bio-ingenieus januari 2010

31
Bio-ingenieus TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN DRIEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI-MAART 2010 13E JAARGANG NR. 2 JANUARI 2010 Tijdschrift Toelating gesloten verpakking nr. 2/180 Verschijnt 4x per jaar Afgiftekantoor 3000-Leuven 1 België - Belgique P.B./P.P. 3000 Leuven 1 B-4883 V.U. Rony Swennen Erkenning: P4A9149 4 Smakelijk…

Upload: trankhuong

Post on 11-Jan-2017

222 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Bio-ingenieus januari 2010

Bio-ingenieusTIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN

DRIEMAANDELIJKS JANUARI-FEBRUARI-MAART 2010 • 13E JAARGANG • NR. 2 • JANUARI 2010

Tijdschrift Toelating gesloten verpakking nr. 2/180

Verschijnt 4x per jaarAfgiftekantoor

3000-Leuven 1

België - Belgique

P.B./P.P.

3000 Leuven 1B-4883

V.U. Rony SwennenErkenning: P4A9149

4Smakelijk…

Page 2: Bio-ingenieus januari 2010

22

COLOFON

‘Bio-ingenieus’ is de nieuwsbrief van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen (FBIW) van deK.U.Leuven en haar afgestudeerden. Met deze nieuwsbrief willen de alumni, het personeel en de studenten van de Faculteit Bio-ingenieursweten-schappen voeling met elkaar houden en de band tussen de faculteit en haar afgestudeerden bewaren.

FREQUENTIE‘Bio-ingenieus’ verschijnt viermaal per jaar om de drie maanden nl. in januari, april, juli en oktober.Artikels en ander materiaal moeten uiterlijk 8 wekenvoor de verschijningsmaand op de redactie zijn.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVERRony Swennen

REDACTIEHoofdredacteur: Jos Van PeltRedactiesecretaris: Marleen Suckers Leden van de redactie: Nadia Everaert, Lynn Lemoine,Herman Ramon, Kristel Rock, Dirk Springael,Marleen Suckers, Ann Van Loey, Jos Van Pelt

REDACTIEADRESBio-ingenieusFaculteit Bio-ingenieurswetenschappenDienst Externe RelatiesKasteelpark Arenberg 37 bus 23003001 HEVERLEEtel. + 32 16 32 16 29fax + 32 16 32 19 [email protected]

NUTTIGE ADRESSENFaculteit Bio-ingenieurswetenschappenKasteelpark Arenberg 20 bus 23003001 HEVERLEEtel. + 32 16 32 16 19fax + 32 16 32 19 99

URL K.U.Leuven: www.kuleuven.beURL FBIW: www.biw.kuleuven.be

Provinciale contacten AlumniverenigingAntwerpen: Jan Nagels (+ 32 3 888 63 86)Limburg: Martin Willems (+ 32 12 21 45 61)Oost- en West-Vlaanderen: Lieve Arens (+ 32 51 57 19 63)Vlaams-Brabant: Dirk Fremaut (+ 32 16 77 80 68)

V.B.I.-nationaalVoorzitter: Dirk Fremaut (+ 32 16 77 80 68)Kromstraat 16, 3380 [email protected]

DRUKWERKVan der PoortenDiestsesteenweg 6243010 KESSEL-LOtel. + 32 16 35 91 76

Page 3: Bio-ingenieus januari 2010

1

“De gustibus et de coloribus non disputandum”, zo luidt het oude adagium: over kleur ensmaak is geen discussie mogelijk. En in onverdachte prefeministische tijden waagden wedaar nog aan toe te voegen “et de mulieribus!”. Maar tijden veranderen. En blijkt nu dat er inonze faculteit al jarenlang een discussie aan de gang is over smaak. Niet zozeer over goedeen slechte smaak, niet “dit vind ik lekker” of “dat lust ik niet”. Wel over een 10 op de schaalvan zoetheid of op die van bitterheid, of over een aroma dat is samengesteld uit 66 of uit99 of meer geurcomponenten, inclusief de retronasale. In dit nummer leest u overeen afdeling die daartoe over de nodige electronische tongen en neuzen beschikt.Alle specialisten ter zake verzekeren ons dat smaak een uiterst complex en moeilijkbeschrijfbaar fenomeen is. Hoeveel oorlogen en familieruzies zijn er niet uitgevochten overmeningsverschillen betreffende smaak, vanaf de vorm van de neus van Cleopatra tot en metde plaats die in de huiskamer wordt toebedeeld aan het geërfde portret van mama en papa.Misschien is zelfs het absolute rookverbod vanaf 2014 (eerst zien...!) een struikelblok vooreen regering? Te horen aan sommige politici is zelfs Brussel-Halle-Vilvoorde gewoon eenmoeilijk bediscussieerbare kwestie van goede smaak. Hoeveel huwelijken en vriendschappenzijn er niet spaak gelopen op verwijten over en weer van slechte smaak. Nee, smaak is geensimpel en ongevaarlijk onderwerp. Zelfs niet wanneer men afziet van de eerder culturele enartistieke smaak via oog, oor en tastzin, en deze beperkt tot de smaak in de mond ende geur in de neus. Geen onderwerp confronteert ons zozeer met de absolute uniekheid van ieder persoon. Een ander Latijns adagium zegt immers: ‘tot mentes, tot sentes’wat zoveel betekent als (vrij vertaald) er zijn zoveel voorkeuren als dat er mensen zijn.In predemocratische tijden hadden al die voorkeuren niet dezelfde waarde. Goede smaakwas immers een kwestie van cultuur, van opvoeding en dus elitair. Thans ligt dat ietwatgevoeliger: ieders eigen smaak heeft bestaansrecht. We hebben dus meer smaak gekregenin pluralisme zou je kunnen zeggen, of in multiculturalisme; ook al hebben sommigen daarklaarblijkelijk moeite mee en zeggen zij de misantroop van Molière achterna “le méchant goûtdu siècle en cela me fait peur!”. Smaakontwikkeling en smaakverandering hebben inderdaadiets te maken met de angst de oude vertrouwde recepten op te moeten geven.Yves Servotte, lid van onze senaat, vertaalt dat voor ons in termen van ondernemerschapin de voedingssector. In de keuken vertaalt zich die nieuwe smaak als ‘foodpairing’:verrassend nieuw gecombineerde ingrediënten op basis van objectieve metingen vande verhouding van alle aanwezige componenten. Dat kwam ter sprake op een de studiedagvan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen met als titel Dat smaakt naar meer,naar aanleiding van Leuven dat werd uitgeroepen tot Stad van de smaak 2009 en waarovermeer in dit nummer. Beste lezer, savoureer dit smakelijke nummer, geniet ervan en laat hetvoor wat het is. Immers, de graad van zoetheid of van bitterheid van uw lief, vriend(in) ofechtgeno(o)t(e) bepaalt u, tot nader order, nog altijd best in onderling overleg.

Jos Van Pelt

Editoriaal

InhoudDat smaakt naar meer 2

De gustibus et coloribusnon disputandum? 8

Project in de kijker 11

Nieuw Leuvens streekproductsteunt ontwikkelingsprojecten 14

Een lid van de facultaire senaatstelt zich voor 16

Assistentennieuws 18

Studentennieuws 20

Nieuws van de faculteit 21

Personalia 27

Page 4: Bio-ingenieus januari 2010

2

Dat smaakt naar meer

In het kader van Leuven “Stad van de Smaak 2009” en“Week van de Smaak” organiseerden de Dienst ExterneRelaties en prof.dr.ir. Jeroen Lammertyn op vrijdag 20november de studienamiddag "Dat Smaakt naar Meer";de wetenschap en de technologie achter de smaak vanBelgische producten. De studiedag was voor iedereen diegraag iets meer van de smaak van Belgische productenwil weten en een stap verder wil zetten dan alleen maarhet culinaire.

Het groot aantal aanwezigen en de diversiteit van hetpubliek duiden op de grote interesse die er op dit ogenblikvoor “koken en smaak” is. Ook de vele culinaire workshops,de kookprogramma’s op TV, de kookboeken op de boeken -beurs en de evenementen in “De Week van de Smaak”kunnen rekenen op een grote publieke belangstelling.

Wanneer we voeding consumeren ervaren we de kwaliteitvan het levensmiddel voornamelijk als een combinatievan aroma, smaak en mondgevoel. Deze eigenschappenveranderen tijdens de bewaring en het bewerken van dezelevensmiddelen. Het is dus belangrijk een idee te hebbenover de verandering van smaak in deze producten.Traditioneel worden sensorische panels ingezet om dezintuiglijke waarnemingen te beschrijven. Daarnaast wordental van instrumentele technieken gebruikt om smaakobjectief en snel te meten. Op deze studiedag wilden wedieper ingaan op de verschillende aspecten van smaakin een aantal typische Belgische producten. Naast eenalgemene inleiding over menselijke smaakgewaarwording,werd een beknopt overzicht gegeven van de verschillendetraditionele maar ook opkomende instrumentelemeettechnieken voor smaakbepaling in levensmiddelen.Vervolgens werden de smaakaspecten van een aantaltypische Belgische producten meer in detail uitgewerktzoals onder meer fruit en groenten, wijn, kaas.De betrokken onderzoeksgroepen hebben een jarenlangeervaring op het gebied van smaakprofilering.

Over smaakpapillen enelektronische zintuigen

prof. dr. ir. Jeroen Lammertyn, Afdeling Mechatronica,Biostatistiek en Sensoren (MeBioS), K.U.Leuven

Wat is smaak? Hoe ervaart de mens smaak?En hoe kunnen we smaakelementen objectief meten?

Daarvoor kan je beroep doen op proefpanels metgetrainde mensen die je perfect kunnen zeggen hoe zoet,bitter en zout een welbepaalde tomaat smaakt en welketextuur ze heeft. Het probleem is echter dat de smaak -papillen van de professionele proevers gauw verzadigdgeraken. Ze kunnen hooguit een twintigtal stalen per weekverwerken. In de voedingsindustrie moet men somshonderden stalen kunnen vergelijken en dan schiet demens als smaakexpert te kort. Smaak en aroma kunnenook met nauwkeurige analysetechnieken zoals vloeistof-en gaschromatografie opgemeten worden, maar dezereferentietechnieken zijn dikwijls duur, vragen een uitvoerigestaalvoorbereiding, en vereisen getrainde operatoren.

Er is dus nood aan snelle, goedkope alternatievetechnieken om smaak en aroma routinematig te kunnenmeten. De meest bekende zijn de elektronische tong ende elektronische neus waarmee je naar hartelust proef -ondervindelijk kan proeven en snuffelen. De tongen enneuzen bestaan in vele vormen en zijn gebaseerd opverschillende meetprincipes.

Zo geeft de MSE-neus (massa-spectrometrie gebaseerdeelektronische neus) of ‘snelle neus’ op een snelle manierinformatie over smaak en aroma. Om de signalen teanalyseren en om te zetten in een kwaliteitsoordeel overhet product worden geavanceerde statistische techniekenvoor multivariate data-analyse aangewend.

Page 5: Bio-ingenieus januari 2010

3

Met nabij-infrarood spectro -scopie kan men dan weermeer informatie krijgen overde hardheid en het suiker -halte in bijvoorbeeld appelsen peren. Hierbij wordt hetlicht op de vrucht gerichten de teruggekaatste licht -stralen worden opgevangenen geanalyseerd. Dit lichtbevat informatie over dehardheid en het suiker gehalte.Deze techniek wordt aanhet Vlaams Centrum voorBewaring van Tuinbouw -producten gebruikt omjaarlijks de optimale plukdatavan appelen en peren vastte leggen. Ook infrarood -spectroscopie biedt heel watmogelijkheden naar onlinekwaliteitsmetingen doorheenhet productieproces.

Naast de gekende HPLC metingen kunnen suikers enzuren eveneens op enzymatische wijze geanalyseerdworden. Dit gebeurt via een enzymatische hoge door voer -methode die ontwikkeld werd binnen de Afdeling MeBioS.Deze technologie laat toe honderden stalen per dag teanalyseren op suiker- en zuursamenstelling. Al dezetechnieken meten op een objectieve manier de aanwezigheidvan smaak- en aromabepalende componenten, maar zullennooit in staat zijn de menselijke smaakperceptie volledigte vervangen. Bovenvermelde technieken vinden al huntoepassing in de praktijk, maar binnen MeBioS lopen ooknog een aantal onderzoeksprojecten die het smaak- enaromaonderzoek een stapje verder nemen. Samen metIMEC wordt er gewerkt aan een chip waarop geurgevoeligezenuwcellen uit de neus van een rat geïmmobiliseerdworden met als bedoeling de menselijke geurperceptiezo goed mogelijk na te bootsen. Een externe geurprikkelwordt hierbij omgezet in een elektronisch signaal.Een andere onderzoekslijn handelt over het miniaturiserenvan een laboratorium op een chip. De manipulaties die ineen traditioneel laboratorium op macroschaal gebeurenworden hier verkleind door een ‘piepklein laboratorium’ opeen chip te bouwen (Lab-on-chip), waardoor de analysessneller en goedkoper uitgevoerd kunnen worden.

