brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

58
Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Upload: others

Post on 22-Oct-2021

6 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Brazilië: de nieuweagrarische supermacht?

Page 2: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Brazilië: de nieuweagrarische supermacht?

Productie en beleidsontwikkelingen in deBraziliaanse agrosector

Ministerie van Landbouw, Natuur en VoedselkwaliteitInternationale Zaken, 2005

1

Page 3: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

2

Page 4: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Inhoudsopgave

1. Introductie .............................................................................. 5

2. Brazilië: geschiedenis en kerngegevens................................ 8

3. Economie ................................................................................ 10

4. Landbouwbeleid .................................................................... 14

5. Handelsstrategieën ................................................................ 19

6. Agrarische productieketen .................................................... 24

7. Suikerindustrie........................................................................ 30

8. Ethanol .................................................................................... 35

9. Varkensvlees .......................................................................... 38

10. Pluimveevlees ........................................................................ 41

11. Milieu, dierenwelzijn, diergezondheid en voedselveiligheid in de dierlijke sector ................................ 44

12. Sojaproductie: Economie, Milieu en Biotechnologie .......... 46

Literatuur ................................................................................ 51

Programma bezoek Brazilië 15 t/m 21 mei 2005 .................. 53

3

Page 5: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

4

Page 6: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

1. Introductie

Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht? Beelden van een der-tigtal oogstmachines die gebroederlijk naast elkaar aan het oog-sten zijn. Reportages over bedrijven van 100.000 hectare en meer.Berichten uit het hoofdkantoor van de Wereldhandelsorganisatiein Genève over vaardige Braziliaanse onderhandelaars die metsucces onderdelen van het landbouwbeleid van zowel Europa alsde VS aan de kaak stellen.

Brazilië speelt een steeds belangrijkere rol in de wereldhandel inlandbouwproducten en is in toenemende mate het onderwerpvan gesprek bij vertegenwoordigers van overheid, onderzoek enhet bedrijfsleven. Allemaal proberen zij te voorzien hoe dewereldhandel in en prijzen van landbouwproducten beïnvloedwordt en zal worden door de ontwikkelingen in de Braziliaanseagrosector.

Een snelle blik op ‘de cijfers’ bevestigt dat deze aandacht terechtis. Brazilië behoort tot de top drie van de wereld voor zowel deproductie als export van bijvoorbeeld rundvlees, pluimveevleessojabonen en koffie. De groeicijfers voor bijna alle landbouwsec-toren zijn enorm. In de laatste 10 jaar groeide de productie vanbijvoorbeeld sojabonen en pluimveevlees respectievelijk met 100en 250 procent! Daar komt bij dat er bijvoorbeeld in de suiker-rietsector productiviteitsstijgingen worden gerealiseerd die verboven het mondiaal gemiddelde liggen. En met het beschikbareareaal lijkt Brazilië nog lang niet uitgegroeid. Volgens schattin-gen is er nog 100 miljoen hectare beschikbaar voor de landbouw.

Deze groei kan evenwel op problemen stuiten. Ten eerste staatde houdbaarheid vanuit macro-economisch oogpunt ter discus-sie. De staatsschuld in Brazilië is relatief beperkt (60 procent vanhet BNP) maar levert grote problemen op omdat deze schuld gro-tendeels buitenlands gefinancierd wordt en een zodanig hogerentelast oplevert dat lenen aan Brazilië noodzakelijk blijft. Dezeafhankelijkheid maakt Brazilië erg kwetsbaar. Mocht de nationa-le munt, de Real, in de problemen komen dan is het gevaar vaneen massale kapitaalvlucht zoals recentelijk in Argentinië groot.

Juist dit (buitenlandse) kapitaal is noodzakelijk voor investerin-gen in infrastructuur om de groeiende productie te kunnen ver-

5

Een Nederlandse delegatie

samengesteld uit vertegen-

woordigers van het ministerie

van LNV en de Nederlandse

agrosector is in 2005 naar

Brazilië afgereisd om een goed

en evenwichtig beeld te krijgen

van de ontwikkelingen in de

Braziliaanse agrosector. Naast

het Braziliaanse landbouwbeleid

en de positie van Brazilië in

internationale handelsbespre-

kingen zijn ook de suiker- en

biobrandstoffenindustrie, de

(pluim)veesector en de teelt

van soja nader belicht. Daar

staan de milieuproblemen als

gevolg van de landbouwex-

pansie tegenover. De bevindin-

gen van die reis in combinatie

met diverse literatuur zijn ver-

werkt in dit rapport.

De delegatie bestond uit :

Henk Benedictus (Frisia Poultry

Processing), Jos van Campen

(Cosun), Albert Markusse

(CSM), Theo Meijer

(Hoofdproductschap

Akkerbouw), Jan Mulder

(Europees Parlement), Jan

Odink (Nepluvi), Lex Roberti

(Suiker Unie), en Jos Ramekers

(PVE). Namens LNV: Ate

Oostra, Annemie Burger,

Albert Vermuë, Gerrit Meester,

Jos van de Vooren, Toine van

Poppel, Jochem Porte,

Frederica Heering en

Joost Hazelhoff.

Page 7: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

werken en exporteren, en zo te voorkomen dat de groei van deagrosector letterlijk en figuurlijk in de modder vast loopt. Hierlijkt dan ook een keuze te liggen voor Brazilië: moeten nieuweinvesteringen aangewend worden voor een verdere uitbreidingvan de productie of voor infrastructuur? Of Brazilië hier een dui-delijke keuze maakt is de vraag.

Naast de economische houdbaarheid staan ook de gevolgen vandeze groei op het milieu ter discussie. Zo bedraagt de ontbossingin het Braziliaanse deel van de Amazone 1,7 miljoen hectare perjaar. Ter vergelijking: het totale landbouwareaal in Nederland in2003 was ongeveer 1,9 miljoen hectare. De veehouderij en desojateelt spelen hier een belangrijke rol, maar de problemen heb-ben ook een institutionele achtergrond zoals gebrekkige eigen-domsrechten die (illegale) ontginning in de hand lijken te werken.Ook hier zal de Braziliaanse overheid een afweging moetenmaken tussen economische groei en het behoud van de Amazone.

Kortom: de Braziliaanse agrosector is sterk in ontwikkeling, laatindrukwekkende groeicijfers zien en speelt ontegenzeggelijk eenbelangrijke rol in de wereldhandel. Daar staan problemen op hetgebied van macro-economie, gebrek aan infrastructuur en detoenemende druk op het milieu tegenover. Dit rapport geeftinzicht in de verschillende componenten van deze balans en heteffect hiervan op Brazilië’s handelspartners.

6

Page 8: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

7

Page 9: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

2. Brazilië: geschiedenisen kerngegevens

Ruim 500 jaar geleden werd Brazilië vanuit Europa ontdekt. In1500 eiste Pedro Alvares Cabral het gebied waaruit Brazilië zouontstaan op voor Portugal. Later trachtten ook andere Europesemogendheden, waaronder de Republiek der Zeven VereenigdeNederlanden, voet aan de grond te krijgen op het huidige grond-gebied van Brazilië. Van 1624 tot 1654 oefende de Republiek demacht uit in het Noordoosten van Brazilië, tot zij door Portugeseplanters en handelaren werd verdreven. Het eerste exportartikeluit het gebied was ‘brazilwood’, waaraan Brazilië haar huidigenaam dankt. Ten tijde van de ontdekking van Cabral woonden ernaar schatting drie miljoen Indianen verspreid over het gehelegebied. Deze waren echter niet ‘geschikt’ voor het zware werk opde suikerplantages: velen stierven aan door de Europeanen mee-gebrachte ziekten en de overigen vluchtten het binnenland in.Slavernij werd onder het Portugese koloniale bestuur een pijlervan de economie.

In 1808 vluchtte de Portugese koninklijke familie voor Napoleonnaar Brazilië en vestigde de regering zich in Rio de Janeiro. Nadatkoning Dom João VI in 1821 naar Portugal was teruggekeerd,riep diens zoon op 7 september 1822 de onafhankelijkheid vanBrazilië uit. Hij werd gekroond tot keizer Dom Pedro I. Daarmeewerd Brazilië de enige monarchie op het Zuid-Amerikaanse conti-nent. In 1831 deed hij afstand van de troon en keerde terug naarPortugal. Zijn zoon, Dom Pedro II, regeerde van 1840 tot 1889.Tijdens de laatste twee decennia van zijn regeerperiode stondenzowel de slavernij als de monarchie ter discussie. In 1888 werd deslavernij volledig afgeschaft. De republiek werd uitgeroepen in1889 en in 1891 kreeg het land een federale grondwet, groten-deels gelijk aan de Amerikaanse Constitutie. Vanaf 1875 kwameen immigratiegolf op gang, aanvankelijk vooral van personenuit Europa en het Midden-Oosten, later ook uit Japan: de groot-ste groep Japanners buiten Japan vindt men in São Paulo.

Brazilië kende sindsdien afwisselend autoritaire en democrati-sche regeringen, met democratische perioden van 1889 tot 1937,van 1945 tot 1964 en na 1985. Vanaf het begin van de jaren zestigvan de twintigste eeuw kreeg het land te kampen met hoge infla-tie en economische stagnatie. De roep om landhervorming namtoe. In 1964 trokken de militairen de macht naar zich toe.

8

Page 10: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

De militaire regeringen werden vanaf de zeventiger jaren gecon-fronteerd met een groeiende burgerlijke en kerkelijke oppositie-beweging. Zij gaven geleidelijk toe aan de eisen van de oppositie.De overgang naar een burgerlijke regering werd voltooid in1989, toen Fernando Collor de Mello tot president werd gekozen.Hij was de eerste democratisch gekozen president in 29 jaar. Deminister van Financiën onder het daarop volgende president-schap van Itamar Franco, Fernando Henrique Cardoso, slaagdeerin vanaf 1994 monetaire stabiliteit tot stand te brengen metzijn Plano Real.

De inflatie daalde van 5.000 procent op jaarbasis aan het eindevan 1993 tot 6 procent in 2000. Cardoso werd in oktober 1994gekozen tot president en in 1998 herkozen voor een tweedeambtstermijn. In oktober 2002 werd de oud- vakbondsman LuizInácio Lula da Silva met een grote meerderheid van stemmengekozen tot nieuwe president van Brazilië. Op 1 januari 2003werd hij geïnaugureerd.

9

KerngegegevensOppervakte 8.547.403 km2 (205 maal Nederland)Hoofdstad BrasiliaInwonertal 175 miljoenTaal PortugeesStaatsvorm Federale Republiek met 26 deelstatenStaatshoofd President Luiz Inacio Lula da Silva (sinds Januari 2003)Minister van Landbouw Roberto RodriguesParlement Nationaal Congres bestaande uit Senaat met 81 leden en

een Kamer van Afgevaardigden met 513 leden.Belangrijkste export Transportmaterieel, staal en ijzererts, sojaproducten, koffie,

suiker, citrussap, vleesBelangrijkste import Machines, elektrische apparaten, olie, chemische

productenMunteenheid RealBNP per hoofd $2600 (of $7600 gecorrigeerd voor koopkracht)Inflatie 14,5% in 2004 (raming)

Bron: CIA World factbook, Economist Intelligence Unit, OECD

Page 11: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

3. Economie

Brazilië behoort, gecorrigeerd voor koopkracht, tot de 10 groot-ste economieën van de wereld, met een Bruto Nationaal Product(BNP) van meer dan US$1300 miljard. Wat betreft oppervlakte enbevolking staat Brazilië op de vijfde plek. Het BNP per hoofd vande bevolking is, tevens gecorrigeerd voor koopkracht, US$7600,waarmee Brazilië tot de middeninkomenlanden (zie figuur 1)behoort. Dit is nogal misleidend gezien de extreme inkomenson-gelijkheid die in Brazilië bestaat. Bijna 10 procent van de bevol-king leeft van minder dan US$ 1 per dag en bijna 24 procent doethet met minder dan US$2 per dag.

Economische structuurIn de Braziliaanse economie neemt de dienstensector een stij-gend aandeel van het BNP voor zijn rekening, gevolgd door deindustrie en de sinds 1999 met jaarlijks met 5 procent groeiendelandbouw. De totale agrosector (inclusief toeleverende en ver-werkende industrie) als geheel genereert ongeveer een derdedeel van het BNP.

10

GDP, PPP (current

international USD)

GDP, PPP (current

international USD)

GDP (current USD)

GDP (current USD) Population, total Population, total GDP per capita,

PPP

Billion USD In % of world Billion USD In % of world Million As % of world total

(current international

USD) 1 United States 9 953.9 21.28 10 055.0 31.75 285.3 4.66 34 883.32 China 5 377.5 11.50 1 174.2 3.71 1 271.6 20.76 4 230.03 Japan 3 365.1 7.20 4 311.0 13.61 127.0 2.07 26 496.74 India 2 632.6 5.63 482.0 1.52 1 032.3 16.85 2 550.05 Germany 2 197.3 4.70 1 902.6 6.01 82.3 1.34 26 683.36 France 1 550.5 3.32 1 353.4 4.27 59.2 0.97 26 193.37 United Kingdom 1 504.0 3.22 1 478.0 4.67 59.1 0.96 25 463.38 Italy 1 487.0 3.18 1 117.0 3.53 57.7 0.94 25 776.79 Brazil 1 309.9 2.80 521.0 1.65 172.3 2.81 7 600.0

10 Russian Federation 1 119.3 2.39 305.4 0.96 144.8 2.36 7 730.0South Africa 438.0 0.01 115.5 0.36 44.7 0.01 9 790.00

Figuur 1Inkomen en bevolking: Brazilië inmondiaal perspectief (gem. 2000-2002)

Bron: 2004 World DevelopmentIndicators CD Rom, Wereldbank.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002

Services

Industry

Agriculture

Figuur 2Aandeel van de verschillende sectorenin het Braziliaanse BNP

Bron: 2004 World DevelopmentIndicators CD Rom, Wereldbank.

Page 12: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

De economische groei die Brazilië de afgelopen jaren heeft door-gemaakt kan naar internationale standaarden teleurstellendworden genoemd. Het BNP groeide in de periode 1991-2002 metgemiddeld 2,5 procent per jaar, wat onder het gemiddelde inZuid-Amerika ligt. Vooral vergeleken met Azië stelt Brazilië teleur.

