Daan Goense, suikerbietenteler op Sint Philipsland:

„Gezond naar de eindstreep met Opus Team”Daan Goense laat zich niet verrassen door bladschimmels in suikerbieten. Hij streeft er naar problemen voor te blijven met nauwkeurige gewascontrole en gerichte middelenkeuze. Opus Team is een vaste waarde in zijn schema. “Als ik zie hoe gezond mijn bieten blijven, kan ik alleen maar tevreden zijn.”

Daan Goense heeft in maatschap met zijn vrouw een akkerbouwbedrijf van 247 hectare in Sint Philipsland. Zijn percelen, die in zwaarte variëren van 8 tot 65% afslibbaar, liggen verspreid over het gelijknamige kleinste Zeeuwse eiland. De suikerbieten beslaan maximaal 1/6 deel van het bedrijf. “Verder wil ik niet gaan”, zegt Goense. “En ik kan mij dat gelukkig permitteren.” De hoge opbrengsten die hij met de bietenteelt realiseert (de laatste 2 jaar meer dan 19,5 ton suiker per hectare) heeft hij naar eigen overtuiging mede te danken aan zijn ruime bouwplan. Maar ook zijn strategie bij de ziektenbestrijding speelt een belangrijke rol.

Strikte gewascontroleEen cruciaal element van Daan’s aanpak van bladschimmels is de gewascontrole. “Ik loop vaak al ruim voor de IRS-waarschuwingen door mijn percelen”, verklaart Goense, “en als het nodig is, rijd ik er apart een rondje voor.” Regelmatig heeft hij bij de gewascontrole gezelschap van zijn adviseur. “Die ziet meer dan ik en herkent de ziektes ook beter”, lacht Goense. “En als ik het druk heb, bijvoorbeeld tijdens de graanoogst, loopt hij in z’n eentje door de bieten. Eind juli, begin augustus is meestal een kritieke periode voor de bladschimmels. Dan moet je er bovenop zitten. Het is immers de kunst om op het juiste moment te spuiten.”

Bij de middelenkeuze zijn Opus Team en Retengo Plust vaste waarden in Goense’s spuitschema, maar de exacte invulling kan van jaar tot jaar verschillen. “Het hangt er van af wat er gevonden wordt en wat de weersverwachting is”, vertelt

Daan. “Vaak begin ik met Retengo Plust en daarna Opus Team. Maar afgelopen seizoen was het andersom. En ik ben ook wel eens met een ander middel begonnen. Je past je gewoon aan, aan het seizoen.” Dankzij die aanpak met een

belangrijke rol voor Opus Team en Retengo Plust is Goense grote problemen met bladvlekkenziekten tot nu toe altijd voor gebleven. “En dat moet ook”, besluit Daan, “want suikerbieten blijven een belangrijke teelt.”

Retengo Plust en Opus Team toegelichtOpus Team ijzersterk tegen cercosporaAfgelopen seizoen heeft Opus Team zijn reputatie meer dan waargemaakt als het gaat om de effectieve bestrijding van cercospora. Naast de sterke werking op deze bladschimmel biedt Opus Team een goede bescherming tegen ramularia, roest en meeldauw. Opus Team past ook prima in een spuitschema tegen stemphylium. Wel moet dan de eerste bespuiting worden uitgevoerd met Retengo Plust. Doordat Opus Team geen strobilurine maar fenpropimorf bevat, past die combinatie ook goed uit oogpunt van resistentie management.

Retengo Plust voor de breedste werkingRetengo Plust beschermt het bietenblad optimaal tegen alle belangrijke bladvlekkenziekten, inclusief stemphylium. Het middel onderscheidt zich door zijn sterke preventieve werking en komt daarom het best tot zijn recht bij de eerste bladvlekkenbespuiting. Ook de fysiologische effecten van Retengo Plust geven het meeste profijt bij een vroege bespuiting. Een bespuiting met Retengo Plust zorgt namelijk voor vitalere planten die beter tegen stress kunnen. Niet zelden leidt dat tot een meeropbrengst.

2018

BIETEN

Focus Plus zet gras in de minAl vele jaren bewijst Focus Plus zijn veilige en effectieve werking als grassenbestrijder in suikerbieten. Focus Plus is geschikt voor de bestrijding van eenjarige en overblijvende grassen. Zo worden onder meer duist, graanopslag, anti-stuifdek gerst, hanenpoot, vingergrassen, raaigrassen en kweek goed bestreden. Focus Plus kan uitstekend aan de LDS mix worden toegevoegd en mag 2 x per teelt worden ingezet.

De bladschimmel cercospora kan forse schade veroorzaken in suikerbieten. Vooral in nauwe rotaties ligt de schimmel permanent op de loer. Het venijn zit bij cercospora niet in de staart maar juist aan het begin. Rolf Scholtens van BASF benadrukt het belang van een vroege bestrijding: “Hoe meer je in het begin toelaat, hoe groter de kans op problemen.”

De cercosporaschimmel heeft het de laatste jaren een stuk makkelijker gekregen. Het areaal suikerbieten is gegroeid en op menig bedrijf komen suikerbieten alweer binnen 3 à 4 jaar terug op hetzelfde perceel. “De schimmel kan op organisch materiaal makkelijk 3 jaar overleven”, weet Rolf Scholtens van BASF. “En als er niet wordt geploegd, stijgen de overlevingskansen.”