Menselijke zintuigenals meetinstrument

dr. ir. Saskia Buysens, Provinciaal Proefcentrumvoor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen

Menselijke zintuigen zijn eenuitstekend instrument om dekwaliteit van producten te meten.Door te kijken, te ruiken, te horen,te voelen en te proeven krijgenwe een totaal beeld van deeigenschappen van een product.Menselijke zintuigen zijn heelgevoelige meetinstrumenten maarze worden wel beïnvloed doorexterne factoren (lawaai, staal -aanbieding, …) en factoren eigenaan de proever (hongergevoel,stress, …). Deze invloeden kunnenen dienen ingeperkt te wordendoor gebruik van een goedesensorische praktijk en eenspeciaal ingericht proeflokaal.Binnen de sensorische analyseonderscheidt men 2 complementaireonderzoeksgebieden die verschillenin doel, methode, panel en resultaat.Het hedonische onderzoek meetde voorkeur of tevredenheid diemensen ervaren bij het consumerenvan een product. De panelledenzijn naïeve (= niet-getrainde)regelmatige consumenten,representatief voor de doelgroeppopulatie en talrijk(100 personen en meer). Analytisch sensorisch onderzoekbepaalt en karakteriseert de verschillen tussen de producten.Een smaakverschil wordt vastgesteld met een verschiltestzoals de driehoekstest en profielbepalingen geven eenkwantitatieve beschrijving van de sensorische eigenschappenvan de producten. Voor analytisch onderzoek zijn veelminder maar geselecteerde, getrainde panelleden nodig. Door beide onderzoeksgebieden te combineren leren wewelke producten consumenten lekker vinden en waaromzij dit doen.

De MSE-neus

Page 6: Bio-ingenieus januari 2010

4

Invloed van processingop smaak

prof. dr. ir. Marc Hendrickx, Centrum voorLevensmiddelen- en Microbiële Technologie, K.U.Leuven

Wat is de invloed van processing op het mondgevoel,de textuur en de rheologie van producten op basis vanfruit en groenten? Welke factoren bepalen de evolutie vande kookgaarheid van producten op basis van fruit en groententijdens processing, en hoe komt deze kook gaarheid totstand? Wat zijn de gevolgen voor smaak en nutrienten?

Groenten en fruit zijn opgebouwd uit weefsels die op hunbeurt zijn opgebouwd uit cellen met een celwand metdaarin cellulosevezels ingebed in een matrix van pectinesen hemicellulose. De pectines vormen het cement tussende cellen (ze spelen een belangrijke rol in de aanhechtingvan naburige cellen) en bepalen dus in grote mate destevigheid/textuur van een weefsel. Tijdens rijping,bewaring en processing van fruit en groenten ondergaande pectines talrijke wijzigingen door enzymgekatalyseerdeen chemische reacties, en bijgevolg verandert destevigheid/textuur van het weefsel. Tijdens processingkunnen deze enzymgekatalyseerde of chemische pectineconversies doelgericht gestuurd worden om aldus degewenste stevigheid/textuur/rheologie van verwerkte fruiten groenten te bekomen. Concrete voorbeelden van dezeprecisieprocessing zijn: appelsiensap met een stabieletroebel, stevige gesteriliseerde wortelen en tomaten -concentraat met een goede viscositeit en behoud vande natuurlijke kleur en smaak.

Project: 'Smaak:sensorische kennis vaneen product, een stapdichter bij innovatie'

ir. Charlotte Boone, project Smaak,Flanders’ Food

De ‘smaak’, of beter gezegd, de sensorische eigenschappenvan een product waaronder de geur, de kleur, het aroma,de basissmaken en de textuur zijn een cruciale factor voorde voedingsindustrie. Toch wordt dit aspect van eenproduct niet altijd met de nodige aandacht en efficiëntiebenaderd. Door de focus te leggen op andere product -aspecten zoals veiligheid, houdbaarheid, gezondheid enzelfs kostprijs kan het belang van de smaak van hetproduct al eens vergeten worden.

Om de Vlaamse voedingsindustrie een duwtje in de rug tegeven voor de ontwikkeling van smaakvolle en innovatieveproducten en zo hun competitiviteit te versterken startteFlanders’ FOOD met het project ‘Smaak: Sensorischekennis van een product, een stap dichter bij innovatie’.

CONCRETE PROJECTDOELSTELLINGEN

De uiteindelijke doelstelling is dat voedingsbedrijveninnovatiever, efficiënter en professioneler kunnen omgaanmet de ontwikkeling en de kwaliteitsbeoordeling vanproducten en dit dankzij de kennis die zij opdoen uit deactiviteiten die binnen dit project georganiseerd worden.

HOE WERKT HET PROJECT?

De kennis rond smaak wordt op verschillende manierenovergebracht. Dit gebeurt via• Seminaries, workshops en opleidingen: bestaande

en nieuwe kennis over smaak wordt gebundeld en opeen bevattelijke manier aan de voedingsbedrijvengepresenteerd.

• Publicatie van boekjes • Artikels in de Food Gate Science and Technology

Watch (STW) nieuwsbrief

Via netwerking trachten ze voedingsindustrie en kennis -instellingen (universiteiten, hogescholen en andereonderzoekscentra) en andere smaakgerelateerde instellingenzoveel mogelijk met elkaar in contact te brengen. Via persoonlijk advies kunnen specifieke vragen rondsmaak behandeld worden. Deze vragen kunnen gaanover producttechnologische problemen of over innovatie -mogelijkheden. Ook allerhande praktische vragen kunnenaan bod komen. Daar waar nodig verwijzen ze door naarde geschikte personen of instellingen.Met specifieke onderzoeksprojecten wordt er getracht ombepaalde onderwerpen en thema’s, waarvan ze merkendat er nood aan is vanuit de industrie, met meer diepgangte bekijken. Hiervoor wordt er samengewerkt tussen één ofmeerdere voedingsbedrijven en Vlaamse kennisinstellingen.

MEER INFORMATIE?

Voor meer informatie kunt u terecht op de website van hetproject (www.flandersfood-smaak.be) of van Flanders’ FOOD(www.flandersfood.com), of bij één van de verantwoordelijkenvoor het project, Charlotte Boone ([email protected]; 02/2138472) of Katie Van den Bulck([email protected]; 02/7884369).

Page 7: Bio-ingenieus januari 2010

5

De smaak vanBelgische kazen

Ing. Isabelle Van Leuven, Laboratorium voorAromaonderzoek, KaHo Sint-Lieven

De Belgen zijn de vierde grootste kaasverbruikers inEuropa met 16 kg/persoon/jaar (na de Grieken, de Fransenen de Nederlanders). Welke kazen eten we in België?Verse kaas (Cottage, Quarg of Quark), zachte kaas(Wijnendale, Brigand, Brusselse kaas), halfharde kaas(Passendale, Père Joseph), harde kaas (Gouda-types,Nazareth), blauwschimmelkaas (Pas de Bleu, Bleu desMoines, Achelse Blauwe), geiten- en schapenkaasen smeltkaas.

Om de sensorische kwaliteit van kaas te evalueren,is de kaassector grotendeels aangewezen opsubjectieve smaak- en geurwaarnemingen door experten.Via instrumentele technieken, zoals gaschromatografie-massaspectrometrie, in combinatie met sensorischeanalyse, kan objectief onderzoek worden verricht naarde vluchtige sleutelverbindingen die het aroma van enkeletypische Belgische kazen bepalen.

De aromabepalende componenten in de halfharde kazenvan Passendale (Passendale Prelude, Passendale Classic,Passendale Bel Age) zijn de aanwezige vluchtige zuren.Passendale Prelude wordt door het sensorische panelals room, boterachtig omschreven (minder vluchtigezuren), Passendale Classic als zoet, fruitig, bloemerig,en Passendale BelAge als zout met pikant karakter(meeste vluchtige zuren).

De harde kazen van het Gouda-type worden gekenmerktdoor een boterachtig karakter. Het aroma is afhankelijkvan het al of niet pasteuriseren en de rijpingstijd.Gepasteuriseerde kazen worden gekarakteriseerd dooreen hogere geurintensiteit en een pikanter karakter.Hoe langer je ze laat rijpen, hoe intenser de smaak enhet pikant karakter.

Bij de rijping van roodbacteriekazen, zoals Père Joseph,Wijnendale, Brigand, Brugse Blomme, Watou Specialen Pas de Rouge, wordt de smaak van de korst als hetware mee naar binnen genomen.

Voor het rijpingsproces worden ze gewassen met wijn,bier, sterke drank of pekel waardoor er bacteriën opde korst komen, die voor de typische oranjerode kleuren de kenmerkende geur zorgen. De aromabepalendecomponenten van Brigand zijn fenolen, zwavelverbindingenen ketonen, terwijl Père Joseph weer meer vluchtige zurenbevat. Bij blauwaderkazen, zoals Pas de Bleu, Fourmed’Ambert en Stilton, wordt de schimmel meestal al ineen vroeg stadium van de bereiding toegevoegd.Voordat de kazen rijpen, wordt er in geprikt met metalennaalden waardoor er zuurstof bij de schimmels komt ende blauwe aders ontstaan. Deze kazen bevatten veel meeraromacomponenten dan kazen van het Gouda-type endanken hun pittig, fruitig aroma aan de aanwezige esters.Door bepaalde procesveranderingen, zoals zout- envetreductie, kan de totale smaak van kaas wijzigen watniet de bedoeling is van een aangenaam traditioneelproduct zoals kaas.

Groenten en Fruit,Vlaanders VerseVerleiders

dr. Maarten Hertog, Afdeling Mechatronica,Biostatistiek en Sensoren, K.U.Leuven

De kwaliteit van groenten & fruit wordt bepaald doorde houdbaarheid (uitzicht, gezondheid) en de sensoriek(aroma, smaak, mondgevoel).

Fruit en groenten worden geplukt, bewaard engetransporteerd en tussen ‘plukken en tafel’ kan er heelwat fout gaan. De consumenten hechten de laatste jarenveel meer belang aan aroma en zij willen geen smaaklozetomaten, waterige aardbeien, groene geuren die wijzen oponrijpheid enz. De naoogsttechnologie bestudeert daaromde vele factoren die invloed hebben op de houdbaarheiden de sensorische kwaliteit o.a. de aard van de verpakking,het design van de verpakking, het design van de koelcel,de temperatuur tijdens bewaring, de bewaartijd,de mechanische schade tijdens het transport enz.

Page 8: Bio-ingenieus januari 2010

6

Een 'chemisch-analytische' degustatievan Vlaamse wijnen

dr. Inge Dirinck, Laboratorium voor Aromaonderzoek,KaHo Sint-Lieven

Het profiel van wijn bestaat uithet mondgevoel (tong), de smaak(tong), de geur en het aroma(neus). In de literatuur wordenmaar liefst 800 aroma -componenten beschreven.De druiven (soort, wijngaard,jaargang), de wijnbereiding,de fermentatie, de rijping,de bewaring en de verpakkingzijn belangrijke parameters diede vorming van de primaire

(bv. terpenen), secundaire (bv. esters, alcoholen) entertiaire (lactonen van eik) aromacomponenten sturen.

De aromakarakterisering van wijnen door middel vansensorische panels is zeer tijdrovend en arbeidintensief.Een snelle en objectieve chemisch-analytische aroma -profilering en kwaliteitsevaluatie van wijnen is mogelijkdoor gebruik van gaschromatografie-massaspectrometrie(GC-MS) en massaspectrometrie-gebaseerde elektronischeneustechnologie (MS-nose). De resultaten van desensorische analyse van het expertenpanel vanoenologen gelden hierbij echter steeds als referentie.

Er werden 12 Vlaamse wijnen getest: • Kluisberg bvba (Assent) met Kerner 2001 en

Auxerrois 2001 • De Stenen Muur vzw (Wezemael) met Bacchus 2002

en Pinot Gris 2002• Wijnhoeve Boschberg (Scherpenheuvel) met

Chardonnay 2001• Dox Wijnen (Meensel) met Pinot Blanc• Monteberg (Dranouter) met Pinot Noir• Domein Tempelberg (Lubbeek) met Chardonnay 2002• Wijnhoeve Elzenbosch (Assent) met Optima 2003 en

Rosa Muskat 2003• Daems en Zonen bvba (Rillaar) met Müller-Thurgau• De Graevenberger (Rotselaar) met Bacchus 2002.

