID-19, naanonimisering van de gegevens of ten minste pseudonimisering van degegevens voor het geval dat de anonimisering de logistieke organisatieniet mogelijk zou maken;

3o Registre national: le Registre national des personnes physiquesvisé dans la loi du 8 août 1983 organisant un registre national despersonnes physiques;

4o Règlement général sur la Protection des Données : le Règle-ment (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l’égard dutraitement des données à caractère personnel et à la libre circulation deces données, et abrogeant la directive 95/46/CE.

Art. 2. Les vaccinations contre la COVID-19 qui sont administréessur le territoire belge sont enregistrées dans la banque de données devaccination par la personne qui a administré le vaccin ou par sondélégué.

Art. 3. Pour chaque vaccination visée à l’article 2, les catégories dedonnées suivantes sont enregistrées:

1o des données d’identité de la personne à laquelle le vaccin a étéadministré, notamment le numéro d’identification visé à l’article 8 de laloi du 15 janvier 1990 relative à l’institution et à l’organisation d’uneBanque-carrefour de la sécurité sociale, le nom, le prénom, le sexe, lelieu et la date de naissance, le lieu de résidence principale et, le caséchéant, la date de décès. Ces données sont collectées, pour autantqu’elles soient disponibles, auprès du registre national et des registresBanque Carrefour visés à l’article 4 de la loi précitée du 15 janvier 1990,sur la base du numéro d’identification mentionné;

2o des données d’identité de la personne qui a administré le vaccin,notamment le numéro d’identification visé à l’article 8 de la loi du15 janvier 1990 relative à l’institution et à l’organisation d’uneBanque-carrefour de la sécurité sociale ou le numéro INAMI;

3o des données relatives au vaccin, notamment la marque, le numérode lot et le numéro d’identification du vaccin;

4o des données relatives au moment et au lieu d’administration duvaccin;

5o des données relatives au schéma de vaccinations contre laCOVID-19 de la personne à laquelle est administré le vaccin;

6o des données relatives aux effets indésirables de la vaccination,dont la personne qui a administré le vaccin ou son délégué a ou devraitavoir connaissance.

Art. 4. Le traitement des données à caractère personnel relatives auxvaccinations contre la COVID-19 peut viser les finalités de traitementsuivantes:

1o la prestation de soins de santé et de traitements visée à l’article 9,2, h du Règlement général sur la Protection des Données;

2o la pharmacovigilance des vaccins contre la COVID-19, conformé-ment à l’article 12sexies de la loi du 25 mars 1964 sur les médicamentset aux lignes directrices détaillées publiées par la Commission euro-péenne dans le ″Module VI - Collecte, gestion et transmission desnotifications d’effets indésirables présumés des médicaments (GVP)″,telles qu’elles figurent dans la dernière version disponible, et visées àl’article 4, paragraphe 1, 3o de la loi du 20 juillet 2006 relative à lacréation et au fonctionnement de l’Agence fédérale des médicaments etdes produits de santé;

3o la traçabilité des vaccins contre la COVID-19 afin d’assurer le suivides ″rapid alerts de vigilance″ et ″ rapid alerts de qualité″ visées àl’article 4, paragraphe 1, 3ème alinéa, 3o, e, et 4o, j, de la loi du20 juillet 2006 relative à la création et au fonctionnement de l’Agencefédérale des médicaments et des produits de santé;

4o la gestion de schémas de vaccinations contre la COVID-19 parpersonne à vacciner ou vaccinée;

5o l’organisation logistique de la vaccination contre la COVID-19,après anonymisation des données ou à tout le moins pseudonymisationdes données dans l’hypothèse où l’anonymisation ne permettrait pas deréaliser l’organisation logistique;


6o het bepalen van de vaccinatiegraad tegen COVID-19 van allezorggebruikers, na anonimisering van de gegevens of ten minstepseudonimisering van de gegevens voor het geval dat de anonimise-ring het bepalen van de vaccinatiegraad niet mogelijk zou maken;

7o het organiseren van de contactopsporing in uitvoering van hetSamenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat,de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeen-schap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffendede gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door debevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappenaangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams inhet kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk)met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevens-bank bij Sciensano;

8o het uitvoeren van de monitoring en surveillance na vergunningovereenkomstig de goede praktijken aanbevolen door de Wereldge-zondheids organisatie, na anonimisering van de gegevens of ten minstepseudonimisering van de gegevens voor het geval dat de anonimise-ring de monitoring en surveillance na vergunning niet mogelijk zoumaken;

9o onverminderd de regelgeving inzake de ziekteverzekering, deberekening van de verdeling van de kosten voor de vaccinatie tussen deFederale Staat en de deelentiteiten, na anonimisering van de gegevensof ten minste pseudonimisering van de gegevens voor het geval dat deanonimisering de berekening van de verdeling niet mogelijk zoumaken;

10o het uitvoeren van wetenschappelijke of statistische studies naanonimisering, of minstens pseudonimisering, voor het geval datanonimisering niet zou toelaten de wetenschappelijke of statistischestudie uit te voeren.

Art. 5. De gegevens uit de vaccinatiegegevensbank kunnen, naberaadslaging door de kamer ″sociale zekerheid en gezondheid″ vanhet Informatieveiligheidscomité bedoeld in de wet van 5 septem-ber 2018 tot oprichting van het Informatieveiligheidscomité en totwijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van de Alge-mene Verordening Gegevensbescherming, enkel worden doorgegevenaan instanties met een opdracht van algemeen belang voor dedoeleinden waarmee deze instanties door of krachtens een wet, decreetof ordonnantie zijn belast.

Het Informatieveiligheidscomité publiceert op het eGezondheidspor-taal een precieze functionele beschrijving van de informatiesystemendie worden opgezet voor de uitvoering van dit besluit en deinformatiestromen tussen deze informatiesystemen die het voorwerphebben uitgemaakt van een beraadslaging van het Informatieveilig-heidscomité.

Art. 6. De gegevens bedoeld in artikel 3 worden bewaard totminstens 2 jaar na het overlijden van de persoon waaraan het vaccinwerd toegediend.

Art. 7. § 1. De bevoegde gefedereerde entiteiten of de door debevoegde gefedereerde entiteiten aangeduide agentschappen, en defederale overheid treden, ieder voor hun bevoegdheid, op als verwer-kingsverantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevensbedoeld in dit besluit.

Op hun voordracht gaat het meer bepaald over de volgendeentiteiten of agentschappen:

1o voor de personen waarvoor de Vlaamse Gemeenschap bevoegdis : het Agentschap Zorg en Gezondheid;

2o voor de personen waarvoor de Franse Gemeenschap bevoegd is:l’Office de la Naissance et de l’Enfance;

3o voor de personen waarvoor het Waals Gewest bevoegd is:l’Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, du handicap etdes familles;

4o voor de personen waarvoor de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie van Brussel-Hoofdstad bevoegd is: de GemeenschappelijkeGemeenschapscommissie;

6o la détermination du taux de vaccination contre la COVID-19 detous les utilisateurs de soins, après anonymisation des données ou àtout le moins pseudonymisation des données dans l’hypothèse oùl’anonymisation ne permettrait pas de déterminer le taux de vaccina-tion;

7o l’organisation du suivi des contacts en exécution de l’Accord decoopération du 25 août 2020 entre l’État fédéral, la Communautéflamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et laCommission communautaire commune, concernant le traitement conjointde données par Sciensano et les centres de contact désignés par lesentités fédérées compétentes ou par les agences compétentes, par lesservices d’inspections d’hygiène et par les équipes mobiles dans lecadre d’un suivi des contacts auprès des personnes (présumées)infectées par le coronavirus COVID-19 se fondant sur une base dedonnées auprès de Sciensano;

8o l’exécution du suivi et de la surveillance post-autorisationconformément aux bonnes pratiques recommandées par l’Organisationmondiale de la Santé, après anonymisation des données ou à tout lemoins pseudonymisation des données dans l’hypothèse où l’anonymi-sation ne permettrait pas de réaliser le suivi et la surveillancepost-autorisation;

9o sans préjudice de la réglementation relative à l’assurance maladie,le calcul de la répartition des coûts de vaccination entre l’Etat fédéral etles entités fédérées, après anonymisation des données ou à tout lemoins pseudonymisation des données dans l’hypothèse où l’anonymi-sation ne permettrait pas de réaliser le calcul de répartition;

10o l’exécution d’études scientifiques ou statistiques après anonymi-sation, ou à tout le moins pseudonymisation dans l’hypothèse oùl’anonymisation ne permettrait pas de réaliser l’étude scientifique oustatistique.

