bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen...

62
1 Industriegebouwen Bijlage 6 - Koninklijk besluit van 7 juli 1994 KB van 1 maart 2009 2 1. Inleiding 2. Wettelijk kader 3. Doelstellingen 4. Toepassingsgebied 5. Indeling 6. Structurele elementen 7. Grootte van de compartimenten 8. Opdelen van een industriegebouw 9. Actieve brandbeveiliging 10. Afstand tussen de gebouwen 11. Evacuatie 12. Veiligheid van de hulpploegen Bijlage 6 Overzicht KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 1/62

Upload: others

Post on 08-Oct-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

1

IndustriegebouwenBijlage 6 - Koninklijk besluit van 7 juli 1994

KB van 1 maart 2009

2

1. Inleiding

2. Wettelijk kader

3. Doelstellingen

4. Toepassingsgebied

5. Indeling

6. Structurele elementen

7. Grootte van de compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10. Afstand tussen de gebouwen

11. Evacuatie

12. Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 1/62

Page 2: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

3

• Voorschriften voor industriegebouwen zijn

opgenomen in bijlage 6 bij het koninklijk besluit

van 7 juli 1994 (KB van 1 maart 2009 - BS 15.07.2009)

- geldt slechts voor nieuwe gebouwen, zoals dit het geval

is voor alle voorschriften in het koninklijk besluit van 7 juli

1994

- zelfde definities (nl. bijlage 1) als andere bijlagen bij het

koninklijk besluit van 7 juli 1994, maar enkele nieuwe

definities nodig

- zelfde afwijkingsprocedure, zoals voor elk uitvoerings-

besluit van de wet van 30 juli 1979, maar meer flexibiliteit

ingebouwd in de voorschriften

Wettelijk kaderKoninklijk besluit van 7 juli 1994

4

• Nieuwe definities voor:

- Structurele elementen - type I/II

- Compartimentwand

- Tussenvloer

- Open vloer

- Opslagplaats

- Bluswatervoorziening

- Brandbelasting

Wettelijk kaderKoninklijk besluit van 7 juli 1994

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 2/62

Page 3: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

5

• Art. 1. De technische specificaties die

opgenomen zijn in de bijlagen van dit besluit

zijn van toepassing op:

• De basisnormen zijn niet van toepassing op

bestaande gebouwen.

De op te richten gebouwen

De uitbreidingen aan bestaande gebouwen

maar beperkt tot het gedeelte van de

uitbreiding

Koninklijk besluit van 7 juli 1994Toepassingsgebied

6

• Op te richten gebouwen = gebouwen die na de

inwerkingtreding van de basisnormen zijn

opgericht of die nog opgericht moeten worden

Koninklijk besluit van 7 juli 1994Toepassingsgebied

UITZONDERING: op te richten

gebouwen waarvoor de

bouwaanvraag ingediend werd vóór

inwerkingtreding van de basisnormen

= BESTAANDE GEBOUWEN

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 3/62

Page 4: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

7

• Uitbreidingen vallen onder toepassing van het KB,

maar enkel het deel uitbreiding

- evacuatie via bestaand gedeelte moet voldoen aan de

‘geest’ van bijlage 6

- Rf van de structurele elementen als de stabiliteit van de

uitbreiding daarvan afhankelijk is

• Verbouwingen vallen niet onder toepassing van

het KB

- wel hanteren als leidraad (veiligheid mag niet

achteruitgaan en nieuwe elementen zoveel mogelijk

voldoen aan bijlage 6)

Koninklijk besluit van 7 juli 1994Uitbreidingen en verbouwingen van bestaande gebouw

8

1. Inleiding

2. Wettelijk kader

3. Doelstellingen

4. Toepassingsgebied

5. Indeling

6. Structurele elementen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 4/62

Page 5: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

9

• Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het

ontwerp, de bouw en de inrichting van

industriegebouwen moeten voldoen om:

- het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van

brand te voorkomen;

- de veiligheid van de aanwezigen te waarborgen;

- preventief het ingrijpen van de brandweer te

vergemakkelijken.

• Doelstellingen sluiten aan bij de fundamentele

voorschriften van de BPR

DoelstellingenAlgemeen (1.1)

10

1. Inleiding

2. Wettelijk kader

3. Doelstellingen

4. Toepassingsgebied

5. Indeling

6. Structurele elementen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 5/62

Page 6: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

11

• Een gebouw of gedeelte van een gebouw, dat

omwille van zijn constructie of inrichting bestemd is

voor doeleinden van bedrijfsmatige bewerking

(productiehal PVC-profielen, verbrandingsoven voor

afvalverwerking,..) of opslag van materialen of

goederen (havenopslagplaatsen, koelruimte voor

diepvriesproducten, stelplaats van bussen,...), het

bedrijfsmatige telen of opslaan van gewassen

(tuinbouwserres, bulkopslag van graan) of het

bedrijfsmatig houden van dieren (paardenstoeterij of

kippenkwekerij).

ToepassingWat is een industriegebouw? (zie verslag aan de Koning)

12

• Groothandels

- nadruk op verkoop of op opslag (kunnen klanten vrij

rondlopen?)

• Laboratoria

- nadruk op rechtstreekse koppeling aan de bedrijfsmatige

activiteit (valt de activiteit stil als het labo wegvalt?)

• Toonzalen

- nadruk op verkoop en ontvangen van klanten

ToepassingRandgevallen

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 6/62

Page 7: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

13

• Toegankelijk voor personen

- Indien enkel toegankelijk voor onderhoud, controle of

werken, dan is het geen gebouw (bvb. silo, onderstation,...)

• Overdekt

- Geen gebouw indien niet overdekt (bvb. petrochemische

installaties, bulkopslag in open lucht,...)

• Geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten

- moeilijk te beoordelen

- afstand van een punt

tot de rand kleiner dan

30 m

ToepassingGebouwen

14

• Kleine industriegebouwen

- maximaal één bouwlaag (een kelder mag ook nog)

- en totale oppervlakte kleiner dan 100 m2

• Open constructies

ToepassingUitzonderingen

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 7/62

Page 8: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

15

• Lokalen niet bestemd voor industriële activiteiten

- bvb. burelen, refter, leslokaal, showroom,...