Vlaamse wijnen die sensorisch als floraal wordenbeschreven zijn Kerner 2001, Bacchus 2002, Optima2003en Rosa Muskat 2003. De Vlaamse wijnen Pinot Noir,Pinot Gris, Müller-Thurgau, Bacchus 2002 en Auxerrois2001 worden fruitige, groene wijnen genoemd terwijl deChardonnay 2002 van Domein Tempelberg te Lubbeekeen houtachtig, vatgelagerd karakter heeft.

Chocolade - kaviaar enandere foodpairings

ir. Bernard Lahousse, landers Taste Foundation vzw

Waarom is tarwebrood met aardbeienconfituur lekker?Waarom is chocolade met een vulling van kip lekker?Waarom is chocolade met een witte ganache vanoester lekker?

Voedingsproducten blijken bij elkaar te passen alsze belangrijke aroma’s gemeenschappelijk hebben.Dit noemen we foodpairing. Grote chefs als HestonBlumenthal van The Fat Duck en Francois Benzi vanFirmenich ontdekten dat jasmijn en varkenslever goedsamen gaan omdat ze beiden het aromatische moleculeindool bevatten. Er werd ook geëxperimenteerd met zouteingrediënten en chocolade. Vooral kaviaar en chocoladegingen goed samen. Een aroma-analyse toonde aandat chocolade en kaviaar een aantal dezelfde aroma’sbevatten. Als je dus de belangrijke aroma’s weet van eenvoedingsproduct, dan moet je gewoon op zoek gaan naarandere voedingsproducten die dezelfde aroma’s bevatten.

De sterrenkoks over de hele wereld zijn natuurlijk sterkgeïnteresseerd in de resultaten van snelle wetenschappelijkearoma-analyses en gaan dan met hun ervaring en kennisaan de slag om creatieve en mooie gerechten te maken.

Page 9: Bio-ingenieus januari 2010

7

Bio-ingenieur Bernard Lahousse (promotie 1999) zoektsamen met universiteiten, de voedingsindustrie en topkoksuit de hele wereld naar steeds nieuwe moleculairverantwoorde smaakcombinaties. Alle informatie die hijverzamelt zet hij op zijn website www.foodpairing.be dievoor iedereen gratis bereikbaar is.

Je kunt dus ook als hobbykok nieuwe smaakcombinatiesopzoeken en dit op 2 manieren. Als je als kerstcadeautjebijvoorbeeld een flesje lekkere rode wijnazijn gekregen hebt,dan kan je via de website opzoeken met welk voedings -product je dit kunt combineren. Je tikt red wine vinegarin en dan zie je dat San Daniele ham iets beter past dangekookte kip (hoe korter het lijntje vanaf de vertakking,hoe beter de combinatie). Stel dat je na de feestdagennog wat San Daniele ham over hebt en je wilt een slaatjemaken maar je hebt geen flesje rode wijnazijn gekregen.Dan kan je zoeken naar een alternatief door de tweedemanier van zoeken what can replace aan te klikken. Je tiktred wine vinegar in en je ontdekt dat je ook het potjeyoghurt uit je koelkast kan gebruiken en klaar is je slaatje.

De chefkoks combineren zelfs twee moeilijk te combinerenvoedingsproducten door er een derde voedingsproducttussen te voegen. Ze maken zo ‘treintjes’ met eenmaximum van vijf producten.

Interesse gewekt en nog flink wat nieuwjaarsgeld over?In Brugge vindt op 8 februari een spannend symposiumover foodpairing plaats, waar zowel topkoks uit de helewereld als befaamde voedingswetenschappers hunkunsten vertonen. Meer informatie over deze bijeenkomstvind je op www.theflemishprimitives.com

StreekproductenTijdens de koffiepauze en de receptie werden streek -producten als proevertjes aangeboden die erg gesmaaktwerden.

Brasserie Improvisio met Musa Lova,Brusselsestraat 63b, 3000 LeuvenEuro Liquers Belgium, Industriepark 27A, 3300 TienenLeuvense Fonskes, Grezstraat 43, 3054 Vaalbeek

ir. Marleen Suckers

Page 10: Bio-ingenieus januari 2010

8

Hoofdredacteur Jos Van Pelt ging op bezoekbij prof. Bart Nicolai, afdelingshoofd van de Afdeling

Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren,voor een uitgebreid interview over smaakonderzoek bij

de diverse onderzoeksgroepen van die afdeling.

COMPLEX

Smaak is iets heel complex en dus moeilijk te metenomwille van de wederzijdse beïnvloeding van de smaak -componenten. De zuurtegraad van cola bijvoorbeeld is eenstuk lager dan die van ongesuikerde yoghurt die nochtanszuurder smaakt dan cola. De reden is dat er in cola enormveel suiker zit. Zo gaat men bijvoorbeeld bij geneesmiddelende bittere componenten camoufleren met zoetstoffenzodat een kind gemakkelijk die ‘bittere pil’ kan doorslikken.Er is dus heel veel interactie tussen de verschillendesmaakgewaarwordingen. Daarbuiten is er ook interactiemet de omgeving bijv. de kleur van het licht. Het smakenvan bier is anders in een lawaaierig en berookt café dan ineen rustig restaurant tijdens een maaltijd. Betreffende smaakblijft de psychologie dus van groot belang.

SNELLE MEETTECHNIEKEN

De afdeling MeBioS (Mechatronica, Biostatistiek enSensoren) van het departement Biosystemen meet dekwaliteitseigenschappen van landbouwproducten envan voedingsmiddelen. Aanvankelijk vooral textuur, thansvooral smaak inclusief aroma. Dit smaakonderzoek spitstzich toe op plantaardige levensmiddelen via sensor -technologie (prof. Jeroen Lammertyn; zie het artikel ‘datsmaakt naar meer’ in dit nummer). Qua smaakonderzoekstreven wij vooral naar snelle meettechnieken. Smaak issamengesteld uit 5 componenten die we in de mondkunnen waarnemen: zuur, zoet, zout, bitter en umami(dit laatste wordt veroorzaakt door een aminozuurglutamaat en geeft de typische vlezige volmondigesmaak van de Chinese keuken, het versterkt de overigecomponenten). Tot daar toe is het vrij eenvoudig. Maar hetwordt veel complexer omdat het ook te maken heeft metgeur, aroma dat we via de neus waarnemen, zowel voorals tijdens (de zogenaamde retronasale geurcomponent)als na de consumptie van het product.

Wij hebben in onze neus een vierhonderdtal verschillendegeurreceptoren die min of meer hun specifieke gevoeligheidhebben voor een bepaalde geur. Onze hersenen reagerendaarop door een bepaalde geurgewaarwording. Dit vormteen gigantisch meettechnisch probleem want een eenvoudigproduct heeft soms meer dan honderd verschillendegeurcomponenten die een soort typische vingerafdrukvormen van dat product en die allemaal moeten kunnengemeten worden. Ook de textuur is voor de smaak vanbelang (hardheid, viscositeit) die we waarnemen met allespieren in onze mond.

Voor het meten beschikken we over standaardtechnieken.Bijv. voor suikers, zuren en bitterstoffen gebruiken wijHPLC hogedrukvloeistofchromatografie, een vrij trage(30 minuten per staal) en erg specialistische (dus dure)scheidingstechniek. Wat aroma’s betreft gebruiken weklassieke gaschromatografie gekoppeld met massa -spectrometrische technieken We nemen dan een monstervan het product waarvan men het aroma wil kennen,bijv. een sap. Die stof wordt op een naald geabsorbeerd.Die naald wordt in de gaschromatograaf gebracht.Daar worden die vluchtige stoffen van die naald losgemaakten geïnjecteerd in het apparaat waarin een lange kolom zitmet een gevoelige coating. Die gasmoleculen worden doordie kolom gejaagd en gaan geabsorbeerd worden door diecoating. De ene component wordt beter geabsorbeerddan de andere al naargelang zijn samenstelling. Het gevolgis dat die componenten gescheiden worden in de tijd.De meest vluchtige componenten gaan sneller lopen dande minder vluchtige. Wanneer ze aan het einde van diekolom komen worden ze als het ware in stukjes gekapt.Deze stukjes zijn geladen ionen en die kunnen op basisvan lading en massa gescheiden worden in de massa -spectrometer. Elke component heeft een typisch profiel,een zogenaamd massaspectrum. Dat is dus een soortvingerafdruk voor die component. Wij doen dan beroepop een databank waar tienduizenden massaspectra inopgeslagen zijn en waaruit de computer opzoekt welkecomponenten eigen zijn aan dit aromamengsel. Het groteprobleem is nu dat er in een aroma vele tientallen tothonderden componenten zitten. Om die te gaan koppelenmet bepaalde geurgewaarwordingen zoals menselijkeexperten die kunnen waarnemen, gaan we gebruik makenvan speciale statistische technieken.

De gustibus et coloribusnon disputandum?

Page 11: Bio-ingenieus januari 2010

9

Dit zijn de zogenaamde multivariate technieken diespecifiek ontwikkeld zijn om vanuit complexe informatiebruikbare informatie te destilleren.

TOEPASSINGEN

Veel van die meettechnieken dienen om problemen op tesporen. Soms lukt een producent er niet in om aan zijnproduct de smaak te geven die hij verlangt, bijv. omwillevan een fout in het productieproces. Door middel vanonze meettechnieken analyseren we welke componentverantwoordelijk is voor de smaakafwijking. Daarna kijkenwe waar die component te voorschijn is gekomen. We gebruiken die techniek ook voor rassenselectie.Voor tomaten is het belangrijk dat een goede productiviteitvan het ras gecombineerd wordt met een hoge kwaliteit(smaak, textuur, kleur e.a.). Wij zoeken aan de hand vanonze metingen naar de ideale tomaat die we volgendseizoen gaan telen. Als we rassen identificeren die de moeitewaard zijn om op te nemen in ons kwaliteits systeem,dan zullen de veilingen effectief dat ras overnemen.

Zo werkt MeBioS ook samen met Bernard Lahousse diefoodpairing introduceerde, waarbij we gaan zoeken welkearomatische aspecten bepaalde producten gezamenlijkhebben. Aan de hand van die resultaten gaat hij nieuwecombinaties van producten aanmaken. Hij geeft zijn ideeëndoor aan een aantal chefs die ze toepassen in nieuwegerechten.

DE MENS HEEFT HET LAATSTE WOORD

We werken vaak samen met het Oost-Vlaamse ProvinciaalProefcentrum voor de Groenteteelt in Kruishoutem. Dat iséén van onze partners waar met een smaakpanel wordtgewerkt. Dat is onze ultieme referentie. Want de ultiememeetmachine voor smaak blijft de mens. Maar zijncapaciteit om veel monsters te proeven is heel beperkt.Instrumentale meettechnieken zijn veel sneller en betergeschikt voor het routinematige werk, maar moeten geijktworden aan de hand van de scores afkomstig van diesmaakpanels. MeBioS heeft ook heel wat modificatiesuitgedacht om die meettechnieken te versnellen en nuduurt een meting een vijftal minuten per staal. Zo kunnenwe een voorlopige selectie van de nieuwe rassen doen.Maar de uiteindelijke selectie gaat dan opnieuw gebeurendoor de panels bij onze partner.

We onderscheiden twee soorten panels: sensorischepanels en consumentenpanels. Een sensorisch panelbestaat uit een tiental personen die volgens een bepaaldprotocol worden getraind om smaakanalyses te doen.Ze beginnen met een discussie waar ze een bepaaldproduct beschrijven met betrekking tot de smaak -componenten. Ze gaan dus een woordenschatontwikkelen om de smaak en het aroma te omschrijven,vergelijkbaar met een wijnclub die de smaak van een wijnbeschrijft. Het smaakpanel gaat echter verder dan depoëzie van de wijnclub. Ze trachten overeenstemming tebereiken over een aantal termen die ze gaan gebruiken omdie smaak te karakteriseren. In een volgende fase worden

die mensen getraind zodat zijop een reproduceerbare maniereen score kunnen geven.Aan de hand van bijvoorbeeldde zoetheid van tomatenworden de individuele panel -leden geijkt, zodat ieder lid vanhet panel weet dat een scoretien overeenkomt met eenwelbepaalde intensiteit vanzoetheid in dat product.Ze testen dan een zo grootmogelijk palet van monstersvan hetzelfde tomatenras zodatze de volledige zoetheidschalenkunnen beschrijven. Er kan ookgewerkt worden met oplossingenvan suiker in verschillendeconcentraties zodat ze eenreferentiepunt hebben omzichzelf te ijken. De training vanzulk een panel is een crucialestap en dat kan niet gebeurenmet tien toevallige passanten.

