brugse kerkbode kaft voorkant kleur 2010...sette, k. groeneveld, d. vanescote en g. grootjans. we...
TRANSCRIPT
� ����������� ��� ������������������������ ����������������������������������� ���!��!��"##�����
INHOUDSOPGAVE
1 Korte (dobbelsteen) gebeden
2 Kanttekeningen bij de brief aan Filemon
6 Gedicht “God is Herder”
7 Gemeentenieuws
9 Wat ik met u zou willen delen
11 Activiteiten
12 Preken met tanden
15 Vrouwenbijbelkring mei 2010
19 Vertrouwen (troostboodschap)
20 Erediensten
23 Rooster lectoren en koffiedienst
24 Uitsmijter of bladvulling?
EREDIENSTEN ZONDAG OM 10.00 UUR
Babyoppas & kinderdienst
Koffiedrinken na de eredienst
hartelijk welkom
www.protestantsekerkbrugge.be
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 1
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 2
DE BRIEF AAN FILEMON Een korte brief van Paulus (25 verzen) over een prakti-
sche zaak. Niet alleen is de brief kort, maar het is ook de
persoonlijkste van Paulus brieven. Hier komt een andere
Paulus aan bod, niet ambtelijk, maar persoonlijk. Hoewel
de brief in engere zin geen pastorale brief is het toch een
levend pastoraal werk van Paulus.
Paulus heeft heel wat (officiële) brieven (aan kerken) ge-
schreven; verscheidene zijn verloren gegaan (cf. 2 Petrus
3,15; 1 Kor. 5,9). En nog meer particuliere brieven zijn
verloren gegaan.
Deze persoonlijke brief is niet gericht aan een gemeente,
maar aan Filemon (uit Kolosse of Laodicea). Paulus leerde
hem waarschijnlijk kennen toen hij in die omgeving
preekte. Volgens vers 2 kwam er een christelijke ge-
meente aan huis bij Filemon. Onesimus, ook afkomstig
uit Kolosse (Kol. 4,9), was weggelopen en naar Paulus ge-
vlucht. Had hij schade veroorzaakt of geld verduisterd?
(18). Of heeft hij horen vertellen over de ‘vrijheid’ door
Christus gebracht en gedacht dat Paulus hem zou hel-
pen? Paulus zit zelf gevangen, maar hij doet niet wat On-
esimus hoopt. Paulus overtuigt hem, dat een christen –
ook een slaaf die christen wordt– zijn levensstaat moet
aanvaarden. Onesimus komt tot geloof en aanvaardt de
consequenties, waar Paulus hem voor zet. Hij krijgt een
aanbevelingsbrief mee. Hoe zal de ontvangst geweest
zijn? Was Filemon eerst kwaad en kwam hij tot kalmte na
het lezen van de brief, die Onesimus bij zich had?
Omdat de aanleiding van deze brief geen theoretische,
maar een praktische aangelegenheid betreft (het lot van
een weggelopen slaaf), heeft dat ertoe geleid, dat dit Bij-
belboek niet meteen als canoniek (als erkend Bijbelboek)
aanvaard is.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 3
De vlucht van Onesimus is niet zo op zichzelf staand.
Dergelijke bevrijdingspogingen van christenslaven kwa-
men meer voor (cfr. Titus 2,9v). In zoverre heeft de brief
betekenis om in een urgent vraagstuk van die dagen het
standpunt van de apostel te doen zien, tegen de beschul-
diging dat hij revolutionair was.
De brief is sinds het einde van de 2de eeuw bij Marcion en
het fragment van Muratori als canoniek erkend. De echt-
heid van de brief wordt niet betwijfeld. Het is de enige
private brief van Paulus die bewaard is gebleven.
De brief moet niet allegorisch uitgelegd worden. Merk-
waardig is Luthers opvatting: "Gelijk Christus voor ons ge-
daan heeft jegens God de Vader; zo doet Paulus voor One-
simus jegens Filemon. Want Christus heeft ook zijn recht
verzaakt en met liefde en nederigheid de Vader overwon-
nen, zodat Hij zijn toom en recht terzijde heeft moeten stel-
len en ons in genade aannemen, om Christus wil, die zo
dringend voor ons intreedt. Want ieder onzer is zijn Onesi-
mus, zo wij het willen geloven".
Indeling van de brief: Opschrift met groet en genadewens
(1-3), dankzegging en voorbede met lofwoord over chris-
telijke liefde Filemon (4-7), bedoeling van het schrijven
(8-20), besluit, groet, wens (21w).
Paulus (Lat. klein). Saulus (gevraagde, afgebedene, nl.
van de Heer) is de Griekse vorm van het Hebreeuwse
Saul. Hij noemt zich hier niet apostel. Als het om per-
soonlijke verhoudingen gaat, maakt hij geen gebruik van
zijn apostolisch gezag. Hij kiest de eretitel gevangene van
X. en bedoelt dat niet geestelijk, hij zit echt gevangen.
Hij vermeldt Timotheüs (prijst God), kind van Griekse va-
der en Joodse moeder en zijn medewerker en metgezel op
zijn reizen. Hij schrijft aan zijn welgestelde vriend File-
mon, door hem bekeerd te Efeze, die hij "agapètos" (ge-
liefd, geacht, dierbaar) noemt.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 4
Het Nieuwe Testament kent verschillende woorden voor dienen.
1. Douleuo:
1.1. Slaaf in de gewone zin van het woord. Van de
christenslaaf zegt Paulus dat het hem niet allereerst
om vrijheid te doen moet zijn, al mag hij daarnaar
streven, maar om het dienen van Christus. Hij dient
zijn aardse meester niet met ogendienst, maar met
eenvoud des harten en vreze des Heren. De mees-
ters moeten hun slaven goed behandelen, daar zij
ook een Heer in de hemel hebben.