- vallen onder toepassing van bijlage 2 (3 of 4) en zijn daarom

uitgesloten van bijlage 6 compartimentering noodzakelijk

- uitzondering voor dergelijke lokalen indien de oppervlakte

ervan per compartiment niet meer bedraagt dan 100 m2

- of als rechtstreeks noodzakelijk voor de industriële activiteit

ToepassingUitzonderingen

16

1. Inleiding

2. Wettelijk kader

3. Doelstellingen

4. Toepassingsgebied

5. Indeling

6. Structurele elementen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 8/62

Page 9: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

17

• Basispreventienormen onafhankelijk van de

bestemming Brandbelasting

IndelingBrandbelasting

Voordelen Nadelen

- gekend begrip - niet gekend bij ontwerp

- proefondervindelijk te

bepalen en te berekenen

- slechts één vd factoren

van de vuurdriehoek

- uitgebreide lijsten - variabel

- vaak gebruikt in modellen - geen rekening met

onverbrande brandstof

- ook gehanteerd in

regelgeving D en NL

- geen rekening met

tijdsfactor

18

• Industriegebouwen worden in klassen ingedeeld op

basis van brandbelasting

• Laat variatie van de brandbelasting toe binnen

bepaalde grenzen

IndelingIndeling van industriegebouwen in klassen (2.)

Klasse

A qfi,d 350 MJ/m2

B 350 MJ/m2 < qfi,d 900 MJ/m2

C 900 MJ/m2 < qfi,d

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 9/62

Page 10: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

19

• Als een industriegebouw opgedeeld is in

verschillende compartimenten, dan kan de klasse

bepaald wordt per compartiment

- specifieke voorschriften gelden dan enkel voor

desbetreffende compartiment

- gemeenschappelijk delen voldoen aan strengste

voorschriften

IndelingIndeling van compartimenten in klassen

20

• De bouwheer bepaalt de klasse en eventueel de

maatgevende brandbelasting

- ook als deze nog niet weet welke activiteit er zal in

plaatsvinden

• Bij ontstentenis wordt verondersteld dat gebouw tot

klasse C behoort en niet uitsluitend voor opslag

wordt gebruikt

- strengste voorschrift

IndelingIndeling door de bouwheer in klassen

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 10/62

Page 11: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

21

IndelingKarakteristieke brandbelasting (Bijl 1 Def. 6.1)

22

IndelingMaatgevende brandbelasting (Bijl 1 Def. 6.2)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 11/62

Page 12: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

23

• Brandbare materialen gelijkmatig verdeeld

- A = totale oppervlakte van het compartiment

• Brandbare materialen ongelijkmatig verdeeld

- lokaal 50 % hoger dan gemiddelde

- A = 1000 m2 (rechthoek B/L > 0,7)

Indeling – Maatgevende brandbelastingOppervlakte A

24

IndelingKarakteristieke brandbelasting

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 12/62

Page 13: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

25

• Brandbelasting = optelsom van alle brandbare

materialen (goederen, installaties, gebouw)

• Uitzondering: gebouw moet niet meegeteld worden

indien verwaarloosbaar

- bvb. brandbelasting < 100 MJ/m2

• Bijkomende uitzonderingen nog uit te werken door

ad hoc-werkgroep van de FOD Binnenlandse Zaken

(DIN 18230-1)

- bvb. materialen die opgeslagen of behandeld zijn zodat

verbranding uitgesloten is (bvb. ondergedompeld in water)

- brandwerend afgeschermde of afgescheiden materialen

- ...

Indeling – Maatgevende brandbelasting

Optelsom

26

IndelingKarakteristieke brandbelasting

Hoeveelheid die 80 % van de tijd niet

overschreden wordt

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 13/62

Page 14: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

27

IndelingKarakteristieke brandbelasting

28

• Netto verbrandingswarmte Hu = maximale

hoeveelheid energie die in geval van verbranding wordt

vrijgesteld (excl. latente energie in waterdamp)

- bepaald calorimetrische bom (NBN EN ISO 1716)

- 100 % O2, dus niet altijd

even realistisch

Indeling – Maatgevende brandbelastingNetto verbrandingswarmte Hu

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 14/62

Page 15: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

29

• In de literatuur zijn vele lijsten beschikbaar met

verbrandingswarmte van materialen

- ook op internet http://webbook.nist.gov/chemistry/

Indeling – Maatgevende brandbelastingNetto verbrandingswarmte Hu

30

IndelingKarakteristieke brandbelasting

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 15/62

Page 16: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

31

• Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare

kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig

verbranden correctiefactor (DIN 18230-1)

- brandwerende lokalen, kasten,... = 0

- brandbare of makkelijke breekbare verpakking = 1

- kleine metalen vaten ( < 450 l) op omgevingsdruk = 1

- vloeistoffen met vlampunt > 100°C = 1 (0,7) voor grootste

reservoir en = 0 voor andere reservoirs

- andere gevallen (bvb. opslag in drukvaten, vaten > 450 l)

= 0,8 voor grootste brandlast en = 0,55 voor de rest

Indeling – Maatgevende brandbelastingBeschermingsfactor

32

IndelingMaatgevende brandbelasting

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 16/62

Page 17: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

33

• Correctiefactor m houdt rekening met de gehele of

gedeeltelijke verbranding van materialen

- afhankelijk van de vorm van de materialen, verdeling ervan,

stapelingsdichtheid en de vochtigheid

- hoe groter m, hoe groter de impact op het gebouw

- resultaten van calorimetrische bom beter laten aansluiten bij

de werkelijkheid

• Lijsten met m-factoren in DIN 18230-3

• m varieert in functie van de hoogte van de stapeling

- m kan groter zijn dan 1 ?!

Indeling – Maatgevende brandbelastingVerbrandingsfactor m

34

• Voor tal van activiteiten zijn al steekproeven

gebeurd in bedrijven om de brandbelasting te

bepalen

• Deze richtwaarden zijn in lijsten opgenomen zodat

een ontwerper/bouwheer zonder de juiste inhoud

van het gebouw te kennen, toch weet wat te

verwachten

- lijsten zullen door FOD Binnenlandse Zaken

bekendgemaakt worden (ad hoc-werkgroep)

- indien niet in de lijst, kan de waarde altijd berekend worden

Indeling – Maatgevende brandbelastingLijsten met richtwaarden

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 17/62

Page 18: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

35

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

36

• De structurele elementen van een industriegebouw

moeten zo ontworpen en uitgevoerd worden dat de

volgende doelstellingen worden verwezenlijkt:

- de gebruikers en hulpverleners mogen niet bedolven raken

bij een instorting van het gebouw

- de bouwdelen en installaties die van belang zijn voor de

brandveiligheid (bv. compartimentswanden, bluswater-

leidingen, … ) mogen niet beschadigd raken bij de instorting

van een deel van het gebouw

- bij het instorten van het gebouw of delen daarvan mag de

veiligheid van de hulpverleners en gebruikers die zich

rondom het gebouw bevinden niet in het gedrang komen

Structurele elementenStabiliteit bij brand (verslag a/d Koning)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 18/62