Page 12: Bio-ingenieus januari 2010

10

Eenmaal dat het panel getraind is, gaan de ledenonbekende monsters testen en een score bepalen vande smaakkenmerken. Het resultaat is dan een gemiddeldescore wat betreft de verschillende attributen van datproduct en op die manier werkt een dergelijk panel alseen meetinstrument. Men gaat nooit vragen of eenproduct lekker is of slecht smaakt, maar heel specifiekwat de zoetheid is van deze appel of de zuurtegraadvan deze tomaat. En dan geven ze daar een zo objectiefmogelijke score aan. Dat is echter niet evident. Er spelendiverse invloeden mee zoals de kleur van het product.Het panel gaat tomaten proeven onder rood lichtaangezien een groene tomaat automatisch geassocieerdwordt met een minder zoete smaak. Op het einde van hetjaar worden geen sensorische testen gedaan omdat danvaak overwaarderingen van bepaalde attributen gebeuren.Psychologie speelt dus ook een rol. De samenstellingen opleiding van die panels is geen eenvoudige zaak envraagt bovendien de gepaste statistische techniekenom deze complexe informatie correct te interpreteren.Meestal wordt dat dus uitbesteed aan gespecialiseerdebedrijven. De afdeling MeBioS is gespecialiseerd in destatistische analyse van data en werkt ook mee aanstudiedagen waar men aanleert hoe men met dergelijke datamoet omspringen en wat er kan verwacht worden van deresultaten van een sensorisch panel. MeBioS kan snelletesten doen van grote aantallen monsters via instrumentelemeettechnieken die dan wel gekalibreerd zijn aan de handvan zulk een sensorisch panel.

Naast de sensorische panels zijn er de consumenten -panels waar een grote groep van ongeveer 100 personenbij elkaar gebracht wordt die representatief is voor dedoelgroep van het eindproduct. Babyvoeding wordtbijv. niet beoordeeld door bejaarden. Wanneer het productdoor heel de bevolking gebruikt wordt, wordt de groepzo breed mogelijk samengesteld (verschillende leeftijd,sociale klasse, geslacht enz.). De consumenten geveneen score aan hun appreciatie en die resultaten wordendan statistisch geanalyseerd. Het grote verschil met30 jaar geleden is dat we nu begrijpen dat de gemiddeldeconsument eigenlijk niet bestaat. Zo is er bijvoorbeeldnogal wat te doen rond nieuwe appelrassen.

Meer dan 65% van onze appelproductie bestaat uitJonagold. Dat is eenzijdig en dus kwetsbaar want er is opde markt ook interesse voor andere appelvariëteiten. InNoord-Europa lust men eerder harde en zuurachtigeappels terwijl men in Zuid-Europa eerder zachte en vooralzoete appels verkiest. Ook de jeugd heeft een andereappelvoorkeur dan de oudere generatie. De ontwikkelingvan nieuwe appel cultivars gebeurt dus voor een bepaaldsegment van de consumenten. Dit is de grote vernieuwingvan het consumentenonderzoek van de laatste jaren.

DISPUTANDUM?

Wij kunnen dus wel objectief smaakcomponenten enaroma’s meten, maar de resultaten krijgen pas betekeniswanneer ze wordt gerelateerd aan de voorkeuren vande consumenten. We kunnen echter niet discussiërenover smaak, geur en kleur van de consument en we gaanspecifiek voorkeursproducten ontwikkelen voor eenbepaald consumentensegment. Het gaat hier overigensniet enkel over smaak. Ook bijvoorbeeld over verpakking.Het water moet al in de mond lopen bij het zien van deverpakking. Om dat effect te bereiken wordt onderzoekgedaan naar de bewegingen van de oogpupil bij hetbekijken van een bepaalde verpakking. Afhankelijk vanhet resultaat kan de vorm van de verpakking wordenaangepast.

NIEUWE ONTWIKKELINGEN

Er zijn heel wat nieuwe ontwikkelingen betreffendesensoren voor smaak en aroma. Goede voorbeelden zijnde elektronische neus en de elektronische tong waaroverprof. Jeroen Lammertyn het heeft in ‘Dat smaakt naarmeer’ in dit nummer. Hij spreekt daar ook over de bio-electronische neus die ontwikkeld wordt in samenwerkingmet IMEC. Dit zijn echter toestellen voor erg gespecialiseerdetoepassingen. De toekomst voor dagelijks gebruik ligteerder in de wegwerpmeetinstrumenten die gemakkelijkafleesbaar zijn. Twee jaar geleden was MeBioS betrokkenbij het onderzoek naar een nieuwe sensor die gebruiktwordt om de rijpheid van peren te meten. Het is een labelmet een bepaalde kleur dat aan de binnenkant van eenverpakking zit. Naarmate de peer doorrijpt gaat ze meergeurstoffen produceren en het label gaat verkleuren. Dit isvan belang omdat bepaalde consumentengroepen hardegroene peren verkiezen boven rijpe boterachtige peren.Want uiteindelijk blijft de klant koning en wil hij zijn eigenvoorkeur niet ter discussie stellen.

Jos Van Pelt

Page 13: Bio-ingenieus januari 2010

11

Project in de kijker

De stevigheid en sappigheid van aardbeien zijn belangrijkekwaliteitskenmerken. Door het vrij snelle verlies vande stevigheid na de pluk en door schimmelbederf isde houdbaarheid van verse aardbeien beperkt tot enkeledagen. Een langere (microbiologische) houdbaarheid kanbekomen worden door aardbeien te verhitten, dit echterten koste van de stevigheid.

De textuurveranderingen die optreden tijdens processingvan fruit en groenten zijn nauw verbonden met wijzigingenin pectine in de celwand (de pectineketens zorgen voorde aaneenhechting van naburige cellen en bepalen dusin grote mate de stevigheid/textuur van een plantaardigweefsel). Aan het Laboratorium voor Levensmiddelen -technologie van de K.U.Leuven zijn al verschillendedoctoraatsstudies uitgevoerd omtrent deze problematiekvan textuurveranderingen van fruit en groenten tijdensprocessing. Uit dit onderzoek bleek dat door vacuüm infusievan het enzym pectinmethylesterase (PME) en calcium-ionen, de stevigheid van aardbeien verhoogt, ook bijverdere verwerking (bvb. invriezen, verhitten, hogedrukbehandeling of combinaties hiervan).

Om deze kennis verder te vertalen naar industriëletoepassingen werd een TETRA onderzoeksprojectuitgewerkt door het Labo Voedingsindustrie van deKatholieke Hogeschool Kempen in samenwerking methet Laboratorium voor Levensmiddelentechnologie vande K.U.Leuven. Het project werd begeleid door eengebruikersgroep van 8 voedingsbedrijven, Flanders’ Fooden de Afdeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren(prof. dr. ir. Bart Nicolaï, dr. ir. Bert Verlinden) alswetenschappelijke peter.

HET PROJECT OMVAT DRIE DEELLUIKEN:

In een eerste deel werd de enzyminfusie verdergeoptimaliseerd voor verschillende product- (grootte,rijpheidsgraad, variëteit) en procesfactoren (invriezen,verhitting en/of hoge drukbehandeling). De stevigheid werdbepaald door penetratie van een cilindrische probe in eenhalve aardbei (figuur). De maximale kracht die hiervoornodig is, blijkt een maat te zijn voor de stevigheid van deaardbei. Verder werden ook de optimale (minimale) PME-en Ca-ion concentraties bepaald, wat uiteraard belangrijkis vanuit economisch oogpunt. Deze meer toegepastestudies werden eveneens onderbouwd met een aantalanalyses die wijzigingen in de moleculaire structuur vanpectine tijdens processing in kaart brachten.

Textuurverbetering van verwerkte aardbeien

De cilindrische probe

Page 14: Bio-ingenieus januari 2010

12

In een tweede deel werd textuuronderzoek gekoppeldaan sensorisch onderzoek. “The proof of the pudding isin the eating” mag hier heel letterlijk genomen worden.Een getraind proefpanel van een 15-tal personen heeftsensorische analyses uitgevoerd, waarbij de stevigheid vanaardbeien met zeer uiteenlopende kenmerken variëteiten,met en zonder infusie, verhit en niet verhit) werd geëvalueerdop een lijnschaal. Daarnaast werd de hardheid, de smaaken de zuurheid ook kwalitatief beoordeeld door eenconsumentenpanel op basis van een hedonische schaal(gewenst of ongewenst).

In het derde luik van het project werd een brede waaieraan valorisatieactiviteiten ontwikkeld die de infusie ende verdere processing toepasbaar moeten maken voorbedrijven. Voorbeelden van dergelijke valorisatieactiviteitenzijn het nagaan van de efficiëntie van de infusie op eengrotere schaal, het gebruik van sapconcentraat en zurenom de smaak te verbeteren, de sensorische evaluatie vanplatte kaas met geïnfuseerde aardbeien, het kanderen vanaardbeien na infusie en het evalueren van de houdbaarheidvan geïnfuseerde aardbeien tijdens koel- en vriesbewaring.

In het project werd aangetoond dat een industriëletoepassing technologisch haalbaar is, mits rekening tehouden met een aantal logistieke beperkingen. Zowel hetgetrainde proefpanel als het consumentenpanel merkeneen significante invloed van de infusie op de stevigheidvan de aardbeien met een hogere appreciatie tot gevolg.

In onderstaand schema wordt de plaats van de infusieschematisch weergegeven in het productieproces vaneen zuivelproduct met fruit.

PARTNERS

Departement Industriële en Biowetenschappen,Katholieke Hogeschool Kempen (dr.ir. Johan Claes,ing. Sofie Vandewijngaarden, ing. Marjan Hapers,ing. Els Vandenberghe)Centrum voor Levensmiddelen- en Microbiële Technologie,K.U.Leuven (prof.dr. ir. Marc Hendrickx, dr. ir. ThomasDuvetter, dr. ir. Ilse Fraeye)

STEUNKANAAL EN LOOPTIJD

IWT TETRA fonds 01/01/2008-31/12/2009

dr.ir. Johan Claes

Verband sensorische en instrumentele hardheid

0,7

0,6

0,5

0,4

0,3

0,2

0,1

0,0

Sensorische hardheid (waarde op 15)

Inst

rum

enta

le h

ard

hei

d (

kg)

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

R2 = 0,7652

OOGST

ZUIVELBEDRIJF

COMBINATIE FRUIT IN ZUIVEL

VACUÜMINFUSIE

VRIEZEN

PROCESSING (VERHITTING EN/OF HOGE DRUK)

Page 15: Bio-ingenieus januari 2010
Page 16: Bio-ingenieus januari 2010

14

Nieuw Leuvensstreekproduct steuntontwikkelingsprojecten

Bananenlikeur meteen academisch tintje

De nieuwe bananenlikeur Musa Lova is niet alleen een mixvan banaan en rum met honing of koffie. Het streekproductbrengt ook heel wat expertise van de Faculteit Bio-ingenieurs wetenschappen K.U.Leuven samen én koppeltdaar bovendien steun voor projecten in Afrika aan.

“Leuven is dit jaar niet alleen ‘Stad van de Smaak’, het isook de stad van de banaan. Professor Rony Swennenbiedt in zijn labo’s onderdak aan de grootste bananen -collectie ter wereld,” begint initiatiefnemer Fabian Deckersvan brasserie Improvisio. “Zo groeide het idee om ietsmet bananen te doen. Met een drank van rum, honing enbanaan ben ik naar professor Swennen gegaan. Hij vondhet blijkbaar wel lekker en hij deed meteen suggesties omde smaak nog te verbeteren.” “Gezien de smaakkwaliteitwist ik dat we het beste konden werken met deCavendish,” vult professor Swennen aan.

“De gewone banaan die hier in de winkel ligt. We moestenvooral nog een keuze maken in de afrijpingsgraad.In maart hebben we voor de eerste keer samen gezetenen nu is de likeur er.” “Brouwer Jan Dewachter van’t Nieuwhuys in Hoegaarden heeft ons in de loop vande maanden verschillende combinaties laten proeven,“gaat Fabian Deckers verder. “Want het evenwicht tussenrum, honing en banaan is niet zo makkelijk om tebekomen, omdat rum nogal krachtig is van smaak.Het eindresultaat is Musa Lova. Musa is de Latijnsebenaming voor banaan, en Lova staat voor Lovanium(Leuven) en love: liefde voor de Leuvense banaan.”

HONING EN KOFFIE

“We wilden een nieuwe smaak creëren,” benadruktprofessor Swennen. “Geen tweede Pisang Ambon dus.Het is trouwens ook een bananenlikeur geworden waareffectief banaan in zit. De meeste likeuren werken metaroma’s. In een banaan zitten enorm veel smaakmoleculen,die een beetje verschillen naargelang de afrijpingsgraad.Als je gaat werken met aroma’s, dan gebruik je datpalet niet.”