Dat de Braziliaanse economie relatief matig presteert heeft ver-schillende redenen.Een van de belangrijkste redenen is hetgebrek aan (buitenlandse) investeringen. Een gevolg hiervan isbijvoorbeeld de gebrekkige infrastructuur die (nog) niet bere-kend is op de snelle groei in met name de landbouw in het afge-lopen decennium. Zo is er bijvoorbeeld niet alleen een tekort aanwegen van voldoende kwaliteit, maar is er ook een tekort aanvrachtwagens om producten op tijd te kunnen vervoeren. Ookbestaan er de nodige handelsbarrières tussen afzonderlijke deel-staten. Vervolgens staat een zware bureaucratie bij overheden enin de havens een soepele doorstroom in de weg, met als gevolgdat bijvoorbeeld landbouwproducten in de haven te lang blijvenliggen. Er is hier sprake van tekortkomingen in zowel de fysiekeals institutionele infrastructuur. Een landbouw en een economiezonder deze bottlenecks zou zich wellicht sneller kunnen ontwik-kelen dan nu het geval is.

11

1991-1993 1994-1996 1997-1999 2000-2002 Brazilië 1.9 4.3 1.4 2.4 China 12.3 10.9 7.9 7.8 India 3.7 7.5 5.9 4.6 Zuid Afrika -0.6 3.6 1.8 3.1 Sub-Sahara Afrika -0.1 3.6 2.8 3.1 Midden Oosten & Noord Afrika 4.2 3.0 2.8 3.5 Latijns Amerika & Caraiben 3.9 3.4 2.4 1.1 Oost Azië 9.7 9.5 4.3 6.5 Zuid Azië 3.9 6.8 5.4 4.4 Europa & Centraal Azië -6.8 -2.3 1.7 4.7 OECD 25 4.3 4.9 4.7 4.1

Ook een relatief grote haven alsSantos (deelstaat Sao Paolo) kamptmet een verouderd spoornet dwarsdoor de stad heen. Veel en lang wach-ten is geen uitzondering. Materieelzoals kranen wordt langzamerhandwel gemoderniseerd.

Figuur 3Relatieve economische groei

Bron: OESO

Page 13: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

De gebrekkige energievoorziening is een andere belangrijke oor-zaak voor de ondermaats presterende economie. Meer dan 80procent van de in Brazilië gebruikte elektriciteit is hydro-elektrici-teit. Daardoor kan de stroom in het geval van droogte uitvallen.Maar ook kan er bij een versnelde economische groei een tekortontstaan. Mocht de economie enkele jaren achtereen met 5 pro-cent groeien, dan zou de energievraag wel eens groter kunnenzijn dan het aanbod. Daar staat evenwel tegenover dat een groei-ende exploitatie van binnenlandse gas- en olievelden binnenenkele jaren een voldoende energievoorziening kan waarborgen.Maar ook dit vergt (buitenlandse) investeringsbereidheid.Andere oorzaken van de tegenvallende economie zijn de hogebelastingen en de geringe binnenlandse besparingen. Deze pro-blematiek komt in het volgende hoofdstuk uitgebreider aan de orde.

Economisch beleidDe verkiezingsoverwinning van Lula da Silva in 2002 werd aan-vankelijk door veel internationale investeerders met de nodigezorgen ontvangen, gezien Lula’s achtergrond als vakbondsleidervan duidelijk linkse signatuur. De nieuwe regering zette echterhet relatief strakke financiële beleid van haar voorganger voorten won daarmee enig vertrouwen van zowel buitenlandse inves-teerders als het IMF. Dit vertrouwen is vooral belangrijk geziende grote betalingsverplichtingen aan het buitenland en de nood-zaak tot herfinanciering die daarmee gepaard gaat.

Een groot probleem voor Brazilië is de staatsschuld. Om deafhankelijkheid van de overheid van buitenlands kapitaal te ver-minderen zal de schuld verkleind moeten worden. Hoge rentesdie over deze schuld betaald moeten worden en hoge sociale uit-gaven maken dit er niet makkelijker op. Want ondanks het rela-tief gedisciplineerde financiële beleid liet Lula er geen twijfelover bestaan dat het hem ernst is met zijn beloofde sociale her-vormingen op het gebied van armoedebestrijding en ouderen-voorzieningen. Andere uitdagingen voor Lula’s regering zijn bij-

12

Page 14: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

voorbeeld de aanpak van corruptie binnen de overheid, hervor-ming van het rechtssysteem en de regelgeving voor bedrijven. Delaatste twee kampen vooralsnog met een gebrek aan transparan-tie en efficiency.

De buitenlandse schuld van Brazilië bedroeg in 2002 US$220 mil-jard (ongeveer 16 procent van het BNP), met een extreem hogerentevoet als gevolg. Hiervan was circa 63 miljard buitenlandsestaatsschuld en 157 miljard particuliere buitenlandse schuld.Tegenover deze schuld staat dat de handelsbalans al enige tijdverbetert als gevolg van een sterk teruglopende invoer bij min ofmeer gelijk blijvende uitvoer. In 2003 werd er volgens deBraziliaanse ambassade in Nederland voor US$96,5 miljard uitge-voerd en voor US$62,8 miljard ingevoerd.

Brazilië voert een gedisciplineerd monetair beleid. Sinds 1999volgt de Real een zwevende wisselkoers die economische schok-ken redelijk goed kan opvangen. Hyperinflatie zoals bijvoorbeeldin 1994 (een inflatie van 2076 procent!) lijkt tot het verleden tebehoren. Een lagere inflatie kan de centrale bank ertoe bewegenom bijvoorbeeld de rente te verlagen, al verschillen meningenover de invloed hiervan op de binnenlandse economie. Als redenwordt bijvoorbeeld aangedragen dat banken niet al te graag aanhet midden en kleinbedrijf lenen als gevolg van de huidige faillis-sementswetgeving, al lijkt ook in deze wetgeving verandering tekomen.

13

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 (est) Inflatie (%) 1,7 8,9 6,0 7,7 12,5 9,3 7,0 Rente 31,2 25,6 17,4 19,0 25,0 16,5 14,5

Figuur 4Ontwikkeling van de nominale renteen inflatie in Brazilië

Bron: IMF, USDA en Centrale Bank vanBrazilië

Page 15: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

4. Landbouwbeleid

De ontwikkeling die de Braziliaanse economie in de decennia nade tweede wereldoorlog heeft doorgemaakt valt ruwweg in drieperiodes in te delen. In de periode 1950-1980 was het beleidvooral gericht op de zogenaamde Import SubstitutieIndustrialisatie (ISI). In de jaren 80 werd duidelijk dat deze ISI-strategie een doodlopende weg was: de gerealiseerde economi-sche groei ging gepaard met hoge schulden, begrotingstekortenbij de overheid en een hoge inflatie. De jaren 90 stonden in hetteken van macro-economische hervorming, handelsliberalisatieen de devaluatie van de Real in 1999.

Hoewel de ontwikkeling van het ISI beleid naar liberalisatie enprivatisering een verschuiving betekende van algemeen economischbeleid, heeft zij in het bijzonder een grote invloed gehad op delandbouw en verdient dan ook ruime aandacht in dit hoofdstuk.De groeicijfers van de landbouw lijken namelijk sterk samen tehangen met het gevoerde beleid: beperkte groei tot de jaren 90en een sterke groei daarna. De groei van het laatste decenniumzou dus ook opgevat kunnen worden als een groeiherstel.

1950-1980: Import Substitutie IndustrialisatieHet model van Import Substitutie Industrialisatie maakte een vrijsnelle ontwikkeling van Brazilië in de periode na de TweedeWereldoorlog mogelijk. Volgens dit model werden importenzoveel mogelijk vervangen door nationaal geproduceerde alter-natieven. Producenten werden via allerlei protectionistischemaatregelen in staat gesteld om te ‘concurreren’ met buitenland-se producenten. Hiertoe werd in de jaren ’80 bijvoorbeeld eengemiddeld importtarief van 100 procent ingesteld. De landbouwwerd direct en indirect zwaar belast om de ‘stedelijke’ sector –zowel consumenten als de verwerkende industrie – te kunnenvoorzien van relatief goedkope agrarische producten.Exportquota en vergunningen in combinatie met exportbelastingenwerden ingesteld op Brazilië’s belangrijkste agrarische producten.

Tussen 1945 en 1980 groeide het bruto nationaal product metongeveer 7 procent per jaar en in de jaren zeventig bedroeg datgemiddeld zelfs 8,8 procent. Echter, deze groei ging gepaard meteen hoge inflatie, grote (buitenlandse) schulden en fiscale tekor-ten. Hoewel het beleid voor import substitutie een belangrijke

14

Page 16: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

factor was voor de diversificatie van de Braziliaanse economie,werd diezelfde economie natuurlijk ook afgeschermd van alteveel concurrentie, hetgeen leidde tot een verminderd concurrerendvermogen. Daar kwam bij dat hoewel armoede daalde, de inko-mensongelijkheid steeg en regionale verschillen sterker werden.

Jaren 80: het verloren decenniumToen de jaren tachtig waren aangebroken had het ISI-beleid minof meer zijn plafond bereikt. De inflatie was, zoals dat voor heelZuid-Amerika gold, enorm hoog en Brazilië werd een steeds min-der aantrekkelijk land voor buitenlandse investeerders. De eco-nomische groei stagneerde en er waren geen reserves om nieu-we investeringen te financieren. De jaren tachtig worden danook wel het ‘verloren decennium’ genoemd.

Jaren 90: structurele hervormingen In de jaren 90 werd een proces van aanzienlijke hervormingeningezet. Handel werd geliberaliseerd, overheidsbedrijven werden

15

Kredietprogramma’s in Brazilië

Government Commodity Loan Program (EGF): Kredietprogramma waarbij de in geaccrediteer-

de faciliteiten opgeslagen oogst dient als onderpand. Het krediet bedraagt maximaal 70 procent

van de geschatte waarde van de oogst. De rente was in 2004 bijvoorbeeld 8,75 procent.

EGF-Industry Commodity Loan Program: In principe hetzelfde als de EGF, maar dan uitsluitend

bedoeld voor de verwerkende industrie voor gewassen waarvan de prijs door de overheid onder-

steund wordt. Het krediet bedraagt maximaal 50 procent van de productiecapaciteit.

Rural Promissory Note (CPR): Dit kredietinstrument is voor de verwerkende industrie een

belangrijke aanvulling op de EGF en fungeert als een bankgarantie die gekoppeld is aan een ver-

plichting tot levering door producenten/coöperaties. De verwerker moet op haar beurt de mini-

mum prijs aan de producenten betalen.

Government Commodity Acquisition Program (AGF): Kredieten zijn beschikbaar voor produ-

centen die, onder bepaalde voorwaarden, rechtstreeks aan de federale overheid leveren.

Subsidy Auction Program (PEP): Vergelijkbaar met de ‘loan deficiency payment’ in de VS: de

overheid ondersteunt afboerderij prijzen door bijvoorbeeld groothandelaren en verwerkers het

verschil tussen de markt- en de minimumprijs te betalen.

Options Contracts: De overheid biedt een prijs voor de oogst van het volgende jaar waartegen

producten die onder het programma vallen aan de overheid verkocht kunnen worden.

Product Equivalence: Hier wordt krediet aan kleine producenten verstrekt volgens het ‘equiva-

lentie concept’: de lening wordt in natura terugbetaald. De waarde van de producten die onder

deze regeling vallen is gebaseerd op de minimumprijs van de overheid.

Bron: Braziliaanse Ministerie van Landbouw

Page 17: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

geprivatiseerd, nationale markten werden gedereguleerd en erwerd een economisch samenwerkingsverband met andere Zuid-Amerikaanse landen opgericht (Mercosur). Opeenvolgende her-vormingsplannen van de overheid werden doorgevoerd die defiscale positie van het land verbeterden en de inflatie afremden.De hervormingen waren ingrijpend. De gemiddelde importtarie-ven voor industriële producten werden van 100 procent in dejaren 80 terug gebracht naar 13 procent in de periode 1994-1997.Met andere woorden, de bescherming die binnenlandse indus-trieën genoten in het systeem van industrialisatie door importsubstitutie was grotendeels ten einde.

Over het geheel genomen had de agrosector baat bij dezebeleidshervormingen. De verminderde bescherming voor indus-triële producten verbeterde de ruilvoet voor landbouwproduc-ten. Behalve beleidshervormingen die de hele economie betrof-fen, had de agrosector ook te maken met sectorspecifiekehervormingen die ofwel deel uitmaakten van het algehele pakketvan maatregelen ofwel een specifiek doel voor ogen hadden.Voorbeelden van die laatste categorie zijn tariefverlagingen, eenhervorming in het beleid voor prijsondersteuningprogramma’s,gesubsidieerde kredieten en de deregulering van markten voorbepaalde gewassen. De rentetarieven voor dergelijk gesubsi-dieerd krediet liggen vaak aanzienlijk lager dan commerciëletarieven. Bij de eerste twee kredietprogramma’s zoals beschrevenin de tekstbox op pagina 13 was dit in 2004 bijvoorbeeld 8,75procent. Aangezien producenten vaak niet in staat zijn om deproductie op meer dan 250-300 hectare te financieren, hebbendeze kredietprogramma’s vooral effect in de zuidelijke regio,waar de gemiddelde bedrijfsomvang aanmerkelijk kleiner is danin het middenwesten.

Veel (middel)grote producenten in het middenwesten hebbenfinancieringsovereenkomsten met inputleveranciers en interna-tionale graanhandelaren. De prijzen voor inputs worden bijvoor-beeld uitgedrukt in hoeveelheden soja. De leveranciers kunnende waarde van het verstrekte krediet ‘hedgen’ op termijnmarktenom een zeker rendement zeker te stellen. Op deze manier wordtook het risico van schommelingen op de valutamarkt vermedenomdat de waarde van de inputs en de sojabonen zijn uitgedruktin Amerikaanse dollars. Door deze overeenkomst hebben produ-centen in het middenwesten toegang tot buitenlands kapitaal inde vorm van inputs.

De zeer sterke groei van landbouw ten opzichte van andere sec-toren camoufleerde belangrijke veranderingen binnen die sectorzelf. De producenten van exportgewassen bijvoorbeeld profiteer-den van verlaging in exportbelasting en de afschaffing van volu-merestricties op de export. Zo werd in 1996 de ‘Kandit-wet’ aan-

16

Page 18: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

vaard die onbewerkte producten en halffabrikaten bestemd voorde export vrijstelde van BTW-heffing. Producenten van typischeimportproducten daarentegen werden vanaf dat moment gecon-fronteerd met lagere prijzen en meer concurrentie.