Page 19: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

37

• De bouwelementen die de stabiliteit van het geheel

of van een gedeelte van het gebouw verzekeren

(zoals kolommen, dragende wanden, hoofdbalken,

afgewerkte vloeren en andere essentiële delen die

het geraamte of skelet van het gebouw vormen) en

die bij bezwijken aanleiding geven tot

voortschrijdende instorting

Structurele elementenDefinitie (Bijl. 1 - Def. Art. .15)

38

• Voortschrijdende instorting treedt op indien het

bezwijken van een constructieonderdeel aanleiding

geeft tot bezwijken van onderdelen van het gebouw

die zich niet bevinden in de onmiddellijke omgeving

van het beschouwde onderdeel en indien de

draagkracht van het overblijvende bouwwerk

onvoldoende is om de optredende belasting te

dragen

- onmiddellijke omgeving = kleinste waarde van 150 m2 of

15 % van de vloeroppervlakte (WG ad-hoc)

Structurele elementenDefinitie van voortschrijdende instorting (Bijl. 1 - Def. Art.1.15)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 19/62

Page 20: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

39

• Voorbeeld

Structurele elementenDefinitie

dragend, maar geen

structureel element

structureel element

40

• De bouwelementen die de stabiliteit van het geheel

of van een gedeelte van het gebouw verzekeren

(zoals kolommen, dragende wanden, hoofdbalken,

afgewerkte vloeren en andere essentiële delen die

het geraamte of skelet van het gebouw vormen) en

die bij bezwijken aanleiding geven tot

voortschrijdende instorting

- Type I - voortschrijdende instorting die zich kan uitstrekken

over de compartimentsgrenzen heen of die aanleiding geeft

tot beschadiging van de compartimentswanden

- Type II - elementen die bij bezwijken aanleiding geven tot

een voortschrijdende instorting beperkt tot het compartiment

Structurele elementenDefinitie Type I / Type II (Bijl. 1 - Def. Art.1.15)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 20/62

Page 21: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

41

Structurele elementenIndeling

42

• Onderscheid tussen type I en II

- geen eigenschap van het structureel element zelf, maar

hangt samen met belastingen, robuustheid, verbindingen,...

Structurele elementenDefinitie

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 21/62

Page 22: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

43

• Type I

• Zelfde eisen als voor compartimentswanden

- omdat het bezwijken van deze elementen ook invloed heeft

op het bezwijken van de compartimentswanden

Structurele elementenStabiliteit bij brand van structurele elementen van type I (3.1)

Klasse

A R 60

B / C R 120

44

• Type II

• Equivalente tijdsduur is een methode om de invloed

van reële brandomstandigheden te vertalen naar de

invloed onder blootstelling volgens ISO 834

Structurele elementenStabiliteit bij brand van structurele elementen van type II (3.1)

Klasse

A/B/C R te,d

te,d is de equivalente tijdsduur

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 22/62

Page 23: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

45

• Equivalente tijdsduur = maximum temperatuur die

optreedt in een element bij een reële brand

omgerekend naar de tijd waarbij deze temperatuur in

dat element optreedt bij een ISO-brand

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

46

• NBN EN 1991-1-2 (2003)

- is hetzelfde als EN 1991-1-2 (2002)

- is verschillend van NBN EN 1991-1-2 ANB (2008)

waarbij

Structurele elementenEquivalente tijdsduur – NBN EN 1991-1-2 (2003)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 23/62

Page 24: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

47

• te,d = f (kb, qfi,d, wf)

afhankelijk van:

- warmteverliezen langs

de wanden

- brandbelasting

- ventilatie van het lokaal

- geometrie van het

lokaal

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

48

• kb afhankelijk van:

- warmteverliezen langs

de wanden

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

Staal

Beton, baksteen,

glas

Hout, cellenbeton,

PUR, EPS

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 24/62

Page 25: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

49

• wf afhankelijk van:

- ventilatie van het lokaal

- geometrie van het

lokaal

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

hoogte van het

compartiment

verhouding van de oppervlakte

van de verticale openingen Av tov

de totale vloeroppervlakte Af

verhouding van de opper-

vlakte van de horizontale

openingen Ah tov de totale

vloeroppervlakte Af

50

• kc afhankelijk van:

- materiaal van het

structureel element

• kc = 1

- het materiaal van het structureel element (beton, staal, hout,

gemengd staal-beton) wordt niet in rekening gebracht

- equivalente tijdsduur wordt gebruikt als maat voor de

strengheid van de brand (niet voor de weerstand van het

element) en is dus onafhankelijk van de materialen die als

structureel element worden gebruikt

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 25/62

Page 26: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

51

• te,d = f (kb, qfi,d, wf)

afhankelijk van:

- kans op een brand, pfi

- aanvaarde kans op falen

• De kans op brand is

afhankelijk van de activiteit en de oppervlakte

- hoe groter de oppervlakte, hoe meer kans op brand

• q1 = factor die rekening houdt met de oppervlakte

• q2 = factor die rekening houdt met de activiteit

- in de WG is eigenlijk altijd ( q1· q2) gebruikt door in de

bepaling van q1 ook rekening te houden met de activiteit en

q2 = 1 te stellen

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

52

• te,d = f (kb, qfi,d, wf)

afhankelijk van:

- kans op een brand, pfi

- aanvaarde kans op falen

• De aanvaarde kans op falen door brand is

voor de structurele elementen beperkt tot 10-3

- in koude toestand is dit 1,3 x 10-6, er wordt dus van

structurele elementen van type II aanvaard dat ze vaker

instorten (cfr. DIN 18230-1)

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 26/62

Page 27: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

53

• te,d = f (kb, qfi,d, wf)

afhankelijk van:

- kans op een brand pfi en aanvaarde kans op falen pt

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

kans op een brand (aantal/m /jaar) = 5 x 10-6 (productie)

2 x 10-6 (opslag)

aanvaarde kans op falen door brand = 10-3

( )( )1 ,0,75 1- 0,27 ln - ln 0,9=q fi t

( )1,

t

fi

p

fi t p=waarbij

54

• Een opslagplaats is een overdekt geheel, dat

hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de opslag,

overslag en/of distributie van goederen, ongeacht

de duur ervan, bestaande uit één of meerdere

gebouwen met de eventueel daaraan verbonden

luifels en/of bijhorende constructies.