Naast de Musa Lova met honing is ook een minder sterkevariant met koffie ontwikkeld. “We werken bewust metstreekproducten: Damiaankoffie en Leuvense honing,”aldus Fabian Deckers. “Voor de honing hebben wesamengewerkt met professor Seppe Deckers, wiens bijenfoerageren op de Leuvense bloemenweiden. Ik ga binnen -kort ook samenzitten met professor Jeroen Lammertyn,die ons kan vertellen welke producten we kunnensamenvoegen met Musa Lova en welke beter niet.Hij weet heel goed welke smaken elkaar versterken ofnet verzwakken. We experimenteren daar zelf al mee inde keuken van Improvisio, in sauzen en parfait. De likeurwordt ook al verwerkt in pralines en we hebben algeëxperimenteerd met tiramisu en bananenbavaroisop de Markt van de Smaak.”

Bij de lancering kon je ook proeven van pralines.

Page 17: Bio-ingenieus januari 2010

1515

“Via professor Freddy Delvaux hebben we ook gekekenhoelang en onder welke omstandigheden Musa Lovahoudbaar is. Hoe reageert het bijvoorbeeld op licht?Want binnenkort komt het ook op de markt in kleinere,doorzichtige flesjes.”

Daarnaast steunt de likeur ook heel wat projecten.“De etikettering van de flessen gebeurt in een socialewerkplaats in Herent, de bakken worden gemaakt in eensociale werkplaats in Doornik. Een deel van de inkomstenvan de koffie die we gebruiken, gaat naar een koffieprojectin Uganda. En een deel van de verkoop van de flessen gaatnaar een ontwikkelingsproject dat steunt op het bananen -project van professor Swennen in Kisangani in Congo.”

WORTELS

“In Kisangani, in het binnenland van Congo, keer je eigenlijkterug naar de oorsprong van het bananenonderzoek teLeuven,” vertelt professor Swennen. “Het gebied heefteen zeer grote diversiteit aan bananensoorten, zoals dat inde jaren 50 ontdekt werd door mijn voorganger, emeritusprofessor Edmond De Langhe. De teelt is daar nuverwaarloosd omdat de regio instabiel was door oorlogen,maar ook door talrijke ziekten en plagen. Na maniok vormtgebakken banaan (de zogenaamde bakbanaan of plantaan)daar het basisvoedsel. Bovendien ondersteunt de groeivan de bananenplant de groei van vele andere voedsel -gewassen, die nodig zijn om afwisseling in de voeding tebrengen en te zorgen dat de mensen voldoende mineralenen vitamines binnenkrijgen. Wanneer de banaan wegvalt,krijg je dus een soort domino-effect: een voor eenverdwijnen de meeste andere voedselgewassen.”

“We doen eerst twee jaar verkennend onderzoek,om een goede basis te leggen voor een toekomstigproject. Medewerkers gaan naar de boeren in de regioom te horen wat de problemen precies zijn en om zoveelmogelijk verschillende bananensoorten te verzamelen ennaar Leuven te brengen, zodat we onze collectie ermeekunnen aanvullen. De volgende stap, volgend jaar, zal danzijn om concrete projecten uit te werken die de problemenkunnen oplossen. We werken hiervoor samen met deuniversiteit van Kisangani. De regio is verdeeld in negendistricten en alle besturen van die districten zijn ookbetrokken bij het project. Het wordt door veel ruggengedragen en dat is heel belangrijk.”

MEEL

Een van de projectmedewerkers is Jean Pierre Agbema,die momenteel in Leuven is. Hij werkt voor professorDheda Djailo, die in 1992 trouwens bij Professor Swennendoctoreerde. “Dit gaat niet alleen om de banaan, dit gaatook om het samenbrengen van mensen,” beklemtoontJean Pierre Agbema. “De meeste bananenplanten inKisangani zijn aangetast door virussen. Leuven kan plantenaanleveren van goede kwaliteit, zodat we kunnen werkenmet gezonde planten. Er is in Leuven en in Congo veelkennis, maar die komt niet bij de boeren die ze nodighebben. Via radio, tv en handleidingen moeten mensenleren hoe ze best met de planten omgaan.”“Daarnaast moet de bevolking gestimuleerd wordenom meel te maken van de bananen. De bananen goedvervoeren is door de slechte wegen quasi onmogelijkzodat veel oogst verloren gaat. Meel is veel makkelijker tebewaren en te vervoeren en het kan verwerkt worden in talvan producten. De technieken om de bananen snel te latendrogen en er meel van te maken bestaan, we moeten zealleen tot bij de bevolking krijgen. Want het belang van debanaan voor onze regio kan je eigenlijk niet overschatten.”

Tine Bergen, Campuskrant

De smaakmakers bij de lancering (v.l.n.r): prof. RonySwennen, Fabian Deckers, prof. Seppe Deckers,schepen Dirk Vansina, burgemeester Louis Tobback

Ook studenten lusten dit heerlijke drankje!

Page 18: Bio-ingenieus januari 2010

16

Yves ServotteStudent aan de FaculteitLandbouwwetenschappen

Na mijn humaniora te Brussel kwam ik in 1979 naarLeuven om land bouwingenieur studeren. Ik werd daartoegedreven vanuit een zeer sterke interesse voor al watnatuur was eerder dan dat ik goed wist wat ik daar latermee zou doen. Omdat ze zeiden dat de studies erg zwaarwaren, twijfelde ik of ik het aankon. Daarom heb ik in heteerste jaar werkelijk alles op alles gezet om er door tegeraken. Pas toen ik zag dat het lukte, heb ik me meer inhet studentenleven geëngageerd. In het eerste ingenieurs jaarwas ik één van de drie studenten afgevaardigdenin de permanente onderwijscommissie (POC) omdat ik,ondanks enkele zeer goede docenten in de twee eerstejaren, toch wel teleurgesteld was over het niveau vansommige vakken. In de ingenieursjaren koos ik de richtingIngenieur voor de Scheikunde en de Landbouwindustrieënmet als specialisatie Industriële Biologie en Microbiologie.Mijn eindwerk maakte ik echter bij prof. Jacobs overkatalyse van fermentatiezuren.

PRESES

Op het einde van het eerste ingenieursjaar werd ik totpreses verkozen zodat ik de eerste preses was die tijdenszijn vierde jaar dat ambt uitoefende. Voorheen zat depreses altijd in het laatste jaar. Dat was de periode dat erin de faculteitsraad gedebatteerd werd over de invoeringvan het major-minorsysteem. Ik heb uitstekende herinneringenaan de samenwerking met decaan Uytterhoeven, metPOC-voorzitter prof. Paul Tobback en met het secretariaatdat toen al bemand werd door Marina en Anita. We warentoen erg bekommerd om het aantal monstercursussen tebeperken en ijverden voor het behoud van kleinere vakken.We trokken ook ten strijde tegen proffen die weigerdenhun cursusnota’s te laten drukken. Het was ook in dat jaardat het interfacultair songfestival werd gestart, wat vooronze faculteit een groot succes werd. Qua vorming ben ikwel wat op mijn honger blijven zitten, vooral tijdens deingenieursjaren. Naar mijn gevoel waren er toen niet echtveel innoverende cursussen. Ik heb zeer veel gehad aanBiochemie I, schitterend gedoceerd door prof. Verachtert.Die nieuwe inzichten in de biochemische processen in hetlichaam waren fascinerend en stimuleerden mij om descheikundige richting te kiezen, maar ik werd teleurgesteld.Gelukkig was ik preses. Dat maakte het boeiend en zoheb ik mijn sociale attitudes kunnen aanscherpen.

Misschien was ik niet genoeg een uitgesproken ingenieurmaar ik werd naar mijn gevoel niet echt warm gemaaktvoor het metier.

BIJKOMENDE ATTITUDES ENVAARDIGHEDEN

Dat maakte dat ik na mijn legerdienst beslist heb omnog een jaar te gaan studeren in Parijs waar ik een MBA-opleiding volgde aan het Institut de gestion des industriesagroalimentaires, enerzijds om Frans te leren en anderzijdsom meer economische inzichten te verwerven. Dat waseen verademing: de lessen stonden op een zeer hoog niveauen werden sterk interactief gegeven, terwijl in Leuven nogveel ex-cathedraonderwijs zonder discussiemogelijkhedenwerd gegeven. Bovendien was het een groot internationaalstimulerend gezelschap. Vanuit mijn ervaring zou ik aaniedere bio-ingenieur die zich wil profileren in de industriede raad geven om na minimum 3 jaar ervaring een dergelijkebijkomende vorming te doorlopen. De bio-ingenieurs opleidingop zich geeft weinig of geen inzichten in marketing, financiëlestrategie, financieel management enz. met als gevolg datje dan in een industriële loopbaan vlug aan het plafond vanje mogelijkheden zit en bepaalde opportuniteiten misloopt.Ik heb aan die bijscholing ook een aantal zeer boeiendecontacten overgehouden waarop ik nu nog altijd kan terug -vallen. Competenties en attitudes zijn thans bij de aanwervingin de industrie haast even belangrijk als de kennis diegewaarborgd wordt door het diploma. Vandaar dat zulkebijkomende vorming nooit haar waarde verliest. De opleidingvan de bio-ingenieur richt zich idealiter op aan elkaargrenzende gebieden bijv. klassieke voeding-functionelevoeding-farmaceutica, milieu-microbiologie- milieutechnologieof energie-biomassa (algen, gewassen)-biobrandstoffen.Ook in de landbouw zijn er nieuwe domeinen zoalsgeïntegreerde landbouw, biologische landbouw en slowfood. Dit zijn schitterende opportuniteiten voor de bio-ingenieur op voorwaarde (1) dat hij/zij zijn kennis faculteit-en vakoverschrijdend kan uitbreiden naar aangrenzendegebieden zoals economie, geneeskunde enz. (2) dat hij/zijqua houding ondernemingsgericht is en (3) dat hij/zij quaer op gericht is om voortdurend bij te leren: talen entaalvaardigheid, communicatie enz. Daarom geef ik elkestudent de raad om zich te engageren in presidia enstudentenorganisaties zodat hij/zij leert communicerenmet anderen en hen kan motiveren. Die bio-ingenieurheeft een mooie toekomst.

EEN LID VAN DE FACULTAIRE SENAAT STELT ZICH VOOR

Page 19: Bio-ingenieus januari 2010

17

AAN HET WERK

Zoals voor iedereen, betekende mijn eerste job ook voormij een belangrijke leerschool. Ik had het geluk om van1986 tot 1995 in een goed functionerende dynamischegroep terecht te komen nl. Amylum in Aalst. Het was eenperiode van zeer grote internationale expansie over heelEuropa. We spraken daar de helft van alle Europese talenen vlogen half Europa rond. Omwille van die expansiekregen de jonge krachten daar heel veel mogelijkheden.Na één jaar werd ik hoofd marketing en na drie jaar was ikdirecteur verkoop. Op het einde was ik ook verantwoordelijkvoor de internationale vormgeving van die groep. Ik heb erboeiende seniormanagers ontmoet die me leerden omzeer analytisch en nuchter te werk te gaan. Dat milieu gafme het gevoel dat de wereld mijn dorp is en dat je geenschrik hoeft te hebben om met Japanners of Amerikanente negotiëren.

MOEILIJKE SITUATIES WEER OP DE RAILSZETTEN

Het vak dat me in Parijs het meeste boeide wasRedressement et Création d’entreprises, dat handeldeover de opstart van nieuwe en de transformatie vanbestaande bedrijven. Ik word graag uitgedaagd doormoeilijke situaties die opnieuw op de rails moeten wordengezet. Zoiets kan je echter maar na een aantal jarenervaring. Op een gegeven moment kreeg ik de kans omover te stappen naar Remy waar men op zoek was naareen bedrijfsleider die deze tanende zaak terug kon doenbloeien. Gelukkig was er wel een sterke Duitse aandeel -houder die bereid was om de nodige investeringen tedoen met de bedoeling de zaak verkoopbaar te maken.Toen ik hier een week was heb ik vastgesteld dat desituatie nog veel moeilijker was dan mij was voorgespiegelden ik zei tot mezelf: “Yves, waar ben je in godsnaam aanbegonnen?”. Remy had toen enkel nog zijn naam. De sitein Wijgmaal was een stuk industriële archeologie waar nogmaar 60 mensen werkten. Op vijf jaar tijd zijn we er samenmet een klein gemotiveerd team in geslaagd om dezefirma een volledig nieuw machinepark te geven en hebbenwe het concept van de Remysite kunnen realiseren insamenwerking met Stad Leuven, K.U.Leuven en enkeleandere instanties. Remy zelf had niet de middelen om desite op te ruimen en daarom gaven we de Duitsers deraad om de helft van de site te verkopen aan externen,wat niet evident is voor een bedrijf dat zich opnieuw wilopwerken en zijn investeerders wil laten geloven in deexpansiemogelijkheden. Maar dankzij de uitstekendesamenwerking van alle betrokken partijen is dit projectvoor 90% gerealiseerd, zonder enige vorm van subsidie.Op dit ogenblik werken op deze site ongeveer 1000 mensen.