Algemene hervormingen, gericht op macro-economische stabili-satie en niet specifiek op landbouw hadden ook een sterkeimpact op de landbouwsector, sommige positief, andere nega-tief. Macro-economische instabiliteit op de korte termijn alsgevolg van die hervormingen vertaalde zich bijvoorbeeld in ster-ke schommelingen in de prijzen van bijvoorbeeld land en vee.Deze schommelingen kwamen bij elke hervorming weer om dehoek kijken. Hoe de hervormingen een verschillende uitwerkinghebben gehad op diverse producten is goed te zien in figuur 9 inhoofdstuk 6: de meest indrukwekkende en meest constante groeiin de dierlijke sector.

Groei in de Braziliaanse agrosector verenigbaar met kapitaalschaarste?Rond de economische ontwikkeling en het economische beleid(inclusief dat voor de agrosector) is sprake van enkele (ogen-schijnlijke) tegenstrijdigheden. Ten eerste is er de rente. Degemiddelde reële rentestand bedroeg in de periode 1998-2003ruim 15 procent. Dat is extreem hoog. De staatsschuld bedraagtminder dan 60 procent van het BNP en is daarmee relatiefbeperkt. Desondanks zijn die uitgaven een bron van grote zorg.Tenslotte lijkt de Real te appreciëren. Hoe verhoudt zich dit totEuropa? In de Eurozone liggen staatsschulden doorgaans bene-den de 60 procent van het BNP, tegen een reële rente van tenhoogste 3 procent.

Waarom levert de relatief beperkte staatsschuld Brazilië des-alniettemin grote problemen op? De verklaring is dat deze schuldvoor een groot deel buitenlands gefinancierd moet worden. Eenbelangrijke oorzaak hiervan is de slechte ervaring die de meesteBrazilianen hebben met de hyperinflatie waardoor zij geld hetliefste uitgeven zodra het binnenkomt of zelfs daarvoor. Er is dusnauwlijks sprake van binnenlandse besparingen. Samen met dedaardoor buitenlandse oorsprong van middelen voor de finan-ciering van private investeringen levert de buitenlandse schuldeen rentelast op die hoger is dan het overschot op de handelsba-lans. Dus ook de export levert geen netto spaarsaldo op en blijftlenen aan Brazilië dus even noodzakelijk als riskant. Vanwege datrisico vragen buitenlandse investeerders een hoge risicopremie,wat deels ook het verschil tussen de reële rente in Europa (3 pro-cent) en Brazilië verklaart.

Door deze situatie is Brazilië zeer kwetsbaar. Er hoeft bijvoor-beeld maar iets te gebeuren met de Real, of er ontstaat een mas-

17

Page 19: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

sale kapitaalvlucht zoals recentelijk in Argentinië het geval wasen eerder in Mexico, Turkije en tijdens de Baht crisis in Thailand.Kortom, er lijkt nog steeds niet genoeg vertrouwen te zijn bij bui-tenlandse investeerders in de Braziliaanse economie.

Wat is de relatie met landbouw en voeding? Het is overduidelijkdat enorme investeringen, met name in infrastructuur, noodza-kelijk zijn om te voorkomen dat de groei van de Braziliaanselandbouw letterlijk en figuurlijk in de modder vast loopt. Wantop het moment dat een gebrekkige infrastructuur er voor zorgtdat producten niet meer op tijd geleverd worden zullen klantenuiteindelijk wegblijven en kan ook dat een kapitaalvlucht in dehand werken.

Men moet hier kiezen of investeringen ingezet gaan wordenvoor de ontwikkeling van infrastructuur of voor de verdere uit-breiding van agrarische productie. Het is de vraag of Brazilië ookecht een duidelijke keuze maakt. Volgens een in november 2005gepubliceerd OESO-rapport zet de regering momenteel de mees-te middelen in voor rentesubsidies op investeringen in de land-bouw en voeding.1 Dit resulteert vervolgens in extra overheids-uitgaven waardoor er extra budgettekorten ontstaan en dus ookeen opwaartse druk op het algemene renteniveau. Met anderewoorden, ten gunste van specifieke groepen wordt de prijs vankapitaal verstoord terwijl de kapitaalvoorziening voor anderegroepen macro-economisch misschien meer rendabel is. Hierlijkt dus sprake van symptoombestrijding in plaats van eenmacro-economisch verantwoorde aanpak die ook voor land-bouw en voeding geldt.

Een conclusie kan dus zijn dat Brazilië momenteel erg kwetsbaaris voor een nieuwe crisis en dat de expansie van de landbouwdaarin kan vast lopen.

18

1 Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, Review of Agricultural Policies in Brazil, AGR/CA(2005)3.

Page 20: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

5. Handelsstrategieën

Als handelspartner laat Brazilië steeds nadrukkelijker van zichhoren. Dat is ook logisch, want de belangen zijn groot, zeker alshet gaat om de handel in landbouwproducten. In 1997 bestonder nog een handelstekort van US$7 miljard tegen een handels-overschot van US$34 miljard in 2004. Landbouwproducten had-den hier een belangrijk aandeel in (het exportsaldo van land-bouwproducten bedroeg ruim US$20 miljard in 2004).2

Het verbeteren van markttoegang is dan ook een sleutelelementvan onderhandelingen die Brazilië op verschillende niveausvoert. De drie voornaamste onderhandelingen voor handels-liberalisatie waar Brazilië momenteel partij is zijn de WTO’s DohaRonde, het Mercosur-EU vrijhandelsakkoord en de Free TradeArea of the Americas (FTAA).

Hoewel Brazilië een duidelijke voorkeur heeft voor de multilateraleroute via de WTO is het belang van verbeterde markttoegang inandere landen dermate groot dat het land ook de regionale enbilaterale weg bewandelt. De multilaterale route wordtbeschouwd als prioritair; er wordt onderhandeld over een breedpakket en daardoor is er meer ruimte voor onderhandeling enuitruil. Op deze manier worden resultaten breder en van groterebetekenis. De tweede en ‘second best’ optie is het zogenaamderegionale handelsakkoord zoals het beoogde FTAA of de EU-

19

Brazilië’s belangrijkste exportmarkten voor landbouwproducten (Juli 2003-Augustus 2004)

1,2 7,4

36,1

0,418,7

14,4

7,26,1 5,4

2,9

Latijns Amerika (excl.Mercosur)Overig

EU-15

Oceanië

Azië (excl. Middenoosten)VS

Midden oosten

Oost Europa

Afrika

Mercosur

Figuur 5Brazilië’s belangrijkste exportmarkten(Juli 2003-Augustus 2004)

Bron: Braziliaanse Ambassade, Den Haag

2 Braziliaans ministerie van ontwikkeling, industrie en externe handel.

Page 21: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Mercosur overeenkomst. Als minst wenselijk worden de prefe-rentiële handelsakkoorden beschouwd, vooral omdat dit soortovereenkomsten vaak efficiënte producenten buiten sluit.

WTOIn de lopende onderhandelingsronde van de WTO, de DohaRonde, heeft een duidelijke verschuiving plaatsgevonden in hetonderhandelingsveld van lidstaten. Geheel in lijn met de volledi-ge naam van onderhandelingen, de Doha Ontwikkelingsronde,hebben de ontwikkelingslanden zich onder leiding van Braziliëen India verenigd in de G20. Brazilië refereert vaak aan deze ver-schuiving als de ‘world’s new geometry’. Het bijeenbrengen vande groep wordt als grootste succes van het handelsbeleid vanLula gezien. Hoewel de uitspraken in de WTO panels voor suikeren katoen ook als groot succes gelden in Brazilië, worden dietoch vooral op de conto van President Lula’s voorganger,Cardoso, geschreven.

Een nieuw front in de Doharonde: de G20De traditionele grote spelers in WTO onderhandelingen zoals deEU, de VS en de Cairns groep zijn vaak gelijksoortige landen metvergelijkbare belangen. De G20 daarentegen is een heterogene,pragmatische maar ook kwetsbare coalitie met vaak anderebelangen dan de traditionele spelers. Ook interne tegenstellingen

20

WTO geschillenbeslechting als element van Brazilië’s handelsstrategie: suiker als casus

Op verzoek van Brazilië, Thailand en Australië heeft een panel van de wereldhandelsorganisatiezich over de WTO-conformiteit van het Europese suikerbeleid gebogen. In het oordeel van hetpanel stonden twee vragen centraal. 1) Moet de uitvoer van C-suiker worden gezien als gesubsi-dieerde export en 2) Mag de EU boven haar WTO plafond nog 1,6 miljoen ton uit India en dezogenaamde ACP-groep (Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan) met subsidies op dewereldmarkt afzetten. Op beide punten kwam het panel tot een duidelijke veroordeling van deEU. Via kruissubsidiëring omzeilt de EU het WTO-plafond, dat verbiedt jaarlijks meer dan 1,3 mil-joen ton suiker gesubsidieerd af te zetten op de wereldmarkt. Ook zou de jaarlijkse uitvoer van1,6 miljoen ton ACP en Indiase suiker moeten verdwijnen omdat deze in strijd is met afsprakenuit de Uruguay Ronde over exportrestrictie. De uitkomst van de beroepsprocedure die de EU hadaangespannen bracht geen verandering in deze conclusies van het panel.

De uitspraak van het panel heeft ingrijpende consequenties. Immers, de uitspraak houdt in dathet plafond van 1,3 miljoen met subsidie geëxporteerde suiker niet overschreden mag worden,noch met C-suiker noch met ACP of Indiase suiker. In combinatie met de toezegging van de EU inde zomer van 2004 om tot de volledige uitfasering van export subsidies over te gaan, lijkt hettotale productievolume in de EU-25 alleen om deze redenen al op termijn met ruim 5 miljoen tonverminderd te moeten worden. Brazilië profiteert het meest.

Page 22: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

in deze groep zijn een belangrijke hindernis bij het vormen vaneen consensus over bijvoorbeeld markttoegang, maar ook overde agendapunten die niet aan landbouw zijn gerelateerd. Zoheeft Brazilië bijvoorbeeld het meeste baat bij een vergaandeliberalisatie van de handel in landbouwproducten, maar wil hetliever niet haar eigen markt voor industrie en diensten openen.China op zijn beurt probeert de landbouw en dienstensectorzoveel mogelijk gesloten te houden, terwijl het waarschijnlijk hetmeest baat heeft bij de liberalisatie van industriële producten.India tenslotte weigert haar landbouw- en niet-landbouwproduc-ten vrij te geven, terwijl zij potentieel ’s werelds grootste expor-teur van diensten kan worden.

Brazilië zal niet te toegeeflijk zijn naar haar coalitiepartners uit Aziëals het gaat om markttoegang. Azië geldt voor Brazilië tenslotteals belangrijkste groeimarkt voor de afzet van landbouwproduc-ten en toegang tot die markt is dus onontbeerlijk voor Brazilië.

Volgens Icone, een denktank in het leven geroepen door land-bouwminister Roberto Rodrigues om de handelsbelangen van deBraziliaanse agrosector te ondersteunen bij handelsverdragen,

21

= Offensief = Defensief = Mix

Landbouw Groep Landen

Subsidies Markttoegang

Industrie Diensten

Verenigde Staten

Europese Unie

Free Traders (Cairns)

Australië,

Chili, Nieuw

Zeeland,

Zuid Afrika

Protectionisten

G10: Japan,

Korea,

Taiwan,

Zwitserland,

Noorwegen

Brazilië,

Argentinië

China

G20 hoofdrolspelers

India

Ontwikkelingslanden:

S&D, erosie van preferentie

G90 en G33

Ontwikkelingslanden: netto

voedselimporteurs

MOL’s en overig

Figuur 6Het speelveld en hun belangen inde Doha ronde

Bron: Icone

Page 23: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

hangt het succes van de Doha Ronde van het volgende af:

– De EU en de VS moeten de WTO-panels over respectievelijk sui-ker en katoen implementeren zonder dit nog een keer probe-ren te verkopen in de Doha ronde als een concessie;

– Verbeterde markttoegang in bijvoorbeeld de EU en Japan met‘special and differential treatment’ voor de minst ontwikkeldelanden; en

– Brazilië zelf zal vooruitgang moeten boeken in de interne dis-cussie over concessies voor industrie en diensten.

Mercosur-EU vrijhandelsakkoordDe Mercosur werd in 1991 opgericht door de lidstatenArgentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay. Het aanvankelijke doelwas de oprichting van een gemeenschappelijke markt. In 2006zou dit dan ook de realiteit moeten zijn, al moet een definitievedatum nog bepaald worden. Dit is vanwege interne tegenstellin-gen niet heel makkelijk. Vooral tussen Argentinië en Braziliëbestaan de nodige problemen zoals de zeer hoge tarieven voorBraziliaanse exporten naar Argentinië. Het lijkt er dan ook op datde huidige samenwerking voorlopig nog niet zal uitgroeien toteen gemeenschappelijke markt.3

De export van landbouwproducten vanuit de Mercosur landenbedraagt tezamen US$29 miljard, en daarvan neemt de EU 35procent voor haar rekening. Het is dan ook niet verwonderlijk datde markttoegang voor landbouwproducten tot de EU-markt voorMercosur een van de belangrijkste onderwerpen is op de onder-handelingsagenda. Andere lastige punten van onderhandelingzijn de vanuit EU gewenste opening voor diensten op deMercosurmarkt en het streven naar bescherming van investerin-gen en de wettelijke gelijke behandeling van buitenlandse inves-teerders.

Het belang van een regionaal handelsakkoord zoals dat tussende EU en Mercosur hangt in belangrijke mate samen met devooruitgang die geboekt wordt in andere onderhandelingsforazoals de WTO en de FTAA. Gezien de moeizame resultaten in deDoha ronde is de EU-Mercosur overeenkomst dan ook eenbelangrijk alternatief om de toegang tot de EU-markt te verbete-ren. De onderhandelingen zijn reeds in de jaren ‘90 begonnen,maar het is vooralsnog onduidelijk hoe een toekomstig akkoorderuit komt te zien en wanneer dit beklonken wordt.

FTAA – evenveel ambitie als hindernissenDe Free Trade Area of the Americas (FTAA) is een vrijhandelsak-

22

3 Bij een douane-unie is er sprake van vrij verkeer van goederen en diensten en geldter een gemeenschappelijk extern tarief. Bij een gemeenschappelijke markt geldt daar-bij dat er tevens sprake is van vrij verkeer van arbeid en kapitaal op die markt.

Page 24: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

koord tussen 34 landen in Noord en Zuid-Amerika. Hoewel heteinde van de onderhandelingen voorzien was voor het einde van2005, is dit streven niet gehaald. Een van de vele kritieke puntenin het onderhandelingsproces is de Farm Bill dat Amerika in 2002aannam en door velen wordt gezien als een stap terug op hetgebied van handelsliberalisatie. Het onderliggende probleemhier is dat sommige landen landbouwsteun ook als onderdeelvan de besprekingen willen zien en andere deelnemers, zoals deVS, niet.