Structurele elementenOpslag (Bijl. 1 - Def. - art. 1.14.1)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 27/62

Page 28: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

55

• te,d = f (kb, qfi,d, wf)

afhankelijk van:

- efficiëntie van actieve

brandbeveiliging

• waarden ni uit NBN EN 1991-1-2

Structurele elementenEquivalente tijdsduur

56

• Bij de bepaling van de stabiliteit bij brand van de

structurele elementen houdt men rekening met de

algemene stabiliteit van het gebouw en de invloed

van de structurele elementen op elkaar. Daarbij

houdt men rekening met de uitzettingen en

vervormingen van de structurele elementen ten

gevolge van de blootstelling aan de brand.

- bij de controle van de stabiliteit ook rekening houden met

tweede orde-effecten zoals de verplaatsing van de

kolommen door de uitzetting van liggers of vloerplaten

Structurele elementenAlgemene stabiliteit bij brand (3.4.1)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 28/62

Page 29: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

57

• De brandweerstand van tussenvloeren en hun

draagstructuur is ten minste gelijk aan R 30.

Structurele elementenTussenvloeren (3.1)

R30

58

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 29/62

Page 30: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

59

• De oppervlakte van een industriegebouw of van een

compartiment daarvan wordt beperkt ifv brandlast

• De maximaal toelaatbare oppervlakte wordt bepaald

door deling van bovenvermelde energiewaarden

door de maatgevende brandbelasting.

Grootte van de compartimentenMaximale oppervlakte in functie van de beheersbaarheid van

de brand (3.2)

Maximale brandlast

5 700 GJ zonder sprinklers

34 200 GJ met sprinklers

Amax = 5 700 GJ

qfi,d

Amax = 34 200 GJ

qfi,d

of

60

• De maximale oppervlakte van een compartiment

Amax wordt verminderd met volgende factoren

Grootte van de compartimentenMaximale oppervlakte in functie van tussenvloeren

0,2meer dan 3

Aantal tussenvloeren Correctiefactor

1 0,75

2 0,5

3 0,25

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 30/62

Page 31: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

61

• De maximale oppervlakte van een compartiment

Amax wordt verminderd met volgende factoren

Grootte van de compartimentenMaximale oppervlakte in functie van boven elkaar gelegen

compartimenten

Correctiefactor

meerdere compartimenten

boven Ei (LG, MG)

0,25

meerdere compartimenten

boven Ei (HG)

0,1

compartimenten onder Ei 0,1

62

• Voorbeeld

Grootte van de compartimentenMaximale oppervlakte in functie van bouwlagen en tussenvloeren

1

21

0,75 0,25 = 0,188

0,50 0,25 = 0,125

1,00 0,10 = 0,100

Het aantal tussenvloeren is het

maximale aantal tussenvloeren

dat door een willekeurige

verticale lijn wordt doorlopen.

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 31/62

Page 32: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

63

Grootte van de compartimentenType-oplossingen (3.3)

• Oppervlakte van compartimenten wordt beperkt

door:

- maximale brandbelasting (5 700 GJ of 34 200 GJ)

- R van de structurele elementen van type II omdat te,d ook

afhankelijk is van de oppervlakte

• Type-oplossingen uitgewerkt omdat

- de maatgevende brandbelasting is niet altijd gekend (bv.

als de activiteit op het ogenblik van de bouwplannen nog

niet gekend is)

- de berekening van de equivalente tijdsduur is niet

gemakkelijk en bovendien laten oplossingen op maat

weinig flexibiliteit toe.

64

Grootte van de compartimenten‘Gemiddeld’ industriegebouw

RWA (1,5 %)

lichtdoorlatende

oppervlakken (3,5 %)

12 m hoogte

poort 5 x 5 m en een deur

elke 20 m poort 5 x 5 m en een deur

elke 18 m

bovenlicht 1,2 m

breedte = 1/3 x lengte

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 32/62

Page 33: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

65

Grootte van de compartimentenType-oplossingen

Geen R vereist R 15

maar enkel controleberekening

nodig bij knikgevoelige

elementen of bijzondere gevallen

(bvb. grote vaste lasten)

66

Grootte van de compartimentenType-oplossingen

Verbeterd

e bereikbaarheid

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 33/62

Page 34: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

67

Grootte van de compartimentenType-oplossingen

• Type-oplossingen worden ‘verondersteld’ te

voldoen aan de voorschriften van punt 3.1 en 3.2

- Dus ook als de brandbelasting hoger is dan 1250 MJ/m

- Of gebouw enigszins afwijkt van het ‘gemiddeld’

industriegebouw

• Geldt in principe slechts voor gebouwen met één

bouwlaag

- Technisch ook uitbreidbaar naar gevallen met

tussenvloeren en bouwlagen mits toepassen van de

correctiefactoren

- Omgekeerd ook 60 % verhoging voor verbeterde

bereikbaarheid technisch uitbreidbaar naar punt 3.2

68

Grootte van de compartimentenCompartimentswand (3.4)

• De compartimentwanden, zowel horizontale als

verticale, hebben een brandweerstand die ten

minste gelijk is aan de brandweerstand vermeld in

de tabel

- rekening houden met de algemene stabiliteit en tweede

orde-effecten ingevolge uitzettingen

Klasse

A EI 60

B / C EI 120

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 34/62

Page 35: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

69

Grootte van de compartimentenCompartimentswand (3.4.3)

• De aansluiting van de compartimentwand met het

dak of gevel is zo ontworpen en uitgevoerd dat in

geval van brand het risico van verspreiding van

brand en rook naar het aanpalend compartiment

beperkt wordt

70

Grootte van de compartimentenCompartimentswand (3.4.2)

• Openingen in compartimentwanden die nood-

zakelijk zijn voor de doorgang van gebruikers en

voertuigen zijn afgesloten met zelfsluitende of bij

brand zelfsluitende deuren met een

brandweerstand EI1 60.

• Doorvoeringen doorheen wanden van leidingen

voor fluïda of voor elektriciteit en de uitzetvoegen

mogen de vereiste weerstand tegen brand van de

bouwelementen niet nadelig beïnvloeden.