BENEO

In 2002 werd Remy verkocht aan de Tiense Suiker -raffinaderij, die behoort tot de Duitse groep Südzucker.Binnen die samenwerking kon Remy een eigen koersvaren. In 2007 besliste Südzucker om al zijn producentenvan functionele ingrediënten samen te brengen onderéén naam. Het betreft hier Remy (rijst), Orafti (cichorei) enPalatinit (suikerbiet). Südzucker heeft me toen gevraagdom samen met twee Duitse collega’s deze groep vorm tegeven en te leiden. Dit was niet evident omdat elk van dedrie businessunits overtuigd was van zijn eigen bestaans -reden. Zo is de BENEO-groep (van ‘bene’ – goed, en ‘neo’– nieuw) ontstaan met als slagzin connecting nutritionand health. Het is onze ambitie om op wereldschaal eenleidinggevende rol te spelen betreffende functionelevoeding. Ik ben binnen die taakverdeling verantwoordelijkvoor de eerder commerciële activiteiten: verkoop,marketing en ontwikkeling van nieuwe businessconcepten. De meerwaarde van deze groep komt overeen metonze missie om voor onze klanten en potentiële klantenwereldwijd een sterkere innovatiepartner te zijn in hetdomein voeding en gezondheid. Het gaat om verscheideneexpertisegebieden die helemaal niet courant zijn in eenbusiness tot businessomgeving; (1) nutritional science, d.i.wetenschappelijk onderzoek van ingrediënten in voedings -waren en fysiologische processen in de mens; (2) nutritionalcommunication, d.i. de vertaling van de onderzoeks resultatennaar de consument (bijv. betreffende de samenstelling vangezonde darmflora); (3) afstemming op en beïnvloeding vande levensmiddelenwetgeving in meer dan 50 verschillendelanden; (4) marketing: wij proberen onze klanten marketing -concepten bij te brengen zodat de klant gemakkelijker zijnmarketing kan voeren gericht op zijn cliënten.

De Remysite

Page 20: Bio-ingenieus januari 2010

18

Daartoe doen we in 28 landen aan consumentenresearch.Onze klanten zijn zeer divers en omvatten nagenoeg dehele voedingsindustrie. De belangrijkste zijn babyvoeding,ontbijtgranen, bakkerijproducten, zuivel, fruitbereidingen,confiserie (tandvriendelijke kauwgom en snoep).

Onze onderzoek en ontwikkeling zijn een belangrijkonderdeel van onze activiteiten. We hebben ook eennetwerk met meer dan 100 externe knooppuntenwereldwijd aan universiteiten en studiecentra, zoals hetLaboratorium voor Levensmiddelenchemie en -biochemievan K.U.Leuven waarmee we samenwerken betreffendede karakterisering van zetmelen en rijstproteïnes.

ONDERNEMINGSATTITUDE

Tot slot pleit ik er voor dat ingenieurs met meerondernemingsattitude in het professionele leven stappen.Sinds enige tijd ben ik ook als voorzitter actief binnenVlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo), een vzw diestuderende jongeren warm wil maken voor ondernemenmet doe-formules. Gekende producten zijn mini-ondernemingen, Jieha, De Droomfabriek, Small BusinessProject enz. Recent werd het product Start Academygelanceerd. Dit zijn universiteitsteams die een bedrijfsideezullen uitwerken. De deelnemers krijgen een trainingen coaching van experts en met hun hulp wordt hetbusinessplan geleidelijk ontwikkeld. Onze maatschappijheeft ondernemende bio-ingenieurs nodig en er zijn veelmarktopportuniteiten maar je moet de risico’s durven nemen.

Yves Servotte in gesprek met Jos Van Pelt

Op 6 november 2009 was het weer zover! Met 115ingeschreven doctoraatsstudenten en postdocs stondhet 15e PhD-symposium on Applied Biological Sciencesgarant voor weer een boeiende namiddag. Er werd ookdit jaar gekozen voor drie parallelle sessies, telkensingeleid door een professor uit het vakgebied.‘Interactions between organisms at different levels’werd ingeleid door Prof. Vanderleyden, ‘Genes and theirfunctions: how to unravel physiological processes’ doorProf. Buys en ‘Environmental issues: ecological, socialand economic aspects’ door Prof. Goethals.

Na de inleidende lezingen stelden per sessie 5 doctoraats -studenten hun werk voor. Naast de lezingen was er ooktijd voor het bekijken en bediscussiëren van 40 posters.Een geselecteerde jury koos hieruit vijf posters, die tijdensde pauze gedurende een vijftal minuten voorgesteld werden.Zij waren kandidaat om één van de twee P&G-awards tewinnen: de P&G Innovation Award en de P&G Modeling Award.

Na de parallelle sessies was het tijd voor de keynotespreker, Prof. Cassiman, met een zeer boeiende lezing over‘Humans, a product of evolution with qualities and defects’.Het PhD-symposium werd afgesloten met een receptie,waarin de presentatie- en posterprijzen werden uitgereikt.De presentatieprijzen gingen naar: Gwendoline Kint(Centrum voor Microbiële en Plantengenetica, K.U.Leuven)in sessie 1, Valerie de Groote (Centrum voor Microbiële enPlantengenetica CMPG, K.U.Leuven) in sessie 2 en ElineVanuytrecht (Afdeling Bodem- en waterbeheer, KULeuven)in sessie 3. Eline Vanuytrecht ontving de P&G PresentationAward, terwijl de andere prijzen gesponsord werden doorAblynx, Applied Biosystems en Millipore. De P&G InnovationAward ging naar Steven Van Hulle (ILVO) en de P&G ModelingAward werd uitgereikt aan Tom De Swaef (VakgroepToegepaste Ecologie en Milieubiologie, UGent).

dr.ir. Sofie Saerens

ASSISTENTENNIEUWS

PhD-symposium on Applied BiologicalSciences 2009

Prof. Jos Vanderleyden in gesprek met Prof. Cassiman(rechts).

Page 21: Bio-ingenieus januari 2010
Page 22: Bio-ingenieus januari 2010

20

Al van vorig jaar waren we er mee bezig: de 20ste editievan Bloedserieus Leuven. Het moest iets speciaalsworden, met extra leuke acties, extra promotie en eennog nooit gezien aantal bloedgevers! Het Rode Kruisstond volledig achter ons en dus moest en zou het lukken.

Onze eerste grote promotieactie was op de vierentwintig -urenloop waar we honderden rode ballonnen uitdeelden,de fanfare met ballonnen tooide en een paar rondjesliepen. Enkele weken later kregen we van het Rode Kruisde kans om met hun promotiemobilhome rond te cruisendoor de straten van Leuven. Overal deelden we ballonnen,flyers en petjes uit om onze actie te promoten.Sean D’Hondt, zanger van de groep Nailpin en peter vanonze actie, deed ook een duit in het zakje en ging enkeleuren met ons mee op flyertocht. Vooral tienermeisjeskonden aan deze aanblik niet weerstaan en zorgdenvoor een vrolijke massa aan onze promomobiel.

Plots was het dan zover, zondagavond 15 november,het begin van een helse week die onze stoutste dromenzou overtreffen. Aan het station deden we nog een laatstegrote promotieactie door chocomelk en glühwein uit tedelen aan de verkleumde studenten die van de trein naarhun kot vertrokken. Dit alles met een vrolijke noot muzieken de boodschap dat het Rode Kruis een hele weekklaarstond om hun bloed te ontvangen. Als beloning voorhun donatie kregen ze zoals elk jaar een leuke goodie bagvol met pudding, thee, ontbijtgranen, kortingsbonnen, …

Maandag, dinsdag, woensdag en donderdag blevende studenten maar toestromen om enthousiast plaats tenemen op een bedje en een zakje te vullen met hun bloed.Eerst 2 dagen in de Universiteitshallen en dan 2 dagen inhet Gymnasium. De wachtrijen waren soms lang tot zeerlang als je niet vooraf had ingeschreven. Het hoogtepunt wasongetwijfeld dinsdagavond waar om 22u pas de laatste2 mensen plaatsnamen om bloed te geven. Elke dag weerstond het hele Bloedserieusteam klaar om de mensen tehelpen, zakjes en bandjes uit te delen en de mensen tevoorzien van een koekje en een flesje water. Er werdenzeer lange uren geklopt en ettelijke uren slaap gemist maarde cijfers zagen er elke dag beter uit en de voorzichtigehoop om de kaap van 3000 bloedgevers te halen gingvan waarschijnlijkheid naar zekerheid.

De week werd afgesloten in het Musicafé met een BloodyBirthday Party met klinkende namen als DJ F.R.A.N.Ken Dave Lambert. Om middernacht kon onze voorzitter,Brecht De Tavernier, aankondigen hoeveel mensen eruiteindelijk waren komen bloedgeven: 3242 bloedgeversklonk het, waarvan 1143 voor de eerste keer! Nog nooitin de geschiedenis van Bloedserieus werd dit getal zelfsmaar benaderd. Dit was een editie die bloed, zweet,tranen en slaap heeft gekost maar dit alles was zekerde moeite waard. Deze week zal niemand snel vergeten.En dan nu enkele maanden welverdiende rust vooraleerwe er in maart weer invliegen!

Jessica Bollyn, bestuur Bloedserieusin naam van het hele Bloedserieusteam

STUDENTENNIEUWS

BLOEDSERIEUS: de feesteditie!

De 20ste editie van Bloedserieus Leuven waseen succes.

Meer info: www.bloedserieus.be of met vragen kanje altijd terecht op [email protected]

Page 23: Bio-ingenieus januari 2010

21

Het brandwondencentrum van het militair hospitaalKoningin Astrid in Neder-Over-Heembeek is bekroondmet de internationale prijs Martin Ramelot. De prijs wordttweejaarlijks toegekend door de vzw "Aide Sociale auxGrands Brulés", voor de bevordering van de kwaliteit vande behandeling van patiënten met ernstige brandwonden.Een internationaal onderzoeksteam dat gecoördineerdwerd door het Laboratorium voor Moleculaire en CellulaireTechnologie (LabMCT) van het brandwondencentrumkreeg de prijs voor een cocktail van bacteriofagen.Het gaat om een cocktail van virussen, die de bacteriëninfecteren die de meest voorkomende brandwonden -infecties veroorzaken. Die cocktail wordt geëvalueerdin een klinische studie in het brandwondencentrum inNeder-Over-Heembeek. Aan de ontwikkeling vande cocktail werkte een multi disciplinair team mee.Het onderzoeksteam bestond ook uit wetenschappersvan onder meer het Laboratorium van Fysiologie van deVrije Universiteit Brussel, het Laboratorium BacteriologieResearch van de Universiteit Gent en de AfdelingGentechnologie (prof.dr.ir. Rob Lavigne en ir. WesleyMattheus) van de Katholieke Universiteit Leuven.

Tijdens de nationale conferentie over de productie vangezond plantmateriaal voor bananen te Jalgaon, Indië,ontving prof.dr.ir. Rony Swennen de Kadali Puraskaronderscheiding voor zijn jarenlange bijdragen aan hetbananenonderzoek.

Indië is het grootste bananen producerende land ter wereld(ong. 25 % van de wereld productie). De bananen wordener hoofzakelijk op kleine schaal geproduceerd door boerenvoor eigen consumptie en lokale markten. Rony Swennenheeft met zijn onderzoek bijgedragen tot een verbeteringvan de brooddwinning van deze kleine boeren in Indië.

Bart De Ketelaere, onderzoeksmanager aan de AfdelingMechatronica, Biostatistiek en Sensoren (MeBioS)van het Departement Biosystemen, heeft de “YoungStatistician Award” gekregen voor zijn bijdrage totinnoverende statistische methoden voor industriëlekwaliteitsoptimalisatie. De prijs werd uitgereikt door StuHunter van het vermaarde Princeton University (USA)tijdens het negende European Network for Businessand Industrial Statistics congres in Göteborg, Zweden.Het congres vond plaats van 21 tem 23 september 2009.

Op 14 oktober 2009 werd prof. Andre Maes luisterrijkgevierd als emeritus van onze faculteit. De plechtigheid hadplaats in het historische decor van de Universiteitshallen.

De academische zitting werd geopend met eenverwelkoming van de talrijk opgekomen collega’sprofessoren, vrienden, oudstudenten en familie door prof.Johan Martens, voorzitter van het Departement Microbiëleen Moleculaire Systemen, het departement waartoe prof.Maes behoort.