23

Page 25: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

6. Agrarischeproductieketen

Wereldwijd behoort Brazilië tot de grootste producenten enexporteurs van agrarische producten. Deze positie is voor eengroot deel te danken aan de vele comparatieve voordelen dieBrazilië heeft, zoals de enorme hoeveelheid beschikbare land-bouwgrond, een gunstig klimaat en de grootste zoetwatervoor-raad ter wereld. Deze factoren samen leiden tot een gevarieerdelandbouw met producten die zowel gematigde als tropische kli-maatzones kenmerken.

Groei van de belangrijke landbouwproductenHervormingen in het Braziliaanse landbouwbeleid hadden nietop alle landbouwproducten dezelfde uitwerking. In eersteinstantie groeide de productie van exportgewassen sneller dande veehouderij. Belangrijke factoren hiervoor waren de devalu-atie van de Real in 1979 en 1983 en de prijsondersteuning voortarwe en suikerriet. Echter, in de beginjaren ‘90 leidden handelsli-beralisatie en een deregulering van de markt tot een lagere pro-ductie en meer import van bepaalde gewassen. Daar stondtegenover dat de productie van exportgewassen steeg.Bovendien kreeg de dierlijke sector de beschikking over goed-koop veevoer waardoor het comparatieve voordeel van deze sec-tor beter tot zijn recht kwam. Het meest opvallend is daarbij degroei in de (pluim)veehouderij (zie figuur 9). Ook de herwaarde-ring van de Real was minder problematisch voor de veehouderijdan voor de productie van gewassen omdat een kleiner deelwerd geëxporteerd en omdat deze herwaardering de prijs vansoja en maïs, belangrijke componenten voor diervoeder, drukte.

Perspectieven voor verdere groei in de plantaardige endierlijke productieDe uitbreiding van het landbouwareaal is het sterkst in deCerrados. Het lijkt erop dat het areaal in de traditionele gebieden

24

Wereldranglijst Productie

Wereldranglijst Exporten

Koffie 1 1 Sinasappelsap 1 1 Rundvlees 2 1 Pluimvee 2 2 Sojabonen 2 2 Sojameel 2 2 Suiker 3 1

Figuur 7Brazilië: productie en export op dewereldranglijst

Bron: World Trade Atlas, ERS-USDABaseline tables

Page 26: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

in het zuidoosten reeds zijn grens heeft bereikt. Van de ongeveer200 miljoen hectare die beschikbaar is in de Cerrados, is 137 mil-joen hectare geschikt als landbouwgrond. Ongeveer 50 miljoenhectare is momenteel in gebruik. Wel zijn er regels die, afhanke-lijk van de regio, voorschrijven hoeveel hectare voor natuuront-wikkeling moet worden vrijgemaakt voor elke 10 hectare ingebruik genomen landbouwgrond.

In heel Brazilië is ongeveer 260 miljoen hectare momenteel ingebruik voor verschillende vormen van landbouw. Daarbij moetopgemerkt worden dat het grootste deel hiervan (200 miljoenhectare) benut wordt voor (extensieve) veehouderij, welke ook voorakkerbouw benut kan worden. Het beschikbare maar nog ongebruik-te areaal voor heel Brazilie wordt op 100 miljoen hectare geschat.

Met andere woorden, het is niet zo zeer een kwestie van of enhoeveel hectares er nog bij komen, maar meer een kwestie vanhoe snel. Hoewel de laatste jaren verschillende verwerkingsfa-brieken zich ook meer landinwaarts gevestigd hebben en er ookinfrastructurele projecten zijn opgestart om de transportkostente drukken, loopt de ontwikkeling hiervan nog steeds achter opdeze groei in productie. Wegen, sporen en havenfaciliteiten zijnvooralsnog voornamelijk geconcentreerd in het zuidoosten. Hetgevolg is dat de oogst in de Cerrados vaak onder moeilijkeomstandigheden per vrachtwagen naar het zuidoosten gebrachtmoet worden voor verwerking en verscheping.

25

Figuur 8 Concentratie van Primaire Productie

Bron: Braziliaanse Ambassade, Den Haag

Extractives betreffen grondstoffen ver-kregen uit het tropisch regenwoudzoals hout en rubber.

1999-2002 vergeleken met 1985-1989

-100

-50

0

50

100

150

200

250

300

Tarw

e Mai

s

Rijs

t

Bon

en

Soja

bon

en

Suik

erri

et

Cac

ao Ko

ffie

Run

dvle

es

Var

ken

s(vl

ees)

Plu

imve

e(vl

ees)

Geoogst areaal/aantal geslachte dieren

Opbrengst/productiviteit

Productie

Cereal-livestock -intensive (Cerrados-Savannas)

Cereal-livestock – intensive

Intensive & mixed

Coastal plantation & mixed

Extractives

Ceraal-livestock(Caatinga)

(Campos)

Figuur 9Ontwikkeling in de belangrijkstesectoren.

1999-2002 vergeleken met 1985-1989

Bron: OESO, 2005

%

Page 27: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Zoals reeds gesteld is het overduidelijk dat enorme investerin-gen, met name in infrastructuur, noodzakelijk zijn om te voorko-men dat de groei van de Braziliaanse landbouw stagneert en dater een keuze gemaakt moeten worden: ligt de prioriteit voornieuwe investeringen bij infrastructuur of de verdere uitbreidingvan agrarische productie.

Type BoerenbedrijfEen typisch Braziliaanse boerderij bestaat eigenlijk niet.Bedrijfsomvang, grondprijzen en het gebruik van moderne tech-nieken variëren zeer sterk. De bedrijfsgrootte in de traditionelelandbouwgebieden in het zuidoosten is vaak bescheiden, gemid-deld niet groter dan 30 hectare. In deze regio zijn hoge bevol-kingsdichtheid en hoge grondprijzen belangrijke obstakels voorschaalvergroting en investeringen in moderne technieken.

Hoewel de laatste beschikbare census data alweer uit 1996 stam-men, valt uit onderstaande tabel (nog) niet op te maken dat sig-nificante verschuivingen hebben plaatsgevonden in de gemid-delde bedrijfsomvang. Volgens de OESO zijn daar verschillendemogelijke redenen voor. Zo is speculatief grondbezit door delagere inflatie minder aantrekkelijk geworden. Een andere redenkan zijn dat de aanmerkelijke afname in aantal en oppervlaktevan kleine bedrijven tussen 1985 en 1995 de groei tussen 1980 en1985 compenseerde. In het geval van de grote bedrijven kan deverklaring gezocht worden in het feit dat veel grasland voor deextensieve veehouderij plaats heeft gemaakt voor gewassenzoals sojabonen.

26

aantal bedrijven Totale opp.

aantal bedrijven Totale opp.

aantal bedrijven Totale opp.

% % % % % %

0-10 50,35 2,47 52,83 2,66 49,43 2,23 10-50 31,49 10,18 29,68 10,52 31,20 9,97 50-100 7,58 7,50 7,55 8,04 8,24 7,76 100-500 8,33 23,74 7,89 24,13 8,47 23,57 500-1000 1,12 11,01 1,03 10,92 1,20 11,36 1 000-10 000 0,87 28,67 0,83 29,24 0,97 30,59 >10 000 0,04 16,45 0,03 14,49 0,04 14,51

1980 1985 1996

Bedrijfsgrootte (ha)

Figuur 11Ontwikkeling van de bedrijfsomvangin Brazilië

Bron: IBGE, Landbouw Census van1980, 1985 and 1996.

1974 1978 1982 1986 1990 1994 1998 2002 Groei

1974 -2002

Arable Land 41000 44000 47000 49000 50681 52745 57640 58980 44%

Permanent Crops 6243 7239 7136 6055 6727 7455 7560 7600 22%

Permanent Pasture 162800 168800 174000 179000 184200 191218 194912 197000 21%

Subtotaal 210043 220039 228136 234055 241608 251418 260112 263580 25%

Total Area 851488 851488 851488 8514 88 851488 851488 851488 851488

Figuur 10Ontwikkeling van grondgebruik inBrazilië, 1974-2002 (‘000 hectare)

Bron: Faostat data, 2005

Arable land: o.a. akkerbouwgron-den met tijdelijke gewassen, tijde-lijk graslandPermanent crops: Meerjarigegewassen zoals cacao, koffie, sina-sappelen en rubber.Permanent Pasture: land dat lang-durig in gebruik is (> 5 jaar) doorvee.

Page 28: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

In het middenwesten is de agrarische productie in de jaren zestigsterk toegenomen en verschilt de bedrijfsstructuur aanzienlijkmet die in het zuidoosten. Bedrijven in het middenwesten zijnaanmerkelijk groter, met meer dan 65 procent van de bedrijvengroter dan 1000 hectare. In Mato Grosso is de gemiddeldebedrijfsgrootte zelfs 1500 hectare. Sommige beleidshervormin-gen in de jaren 80 en 90 probeerden het proces van vestiging inhet middenwesten tegen te gaan. Echter, in het algemeen lijkende beleidshervormingen voor landbouw vooralsnog in het voor-deel van grotere bedrijven te hebben gewerkt.

De ontwikkeling richting de productie van exportgewassen en deverplaatsing van productie naar het middenwesten leidde tot de

27

Fazenda Santa Fé ligt in hetzuidwesten van Brazilië. Hetis een landbouwbedrijf van850 hectare waarvan onge-veer 50 procent kan wordengeïrrigeerd. Hoewel er inBrazilië 4 à 5 keer zoveelneerslag valt als inNederland kan het in bepaal-de delen van het jaar vanwe-ge de grote hitte nodig zijnte beregenen. Op de geïrri-geerde oppervlakten wordtonder meer snijmaïs, sorg-hum en soja geteeld. Dankzijklimaat en irrigatie kunnener drie oogsten per jaar wor-den gehaald. Katoen ennoten komen eveneens inhet bouwplan voor maar dieworden niet beregend. Deprijs van de landbouwgrondbedraagt gemiddeld US$2500 per hectare. Volgens deondernemer is de belasting-en premiedruk in Braziliëvoor dit soort bedrijven bui-tengewoon hoog. Op dezeonderneming worden ookstieren gemest; liefst 23.000tegelijk! Slachtrijp wordende dieren afgevoerd naar eenslachterij met een internationale erkenning want al het vlees van deze dieren wordt naar de EUgeëxporteerd. Niet verwonderlijk dan ook dat het bedrijf werkt met een EuroGap-erkenning. Deafstand tot de haven bedraagt 1250 km.

Page 29: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

adoptie van technieken die vooral van nut zijn voor grote bedrij-ven. Bedrijven in het middenwesten maken bijvoorbeeld gebruikvan de meest geavanceerde technieken zoals ‘Global PositioningSystems’ (GPS). Dit soort bedrijven hebben een behoorlijke finan-ciële uitgangspositie, zijn niet of minder afhankelijk van over-heidssteun en vaak sterk georiënteerd op (internationale) mark-ten. De grootte en financiële slagkracht zorgen ervoor dat zijconcurrerend kunnen zijn op de wereldmarkt en vaak rechtst-reeks met internationale handelaren zaken doen. Er zijn zelfsvoorbeelden waar grote bedrijven, bij gebrek aan budget bij decentrale overheid, zelf een infrastructuur voor onderzoek, kwali-teitsmanagement en transport hebben opgezet.

Braziliaanse agrosector: internationalisatie en consolidatieDe sterke groei in exportproducten ging gepaard met structureleveranderingen in de agrosector. Eerder zijn de belangrijke facto-ren hiervoor al aan de orde gekomen: handelsliberalisatie, dere-gulering van de nationale markt en de start van onderhandelin-gen over de oprichting van een douane-unie (Mercosur) in 1991.

Deze processen creëerden economische groei en luidden eentijdperk van toegenomen concurrentie in. Dit had op zijn beurttwee grote gevolgen. Ten eerste vond er in de verschillende sub-sectoren van de agrobusiness een proces plaats van internationa-lisatie en concentratie. Internationalisatie door de groeiendeaanwezigheid van multinationals en concentratie door middelvan fusies en acquisities.

Maar ook de organisatie van de sector en bedrijfsstrategieën ver-anderden. Coördinatie, of beter, integratie nam toe door nieuwevormen van bestuur en contracten. Deze toenemende mate vanverwevenheid in combinatie met technologische innovaties stel-den bedrijven in staat om op verschillende niveaus schaalvergro-ting toe te passen en daardoor de kosteneffectiviteit van hunoperaties te verhogen. De kostenbesparingen vonden vooralplaats op het terrein van logistieke planning. Als gevolg van dederegulering en privatisering in de beginjaren 90 werden versche-ping, treinvracht en vrachtautovervoer aanmerkelijk goedkoper,al fluctueerden de prijzen hiervan in de afgelopen jaren sterk.

In de subsectoren waar de voordelen van schaalvergroting hetgrootst zijn (e.g. granen, vlees, zuivel, oliezaden en suiker), inves-teren bedrijven in technologieën om die voordelen te pakken.

28

Page 30: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Volgens sommige onderzoekers is de productiviteit van land,arbeid en kapitaal met respectievelijk 130 procent, 128 procenten 79 procent gestegen in de periode 1970-1995.4 Het warenvooral de grote bedrijven in de agrofoodindustrie (en supermark-ten) die de vruchten plukten van dit proces, hetgeen verdere con-centratie nog meer in de kaart speelde.

Vooral in de ‘specialty product’ subsectoren investeerden bedrij-ven in nieuwe producten en internationale merken. De focuswerd verlegd naar ‘niche’-markten en er werden allerlei kwali-teits- en certificeringsinititatieven ontplooid. Bedrijven zijn zichsteeds meer gaan richten op hun ‘core business’. Een goed voor-beeld is de SADIA groep met een jaarlijkse omzet van $2,5 mil-jard, die in de periode 1993-98 het aantal ondernemingen van 20naar 5 terug bracht om zich volledig op pluimvee en varkensvleeste richten. Bedrijven als Perdigao, Itambe, Nestle, Bunge en velecoöperaties hebben een soortgelijk proces doorgemaakt.

Binnen zowel publieke als private kringen is er echter ookbezorgdheid over de in sommige sectoren haast kartelachtigemate van concentratie en consolidatie. De Braziliaanse overheidziet zich dan ook voor een dilemma staan. Grenzen stellen aande mate van toegestane consolidatie zal aan de ene kant het con-currentievermogen van de agrosector en de (buitenlandse) inves-teringen beperken. Daarbij strookt het ook niet met de ingezettetrend van liberalisatie. Aan de andere kant is het zo dat als eensector een kartelachtig karakter krijgt, dat de concurrentie zalbeperken en dus de noodzaak tot verdere innovatie kan verklei-nen. Een goed mededingingsbeleid is dus van groot belang omde juiste afweging in deze tegenstelling te maken.