1.2. Jezus nam gestalte van een slaaf (dienstknecht)
aan (Fil. 2,7v).
1.3. Gelovigen, slaven van de zonde, zijn door Chris-
tus vrijgekocht en daarom zijn eigendom (Rom. 6,6v;
Gal. 3,13).
2. Diakoneo (diakonos):
2.1. Dienen aan tafel
2.2. Van de overheid
2.3. Van Christus
2.4. Alle liefdedienst van de gemeente
2.5. Verkondiging (bediening van het woord)
2.6. Het ambtelijke diaconaat.
3. Leitourgeo (leitourgos): dienst doen voor het volk, die-nen in het algemeen, priesterdienst in het heiligdom,
gebeds- en offerdienst. Kortom: de cultische verering
van God.
4. Latreuo en latreia. Oorspronkelijk loondienst, de dienst
van God (of afgoden!), nooit van mensen!
Ethisch/historisch is de brief aan Filemon interessant
omdat hij licht werpt op Paulus’ houding tegenover de
slavernij. Hij heeft de unieke kans om vanuit christelijk
standpunt te protesteren tegen dit mensonterende feno-
meen.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 5
Hij handhaaft evenwel de bestaande sociale structuren.
“Ieder blijft in de staat waarin hij geroepen werd” (1 Kor.
7,21v., Kol. 3,22v en Ef. 6,5v). De uitspraken over gelijk-
heid man–vrouw in Gal. 3,28 hielden voor Paulus even-
min gelijkberechtiging in. Ook bij Jezus niet. Dat gelijk-
heid in Christus zou moeten leiden tot sociale en juridi-
sche gelijkberechtiging groeit geleidelijk.
Blijkbaar is de kans op vrijlating voor veel slaven wel het
motief geweest voor de overgang naar het christendom.
Bekend is het opschrift van een Romeinse slavenpenning
(afbeelding daarvan in de Gezinsbijbel van het NBG):
"Neem mij gevangen als ik op de vlucht ben en laat me te-
rugbrengen naar mijn meester". Paulus' verzoek om een
weggelopen slaaf weer als broeder op te nemen, was ris-
kant, omdat degene die een ontvluchte slaaf hielp, ge-
straft kon worden.
Paulus erkent de bestaande sociale rechtsverhoudingen
als normaal. Een opheffing van de slavernij was toen bij-
na onmogelijk en zou tot economische chaos leiden. Bo-
vendien was het voor een slaaf, zeker als hij wat ouder
was, moeilijk om in een harde maatschappij te komen,
waar ze in massa tot armoede en werkeloosheid vervallen
zouden zijn. Ook Jezus heeft zich nooit over de ethische
kant van de slavernij uitgesproken. In parabels gaat Hij
van de bestaande situatie uit.
Vrijlating was op verschillende manieren mogelijk. Bij-
voorbeeld bij een testament of als beloning voor een bij-
zondere dienst.
De slaaf kon zich ook vrijkopen (peculium = spaarpot,
vermogen). Vooral wanneer de bezitter slecht bij kas zat
en van de andere kant de slaaf oud en gebrekkig, was hij
graag tot vrijlating bereid.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 6
GOD IS DE HERDER
God is de Herder die waakt over mij,
die mij geleidt naar de groene weiden:
God is mijn Herder, mij altijd nabij,
zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem
Moet ik langs donker en dreigend ravijn,
nooit zal ik listige vijanden vrezen.
God zal mijn hoeder, mijn veiligheid zijn,
God zal een steun en een trooster mij wezen.
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem
God is mijn gastheer, zijn huis is mijn woning,
Hij laat voor 't oog van mijn vijand mij eten,
heeft mij zijn lavende beker genomen:
'k ben als een vriend aan zijn tafel gezeten.
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem
'k Weet mij gelukkig in leven en dood,
steeds hoop ik goedheid van God te ondervinden,
en zoek ik rust in zijn veilige schoot,
'k zal bij mijn Herder steeds zaligheid vinden.
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 7
GEMEENTENIEUWS
Ziekte en zorg.
De Heere, zegene u en behoede u!
De Heere doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig!
De Heere verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!
(Statenvertaling, Numeri 6:24-26)
Dhr. O. Verstraete, moest meerdere keren naar de kliniek
voor zware medische behandelingen. En het leed zal helaas
nog niet geleden zijn. We hopen op enige perspectieven!
Mevrouw I. Casier-Verstraete, die op 21 mei in de kliniek
werd opgenomen (hoofdwonde gehecht, ribben gebroken)
gaat langzaam maar zeker vooruit.
We hopen mijnheer A. Deceuninck weer in onze midden te
zien op zondag 4 juli.
Overlijden Quando corpus morietur, fac ut animae donetur, paradisi gloria.
Amen. (Alleluia). Uit het Stabat Mater van G. B. Pergolesi.
Als dit lichaam komt te sterven, laat mijn ziel met blijdschap erven ‘t
hemels Paradijs hier na. Amen (vertaling Joost van den Vondel).
En mijn ziel, als 't lijf moet sterven, de verrukking doet verwerven
die de hemel ons bereidt. Amen. (vertaling Willem Wilmink).