Vervolgens hield vicerector Karen Maex een opmerkelijketoespraak waarin ze prof Maes vooral belichtte als eengeslaagd wetenschapper en academisch lesgever.Ze benadrukte de ruime waaier aan wetenschappelijkeonderzoeksthema’s die prof Maes heeft beoefend, gaandevan “Ondergrondse berging van hoogradioactief afval ingeologische lagen”, over “Milieusaneringstechnieken”en “Geochemie van transitiemetalen” tot “Afvalwater -behandeling en drinkwaterbereiding”.

NIEUWS VAN DE FACULTEIT door Marleen Suckers

In de prijzen

Prof. André Maes op emeritaat

Prof.dr.ir. Rony Swennen ontving de Kadali Puraskaronderscheiding.

Page 24: Bio-ingenieus januari 2010

22

Prof. Maex zag in deactiviteiten van prof. Maeseen goed voorbeeld van dedoor de universiteit beoogdecombinatie van onderwijs enonderzoek die de basisvormt voor up-to-date,eigentijds en onderzoeks -gebaseerd onderwijs.Tijdens de laudatio zettedecaan prof. Pol Coppin deuitgebreide en gevarieerdeleeropdrachten verzorgddoor prof. Maes in de verf(o.a. Bodem- en water -chemie; radiochemie; chemie

van de vaste stof- water interfase, milieuchemie, …).Hij sprak zijn waardering en dank uit voor de bijdragevan prof. Maes aan de goede werking van verschillendecommissies van de faculteit en universiteit. Nadien werddoor Dr. Ir. Peter De Preter (NIRAS-Directeur ESVEURIDICE) een gelegenheidstoespraak gehouden over

“Beheer van radioactief afval: een uitdaging voor vandaagen morgen” waarin hij de noodzaak en maatschappelijkerelevantie van onderzoek naar de geologische bergingvan hoogradioactief afval duidelijk naar voor bracht.

In zijn afscheidsrede “ Radioactiviteit in onderzoek: risico ofopportuniteit” illustreerde prof. Maes de vele mogelijkhedengeboden door het gebruik van radionucliden ingeneeskunde en in verschillende onderzoekstakken.Uit vergelijking van de veiligheidsaspecten gebonden aanhun gebruik met deze van een conventioneel chemischlaboratorium bleek dat de voordelen verbonden aanhet gebruik van radionucliden eerder tot een positieveperceptie van hun toepassing moet leiden.

Als bijzonder emeritus blijft prof. Maes actief in hetdepartement en de faculteit door onder andere mee tewerken aan lopende onderzoeksprojecten en het docerenvan de cursus “Chemie van de vaste stof –waterinterfase”.

Dr.ir. Eric Breynaert

Prof. Andre Maes

De K.U.Leuven pakt uit met een nieuwe media -campagne. Speels, verrassend, kleurrijk, en er magal eens gelachen worden.

Naast de advertenties en affiches hebben alle faculteitenen diensten een gebruiksvoorwerp als beeld gekregen.De beelden geven de verschillendeentiteiten de kans hun communicatie tevoeren in de lijn van de overkoepelendecampagne van de K.U.Leuven.De beelden zorgen voor eenheid enherkenbaarheid en beklemtonen toch eeneigen identiteit. Het beeld is bedoeld voorpublicaties, presentaties en andere, maaris géén logo. De nieuwe mediacampagneloopt over een periode van 5 jaar.

Het faculteitsbeeld van de Faculteit Bio-ingenieurs wetenschappen toont een blikmet daarop diverse elementen. Dit was eenvoorstel van de Dienst Communicatie opbasis van input uit het decanaat. Het blik zelf verwijst naarpost-harvest technologie en het ingenieurstechnische.Het ecologo verwijst naar ons duurzaam karakter,het Klimaatpark Arenberg en de meer groene opleidingen.De bananen verwijzen niet alleen naar de internationalebananencollectie, maar evengoed naar de opleiding rondtropische landbouw, naar de opleiding levensmiddelen -technologie en naar alle projecten in ontwikkelingslanden.

Zo heeft onze faculteit net alsandere faculteiten een gewoongebruiksvoorwerp, maar zit ertoch veel meer achter en wordtveel van de faculteit hiermeegedekt, dit in tegenstelling tot

de meesteanderefaculteiten.

WEBSITE IN NIEUWELAY-OUT

De eerste webpagina’s staan inde nieuwe K.U.Leuven lay-out enhet nieuwe faculteitsbeeld werdgeïntegreerd. De pagina’s voorde (toekomstige) studenten werdeninhoudelijk up-to-date gebrachten een pagina wetenschaps -

communicatie werd gecreëerd. Je kan de nieuwe pagina’sbekijken via www.biw.kuleuven.be/studenten/index.aspxDe andere pagina’s volgen stapsgewijs.

Dienst Externe Relaties

Het nieuwe faculteitsbeeld

Page 25: Bio-ingenieus januari 2010

23

De kinderuniversiteitis iets heel andersdan de lagere ofmiddelbare school.De kinderen krijgeneen persoonlijkestudentenpas

waarmee ze toegang hebben tot alle activiteiten.Elke keer als ze naar de kinderuniversiteit komen,krijgen ze een stempel. Hoe meer stempels ze verzamelen,hoe slimmer ze worden. Zo kunnen ze uiteindelijk eenbachelordiploma behalen. Echte slimmeriken wordenmaster en hele slimme studenten kunnen zelfs doctorin de kinderuniversiteit worden!

Ze lopen zowel in voor- als namiddag college –een lesvan een echte professor– in een groot auditorium samenmet heel wat andere kinderen. Echte professoren leren heniets bij, geven misschien een antwoord op tenenkrullendevragen, kriebelen de nieuwsgierigheid en zorgen zo voorweer nieuwe vragen in de kinderhoofden. Daarna kunnenze heel wat bijleren in één van de workshops.Sommige hiervan zijn een beetje vergelijkbaar metonze ‘practica’. Dat zijn lessen waarbij in kleine groepjesbepaalde vreemde dingen worden onderzocht en besluitengetrokken worden. De kinderen leren er theorie toepassenin praktijk, ze doen er ervaring op en leren zo weer heelwat bij!

In het kader van het EWI-project “CSI@school” hebbende medewerkers van Dienst Onderwijsondersteuningsamen met de andere projectmedewerkers van de groepWetenschap en Technologie een leuke workshop in elkaargeknutseld om jonge kinderen van 8 tot 10 jaar creatiefte laten omgaan met wetenschappen.

In een 1,5-uurdurende workshop “FBI: De Frietzak ofBelgium Investigation” gingen 20 jonge speurneuzen aanhet werk. Er werden microscopische haarpreparaatjesbekeken, vinger- en schoenafdrukken genomen envergeleken met die van de verdachte uit het “politie -dossier”. Verder werd een robotfoto in elkaar gepuzzeld.Na een spannende ontknoping van gissen en verklarenwerd de jonge dader in de boeien geslagen door éénvan de twee echte politieagenten Nick en Hans.

De andere spelers waren: Siemen Geris (onze dadermaar vooral zoon van), Kris Geris (prof. Stilton), IsabelleBlanckaert (poetsvrouw en robotfotospecialist), ChristinePeeters (vingerafdrukexpert), Els Moyson (haaranalist)– dank zij de zorgvuldig klaargemaakte preparaatjes vanLudmila Peckova – en Jelle de Borger en Siska Waelkens(beide deskundigen van het schoenafdrukteam).

Els Moyson

Kinderuniversiteit 2009 en de FBI

Dader Siemen doet‘gewoon’ mee aan hetmicroscopisch onderzoekvan de gevonden haren.

Gezichtsreconstructie en confrontatie. Dader Siemen zit ‘onschuldigte kijken’ naar Christine Peeters diede vingerafdrukken zal nemen.

Page 26: Bio-ingenieus januari 2010

24

Met auteur Prof.dr.ir. Martin Hermy (Afdeling Bos,Natuur en Landschap)Ook bijdragen van Prof.dr.ir. Seppe Deckers(Afdeling Bodem- en Waterbeheer)

Ten zuiden van Leuven ligt een uniek boscomplex van meerdan 25 vierkante kilometer groot. De rijke geschiedenis ennatuurpracht van het Heverleebos en het Meerdaalwoudtrekken jaarlijks ongeveer driekwart miljoen bezoekers aan.Het belang van dit natuurgebied is niet te onderschatten:het bos filtert niet alleen lawaai, fijn stof en broeikasgassenuit de lucht, maar bewaart ook waardevol erfgoed.

Met dit boek wandelt u door het verleden en het hedenvan Miradal – dit is trouwens de oudste benaming vanhet woud. U ontdekt de vele gezichten van het bos doorde ogen van archeologen, geologen, geschiedkundigen,bosbouwers en biologen. Een grote groep onderzoekers uitdiverse vakgebieden doen hun verhaal, want de geschiedenisvan een bos is het resultaat van heel uiteenlopende factoren.Zo zijn voorjaarsbloemen en archeologisch erfgoed beidenafhankelijk van de bodemgesteldheid. Het verhaal van deloopkevers die ‘gevangen’ zitten in dit oude bos omdat zehun vliegvermogen verloren hebben, is dan weer eenboeiende mengeling van biologie en geschiedenis.

Miradal. Erfgoed in Heverleebos en Meerdaalwoud is heteerste boek dat een gedetailleerde studie maakt van eenbos in al zijn aspecten. Met originele tekeningen, nooiteerder gepubliceerde oude kaarten en schitterende foto’s.Een onmisbaar en boeiend werk voor natuur- en cultuur -liefhebbers!

Boek ‘Miradal: Erfgoed in Heverleebosen Meerdaalwoud’

Herken je de foto die stond op Bio-ingenieus‘Van verleden tot heden’?

Diverse lezers vroegen zich af wie er op die foto staat.Om dit te weten konden wij maar één iemand bedenkenmet een fenomenaal geheugen nl. ouddecaan Prof. Meire(°1926). Hij was ook nieuwsgierig en samen met ir. RogerPoffé (°1927) en prof. Marcel Van Belle (°1927), die beidenook op de foto staan, werden heel wat namen van studentenen professoren teruggevonden.

Op de foto staat de promotie 1952 van deNederlandstaligen (Vlamingen) en Franstaligen (uit alledelen van België). Aangezien er in dat jaar ook nog‘graduaten’ bestonden in de beide taalgroepen, kunnen ertussen de ingenieurs ook nog gegradueerden staan.

Studenten (witte nummers): 1-Thiange Henri, 2-FrèreMichel, 3-Pierson Charles, 4-Wilkin Pierre, 5-de HemptinnePierre, 7-De Boeck Michel of Bouvier Jean, 8-Berg André,10-Bienfet Roger, 11-Maldague Michel, 12-Van BercieRené, 13-Rogman Alberic, 14-Uuttenbroeck Léon,

Promotie 1952

Meer informatie en bestellenwww.davidsfonds.be/publisher/edition/list.phtml

Page 27: Bio-ingenieus januari 2010

25

15-Wuytack Aloïs, 18-Grégoir Paul, 19-Motmans Florent, 20-Spaas Jan, 22-Grauls Leopold, 23-Denys William,23’-Van Bouwel Alfons, 25-Poffé Roger, 30-Cauwe Yvan, 37-Peeters Louis, 38-Verstraeten Emiel, 41-Van den AbeelePierre, 42-Steenackers Victor, 47 of 64-Autier Max, 48-Benoit Albert, 50-Masson Joseph, 51-Hennebert Grégoire,52-Pochet Pierre, 59-Jakus Jaak, 60-Vanbelle Marcel, 65-Schuchewytsch Georg, 66-Jadot CamilleNiet teruggevonden studenten (namen uit het Jaarboek 1951-1952, in het bezit van prof. Meire): Ansiaux Léon, BlouardRené, Carlier André, De Vielder Roger, Gillain Leon, Hayda Ihor, Henrard Arthur, Herasymowyez Roman, Lohest Cassian,Mattieu de Wynendaele J.J., Nielens Jean-Baptiste, Peeters Florent, Rézette Pierre, t’Serstevens Guy, Van Himme Michel

Professoren (groene nummers): 1-Professor Joseph Dondeyne, 2-Professor Andre Houberechts, 3-Professor VictorEstienne, 4-Professor Victorien Antoine (directeur), 5-Monseigneur Honoré Van Waeyenbergh (rector), 6-Professor ClemensVanhimbeeck, 7-Professor Arnaut Dumon, 8-Onbekend, 9-Professor Jean De Clerck, 10-Professor Georges Malcorfs,11-Professor Albert Coppens, 12-onbekend (niet in toga), 13-Professor Joseph Opsomer, 14-Professor Jozef Baeyens15-Onbekend, 16-Onbekend, 17-Professor Leon Brichet, 18-Professor Paul Simonart, 19-Professor Albert De Vuyst

ir. Marleen Suckers

Page 28: Bio-ingenieus januari 2010

26

Sebinasi Dzikiti, postdoc van de UniversiteitStellenbosch, bracht een werkbezoek aan de AfdelingMeet, Modelleer & Manage Bioresponsies (M3-BIORES),Onderzoeksgroep Geomatica. Prof. Pol Coppin enJan Stuckens waren de gastheren. Redacteur MarleenSuckers interviewde Sebinasi en Jan.