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 35/62

Page 36: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

71

Passieve brandbeveiligingCompartimentswand – Aansluiting met dak en gevel (3.4.3)

• Alternatief door horizontale brandwerende

schermen te voorzien in het dak loodrecht op de

compartimentswand (of verticale in de gevel)

- langs weerszijden over een horizontale afstand van 2 m

(of 1 m voor de gevels)

- en opgebouwd uit onbrandbare materialen om

branduitbreiding via de isolatie te vermijden

72

Passieve brandbeveiligingCompartimentswand – Aansluiting met dak en gevel

• Alternatief door horizontale brandwerende

schermen te voorzien in het dak loodrecht op de

compartimentswand (of verticale in de gevel)

- Opgelet op stabiliteit van het

brandwerende scherm

- Aanduiden van de wanden op

de buitengevel

- Cannelures boven- en onderaan

dichtmaken en isolatie vastzetten

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 36/62

Page 37: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

73

Passieve brandbeveiligingCompartimentswand – Aansluiting met dak en gevel

• Daken van verschillende hoogte

74

Grootte van de compartimentenCompartimentswand (3.5)

• De buiten- en compartimentswanden zijn zo

ontworpen en uitgevoerd dat in geval van brand

het risico dat de wanden van het geteisterde

compartiment naar buiten toe bezwijken beperkt

is.

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 37/62

Page 38: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

75

Passieve brandbeveiligingStructurele elementen

• Ligger bevestigen aan de kolommen

- ligger moet als ketting de kolommen naar binnen trekken

• Scharnierverbinding aan basis kolommen vermijden

• Rf van kolom > Rf van ligger

- om te vermijden dat de kolommen in de uitzettingsfase al bezwijken

• Rekenregels voor verplaatsing en krachten in ligger

76

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 38/62

Page 39: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

77

• Indien onder eenzelfde dak maar geen fysische

scheiding tussen de verschillende entiteiten omdat

er samenwerking is tussen deze entiteiten worden

zij niet beschouwd als verschillende industriële

activiteiten.

• Als een gebouw wordt opgedeeld in verschillende

delen, gescheiden door wanden, vaak met afzonder-

lijke in- en uitgangen, waarbij de gebruikers van de

verschillende delen tot verschillende entiteiten

behoren en geen band met elkaar hebben, dan is er

wel sprake van verschillende industriële activiteiten

Opdelen van een industriegebouwVerschillende industriële activiteiten (4.1)

78

• Verschillende industriële activiteiten in

afzonderlijke compartimenten

• Uitzondering:

Opdelen van een industriegebouwPrincipe

klasse A

klasse B

klasse C

klasse A

2000 m

> 2000 m

Compartimentswand

EI 120 (door het dak)

Brandwerende wand

EI 60 (tot tegen het dak)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 39/62

Page 40: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

79

• Artikel 7 van de Codex over het Welzijn op het Werk

- Samenwerking en coördinatie noodzakelijk

- Uitwisselen van informatie

• Compartimentswanden moeten over de volledige

hoogte van een bedrijf in een verticaal vlak door

lopen. Ze mogen niet verspringen. Ze mogen wel

op een bepaalde bouwlaag eindigen. (4.2)

- Om te vermijden dat er een doolhof ontstaat

Opdelen van een industriegebouwVerschillende industriële activiteiten

80

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 40/62

Page 41: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

81

• Het ontwerp, de uitvoering, het gebruik en het

nazicht van de actieve brandbeveiligingsinstallaties

voldoen aan de regels van goed vakmanschap en

aan de geldende normen terzake.

- De actieve brandbeveiligingsinstallaties zijn daarbij zo

uitgevoerd dat de verschillende componenten onderling

compatibel zijn. Zij werken in synergie zodat de werking of

het defect van een component, de werking van de andere

installaties en componenten niet in het gedrang brengt.

• De actieve brandbeveiligingsinstallaties worden op

regelmatige tijdstippen nagekeken en onderhouden

door een ter zake bevoegd organisme of persoon.

Actieve brandbeveiligingAlgemeen (5.1)

82

• De ‘regels van goed vakmanschap’ zijn de kennis

en zorgzaamheid naar de gebruiken van het vak en

de stand van de wetenschap.

- In de praktijk het geheel van de bepalingen beschreven in

normen opgesteld of geregistreerd door het Belgisch Bureau

voor normalisatie (NBN) (of ook in toepasselijke Europese of

buitenlandse normen), in voorschriften van verzekeraars, in

specifieke cursussen, in vakbladen, etc..

- Nakijken of er passende Belgische normen zijn, waarna bij

ontstentenis daarvan nagekeken wordt welke algemeen

aanvaarde regels er bestaan (bv. gerespecteerde Europese

of internationale normen (CEN, ISO, …), voorschriften van

verzekeraars (CEA, VdS, FM,…)).

Actieve brandbeveiligingRegels van goedvakmanschap

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 41/62

Page 42: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

83

• Industriegebouwen zijn uitgerust met een passende

automatische branddetectie-installatie van het type

algemene bewaking.

- Uitzondering: Industriegebouwen van de klasse A met een

oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 2000 m volstaat een

branddetectie-installatie met handbediende brandmelders.

• Automatische branddetectieinstallatie is ontworpen

en uitgevoerd volgens de regels van goed

vakmanschap.

- Keuze van de detectoren is aangepast aan de aanwezige

risico's en ifv een snelle ontdekking van de brand.

- De branddetectieinstallatie geeft automatisch een aanduiding

van de brandmelding en de plaats ervan.

Actieve brandbeveiligingBranddetectie (5.2)

84

• Om de ontwikkeling en de verspreiding van brand en

rook in het getroffen compartiment te beperken, is

het industriegebouw uitgerust met een rook- en

warmteafvoerinstallatie (RWA-installatie).

• Uitzonderingen:

1) klasse A en S 10 000 m ;

2) klasse B en S 500 m ;

3) compartimenten voorzien van een automatische gas- of

watermistblusinstallatie of een ESFR-sprinklerinstallatie.

Actieve brandbeveiligingRook- en warmteafvoer (5.3)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 42/62

Page 43: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

85

• De RWA-installatie voldoet aan de voorwaarden

vastgelegd in de norm NBN S 21 08-1

- behoudens punten 18 en 19 van deze norm (controle ontwerp en

periodiek nazicht door geaccrediteerde instelling)

• Voor compartimenten waarvan de vloeroppervlakte

kleiner is dan of gelijk is aan 2000 m mag evenwel de

aerodynamische oppervlakte van de RWA-verluchters

en de luchttoevoer berekend worden à rato van ten

minste 2 % van de dakoppervlakte

- hoogte van de gestapelde goederen en de hoogte van de

bovenkant van de luchttoevoeropeningen maximaal 70 % van

de hoogte tot de RWA-verluchters bedraagt

- mag ook berekend worden volgens NBN S 21-208-1

Actieve brandbeveiligingRook- en warmteafvoer (5.3.1)

86

• De RWA-installatie wordt bediend door de

automatische branddetectie-installatie,

- met uitzondering van die gevallen waarin het compartiment

uitgerust is met een automatische blusinstallatie van het type

sprinkler of ruimtebeveiliging.