Op 27 mei overleed thuis te Brugge plotseling de heer
Benito Brachetti. Hij werd geboren te Amsterdam op 20
februari 1933 en was leraar Duits-Spaans en van
protestantse origine. Zijn vrouw, Annette Verstraete,
voormalig lerares Latijn en vroeger collega van mijn vrouw,
vroeg mij de eredienst te leiden en deze vond plaats op 3
juni. De rouwdienst in de aula van het crematoriun te
Brugge werd door haar en de familie als troostrijk ervaren.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 8
Overlijden
Op 10 juni overleed plotseling mevrouw W.T. Klifman, moe-
der van dhr. J. Klifman. Op 15 juni was de rouwdienst in
Nederland. In Prediker 3 staat dat er een tijd is om te ba-
ren en om te sterven. Dat is de aardse werkelijkheid. Nieuw
leven wordt vreugdevol dat willen we vasthouden, begrijpe-
lijk, maar het kan niet, want er is ook een tijd om te ster-
ven. We hebben daar terecht moeite mee, omdat je verbon-
den bent, je hele leven. Moeders zijn leven–gevers, ze dra-
gen je bij zich en als je eenmaal geboren bent nog, altijd,
tot hun laatste adem! Zij ruste in Gods vrede! Gastpredikanten
Onze ouderling, mevrouw ten Kate, regelt namens de ker-
kenraad de gastpredikanten die bij ons voorgaan.
In de zomertijd komen respectievelijk de predikanten R.
Sette, K. Groeneveld, D. Vanescote en G. Grootjans. We
laten één gastpredikant zelf aan het woord:
Mijn naam is Geert Grootjans. Ik ben inmiddels emeritus
predikant en woonachtig in Ovezande in Zeeland.
In de periode 1966 - 1970 heb ik in Brussel aan de Protes-
tantse Theologische Faculteit gestudeerd en daarna ben ik
in Leiden gaan studeren. In Brussel ben ik getrouwd en
heb ik belijdenis gedaan. Na mijn studie heb ik ruim 6 jaar
de gemeente van Dendermonde gediend en daar een kerk
gebouwd. In 1978 zijn we naar Nederland verhuisd. Ik heb
gewerkt in Heerjansdam onder de rook van Rotterdam. In
1984 zijn we naar Zeeland verhuisd, waar ik werkzaam
was in de gemeenten Wolphaartsdijk en Oostburg. In de ja-
ren in Oostburg waren er intense contacten met de Protes-
tantse gemeente van Brugge.
Daar ben ik met invaliditeitspensioen gegaan en ga ik voor
in diensten in onze provincie. Gelukkig kan ik elk jaar ook
een dienst doen in Brugge.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 9
WAT IK MET U ZOU WILLEN DELEN (Info, juni 2001)
door dr. G. Willems, voormalig predikant te Knokke
EEN BELANGRIJKE STUDIE
Vorig jaar (in 2000) verscheen bij de uitgeverij Lannoo
een boek, geschreven door Karel Dobbelaere e.a. onder de
titel Verloren Zekerheid. Het werk maakt deel uit van een
in 1978 gestart breed internationaal onderzoek naar het
Europees waardesysteem. Eerdere resultaten voor België
werden gepubliceerd in 1984 Stille Ommekeer en 1992 De
Versnelde Ommekeer.
Het blijkt dat de Belgen uit de kaders stappen die traditi-
oneel een normering voor hun gedrag aanreikten. Ze ver-
wachten almaar meer van zelfverwezenlijking, zelf-
ontplooiing en zelfbeschikking. De trend heeft uiteraard
ook zijn gevolgen voor de kerk. Noemde van de vooroor-
logse generaties maar 25% zich onkerkelijk, van de jong-
ste generatie doet 55% dat. De minderheidssituatie van
de kerk blijkt nu dus in de cijfers aanwijsbaar. Niettemin
blijft een belangrijk deel van de Belgische bevolking, dat
zich niet tot de kerk rekent, op overgangsmomenten toch
een beroep doen op kerkelijke rituelen. Bedragen de ker-
kelijke huwelijken nog maar 49% van de burgerlijke hu-
welijken, 66% van de Belgen wordt voor de kerk gedoopt
en 77% kerkelijk begraven. De onderzoekers stellen vast
dat godsdienstigheid in elk geval een zekere kerkelijke
structuur nodig heeft, wil ze over de generaties heen
overleven.
In een interview zegt Dobbelaere dat hij heeft vastgesteld,
dat "randkerkelijkheid" geen nieuwe variant van katho-
liek–zijn is, maar veeleer een aarzelend vaarwel op de weg
naar onkerkelijkheid. Vroeger gingen wij er al te vanzelf-
sprekend van uit, dat die privégodsdienstigheid een
nieuwe en blijvende variant van gelovig–zijn is. Vandaag
stellen we vast dat ze zonder kerkelijke ondersteuning
verdwijnt.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 10
Jongere generaties haken meer en meer af: van de jong-
ste generatie al 55%. Ik denk dat alles wat hier gezegd
wordt over de katholieken in België, eigenlijk ook geldt
voor de protestanten. Wij leven in een zelfde cultuur en
religieuze context en kennen dezelfde problemen. Vooral
de opmerkingen aan het einde van de tekst vind ik be-
langrijk. De zogenaamde privégodsdienstigheid die zegt
"Ik geloof in God, maar ik ga niet naar de Kerk" of "Ik ben
christen maar pratikeer niet" is geen moderne vorm van
christen–zijn, naast de meer traditionele vorm. Neen, dit
privégeloof, dat is nu duidelijk geworden, betekent de
stap uit de kerk die leidt naar het ongeloof, naar het niet
meer christen zijn...
Ik herinner mij iets uit mijn studententijd. Het gebeurde
toen wel eens dat een dominee uit Oost–Duitsland, dat
onder een streng communistisch regime leefde, naar het
Westen mocht om lezingen te houden. Die dominee moest
dan wel erg oppassen, wat hij in het openbaar zei, maar
kon in de wandelgangen toch zijn hart luchten. Welnu,
één van die predikanten bemerkte: "Zeg vooral aan uw
mensen dat zij bij elkaar moeten blijven, samen een ge-
meente vormen, want alleen houdt men het niet uit en
komt men in het ongeloof terecht."