29

4 Marcos Jank et al, Concentration and Internationalization of Brazilian AgribusinessExporters, International Food and Agribusiness management Review 2(3/4), 2001

Page 31: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

7. Suikerindustrie

Hoewel bijna de helft van het in Brazilië geproduceerde suiker-riet bestemd is voor de productie van ethanol, behoort Brazilië allangere tijd tot de top drie van ’s werelds suikerproducenten. Deonderstaande grafieken laten zien dat niet alleen het areaal insuikerriet in Brazilie in de periode 1984-2004 met zo’n 50 procentis toegenomen, maar dat ook de opbrengst per hectare sterker isgestegen dan gemiddeld in de rest van de wereld.De productie van suiker concentreert zich met name in het zui-den en het noordoosten, regio’s waartussen belangrijke verschil-

30

Figuur 12Suikerriet areaal

Bron: Faostat data, 2005

Figuur 13Productiviteit suikerriet

Bron: Faostat data, 2005

Page 32: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

len bestaan, zowel wat betreft groeiomstandigheden als beleid.De federale overheid heeft wel oog voor de verschillen in condi-ties en het belang van de suikerproductie in het noordoosten.Brazilië mag bijvoorbeeld jaarlijks een bepaald contingent suikervoor een vastgestelde hoge prijs naar de Amerikaanse markt uit-voeren. Vanwege het economisch belang van de suikerproductievoor het noordoosten wijst de Braziliaanse overheid dit zoge-naamde tariefcontingent volledig toe aan deze regio.

De productie in het zuiden vindt voor een groot deel plaats in dedeelstaat Sao Paolo, die ongeveer 60 procent van Brazilië’s totalesuikerrietproductie, 70 procent van de suikerproductie en 90 pro-cent van de ethanolproductie voor haar rekening neemt.Normaal wordt er geoogst tussen mei en november, al is het inhet verleden wel eens voorgekomen dat hier al halverwege aprilmee werd begonnen als de vraag naar ethanol erg hoog was.

In het noordoosten vindt de oogst plaats van september tot april.In deze regio zijn het vooral de deelstaten Pernambuco en Alagoaswaar de productie van suikerriet, suiker en ethanol zich concentreert,al gaat het hier om een veel kleiner aandeel in Brazilie’s totaleproductie: minder dan 20 procent van het riet, 25 tot 30 procentvan de suiker en ongeveer 10 procent van de ethanolproductie.Oorzaken van dit bescheiden aandeel zijn bijvoorbeeld het heuvel-achtige landschap en de armere bodems, waardoor de mechanisatie-graad in deze regio lager is dan die in het zuiden. Als gevolg hiervanzijn zowel de kosten van riet als suikerproductie hoger dan in hetzuiden, al is dit verschil in de afgelopen jaren wel kleiner geworden.

Binnenlandse consumptieDe Braziliaanse binnenlandse markt voor suiker wordt over hetalgemeen als stabiel en voorspelbaar gekenmerkt. Mede dankzijde bevolkingsomvang en een traditioneel hoog gebruik per capi-ta is Brazilië een van ’s werelds grootste suikerconsumenten, meteen jaarlijks verbruik van bijna 9,5 miljoen ton, ruim 54 kilo perpersoon. De stijging van suikerconsumptie is met name gerela-teerd aan de bevolkingsgroei. Producenten van levensmiddelenzoals frisdrank, chocolade en ijsfabrikanten gebruiken ongeveer35 tot 45 procent van de nationale suikerproductie.

Braziliaanse suiker en de wereldmarktSamen met India is Brazilië ’s werelds grootste producent vanruwe suiker. Aangezien Brazilië riet zowel voor de productie vanzowel ethanol als suiker gebruikt, is het relatief goed in staat omte reageren op ontwikkelingen op de internationale markt voorsuiker en brandstof door de balans tussen ethanol en suiker indiennodig aan te passen. Deze balans tussen ethanol- en suikerpro-ductie heeft een sterk effect op wereldmarktprijzen voor suiker.

31

De federale overheid wijst een con-tingent voor de Amerikaanse sui-kermarkt toe aan het noordoostenvan Brazilië, terwijl de productie-kosten in deze regio hoger liggendan in het zuidoosten. Dit betekenteen kunstmatige stimulans voor deproductie in deze regio die vervaltals dit contingent weg valt alsgevolg van handelsliberalisatie.Deze (potentiële) problematiek isvergelijkbaar met de preferentiëletoegang die bepaalde ontwikke-lingslanden hebben tot deEuropese suikermarkt onder hetsuikerprotocol. Als gevolg van deliberalisering van de Europese sui-kermarkt blijft dit preferentiële con-tingent wel bestaan, maar verliesthet deels zijn waarde door een ver-laagde EU-prijs voor suiker.

Page 33: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Slechts een klein deel van het suikerrietwordt mechanisch geoogst zoals afgebeeldin de foto rechtsboven. Veruit het meestesuikerriet wordt nog altijd met de handgekapt, en schattingen lopen op tot zo’n 95procent. Om dit kappen mogelijk te makenworden suikerrietvelden eerst in brandgestoken om het (scherpe) loof er af tehalen om de oogst enigszins makkelijker temaken. Dit branden en de daarbij vrijko-mende as veroorzaakt nogal overlast voorhet milieu en gezondheidsproblemen.Hierdoor zal deze methode per 2010 op(relatief) vlakke gronden verboden wordenen per 2031 overal. Vooralsnog is handmati-ge kap goedkoper dan gemechaniseerdekap. De toekomstige restricties op het bran-den zijn dan ook de voornaamste redenvoor bedrijven om over te gaan op geme-chaniseerde oogst.In het zuiden van Brazilië duurt de suiker-campagne van mei tot november, 7 maan-den. In Nederland duurt de campagne voorsuikerbieten meestal van september totdecember. Onder meer door de langerecampagne van suikerriet heeft Brazilië eenproductiekostenvoordeel ten opzichte vanNederland.

Suiker, ethanol en olieprijzenDe Braziliaanse suikerrietproductie houdt niet alleen nauw ver-band met de ethanolmarkt, maar ook met olieprijzen. Hoeveelsuiker en ethanol van suikerriet wordt geproduceerd hangt vanverschillende factoren af zoals de wereldprijs voor suiker en olie,valutakoersen en natuurlijk de productiekosten voor ethanol ensuiker. Ook stelt de overheid jaarlijks een verplicht mengpercen-tage vast voor de hoeveelheid ethanol die in regulier benzineverwerkt moet worden. Aangezien Brazilië een aandeel van der-tig procent heeft in de wereldhandel in suiker, zijn veranderingenin dit mengpercentage van invloed op de wereldmarktprijs voorsuiker. Een stijgende olieprijs zoals we die kennen in 2005 kansuikerprijzen in Brazilië ook doen stijgen. Immers, een hogereolieprijs maakt ethanol als brandstof aantrekkelijker waardoorde overheid geneigd kan zijn een hoger ethanol-mengpercenta-ge vast te stellen. Hierdoor zou de suikerproductie ten koste kun-nen gaan van de ethanolproductie en gaan prijzen dus omhoog.

32

Page 34: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Toekomstperspectieven voor de Braziliaanse suikerrietmarktDe Braziliaanse suikerrietindustrie heeft zichzelf als doel gesteldom de productie van riet per 2009 met 180 miljoen ton per jaar teverhogen, bijna 45 procent meer dan de bijna 330 miljoen ton diegeoogst werd in 2004/05.5 Een dergelijke verhoging wordt nood-zakelijk geacht om het hoofd te kunnen bieden aan ontwikkelingenin zowel de ethanol als de suikerindustrie. Zo is er meer ethanolnodig om het op ethanol rijdende wagenpark van brandstof tevoorzien. Schattingen van het aantal zogenaamde ‘flex fuel cars’(hierover in het ethanolhoofdstuk meer) dat in 2010 in Braziliërond rijdt lopen op tot meer dan 6 miljoen. Maar ook is er eenexportmarkt voor ethanol en de suikermarkt zelf. Brazilië heeftnu een aandeel van 30 procent in de vrije wereldhandel van sui-ker en wil dit uiteraard vasthouden of zelfs vergroten. Kortom, devraag naar ethanol stijgt, de interne consumptie van suiker stijgten de externe vraag naar suiker blijft gehandhaafd.

Om aan al deze plannen te kunnen voldoen staat voor de komen-de vijf jaar de bouw van 34 nieuwe rietsuikerfabrieken op hetprogramma met een gemiddelde verwerkingscapaciteit van 1,5-2miljoen ton suikerriet per jaar. Maar ook zijn er volgens de indus-trie nog tal van efficiencywinsten te boeken bij bestaande ver-werkers en plantages. Zo kunnen campagnes langer duren dande huidige zes of zeven maanden en kunnen er variëteiten geplantworden met een hogere gemiddelde opbrengst. Hoewel meniganalist het er over eens is dat Brazilië in staat is om de productievan suikerriet op te voeren, bestaat er wel enige zorg omtrent de

33

5 F.O. Licht’s International Sugar and Sweetener Report, Juni 2005

Figuur 14Braziliaanse export van suiker en dewereldmarktprijs

Bron: data afkomstig van deInternationale Suiker Organisatie,2004

0

5000

10000

15000

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003

'000

to

ns

0

100

200

300

$/t

on

Brazilian Exports (tons) World Price (tons)

1

10

100

0 50000 100000 150000 200000 250000

Accumulated Produ ction of ethanol ( 1000 m3)

( Out

. 200

2) U

S$ /

GJ

1986

2002

1999

1996

1980

1990 1993

Gasoline(Rotterdam)

MarketConditions

Ethanol producers Brazil

trend (Ethanolprices)

trend (Rotterdamgasoline prices)

Figuur 15Ethanol- en olieprijzen

Bron: J Goldemberg, 2003

De prijs van ethanol en olie komensteeds dichter bij elkaar te liggenal ligt het verbruik van ethanolvergeleken met benzine hoger .

Page 35: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

opbrengst van nieuw aan te planten riet. Een belangrijke redenhiervoor is de mindere bodemgesteldheid op plekken waarnieuw areaal suikerriet mogelijkerwijs geplant wordt. Daar komtbij dat deze nieuwe gebieden verder van havens af liggen, waar-door de transportkosten hoger komen te liggen, voorop gestelddat de bestaande infrastructuur het vervoer vanuit nieuwe gebie-den aan kan. Tenslotte stijgt de waarde van de Braziliaanse Real,wat ook een negatief effect heeft op de export.

34

Suikerrietfabriek Sao Martinho in Ribeirao Preto

De suikerrietfabriek Sao Martinho isgelegen in het zuidoosten van Brazilië.Ongeveer 60 jaar geleden werd gestartmet de suikerrietactiviteiten. In totaalverwerkt de fabriek het suikerriet vanongeveer 70.000 hectare. Daarvan heeftzij zelf ongeveer 30 procent in bezit ter-wijl eenderde deel eigendom is vanboeren die ook financieel met defabriek zijn verbonden. Voor het overi-ge wordt het suikerriet aangekocht viade markt. Suikerriet wordt in septem-ber/october aangeplant en kan na 18maanden voor het eerst worden

geoogst. Onmiddellijk na de oogst volgt bemesting en bevloeiïng en gaat de hergroei van destoppel van start. Na wederom 1 jaar volgt de tweede oogst. Dit proces herhaalt zich 5 à 6 maalwaarna de dan resterende stoppel wordt ondergeploegd en een tussenteelt – meestal sojabo-nen- wordt ingezaaid om het stikstofgehalte op peil te brengen. Jaarlijks teelt Sao Martinhoongeveer 30.000 hectare sojabonen.

De suikerrietcampagne duurt 8 maanden. Gedurende 7 dagen per week 24 uur per dag wordt erin de fabriek suikerriet verwerkt. 85 procent van het suikerriet wordt mechanisch geoogst, hoe-wel met de hand kappen nog verreweg het meest gangbaar is in Brazilie. Het totale suikerrietare-aal bevindt zich in een straal van 50 kilometer van de fabriek.

Bij aankomst in de fabriek wordt het suikerriet geperst en wordt er afhankelijk van de vraag sui-ker dan wel ethanol uit gewonnen. Uit 1000 kg riet kan 120 kg suiker of 85 liter ethanol wordengeproduceerd. Ook is een combinatie mogelijk van beide producten in elke tussenliggende ver-houding. Als bijproduct blijft er melasse, vinasse en bagasse over. De bagasse heeft de vorm vanperskoek en kan worden verbrand in de energiecentrale voor energiewinning; meer dan de ener-gie die nodig is bij het suiker/ethanolproductieproces zelf! Deze extra energie kan ook verkochtworden. De melasse en vinasse bevat veel stikstof en is, zeker als er kalk en kalium aan wordt toe-gevoegd, zeer geschikt als meststof. In de hele kolom van het suiker/ethanolproces in dit gebiedwerken 3000 personen. De komende 15 jaren ziet Sao Martinho vooral veel toekomst in bio-brandstoffen. In de vraag naar suiker ziet zij weinig groei. Niet alleen in eigen land maar zekerook in China en Japan verwacht zij daarentegen een geweldige stijging in de vraag naar energie,met name naar autobrandstoffen.

Page 36: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

8. Ethanol

In 1975, twee jaar na de oliecrisis van 1973, richtte de Braziliaanseoverheid Proalcool op, een nationaal programma voor de productievan ethanol als vervanger van de relatief duurdere olie die vrijwelvolledig geïmporteerd moest worden. Dit programma breiddezich in de loop van de jaren uit en voorzag in verschillende maat-regelen om de productie van ethanol te bevorderen. Zo bestondener een gegarandeerde prijs voor ethanol, gegarandeerd kredietvoor de bouw van ethanolfabrieken en directe inkomenstoe-slagen voor ethanolproducenten (in 1999 bedroeg deze toeslagbijvoorbeeld $2,50 per hectoliter). Ook stelde de overheid eenmengplicht voor benzine en ethanol in, en rijden overheidsvoer-tuigen en bussen volledig op ethanol.