• Ze moet eveneens handmatig kunnen worden

bediend.

• Indien een compartiment uitgerust is met een

sprinklerinstallatie, wordt de RWA-installatie, in

afwijking van NBN S 21-208-1, automatisch bediend

door de alarmklep van de sprinklerinstallatie.

Actieve brandbeveiligingRook- en warmteafvoer (5.3.2)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 43/62

Page 44: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

87

• Automatische blusinstallaties zijn niet verplicht, maar

als een industriegebouw of een compartiment

uitgerust is met een algemene automatische

blusinstallatie voldoet deze aan de regels van goed

vakmanschap.

Actieve brandbeveiligingAutomatische blussing (5.4)

88

• Elk begin van brand wordt aan de territoriaal

bevoegde brandweer gemeld.

• Daartoe staan de signalen van de branddetectie-

centrale en van automatische blusinstallaties

doorlopend onder toezicht van een of meerdere

bekwame personen en dit lokaal, op afstand of een

combinatie van beide.

- Bij de aankomst op de interventieplaats moet de brandweer in

contact kunnen treden met een verantwoordelijke van het

industriegebouw.

Actieve brandbeveiligingDoormelding (5.5)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 44/62

Page 45: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

89

• Het toezicht op de werking en de bediening van de

verschillende actieve brandbeveiligingsinstallaties

van het gebouw gebeuren vanuit een centrale

controle- en bedieningspost kunnen.

- De wanden die dit lokaal scheiden van de rest van het

gebouw hebben minstens EI 60.

- De ligging van het lokaal wordt bepaald in overleg met de

territoriaal bevoegde brandweer, zodat de maximale

loopafstand van buiten tot het lokaal 15 m bedraagt. Het

lokaal is van buiten toegankelijk ofwel rechtstreeks ofwel via

een gang met wanden die minstens EI 60 hebben en deuren

die minstens EI1 30 hebben.

- Het lokaal is uitgerust met veiligheidsverlichting.

Actieve brandbeveiligingCentrale controle en bedieningspost (5.6)

90

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 45/62

Page 46: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

91

• Brandoverslag naar belendende gebouwen dient

te worden voorkomen om de veiligheid van

personen die zich in deze belendende gebouwen

bevinden te verzekeren, en om de hulpdiensten in

staat te stellen de brand meester te worden.

• Daartoe moet:

- de straling van de brand te worden beperkt tussen

gebouwen die los van elkaar staan;

- de branddoorslag te worden tegengegaan tussen

gebouwen met een gemeenschappelijke wand;

- de verspreiding van de brand van en naar het dak te

worden beperkt.

Afstand tussen gebouwenDoelstelling

92

• Om te vermijden dat een brand tussen twee

tegenoverstaande gebouwen kan overslaan, mag

de straling van een brand op de tegenoverstaande

gebouwen niet meer dan 15 kW/m bedragen.

- 15 kW/m is een richtwaarde die ook in Nederland

(NEN 6068) gehanteerd wordt

- ‘piloted ignition’ mogelijk van hout, geen spontane brand

Afstand tussen gebouwenStraling beperken

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 46/62

Page 47: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

93

Afstand tussen gebouwenStraling beperken

215 mkWII EC=

Straling geproduceerd door de brand:

- 45 kW/m indien beheerst door brandstof

- 170 kW/m indien beheerst door luchttoevoerE

V

A

A=

waarbij:

AV oppervlakte van de straler (bvb. openingen)

AE oppervlakte van de omgeschreven rechthoek

Vormfactor die het deel van de energie weergeeft die een

straler uitzend naar een bepaald punt

Bvb.

+++

++=

22222222arctanarctan

2

ZY

X

ZY

Y

ZX

Y

ZX

X

94

Afstand tussen gebouwenStraling beperken

Omgeschreven rechthoek

(indien wand EI 60 heeft)

+++

++=

22222222arctanarctan

2

ZY

X

ZY

Y

ZX

Y

ZX

X

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 47/62

Page 48: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

95

• Industriegebouw wordt verondersteld hieraan te

voldoen als de afstand tov tegenoverstaande

gebouwen groter is dan of gelijk aan de afstand

zoals bepaald in tabel.

Rf van de gevel % openingen zonder Rf Afstand (in m)

EI (i o) 60

0 % 0

0% % openingen < 10 % 4

10% % openingen < 15 % 8

15% % openingen < 20 % 12

% openingen 20 % 16

Geen Rf

of < EI (i o) 6016

Afstand tussen gebouwenType-oplossingen (6.1)

Ind

ien

bei

de

gev

els

op

het

zelf

de

per

ceel

,

Rf

va

n d

e g

evel

met

gro

ots

te R

f

An

der

s R

f va

n t

e o

ntw

erp

en g

evel

E 60 volstaat indien:beide gevels E 60op hetzelfde perceelen tussenafstand > hoogte van hoogste gevel

96

• Bij de bepaling van de tussenafstand ten opzichte

van gebouwen op naburige percelen dient de

afstand tot aan de perceelsgrens groter of gelijk te

zijn aan de helft van de minimale tussenafstand.

Afstand tussen gebouwenSpiegelsymmetrie (6.2)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 48/62

Page 49: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

97

Afstand tussen gebouwenBrandbare goederen (6.3)

• Opslag van brandbare goederen is enkel

toegelaten indien deze goederen op een afstand

van tegenoverstaande gebouwen liggen die

minstens aan dezelfde voorschriften voldoet als

voor de gevels

- brand kan overslaan naar

brandbare goederen die in

de buurt zijn opgeslagen en

dan naar het andere gebouw

- vnl. voor systematische en

langdurige opslag van brandbare goederen (bv. houten

laadborden) tussen de beide gebouwen. Vrachtwagens of

verrijdbare afvalcontainers zijn hier niet geviseerd.

98

Afstand tussen gebouwenSprinklers (6.4)

• De minimale tussenafstand wordt voor de gevels

van gebouwen uitgerust met een sprinkler-

installatie gehalveerd.

- Regels van de goed praktijk voor sprinklers kunnen grotere

afstanden vereisen bvb. 10 m of 1,5 keer de hoogte van de

gestapelde goederen (NBN EN 12845)

• Indien gebouwen bovendien op hetzelfde perceel

gelegen zijn en beide gebouwen uitgerust zijn met

een automatische blusinstallatie, is er geen

minimale tussenafstand vereist.