MS: “Sebinasi, van waar ben je afkomstig en welkeopleiding heb je gehad?”Sebinasi: “Ik kom eigenlijk uit Zimbabwe. Aan de Universityof Zimbabwe haalde ik een bachelordiploma fysica en eenmaster in Agricultural Metereology. Ik haalde er ook eendoctoraat met mijn onderzoek over irrigatiemanagementvan citrusbomen (nvdr. geslacht Citrus: appelsienen,citroenen, mandarijnen, pompelmoes, pomelo’s,limoenen…). Dat deed ik in samenwerking met UGent enik bracht 9 keer een bezoek aan Gent. À propos, ik dachttoen dat Leuven veel groter was dan Gent. Van 2003 totmei 2008 gaf ik les aan de University of Zimbabwe. In mei2008 kreeg ik dan de kans om als postdoc in te stappenin het BOF-project (BOF= bijzonder onderzoeksfondsvan de universiteit) Development of hyperspectral remotesensing capabilities for fruit orchard and vineyardmonitoring. Dit is een gemeenschappelijk projectvan de Onderzoeksgroep Geomatica en de FaculteitIngenieurswetenschappen van Universiteit Stellenbosch(Zuid-Afrika). Ik verhuisde met mijn vrouw en tweedochters naar Stellenbosch en deze omschakeling wasvooral voor de kinderen moeilijk omdat van hen verwachtwordt dat ze Afrikaans leren”.

MS: “Wat houdt het project eigenlijk in?”Sebinasi: “D.m.v. remote sensing, het verzamelenvan gegevens over het aardoppervlak door middel vansatellieten, kan men de opbrengst en de kwaliteit vanmaïs-, koolzaad-, tarwevelden enz. voorspellen. Dit willenwe ook kunnen voor citrusplantages. Een citrusplantagebestaat uit echter uit rijen bomen en dus niet zo homogeenals bijv. een tarweveld. Diverse parameters als grondsoort,afstand tussen de rijen, bemesting, pesticiden, water-stress … hebben een belangrijke invloed op de kwaliteiten de opbrengst. De citrusbomen dragen ook het hele jaardoor bladeren, maar toch worden er bloemen en vruchtengevormd en het is de vraag of je deze veranderingen metremote sensing kan vaststellen. Ik onderzoek ter plaatsede invloed van diverse parameters op de groei en detoestand met nieuw ontwikkelde meetinstrumenten.D.i. erg arbeidsintensief.”

“Het is de bedoeling dat we meetinstrumenten, gebaseerdop dezelfde technologie als de meetinstrumenten voormetingen in de boomgaard, met een satelliet naar deruimte sturen om metingen uit te voeren en de resultatente vergelijken met de metingen op de grond. Na dievergelijking denken we dat het daarna mogelijk is deopbrengst en de toestand van een citrusplantagem.b.v. remote sensing kunnen bepaald worden.”

MS: “Dergelijk onderzoek kost veel geld. Kunnen jullieme zeggen wie dit project betaalt? En wanneer zien weiets van die satelliet?”Jan: “Een camera wordt ontwikkeld en gebouwd doorOIP Sensor Systems (Oudenaarde) met geld van deVlaamse regering en de tweede camera en de satelliet,die dus de drager is van de meetinstrumenten, wordengebouwd in Zuid-Afrika door Sunspace, een spin-off vande Universiteit Stellenbosch. De lancering zal ten vroegstein 2012 plaatsvinden en gebeuren met een Soyuzraketvanaf ruimtebasis Baikonur.”

MS: “Wat is het belang van citrusvruchten voor Zuid-Afrikaen zijn de kwekers geïnteresseerd in het onderzoek?”Sebinasi: “Als je kijkt naar de uitvoer van landbouw -producten uit Zuid-Afrika, dan nemen de citrusvruchtenmeer dan 50 % in. Het is het vierde grootste citrus -exporterende land na Spanje, Brazilië en de VerenigdeStaten (Florida) en de vruchten worden vooral als vers fruitnaar Europa, Azië en Rusland gebracht. De kwekersbetalen mee aan het onderzoek. Je moet namelijk wetendat er zeer veel geld steekt in het tot stand brengen enhouden van een plantage met citrusbomen. Als een kwekereen boomgaard verliest, kan hij zijn zaak opdoeken.”

Interessant bezoekvan de Universiteit Stellenbosch

Jan Stuckens en Sebinasi Dzikiti

Page 29: Bio-ingenieus januari 2010

PERSONALIA vanuit de vier windstreken

GEBOORTES

• Op 18 mei 2009 werd Karlijn geboren, zusje van Ruben(°2003) en Laure (°2005) en dochter van AnnVercauteren (promotie 2000) en Nick Van Eetvelde.

• Bart Vleugels (promotie 1997) en Christine Careghi(promotie 2001) hebben een tweede dochtertjegekregen. Jolenthe is op 17 juni 2009 grote zusgeworden van Laureline.

• Karen Rombaut en Stijn Wyffels (beiden promotie1999) melden u met trots de geboorte van Stan en Elteop 30 juli 2009, broertje en zusje voor Jorre en Marius.

• Arne heeft er een broertje bij! Wout werd geboren op11 augustus en is de flinke zoon van Leen Guffens enBart Vanderhaegen (beiden afgestudeerd in 2000).

• Wij, Jean-Luc Michiels en Elisa Vermeulen (promotie2000) melden u de geboorte van ons tweede dochtertjeTine op 30 augustus 2009, zusje van Sarah.

• An-Valerie Basteyns (promotie 2002) en Stefan Lefeverzijn sinds 31 augustus 2009 trotse oudersvan Alexander. Welkom lieve ukkepuk!

• Wouter Geurts (promotie 2004) en Seraphine Nahyekzijn de fiere papa en mama van Steven sinds 30september 2009.

• Op 2 oktober 2009 werd in het geboortehuis "Le PetitPrince" in Fribourg (CH) een klein prinsesje geboren metde naam Laetitia. Zij kwam er tot grote vreugde van haarouders Katrien David (Promotie 1992) en André Hermans.

• Op 21 november 2009 werd Jolan geboren.Zoon van Philippe Vanreusel en Mieke van Uffel(beiden promotie 1999).

27

MS: “Kan dit onderzoek ook gebruikt worden voorbijvoorbeeld bananenplantages?Jan: “Dat weten we nog niet. Als je de citrusvruchtenvan een boomgaard perst, geeft elke vrucht een sap afmet ongeveer dezelfde kwaliteit. Dit komt omdat al dievruchten nagenoeg in eenzelfde ontwikkelingsstadiumzitten. De bananen in een bananenplantage zitten echterop hetzelfde moment in verschillende ontwikkelingsstadiaen dat maakt het wel erg ingewikkeld. Rony Swennen isheel geïnteresseerd in het onderzoek en de mogelijkhedennaar bananenplantages toe en is dan ook mijn copromotor.”

MS: ”Sebinasi, wat vind je van Leuven, de Belgenen de universiteit?”Sebinasi: “Ik vind Belgen heel vriendelijk en behulpzaamen ik ben heel blij met mijn verblijf in het Groot Begijnhof,een museum op zich. Zoals ik al zei dacht ik vroeger datLeuven veel groter was dan Gent, maar nu weet ik dat hethier kleiner en gezelliger is. Bovendien heb ik verschillendeleuke mensen leren kennen en had ik interessantegesprekken met Dirk Raes, Wannes Keulemans, RonySwennen en Bart Nicolai. Ook de kennismaking metRoland Valcke van Uhasselt zal me bijblijven.”

MS: “Jan, gaan er in het kader van dit project ookmasterstudenten voor hun masterproef naarStellenbosch?”Jan: “Ja hoor, er zijn er al een stuk of 6 geweest. Ook BenSomers, een doctoraatsstudent aan onze onderzoeks -groep, is betrokken bij het onderzoek ter plaatse en zelfwas ik er in 2009 voor enkele weken. Prof. Pol Coppingaat in maart naar Stellenbosch voor verder overleg.”

MS: “Je maakt vandaag kennis met de eerste koudewinterdag in België en mogelijk gaat het binnen enkeledagen sneeuwen. Je vertrekt echter morgen. Ga je datniet missen?”Sebinasi: “Een beetje wel. Maar op dit ogenblik is hetongeveer 30°C in Zuid-Afrika en dat is ook wel heerlijk.”(nvdr. ☹)

Page 30: Bio-ingenieus januari 2010

Noteer alvast de volgendeB.Ir.-dag in jullie agenda:19 november 2011!

GEZOCHTE ADRESSEN

Van volgende personen werd de vorige ‘Bio-ingenieus’teruggestuurd. Indien je het juiste adres hebt van iemandvan hen, kan je het ons dan bezorgen? (Marina Van de Schoot, tel: 016 32 16 19, [email protected])

1996 Stefaan Vandaele1994 Steven Van Der Veken

Berichten voor deze rubriek mag je sturen naar:Marina Van de SchootDienst facultaire administratie FBIWKasteelpark Arenberg 20 bus 23003001 HEVERLEEtel. + 32 16 32 16 19fax + 32 16 32 19 [email protected]

Page 31: Bio-ingenieus januari 2010

Onze tweede Dag van de Leuvense Bio-Ingenieur, oftewelB.Ir.-Dag, zit er weer op! Deze dag had als voornaamstedoel iedereen die op één of andere manier met onze faculteitverbonden is, met name alumni, professoren, emeriti,assistenten, studenten, personeel van de faculteit en hungezinnen samen te brengen en (opnieuw) met elkaar te latenkennismaken. En daar zijn we weer volop in geslaagd!

Het organiserende team kon op 10 oktober 312 deelnemersverwelkomen. Place to be voor de namiddag was hetbekende Landbouwinstituut. Het gebouw werd dooreen enthousiast team omgetoverd tot een warmeontmoetingsplek. Je kon er de open labo’s bezoeken,proeven van Musa Lova (zie elders in dit tijdschrift),appeltjes eten, les volgen in het Auditorium Jozef Heuts,(gepeperde) liedjes meezingen met een groep enthousiastestudenten en genieten van een drankje aan de bar. De foto -zoektocht viel voor enkele groepen letterlijk in het water,maar dat kon de pret niet drukken. De kinderen zaten veiligbinnen in het Kleineboerkeskot en hebben zich kostelijkgeamuseerd met knutselen, schilderen, schminken,circuskunsten en de clown. Om 17 uur was het dan tijdvoor een gezellige receptie in Alma 3, aangeboden door deFaculteit Bio-ingenieurswetenschappen en de VBI(Vereniging van ingenieurs afgestudeerd aan de FaculteitBio-ingenieurswetenschappen).

Promotie 1984 heeft haar 25-jarig jubileum gevierd opde B.Ir.-dag. Ze waren met velen en enkele ‘koplopers’zorgden voor flink wat animatie voor, tijdens (met eenstoelendans en foto’s uit de oude doos) en na het lekkereeten. De groep werd ook na 25 jaar nog eens vereeuwigddoor huisfotograaf Tom Goessens. Met spijt in het hartmoesten we ze om middernacht aan de deur zetten.Met dank aan Karine, Anneke, Yves en de vele anderen.

Jullie kunnen de sfeerbeelden bekijken op www.birdag.be.

Deze geslaagde dag werd mede mogelijk gemaakt doorvolgende hoofdsponsors: Beneo-group, Cargill, JanssenPMP, Waterleau, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen ende VBI. Ook onze oprechte dank aan sponsors Analis,Aveve, BASF, Bayer Crop Science, DCM en Eurosense.De kinderen hebben genoten van de gadgets van Aveveen Tessenderlo Chemie.

Het gratis B.Ir.-bier, voor deze gelegenheid speciaalgebrouwen door onze eigenste proefbrouwerij, smaakteweer naar (veel) meer!

Noteer alvast de volgende B.Ir.-dag in jullie agenda:19 november 2011! Kom met jullie promotiejaar samenop de B.Ir.-dag en wij zorgen voor de omkadering.Wij hopen jullie bij de volgende Dag van de LeuvenseBio-ingenieur (terug) te ontmoeten!!!

Het organiserende team

Hoofdsponsors

Sponsors

Dag van de LeuvenseBio-Ingenieur