Ik denk dat die predikant uit Oost–Duitsland het juist ge-
zien heeft. Om het populair te zeggen, iemand die op zijn
eentje protestant wil zijn, is een vogel voor de kat. Gelo-
ven leert men samen. Geloven wordt opgebouwd in een
gemeenschap van mensen. Geloven is onlosmakelijk ver-
bonden met het leven van een gemeente. Privégeloof
sterft onherroepelijk. Gemeentegeloof leeft en ontwikkelt.
Of om een meer Bijbels beeld te gebruiken, wie zich van
het volk, dat door de woestijn naar het beloofde land pel-
grimeert, losmaakt, en het op zijn eentje wil doen, wordt
al snel een wit geblakerd geraamte, liggend aan de kant
van de weg...
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 11
ACTIVITEITEN
VZW DE VRIENDEN
⇒Uitstap op 21 augustus. We bezoeken het vernieuwde
Romeins Museum te Oudenburg en verbinden dit met
een bezoek in Houthave (tentoonstelling).
⇒Gemeente–hammetjes–avond (voorheen ‘barbecue’) op
zaterdag 25 september, aanvang 19.00 uur
⇒Varia. Op donderdag 18 november is er een interessante
lezing in het kerkcentrum door dhr. J. Berten, voorzitter
van de Gidsenbond.
OPEN KERKEN
Op de startzondag 6 juni van ‘Open Kerken’ ging dhr. P.
Lauwaert van het Vlaams Bijbelgenootschap mede voor in
de feestelijke eredienst. Eva Cardinael, kleindochter van
dhr. en mevr. C. Labeur-Lenders, speelde verdienstelijk
harp, een stukje bibliodrama werd gespeeld Marijke Cla-
risse en mevr. G. Labeur en Dimos was organist. Het ge-
heel stond borg voor een inhoudsvolle en verzorgde ere-
dienst. Uw predikant begon de eerste permanentie, die ik
heel positief heb ervaren van een (lang) gesprek met be-
zoekers, ook al kwamen er die middag slechts 11 in het
totaal langs. Onze kerk staat open voor bezoekers tot en
met 15 augustus op vrijdag, zaterdag en zondag van
12.00–16.00 uur. Wilt u in uw omgeving bekendmaken
dat onze kerk in deze tijd open is?
Er wordt ook publiciteit gemaakt op www.openkerken.be
en op www.bijbelvlaanderen.be en uiteraard op onze site
www.protestantsekerkbrugge.be, waar u meer kunt lezen
over de Bijbeltentoonstelling. Voor bezoekers zijn er overi-
gens interessante brochures over de Bijbeltentoonstelling
(ook in het Frans en Engels!) om mee te geven.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 12
PLEIDOOI VOOR PREKEN MET TANDEN Veel preken bevatten een boodschap van "goed burger-
schap", en verkondigen niet het robuuste, soms ergernis-
wekkende Evangelie van Jezus Christus. "Ze voegen niets
toe. De hoorder verveelt zich. Dat is vreselijk. De prediking
moet daarom weer tanden krijgen." Dat zegt dr. Bert de
Leede1, als docent homiletiek (predikkunde) betrokken bij
de nascholing van predikanten. "Maar dit is absoluut geen
pleidPoi voor klassieke donderpreken!"
De Leede is een man die zijn woorden zorgvuldig kiest.
Dat geldt als je met hem om tafel schuift voor een inter-
view, maar ook als hij op de kansel staat of zijn ge-
dachten aan het papier toevertrouwt. Dat laatste deed
hij voor de eerste digitale nieuwsbrief van Areopagus,
een bezinningscentrum van zendingsorganisatie IZB, dat
predikanten wil helpen bij de evangelie verkondiging in
deze tijd. In een prikkelend openingsartikel stelde hij dat
"het bevrijdende Evangelie" maar al te vaak lijkt te zijn
veranderd in een bemoedigend woord voor nette men-
sen: 'Je mag er zijn met al je tekorten.'
Knuppel
De Leede's analyse werd breed opgepikt in de christelijke
pers: hij is een man naar wie wordt geluisterd, zowel
binnen 'zijn' Protestantse Kerk in Nederland als daarbui-
ten. En hij deint er niet voor terug de knuppel in het
kerkelijke hoenderhok te gooien, in het besef dat het
slaghout ook hemzelf raakt. "Er zat onlangs een onker-
kelijke kennis bij mij in de dienst, iemand met een goed
stel hersens. Ethisch hoogstaand.
1 Van 1994 tot 2006 was dr. Bert de Leede (1950) rector van het
Theologisch Seminarium Hydepark in Doorn. Daarvoor was hij
predikant en studiesecretaris van de Internationale Zendings
Bond in Nederland. In 2001 promoveerde hij op een proefschrift
over de katholieke theoloog Hans Küng.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 13
In het gesprek na afloop van de dienst zei hij: `Ik was het
eigenlijk eens met alles wat u vanaf de kansel zei. Maar
heb ik daar God nu echt voor nodig? … Ik ben nog nooit
zo geschrokken! Ik kon dit niet van mij afschuiven; mijn
preek ging over belangrijke levensvragen. Maar kennelijk
gaf mijn boodschap hem niet het gevoel dat hij God
daarbij nodig heeft. Dat Confronteerde me sterk met de
vraag hoe je preken echt laat landen in het leven van de
hoorders, zodat zij ervaren dat God een geding met hen
heeft …. Het Evangelie is meer dan een boodschap van
troost en kracht in de uitersten van het leven, als je je in
crisissituaties bevindt. En meer dan aanwijzingen voor
het goede leven. Het gaat om wat Dietrich Bonhoeffer er-
gens in zijn brieven schrijft, namelijk dat het Evangelie
mensen in het maden van het leven moet raken."