Art. 5. Les données de la banque de données des vaccinationspeuvent, après délibération de la chambre ″ sécurité sociale et santé ″du Comité de sécurité de l’information, visée dans la loi du 5 septem-bre 2018 instituant le Comité de sécurité de l’information et modifiantdiverses lois concernant la mise en œuvre du Règlement sur laprotection des données, uniquement être transmises à des instancesayant une mission d’intérêt général pour les finalités dont sont chargéesces instances par ou en vertu d’une loi, d’un décret ou d’uneordonnance.

Le Comité de sécurité de l’information publie sur le portail eSantéune description fonctionnelle précise des systèmes d’information misen place pour la mise en œuvre du présent arrêté et des fluxd’informations entre ces systèmes d’information qui ont fait l’objetd’une délibération du Comité de sécurité de l’information.

Art. 6. Les données visées à l’article 3 sont conservées jusqu’aumoins 2 ans après le décès de la personne à laquelle le vaccin a étéadministré.

Art. 7. § 1er. Les entités fédérées compétentes ou les agencesdésignées par les entités fédérées compétentes et l’autorité fédéraleagissent, chacune pour leur compétence, en tant que responsables dutraitement des données à caractère personnel visées dans le présentarrêté.

Sur leur proposition, il s’agit plus précisément des entités ou agencessuivantes:

1o pour les personnes qui ressortissent des compétences de laCommunauté flamande : het Agentschap Zorg en Gezondheid;

2o pour les personnes qui ressortissent des compétences de Commu-nauté française: l’Office de la Naissance et de l’Enfance;

3o pour les personnes qui ressortissent des compétences de la RégionWallonne: l’Agence wallonne de la santé, de la protection sociale, duhandicap et des familles;

4o pour les personnes qui ressortissent des compétences de laCommission communautaire commune de Bruxelles-Capitale: la Com-mission communautaire commune;


5o voor de personen waarvoor de Franse Gemeenschapscommissievan Brussel-Hoofdstad bevoegd is: l’Agence pour une Vie de Qualité;

6o voor de personen waarvoor de Duitstalige Gemeenschap bevoegdis: Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft;

7o voor de personen waarvoor de Federale Overheid bevoegd is:Sciensano.

§ 2. Sciensano, de bevoegde gefedereerde entiteiten en door debevoegde gefedereerde entiteiten aangeduide agentschappen, iederbinnen diens bevoegdheidssfeer, bepalen op transparante wijze hunrespectieve verantwoordelijkheden, met name wat betreft de uitoefe-ning van de rechten van de betrokkene en het verstrekken vaninformatie. Hiertoe kunnen Sciensano, de bevoegde gefedereerdeentiteiten en door de bevoegde gefedereerde entiteiten aangeduideagentschappen een protocolakkoord sluiten waarin de respectieverollen en relaties van de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkenten opzichte van de betrokkenen bepaald worden.

Art. 8. De persoonsgegevens die verzameld en verwerkt worden inhet kader van dit besluit, worden verwerkt overeenkomstig deregelgeving over de bescherming bij de verwerking van persoonsgege-vens in het bijzonder de Algemene Verordening Gegevensbescherming,de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijkepersonen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens ende wet van 21 augustus 2008 houdende oprichting en organisatie vanhet eHealth-platform.

Art. 9. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie inhet Belgisch Staatsblad en houdt op uitwerking te hebben op de dagwaarop een Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, deVlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeen-schap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het WaalseGewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de registra-tie en de verwerking van gegevens met betrekking tot vaccinaties tegenCOVID-19 in werking treedt.

Art. 10. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezond-heid en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wathem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ciergnon, 24 december 2020.

FILIP

Van Koningswege :

De Vice-eerste Minister en Minister van Sociale Zakenen Volksgezondheid,

Fr. VANDENBROUCKE

De Minister van Binnenlandse Zaken,A. VERLINDEN

*FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

[C − 2020/16393]23 DECEMBER 2020. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de

periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaans-modaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van dewet van xx december 2020 houdende diverse tijdelijke en structu-rele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen deverspreiding van COVID-19

De Minister van Justitie,

Gelet op de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke enstructurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen deverspreiding van COVID-19, de artikelen 62 en 80, 6de lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachtenop het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binneneen verkorte termijn van vijf dagen, gemotiveerd door het feit dat ditministerieel besluit gelijktijdig dient gepubliceerd te worden met dewet waarop het gestoeld is, zijnde de wet van 20 decem-ber 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzakejustitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19,met name artikel 62. Enkel op deze wijze wordt onmiddellijk devereiste rechtszekerheid gecreëerd over de periode waarbinnen arti-kel 62 van deze wet daadwerkelijk toepassing vindt en waarbinnen,

5o pour les personnes qui ressortissent des compétences de laCommission communautaire française de Bruxelles-Capitale : l’Agencepour une Vie de Qualité;

6o pour les personnes qui ressortissent des compétences de laCommunauté germanophone: Ministerium der DeutschsprachigenGemeinschaft;

7o pour les personnes qui ressortissent des compétences de l’Autoritéfédérale: Sciensano.

§ 2. Sciensano, les entités fédérées compétentes et les agencesdésignées par les entités fédérées compétentes, chacune dans sondomaine de compétence, définissent de manière transparente leursresponsabilités respectives, notamment en ce qui concerne l’exercicedes droits de la personne concernée et la fourniture d’informations. Àcette fin, Sciensano, les entités fédérées compétentes et les agencesdésignées par les entités fédérées compétentes peuvent conclure unprotocole d’accord définissant les rôles et les relations respectives desresponsables conjoints du traitement vis-à-vis des personnes concer-nées.

Art. 8. Les données à caractère personnel qui sont recueillies ettraitées dans le cadre du présent arrêté sont traitées conformément à laréglementation en matière de protection lors du traitement de donnéesà caractère personnel, en particulier le Règlement général sur laprotection des données, la loi du 30 juillet 2018 relative à la protectiondes personnes physiques à l’égard des traitements de données àcaractère personnel et la loi du 21 août 2008 relative à l’institution et àl’organisation de la Plate-forme eHealth.

Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur au jour de sa publicationdans le Moniteur belge et cesse ses effets le jour où entre en vigueur unaccord de coopération entre l’État fédéral, la Communauté flamande, laCommunauté française, la Communauté germanophone, la Commis-sion communautaire commune, la Région wallonne et la Commissioncommunautaire française concernant l’enregistrement et le traitementde données relatives aux vaccinations contre la COVID-19.

Art. 10. Le ministre qui a les Affaires sociales et la Santé publiquedans ses attributions et le ministre qui a l’Intérieur dans ses attributionssont chargés chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présentarrêté.

Donné à Ciergnon, le 24 décembre 2020.

PHILIPPE

Par le Roi :

Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires socialeset de la Santé publique,Fr. VANDENBROUCKE

La Ministre de l’Intérieur,A. VERLINDEN

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE

[C − 2020/16393]23 DECEMBRE 2020. — Arrêté ministériel fixant la période de

suspension de l’exécution de certaines modalités de sortie desdétenus en application de l’article 62 de la loi du xx décem-bre 2020 portant des dispositions diverses temporaires et structu-relles en matière de justice dans le cadre de la lutte contre lapropagation du COVID-19

Le Ministre de la Justice,

Vu la loi du 20 décembre 2020 portant des dispositions diversestemporaires et structurelles en matière de justice dans le cadre de lalutte contre la propagation du COVID-19, les articles 62 et 80, alinéa 6 ;

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,l’article 3, § 1er, alinéa 1er ;

Compte tenu de l’urgence, qui ne permet pas d’attendre l’avis de lasection législation du Conseil d’Etat endéans un délai raccourci decinq jours, motivée par le fait que cet arrêté ministériel doit être publiéen même temps que la loi sur laquelle il se fonde, à savoir la loi du20 décembre 2020 portant des dispositions diverses temporaires etstructurelles en matière de justice dans le cadre de la lutte contre lapropagation du COVID-19, et notamment l’article 62. Il s’agit de laseule manière de créer immédiatement la sécurité juridique nécessairepour déterminer la période pendant laquelle l’article 62 de cette loi esteffectivement appliqué et pendant laquelle, par conséquent, l’exécution


bijgevolg, de uitvoering van de beslissingen tot toekenning van de indat artikel bedoelde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden (uitgaans-vergunningen, (penitentiaire) verloven en beperkte detenties vanveroordeelden en geïnterneerden) effectief wordt opgeschort;

Overwegende dat door artikel 80, 6de lid, van dezelfde wetretroactieve werking wordt verleend aan artikel 62 met ingang van2 november 2020; dat voor de verantwoording van die retroactievewerking verwezen wordt naar de memorie van toelichting bij dezewetsbepaling; dat huidig ministerieel besluit, dat onlosmakelijk ver-bonden is met het artikel 62 van de wet, dezelfde retroactieve datumvan inwerkingtreding dient te hebben en dus in werking moet tredenop 2 november 2020; dat voormelde verantwoording gegeven in dememorie van toelichting bij de wet hierop van overeenkomstigetoepassing is;