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 49/62

Page 50: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

99

Afstand tussen gebouwenGemeenschappelijke wanden (6.5)

• De gemeenschappelijke wanden van belendende

gebouwen moeten voldoen aan de voorschriften

van compartimentwanden

- EI 60 voor klasse A

- EI 120 voor klasse B of Choogste klasse is bepalend

100

Afstand tussen gebouwenBrandgedrag van daken (6.6)

• De dakbedekking van het industriegebouw

behoort tot klasse BROOF (t1)

- Systeemproef isolatiemateriaal van het dak en

ondergrond maken deel uit van de proefopstelling

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 50/62

Page 51: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

101

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

102

• De gebruikers beschikken over ten minste twee

uitgangen die toegang geven tot een veilige plaats.

- Het eerste gedeelte van de af te leggen weg naar deze

uitgangen mag gemeenschappelijk zijn.

- De kans dat gebruikers door een brand ingesloten raken

dient beperkt te zijn. Daarom geldt als algemeen principe

dat de gebruikers steeds over een tweede ontruimings-

mogelijkheid beschikken die kan worden gebruikt als de

eerste door de brand onbruikbaar geworden is.

• De uitgangen zijn gelegen in tegenovergestelde

zones.

EvacuatieAantal uitgangen (7.1.1)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 51/62

Page 52: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

103

• Uitgangen liggen in tegenovergestelde zones als

de hoek tussen twee verbindingslijnen groter is

dan 45°en dit voor elk willekeurig punt in het

compartiment

- Na te kijken bij het begin

van de af te leggen weg

waar twee uitgangen

vereist zijn

EvacuatieAantal uitgangen – Tegenovergestelde zones

104

• Liggen 3 en 4 in tegenovergestelde zones als

12 30 m en 13 60 m ?

EvacuatieAantal uitgangen – Tegenovergestelde zones

• En nu ? Hoelang mag 13 bedragen?

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 52/62

Page 53: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

105

• Eén uitgang is slechts noodzakelijk:

- voor de lokalen, compartimenten of bouwlagen waar

tijdens de normale bedrijfsactiviteiten sporadisch een

beperkt aantal personen aanwezig zijn voor onderhoud en

controle van de installaties

- wanneer voor lokalen, compartimenten of bouwlagen met

minder dan 50 gebruikers, de af te leggen weg om een

veilige plaats te bereiken kleiner is dan deze die

gemeenschappelijk mag zijn

EvacuatieAantal uitgangen - Uitzondering (7.1.2)

106

• Aantal personen wordt bepaald in functie van het

werkelijke aantal

• Indien niet gekend bij ontwerp geldt

- 1 persoon per 10 m in kleine compartimenten (A < 1600 m )

- 1 persoon per 30 m in grote compartimenten (A > 4800 m )

- en 160 personen voor compartimenten daar tussenin

EvacuatieAantal personen (verslag a/d Koning)

0

5

10

15

20

25

30

35

0 1600 3200 4800 6400 8000 9600

Oppervlakte (m_)

Aan

tal m

_ p

er

pers

oo

n

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 53/62

Page 54: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

107

• Af te leggen weg tot veilige plaats wordt beperkt

zoals aangegeven in de tabel

EvacuatieAf te leggen weg (7.2)

Gemeenschappelijk

deel (in m)

Totaal (in m)

Niet gesprinklerd 30 60

20 40

Gesprinklerd 45 90

30 60

2/3 te hanteren in geval van

afstanden in vogelvlucht

108

• De wegen naar die uitgangen worden vrij gehouden.

- Ze zijn zodanig ingeplant dat de aanwezige personen

ongehinderd een veilige plaats kunnen bereiken.

• Elke uitgang of ontruimingsweg kan in geval van

brand onmiddellijk gebruikt worden om het gebouw

te verlaten of een veilige plaats te bereiken.

- Indien deze deuren vergrendeld zijn, dient de vergrendeling

te gebeuren door middel van elektromechanische of

elektromagnetische sloten en voldoet aan de principes van

de positieve veiligheid, moeten alle vergrendelde deuren van

het gebouw automatisch ontgrendeld worden in geval van

branddetectie, alarm of stroomonderbreking en kan elke deur

ter plaatse worden ontgrendeld.

EvacuatieUitgangen (7.2)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 54/62

Page 55: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

109

• De maximale afmetingen van een compartiment

zullen deels worden bepaald door de afstanden tot

de uitgangen (gevolg)

EvacuatieAf te leggen weg

110

• De uitgangen, ontruimingswegen en brand-

beveiligingsmiddelen worden aangeduid met goed

waarneembare en herkenbare signalisatie die

voldoet aan de bepalingen betreffende de

veiligheids- en gezondheidssignalering op het

werk.

• Ze worden uitgerust

met een veiligheids-

verlichting.

EvacuatieSignalisatie (7.4)

H d/S

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 55/62

Page 56: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

111

• Alle gebruikers worden tijdig op de hoogte

gebracht dat er brand is en dat er mogelijkerwijs

tot ontruiming van het gebouw overgegaan moet

worden.

- De industriegebouwen met een oppervlakte groter dan of

gelijk aan 500 m dienen daartoe uitgerust te zijn met een

gepaste alarminstallatie.

• In geval van brand, kunnen de gebruikers de

brandweer tijdig verwittigen en kan de brandweer

in contact treden met een verantwoordelijke van

het industriegebouw.

EvacuatieAlarm & melding (7.5)

112

6. Structurele elementen

7. Grootte van compartimenten

8. Opdelen van een industriegebouw

9. Actieve brandbeveiliging

10.Afstand tussen gebouwen

11.Evacuatie

12.Veiligheid van de hulpploegen

Bijlage 6Overzicht

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 56/62

Page 57: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

113

• Eén of meerdere veilige en doelmatige opstel-

plaatsen ingericht die te allen tijde gemakkelijk

bereikbaar zijn voor de brandweervoertuigen

• Aantal en de ligging van de opstelplaatsen zijn, in

akkoord met de bevoegde brandweer, bepaald zodat:

- de afstand van de brandweertoegang van het gebouw tot een

opstelplaats beperkt is;

- ten minste van de buitenwanden van gebouwen met

S 2500 m is bereikbaar;

- alle buitenwanden van gebouwen met S 5000 m zijn

bereikbaar en de toegangswegen zijn niet doodlopend;

- het opgestelde voertuig kan geen schade oplopen door de

brand.