In de praktijk zijn op veel percelen dus al schimmelsporen aanwezig bij het begin van de teelt. “Cercospora kan de bietenplant al in een heel jong stadium infecteren”, vertelt Rolf. “en dat heb je meestal niet in de gaten. Als het klimaat vochtiger wordt, gaat de schimmel sporuleren. Meestal begint dat als het gewas sluit tussen de rijen, zo eind juni, begin juli. Ook neerslag of beregening luidt vaak het begin van een sporengolf in.”

Eigen proevenAls één van de weinige middelfabrikanten voert BASF jaarlijks eigen (demo)proeven uit. In die proeven werd duidelijk dat Opus Team uitstekend werkt op cercospora maar vaak te laat wordt ingezet. “In de huidige situatie met een groter areaal en nauwere rotaties willen we eigenlijk toe naar een preventief systeem”, stelt Scholtens. “Wachten totdat je een aantasting ziet, houdt risico’s in. Wij zijn erg blij met het suikerbieten bericht van Agrovision omdat het je laat zien wanneer er infectiedagen zijn geweest. Dat helpt je om het juiste startmoment voor de bladvlekkenbestrijding te bepalen.”

Als middel voor de eerste bespuiting gaat Scholten’s voorkeur uit naar Retengo Plust. Dat middel werkt sterk preventief op zowel cercospora

als stemphylium. Na maximaal tweeëneenhalve week volgt dan een bespuiting met Opus Team. “De fenpropimorf in Opus Team werkt zelf kort maar krachtig”, vertelt Rolf, “Maar een belangrijk neveneffect is dat het de epoxyconazool sneller op z’n plek brengt. En die actieve stof werkt langer en zowel curatief als preventief.”

StemphyliumMet de aanpak zoals hiervoor beschreven wordt ook de stemphylium-schimmel effectief het leven zuur gemaakt. “Deze bladschimmel gedijt het beste in nauwe bouwplannen met veel aardappelen en suikerbieten’, vertelt Scholtens. “Niet voor niets komt stemphylium veel voor in de Veenkoloniën.” Het gevaar van stemphylium schuilt hem in de korte vermeerderingscyclus; onder gunstige omstandigheden duurt die maar een week. De schade aan het blad neemt dan in een rap tempo toe. “Daarom geldt ook voor stemphylium dat de eerste klap een daalder waard is”, besluit Scholtens.

In h

et k

ort

Colo

fon

Rolf Scholtens, productspecialist suikerbieten BASF:

“ Bij cercospora is de eerste klap een daalder waard”

Het Bietenbulletin is een uitgave van BASF Nederland BV, Divisie Agro.

Wilt u meer weten over de specifieke eigenschappen van producten

van BASF, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier van

gewasbeschermingsmiddelen.

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.

Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

Opus® Team, Retengo® Plust, Focus® Plus en Frontier® Optima zijn

geregistreerde handelsmerken van BASF.

Emissie van GBM voorkomen

Het voorkomen van emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater is van essentieel belang. Het milieu dient maximaal beschermd te worden en een effectief middelenpakket moet behouden worden voor de toekomst. Om bewust te worden van de emissieroutes op het eigen erf, kunnen telers de erfemissiescan uitvoeren. Deze is te vinden op www.erfemissiescan.nl

Nog steeds worden bijvoorbeeld bodemherbiciden teruggevonden in het oppervlaktewater. Deze bodemherbiciden horen niet in het oppervlaktewater thuis. Er zijn diverse maatregelen die telers in acht kunnen nemen om de belasting van het oppervlaktewater te reduceren. Een speciale veldgids met handvatten voor telers is te vinden op www.nefyto.nl

BASF Nederland BVPostbus 1019 | 6801 MC Arnhemwww.agro.basf.nl | Twitter: @BASFagronl

Retengo Plust1 l/ha

Opus Team1 l/ha

Opus Team1 l/ha

2 - 3 weken 3,5 - 4 weken ≥ 4 weken ≥ 4 weken

Fungicide

Onkruidvrij tot het eind met Frontier Optima

Nakiemend onkruid kan in suikerbieten voor flinke problemen zorgen. Allereerst wordt de biet geremd in z’n groei door concurrentie om vocht en voedingstoffen. Dit kost suikeropbrengst. Nakiemers kunnen ook zorgen voor oogstproblemen en meer tarra. En als nakiemers zaad kunnen vormen, komt u het onkruid in het volggewas opnieuw tegen.

Frontier Optima is bij uitstek geschikt om problemen met nakiemers van breedbladigen en eenjarige grassen te voorkomen. Frontier Optima biedt een lange duurwerking en onderscheidt zich van andere bodemherbiciden doordat het zijn werk al doet bij relatief weinig vocht. Ook blijft het middel langer effectief op humeuze gronden. En bij tijdige inzet in de LDS-mix ondersteunt Frontier Optima ook de werking van de contactherbiciden.

Timing, spuitintervallen en middelenkeuze zijn bepalend voor het resultaat van de bladvlekkenziekten bestrijding in suikerbieten. In bovenstaand schema wordt de gemiddelde beschermingsduur aangegeven van een fungicide bespuiting. Begin op tijd (let op de IRS-waarschuwingen en raadpleeg regelmatig een BOS systeem). Stem vervolgens de intervallen af op de groei van het gewas. In de periode van

snelle bladgroei (juli t/m half augustus) is de beschermingsduur van de eerste bespuiting 2 tot maximaal 3 weken. Er wordt in die periode immers veel nieuw (en dus onbeschermd) blad gevormd. Zijn naast hoge mate van infectiekansen ook factoren aanwezig die voor een extra hoge cercospora druk zorgen (zie interview met Rolf Scholtens) houdt dan sowieso het kortst genoemde interval aan.

Adviesschema bladschimmelbestrijding