Cabaretiers
Peinzend, met één hand tegen het hoofd: "Ik hoor veel
preken, en lees er voor mijn werk aan het seminarium
ook heel wat. De prediking is mij vaak te weinig 'ruig':
het is allemaal zo netjes, terwijl het leven niet netjes is.
En wij mensen ook niet, trouwens. De werkelijkheid is
vaak vele malen weerbarstiger dan ik in de verkondiging
terughoor. De Bijbel heeft het daar wél over. Cabaretiers
en films ook. Maar — kerkgangers voelen dat haarfijn
aan —dominees vaak niet."
Hoe komt dat? "Misschien dat wij als predikanten te veel
in ons veilige wereldje zitten en te weinig de tegenwind
van deze tijd voelen: de secularisatie, de tijdgeest, het
wijdverbreide idee dat je alles uit dit leven moet halen, óf
een buiten-Bijbelse spiritualiteit waarin alles draait om
het menselijk welbevinden. In de verkondiging moeten we
die tegenwind opzoeken en vanuit Bijbelteksten scherp
aan de wind zeilen … Ik kan zelf niet eens zeilen, maar
dat vind ik zo'n mooi beeld."
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 14
Joris Goedbloed
Bijbelse preken, brengen een boodschap die de hoorders
stoort, voor keuzes stelt, ergert. Dat heeft De Leede goed
in z'n oren geknoopt sinds hij het werk van Soren Kier-
kegaard las. Deze grote Deense filosoof waarschuwde
anderhalve eeuw geleden al dat we van Jezus Christus
geen ongevaarlijke Joris Goedbloed moeten maken: lief,
onschadelijk en tandeloos.
"Het Evangelie loopt steeds het risico `versoft' te worden
in onze preken," zegt De Leede. "Het is ten diepste een
weerbarstige boodschap, die ons tot bekering roept, tot
een leven voor Gods aangezicht, tot vreemdelingschap —
we zijn op weg naar een ander Vaderland. Soms wordt
het allemaal te lief, te 'ongevaarlijk', te voorspelbaar."
Met nadruk: "Nee, geen pleidooi voor klassieke donder-
preken. Die praten in algemene termen de mens naar
beneden! Wel voor partijdige prediking: God doet recht.
Doen onze preken daarin mee? Zo niet, dan wordt het
religieuze prietpraat." .
Daarmee houdt het de Leede ook zichzelf de spiegel
voor: "In hoeverre heb ik de ruwheid van het leven aan
de orde gesteld in de prediking? Daar horen mensen van
op, merk ik. Er zit in ieder mens een natuurlijke weer-
stand tegen de boodschap van Gods Woord. Tegelijk ver-
langt men dat die boodschap voluit klinkt. Diezelfde
dubbelheid zit ook in mijn domineeshart. Enerzijds
hechten aan je comfortzone, bang daarom mensen tegen
de haren in te strijken. Anderzijds kun je intens verlan-
gen naar nieuwe vrijmoedigheid. Want alleen dan kun-
nen wij met vrucht en vreugde werken in een kleiner
geworden en soms heel kwetsbare kerk."
Tekst van G.J. Schaap.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 15
Vrouwen(bijbel)kring van mei 2010 Elia : Het gebed onder de bremstruik (1 Koningen 19)
Elia raakte in een penibele toestand, nadat hij een gewel-
dig hoogtepunt had bereikt in zijn loopbaan als profeet.
In 1 Koningen 18 zagen wij hem als de grote overwinnaar
over de Baäldienst, hier in dit hoofdstuk lijkt hij echter
de grote verliezer te worden. Zijn leven liep gevaar. Izebel
dreigde dat zij hem het lot zou laten delen van de profe-
ten van de Baäl, die Elia had laten doden.
(1 Koningen 19:1-2) “Toen Achab aan Izebel verhaalde alles wat Elia gedaan had, en hoe hij al de profeten met het zwaard gedood had, zond Izebel een bode tot Elia om te zeggen : Zo mogen de goden doen, ja nog erger, indien ik morgen om deze tijd uw ziel niet ge-lijk zal maken aan de ziel van een hunner.”
De profeet verkeerde zelf ook in een diepe depressie, zo-
dat hij de dood eigenlijk verkoos boven het leven. Onder
een bremstruik in de woestijn bad hij een droevig gebed: (1 Koningen 19:4) “Zelf echter trok hij een dagreis ver de woestijn in, ging zitten onder een bremstruik en begeerde te mogen sterven, en zeide : Het is genoeg! Neem nu Here, mijn leven want ik ben niet beter dan mijn vaderen.”
Dit gebed lijkt op dat van de profeet Jona, die boos was
op God omdat Hij genade had betoond aan de stad Ni-
neve. (Jona 4:3) “Nu dan, Here, neem toch mijn leven van mij, want het is mij beter te sterven dan te le-ven.”
Elia was echter meer moedeloos dan boos, hoewel er in
zijn gebed op de Horeb wel een bepaalde vorm van ver-
ontwaardiging doorklinkt. Het is natuurlijk ook begrij-
pelijk dat hij na de confrontatie met het volk en de profe-
ten van Izebel op de berg Karmel totaal uitgeput was.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 16
Door zijn vermoeidheid was Elia in slaap gevallen onder
de bremstruik in de woestijn. Niemand zag hem daar en
niemand kon hem hulp bieden. Hij had zijn knecht ach-
tergelaten in Berseba en was alleen een dagreis ver de
woestijn ingetrokken. Toch was er Eén die vol mededogen
op hem neerzag, Eén die later zo heel persoonlijk ‘de God
van Elia’ wordt genoemd (2 Koningen 2:14).