Als onderdeel van de economische hervormingen in de jaren 90deed de overheid enkele stappen terug op het gebied van inter-ventiebeleid, maar ook andere factoren zetten het ethanolbeleideveneens onder druk. Olieprijzen daalden terwijl Proalcool leid-de tot productieoverschotten en een zware financiële last voorde overheid. Hervorming leek onvermijdelijk geworden en deoverheid kwam daartoe met een eerste voorstel van liberalisatievan de ethanol- en suikermarkt in 1996. In de periode 1997-1999werd de monopoliepositie van de staatsraffinaderij Petrobasopgeheven, werden ethanolprijzen en productiequota geliberali-seerd en andere subsidies verlaagd. De voornaamste vorm vanoverheidsinterventie die nu nog in deze markt bestaat is de inhet vorige hoofdstuk genoemde mengplicht van benzine enethanol (momenteel 26 procent ethanol per liter benzine).

Van suikerfabriek naar energiecentraleSinds de oprichting van de eerste suikerfabriek in 1532 in SãoVicente in de Braziliaanse deelstaat São Paulo is er veel veran-derd. Een belangrijke motor was het hierboven genoemdeProalcool. Ook nu de overheidsbemoeienis vrijwel geheel is verd-wenen, groeit de sector exponentieel. De Unie van de SuikerrietProducenten (ÚNICA) is dan ook optimistisch over de toekomstvoor ethanol.

De introductie van de Flex-Motor, die een mengsel van benzineen ethanol in elke verhouding kan gebruiken, heeft een forse sti-mulans aan de nationale consumptie van ethanol als autobrand-

35

Brazilië produceert twee soortenethanol: hydrate en anhydrateethanol. Hydrate ethanol bevat eenbeetje water en kan rechtstreeks alsbrandstof gebruikt worden.Anhydrate ethanol bevat geenwater en is 99 procent puur. Delaatste soort kan gebruikt wordenals component van een mengselvan benzine en ethanol (het per-centage ethanol mag variëren tus-sen 5 en 85 procent).

De Europese Unie heeft als doelgesteld dat anno 2019, 5,75 procentvan alle brandstoffen in deEuropese transportsector afkomstigis van biobrandstoffen, zoals bio-diesel en ethanol.

Page 37: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

stof gegeven. In 2004 werden 328.774 flex-fuel auto’s verkocht,circa 20 procent van alle nieuwe autoverkoop. Inclusief de‘ethanol’-auto was de groei 348,6 procent ten opzichte van 2003(379.328 stuks t.o.v. 84.558).

Nationaal zijn belastingen, logistiek, opslag en beleid op ener-giegebied evenwel nog grote problemen. Vanwege verkiezingenzoals in november 2004 was de Braziliaanse regering in het verle-den terughoudend met het verhogen van de marktprijs van olie.Daar lijkt nu verandering in te zijn gekomen waardoor het prijs-voordeel groter wordt voor ethanol. Daar komt bij dat veelethanolproducenten door hebben gekregen dat hoewel deexport van ethanol zelf niet altijd even winstgevend is, het weleen behoorlijke hoeveelheid van de nationale markt haalt endaarmee de nationale prijs opdrijft.

Energie in een globaal perspectiefVolgens de Universiteit van Campinas (UNICAMP) en hetTechnologie Centrum voor Suiker (COPERSUCAR) is er voor denabije toekomst geen ander alternatief dan ethanol voor hetwegvallen van de olieproductie. Bovendien stijgt de vraag doorde economische groei van landen als China. Ook de handel inCO2-emissierechten kan met de inwerkingtreding van het Kyoto-verdrag voor Brazilië uitermate lucratief zijn. Er is een toekomstvoor nieuwe technologieën zoals de vergassing van suikerriet enverbeterde vergistingsmethodes zoals enzymatische vergisting.Ethanol is tevens van belang bij de ontwikkelingen rond brand-stofcellen en ‘bio-plastics’.

Mogelijkheden voor ethanol en buitenlandse samenwerkingDe export van ethanol is voor een belangrijk deel afhankelijk vande wereldwijde brandstofmarkt. Voor de ethanolsector is de ver-drievoudiging van het brandstof verbruik in China en India alleenal in de laatste paar jaar dan ook hoopgevend. De wereldvraagwordt momenteel geschat op meer dan 7 keer de huidigeBraziliaanse productie en dus lijkt er voldoende absorptievermo-gen op de wereldmarkt voor Braziliaanse exporten te bestaan.Om aan een dergelijke hoge vraag te kunnen voldoen is uitbrei-ding van het teeltareaal noodzakelijk met meer dan 10 miljoenhectare. De rietteelt legt momenteel beslag op een oppervlaktevan circa 18 miljoen hectare. In het centraal-westelijk deel vanBrazilië, de deelstaat São Paulo, is de sector al klaar om de pro-ductie met 1,5 miljard liter op te voeren naar 15 miljard liter voorde oogst 2005/2006.

ExportBrazilië exporteerde in 2004 bijna drie keer zoveel ethanol als inhet jaar ervoor. Was de export in 2003 nog geen 800 miljoen liter,

36

Page 38: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

in 2004 werd bijna 2,5 miljard liter geëxporteerd. Als belangrijk-ste (potentiële) markten ziet de sector India, Thailand, China,Japan, Colombia, Guatemala, VS en de EU6. De grotere vraag opde buitenlandse markt en het enorme succes van de Flex-motorheeft de consumptie laten stijgen. De stijging van de export isvoor een deel te danken aan de oliecrisis in de Verenigde Staten.Ondanks een invoerheffing van US$ 0,54 per gallon heeft Braziliëtoch kans gezien in 2004 om 592,7 miljoen liter naar de VS teexporteren. Vanwege een tariefontheffing in het kader van eenhandelsverdrag tussen de VS en de Caraïben gaat een deel van deexport via de Caraïben. Ethanol wordt daar omgezet in anhydrateethanol en tariefvrij naar de VS geëxporteerd. Daarnaast wordtethanol geëxporteerd naar India (400,9 miljoen liter) Rotterdam(207,15 miljoen liter) met eindbestemming Zwitserland, Japan(148,9 miljoen liter), Nigeria (126,3 miljoen liter) en Korea (112,3miljoen liter).

BiodieselBehalve suiker en ethanol gebeurt er ook veel op het gebied vanbiodiesel als vervanger van diesel uit olie. Daarbij dient welis-waar bedacht te worden dat diesel in Brazilië uitsluitend is toege-staan voor bijvoorbeeld bussen, vrachtauto's en tractoren, maarniet voor personenauto’s. Dit neemt niet weg dat het hier, gezienhet aandeel van het wegtransport in het goederenvervoer inBrazilië, om aanzienlijke volumes gaat. Eind 2004 heeft deBraziliaanse overheid het programma voor biodiesel gelanceerd.Het is de bedoeling om in 2005 een percentage van 2 procent bio-diesel toe te voegen aan de reguliere diesel. Dit percentage moetin 2009 zijn opgelopen tot 5 procent. Het oliebedrijf Petrobasheeft aangegeven de komende jaren een bedrag van US$ 280 mil-joen te zullen investeren in de ontwikkeling en het gebruik vanalternatieve energiebronnen. Een aanzienlijk deel hiervan zalbetrekking hebben op biodiesel. In Brazilië zal het product vooralworden bereid uit de Mamona of Ricinus communis, de bekendeleverancier van de zogenaamde 'wonderolie'.

37

2003/04 2004/05 Variatie (%)

Suikerriet, mln ton 299,39 327,14 9,27

Suiker, mln ton 20,44 22,05 7,88

Ethano l (anhydraat)

miljard liter

8,05 7,29 -9,44

Ethanol (hydraat), miljard

liter

5,02 6,25 24,5

Export

Suiker, miljoen ton 12,91 14,3 10,7

Ethanol, (miljard liter) 0,8 2.5 212,5

Figuur 16Balans van de suikerrietoogst

Bron: Gazeta Mercantil

6 F.O. lichts International Sugar and Sweetener report, januari 2005.

In 2003 werd er in de EU 1,74 mil-joen ton biobrandstof geprodu-ceerd, een groei van ruim 26 procent ten opzichte van 2002.Hiervan was 1,4 miljoen ton biodie-sel en 0,3 miljoen ton ethanol.

Een groot deel van de Europeseethanolconsumptie wordt geïmpor-teerd. De grootste exporteur isvooralsnog Pakistan. Een regelingbinnen het Algemeen PreferentieelStelsel (APS) van de EU voorziet ineen tariefvrije toegang voorPakistaanse ethanol. Echter, in devrijhandelsbesprekingen tussen deEU en Mercosur wordt ook gespro-ken over de tariefvrije toegang vaneen vast te stellen hoeveelheid(Braziliaanse) ethanol. Afhankelijkvan de uitkomst hiervan zou op ter-mijn Brazilië wel eens de grootsteleverancier van ethanol kunnenworden.

Page 39: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

9. Varkensvlees

In vorige hoofdstukken is al gesteld dat de landbouw in Braziliëeen steeds belangrijkere bron voor inkomsten uit de exportsectoris. Een belangrijke rol speelt de dierlijke sector, omdat het vaakom producten gaat met een hoge toegevoegde waarde. Ook inde snel groeiende varkensvleessector is dit het geval.Kenmerkend zijn de lage productiekosten, de uitstekende klima-tologische omstandigheden en de mogelijkheid om op een(maatschappelijk) verantwoorde wijze de productie verder uit tebreiden. Kortom, ook met de Braziliaanse varkenssector moet in detoekomst op de wereldmarkt zeker rekening worden gehouden.

Groei geconcentreerd in zuidoostenInvesteringen in de vleessector in zijn geheel zijn traditioneelhoog in het zuiden en zuidoosten, een gebied dat gekenmerktwordt door een sterke bevolkingsconcentratie, bovengemiddel-de inkomens en een betere ontsluiting met havens. In deze sta-ten wordt 70 procent van het pluimvee, 49 procent van het var-kensvlees en 26 procent van het rundvlees geproduceerd.

Hoewel het grootste deel van het vlees dus in deze vier statenwordt geproduceerd, is de Cerrados-regio de nieuwe groeikernvoor grootschalige ondernemingen. Deze regio wordt gevormddoor de staten Mato Grosso, Mato Grosso do Sul, Goias en MinasGerais. Vanwege het goedkope land en de zeer gunstige klimaat-omstandigheden is de kostprijs van de maïs en sojaproductie indit deel van Brazilië zeer laag.

38

Figuur 17Deelstaten van Brazilië

De varkensproductie groeit erg snelin Brazilië. In 1990 was het aantalslachtingen nog enigszins vergelijk-baar met het niveau in Nederland,maar in 2004 was dit aantal al ruimtwee keer zo hoog (14,5 miljoenslachtingen in Nederland tegen33,9 miljoen in Brazilië).

Page 40: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Productie beheerst door integratiesDe grootschalige productie in Brazilië wordt beheerst door zeermodern geleide integraties. Deze hebben de interne kwaliteitvan voer tot en met eindproduct onder controle en behalen technische resultaten die niet onder doen voor die van westeuropesebedrijven.

Hoewel de integraties vaak zelf wel een goed intern controle-systeem hebben, is de nationale veterinaire controle beperkt enbeschikt Brazilië nog niet over een nationaal Identificatie &Registratiesysteem. Ook het vlees van het Braziliaanse varken isanders. Het varken is namelijk iets vetter dan het varken in West-Europa. Wanneer het vlees voor verdere verwerking wordtgebruikt is dat geen probleem, maar voor het vers uitsnijden ishet Braziliaanse varkensvlees hierdoor minder geschikt.

Export van varkensvleesBrazilië heeft een geschat marktaandeel van 14 procent in dewereldhandel van varkensvlees. In 2003 ging 64 procent (en in2004 56 procent) van de export naar Rusland (importmarktaan-deel 62,2 procent) en naar kleinere markten zoals Argentinië(importmarktaandeel 98,6 procent), Uruguay (95,2 procent),Georgië (69,2 procent), en de Kaaiman Eilanden (57,5 procent). Brazilië exporteert (nog) niet naar markten als Japan, de VS,Mexico en de EU, vanwege de hier aanwezige vrees voor ondermeer Mond- en Klauwzeer en/of vanwege geldende invoertarie-ven. Omdat de export op Rusland en Argentinië iets is terugge-vallen, werden in het eerste halfjaar van 2004 maar liefst 20 lan-den (waaronder Oekraïne, Moldavië, Belarus en Litouwen) aande lijst van exportlanden toegevoegd. Oekraïne steeg bijvoor-beeld van 96 ton in 2003 naar 32.506 ton in 2004. Het uitbreidenvan de exportactiviteiten gaat relatief eenvoudig. De grote inte-graties die driekwart van de export voor hun rekening nemen,gebruiken in deze landen hun reeds bestaande verkoopnetwer-ken voor pluimveevlees.

Lage kostprijsDe kostprijs van een Braziliaanse kilo varkensvlees is niet precieste geven. Afhankelijk van de berekeningswijze, de bedrijfsom-vang en de regio varieert de kostprijs ergens tussen R$ 1,68 en R$2,68 (dat is tussen ≠ 0,47 en ≠ 0,75) exclusief BTW per kilo levend

39

jaar Slachtingen

(xmln)

Productie (mln

ton)

1990 19,2 1.050

1995 20,1 1.470

2000 32,3 2.556

2004 33,9 2.679

Figuur 18Braziliaanse varkensproductie in deafgelopen jaren

Bron: Abipecs

Een belangrijk kenmerk van deNederlandse varkenssector is deexportgerichtheid: het grootstedeel moet in het buitenland ver-diend worden.

De groeiende productie in Braziliehoeft niet noodzakelijkerwijs totmeer export naar Europa te leiden,maar zou wel voor een extra prijs-druk kunnen zorgen. Dit zou eenverdere krimp in West-Europa totgevolg kunnen hebben en een ver-schuiving naar Oost- en Midden-Europese landen waar productie-kosten lager liggen.

Page 41: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

gewicht. In Nederland is dat meer dan een euro. De kostprijs inBrazilië wordt gunstig beïnvloed door goedkope huisvesting,lage arbeidskosten en lage financieringslasten. De gebrekkigeinfrastructuur lijkt weinig effect op de kostprijs te hebben. Injaren dat de graan- en maïsprijzen op de wereldmarkt laag zijn,wordt de kostprijs nog extra gunstig beïnvloed, omdat de voer-kosten meer dan de helft van de totale kosten bedragen.

40

0

10

20

30

40

50

60

EU Canada Brazilie China VS Overig

Ma

rkta

an

de

el

(%)

2000

2005 (v)

Figuur 19Verdeling van de wereldmarkt voorvarkensvlees

Bron: USDA

Bedrijven Tonnen (%)

Sadia 97.834 19,27

Perdigão 88.070 17,35

Seara 87.170 17,17

Pamplona 67.601 13,32

Aurora 41.468 8,17

Overig 119.249 23,49

Figuur 20Export in 2003 van varkensvlees doorde verschillende bedrijven

Bron: Abipecs

Schattingen van de kostprijs vaneen kilo levend gewicht varkens-vlees liggen in Brazilië tussen de 47en 75 eurocent. In Nederland is hetmeer dan 1 euro.