Overwegende dat bij het vaststellen in dit besluit van de einddatumvan de periode van schorsing, namelijk 19 januari 2021, rekeninggehouden werd met het gegeven dat de huidige maatregelen, diebeslist werden door het Overlegcomité op resp. 30 oktober en27 november 2020, voorzien zijn om te lopen tot 15 januari 2021; dat hetOverlegcomité mogelijks slechts kort voor die laatste datum op basisvan de epidemiologische situatie in het land op dat ogenblik opnieuwzal beslissen over de maatregelen voor de periode die daarop volgt; datmet het vaststellen van voormelde einddatum bijgevolg rekeninggehouden wordt met de tijd die nodig zal zijn om de impact en deconsequenties van die te nemen beslissingen in te schatten en derelevantie ervan af te toetsen aan de situatie in de gevangenissen, omzodoende oordeelkundig te beslissen de maatregel van schorsing al danniet te verlengen,

Besluit :

Artikel 1. De periode waarin de uitvoering van de beslissingenbedoeld in artikel 62 van de wet van xx december 2020 houdendediverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kadervan de strijd tegen de verspreiding van COVID-19 wordt opgeschort,wordt vastgesteld van 2 november 2020 tot en met 19 januari 2021.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 2 november 2020.


V. VAN QUICKENBORNE

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGENGOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

COMMUNAUTE FRANÇAISE — FRANSE GEMEENSCHAP

MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE

[C − 2020/44299]

9 DECEMBRE 2020. — Décret contenant le budget initial des recettes de la Communauté françaisepour l’année budgétaire 2021 (1)

Le Parlement a adopté et, Nous Gouvernement, sanctionnons ce qui suit.

Article 1er. Pour l’année budgétaire 2021, les recettes de la Communauté française sont évaluées à10.733.433.000,00 euros, se décomposant comme suit :

- Recettes courantes (Titre I) : 10.732.555.000,00 euros.

- Recettes en capital (Titre II) : 878.000,00 euros.

Art. 2. Le Gouvernement est autorisé à constater tout droit et à percevoir toute recette revenant à la Communauté.

Art. 3. Le Ministre ayant dans ses attributions le Budget et les Finances est autorisé à souscrire les emprunts et àconclure toute opération de gestion financière et de trésorerie réalisée dans l’intérêt général du Trésor dans le respectdes procédures arrêtées par le Gouvernement de la Communauté.

Art. 4. Le Ministre ayant dans ses attributions le Budget et les Finances est autorisé, moyennant information duParlement, du Gouvernement et de la Cour des comptes, à imputer une recette de l’exercice au budget d’une annéeantérieure dès lors que cette recette procédait de l’équilibre budgétaire de l’année concernée.

Art. 5. La constatation des droits et le recouvrement des recettes est opéré par les receveurs-trésoriers désignés pararrêté du Ministre du Budget.

des décisions accordant aux détenus les modalités de sortie visées danscet article (permissions de sortie, congés (pénitentiaires) et détentionslimitées des condamnés et personnes internées) est effectivementsuspendue ;

Considérant que l’article 80, alinéa 6, de la même loi confère uncaractère rétroactif à l’article 62 avec effet au 2 novembre 2020 ; quepour la justification de cet effet rétroactif, il est fait référence à l’exposédes motifs de cette disposition ; que le présent arrêté ministériel, qui estintrinsèquement lié à l’article 62 de la loi, doit avoir la même daterétroactive d’entrée en vigueur et doit donc entrer en vigueur le2 novembre 2020 ; que la justification susmentionnée donnée dansl’exposé des motifs s’y applique par analogie ;

Considérant que par la fixation, dans l’arrêté, de la date de fin de lapériode de suspension, à savoir le 19 janvier 2021, il est tenu compte dufait que les mesures actuelles, qui ont été décidées par le Comité deconcertation le 30 octobre et le 27 novembre 2020, sont prévues jusqu’au15 janvier 2021 ; qu’il est possible que le Comité de concertation nedécide, à nouveau, des mesures pour la période suivante que peu detemps avant cette dernière date, sur base de la situation épidémiologi-que du pays à ce moment-là ; que la fixation de la date limitesusmentionnée tient donc compte du temps qui sera nécessaire pourévaluer l’impact et les conséquences des décisions à prendre et pourapprécier leur pertinence au regard de la situation dans les prisons, afinde prendre une décision judicieuse quant à la prolongation, ou non, dela mesure de suspension,

Arrête :

Article 1er. La période durant laquelle l’exécution des décisionsvisées à l’article 62 de la loi du xx décembre portant des dispositionsdiverses temporaires et structurelles en matière de justice dans le cadrede la lutte contre la propagation du COVID-19 est suspendue, est fixéedu 2 novembre 2020 au 19 janvier 2021 inclus.

Art. 2. Cet arrêté entre en vigueur le 2 novembre 2020.


V. VAN QUICKENBORNE


Art. 6. Le présent décret entre en vigueur le 1er janvier 2021

Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge.


P.-Y. JEHOLET,Ministre-Président

Fr. DAERDEN,Vice-Président et Ministre du Budget, de la Fonction publique, de l’Egalité des chances

et de la tutelle sur Wallonie-Bruxelles Enseignement

B. LINARD,Vice-Présidente et Ministre de l’Enfance, de la Santé, de la Culture, des Médias et des Droits des Femmes

V. GLATIGNY,Ministre de l’Enseignement supérieur, de l’Enseignement de la Promotion sociale, de la Recherche scientifique, des

Hôpitaux universitaires, de l’Aide à la jeunesse, des Maisons de Justice, de la Jeunesse, des Sports et de la Promotionde Bruxelles

C. DESIR,Ministre de l’Enseignement obligatoire

Note

(1) Session 2020-2021Documents du Parlement. — Projet de décret, n° 145-1. — Exposé particulier, n° 145-1 (annexe 1). — Rapport de

commission, n° 145-2. — Texte adopté en séance plénière, n° 145-3.Compte rendu intégral. — Discussion et adoption. — Séance du 9 décembre 2020.


�� !"�#$ %!&"��'()*+,� � -� � �-.)/01()20�34�5'234)(� �61+41()20�51'�1'()*+,�� 2(1+�� 77897899�� 7789:899�� 7789;899�� 778<7899�

��7777�<;:<�<<79��7777��7777�<;:<�<<79��77<9�

��=�� >�� =��>�� ?@ABCDEF@A@GH�I@F�FJKJLE@FM�HEJLH@A@GHFM�FDBN@GHLCGFO�HEJLH@A@GHFM�JKKCPJHLCGF�JPP@FFCLE@F�ID�Q@EFCGG@K�I@�RSTUF@LVG@A@GH�CD�I@F�F@ENLP@F�I@�KJ�WCAADGJDHX�CD�I@�RSYHJH��?@ABCDEF@A@GH�I@�EXADGXEJHLCGF�ZSTUF@LVGJGHF�ALF�[�KJ�ILFQCFLHLCG�ZS\] _��?@ABCDEF@A@GH�I@�EXADGXEJHLCGF�I@GF@LVGJGHF�ALF�[�KJ�ILFQCFLHLCG�Iabc_�O�WdJEVXF�I@�ALFFLCG�e�E@I@NJGP@F��fDCH@OQJEH�[�PdJEV@�I@F�A@ABE@F�ID�Q@EFCGG@K�ID�gLGLFHhE@�I@�KJ�WCAADGJDHX�iEJGjJLF@�IJGF�K@F�HLHE@FOE@QJF�

��:k8lk<�� 9��798km7��78k9:�� 7n897899�� 7n89:899�� 7n89;899�

�7n7:��7n7:��7n7:��oECIDLHF�ILN@EF� n89;n��?@ABCDEF@A@GH�I@�FCAA@F�LGIpA@GH�N@EFX@F� 9��qECLHF�ZSrUFPELQHLCG�[�RSTUF@LVG@A@GH�[�ILFHJGP@� l;�� 7n89<899� �7n7:� �qECLHF�ZSrUFPELQHLCG�IJGF�K@F�XHJBKLFF@A@GHF�ZSTUF@LVG@A@GH�JEHLFHLsD@�[�dCEJLE@�EXIDLH�FDBN@GHLCGGXF�CD�CEVJGLFXF�QJE�KJ�WCAADGJDHX�iEJGjJLF@�

�<8tkl�� 7n89k899� �7n7:� �qECLHF�ZSrUFPELQHLCG�[�RSTUF@LVG@A@GH�I@�QECACHLCG�FCPLJK@� 7:n�� 7n89t899� �7n77� �oECIDLH�I@�KJ�E@I@NJGP@�JiiXE@GH@�[�RSuPPDQJHLCG�I@F�BvHLA@GHF�I@�KJ�WCAADGJDHX�QJE�K@�W@GHE@�dCFQLHJKL@E�DGLN@EFLHJLE@�I@�_LhV@�

�m8l:<�� 7n8:7899�� 7n8::899�� 7n8:;899�� :l897899�

�7n7:��7n7:��7n77��:779�:n79�

�qECLHF�IXsDLNJK@GP@�I@F�ILQKwA@F�CBH@GDF�[�KXHEJGV@E� ;8;9l��qECLHF�IdCACKCVJHLCG�I@F�P@EHLiLPJHF�@H�ILQKwA@F� 77m��oECIDLH�I@�KJ�N@GH@�I@F�iEXsD@GP@F�JGJKCVLsD@F� 9��xGHXEyHF�I@�QKJP@A@GHF�@H�QECIDLHF�I@�KJ�V@FHLCG�I@�KJ�I@HH@� 78k99�� ;m897899� �;mk9� �?XPDQXEJHLCG�I@F�IXiLPLHF�I@F�PCAQHJBK@F�PCGIJAGXF�QJE�KJ� 9�WCDE�I@F�PCAQH@F�� <n897899�� <n89:899�

�<l<9��<l<9��oJEHL@�JHHELBDX@�ID�QECIDLH�I@�RSrAQwH�I@F�Q@EFCGG@F�QdzFLsD@F� :8m<m89:m��oJEHL@�JHHELBDX@�ID�QECIDLH�I@�KJ�HJ{@�FDE�KJ�NJK@DE�J|CDHX@� t8<nm87nt�� <n89k899� �<l<9� �xGH@EN@GHLCG�I@�RSYHJH�IJGF�K@�iLGJGP@A@GH�I@�RSTUF@LVG@A@GH�DGLN@EFLHJLE@�ILFQ@GFX�JD{�XHDILJGHF�XHEJGV@EF� �m:8kn9�

� <n89n899� �<k77�<l;<� �WCEE@PHLCG�IXiLGLHLN@�ICHJHLCGF�?}~W�W��z�PCAQELF�LGHXEyHF�� 9�� <n89t899� �77:9� �WCEE@PHLCG�IXiLGLHLN@�PCHLFJHLCG�I@�E@FQCGFJBLKLFJHLCG��z�PCAQELF� 9�LGHXEyHF��


<l<l8;l;l899<l;k<l;<<l<9

QJQJzX@X@FIJGFK@PJIJIE@I@K@{XPDHLCLCGAJEF7lm:PEPEXJGDGQECVCVEJAAAA@I@K@F@PH@D@DEGCGCGAJEPEPdJGIxGH@EN@G@GHLCGFI@KJ?XVLCGBED{@KKCLFIJGFK@PJIJIE@I@I@FQECVCVEJAAAA@FI@HE<l<l8<9<9899 <l<9 xGH@EN@G@GHLCLCGI@K�HJH�XIXEJKIJGFK@K@�2(1+��>�� =��9n9n89<9<877;m;m87979877

;m79;m79

��>�� =��>��?@P@HHHH@FILILN@EFEF@FMIECLCLHFHFZSrUFPELQLQHLCGQXQXELCILsD@FMFDBDBFLI@FZSrUFHLHDHLCGFJPHLCGFPCAAAADGJDHJLJLE@FOPi8q8�877qCHJHLCGF@HJNJGJGP@FI@KJ_C_CH@EL@GJGJ;nO�8�8c8g89797;m;m8<9<9877 ;m<9 ?@P@HHHH@FILILN@EFEF@FOPi8q8�877Oo8a8<n<n89<9<877 <n79<n;9<n<9 ?@P@HHHH@FJiiii@PHX@X@FJD�CGIFZS�EV@GRS��rZ�AL@I@WCNLILIO7lOPi8q8�877O

I@KJEEEEyHXHXECzJKG�:kID:<�QECACHLCLCGI@K@AQKCIJGF�F@@HI@KJ?XVLCG�JKKCGG@�EJGJGFLHLCLCGQECi@FFFFLCGG@KK@ 79798nnnn7K@FEXADGXEJHLCGF 9��>�� LCGMQECIDLHI@KJN@G@GH@H@I@�LGLGH@EGJGJHLCGJK@FQCDEI@I@F�7Oo8a87:O�8�8c8g89797GJHLCGJK@OPi8q8�877Oo8a8

;;;;;:9:98<7<7l

8;tO�8�8c8g8979: 7V@GP@@HI@FCDCDHL@L@GiJP@[ 9�Oo8a89:O�8�8c8g8979k

�'()*+,+, -- �-.)/01()2034�<n<n89m9m899<n<n87979899<n<n87777899<n<n87:7:899<n<n87;7;899

<l77<l;<<l<9<l<9<l<9<l<9

xGH@EN@G@GHLCGFI@KJ?XVLCG}JKKCGG@KJPPPPD@LI@I@FXKhN@FIJGFK@G@GF@LVG@oJoJEHI@KJICICHJHLCLCGNLFX@[KJEHLPK@<t<tiLGJGP@A@G@GHID7n|JGJGNL@L@E7lmlqCHJHLCLCGNLFX@[KJEHLPK@<t<t~79I@KJID7n|JGJGNL@L@E7lmloJoJEHI@KJICICHJHLCLCGNLFX@[KJEHLPK@<t<tiLGJGP@A@G@GHID7n|JGJGNL@L@E7lmloJoJEHI@KJICICHJHLCLCGNLFX@[KJEHLPK@<t<tiLGJGP@A@G@GHID7n|JGJGNL@L@E7lml<n<n87<7<899<n<n87k7k899 <n;9<n<9 ?@ABCDEFEF@A@G@GHI@KJPCGCGHELBDLCLCG[?@P@HHHH@FQ@Q@EjEjD@D@FIJGFK@PJIJIE@I@KJ<l<l8;:;:899 7n7: ?@P@HHHH@FEXFDKDKHJGJGHI@KJQQKLPJHLCLCGI@I@IXIXPEPE@HID7nJNELK7ll7CEVJGLFJGJGHK@GFCPLJK@<l<l8;;;;899 <l<9 �JEILILGBCBCHJGLsD@I@g�g�xb�<l<l8;<;<899<l<l8;t;t899<l<l8;m;m899

<l;<<l;<<l;k<l<9<l;<<l;k

xGH@EN@G@GHLCLCGI@KJ?XVLCG}JKKCGG@IJGQ@Q@EFEFCGG@F@GFLHDJDJHLCLCGI@dJGILPJQ?@ABCDEFEF@A@G@GHI@I@FEXADGXEJHLCGFK@PJIJIE@I@PCGCGN@G@GHLCGFaWbWbOaoao�iXIXEX@CDiXIXEJKJK@WCGCGHELBDLCGFID��?�g@HIaW�x?xbQJQJzX@X@FIJGFK@PJIJIE@I@K@{XPDHLCLCG

5'234)()( �61+41()20�51'1'1'()*+,+, �2(1+@@HI@KJW�W��E@KJHLN@F[�@LVG@A@G@GHFQXQXPLJLJK<t~m~mI@KJKCKCLFQXQXPLJK@I@�KCKCLFQXQXPLJK@I@iLGJGP@A@G@GH�<t~l~lI@KJKCKCLFQXQXPLJK@I@�<t~77I@KJKCKCLFQXQXPLJK@I@�

79799:t:t89t9t<<7<787n7nk797989n9n<7<7<8mmmm<

[KaV@GP@I@�b� 9JPEPELF@IDWCNLILIO7l 9I@FJEHLPK@K@F7777<@H7777kID�@G@GF@LVG@A@G@GHI@QECACHLCLCG� 797989999978lmlm<IJGFRSTU��TA@G@GHI@�

FIDQ@Q@EFEFCGG@K@GVJVXIJGF�FLVGX@FJN@PHCDCDH@H@@G@GHLHX�x?xbIJGFK@K@FEXADGXEJHLCGF�I@KJEEEEyHXHXECzJKG�:kID:<�

tlknkn89999;;8<t<t<


7n7n89m9m8:97n7n87;7;8:9<l<l8<k<k8:97n7n89l9l8::;m;m879798:<7n7n877778:k

7n7:7n7:;l797n7:;m79;mk9;nl9

xGI@AGLGLHXFQCDEIXVvHFHFCPPPPJFLCGGXQECIDLHI@KJN@G@GH@H@I@AJHXEL@L@KIXIXPKJKJQJQJzJGJGHFHFOPi8q8�8:9Oo8a87kO�8�8c8g�EJLJLFZSrUFPELQLQHLCLCGJDJD{PCKKCsD@FMFHJV@CEVJGLFXFQJQJEK@W@G@GHE@PDKDKHDE@KgJgJEPEP9kO�8�8c8g89797?@P@HHHH@F@GQECN@GJGP@I@K��GLCG@DiLGJGP@EK@iCGCGPHLCGG@A@G@GHIDoCLGHIPi8q8�8:9Oo8a87lO�8�8c8g87:9;qECLCLHFHFZSrUFPELQLQHLCGMHJ{@FMJA@GI@FQ@Q@EjEjDFIJGFK@K@FW@G@GHE@FI@K@K@PHDE@QDBI@KJN@G@GH@H@I@BL@GFCDI@F@ENLP@FO�8�8c8g87:;9WCGCGHELBDLCGFI@Q@Q@EFEFCGG@FQdQdzFLsD@I@PCGCGHELBD@E[KJE@FHJDJDEJHLCLCG@H~H~CDQECH@PHLCLCGI@BL@GFACBLKL@EFPKJKJFFFFXFWCAAAADGJDHXHXiEJGJGjJLJLF@OPi8q8�8:<WCGCGHELBDLCLCGI@KJ?8?8�8c8�8@HI@I@FEJILCIXIXPEPE@HID7l|DLKK@H7ll7�OPi8q8�8:k7n7n8:<:<8:k <l<9 ?@P@HHHH@F_��OPi8q8�8:kOo8a877O

LCGGXFJDAJHXEL@L@KiCDCDEGL@GQEyHM�KJFFFFX@HQECIDLHI@I@FQEyHF�g87:;:JV@F@HFXALGJLE@FEP@K�LPH@EOPi8q8�8:9Oo8a8@D@DECQX@GG@@GND@I@�I@WCGCGHJPHWDKDKHDE@�D�DECQCQ@O@HLGLGH@EN@G@GHLCGFPCAAAADGJK@FQDBKLsD@I@KJW8�8OoECIDLHF�OPi8q8�8::Oo8a877O

LsD@F@HACEJK@FIXIXFLE@D@DF@F�KJPCGCGF@ENJHLCLCG@H~H~CDKJ�F�QELNXFCDQDBKLPFPF�QJQJEKJ�Oo8a877O�8�8c8g89797JILCFQELNX@X@F�JEHLPK@:tID�kOo8a8;<O�8�8c8g8;797

79797mkmk9:n7;7;l9

78k7k7lO�8�8c8g8979: 9

�'()*+,+, -- �-.)/01()2034�<l<l8:n:n877

;m;m8979787k;9;989:9:87t;m;m8k9k987t7n7n87<7<87m<l<l8<9<987m

9n9n89n9n8:97n7n89m9m8:9

<l:n;m<9;mk9

;m<9;;99;mk97n7:<l<9

;m<97n7:

WCGCGHELBDLCGFID@FQJQJEKJWCAAAADGJDPJIJIE@IDQECHCPCKCK@ZS�PPPPCEIBLKJHXEJKV@V@EAJGCQdCG@@HKJWCAAAADGJDHXHXiEQEXN@G@GHLCLCG@HI@KDKDHH@PCGCGHE@K@ICQJVJA@GI@FJIJIALGLFHEJHLN@FJDJD{FQCQCEHLiFQCQCEHLN@FMCEVJGLFJH@D@DEF@HK@K@FEXHELBDPCAQH@H@I@I@FHL@L@EFOPi8q8�877Oo8a8:WCEEEE@PHLCLCGI@I@FJNJGJGP@FJDJD{CEVJGLF7kOo8a87:O�8�8c8g8979n?XPDQXEJHLCGFZS�RRuPJHLCGFiJALKLJK@PCGCGHELBDLN@F@HLGLGH@EN@G@GHLCLCGIDiXIXRS�rZ@[KJ|@DG@FFFF@@HI@KJQECH@PHLCLC7tOo8a87<O�8�8c8g8;;9<?@P@HHHH@FEXFDKDKHJGJGHI@KJQQKLPJHLCLCGIDE@KJHLi[KJICQHLCLCGOPi8q8�87tOo8a8?@ABCDEFEF@A@G@GHI@AJHXEL@L@KIXVEJIJI[DG|DFHLPLJBK@OPi8q8�87mOo8a877�CGIFBDIVXHJLJLE@E@KJHLiJDJD{ALFFFFLCGKCKCLID;9AJEF7ll<QCQCEHJGJGHI@I@FILILFQCALFFFFLCGFIXIXiLGL@FIJGFK@qXPEPE@HIDRS��EXA@G@GH@HJDFDBDBN@G@GHLCGG@A@G@GHI@RS�rZ@JDJD{|DFHLPLJBK@FOPi8q8�87mOoqCGCGFMK@VF@HE@P@HHHH@FI@HCDCDH@H@GJGJHDEPDKDKHDE@OPi8q8�8:9Oo8a877O�8�8c8gxGI@AGLGLHXFQCDEIXVvHFHFCPPPPJFLCGGX

5'234)()( �61+41()20�51'1'1'()*+,+, �2(1+DGJDHXHXV@V@EAJGCQdCG@IJGFK@�K@G@GHE@KJWCAAAADGJDHX�EJGJGjJLJLF@@GAJHLhLhE@I@�ICQJV@IJGFK@FQCQCEHMHMI@I@F�iFIXKLH@FMJDJD{iXIXEJHLCGF�LBDLCGFI@QE@FHJHLCGFQCDEK@�:9O�8�8c8g89797A@FJFFFFDE@D@DEFOPi8q8�8LKLJK@FME@PCDCDNE@A@G@GHI@QJQJEHF�XIXEJKIJGFK@ICICAJLG@I@�LCGI@KJ|@DG@FFFF@OPi8q8�8DIXIXPEPE@HID;7AJEF:99<�7;O�8�8c8g89797XCDIJLI@iLGJGPLhLhE@LGID@�7O�8�8c8g89797LCGFIXIXiLGL@F[KJEHLPK@nlI@KJ�QCQCFLHLCGFFCPLJK@F@HQCDEK@K@F�7;CPHCBCBE@:97nE@KJHLi[�I@I@FQJQJEH@GJLE@FJQQCEHJGJGH�o8a8;:O�8�8c8g89797E@QCDEK@FCDCDHL@L@GI@KJ�g8979;LCGGXFJDAJHXEL@L@KiCDCDEGL@GQEyHM�

<7

97;7;8<n<n9n9:9

n8tltl<

979797


<l<l8;n;n8k:;l;l87k7k8kk;l;l87t7t8km

<l;k<l<9<l;<;l79;l79

QECVCVEJAAAA@FIJPHLCGF@GE@KJLCLCGJNK@G@GF@LVG@A@G@GHH@PdGLsD@@HQECi@FFFFl<O�8�8c8g8979;xGH@EN@G@GHLCLCGI@KJ?XVLCG}JKKCGG@@@HKJNJKCELFJHLCLCGI@K@G@GF@LVG@A@G@GH@o8a8l<O�8�8c8g8979nxGH@EN@G@GHLCGFI@I@F�CGIF@D@DECQX@GF@IJPHLCGF@GE@KJHLCLCGJN@PK@G@GF@LVG@kkOo8a8l7O�8�8c8g89797xGH@EN@G@GHLCLCGID�CGIFFCPLJLJK@D@DECQX@IJPHLCLCG@HI@iCEAJHLCLCGI@EXLGF@EHLCLCKLGLGH@EN@G@GHLCLCGI@K@G@GF@LVG@A@G@GH[ILILFO�8�8c8g89797�2(1+��>�� =��2(1+��=

tntn89797899 tn;:��=��>�� =��>�oECIDLHFHFI@KJN@G@GH@H@CDI@RSuPHECLI@I@I@FLAAAA@DBK@F

N@PKXsDLQ@A@G@GHI@�LCGG@OPi8q8�8k:Oo8a8@GiJN@D@DEIDE@G@GiCEPEP@A@G@GH�@GJKJKH@EGJGP@OPi8q8�8k:O@GiJN@D@DEI@QECVCVEJAAAA@F�@LVG@A@G@GHFDQXEL@DEOPi8q8�8

CQX@G@GiJN@D@DEI@�QECVCVEJAAAA@FLCG�QECi@FFFFLCGG@KK@[FHJGJGP@OPi8�q8�8kmOo8a8;9

<899999:8;k;k;9

��>�� =�� @HCDCDFJDJDHE@FIECLCLHFHFEX@KFFDE 9

�'()*+,+, -- �-.)/01()2034�9n9n89k9k8:n7n7n8;9;98:m

:m:m897978<9;l;l89n9n8<9

;l;l89t9t8<9;9;9897978<t;l;l87:7:8k:

;m797n7:

:n79;l79

;l79;<;7<l77<l;<<l;k

?@P@HHHH@FILILN@EFEF@FMICGJHLCGFMK@VFMICGJGJHLCGJK@MIECLCLHFHFZSrUFPELQLQHLCGMJBCGG@QECIDLHFHFZSrAQwQwHFMI@HJ{@FMQJQJEEEEJLGJVICICAJLG@FQCQCEHLiOPi8q8�8:nOo8a87?@P@HHHH@FE@KJHLN@FJDJD{IXQ@GF@FPCDCDICICPDA@G@GHFHFILILN@EFEFMI@BL@GF@HI@F@KJPPPPCAQKLFFFF@A@G@GHI@I@FALFFFFLCGFIXIXNK@K@PHDE@QDBKLsD@I@KJPCAAAADGJDHXHXi�_@PHDE@F�OPi8q8�8:mOo8a8<7O�8�8cxGHXEyHFHFI@I@FQECIDLHFHFiLGJGPL@L@EFQKJPXICGJHLCGFMK@VF@HQEL{M@HE@ABCDEFEF@N@GDF[XPdXJGP@OPi8q8�8<9Oo8axGH@EN@G@GHLCGFI@I@F�CGIF@D@DECQX@GFZS�PHLCGFCDI@iCEAJHLCLCG@HI@EXLGF�G�GF@LVG@A@G@GHCBKLVJHCLCLE@I@QK@LG@{FQXQXPLJKLFXM@H@G@GF@LVG@A@G@GH@GJKJKH@Em9O�8�8c8g8;99:xGH@EN@G@GHLCGFI@I@F�CGIF@D@DECQX@GFZS�PHLCGFCDI@iCEAJHLCLCG@HI@EXLGF�G�GF@LVG@A@G@GHI@QECACHLCLCGFCPLJK@�8�8c8g8;997?@ABCDEFEF@A@G@GHI@I@FJKKCPJHLCGFZS�79O�8�8c8g8;;9:xGH@EN@G@GHLCGFI@I@F�CGIF@D@DECQX@GFMFDBDBN@G@GHLCGFEXVLCGJK@FMQECNLGLGPLJK@FI HLCG @KJLC

5'234)()( �61+41()20�51'1'1'()*+,+, �2(1+ICICHJHLCLCGI@KJ_C_CH@EL@�JBCGG@A@G@GHFME@I@NJGJGP@FM�JLGJV@PCAAAA@EPEPLJLJKIJGFK@�7O�8�8c8g87:;;CDEJGJGH@FMJPdJdJHFHFI@�ENLP@FDHLKK@F[�NCKD@FJDJD{P@G@GHE@FI@�iEJGJGjJLJLF@@H[KJE@ND@�c8g87:;9XFI@I@FiCGIJHLCGFM�@A@G@GHI@I@FQKJP@A@G@GHF�a8<:O�8�8c8g89797@GiJN@D@DEI@QECVCVEJAAAA@F�F@EHLCLCGQECi@FFFFLCGG@KK@FO{@EPEPLP@MCEILGJLE@@H�GJGP@OPi8q8�8<9Oo8a8@GiJN@D@DEI@QECVCVEJAAAA@F�F@EHLCLCGQECi@FFFFLCGG@KK@FOOPi8q8�8<9Oo8a8m9O

ZS�HDI@FOPi8q8�8<tOo8a8I@I@F�CGIFF@PHCEL@KFM�@HiXIXEJK@F@GiJN@D@DEI@I@F�KXsDLQ@ HI

7k7k8knknn9

tm::::89m9m9

k8k9k99;9;9k78tntnk


�'()*+,+, -- �-.)/01()2034�tntn89:9:899tntn89;9;899tntn89<9<899

tn;:tt:9tn;:oECIDLHI@KJN@G@GH@H@ZS��HE@FBL@GFQJQJ?@P@HHHH@FILILN@EFEF@FoECIDLHFHFIDEhVK@A@G@GHI@I@FKLKLHLV@F�2(1+��>�� =��

mtmt89;9;87tmnmn897978::mnmn89:9:8::mtmt89:9:8<t

mt79mn79mn79mt:9

��>�� =��>��?@ABCDEFEF@A@G@GHFHFI@I@FQEyHFHFJPPPPCEIXIXKJLI@[KJ|@DG@FFFF@@HI@I@FCEVJGLFA@q8�87tOo8a87<O�8�8c8g8m797?@ABCDEFEF@A@G@GHFHFI@QEyHFHFJPPPPCEIXIXF::Oo8a8:<O�8�8c8g89797?@ABCDEFEF@A@G@GHFHFI@QEyHFHFJPPPPCEIXIXF::Oo8a8:<O�8�8c8g8m79<?@ABCDEFEF@A@G@GHFHFI@I@FQEyHFHFZS�HDI@�8�8c8g8m:9;�2(1+��>�� =��2(1+��

5'234)()( �61+41()20�51'1'1'()*+,+, �2(1+QJHELACGLJD{ <:<:9<k9��>�� IXFJDJD{F@ENLP@FJVJVEXXXXFI@�@FJVJVEXXXXFIJICQHLCLCGOPi8�F[I@I@FXILH@D@DEFOPi8q8�8F[I@I@FKLBEJLJLE@FOPi8q8�8

DI@FOPi8q8�8<tOo8a879O

m;:k:k9k9;9

��>�� =��


aEHLPK@ WXWX qXFLFLVGVGJHJHLCGIDID

ICG

QECIDLH �NJKJKDJHLCG�QJEJEJEHLHLPK@ �C�CHJKJK�CHJKVXGXGXEJKJK ��ICGHFDBILNLFLCGFVXVXGXEJEJK@K@F 798n;t8t8n79ICGHFDBILNLFLCGFQJQJEHEHLPLPDKLKLhEhE@F@F ¡�¢£�

VERTALING

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP

[C − 2020/44299]

9 DECEMBER 2020. — Decreet van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschapvoor het begrotingsjaar 2021 (1)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2021, worden de ontvangsten van de Franse Gemeenschap op10.733.433.000,00 euro geraamd, onderverdeeld als volgt :

- Lopende ontvangsten (Titel I) : 10.732.555.000,00 euros.

- Kapitaalontvangsten (Titel II) : 878.000,00euro.

Art. 2. De Regering wordt ertoe gemachtigd elk recht vast te stellen en elke ontvangst die aan de FranseGemeenschap toekomt, in te vorderen.

Art. 3. De Minister bevoegd voor de begroting en de financiën, wordt ertoe gemachtigd leningen aan te gaan enelke verrichting inzake financieel beheer en elke thesaurieverrichting in het algemeen belang van de Thesaurie uit tevoeren met inachtneming van de procedures bepaald door de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 4. De Minister bevoegd voor de begroting en de financiën, wordt ertoe gemachtigd, mits informatie aan hetParlement, de Regering en het Rekenhof, een ontvangst van dit jaar aan te rekenen op de begroting van een vorig jaar,als die ontvangst noodzakelijk was voor het evenwicht van de begroting van dat jaar.

Art. 5. De vaststelling van de rechten en de invordering van de ontvangsten geschieden door toedoen van deontvangers-thesauriers die bij besluit van de Minister van Begroting aangesteld worden.

Art. 6. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2021.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.


De Minister-President,P.-Y. JEHOLET

De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansenen belast met het toezicht op ″Wallonie-Bruxelles Enseignement″,

Fr. DAERDEN

De Vice-President en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten,B. LINARD

De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Universitaire Ziekenhuizen,Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel,

V. GLATIGNY

De Minister van Onderwijs,C. DESIR

Nota

(1) Zitting 2020-2021Stukken van het Parlement. — Ontwerp van decreet, nr. 145-1. — Bijzondere toelichting, nr. 145-1 (Bijlage 1). —

Verslag nr. 145-2. — Tekst aangenomen tijdens de vergadering, nr. 145-3.Integraal verslag. — Bespreking en aanneming.— Vergadering van 9 december 2020.


MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE

[C − 2020/44300]

9 DECEMBRE 2020. — Décret contenant l’ajustement du budget des recettesde la Communauté française pour l’annee budgétaire 2020

Le parlement a adopté et, Nous Gouvernement, sanctionnons ce qui suit.