Elia kreeg hier géén vermaning te horen, geen enkele be-
risping met betrekking tot zijn plotselinge inzinking. God
gaf op milde wijze wat Zijn dienstknecht nodig had om er
weer bovenop te komen. Hij wist wat nu in de eerste
plaats noodzakelijk was : versterking en kracht naar li-
chaam en ziel. Daarom zond Hij een engel, die hem voor-
zichtig wekte uit zijn diepe slaap en hem een maaltijd
aanbood met de woorden: (1 Koningen 19:5-6) “Daarop legde hij zich neer en sliep in onder de bremstruik. Doch zie, daar raakte een engel hem aan en zeide tot hem : Sta op, eet. Toen hij rondzag, was daar, aan zijn hoofdeinde, een koek op gloeiende stenen gebakken en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer neer.”
Maar de engel raakte hem voor een tweede keer aan en
zei: (1 Koningen 19:7-8) “Doch werderom , ten tweede male, raakte de engel des Heren hem aan, en zeide : Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn. Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb.”
God zorgt voor spijs en drank, zelfs in de wildernis. Ja,
Hij is machtig om een tafel aan te richten midden in de
woestijn. (Psalm 23:5) “Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen; Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.”
Dat deed Hij niet alleen voor Elia, Hij deed het voor een
hele natie.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 17
Tijdens de woestijnreis van Egypte naar Kanaän voorzag
Hij Zijn volk op wonderbare wijze van spijs en drank. Het
manna dat neerdaalde uit de hemel en het water dat
vloeide uit de geslagen rots stilde de honger en leste de
dorst van het volk van pelgrims, dat zich uit de slavernij
van Egypte op weg had begeven naar het Beloofde Land.
Zo zorgt God ook voor ons als gelovigen die op weg zijn
naar een beter, dat is een hemels vaderland. Hij richt ook
voor ons een dis aan ‘in de woestijn’, d.i. de wereld als
het terrein van onze vreemdelingschap. Het nieuwe leven
dat wij van God hebben ontvangen, wordt door God Zélf
onderhouden. Er zijn hemelse hulpbronnen die ons ter
beschikking worden gesteld.
In Johannes 6, waar Christus Zichzelf voorstelt als het
ware brood van het leven, vinden wij ook de beide begrip-
pen ‘spijs’ en ‘drank’. Deze gééstelijke spijs en drank heb-
ben wij nodig op onze levensreis. De reis zou anders ook
voor ons te ver zijn. Het woord dat de engel tot Elia
sprak, geldt in figuurlijke zin ook voor ons : ‘Sta op, eet,
want de reis zou voor u te ver zijn’. Alléén door de kracht
van de spijs en de drank die God ons schenkt, kunnen
wij de reis voltooien. Laten wij onszelf dus afvragen welke
spijs wij nuttigen. Er is zoveel voedsel verkrijgbaar. Er
zijn allerlei religies en filosofieën die ons als teerkost wor-
den aangeboden. Waaraan geven wij de voorkeur ? Eten
wij van het voedsel dat God ons geeft ? Of verlangen wij
misschien terug naar het voedsel van Egypte, het land
van de slavernij (een beeld van de tegenwoordige boze
eeuw) ? Bij de Israëlieten ging het helaas op die manier,
zoals blijkt uit het boek Numeri (Numeri 11:5; 21:5).
Maar dat voedsel geeft geen kracht voor de reis naar Kan-
aän.
Elia was om zo te zeggen een ander mens geworden, na-
dat hij had gegeten van de spijs die God hem gaf.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 18
Hij lag niet meer hulpeloos neer, maar voelde zich in
staat om weer op reis te gaan. Het voedsel van boven had
inderdaad een geweldige kracht. Elia ging ‘door de kracht
van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het
gebergte Gods, Horeb (1 Koningen 19:8).
Wat was het einddoel van Elia’s pelgrimstocht ? Het was
de berg Horeb, d.i. de Sinai, die hier evenals elders wordt
omschreven als het gebergte of de berg Gods (vgl. Exodus
3:1; 12; 18:5). Deze uitdrukking houdt verband met Gods
openbaring aan Zijn volk Israël. God troonde hier, en Hij
had Zijn volk op arendsvleugelen gedragen en tot Zich ge-
bracht. (Exodus 19:4) “Gij hebt gezien, wat Ik de Egyp-tenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleuge-len gedragen en tot Mij gebracht heb.”
Zoals Israël hier eens God ontmoette, kreeg Elia bij deze
berg een heel persoonlijke ontmoeting met Zijn Zender. Is
dat ook niet het doel van onze pelgrimsreis? God wil ons
bij Zich hebben, in Zijn tegenwoordigheid. Hij voedt ons
op en Hij brengt ons op de plaats waar wij Hem ontmoe-
ten en Hem beter leren kennen. Dat geldt nu al in gééste-
lijk opzicht, maar in de volle zin van het woord zal het
pas werkelijkheid worden bij de komst van de Heer. Dan
zullen wij voor altijd bij Hem zijn en delen in Zijn heer-
lijkheid en Hem zien van aangezicht tot aangezicht.
Mevr. P. Verstraete-Desmet.
40 jaar gehuwd.
De heer en mevrouw W. ten Kate-van de Westeringh
trouwden op 2 juli 1970. Zij schreven dat zij het de moeite
waard vinden om dat op feestelijke wijze te herdenken dat
zij 40 jaar geleden elkaar hun “ja” woord gaven. Ook in juli
1970 gaven de heer en mevrouw A. Deceuninck-Wage
elkaar het ja-woord. In de eredienst van zondag 4 juli
willen wij hier op sobere wijze bij stilstaan. Wij wensen
beide echtparen nog vele gezegende jaren!
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 19
Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken.