Page 42: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

10. Pluimveevlees

De groeicijfers voor de pluimveesector zijn spectaculair. In 1990werd ruim 2 miljoen ton pluimveevlees geproduceerd tegen 9miljoen ton in 2004! De productie van pluimveevlees concen-treert zich met name in zuidelijke deelstaten als Rio Grande doSul, Santa Catarina en Parana. Het zijn veelal grote, verticaalgeïntegreerde bedrijven in deze drie deelstaten die ongeveer 55procent van alle slachtingen in Brazilië voor hun rekeningnemen. De laatste jaren vindt ook in de pluimveesector een ver-schuiving van de productielocaties naar het middenwestenplaats. Net als voor varkensvlees geldt de grootschalige teelt vanmaïs en soja en dus de aanwezigheid van goedkoop voer als eenvoorname reden, net zoals lage arbeidskosten, een grote vraagnaar mest en een gunstig klimaat. Toepassingen van dezelfdetechnieken in de pluimveehouderij en –slachterij als in de VS, incombinatie met de inbreng van buitenlandse rassen en een gun-stig klimaat en goedkope grondstoffen voor veevoer zorgen vooreen zeer concurrerende sector.

Het pluimveevlees wordt veelal per vrachtauto naar de stedelijkegebieden in het noord- en zuidoosten vervoerd. De export vindtvooral plaats vanuit het zuiden. De verschuiving van productie-locaties naar het midden westen resulteert dus in een vergrotingvan een afstand tussen de productielocatie en het afzetgebied(consumptie en export). Daar staat tegenover dat in deze regiode bedrijven grootschaliger zijn door investeringen van groteintegraties.7 Naast efficiency-voordelen biedt verticale integratie

41

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

8000

9000

10000

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Ton

('0

00)

Figuur 21Pluimveevlees productie

Bron: FAOSTAT data 2004

Door het gebruik van waterkoelingin pluimveeslachterijen blijft ermeer water achter in pluimveepro-ducten. Het hogere watergehalte isduidelijk zichtbaar bij de verkoopvan het verse pluimveeproduct inde Braziliaanse supermarkt. In deEU wordt dit systeem niet meergebruikt.

7 Met integraties worden bedoeld bedrijven die meerdere activiteiten binnende keten uitvoeren, zoals voerproductie, slachterijen en verwerking.

Page 43: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

ook mogelijkheden voor ketenkwaliteitsgaranties.MarktstructuurVoor de productie van pluimveevlees zijn er volgens RabobankSao Paolo drie soorten bedrijven te onderscheiden:1. Grote voedingsmiddelenconcerns, zoals Sadia en Perdigao, die

naast pluimvee- en varkensvlees ook actief zijn op andere ter-reinen;

2. Internationaal georiënteerde middelgrote bedrijven, zoalsSeara en Frangosul; en

3. Kleinere bedrijven en coöperaties, die vooral gericht zijn op debinnenlandse markt.

In vergelijking met andere dierlijke sectoren opereren bedrijvenactief in de pluimveesector vaak op een hoog technologischniveau. Er kunnen in Brazilië twee productiesystemen onder-scheiden worden: onafhankelijk en geïntegreerd. In het onafhan-kelijke systeem is de pluimveehouder eigenaar van de dieren enverantwoordelijk voor alle activiteiten tijdens de productie.Slechts 20 procent van de pluimveehouders werkt (nog) volgensdit systeem en neemt dus het volledige risico van productie enmarkt voor eigen rekening. In het geïntegreerde systeem is deintegratie eigenaar van de dieren en verzorgt de aanvoer vaneendagskuikens, voer en medicijnen bij de pluimveehouder. Ooklevert de integratie de technische en veterinaire begeleiding voor

42

Figuur 22Exportmarktstructuur en productie-verdeling

Bron: ABEF

Naast regelgeving op het gebiedvan milieu en ruimtelijke ordening,zijn door de toenemende concur-rentie vanuit landen als Brazilië devooruitzichten voor deNederlandse (pluim)veehouderijniet gunstig. Met versterkte keten-afstemming met verse en bewerktekwaliteitsproducten moet de sectordeze ontwikkeling het hoofd bie-den.

Figuur 23Exportmarktstructuur

Bron: ABEF

Page 44: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

de houder die de kuikens verzorgt. De houder krijgt een vergoe-ding voor de arbeid en stal, welke afhangt van de productiviteit,en kan veelal vanwege de grote afstanden niet deelnemen in eenandere integratie.

Productie en ExportDe productie van pluimveevlees in Brazilië is in de afgelopenjaren in een stroomversnelling geraakt. Van deze productie werdin 2003 ongeveer 25 procent geëxporteerd, met als voornaamstebestemmingen Europa (filet), Midden Oosten (hele kuikens),Rusland (pootvlees), China (looptenen) en Japan (ontbeend poot-vlees).

Brazilië verwacht een verdere groei van de export, met kansen innieuwe landen in Azië, Zuid-Amerika, Canada en Mexico. Ookeen toename in de export van pluimveevlees in bewerkte vormnaar Europa, speciale producten voor Japan en verwerkt vleesvoor het Midden-Oosten ligt in de lijn der verwachting.

43

WTO Geschil: Gezouten FiletsDe leden van de wereldhandelsorganisatie, de WTO, maken met elkaar afspraken op het gebiedvan liberalisering van de wereldhandel. De afspraken worden gemaakt in rondes die enige jarenkunnen duren. In de meest recente onderhandelingsronde, de Uruguay ronde, zijn er in dit kaderook afspraken gemaakt over de invoerrechten voor pluimveevlees die een land mag heffen. Zo isvoor bevroren naturel kipfilet het invoerrecht ≠1,42 per kilo. Voor licht gezouten kipfilets is ditinvoerrecht ≠ 0,27.

Aangezien het minimum vereiste zoutpercentage om in deze categorie te vallen geen belemme-ring vormt om het product in het normale productieproces op te nemen, hebben exporteurs alsThailand en Brazilië gebruikt gemaakt van deze ‘maas in de wet’ door simpelweg de filets te zou-ten voor export. Sinds 1995 is de import van kipfilets uit deze regio’s dan ook explosief gestegen.

Om deze omzeiling van invoerrechten tegen te gaan werd door de het Europese ComitéDouanewetboek besloten om bevroren gezouten kipfilets in te delen in de categorie bevrorenpluimveevlees, waarvoor ook de mogelijkheid van een aanvullend invoerrecht bestaat. Dezebeslissing werd door Brazilië en Thailand bij de WTO aangevochten. In 2005 werd door de WTO’sgeschillencommissie,ook na de beroepsprocedure, in het voordeel van Brazilië, de VerenigdeStaten en Thailand besloten.

Page 45: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

11. Milieu, dierenwelzijn,diergezondheid envoedselveiligheid in dedierlijke sectorMestIn zowel de pluimveesector als de varkenssector zijn er weinigproblemen ten aanzien van milieu, dierenwelzijn en diergezond-heid. Vanwege de overvloed aan ruimte is mestopslag en verwer-king geen probleem. Varkensmest wordt in open lagunes 90dagen gefermenteerd en daarna uitgereden. Voor de productievan bijvoorbeeld 4.000 varkens dient volgens federale voorschrif-ten minimaal 100 hectare grond aanwezig te zijn voor de ver-spreiding van mest. De integraties leggen de lat echter vaakhoger en gaan uit van 200 hectare of meer. Pluimveemest wordtééns in het jaar geruimd en uitgereden en is goed af te zetten. Inhet zuiden van Brazilië zijn wat meer (ruimte)problemen dan inde nieuwe gebieden in het midden westen.

Pluimveekadavers worden gefermenteerd (één laagje kadaverséén laagje mest) in een gesloten bak en zijn binnen 60 dagen(vanwege de hoge temperaturen) volledig en veilig vergist enkunnen als mest worden verspreid. Ook varkenskadavers wordenop het terrein in afgesloten bakken gecomposteerd en afgezetals compost.

44

Pluimveehouderij in Gama (vlakbijBrasilia).

De pluimveehouder voorziet een ver-drievoudiging van zijn capaciteit.Daardoor zal het aantal kippen pervierkante meter stijgen van 12 naar17,8 kippen per m2.

Page 46: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

DierenwelzijnDierenwelzijn is nauwelijks een item in Brazilië, en daarom is ergeen algemene wet op dierenwelzijn. Er is een wet op dierenbe-scherming, maar die heeft niet specifiek betrekking op land-bouwhuisdieren. In het algemeen is de conditie van de dierengoed, omdat de dieren relatief veel ruimte hebben, en in stallenmet natuurlijke luchtcirculatie staan. In de warmere gebiedenkan soms in de stal een waterkanaal zijn aangelegd voor de ver-koeling (en afvoer van mest).

DiergezondheidDiergezondheid is een moeilijk te doorgronden dossier. De inte-graties laten niet het achterste van hun tong zien ten aanzien vanhet gebruik van diergeneesmiddelen zoals AMGB (AntiMicrobiële Groei Bevorderaars), maar dat ze gebruikt wordenlijkt waarschijnlijk. Experimenten zijn gaande om het gebruik vandeze AMGB zoveel mogelijk te beperken. In de pluimveesector ishet gebruik van Nitrofuran in 2002 uitgebannen, nadat de EUhier op ging controleren. Omdat net als in de VS de kuikens vaakniet gehouden worden op een te reinigen en ontsmetten beton-nen vloer, is het moeilijk bacteriologische besmettingen zoalssalmonella te beheersen.

In het afgelopen jaar zijn er incidentele gevallen geweest vanMond en Klauwzeer (in de Amazone) en vorig jaar een uitbraakvan klassieke varkenspest. De nationale overheid tracht de vee-houder te stimuleren tot vaccinatie.

VoedselveiligheidVoedselveiligheid wordt door de EU in Brazilië gecontroleerd(FVO-inspecties) en beoordeeld aan de hand van de algemenedierziektestatus, het nationaal residueplan en de EU-goedkeu-ring van bedrijven. EU goedgekeurde bedrijven zijn onder toe-zicht van de federale veterinaire inspectiedienst. Gebruik vandiermeel in pluimvee- en varkensvoer is niet verboden, maaralgemeen wordt de productie voor de Europese markt niet metdiermeelhoudend voer geproduceerd. (EU-audits). GMO-gewas-sen zijn nu toegestaan in Brazilië (sinds 24 maart 2005 officieel)en er wordt niet of nauwelijks gecontroleerd, omdat laboratorium-capaciteit beperkt is en de analyse duur. Wel kunnen de integra-ties over voldoende GMO-vrij voer beschikken om de klanten inEuropa GMO-vrij geproduceerde pluimvee en varkens te garanderen.

45

In tegenstelling tot Brazilië is deproductie en afzet van mest inNederland wel een bron van zorg.Het nieuwe mestbeleid inNederland dat in 2006 van startgaat zorgt voor meer druk op demestmarkt, dat zich vertaalt inhogere kosten voor mestafzet.Deze stijgende kosten hebben aan-zienlijke inkomensgevolgen en eenaantal bedrijven komt daardoor inde problemen.

Page 47: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

12. Sojaproductie:Economie, Milieu enBiotechnologie

Brazilië staat samen met de VS en Argentinië in de top drie van ’swerelds grootste producenten en exporteurs van sojabonen ensojaproducten (meel en olie). Zoals eerder al is aangegevenmaakt ook de sojaproductie een sterke ontwikkeling door enhiermee lijkt Brazilië de leiderspositie van de VS in sojaproductieover te gaan nemen.

Het heeft even geduurd voordat sojabonen tot de belangrijkstegewassen van Brazilië behoorden. In de jaren 60 van de vorigeeeuw was soja vooral nog een gewas dat verbouwd werd op klei-ne boerderijen in het zuiden. De razendsnelle uitbreiding van deproductie van soja in Brazilië begon in de eerste helft van dejaren 70. In 1970 was er drie miljoen hectare soja aangeplanttegen 18,5 miljoen hectare in 2003. In Brazilië zelf zijn er zelfsschattingen dat het uiteindelijke areaal wel eens op zou kunnenlopen tot 100 miljoen hectare.

OverheidsbeleidNiet alleen de snelle stijging van de vraag naar soja, maar ook deoverheid had een gunstig effect op de soja-industrie met haarbeleid voor de ontwikkeling van de Cerrado als belangrijk productie-gebied voor soja.

In het hoofdstuk over het Braziliaanse landbouwbeleid werd algesproken over het zogenaamde import-substitutie-model datdirect en indirect de landbouw zwaar belastte om zowel consu-menten als de verwerkende industrie te kunnen voorzien vangoedkope agrarische producten. Zo werden exportquota en ver-gunningen in combinatie met exportbelastingen ingesteld opBrazilië’s belangrijkste agrarische producten.

De Braziliaanse overheid had echter verschillende redenen om desoja-industrie te ontzien. Het beleid dat de overheid vanaf het beginvan de jaren 60 maakte ter ondersteuning van de soja-industrienam verschillende vormen aan. Dit beleid voorzag onder anderein een door de overheid gefinancierd onderzoek en productont-wikkeling, gegarandeerde minimumprijzen, kredieten voor de pro-ductie en marketing en subsidies voor de productie en het gebruikvan technologische inputs. Wat waren de redenen voor dit beleid?

46

Van de 4,6 miljoen ton sojabonendie Nederland in 2003 importeerde,kwam 59 procent in 2003 uitBrazilië. Terwijl in 1995 Brazilië nog960.000 ton sojabonen exporteerdenaar Nederland, was dat 2,8 mil-joen ton in 2003, een groei van 187procent. De totale import vansojabonen in Nederland nam indeze periode met slechts 1% toe.De groei van Brazilie’s aandeel opde Nederlandse markt duidt dusvooral op verdringing van anderelanden. Exporten vanuit bijvoor-beeld de VS en Argentinie naarNederland liepen respectievlijk met53% en 96% terug.De import van Braziliaans sojameelnam in dezelfde periode toe van646 ton in 1995 naar 1439 ton in2003, een groei van 123%. De totaleimport van sojameel in Nederlandgroeide met 206%. In dit gevalduidt de toename van sojameelex-porten vanuit Brazilie niet op ver-dringing.