Veiligheid van de hulpploegenBereikbaarheid (8.1.1)

114

• Voor kleinere gebouwen opstelplaats in de buurt

(max. 40 m) van de brandweertoegang tot de centrale

controle- en bedieningspost van het industriegebouw.

• Voor grotere gebouwen geldt dat een gedeelte van de

gevels bereikbaar moet zijn. Dit veronderstelt bijkomende

opstelplaatsen vanaf waar de brandweer deze gevels kan

bereiken (max. 40 m).

• Opstelplaatsen op maximaal 15 m van een hydrant van de

primaire bluswatervoorziening.

(cfr Verslag aan de Koning)

Veiligheid van de hulpploegenBereikbaarheid

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 57/62

Page 58: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

115

• Afmetingen opstelplaatsen minstens

volgende afmetingen:

• 20 m x 5 m als de voertuigen achter

elkaar geplaatst worden

(8 m indien doodlopend)

• 10 m x 10 m als de voertuigen naast

elkaar geplaatst worden.

• Opstelplaatsen tot gevel op max. 40 m.

(cfr Verslag aan de Koning)

116

• De toelaatbare oppervlakte van de compartimenten van

de industriegebouwen kan voor bepaalde klassen (zie

tabel 2) verhoogd worden indien deze compartimenten

vlot bereikbaar zijn voor de brandbestrijding.

• De volgende voorwaarden worden nageleefd :

ー het terrein waarop het gebouw gelegen is, is bereikbaar langs

twee onafhankelijke ingangen; deze ingangen zijn op het

perceel met elkaar verbonden door een toegangsweg voor de

brandweer;

ー minstens de helft van de wanden van het compartiment zijn

buitenwanden die bereikbaar zijn voor de brandweer.

Veiligheid van de hulpploegenVerbeterde bereikbaarheid (8.1.2)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 58/62

Page 59: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

117

118

Veiligheid van de hulpploegenVerbeterde bereikbaarheid

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 59/62

Page 60: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

119

• In het industriegebouw zijn voldoende aangepaste

blusmiddelen aanwezig. De aard en de hoeveelheid

worden in overleg met de territoriaal bevoegde

brandweer bepaald door de exploitant in functie van

de aard en de omvang van het brandrisico.

- Eerste interventieploegen en gebruikers hebben gepaste en

voldoende (draagbare en mobiele) blusmiddelen die mogelijk

maken om een begin van brand snel te blussen

- Keuze en plaatsing van de draagbare en mobiele blustoestel-

len beantwoorden aan de regels van goed vakmanschap

- Brandweer kan verzoeken om voor de brandbestrijding

specifieke blusmiddelen ter beschikking te houden.

Veiligheid van de hulpploegenBlusmiddelen (8.2.1)

120

• In de onmiddellijke nabijheid van het industrie-

gebouw beschikt de brandweer over een primaire

bluswatervoorziening die snel door de brandweer kan

gebruikt worden.

• Deze primaire bluswatervoorziening kan, in overleg

met de brandweer, aangevuld worden met een

secundaire en eventueel tertiaire

bluswatervoorziening.

Veiligheid van de hulpploegenBluswatervoorziening (8.2.2)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 60/62

Page 61: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

121

• De bluswatervoorziening wordt onderverdeeld in drie

verschillende soorten bronnen:- de primaire bluswatervoorziening snel inzetbaar door het

eerste voertuig en dient voor een eerste aanval (bv. het

openbaar leidingnet met hydranten) (NVBR 60m3/h);

- de secundaire bluswatervoorziening mogelijk iets verder van

het industriegebouw gelegen en die de brandweer voldoende

tijd moet bieden om de tertiaire bluswatervoorziening

operationeel te krijgen (bv. een grotere waterleiding op enkele

honderden meters of een waterreservoir op het industriegebied);

(Debiet ten minste 90 m3/h - tijdspanne NVBR 4 u)

- de tertiaire bluswatervoorziening die voorziet in een quasi

onbeperkte hoeveelheid bluswater maar mogelijk op grotere

afstand ligt (bv. een kanaal op enkele kilometers). NVBR: 240 m3/h -

ongelimiteerd - afstand 1 tot 3 km

Veiligheid van de hulpploegenBluswatervoorziening (Verslag a/d Koning)

122

Veiligheid van de hulpploegenBluswatervoorziening

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 61/62

Page 62: Bijlage 6 - brandweer.wobra.be · • Materialen die opgeslagen zijn in onbrandbare kisten, metalen reservoirs,... zullen niet volledig verbranden correctiefactor (DIN 18230-1) -

123

Voorbeeld: 10.000 m2

Tabel “verslag aan de Koning”

Klasse A Klasse C

Debie t 5.000 lpm 8.000 lpm

NFPA 1142 Noncombustable construction

108.000 ft2

Light hazar d High hazar d

Debie t 13.300 lpm (3500 gpm) 20.900 lpm (5500 gpm)

D9 document technique (INESC – FFSA - CNPP– France)

Voorbeeld stockage tot 3 m. h./ R structuur < 30 (Watervoorraad = debiet x 2 uur)

Laag risico Hoog risico

Debie t 10.000 lpm (600 m3/h) 20.000 lpm (1200 m3/h)

Veiligheid van de hulpploegenBluswatervoorziening

124

• Indien de brandweer daarom verzoekt, dient de

exploitant de informatie ter beschikking te stellen

voor de opmaak van een interventieplan- een inplantingsplan van het gebouw met de straten, de toegangen tot het

terrein (met inbegrip van de manier waarop men zich toegang tot het

terrein kan verschaffen – conciërge, nachtwaker, sleutelkluis, code,…),

de nabijgelegen gebouwen, de bruikbare bluswatervoorzieningen,…

- de grondplannen van de verschillende bouwlagen van het gebouw met

vermelding van de bouwwijze van draagstructuur, dak en gevels, de

aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en andere risico’s (bv. putten, HS-

installatie,…), de aanwezige actieve brandbeveiligings-installaties (RWA,

sprinklers, detectie,…), de ligging van de compartimentswanden, de

ingangen, de centrale controle- en bedieningspost, de hoofd-afsluiters van

de nutsvoorzieningen en andere leidingen met gevaarlijke stoffen,…

- de specifieke uitrukprocedures (bv. afspraken over bijstand en

versterking, groot watertransport, meetploegen,…), te

contacteren/waarschuwen personen,…

Veiligheid van de hulpploegenMonodisciplinaire interventieplannen (8.3)

KB Basisnormen Bijlage 6 - Industriële gebouwen 62/62