Bij veel mensen is het lied Beveel gerust uw wegen be-
kend. Dit lied van de Duitse (Lutherse) dichter Paul Ger-
hardt (1607-1676) gaat terug op Psalm 37 vers 5. Luther
gaf dit vers weer met de woorden “Befehl dem HERRN
deine Wege und hoffe auf Ihn. Er wird’s wohl machen”.
Beveel gerust uw wegen, schrijft Gerhardt. Uit het gezang
spreekt een sterk geloofsvertrouwen. Deze verzen zijn
geen studeerkamerwerk, maar ze zijn ontstaan uit een le-
vend geloof en er spreekt een persoonlijke ervaring uit:
Gerhardt werd uit zijn ambt ontzet vanwege gewetensbe-
zwaar, drie van zijn vier kinderen stierven en nadien zijn
vrouw.
En toch de woorden: Beveel gerust uw wegen! Aan hoe-
veel ziekbedden zal er gebeden zijn: Wanneer ik eens moet
heengaan, ga Gij niet van mij heen?!
De herhaalde imperatieven van de Psalm hebben een di-
dactisch karakter; ze geven een opvoedkundige raad:
Wees niet afgunstig, vertrouw op de Heer, wentel uw weg
op de Heer.
Dit laatste roept het beeld op van God als Reisgenoot,
aan Wie je de last mag overgeven.
Beveel gerust uw wegen! Deze goede raad is in gezang
427 niet alleen een aansporing, maar ook een bemoedi-
ging om door te gaan.
De Psalm wil ons helpen om tot een inwendig tweege-
sprek te komen. Verlies je geduld niet! Vertrouw! Ander-
zijds: loop niet met gesloten ogen naar het onbekende
land.
Bepaalde droevige feiten hoeven niet ontkend te worden,
maar toch kan de gelovige vasthouden aan het geloof dat
God in Christus regeert en ons draagt!
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 20
EREDIENSTEN 10.00 u.
ZONDAG 4 JULI – MAALTIJD VAN DE HEER
DANKDIENST VOOR LIEFDE & TROUW Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. G. Labeur
Diaken Dhr. J. van Groenigen
Bijbellezing 1 (uit) Genesis 12/ Mevr. A. Klifman
Bijbellezing 2 (uit) Psalm 27 & 91 / Mevr. R. ten Kate
Bijbellezing 3 (uit) 1 Korintiërs 13 / Mevr. G. Labeur
Organist Dimos de Beun
Collecte Zending
Koffiedienst Fam. P. Luteijn/Mevr. E. Vanryckeghem
ZONDAG 11 JULI – GASTPREDIKANT Predikant Dhr. R. Sette2
Ouderling Dhr. A. Deceuninck
Diaken Mevr. A. Laureys
Organist Dhr. P. Vandenkerckhove
Collecte Grote Witte Ten Dillingen
Koffiedienst Fam. W. Constant
ZONDAG 18 JULI – GASTPREDIKANT Predikant Ds. K. Groeneveld3
Ouderling Mevr. R. ten Kate
Diaken Mevr. T. Berg
Organist Dimos de Beun
Collecte Mobiele Bibliotheek (China)
Koffiedienst Fam. A. Michiels-Ameel
2 Rafaël Sette, voormalig lid van onze gemeente en nu van Roese-
lare, is master in de Protestantse Godgeleerdheid. 3 Ds. K. Groeneveld is predikant van de Christelijke Gereformeer-
de Kerk te Antwerpen–Deurne. Hij is tevens voorzitter van het
Comité Protestants Evangelisch Godsdienstonderwijs.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 21
ZONDAG 25 JULI Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. G. Labeur
Diaken Dhr. J. van Groenigen
Organist Dimos de Beun
Bijbellezing 1 Genesis 18:20-33 / Dhr. P. Hellebuck
Bijbellezing 2 Lucas 11:1-13/ Ds. J.C. de Beun
Collecte Kerk
Koffiedienst Fam. J. Klifman
ZONDAG 1 AUGUSTUS – MAALTIJD VAN DE HEER Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Dhr. A. Deceuninck
Diaken Mevr. A. Laureys
Organist Dimos de Beun
Bijbellezing 1 Prediker 2:1-11 / Mevr. D. Constant
Bijbellezing 2 Lucas 12:13-21 / Ds. JC de Beun
Collecte Zending
Koffiedienst Mevr. J. Lagauw-Wage
ZONDAG 8 AUGUSTUS Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. R. ten Kate
Diaken Mevr. T. Berg
Organist Dimos de Beun
Bijbellezing 1 Jesaja 65:17-25 / Mevr. H. Coudyser
Bijbellezing 2 Lucas 12:32-40 / Mevr. C. Luteijn
Collecte Kerk
Koffiedienst Fam. W. Buijs
Vakantie van de predikant: 5 juli tot en met 22 juli en
van 10 augustus tot en met 24 augustus.
In dringende situaties ben ik bereikbaar! U dient uw bood-schap wel in het antwoordapparaat in te spreken en ik zal u dan zo snel mogelijk contacteren.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 22
ZONDAG 15 AUGUSTUS – GASTPREDIKANT Predikant Ds. D. Vanescote4
Ouderling Mevr. G. Labeur
Diaken Dhr. J. van Groenigen
Organist Dimos de Beun
Collecte Sociale Dienst Oostende
Koffiedienst Fam. J. van Groenigen
ZONDAG 22 AUGUSTUS – GASTPREDIKANT Predikant Ds. G. Grootjans Ouderling Dhr. A. Deceuninck
Diaken Mevr. A. Laureys
Organist Dhr. P. Vandenkerckhove
Collecte Kerk
Koffiedienst Fam. A. Deceuninck
ZONDAG 29 AUGUSTUS Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. R. ten Kate
Diaken Mevr. T. Berg
Organist Dimos de Beun
Bijbellezing 1 Deuteronomium 24:17-22
Mevr. G. Labeur
Bijbellezing 2 Lucas 14:1-14 / Dhr. W. Constant
Collecte Kerk
Koffiedienst Mevr. H. Coudyser & mevr. M. Verbeke
ZONDAG 5 SEPTEMBER – MAALTIJD VAN DE HEER Predikant Ds. J.C. de Beun
Ouderling Mevr. G. Labeur
Diaken Dhr. J. van Groenigen
Organist Dimos de Beun
4 Ds. D. Vanescote was vele jaren predikant van onze kerk. Na-
dien werd hij (voor onze huidige voorzitter dr. G. Liagre) voorzitter
van de synodale raad en is nu met emeritaat, maar nog altijd
kerkelijk actief!