Article 1er. Les moyens prévus au budget des recettes de la Communauté française pour l’année budgé-taire 2020 sont ajustés comme suit :

(En milliers d’euros)

Evaluationinitiale

Variation Evaluationajustée

TITRE I - RECETTES COURANTES 10.554.225 -870.374 9.683.851

TITRE II - RECETTES EN CAPITAL 11.498 -10.303 1.195

Total général 10.565.723 -880.677 9.685.046

dont subdivisions générales 10.477.854 -981.277 9.496.577

dont subdivisions particulières 87.869 100.600 188.469

Art. 2. En application de l’article 53 du Décret du 20 décembre 2011 portant organisation du budget et de lacomptabilité des Services du Gouvernement de la Communauté française, les créances liées au litige relatif à laconvention APE enseignement détenues à l’encontre de la Région wallonne sont annulées.

Promulguons le présent décret, ordonnons qu’il soit publié au Moniteur belge.

Bruxelles, le 9 décembre 2020

P.-Y. JEHOLETMinistre-Président

Fr. DAERDENVice-Président et Ministre du Budget, de la Fonction publique, de l’Egalité des chances

et de la tutelle sur Wallonie- Bruxelles Enseignement

B. LINARDVice-Présidente et Ministre de l’Enfance, de la Santé, de la Culture,

des Médias et des Droits des Femmes

V. GLATIGNYMinistre de l’Enseignement supérieur, de l’Enseignement de la Promotion sociale, de la Recherche scientifique, des

Hôpitaux universitaires, de l’Aide à la jeunesse, des Maisons de Justice, de la Jeunesse, des Sports et de laPromotion de Bruxelles

C. DESIRMinistre de l’Enseignement obligatoire

Note

Session 2020-2021

Documents du Parlement. – Projet de décret, n° 143-1. – Exposé particulier, n° 143–1 (annexe 1). – Rapport decommission, n° 143-2. – Texte adopté en séance plénière, n° 143-3.

Compte rendu intégral. – Discussion et adoption. - Séance du 9 décembre 2020.

Vu pour être annexé au projet de décret du 9 décembre 2020

P.-Y. JEHOLETMinistre-Président

Fr. DAERDENVice-Président et Ministre du Budget, de la Fonction publique,

de l’Egalité des chances et de la tutelle sur Wallonie- Bruxelles Enseignement

B. LINARDVice-Présidente et Ministre de l’Enfance, de la Santé, de la Culture, des Médias et des Droits des Femmes

V. GLATIGNYMinistre de l’Enseignement supérieur, de l’Enseignement de la Promotion sociale, de la Recherche scientifique, des

Hôpitaux universitaires, de l’Aide à la jeunesse, des Maisons de Justice, de la Jeunesse, des Sports et de laPromotion de Bruxelles

C. DESIRMinistre de l’Enseignement obligatoire


�� !�� "�� #��$�� %�� &��'��'� �"�(�� (�)*�� *"�+*��, "!*"� ��'�� , , ,, ""�� -�.�� -�/�� , , ,��*�� &��.��0�� 1234� �� !�� &��$�� !�*�� *�+�(� ��5��, "!*"� ��0�� $6784�� 9�� , , ,, ""�� :�� , , ,��"�� "�� ;�� 0��9�� <��=�� %�� ++� *)�� """��*�� *�� >��?�� !�(!�� !�(!�� +�� +�*� @�� 5�(�(� �*)� +��!+��+��*�� +�*� &��A�� !�� !�� +��!�� +�*� B�� 0�-�.��0�� *+� �!!� (!��+��"�� +�*� B�� .��C��0�9�� %��

!�)!(� (�!� "�)**��+��5�� +�*� B�� 0�-�.�� !)� �(� �*+��+��)�� +�� @��0�-�D�� E�� 9� ��4�=�� (*"� �� (*"��+�*�� +�*� B��$�C�� 0��$�� *��*5� �� *�+!)��+�**�� +�*� B��$9�� )� �� +�*!�� +�� @��C��C�� ,

,,,,,,,, FGHIJKLKMJNOHNPHOQKJNOKINRKSKJJKINOKNTFNSULLHMFHJVNWRFMXFYIKNZUHRNT[FMMVKNPHOQVJFYRKN\]\]�,, _ abcddcefgahiejfkgl�,,Fmnopqr� , Ss� , OstouvwnoxvNyzN{mxyzon� K|wqzwnoxvNovonowqr� ,}wmownoxv� K|wqzwnoxvNw~ztnsr�, JYJRKNYNN�NNRKSKJJKINSUHRFMJKINIHPOY}YIYUMNYNN�NNIHPOY}YIYUMINQVMVRFTKI�


6��*�*��

_ abcddcefgahiejfkgl�,

,

,Fmnopqr� , Ss� , OstouvwnoxvNyzN{mxyzon� K|wqzwnoxvNovonowqr� ,}wmownoxv� K|wqzwnoxvNw~ztnsr�,,,,,*(�� *�� *�� *(*� ��5��, *+�� , , ,!+�� !+5�� &��'��'� �� -�?��)�'��*�� !�� !�5�� &�� "+�� "("�� @�� -�� 9>�C�� *�)(!��(*� �*�5�5(5� *�5��*()�"+��*�� "("�� @�� )�!+��)� �)�5��)� +�5)5�(��"+��5�� "("�� -�/��-�.�� )!� �5�� *(*�"+��+�� "5�� &�� #��>� �� , "(!"� �� , , ,"+��)�� *�� >�� "+�� "(�� &�� , "(!"� � �#��0��$��=��$�� , , ,"+��(�� "(!"� �� &�� "+�� "("�� @��0��$��")�� +��(�(� *+�*+�� *��(�� *"��)��"+�� "("�� B��0��$��")�� +��(�(� "��""�� "�)�)� !5�)*!�"+��*�� "("�� @��0��$��")�(�� +��(�(� ��!*� �5�)**� "�!��"+��!�� "("�� @��0��$��")�� +��(�(� �"�5(�� )�5� �*��+�"+��"�� "+!�� &��0��$6��#7�� ()�� ()�� "+��5�� "+"�� &�� %�� (� �� !��*))� !��*))�"(�!�� "(!"� 6�� &�� , "("�� $�� , , ,"(�!*�� +�*� &��$� ��"��5��+��((��$�� )��+�� *��"�� "(�!!�� "("�� C��<��7�� ("(� �*!�� )��"(�!"�� "(!"� ��&��-�.��?�.�� 9�� )(� �� )(�


,Fmnopqr� , Ss� , OstouvwnoxvNyzN{mxyzon� K|wqzwnoxvNovonowqr� ,}wmownoxv� K|wqzwnoxvNw~ztnsr�,,,,,"(�!)�� "(!"� &�� 5+��!� �� 5+��!�, "(!5� ��6 7��6@�� , , ,, "("�� , , ,"(�!�� "(!"� ��#�&�<��$6 ��&�7�� !�)*�� *")� !�")"�, "(!5� �� >��$��$��>��*5��*"��(�*�� $� ��9��

, , ,"(�!(�� "(!"� ��&�� *!�� 5+(� ��++��, "("�� &�� , , ,"(�"�� "("�� $��#�� !5!� ��!5!� ��, , JxnwqNIHPOY}YIYUMNYN�NIHPOY}YIYUMINQVMVRFTKI� �]��]� �� \�, IHPOY}YIYUMNYYNN�NNIHPOY}YIYUMINZFRJYSHTY�RKI�, �+��"�� !�� &��'�� '� �� C��'�� B��@�6��*��#�8�<��

*)�� !!�� +��!�� !�� B��4��B��@�6��!+��#�8�<�� *��"�(� �� *��"�(�!��"�� !�"�� &��B��@�6��!)��#�8�<��*� �� "+��"�� "+�� &��#�� (�� (��, "+!�� 0�-�� (��B�� , , ,, "+"�� @�6��*��#�8�<��5� , , ,"(�*+�� "(*+� �� 5� �� 5�, !�"�� 9�� , , ,, !�5�� ?�� 9�� %��=�� '�� $��'�� '�� B��@�6��*��#�8�<��

, , ,

!(��"��"� !(�� $�� $��0��@��$�� B��"��@�6��*��#�8�<��*)*��

!��5� !�"�� B��5��@�6��*��#�8�<��+� �� !(��5� !(�� $�� B��5��@�6��*!��#�8�<��


_ abcddcefgahiejfkgl�

6��*�*��

,

,

,Fmnopqr� , Ss� , OstouvwnoxvNyzN{mxyzon� K|wqzwnoxvNovonowqr� ,}wmownoxv� K|wqzwnoxvNw~ztnsr�,,,,,!��*��)� !!�� &�� ?--D��'�� -�?��0�� B��)��@�6��"��#�8�<��!!�"�

�*��!�� +!�� !�"+��

!��5��)� !�5�� &��$� ��!��*��"��0��$�� B��)��@�6��!��#�8�<�� +�� +��+��"�� +�*� &��$��=��0��B��@�6��#�8�<�� (� *��"(�"�� "("�� #��0��$��+(��!��(("� �� B��!��*��+��0�-�?�� -�?��B��@�6��!*��#�8�<��

+�()"� �+�()"� ��

�+��+�*�� !�"�� B��'�� B��*��@�6��#�8�<��!� �� +��*�� +�*� �� E�� '� �� >��B��*��@�6��5��#�8�<��*!*�

�� 5� �5��+��!�*�� +�*� #�� C��'�� <��B��*��@�6��5��#�8�<�� !�� *� �"��"(�"5�*�� !(�� &�� $�� @�� B��*��@�6��(��#�8�<��*�!�

�� +��(�**� �+�*� B�� '��'�� %�� C�� #��@��B��**��@�6��#�8�<��*!��

*"!� ��*� �!��

!(�*��*!� !(�� @�� <��9��B��*!��@�6��*��#�8�<��!!!+� �� !(�*��*!� !(�� @�� <��9�� 9��B��*!��@�6��*��#�8�<��!!!)� �� !��*"� !�� 9>�C�� !�� !�� , !�5�� 0�� %��B��*"��@�6��#�8�<��

, , ,


,Fmnopqr� , Ss� , OstouvwnoxvNyzN{mxyzon� K|wqzwnoxvNovonowqr� ,}wmownoxv� K|wqzwnoxvNw~ztnsr�,,,,,�+��*5� !+(�� &��8�#�� *)��(��((��B��*5��@�6��!"��#�8�<��!�� 5�� 55� ��"*5��+�*"�*5� "("�� &��4��B��*5��@�6��#�8�<��*� �� +��5�*+� !�� &��'��'��'��4��'�� '��'��'� �� '��'� �� B��*+��@�6��#�8�<��*!!�

��*)� �*�5+�� 5�5++�

�+�!��*�� +�*� &�� '��9��'��0��$�� C��%��0�� 4�� B��*��@�6��"��#�8�<��*!��

*��"�� *+�� '��'�� '�� 0��9��B��"��@�6��"*��#�8�<��)�� )��

!(��+�"�� !(�� #�� ?�� '�� '��B��"��@�6��#�8�<��!��*�� **�+�� !*�+��

!(��)�"�� !(�� #�� ?�� B��"��@�6��#�8�<��!��+�� 5�� 5�5��

!��")� !"!�� &��B��")��@�6��#�8�<��!!�*� !((� �("� !�5�!(��*�5*� "(�� #�� '��#�� *��"*� �"+�� +�*�, "(!"� ��'��'� �� , , ,, "(!5� �� $�� , , ,, "("�� $�C�� $��9��C�� B��5*��@�6��("��#�8�<��!� , , ,"(�!+�5*� "(!"� ��&��$��B��5*��@�6��("��#�8�<��+� "�� "��!(��5�55� !(�� #�� $��$�� B��55��@�6��(��#�8�<��

*�"5+� ��!� *�!5!�!(��)�5�� !(�� #�� $�� 0��$��$��0��B��5��@�6��!��#�8�<��

�+"� ��+"� ��


_ abcddcefgahiejfkgl�

6��*�*��

,

,

,,Fmnopqr� , Ss� , OstouvwnoxvNyzN{mxyzon� K|wqzwnoxvNovonowqr� ,}wmownoxv� K|wqzwnoxvNw~ztnsr�, JxnwqNIHPOY}YIYUMNYYN�NIHPOY}YIYUMINZFRJYSHTY�RKIN ��N �]��]�� ,, JxnwqNJYJRKNYN�NRKSKJJKINSUHRFMJKIN �]��\\�N ��]�¡��, JYJRKNYYN�NNRKSKJJKINKMNSFZYJFTNIHPOY}YIYUMNYNN�NNIHPOY}YIYUMINQVMVRFTKI�

��¡��

, )+�� )+!*� @��-�D�� )+��*�� )+!*� @��?�� 55� ��+�5� *"��)+��!�� ))*�� &�� 5�!� ��+�� +"5�)+��"�� )+!*� @��=�� +� ��+� ��, , JxnwqNIHPOY}YIYUMNYN�NIHPOY}YIYUMINQVMVRFTKI� �]�¡�� , , ,IHPOY}YIYUMNYYNN�NNIHPOY}YIYUMINZFRJYSHTY�RKI�, , ,�)��!��)� �)�� &�� $��0��$�� B��)��@�6��"��#�8�<��

�!� �� !��+��**� �+�� &�� 0��B��**��@�6��*"��#�8�<�� 5�)� �"(+� *��+��*�**� �+�� &�� 0��B��**��@�6��*"��#�8�<��"� �5� �+�� )+��)��"�� )*�� &�� >��B��"��@�6��!��#�8�<��*�� )��*�")� �)*�� &�� B��")��@�6��#�8�<��*�!� "(�� "+�� !��

JxnwqNIHPOY}YIYUMNYYN�NIHPOY}YIYUMINZFRJYSHTY�RKIN ��N ��]�� ¡�]�,, JxnwqNJYJRKNYYN�NRKSKJJKINKMNSFZYJFTN ��N ��]�¡]¡� ��


, ,6�� , �� , B�� ,�� , �� 5+5�)*!� ��+))� (�+�5��"+�� "))��5"� �(��*))� (�"(+�5))�� =�� )��+(� ��+�� "+(�

VERTALING

MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP

[C − 2020/44300]

9 DECEMBER 2020. — Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegrotingvan de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. De middelen uitgetrokken op de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor hetbegrotingsjaar 2020 worden aangepast al volgt :

(in duizendtallen euro)

Oorspronkelijkeraming

Aanpassing Aangepasteraming

Titel I. Lopende ontvangsten 10.554.225 -870.374 9.683.851

Titel II. Kapitaalontvangsten 11.498 -10.303 1.195

Algemeen totaal 10.565.723 -880.677 9.685.046

Onderverdeeld als volgt : 10.477.854 -981.277 9.496.577

Algemene onderverdelingen 87.869 100.600 188.469

Art. 2. Met toepassing van artikel 53 van het Decreet van 20 december 2011 houdende regeling van de begrotingen de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden de schuldvorderingen inverband met het geschil over de APE-onderwijsovereenkomst tegen het Waalse Gewest nietig verklaard.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.


De Minister-President,P.-Y. JEHOLET

De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansenen belast met het toezicht op ″Wallonie-Bruxelles Enseignement″,

Fr. DAERDEN

De Vice-President en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten,B. LINARD

De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Universitaire Ziekenhuizen,Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel,

V. GLATIGNY

De Minister van Onderwijs,C. DESIR

Nota

Zitting 2020-2021. Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 143-1. Bijzondere toelichting, nr. 143-1(Bijlage 1). Verslag nr.143-2. - Tekst aangenomen tijdens de vergadering, nr. 143-3.

Integraal verslag.- Bespreking en aanneming.- Vergadering van 9 december 2020


OFFICIELE BERICHTEN — AVIS OFFICIELS

COMMISSIE VOOR DE REGULERINGVAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS (CREG)

[C − 2020/44621]Sociale tarieven elektriciteit en aardgas

De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas(CREG) heeft op 10 december 2020 de sociale tarieven elektriciteit enaardgas voor het 1ste trimester 2021 goedgekeurd.

De tarieven zijn beschikbaar op : https://www.creg.be/nl/consument/prijzen-en-tarieven/sociaal-tarief

De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas(CREG) heeft op 10 september 2020 de sociale tarieven elektriciteit enaardgas voor het 4de trimester 2020 goedgekeurd.


De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas(CREG) heeft op 11 juni 2020 de sociale tarieven elektriciteit en aardgasvoor het 3de trimester 2020 goedgekeurd.


Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel. − Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles.Directeur : Wilfried VERREZEN

COMMISSION DE REGULATIONDE L’ELECTRICITE ET DU GAZ (CREG)

[C − 2020/44621]Tarifs sociaux électricité et gaz naturel

La Commission de Régulation de l’Electricité et du Gaz (CREG) aapprouvé, le 10 décembre 2020, les tarifs sociaux électricité et gaznaturel pour le 1er trimestre 2021.

Les tarifs sont disponibles sur : https://www.creg.be/fr/consommateur/tarifs-et-prix/tarif-social

La Commission de Régulation de l’Electricité et du Gaz (CREG) aapprouvé, le 10 septembre 2020, les tarifs sociaux électricité et gaznaturel pour le 4e trimestre 2020.


La Commission de Régulation de l’Electricité et du Gaz (CREG) aapprouvé, le 11 juin 2020, les tarifs sociaux électricité et gaz naturelpour le 3e trimestre 2020.