Page 48: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Ten eerste zag de regering in dat een verhoging van de binnen-landse sojaproductie de import van sojaolie kon vervangen.Bovendien hoopte de regering dat door de verwerkende indus-trie en producenten van sojaolie te steunen, de export van agrari-sche producten met een toegevoegde waarde zoals sojameelgestimuleerd zou worden. Dit beleid werd verder aangemoedigddoor een groeiende vraag op de wereldmarkt naar veevoedermet een hoog eiwitgehalte.

Ten tweede werd de soja-industrie als een van de belangrijkstemotoren achter de groei in de verwerkende en toeleverendeindustrie gezien. De levering van goedkope sojabonen was nodigom de groei in de verwerkende industrie op gang te houden, ter-wijl een steeds groter wordend areaal gunstig was voor de toele-verende industrie.

Ten derde wilde de overheid door de verwerkende industrie testeunen graag de voedselprijzen laag houden en het dieet verbe-teren. Sojaolie is een belangrijk voedings(bereidings)middel voorde lagere en midden-inkomensfamilies en wordt daarom vangroot belang geacht voor de berekening van het gemiddeldeprijsniveau van voedsel voor consumenten. Zodoende was deprijs van sojaolie een belangrijk item in het nationaal beleid.

De hervormingen van de jaren 90, gekenmerkt door de liberalisa-tie van de sector en privatisering van overheidsbedrijven, haddenop de sojasector nauwelijks een negatieve invloed. Typischeexportproducten zoals soja (bonen, meel en olie) hadden juistbaat bij de verlaging van exportbelastingen en de afschaffing vanvolumerestricties voor de export.

47

De invloed van de landbouw op de ontbossing in de AmazoneOntbossing in het Amazonegebied is een bron van grote (inter)nationale zorg. In haar rapporta-ge over landbouwbeleid in Brazilië beschrijft de OESO uitvoerig de relatie tussen ontbossing enlandbouw.8 Dit wordt via het ‘Status Quo, Druk, Drijvende krachten en Response-raamwerk’ gedaan.

Status QuoVolgens de milieuorganisatie van de Verenigde Naties - UNEP, gingen in 2003 ruim 2,5 miljoenhectare van de Amazonas verloren. De Amazonas zelf bestrijken een gebied van bijna 440 mil-joen hectare. In Brazilië bedraagt, volgens de overheid, de ontbossing in het Braziliaanse deelvan de Amazonas zo'n 1,7 miljoen ha per jaar. Ter vergelijking: het landbouwareaal inNederland bedroeg in 2003 ongeveer 1,9 miljoen ha.

Net als de Amazonas beschikken ook de omliggende Cerrados over een enorme biodiversiteit.Hoewel in de Cerrados nog ongeveer 650.000 vierkante kilometer onontgonnen savannebeschikbaar is, is de ontginning hiervan ten bate van bijvoorbeeld de sojaproductie en de vee-houderij eveneens een punt van grote aandacht.

8 Organisation for Economic Cooperation and Development, Review of Agricultural Policies in Brazil, AGR/CA(2005)3. In dezestudie wordt veelvuldig verwezen naar: Brandao, A., G.C. Rezende and R. Marques (2005), Agricultural Growth in the Period1999-2004, Outburst in Soybeans Area and Environmental Impacts in Brazil, Rio de Janeiro

Page 49: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

48

DrukHoutindustrie: Hoewel de houtindustrie een aanzienlijke rol speelt in de kap van tropischeregenwouden, is haar rol in de Amazone vooral indirect. De toegangswegen die deze industrieaanlegt maken het voor kleine boeren gemakkelijker om het gebied in te trekken.

Kleine boeren: Het aantal kleine (zelfvoorzienings)boeren werkzaam in de Amazone wordtgeschat op 600.000. Schattingen van het areaal dat deze groep jaarlijks kapt, lopen op tot600.000 hectare, 1 hectare per boer dus. Op de ontgonnen akkers worden twee tot drie jaargewassen als manioc, rijst en bonen geteeld, om vervolgens naar een ander gebied te verkassen.

Veehouderij: De veehouderij wordt verantwoordelijk gehouden voor de meeste kap: jaarlijkszo’n 1,4 miljoen hectare. De veestapel in de amazone verdubbelde tussen 1990 en 2002 onge-veer in omvang.

Sojateelt: Volgens sommige experts zorgt de omschakeling van regenwoud naar voor sojateeltgeschikte akkers voor de nodige agronomische problemen. Ook zouden de kosten van dezeomschakeling erg hoog zijn. Andere experts zeggen dat deze omschakeling evenwel plaatsvindt, direct of indirect door de oprukkende veehouderij.

Drijvende krachten Waarom groeit de agrarische sector zo snel in de Amazone?Overheidsbeleid: Verschillende onderzoeken in de jaren 80 richtten zich op door de overheidgesubsidieerde kredieten en belastingvoordelen voor de veehouderij. Hoewel dergelijke rege-lingen in het begin van de jaren 90 opgeheven werden, wordt nog regelmatig de link gelegdtussen overheidsbeleid op het gebied van onderzoek naar nieuwe sojavariëteiten en kredietfa-ciliteiten en de groei van de agrarische sector.

Kostenstructuur: Bij de uitbreiding van de veehouderij spelen lage kosten ook een grote rol. Deveehouderij wordt gezien als een onderneming met relatief weinig risico en een hoog rende-ment, vooral in het amazonegebied. Naast een gunstig klimaat en goedkoop land, spelen inko-mensgroei in de steden en een sterke ontwikkeling van de verwerkende industrie en distribu-tiekanalen ook een belangrijke rol.

Infrastructuur: De ontwikkeling van het wegennet heeft ook een positief effect op de trans-portkosten en daarmee op de rentabiliteit van de agrarische sector. Ook ligt er een plan van defederale overheid voor de aanleg van 6000 kilometer snelweg in het hart van de Amazone.Schattingen van het areaal regenwoud dat hierdoor verloren gaat lopen uiteen van 12 tot 27miljoen hectare.

Eigendomsrechten: Ontginning is ook een manier voor boeren om het eigendomsrecht vaneen stuk land zeker te stellen. Volgens Braziliaanse wetgeving is een eerste stap naar heteigendom van een stuk land de ontginning en bewerking daarvan. Hierdoor worden boeren infeite gedwongen stukken land te ontginnen zodat het gebruikt kan worden om het eigendomveilig te stellen. Als zij dat niet doen lopen zij het risico de grond kwijt te raken. Sterkere eigen-domsrechten zouden hier een positieve bijdrage kunnen leveren tegen ontbossing.

De responseDe afweging tussen economische groei en het behoud van de amazone blijft uiteindelijk een Braziliaanse beslissing. Dit dilemma wordt goed duidelijk in het genoemde plan voor de uit-

Page 50: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Genetisch gemodificeerde soja nu legaalBrazilië behoort tot ’s werelds grootste sojaproducenten enexporteurs. Desondanks was de commerciële teelt van genetischgemodificeerde sojavariëteiten tot voor kort niet officieel toege-staan. Een groep van zowel nationale als internationale non-gou-vernementele organisaties was altijd redelijk effectief geweestom de legalisatie tegen te houden. De standpunten in deze dis-cussie zijn bekend: als tegenargumenten worden de ecologischerisico’s aangevoerd, of bijvoorbeeld het gevaar dat conventioneleen biotech-gewassen met elkaar vermengd raken. Volgens devoorstanders is biotechnologie een kwestie van noodzakelijketechnische vooruitgang: het bespaart kosten en werkt efficiëntieverhogend. Dergelijke argumenten zijn zeker in Brazilië vooralvan toepassing op de grootschalige teelt van soja en maïs.Ondanks het officiële verbod op de teelt van genetsich gemodifi-ceerde soja nam de (illegale) teelt ervan toe. In januari 2005 werdeen wet getekend die de zaai en verkoop van ggo-soja legaliseerde.Dankzij deze wet mag ggo-soja voor de oogst van 2005/06 wor-den gezaaid en verhandeld. Wel dient iedere sojateler die ggo-soja wil verbouwen en verkopen zich te laten registreren. Net alsvorig jaar dienden de sojatelers een verklaring te ondertekenenwaarin hun verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Op het ingebreke blijven staat een boete. In de verklaring is onder anderevastgelegd dat de sojateler de soja niet als zaaizaad aan derdenmag verkopen. Hij mag uitsluitend zaden bewaren voor eigengebruik maar niet voor eigen gebruik buiten de deelstaat waarde zaden zijn geoogst.

De overheid heeft er bij de sojatelers op aangedrongen om royal-ties te gaan betalen. Monsanto, eigenaar van het patent op desoja ‘Roundup Ready’ heeft door de illegale teelt in de afgelopen

49

breiding van het wegennet in de Amazone. Afgezien van de (milieu)kosten en baten die een rolspelen, moet ook beseft worden dat de handhaving van milieubeleid problematisch kan zijngezien de enorme omvang van het gebied. Een sterkere regulering van landbouw in deAmazone kan volgens sommige experts dan ook effectiever tegen ontbossing zijn dan eengeheel verbod.

Andere instrumenten om ontbossing tegen te gaan zijn samengevat in een actieplan dat deoverheid in 2004 opgezet heeft. Dit plan voorziet ondermeer in verbeterde eigendomsrechtendoor middel van een centraal registratiesysteem voor grondbezit en betere handhaving vanregelgeving tegen illegale houtkap en illegaal gebruik van overheidsgrond.

Een snelle oplossing lijkt echter (nog) niet in zicht. Gereguleerd gebruik en ontginning van deAmazone lijkt vooralsnog onmogelijk door een tekort aan geld om beleid zoals het actieplanhiertoe te implementeren en te handhaven. Ook de afstemming tussen de 13 (!) betrokkenministeries levert vertraging op.

Page 51: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

jaren deze royalties niet ontvangen en wil een vergoeding voorde ontwikkelde technologie waardoor sojatelers goedkoper kun-nen produceren. Echter, onder de huidige wetgeving is het bui-tengewoon moeilijk om sojatelers te dwingen om royalties tebetalen.

50

Figuur 24Teelt van biotechgewassen

Bron: www.ISAAA.org

Page 52: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Literatuur

Brandao, A., G.C. Rezende and R. Marques (2005), AgriculturalGrowth in the Period 1999-2004, Outburst in Soybeans Area andEnvironmental Impacts in Brazil, Rio de Janeiro, 2005

Bolling, C et al., The Brazilian sugar industry; recent develop-ments, ERS, Washington, 2001

Europese Commissie, Final report of a mission carried out in

Brazil from 25 september to 5 october 2000 concerning animal

and public health aspects in production of poultry meat

(DG(sanco)/1201/2000), Brussels, 2000

FAO, The Brazilian ethanol programme: impacts on world

ethanol and sugar markets, Rome, 2003

Fishlow, A., Challenges to sustaining Brazil’s economic growth,

Washington, 2004

F.O. Licht, ‘Brazil Positions itself to play new role in world sugar

en ethanol markets’ in: F.O. Lichts International Sugar and

Sweetener Report, (VOL.137, nr.11), 2005

Goddijn, S., van Horne, P.L.M., ‘Sociale aspecten in de

Braziliaanse pluimveevleessector’ in Agrimonitor (Julie 2005), LEI,Den Haag 2005

Helfand, S.M., de Rezende, G.C., Brazilian Agriculture in de 1990’s:

impact of the policy reforms, paper prepared for delivery at

International Conference of Agricultural Economists, Berlin, 2000.

Van Horne, P.L.M., Goddijn S.T., De Braziliaanse pluimveevleessector.

Een oriënterend onderzoek naar duurzaamheid, LEI, Den Haag, 2005

Jank, M.S. et al., ‘Concentration and internationalization of

Brazilian agribusiness exporters’ in International Food and

Agribusiness management Review, (2(3/4), 2001

Jolly, L., ‘WTO Doha Round and sugar: what’s new for 2005’ in:

F.O. Lichts International Sugar and Sweetener Report, VOL.137,nr.9, 2005

51

Page 53: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling(OESO), Review of Agricultural Policies in Brazil, AGR/CA(2005)3,Parijs, 2005

Schnepf, R.D. et al., Agriculture in Brazil and Argentina; develop-

ments and prospects for major field crops, ERS, Washington, 2001

Smith, G., ‘Towards Efficiency in Brazlian Agriculture’ in: The

OECD Observer (nr 207), Parijs, 1997

Spieldog, A., ‘Is the FTAA in trouble’ in: Center Focus (nr 161),Washington, 2003

52

Page 54: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

53

Programma bezoek Brazilië 15 t/m 21 mei 2005

Maandag 16 mei Voltallige delegatie

Suikerfabriek "Usina São Martinho" in de stad van Pradópolis bezoek

"Lagoa da Serra"- (Holland Genetics) dhr Guus Laeven, directeur zal de groep ophalen:

Ontmoeting met de Braziliaanse Minister van Landbouw, Veeteelt en Voedselvoorziening De heer Roberto Rodrigues, op de Agrishow beurs in de stand van het Ministerie van Landbouw

Dinsdag 17 mei Voltallige delegatie - Bezoek Centro de Tecnologia Canavieira - CTC in Piracicaba Dhr. Jaime Finguerut,

Woensdag 18 mei - Delegatie twee groepen: plantaardig en dierlijk

PLANTAARDIG DIERLIJK Fazenda Santa Fé in de stad bezoek aan COMIGOSanta Helena de Goiás Rio Verde - GO)

Donderdag 19 mei ADM 10.00 uur Pluimveebedrijf, Archer Daniels Midland Company gesprek met de heer Markverwerking soja

Vrijdag 20 mei Voltallige delegatie USP - Universidade de São Paulo Ronde Tafel "Brazilië en de toekomst voor Landbouw"

Dhr. Marcos Sawaya Jank President Denktank Agrarische Sector website: www.iconebrasil.org.br

Koffieplantage Fazenda Tozan do Brasil Ltda FDhr. Toru Iwasaki, Directeur Voorzitter - Grupo Tozan do Brasil

Zaterdag 21 mei Voltallige delegatie

Santos, ontmoeting met de Consul der Nederlanden Dhr. André Lettieri Bezoek aan de haven van Santos per boot

Page 55: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

54

Page 56: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

55

Uitgave

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.Bezuidenhoutseweg 73Postbus 204012500 EK Den Haag

Oplage1000 ex.

SamenstellingDirectie Internationale Zaken,Joost [email protected]

Foto’sJoost HazelhoffJochem Porte

VormgevingIFZ - Bedrijfsuitgeverij

Meer informatie?Infotiek, tel.: 070 3784062

Internethttp://www.minlnv.nl

Page 57: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?

56

Page 58: Brazilië: de nieuwe agrarische supermacht?