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 23
ROOSTER LECTOREN 2010
DATUM LEZING 1 LEZING 2
25/07 Dhr. P. Hellebuck Predikant
01/08 Mevr. D. Constant Ouderling
08/08 Mevr. H. Coudyser Mevr. C. Luteijn
29/08 Mevr. G. Labeur Dhr. W. Constant
05/09 Mevr. M. Caproni Mevr. I. Casier
19/09 Ouderling Mevr. A. Klifman
26/09 Predikant Dhr. P. Hellebuck
03/10 Ouderling Mevr. D. Constant
17/10 Mevr. C. Luteijn Mevr. H. Coudyser
24/10 Mevr. I. Casier Mevr. M. Caproni
31/10 Mevr. A. Klifman Ouderling
07/11 Dhr. P. Hellebuck Predikant
21/11 Mevr. D. Constant Ouderling
KOFFIEDIENST
05/09 Fam. W. ten Kate
12/09 Fam. D. Schittecat
19/09 Fam. P. Luteijn & Mevr. E. Vanryckeghem
26/09 Fam. W. Constant
03/10 Fam. A. Michiels-Ameel
10/10 Fam. J. Klifman
17/10 Mevr. J. Lagauw-Wage
24/10 Fam. W. Buijs
31/10 Fam. J. van Groenigen
07/11 Fam. A Deceuninck
14/11 Mevr. H. Coudyser & Mevr. M. Verbeke
21/11 Fam. W. ten Kate
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 24
UITSMIJTER OF BLADVULLING?
WAT IS UW LIJFLIED?
Tandarts: Kroont Hem met gouden kroon.
Bouwvakker: Een vaste burcht is onze God.
Verzekeraar: Volle verzeek'ring.
Gevangene: Ik zie een poort wijd open staan.
Groenteboer: We zullen heel de aarde vullen met lof.
Politicus: Staand op de beloften.
Bibliothecaris: Wees stil en weet.
Advocaat: Geen andere pleitgrond hebben wij.
Beursanalist: Wat de toekomst brengen moge.
Aannemer: Houd uwer knechten werk in stand.
Douaniers: Daar zijn geen grenzen.
Tuinbouwer: De woestijn zal bloeien.
Brandweerman: Met U ga ik door water en door vuur.
Zeeman: Scheepken onder Jezus’ hoede.
Weerman: Daar is ’s werelds duis’tre wolken.
Belastingambtenaar: U bent waardig te ontvangen.
Kapper: Hij zalft mijn haar en hoofd.
Politicus: Heer onze daden en hun loze gronden.
Schoonheidsspecialiste: Gij die de schoonheid zelve zijt
Autocoureur: Zo vrolijk als een held, die tot de zege snelt.
Leraar: De les was hard die Gij ons gaaft.
Dominee: Nooit kan ’t geloof te veel verwachten.
Taxichauffeur: God wijst mij een weg.
Bakker: Gij hebt gezegd, geef gij hun brood.
KERKENRAAD
Predikant
Ds. J.C. de Beun – ℡℡℡℡ 050 - 35.50.84
Blauwvoetstraat 32 – 8310 Assebroek
Ouderlingen
Mevr. R. ten Kate – ℡℡℡℡ 050/35.60.69
Baljuwlaan 5, 8310 Sint-Kruis
Mevr. G. Labeur – ℡℡℡℡ 050/38.26.86
Veldstraat 46, 8200 Sint-Michiels
Dhr. A. Deceuninck – ℡℡℡℡ 050 / 31.69.23
Rond den Heerdstraat 14, 8000 Brugge
Diakenen
Mevr. A. Laureys – ℡℡℡℡ 050 / 32.24.00
Bevrijdingslaan 8, bus 4, 8000 Brugge
Mevr. T. Berg – ℡℡℡℡ 0487 / 51.97.59
Sint-Baafsstraat 66, 8200 Sint-Andries
Dhr. J. van Groenigen – ℡ 050/38.72.62
Zandwege 10, 8490 Varsenare
Bankrekeningen
Kerkenwerk Protestantse Kerk Brugge
280-0202516-17
Diaconie
001-4461304-59 t.n.v. Diaconie Verenigde
Protestantse Kerk Brugge
VZW Vrienden 000-0165874-04
t.n.v. Vrienden Protestantse Kerk Brugge
Nederlandse giro 400456
t. n.v. Verenigde Protestantse Kerk Brugge
���������� � ������ �� ������� �� ������� ������������������ �������!"#$%&'((#)"*+,-"�.+&/"0"#1$23"%)$)#"45��6789:8;89<=9>=?@A9>BC?DEF=G7GHCCG9IJA9KILM9N77=OHF=PA��Q=B89MRM9S9IR8RM8KTU9=VWCXBY9Z<=O=?@[7P\@=G8O=���$%&((#�0$%�$2/+2&"5�] __��#.//"�a$+*b�c��#-"%%+%/4%.aa"#�5�de_]ee_��"*/+f�c��"*/+g."�dh�h�]___��������ij�k�1�elml